IVOOR jpSÉUONZE VROUWEN tlffl W&M 3»iÊC l f f S ?f 5 8-fJesW. 3F§5515^.5Fm g, 35.flits SrFF.B:? Het Boek der vrouwen Kinderverzorging en opvoeding „Kinderverzorging en Opvoeding" is eigenlijk gceu boek, maar een tijd schrift. Dat ik het toch onder deze ru briek bespreek, komt omdat ik er wel cons graag de aandacht op vestig, zooals U trouwens op deze plaats wel moer over periodieken zult lezen, want boek of tijdschrift, dat „bijt elkaar niet" het gaat hier meer om goede en interessante lectuur, dingen waarvan men eens graag kennis neemt. Ik zou wel eens willen weten, dacht ik, toen ik weder het Mei-nummer van dit maandclijksch tijdschrift tusschen mijn post vond, hoeveel van onze vrou- wei on jonge meisjes regelmatig deze periodiek in handen krijgen. Want eigenlijk is het een speciaal or- gaau, „voor het contact tusschen do Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in Kinderverzorging en Op voeding", de opleiding, de leeraressen, en andere belangstellenden". Maar dit verhindert niet, dat die „andere be langstellenden" daarin dikwijls heel veel zullen kunnen aantreffen, dat de moeite loont Dit Mi.-nummer bevat ojn. een uit voerig artikel van Prof. R. C a s i m i r over „Waarnemen van kinderen", een mooie, oriëuteerende boekbesperking van Mevrouw M. E. H. San d berg- Geisweitv. d. Netten, en het Jaarverslag 1931—1932 van de Vereeni ging Nationaal Reizend Museum voor Ouders en Opvoeders, een instituut, dat ook veel meer aandacht verdient, dan het nu reeds in velerlei kring ge niet Als feuilleton is er weder oen aan tal fijne schotsjes van Rodi van Straaten, waarvan ik er gaarne dit maal enkele overneem, omdat zij het lezen zoozepr waard zijn. Hier volgen ze! „Heenie". Eigenlijk heeft hij oen erg mooie en lange naam, maar bij ons heet hij „Heepie". Een rond gezichtje, net als do meea ten, bruine oogen, evenals vele ande- De mode van den dag Kinderschortjes Als de zon straks wat warmer wordt, dan spelen ook de allerkleinsten weer buiten, hr*zij !n den tuin, of op het ploatsjo, of n.»g meer bescheiden, op do warande. Vanzelfsprekend worden dan de kleertjes ook w«.-er eerder vuil ge mankt. omdnt deze wat lichter van tint zijn, dan die in den winter gedragen werden. Gelukkig bestaat er de schor- tenstof, die in allerlei fleurige en bonte IMitroontjes verkrijgbaar is. Van een lap cretonne maakt moeder in een oogenblik dergelijke schortjes zelf. Hot hier afgebecldo modelletje is aan twee kanten gelijk, zoodat het jurkje of pakje geheel beschut is. Om teleur stellingen te voorkomen is het raad- ren, blond haar, ook niets bijzonders en tóch is Heepie grappiger dan 10 anderen met de zelfde uiterlijkheden. Want bij de opgenoemde kenmerken bezit Heepie 2 vuurroode koontjes en een koddig rechtopstaand kuifje, recht- boven z'n kleine neus ein twee hcele- maal kromme beentjes die samen een volmaakte O vormen. Hij loopt al, zelfs merkwaardig snel op z'n vergroeide onderdanen, heeft nog steeds een luier aan, die altijd afzakt, hoeveel spelden je or ook aan steekt en altijd nat is. Waar Heepie is gaan zitten, op den grond, op een stoeltje, een tafeltje, op je schoot, altijd is er een natte plek. Overigens beseft hij erg goed de on- frischheid van een dergelijk vochtig aandenken! Z'n koontjes lijken nóg rooder, z'n kuifje staat dan nog rech ter. Hij kijkt schuin naar je op, met een deels verontschuldigend, deels on deugende snuit en zegt, wijzend op do natte