NOOD IN DE RIJNVAART
IJMUIDEN IN NOOD
ZATERDAG 14 MEI 1932
VIERDE BLAD PAG. T
PLAN TOT VORMING VAN EEN
CENTRALE RIJNVAARTPOOL
In con vorig artikel hebben wy geschetst hoe
de noodtoestand in ae Rijnvaart ontstaan is en
hoe de stand van zaken op dit oogenblik is.
'J'hans mogen we even de aandacht vestigen op
een plan, dat ontworpen is om een anders on
vermijdelijke catastrophe te ontgaan. De Cen
trale Bond van Scheepsbouwmeesters in Ne
derland heeft een commissie ingesteld die tot
taak had de mogelijkheid te bestudeeren om
uit de misère te komen. In deze commissie
hadden zitting de heeren C. Stapel Sr., voor
zitter van den Bond; H. P. C. Schram, scheeps
bouwer Bolnes; A. van Vliet, scheepsbouwer to
Slikkerveer; P. Boot Jr., scheepsbouwer te
Leiden; J. Boele, scheepsbouwer te Bolnes; C.
Schouten, voorzitter van de Internationale
Schippersvereeniging; J. Timmermans, voorzit
ter van den Algemeenen Rjjn&hippersbond en
Th. v. d. Graaf, wn. secretaris van C.B.S.N.
Het belangwekkende rapport van deze com
missie gaat allereerst uitvoerig de oorzaken
na die tot den nood hebben geleid, geeft ver
volgens een beschouwing over den oogenblik-
kelijken toestand en komt ten slotte na het
stellen van eindconclusies tot een afgerond
plan.
Voorop moet gesteld, dat de poging, die dc
scheepsbouwers thans doen om betere toestan
den in de Rijnvaart te krijgen, niet de eerste
is. Nog niet zoo lang geleden is opgericht het
Centraal Bevrachtingskantoor, dat tot doel
had om als „éénige particuliere schipper"
de beurs te komen, daar voor alle schippers ge
z a men lijk orders op te nemen tegen vrachtprij
zen, die redelijk zou zyn en dan de schippers
telkens op hun beurt te doen varen. Het moet
eerlijk erkend, dat het C.B.K. een fiasco ge
worden is en het nagaan van de oorzaken kan
er toe leiden, dat men zich bij het maken vs
nieuwe plannen voor teleurstellingen be
schermt.
Een schipper is altijd een zelfstandige „mid
denstander" geweekt met precies dezelfde
eigenschappen, die men bij den winkelier aan
treft. Aan organisatie heeft hij „lak", hij con
curreert waai- hij kan en zal trachten zijn eon-
current een reisje af te snoepen wanneer dat
maar mogelijk is.
Zoo zag men het gebeuren, dat schippers, te
gen hun eigen belang in, buiten het C.B.K. ble
ven, tegen lagere vrachten dit steunbureau
gingen beconcurreeren enwerk hadden net
zoo lang, tot de schippers, die wèl bij het
C.B.K. waren aangesloten en die geen werk
konden krijgen door hun optreden, er ook den
brui aan gaven en het bureau in den steek
Wij leven vrij, wij leven blij en beconcurree
ren elkaar dood dwaas, méér dan dwaas,
maar niettemin werkelijk.
Het resultaat is, dat heel de Rijnvaart zoo
door en door rot geworden is, dat de groote
groep van particuliere schippers spoedig ver
plicht zullen zijn hun betalingen te staken
de Regeering om een moratorium te verzoeken
tenzij er verbetering intreedt.
De bovengenoemde studiecommissie is
verwerpende het denkbeeld, dat de schippers
door genoemd organisatie zich zelf zouden kun
ncn helpen tot het volgende plan gekomen;
Er wordt gevormd een syndicaat, dat als
centrale Rijnvaartpool optreedt. Hierin
I stond in ons blad van gisten
ken alle belanghebbenden mede, nl. schip-
persvereenigingen, hypotheekbanken, scheeps
bouwers en zoo mogelijk de staat. Deze Cen
trale Rijnvaartpool huurt alle daarvoor in
aanmerking komende particuliere schepen
voor minstens 5 jaar met 5 optiejaren. De
directie van de Pool verhuurt dan de sche
pen weer, neemt transporten en ladingen op,
probeert voor overcomplete schepen elders
emplooi te vinden, kortom beheert de ge-
heele Nederlandsche Rijnvaart voor zoovel'
die door particulieren wordt uitgeoefend. De
tekorten, die in de slechte jaren te
verwachten zijn, worden door het Rijk ge
dekt in den vorm van renteloos voorschot;
zoodra betere jaren aanbreken worden de te
verwachten overschotten aan liet Rijk gere
tourneerd.