plek, verontwaardigd en afkeu rend: „B&h, bólt". Op gezette tijden wordt hij geholpen, krijgt oen droog kleedingstuk aan en een half uur later is er ergens weer een maar al te duidelijk kenteeken waar Heepie ge zeten heeft Hij is altijd vroolijk, altijd vriendelijk cn heeft een sterke gave anderen hier van mee te laten genieten. Je bent boos, verdrietig, heb 't land. Ileepie komt bij je staan, logt een ver trouwelijk handje op je schoot kijkt je met een scheef hoofd aan, wijst naar oen plaat aan de muur en zegt niets anders dan „Kaaó" met een hooge uit haal aan 't eind ènje bent vertee, derd en volmaakt in staat om de rest van den dag niet door muisenissen te bederven. Door een blik, 2 roode koon tjes, een kindje en een handje op je schoot „Wawa". „Wawa" is 't nog heel kleine, stille zusje van Hansje. Hansje, drukke le vendige jongen met een dikke, ronde krullekop. 's Morgens komen ze stijf zoom een wosch- en kleurechte stof te kiezen. Want natuurlijk moet zoo'n schortje een sopje kunnen verdragen! Met een effen bies omzoomen staat altijd aardig, maar ook effen stof met een gekleurde applicatie wordt tegen woordig hoel veel toegepast, t Is een eenvoudig en prettig werkje en als zus of broer er straks zoo lekker frisch uitziet zal men er echt plezier in hebben. Een handige mooder zal bovendien voor de kleintjes altijd graag een paar schortjes in voorraad houden. Handwerken Gebreid kussen Deze week hebben wij een breipatroon voor een kussen-overtrek, dat wel in den smaak zal vallen. Men zie bij gaande figuur. Het patroon is altijd recht, dus rib bels. Er moet aan worden gedacht, dat de draden steeds aan den achterkant gehouden moeten worden. Opzetten: 80 steken met zwart en de naald terug breien. De volgende toe ren worden ook, tot op 5 steken na, met zwart gebreid. Die laatste vijf steken breidt men vervolgens met goudgeel. Bij het terugkeeren wordt opnisuw met goudgeel begonnen, de zelfde 5 steken cn daarna nemen we de zwarte draad weer op, breien de naald uit, en terug tot op 10 steken na.' We nemen de gele draad aan den ach terkant op, die daardoor losjes langs 5 steken komt to liggen cn breien de hand in hand, Hansje is Wawa'a troost en toeverlaat in deze wirwar van kinderen, veel kinderen met roode schortjes voor. Ze zegt nooit wat, je ziet alleen boven 't schortje een klein rond gezichtje met twee groote, veel te groot grijze oogen. Eindelijk ziet ze zich genoodzaakt Hansje's vertrouwde hand los te laten cn zoekt tijdelijk haar heil in een zoo ver mogelijk afgelegen hoekje. Speelt altijd alleen, loopt rond met een ver overde pop, een paar blokken. Ze kijkt maar, tot ze plotseling merkt dat ze Hansje nergens ziet Ze kijkt om zich heen, angst en wanhoop in haar oogen. Ze ziet iedereen, alle 50, GO andere kinderen ziet ze wèl, alleen die ééne, Hansje, ziet ze niet En ineens kan ze praten. Ze loopt rond van den een naar den ander, zich in haar angst dringend tusschen groepjes kinderen, als maar met een hoog stemmetje als voor zich zelf herhalend: „Waar is Hansje, waar is Hansje?" Niemand let op haar, niemand hoort wat ze zegt, iedereen is met zichzelf bezig. Wat een ontzetting voor dit kleina ding, voor Wawa met de veel te groo te oogen, wat moet dat heel erg zijn, je broertje kwijt te zijn, je broertje Hansje, je oenige vertrouwde, het eenige bekende bij zooveel onbekends. Tot ze hem ziet, zoo maar ineens, ze weet niet waar hij vandaan kwam, Vlak bij haar