Zooals men uit het bovenstaande ziet, is het
plan betrekkelijk eenvoudig en bovendien vol
gens deze deskundigen uitvoerbaar. Aanne
mende dat van de twee millioen ton particu
liere scheepsruimte zich V/> millioen ton v<
verhuur zullen aanmelden, zou er, indien de
slechte vrachtenmarkt zich gedurende
jaar handhaaft, plm. f 5.500.000 als renteloos
voorschot mede gemoeid zijn en rekent
dat de toestand zich over 4 jaar heel langzaam
herstelt, dan zou dit beteekenen, dat het Rijk
ongeveer 15 millioen zou hebben te storten. Als
voorschot, want de vijf optie jaren maken het
mogelijk om in de volgende 5-jarige periode
door winst het tekort weer weg te werken.
Van een voteeren van millioenen a fond perdu
is dus geen sprake.
Bij het bezien van dit plan komen ook wel
eenige bezwaren om den hoek kijken.
Allereerst: lettende op het fiasco met het
C.B.K. zou men de vrees mogen uiten, dat de
al te ver gedreven vrijheidszin van den schip
per dezen zal weerhouden zich voor tien jaar
te binden, hoe slecht of het nu ook is. Op be
trekkelijk eenvoudige wijze zou door een spoed
enquête echter die vrees al of niet beschaamd
kunnen worden, terwijl de Regeering voorts
zou kunnen bepalen, dat minstens 1^2 milli
oen scheepsruimte moet zijn gehuurd alvorens
het plan kan doorgaan.
Dan dringt zich het bezwaar op, dat de ree-
derijvloot, die in het plan riet is begrepen,
straks als concurrentiefactor tegenover de
Pool zal optreden.
Wij weten, dat er aller1 ei moeilijkheden zijn
om ook deze vloot in de Pool te betrekken,
maar wanneer een vorm gevonden zou kunnen
worden, die ook dit gevaar zou omzeilen, dan
zou dit zeker de kansen van het plan doen
stijgen.
Ten slotte blijft nog een open vraag, of de
Pool geen gevaar heeft te duchten van de
Belgische en Duitsche Rijnvloot. Vooral de
Belgische particuliere vaart is van beteekenis
en zou, indien zy als concurrente optrad, alle
berekeningen falikant kunnen doen uitkomen.
N'u werd ons verzekerd, dat de Belgische Mi
nister Hymans zijn volle medewerking heeft
toegezegd om ook een Belgische Pool te stich
ten, die samen kon werken met de Nederland
sche, maar stellig zou de Regeering moeten
verlangen, dat een contract van samenwerking
werd gesloten waarbij de beide Pools zich
bonden de vrachten gezamenlijk vast te stel
len.
Het aantrekkelijke van het plan is, dat het
de zekerheid verschaft, dat de nijvere, zij het
wel eens onverstandige, schippersstand
Rijnschepen in de Rotterdamsche haven.
ondergang behoed wordt, dat de hypotheekhou
ders aan hun verplichtingen kunnen voldoen,
dat de Rijnvloot voor totaal verval behoed
wordt omdat het zoo noodzakelijke onderhoud
wordt verricht, dat de scheepswerven daardoor
weer wat reparatieweerk krijgen, dat de grond
slag wordt gelegd voor blijvende betere sociale
en economische toestanden in de Rijnvaart.
Voor de Regeering zou uitvoering van het
plan het voordeel hebben, dat steunuitkeering
niet meer noodig is, de inning der belastingen
verzekerd is en kapitaalsverlies wordt tegen
gegaan.
Let men op hetgeen de Regeering reeds ge
daan heeft in den vorm van toeslagen op den
verbouw van landbouwproducten, waarbij groo
te kapitalen onherroepelijk verloren zijn
al is het ook voor een goed doel dan mag
men zeggen, dat de steunverleening aan de
Rijnvaart in den vorm van rentelooze voor
schotten, die onder alle omstandigheden moe
ten worden terug betaald, daarbij bijzonder
veel voor heeft.
Regeeringsinstanties zullen beter kunnen be-
oordeelen of het plan van scheepsbouwers, dat
natuurlijk niet gehéél uit humanitaire overwe
gingen tegenover de schippersstand op stapel
is gezet (immers hebben de werven belang bij
reparatiewerk en het garandeeren van de r«
te der verleende tweede hypotheken) voor v<
wezenlyking vatbaar is.
Wellicht komt men tot een anderen voi
van staatsingrijipen, byv. door het stichten
van een regeeringsbureau, zooals dat in de
oorlogsjaren heeft gewerkt en waarbij men de
schippers zou kunnen verplichten te bevrach
ten over dit bureau. Mogelijk ook brengt eer
plan, dat door de reederijvereeniging op stapel
is gezet nieuwe perspectieven.
Iloe dit ook zij, voor ons staat vast, dat
iets gedaan moet worden, wil men een debacle
in de Rijnvaart voorkomen.
Meer bevoegden mogen ocrdeelen wat er ge
daan moet worden.
Als de noodvlag, die in top geoeschen is,
maar gezien wordt.
Een vaartocht,
Op uitnoodiging van den Centralen Bond
van Scheepsbouwmeesters hebben wjj dezer
dagen een vaartocht gemaakt naar Dordrecht
om ons te overtuigen van den noodtoestand,
die in de Rijnvaart reeds naar het uiterlijke
fceerscht.
Aan deze tocht werd oan. deelgenomen don
Idtn heer C. Mörzer Bruyrs. In. >friinspecre:i
van den havenarbeid, die den minister va
arbeid vertegenwoordigde; het Kamerlid H.
W. Tilanus; den heer Verschoor van Nisse.
havenmeester van Rotterdam; den heer Ver
schuur, rijkshavenmeester; den neer Iloogstra
havenmeester te Dordrecht; Mr. W. A. C. var
Dam, eere-voorzitter en J. Timmermans, voor
zitter van den Alg. Ned. ltynschippersbond:
den heer G. de Jong, van het Ond^r vysfonds
voor de binnenvaart; den heer C. H. Zijlstra,
inspecteur voor de scheepvaart, toegevoegd
aan den hoofdinspecteur; den heer v. Beursen,
v.-ittgenwoordi-ger van de Kamer van Koop
handel te Rotterdam; den heer Smits, va
Kecdersvereenig-ing; rector Kerkvliet var
Nicolaas en den heer Schouten van de Intern.
Schippersvereeniging
De op de ,JVIaasnymph" aanwezigen konden
'een treffend beeld krijgen van de opgelegde
schepen en de werklooze werven, waar anders
het vroolijk gehamer van de klinkmachines
onophoudelijk weerklinkt.
In breede ryen. vaak meer dan 40 dik, lagen
de Rijnkasten te wachten; op de Lek, op de
Noord, in het Zuiddiep, in de Maas, wdar de
steven van de „Maasnymph" zich ook heen
wer.dde. Op de Steenplaat alleen liggen er niet
minder dan 256, by de Oude Plantage zelfs
266 en in de omgeving van Rotterdam
totaal volgens de laatste telling 805, terwijl
dit aantal in Maart nog was 642 en in April
717.
Aan een noenmaal, dat te Dordrecht ten be-
sluite van den tocht werd aangeboden, heeft
de heer Schramm, de geestelijke vader van het
Foolplan, op treffende wijze de moreele schade
die de tegenwoordige toestand voor de schip
perswereld brengt, uiteengezet en tal var
staaltjes gegeven, die niet in het rapport voor
kwamen, maar die teekenend waren.
Wy willen er alleen van aanstippen, dat
vaak de vrouw en de dochters van den schip
per in het mannenpak worden gestoken ei
knechts werken om het gezin zooveel mogelijk
voor den ondergang te behoeden. Tegenover
de 100 millioen, die de regeering ter beschik
king heeft gesteld van de bietenbouwers, stel
de de heer Schramm de 15 millioen voor
schot, die voor de schippers gevraagd wor
den. De heer Timmermans van de Rijnschip-
persbond gaf schier ongelooflijke berekenin
gen uit de practyk, n.L een verdienste van f 15
a f 20 in zes weken t ij d s op een Kem
penaar van 500 ton. Men mag wel bewondering
hebben voor hen, die dit nog prefereeren bo
ven de f 12 per week, die de steun geeft, om
dat hun eergevoel er tegen op komt de hand
op te houden zonder er voor te werken. Maar
het is begrijpelijk, dat dit niet lang is vol te
houden. De heer De Jong, van het onderwij!
fonds voor de scheepvaart, kwam met andere
droeve cyfers, waarvan we alleen maar n-
men, dat van de 12.000 schipperskinderen
4000 absoluut niet weten, hoe een school
van binnen uitziet, omdat de kosten van het
OORZAKEN EN OMVANG DER
MOEILIJKHEDEN
DE MIDDELEN, WELKE BAAT
KUNNEN BRENGEN
II. .Slot*)
De reeders aan het woord.
Nadat de journalisten, die aan de uitnoo
diging der Reedersvereeniging gehoor had
den gegeven, een en ander in oogenschouw
hadden genomen, gaf de heer Polder
man «p het kantoor der Reedersvereeni
ging eenige inlichtingen over de toestand
waarin de visscherij en dus IJmuiden ver
keert en over de middelen, welke naar de
meening der Reedersvereeniging verande
ring kunnen brengen.
Hoezeer ook de plaats IJmuiden hierbij he
trokken is, blijkt wel uit het feit. dat de
vloot bij volle uitoefening 2000 opvarenden
telt. \an wie ongeveer de helft in IJmuiden
woont, dat in de nevenbedrijven ook onge
veer 2000 personen arbeiden en dat voorts
velen indirect van de visscherii afhankelijk
zijn.