staat hij. Snel loopt ze er heen en met de angst en de verruk king om 't weervinden nog in haar stemmetje, roept ze: „Hansje, Hansje". Haar kleine handje stopt ze in zijn groote en heel diep-in weet ze, dat ze hom voorloopig niet weer los zal la- ton". „Kinderverzorging en Opvoeding" staat onder redactie van Mevrouw M. E. H. S a n d b e r g. Het is zooals ge zegd een tweemaandelijkse!» tijd schrift. Het adres der administratie is Mej. M. G. Spierenburg, Burge meester Meinesziaan 27, Rotterdam. Dit voor haar, die eens een nummer ter nadere kennismaking zouden wil len aanvragen! 10 steken uit en terug. Op deze manier gaan we verder, met zwart steeds 5 stoken minder breiend, totdat de heele naald met goudgeel gebreid moet wor den. Ook terug in zijn geheel. Bij deze punt van goudgeel, die ont staan is, op de teckening aangegeven met B, nemen we de derde kleur op, dus lichtgeel. Met deze kleur breien we eerst 5 steken. Daarna nemen we weer de goudgele draad op, (die we achter langs leiden!), waarmee de naald wordt uitgebreid. Hetzelfde teruggewerkt Dus houden we de 5 lichtgele steken over, die wc nu uit- brcicn. Eerst op de nieuwe naald wordt dit aantal weer met 5 steken vermeerderd: dus breien we nu 10 steken met lichtgeel. Op deze wijze gann we verder, totdat we de heele naald weer met lichtgeel werken Ook terug. Bij do daaropvolgende naald laten we echter 5 steken lichtgeel staan en breien de naald uit met de volgende kleur: terra. Daarop gaan we weef te werk als bij het goudgeel. We kun nen dan na het terra weer zwart nemen, daarna lichtgeel, goudgeel en zwart De laatste punt wordt als de eerste een halve punt. Zie de teeke- ning bij A (het begindraadje) en C, do laatste halve punt in zwart. Steeds zijn cr twee kleuren in ge bruik. We breken namelijk de draad af van de punt, die heelomaal klaar is. Men kan natuurlijk ook een andere kleurencombinatie maken. Aardig is het, als het kussen gereed is, van de verschillende kleuren wol, die ge bruikt werden, oen koord te maken, en dat er rond te zetten, cn dat al of niet to laten eindigen in een kwast. Als kinderen eten... Als kinderen eten, dan voelen heel wat moeders zich ongelukkig. O, neen, niet als ze werkelijk eten, maar meestal spelen zo zoo'n beetje met het eten, ze knoeien er mee en moeder constateert voor de zoo vee lste maal dat er bijna niets van het bordje ge bruikt is. Gelukkig is het niet bij alle kinderen zoo, maar er zijn er héél wat, dieniets blieven, alleen maar wil len snoepen en afkeer hebben van pap, groenten enz. In het buitenland, meer dan bij ons, maakt men veel werk van gekleurde serviezen en gekleurd eten. Men tracht op deze wijze op de fantasie van het kind to werken, op alle mogelijke ma nieren. Allereerst het gekleurde eten, zooals pudding, pap, vla. Waarom ook geen rose maïzena-pap met zacht, bijna on merkbaar smaakje? Misschien zijn er moeders, die zooicts verwennen noe men, maar tenslotte gaat het er toch maar om het kind goed gevoed te weten. Ook gekleurd porselein doet er veel toe. Een kannetje melk, dat het kind zelf bij het bord mag hebben en waarmee het zich zelf mag bedienen. Een kroesje melk, zal hel wat vlugger naar binnen gaan ,als het kind het zelf mag bijvullen. En vooral als bet kannetje don vorm heeft van een man netje, of van oen olifantje of ander dier. Als op den bodem van het pap bordje een dierfiguur is geteekend, moedig het kind dan aan het bordje vlug leeg te eten, omdat dan het dier tje weer te voorschijn komt Mis schienlijkt het flauw, maar het helpt en het doel wordt er moe bereikt En dat is toch het belangrijkste! 700R BETERE BRANDSTOFFEN BROUWER ZOMERPRIJZEN Anthraciet. Eierkolen, Cokes, enz. aieenkolenpark BROUWER Go. CEINTUURBAAN 3 (b. d. Bergweg) TE LEF. 42277 ROTTERDAM 4 VRIJDAG 27 MEI 1932 Bijblad van de Nieuwe Leidsche Courant Verschijnt des Vrijdags Bureau Breestraat 123 Leiden Tel. 2710 Postbox 20 Postgiro 5893612 B. CONRADS Co Groote Markt 18 Filiaal: 's Gravendijkwal 130 ROTTERDAM m!ii!i'iirjiiiiiUMiiiinaQnmioiiiiigHiiiijiüiimmaiii.i,....jiiiiiiiiii3Miin» T ricof-Goederen Lingerie Dameshanclwerlcen Haring in 't land, Dokters aan kant! 't Is nu weder do tijd van de nieuwe Hollandsche baring, en dus tevens om het eens eventjes te hebben over deze populaire visch, do eenige die zoozeer is ingeburgerd, dat ze met den naam van het vaderland werd versierd: Hollandsche haring. We zijn aan deze benaming zoo van jongsaf gewend, dat zo ons niet eens meer als iets eigenaardigs opvalt, terwijl je toch nooit speciaal hoort spreken van Hol landsche bot of garnalen, of andere producten van de zilte zee. Maar on danks dat we deze visch vertroetelen door deze vaderlandslievende onder scheiding, lijkt het toch wol, dat ze veel minder in de pas staat dan vroe ger, Gegevens over het haringverbrui k in ons land sta&n ons op het oogenblik niet ten dienste, cn misschien zouden deze onze lezeressen ook minder inte- resseeren, maar een feit is het dat onze haringvisscherij moeilijke tijden meemaakt afgescheiden nu van de vraag of dit in de eerste plaats is te wijten aan verminderde consumptie bij do buitenlandsche afnemers, of bij de eigen landgenooten. Slechts heel wei nig Hollandsche schepen nemen op 't moment aan de visscherij op haring deel, naar we mecncn te weten heeft Vlaardingcn nog maar een dertiental stoombeugers buitengaats en enkele andere schepen, terwijl van Scheve- ningen er maar twee of df$e zijn uit- govaren. Zoo men weet dat bijv. in 1930 de drukte in de haringvisscherij zóó groot was, dat er op de vloot zelfs buitenlandsche zeelieden moesten wor den aangenomen, dan geeft dit wel te denken. Den laatstcn tijd wordt er in verschil lenden kring op gewezen, dat het wen- schelijk is, met het» oog op de slechte toestanden en de werkloosheid, zoo veel mogelijk producten te gebruiken van eigen bodem, van eigen industrie. Al moge nu de haring in eigenlijken zin daar niet onder vallen, toch zou het uitnemend wezen, als ook de Hol landsche huisvrouwen daarmede zoo veel mogelijk rekenschap hielden, en bijvoorbeeld thans, nu de vcrsche ha ring wordt aangevoerd, cn reeds zoo overheerlijk is, aan deze gezonde en niet dure visch een eervolle plaats In ruimden op den familie-disch. Het oud-Hollandsch-rijmpje dat wij als titel en motto hierboven lieten afdruk ken, moge misschien eenigszins over dreven wezen, een feit is het in ieder geval, dat de haring, zoowel om haar lichtvorteerbaarheid als haar voedings waarde, onder de voedingsmiddelen oen eerste plaats inneemt Haring ls oen heilzaam voedsel voor duizenden jonge menschen, die aan bloedarmoede lijden. Laat hen iederen morgen bij het ontbijt een echte Hollandsche pekel haring gebruiken cn u zult eens zien hoo zo opknappen, en hun frisscho kleur terugkrijgen! Wat zou het ook voor duizenden en tienduizenden men schen van rijperen leeftijd goed zijn, wanneer zij meer