Alleen do stoomtrawlcrvisschers krijgen
in gewone omstandigheden jaarlijks 2l/x mil
lioen gulden loon. ongeacht de emolumen
ten. en duidelijk blijkt dus wel. hoe alles
lam gelegd wordt-, als de vloot werkeloos
moet blijven. Men lette er slechts op, dat
de stoomtrawlers 325 millioen Ko. kolen per
jaar gebruiken en wat. er alzoo noodig is
voor fourage en tuigage.
Dat alles is nu voorbij! Reeds meer dan
drie kwart der arbeiders is werkloos. Klei
ne reed-erijen zijn gesneuveld; anderen kun
nen niets meer beginnen, ze gaan niet fail
liet. omdat zelfs deze kosten niet gedekt
zouden kunnen worden.
Wat is dc oorzaak van de misère? Dat de
algemeene malaise invloed doet gelden, is
zeker; maar hiermee wordt lang niet alles
verklaard. Want al is ook door verminderde
koopkracht en andere oorzaken de binnen-
landsche afzet geringer dan vroeger, daar
ligt niet de hoofdoorzaak; die ligt in onze
verminderde uitvoermogclijkheden, in de
contingenteering van den invoer van visch
in Frankrijk, in de invoerrechten in Enge
land, in dc betalingsmoeilijkheden, en dc
economische toestand in Duitschland, in de
o verst rooming van België, Frankrijk en
Duitschland met Noorsche. Decnscho en IJs-
landsche visch.
Om ons heen worden muren gebouwd,
waar binnen wij verstikken, terwijl de hoe
veelheden vreemde visch. die op onze markt
worden gebracht, op onze vischprijzen een
sterk dumpende invloed hebben.
Aldus sterk verminderde afzet en voo-
wat er aan afzet is overgebleven geen prij
zen.
Zeer zware lasten.
Daarnaast komen; dan nog de bedrijfslas
ten van allerlei aard, terwijl ook de loonen
een rol spelen. Echter, daaraan willen de
reeders niet tornen, gedurende de looptijd
der collectieve contracten. Bovendien druk
ken de sociale lasten, welke uit de contrac
ten voorvloeien, zwaar.
Een belangrijke post is verder de belas
ting, die het Rijk aan het bedrijf oplegt via
het Staatsvisschershavenbedrijf. In tegen
stelling toch met het beginsel van de wet
van 1899, waarbij alle Rijkshavens, kanalen
enz. vrij zijn gemaakt, heeft men in Den
Haag weten te bewerken, dat op deze regel
in ons land één uitzondering is gemaakt, en
dat wel ten nadeele van het visscherijbe-
drijf te IJmuiden.
Ofschoon officieel geen havengeld wordt
geheven en 'd'eihalve de wet van 1S99 for
meel geen geweld wordt, aangedaan, heeft
men de retributie voor den verkoop van de
visch, de tarieven voor de levering van wa
ter. gas en electriciteit, de erfpachtscanon
voor uitgegeven gronden en de tarieven
voor het gebruik der dokken zoo hoog on
gevoerd, dat op al deze posten gezamenlijk
een aanzienlijke winst worclt gemaakt, die
I stond in ons blad van 11 Mei.
onderwijs en wat daarby hoort voor het schip-
persgezin niet meer te dragen zijn.
Aan het slot van de bijeenkomst is de wen-
schelijkheid bepleit, dat de verschillende ont
werpers van steun voor de Rijnvaart elkaar
zouden kumien vinden op een gemeenschappe
lijk plan, dat aan de Regeering- zou kunnen
worden voorgelegd. Dien kant moet het uit,
maar al zou die eenheid niet te verkrijgen
zijn, dan nóg rust op de Regeering de zede
lijke plicht om na kennisname van de feiten
met bekwamen spoed een steunactie ter hand
te nemen.
Hier is periculum in mora!
gebruikt wordt lot dekking van de kosten
der havens, welke kosten derhalve, ofschoon
ze nooit fen laste van het bedrijf hadden
mogen worden gebracht, toch daarop zijn
•laden en het bedrijf bovenmate drukken.
Zoo helpt het Rijk niet om liet bedrijf op
te richten, maar drukt het naar beneden,
hetgeen in tijden als de onderhavige niet
alleen dubbel, maar ook als een bittere
irechtvaardigheid wordt gevoeld.
Dc pulvisscherij.
In liet bijzonder werd nog de aandacht
gevestigd op de platpufvisSCberij, waardoor
het oordeel der reeders de vischstand
uitgemoord wordt, door het wogvisschen
an liet. jonge broed en de ondermaatsehe
isch, welke voor cle eendenhouderij gebe
zigd wordt.
Deze zaak liceft verschillende kanten. De
ep.nclenhouders beweren, dat bun bestaan
zonder de pufvisch onmogelijk wordt.
Van vakv'ereenigingszijde lazen we cle op
merking. dat de reeders wel de plat- doch
niet de rond visch beschermen willen en dat
het beter zou zijn om dc maaswijdte dei-
netten do vernauwen, dan om dc aanvoer
van puf te verbieden. Immers, in liet laat
ste geval loopt men altijd de kans, dat de
puf wel gevischt wordt en op liet dek sterft.
Hoe hel zij, indien vaststaat, dat de visch
stand uitgeroeid wordt door de pufvissclierij
dan moeten er maatregelen genomen wor
den. Wanneer van lieverlede alle jonge
visch verdwijnt, dan blijft er ten slotte
niiets meer over.
De vreemde visch.
Zooals gezegd, is de Reederij van mee
ning, -dat de Regeering de ernst van de toe
stand niet beseft. De cijfers over de invoer
van vreemde visch worden in het regee rings
antwoord aan Dr. Kortenhorst zoodanig ge
groepeerd, dal het de schijn wekt. dat het
in IJmuiden nog zoo erg niet is.
Zelfs de gevraagde inlichtingen betref
fende de invoer van vreemde visch in ons
land, buiten de aanyoeren te IJmuiden,
konden niet worden verkregen.
Wat baten statistieken voor het vissche
rij bedrijf, wanneer als het er op aankomt
de inderdaad noodzakelijke gegevens niet
kunnen worden verkregen.
De visscherij heeft er recht op, dat thans
van dag tot dag kan worden nagegaan hoe
veel vreemde visoh in Nederland wordt, in
gevoerd, of er van die visch ook als Neder
landsche visch naar Frankrijk wordt uit
gevoerd, ten nadeele van ons contingent, en
hoever wij staan met den uitvoer van visch
naar Frankrijk met het oog op de door
Frankrijk vastgestelde contingenten.
Regeeringshulp noodzakelijk.
Zooals het nu gaat, kan het niet langer
gaan. De doodsche rust van IJmuiden voor
spelt een zekere ondergang, indien geen
hulp verleend wordt.
De reeders doen dus een beroep op de Re
geering. Echter, zij vragen geen subsidie,
wat slechts tijdelijk bant zóu kunnen bren
gen. Zij dringen aan op maatregelen, welke
langzaam tot saneering kunnen leiden.
Kort samengevat komen de middelen,
welke men noodig acht hierop neer:
le. Invoering van platvischpufvebbod. De
invoering van een platvischpufverbod kan
uit den aard der zaak niet onmiddellijke re
sultaten medebrengen, maar is in de aller
eerste plaats noodig in het belang van de
platvischvisscherij, om verdere achteruit
gang der vangsten te voorkomen en te ko
men tot zoodanig herstel van het platvisch
bestand in de Noordzee, dat de visscherij
weer normale resultaten kan geven.
2e. Ontheffing van het Staatsvisschersha-
venbedrijf van de kosten van de havens,
overeenkomstig de wet van 1899.
Dc visscherij te IJmuiden Is het eenige
bedrijf in Nedierland, dat in strijd met den
geest en cle letter van de wet van 1899, be
fast wordt met de kosten van de havens,
etc., door indirecte heffing. Het ontlasten
van het Staatsvisschershavenbedrijf van de
ze kosten zou het mogelijk maken de retri
butie voor den verkoop van visch en -de ta
rieven voor erfpacht, dokken kraan, elec-
trisch licht, waterleiding, etc. te verlagen,
waardoor de visscherij bedrijven goedkooper
zouden kunnen exploiteeren.
3e. Het invoeren van rechten op de in
voer van visch tot minstens 10 zoowel op
visch, die door schepen van vreemde natio
naliteit rechtstreeks uit zee wordt aange
voerd., als die op andere wijze in Neder
land wordt ingevoerd. De maatregelen, door
ons omringende landen genomen in het be
lang van hun eigen visscherij. hebben ten
gevolge dat de Nederlandsche visscherij, die
voor een aanzienlijk deel op export was aan
gewezen, thans veel minder kan exportee
ren dan vroeger, waarvan het reedcrijbe-
drijf de bekende nadeelige gevolgen onder
vindt. Bovendien hebben diezelfde maatre
gelen nog het gevolg, dat vreemde visch
naar Nederland wordt gebracht, waardoor1 I
de bezwaren verdubbelen.
Daarbij komt nog de omstandigheid, dat
thans veel visch over de Duitsche grens in I
Nederland komt, buiten de Nederlandsche
handel om, waardoor deze laatste wordt
ontwricht
waarschijnlijkheid is daarbij zeer I
groot, dat een deel van die visch naar Bel
gië en Frankrijk doorgaat, ten nadeele van
onzen handel op hel buitenland en in min- I
dering van liet door Frankrijk aan Neder- I
land toegekende contingent
4e. Beschikbaarstelling van het bedrag
verkregen uit dc geheven invoerrechten op
visoh, voor belangen in het bedrijf. Ten be-
hoeve van het bedrijf, om dit uit de bestaan
de moeilijkheden te helpen en voor de toe
komst weder te herstellen, zou een fonds
moeten worden gesticht voor diverse belan- I
gen. Dit fonds zou kunnen worden gevormd
vanneer in verschillende vorm eenige ze
kerheid kon worden gegeven en verkregen, j
Als zoodanige zekerheid zouden kunnen
gelden o.m. de genoemde baten uit de in-
voerrechten, garantie tot een zekere grens
te verleenen door den Staat, eventueel de
Provincie, e,d.