haring gebruikten. Voor kindoren ln hun groei hoeft de vooding met haring bovendien nog dit voordeel, dat haring, in afwijking van do meeste visch soorten, een hoog vet gehalte heeft, een factor die vooral voor kinderen niet over het hoofd mag worden gezien. De eerste nieuwe Hollandsche haring wordt .in de Meimaand aan den wal gebracht onder den naam van kol- maatjes. Ze zijn nu reeds algemeen verkrijgbaar. In den ouden tijd duurde het wat langer, eer de eerste „nieuwe" er was, omdat de visscherij toen nog niet de 6nelle schepen van tegenwoor dig in de vaart had. In een der dag bladen vertelt „Javio" daarover aar dige dingen. De haringbuizen, zoo zegt hij, gingen in het voorjaar er kalm op uit en wachtten rustig tot de ha ringscholen aankwamen en zich lieten verschalken. En als die scheepjes dan de eerste vangst gedaan hadden, werd die op een snelzeilend schip, dat de „haringjager" genoemd werd, overge laden en zoo snel de wind het maar toeliet werd naar Vlaardingcn gezeild, hoog de vlag in top. Daar was dan reeds dagen tevoren al les in opgewonden en spannende ver wachting. De groothandelaars in de steden zaten al dagen te wachten op het verlossende telegram uit Vlaardin- gen, dat de eerste vangst was bin- ncngeloopen, en op het groote moment was het daar een groote drukte, om dat ieder van hen wilde trachten een paar vaatjes van het product machtig te worden. Dan werd eerst een met groen be kranste boerenwagen, dwars door het Westland heen naar Den Haag gezon den om den Koning de ecrete nieuwe haring aan te bieden, en do naam van den gelukkigen reeder wiens haring jager het eerst was binnengevallen, kwam feestelijk in de krant. Zoodra de haringgroothandelaars hun produkt gekocht hadden, kwam het naar de stad. Dan werd de vlag uitge stoken, dan verscheen in do etalage oen groene kroon, waaronder een ha ring hing, en de liefhebbers, (er sche nen er velen te zijn), vertelden elkaar, dat de „nieuwe haring" er was en haastten zich de eersten te zijn om togen hun kennissen te kunnen opsnij den, dat zij al „nieuwe haring" gegeten hadden. En die ijdclheid werd duur betaald want de eerste aanvoer was maar klein cn de liefhebbers waren vele. Zoo ge beurde het, dat zij met plezier voor hun eerste haring vijf gulden por stuk betaalden, maar zij hadden daarvoor dan ook het genoegen dat zij er op aan gekeken werden. In hot toen nog kalme, rustige leven van de stad was de nieuwe haring een evenement Menige recder van thans zal met een zekeren weemoed aan dien inderdaad goeden ouden tijd terugdenken, want thans zijn de bcdrijfstoestanden onze kerder dan ooit, en niemand weet of dit jaar de geheele vloot aan de ha ringvisscherij deelnemen zal. Van ver schillende zijden wordt op beperking aangedrongen, terwijl de Werknemers organisaties uit den aard der zaak lie ver een zoo groot aantal schepen als maar mogelijk is in de vaart zien ge bracht Veel zal afhangen van het ant woord der Rpgcering op het verzoek om steun in den een of anderen vorm. Laat daarom de huismoeders, in haar bescheiden kleinen kring, ook het hare ertoe bijdragen om het harlngvcrbruik te bevorderen. Het kolmaatje is en blijft een delicatesse, dat do tong streelt, en ook de beurs allerminst ge weld aandoet! Wees voorzichtig met electriciteit Tot de vele plichten van de huisvrouw behoort o.a. ook er voor zorg te dra gen dat alle electrische apparaten dia in de huishouding worden gebruikt* zooals