5e. Beschikbaarstelling van credieteri ten
behoeve van het visscherijbedrijf. Dit zou
kunnen geschieden in overleg met. en zoo-
noodig door tusschenkomst van het boven-
genoemde Fonds.
Nu deze zaak aan de orde gesteld is, zal
zij het voorloopig wel blijven. Bij de even- I
tueele behandeling hopen we nog wel eens I
gebruik tc maken van de gegeven inlichtin
gen. welke we thans niet alle kunnen ver
werken. Met deze twee artikelen moeten we
voorloopig volstaan.
LICHAMELIJKE OEFENING
GYMNASTIEK
een praatavond
Over de plaats, die de lichamelijke oefening
in het Christelijk leven moet innemen bestaat
nog steeds veel verschil van meening. De Chr
Gymnastiekvereeniging Kracht en Vlugheid
te Rotterdam-Del fshaven is op het goede idee
gekomen alerlci vooraanstaande personen
uit de jeugdbeweging en verder al wie daar
voor in aanmerking komt uit te noodigon op
een praatavond op Vrijdag 20 Mei as. in de
Mathenessei'kapel. Als sprekers zullen daar
optreden Ds. Ilerm. Knoop, Geref. Predikant
van Delfshaven, die zal spreken over „Kracht
en Vlugiheid", terwijl de heer J. J. Adriaanse,
voorzitter va nhet Ned. Chr. Gymnastiekver-
bond zal inleiden het onderwerp „Doel en Or
ganisatie van het N.C.G.V."
Daarna zal er ruime gelegenheid zijn om
vragen te stellen en van gedachte te wisse
len. Enkele muziek en zangnummers zullen
ter afwisseling worden gegeven.
Een aardig initiatief!
ATHLETIEK
8e utrechtsche singelloop
Voor diiit) belangrijke athletiekevenemen ti I
blijkt wederom een prettige belangstelling
te bestaan. Zooals men zdch herinneren zal
heeft, de 'bekende aithletiiekvereenigaing D.O.S.
te Rotterdam in 1931 beslag weten te leggen
op die Wiisselkirame, weüke daardoor onbe
twist eigendom van deze vereeniiging wordt
De iheer P. Mulders eigenaar van hei]
Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht, heeft nu
een nieuwen vereenigimgsprijs beschikbaar
gesteld. Het ds een prachtvol wissel'scihild,
ontworpen en vervaardigd op de ateliers en
fabrieken van de Koninklijke Begeer te Voor
schoten. Gezien de inschrijvingen welke nu
reeds binnengekomen zijn, belooft deze
Loop, welke op Zaterdag 2S Mei zal plaats
vinden, wederom een succes te zullen
wonden.
dames- en junioreswedstrijden
Naar wij vernemen heeft dc dames-athle-
tiekvereenlging „A.D.A." besloten met een
gmoote ploeg op deze wedstrijden uit te ko
men. Ook dc vereeniignngen T.O.V. (Zeist) en
„U-D.A." (Utrecht) zullen met ploegen aan
den start verschijnen.
Nu het geschil tiusschen de U.V.V. en den
U.P.A.B., hetwelk op een misverstand bleek
te toerusten, op een prettige wijze uit den
weg is geruimd heeft de U.V.V. haar terrei
nen wederom geheel belangeloos ter beschik
king gesteld, zoodat deze belangrijke natio
nale wedstrijden in een passende omgeving
gehouden kunnen worden.
athletiek-school wedstrijden
De jaanlijksohe schoohvedstrijden van den
Utrechtsohen Provincialen Athletiekbond zul
len dit jaar plaats vinden op Zaterdag 4
Juni op de daartoe belangeloos beschikbaar
gestelde dlenredinien van de U. V. „Holland"
en „Voorwaarts" aan die Tlhorbeckelaan.
NAAR DEN GRIEKSCHEN ARCHIPEL
EN RHODOS
door
Dr C. VELTENAAR
III.')
Marseille, de hoofdstad van het departe
ment Bouehes du Rhone, is de tweede stad
de.s Rijks, maar cle eerste zeehaven en han
delsstad van Frankrijk en telt ongeveer 800
duizend inwoners. Gesticht in de 6e eeuw
door de Phoceërs, kolonisten uit een Griek-
sche stad in Ionië, kwam cle stad in 1482
aan Frankrijk. Bekend is zij als cle geboor
teplaats van Louis Adolphe Thiers, den
staatsman en historicus, den schrijver van
de geschiedenis der Fransche Revolutie in
10 deelen. die na den val van het Keizer
rijk in 1S71 tot den eersten President der
Fransche Republiek werd gekozen.
De stad maakte op mij geen verheffenden
indruk. Evenals Rotterdam en Antwerpen
geschiedt het goederenvervoer met sleepers-
wagens, meestal met dirie paarden bespan
nen, die het echter voor onze welgevoederdc
paarden moesten afleggen. De straten zijn
zeer vuil, in het centrum der stad is het
echter beter, hij het Hoofdpostkantoor en de
Banken on cle groot© Hotels. Maar in de
binnenstad zag ik schilderachtige plokjes,
nauwe steegjes, waar een troepje ezels door
gingen, onder rlraperiön van waschgoed en
kleeren, die daar te drogen hingen. Zuide
lijke typen als Turco's, Algerijnen, negers
van Senegal en van den Niger ontbraken
niet.
Vlak vóó ons vertrek hadden wij bericht
ontvangen, dat de „Patris II" cle Grieksohe
stoomboot, die voor meer dan drie weken
ons „Tweede Vaderland" zou worden, ge
moerd lag ..Mole E. Hangar 11 ii Marseille"
en dat wij vóór den lunch aan boord moes
ten zijn. Dat was, na informatie, aan het
eind van de lange haven. Ik nam cle tram
van het begin der haven, No. 51, zooals ik
er nog nooit één heb gezien, haveloos en
II stond i
i blad van 10 Mei.
verveloos, vol met Fransche bootwerkers, die
roken naar sigaretten en absinth en die bij
elke stopplaats, waar de loodsen stonden,
de tram verlieten.
Ja. daar lag de „Patris II" het groote,
uitte stoomschip, als een Indische boot. Om
streeks half elf kwam het Nederlandsch ge
zelschap, het Comité: Prof. Byvanck, Prof.
D. Cohen, Dr. G. van Hoorn, Mej. Prof. Dr.
Sophie Antoniades, Mevr. Bonman, E. Pe-
licnk, Mej. Visser, de professoren: van Gro
ningen, H. Wagenvoort, daar waren de 160
Nederlanders vereenigd.
Een twintig Belgen en Franschen, van de
Vrije Universiteit te Brussel en van Parijs
waren reeds aangekomen, de 180 toeristen
gingen den pelgrimstocht ondernemen naar
Hellas, om Pallas Athene te zien, die ze
van 'der jeugd af aan hadden liefgehad.
En toen, na den lunch, de hoot de ankers
lichtte, geschiedde het mirakel, „le miracle
hollandais". Op de kade stonden groepjes
van 2 of 3 muzikanten te blazen en te strij
ken en speelden liet „Wien Neerlandsch
bloed". Over die reeling boog ik mij heen en
riep: „Maintenant „Wilhelmus de Nassaue"
notre chant patriotique, 1© chant national
de la Hollander En werkelijk het mirakel
geschiedde, een Fransch harpenaar speelde
ons volkslied en bleef het doorspelen, toen
een kleine sleepbot dc „Patris" omtrok
Viv© la Ilollande!
Wij hielden die verrukkelijke Fransche
kust en in de verte schemerden de West-
Alpen. Iets zagen, wij van Toulon en cle
Hyèrische eilanden en langen tijd, tot diep
in den avond zagen wij de vuren van do
Riviera, varend in cle Ligurische zee. De
lucht was licht en toch betrokken, toen wij
de haven van Marseille verlieten. Ik vond,
dat er met het oog op de zeebries, veel dei
ning en zee stond, de boot slingerde nogal,
misschien omdat zij wat hoog op liet water
lag. Na een uur varens werd cle zeeziekte
reeds gesignaleerd en 'ja een paai' urén werd
zij epidemisch. Want toen ik de lichten
van Genua zag, wij voeren niet door de
straat van Bonifacio, maar om den Noord
van Corsica, om Kaap Corse, was ik alleen
overgebleven, cle passagiers hadden hunne
hutten opgezocht.
Den volgenden dag was het Zondag, de
dag der ruste. Reeds vroeg, om zes uur, was
ik op het dek, om de werken des Heeren te
zien en „Zijne wonderwerken in de diep
ten". Wij voeren tusschen Corsica en Elba.
Elba, het Ilva der Romeinen en het berg
achtige Corsica, beide beroemd door Napo
leon. Ajaccio, cle hoofdstad, de tóboorte-
plaats van den Keizer, Elba als hetwerban-
ningsoord. De drie kleine eilandjes Piano-
sa, Formica en Monte Christo passeerden
wij, steeds zuidwaarts koersend. Wij voe
ren dus in de Tyrrheensche Zee, door de
Ouden Mare Tuscum genoemd.