stofzuiger, strijkijzer, haardro ger, enz. in orde zijn. Het veiligst ia om reparaties niet zelf uit te voeren cn dit liever aan oen vakman over te laten. Leidingen of toestellen die niet voldoende geisoleerd zijn, kunnen on der bepaalde omstandigheden zei fa levensgevaar opleveren. Dat hangt ec geheel van af hoe en waar men in aanraking met den stroom komt Het inenschelijk lichaam is een uitstekend stroomgelcider en komen we nu in aan raking met een onvoldoend beschermde diaad of toestel, terwijl we b.v. op een natte of ijzeren vloer staan, dan zal dit veel ernstiger gevolgen kunnen hebben dan wanneer we toevallig op oen kurkdroge houten vloer staan. Ook' is 't raadzaam om stopcontacton zoo hoog aan te brengen dat kinderen de altijd nieuwsgierig zijn niet met hun vingertjes aan do metaaldeelen kunnen komen. Er zijn in den handel stopcontacten met afsluiter, voor go- zinnen met kinderen zeor aan te ve- velen. In het algemeen is het niet aan te ra» den, om, ook al veronderstellen we dat do isolatie van toestellen cn leidingen volkomen in orde is, toch altijd voor zichtig te zijn en geen dingen te doen» die onnoodig gevaar kunnen opleveren. Het gebruik b.v. van een haardroger terwijl men nog in het bod zit, is nooit wcnschelijk. Ook het met de ecne hand aanvatten van ccn waterkraan terwijl wc in de andere eon ingeschakeld strijkijzer hebben, kiin gevaarlijk zijn, Veiliger en dus beter is het, in het go- heel geen risico te nemen door deze handelingen na te laten. De goede toon Het getuigt van weinig achting voor onze medenicnschen, als wo in parken en overal elders papieren wegwerpen en zoodoende liet natuurschoon bcder- von, wnarop de anderen toch even veel recht hebben als wij. Daarbij zijn tegenwoordig op do mecsto plaatsen tooh papiermanden geplaatst, waarin wo overtollige papieren kunnen depo- noeren. Wat kunnen die flodderende papieren de schoonheid van een wan delpark bederven! Nog heel wat menschen verkceren ln do mccning, dat men aan de telefoon niet beleefd behoeft te zijnmen ziet den spreker immers niet!! Belt iemand ons verkeerd op, dan zal hij of zij veelal zelfs de moeite niet nemen zijn abuis te verontschuldigen en hangt eenvoudig de haak op. Wat zou er tegen zijn, als ze dat wól deden? Het kost niets en het laat een aange- nameren indruk na. II Het Looverlied Hoo heerlijk onder bladgcruisch te gaan van groote boomen die in duister staan, weer naar hun machtig nachtgezang te luisteren hun wijd gczwatel en plechtstatig fluistrcn. In langen winter zongen barre twijgen een ander lied. Zij klaagden, of hun zwijgen was angstig in den Januari-mist. Maar 't loovcr kwam toch weer en hoor nu is 't (Uil Van Eedcn's Dante en Beatrice. Amsterdam W. Versluys) als een gelukkig volk dat zegezingt. Nu juicht hot gansche lenteland, er klinkt fijn geschalmd van vogels ln de verte zoo fijn en klaar als 't tintelend gesternte dat door de zwarte bladorachimmen kijkt en met hun vaag bewegen komt en wijkt. Ik ga door looverlied en sterreschijn blij cn gerust. Ook in mijn kleine brein worden nu toed re liedekens geboren die 'k liefst mijn teeder lief wou laten hooren. Do wind die 't nacbtland als een harpe streelt in maatgang met zijn stille liedjens spoelt. Als nu mijn ziel reeds in dit brooze huis het looverlied verstaat on 't zocgeruisch zal ik dan niet ln sterker lijf herboren don jubelzang der gouden sterren hooren?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11