Het was zonder twijfel een goede gedachte
van Mej. Dr. Bruining om op dien Zondag
morgen tot ons een „stichtelijk woord" te
spreken. Voor cle Roomsch-Katholieken was
reeds de Mis bediend. Vele Protestanten, vo
gels „divers van pluimage" hadden gevolg
gegeven aan hare invitatie om samen te
komen in de Zaal der Eerste Klas. Mej.
Bruning opende met gebed en wij zongen:
Op bergen en in dalen
En, overal is God.
Waar wij ook immer dwalen.
Of zitten, daar is God;
Waar mijn gedachten zweven.
Of stijgen, daar is God;
Omlaag en, hoog verheven.
Ja, overal is God!
(Gezang 7.)
Een Gereformeerde prediking was haar
toespraak niet. Toch wel stichtelijk, op het
deinende schip in Gods groote wateren. Zij
eindigde met het „Onze Vader". De vol
gende week, op den Paaschmorgen, viel mij
het voorrecht te beurt het Paasch-
evangelic te verkondigen. Math. 28, dat ik
voor een uitgelezen auditorium las en mijn
„stichtelijk woord" te openen met het 12e
vers vm den llSen Psalm.
Dit is de dag, de roem der dagen,
Dien Israels God geheiligd heeft.
Laat ons verheugd, ven zorg ontslagen
Hem roemen, Die ons blijdschap geeft.
Wij waren toen aan het verste punt onzer
reis, wij waren te Rhodos. 's Maandags pas
seerden wij de in nevelen gehulde Strom-
boli. Maar op onze terugreis waren wij ge
lukkiger, wij zagen de rookpluim van dit
vuurspuwend eiland- Een juist passeerende
Italiaansche vrachtboot tusschen ons en het
eiland wekte de begeerte op een kiekje te
nemen, waarvan de foto u wordt getoond.
Onder regen passeerden wij de Straat van
Messina. w
Wij gingen nu Odysseus achterna. De rot
sen van Scylla, in de zee-engte en Charyb-
dis.
die zoo veel heeft gezworven
na de verwoesting van het heilige Troje,
die de steden van vele menschen heeft
gezien en hun zeden geleerd heeft,
en in de straat van Messina las ik het 12e
bock van de „Odyssea". Trouwens, mijn bi
bliotheek was zeer klein: Het Grieksche
Nieuwe Testament en de Odyssea van Ho
meros. Paulus en Odysseus nagereisd!
In cle Ionische zee, nadat wij de Zuid-kust
van Italië onder prachtig licht waren langs
gevaren, hadden wij met storm te kampen.
Na een donkeren en langen nacht, storm
achtig, begroette ik het morgenlicht met
groote en dankbare vreugde. Toen verstond
Passeerende nachtbootbij Strombo'd.
ik het woord van Paulus: „Wij wenschten
dat het dag werd!"
Bij onze aankomst te Korfu zonden wij
het sobere woord uit. dat 's avonds in Hol
land door de radio werd uitgezonden: „Le
Patris arrivé a Corfu, après tempete". So
ber. want wij waren in een cycloon geweest
Dinsdagmiddag om twee uur liet de boot
het anker vallen in de baai van Kerkyra,
dat de Romeinen Corcvra en de Byzantij
nen „de stad der bergtoppen" noemden. Bij
de landingsplaats wij werden in kleine
bootjes aan land gezet Wachtte ons een
groots menigte op. Meel Griekenland wist
van rate komst. „De Hollanders komen
naar Griekenland" En hier en overal wuif
de men ons toe of wierp bloemen in onze
auto's en overal hoorden wij de goede ze-
genwcnschen: „Chairete", verheugt u, wel
kom en „kalo taxidi" goede reis.
Een prachtig eiland, waarover koning Al-
kinoos regeeerde, wat prachtig paradijs voor
prinses Nausicaa.
Een eiland met olijfboomen en bosschen
bedekt, een eiland van bloedende vruchtboo-
men en palmen, van sinaasappelen cn ci
troenen.
Een veertig auto's voeren ons naar Cano-
ne. In de prachtige baai zien wij het eiland
je Ponticonisi.
Ik sla het dertiende boek van de Odys
see op. I-Iet eilandje, het door Poseidon ver-'
steende schip der Phae&ken, ligt voor mij.
Hij heeft verlof gekregen van Zeus dc
Phaeaken te tuchtigen. Hij zal het doen,
omdat Odysseus zijn zoon, den reus heeft
verblind.
159 Als hij zulks vernomen had. de aard-
ica n- v» schudder Poseidoon,.
160 Ging hij naar Scheria (Corfu) hoen,
ie-, j het ,a"d dcr trotschc Phaeaken.
161 Aldaar wachtte hij en dra kwam na-
1 co *7 i iv aan d'oever het snell*
lb~ Zeedoorklievende schip. Toen naderde
ico ei i Poseidoon.'
163 Sloeg het met vlakke hand en zie plot
let iir t selinS versteende 't en
164 Wortelde zich vast in den bodem der
Het raadsel van Ponticonisi opgelost!