NOOD IN DE RIJNVAART IJMUIDEN IN NOOD ZATERDAG 14 MEI 1932 VIERDE BLAD PAG. T PLAN TOT VORMING VAN EEN CENTRALE RIJNVAARTPOOL In con vorig artikel hebben wy geschetst hoe de noodtoestand in ae Rijnvaart ontstaan is en hoe de stand van zaken op dit oogenblik is. 'J'hans mogen we even de aandacht vestigen op een plan, dat ontworpen is om een anders on vermijdelijke catastrophe te ontgaan. De Cen trale Bond van Scheepsbouwmeesters in Ne derland heeft een commissie ingesteld die tot taak had de mogelijkheid te bestudeeren om uit de misère te komen. In deze commissie hadden zitting de heeren C. Stapel Sr., voor zitter van den Bond; H. P. C. Schram, scheeps bouwer Bolnes; A. van Vliet, scheepsbouwer to Slikkerveer; P. Boot Jr., scheepsbouwer te Leiden; J. Boele, scheepsbouwer te Bolnes; C. Schouten, voorzitter van de Internationale Schippersvereeniging; J. Timmermans, voorzit ter van den Algemeenen Rjjn&hippersbond en Th. v. d. Graaf, wn. secretaris van C.B.S.N. Het belangwekkende rapport van deze com missie gaat allereerst uitvoerig de oorzaken na die tot den nood hebben geleid, geeft ver volgens een beschouwing over den oogenblik- kelijken toestand en komt ten slotte na het stellen van eindconclusies tot een afgerond plan. Voorop moet gesteld, dat de poging, die dc scheepsbouwers thans doen om betere toestan den in de Rijnvaart te krijgen, niet de eerste is. Nog niet zoo lang geleden is opgericht het Centraal Bevrachtingskantoor, dat tot doel had om als „éénige particuliere schipper" de beurs te komen, daar voor alle schippers ge z a men lijk orders op te nemen tegen vrachtprij zen, die redelijk zou zyn en dan de schippers telkens op hun beurt te doen varen. Het moet eerlijk erkend, dat het C.B.K. een fiasco ge worden is en het nagaan van de oorzaken kan er toe leiden, dat men zich bij het maken vs nieuwe plannen voor teleurstellingen be schermt. Een schipper is altijd een zelfstandige „mid denstander" geweekt met precies dezelfde eigenschappen, die men bij den winkelier aan treft. Aan organisatie heeft hij „lak", hij con curreert waai- hij kan en zal trachten zijn eon- current een reisje af te snoepen wanneer dat maar mogelijk is. Zoo zag men het gebeuren, dat schippers, te gen hun eigen belang in, buiten het C.B.K. ble ven, tegen lagere vrachten dit steunbureau gingen beconcurreeren enwerk hadden net zoo lang, tot de schippers, die wèl bij het C.B.K. waren aangesloten en die geen werk konden krijgen door hun optreden, er ook den brui aan gaven en het bureau in den steek Wij leven vrij, wij leven blij en beconcurree ren elkaar dood dwaas, méér dan dwaas, maar niettemin werkelijk. Het resultaat is, dat heel de Rijnvaart zoo door en door rot geworden is, dat de groote groep van particuliere schippers spoedig ver plicht zullen zijn hun betalingen te staken de Regeering om een moratorium te verzoeken tenzij er verbetering intreedt. De bovengenoemde studiecommissie is verwerpende het denkbeeld, dat de schippers door genoemd organisatie zich zelf zouden kun ncn helpen tot het volgende plan gekomen; Er wordt gevormd een syndicaat, dat als centrale Rijnvaartpool optreedt. Hierin I stond in ons blad van gisten ken alle belanghebbenden mede, nl. schip- persvereenigingen, hypotheekbanken, scheeps bouwers en zoo mogelijk de staat. Deze Cen trale Rijnvaartpool huurt alle daarvoor in aanmerking komende particuliere schepen voor minstens 5 jaar met 5 optiejaren. De directie van de Pool verhuurt dan de sche pen weer, neemt transporten en ladingen op, probeert voor overcomplete schepen elders emplooi te vinden, kortom beheert de ge- heele Nederlandsche Rijnvaart voor zoovel' die door particulieren wordt uitgeoefend. De tekorten, die in de slechte jaren te verwachten zijn, worden door het Rijk ge dekt in den vorm van renteloos voorschot; zoodra betere jaren aanbreken worden de te verwachten overschotten aan liet Rijk gere tourneerd. Zooals men uit het bovenstaande ziet, is het plan betrekkelijk eenvoudig en bovendien vol gens deze deskundigen uitvoerbaar. Aanne mende dat van de twee millioen ton particu liere scheepsruimte zich V/> millioen ton v< verhuur zullen aanmelden, zou er, indien de slechte vrachtenmarkt zich gedurende jaar handhaaft, plm. f 5.500.000 als renteloos voorschot mede gemoeid zijn en rekent dat de toestand zich over 4 jaar heel langzaam herstelt, dan zou dit beteekenen, dat het Rijk ongeveer 15 millioen zou hebben te storten. Als voorschot, want de vijf optie jaren maken het mogelijk om in de volgende 5-jarige periode door winst het tekort weer weg te werken. Van een voteeren van millioenen a fond perdu is dus geen sprake. Bij het bezien van dit plan komen ook wel eenige bezwaren om den hoek kijken. Allereerst: lettende op het fiasco met het C.B.K. zou men de vrees mogen uiten, dat de al te ver gedreven vrijheidszin van den schip per dezen zal weerhouden zich voor tien jaar te binden, hoe slecht of het nu ook is. Op be trekkelijk eenvoudige wijze zou door een spoed enquête echter die vrees al of niet beschaamd kunnen worden, terwijl de Regeering voorts zou kunnen bepalen, dat minstens 1^2 milli oen scheepsruimte moet zijn gehuurd alvorens het plan kan doorgaan. Dan dringt zich het bezwaar op, dat de ree- derijvloot, die in het plan riet is begrepen, straks als concurrentiefactor tegenover de Pool zal optreden. Wij weten, dat er aller1 ei moeilijkheden zijn om ook deze vloot in de Pool te betrekken, maar wanneer een vorm gevonden zou kunnen worden, die ook dit gevaar zou omzeilen, dan zou dit zeker de kansen van het plan doen stijgen. Ten slotte blijft nog een open vraag, of de Pool geen gevaar heeft te duchten van de Belgische en Duitsche Rijnvloot. Vooral de Belgische particuliere vaart is van beteekenis en zou, indien zy als concurrente optrad, alle berekeningen falikant kunnen doen uitkomen. N'u werd ons verzekerd, dat de Belgische Mi nister Hymans zijn volle medewerking heeft toegezegd om ook een Belgische Pool te stich ten, die samen kon werken met de Nederland sche, maar stellig zou de Regeering moeten verlangen, dat een contract van samenwerking werd gesloten waarbij de beide Pools zich bonden de vrachten gezamenlijk vast te stel len. Het aantrekkelijke van het plan is, dat het de zekerheid verschaft, dat de nijvere, zij het wel eens onverstandige, schippersstand Rijnschepen in de Rotterdamsche haven. ondergang behoed wordt, dat de hypotheekhou ders aan hun verplichtingen kunnen voldoen, dat de Rijnvloot voor totaal verval behoed wordt omdat het zoo noodzakelijke onderhoud wordt verricht, dat de scheepswerven daardoor weer wat reparatieweerk krijgen, dat de grond slag wordt gelegd voor blijvende betere sociale en economische toestanden in de Rijnvaart. Voor de Regeering zou uitvoering van het plan het voordeel hebben, dat steunuitkeering niet meer noodig is, de inning der belastingen verzekerd is en kapitaalsverlies wordt tegen gegaan. Let men op hetgeen de Regeering reeds ge daan heeft in den vorm van toeslagen op den verbouw van landbouwproducten, waarbij groo te kapitalen onherroepelijk verloren zijn al is het ook voor een goed doel dan mag men zeggen, dat de steunverleening aan de Rijnvaart in den vorm van rentelooze voor schotten, die onder alle omstandigheden moe ten worden terug betaald, daarbij bijzonder veel voor heeft. Regeeringsinstanties zullen beter kunnen be- oordeelen of het plan van scheepsbouwers, dat natuurlijk niet gehéél uit humanitaire overwe gingen tegenover de schippersstand op stapel is gezet (immers hebben de werven belang bij reparatiewerk en het garandeeren van de r« te der verleende tweede hypotheken) voor v< wezenlyking vatbaar is. Wellicht komt men tot een anderen voi van staatsingrijipen, byv. door het stichten van een regeeringsbureau, zooals dat in de oorlogsjaren heeft gewerkt en waarbij men de schippers zou kunnen verplichten te bevrach ten over dit bureau. Mogelijk ook brengt eer plan, dat door de reederijvereeniging op stapel is gezet nieuwe perspectieven. Iloe dit ook zij, voor ons staat vast, dat iets gedaan moet worden, wil men een debacle in de Rijnvaart voorkomen. Meer bevoegden mogen ocrdeelen wat er ge daan moet worden. Als de noodvlag, die in top geoeschen is, maar gezien wordt. Een vaartocht, Op uitnoodiging van den Centralen Bond van Scheepsbouwmeesters hebben wjj dezer dagen een vaartocht gemaakt naar Dordrecht om ons te overtuigen van den noodtoestand, die in de Rijnvaart reeds naar het uiterlijke fceerscht. Aan deze tocht werd oan. deelgenomen don Idtn heer C. Mörzer Bruyrs. In. >friinspecre:i van den havenarbeid, die den minister va arbeid vertegenwoordigde; het Kamerlid H. W. Tilanus; den heer Verschoor van Nisse. havenmeester van Rotterdam; den heer Ver schuur, rijkshavenmeester; den neer Iloogstra havenmeester te Dordrecht; Mr. W. A. C. var Dam, eere-voorzitter en J. Timmermans, voor zitter van den Alg. Ned. ltynschippersbond: den heer G. de Jong, van het Ond^r vysfonds voor de binnenvaart; den heer C. H. Zijlstra, inspecteur voor de scheepvaart, toegevoegd aan den hoofdinspecteur; den heer v. Beursen, v.-ittgenwoordi-ger van de Kamer van Koop handel te Rotterdam; den heer Smits, va Kecdersvereenig-ing; rector Kerkvliet var Nicolaas en den heer Schouten van de Intern. Schippersvereeniging De op de ,JVIaasnymph" aanwezigen konden 'een treffend beeld krijgen van de opgelegde schepen en de werklooze werven, waar anders het vroolijk gehamer van de klinkmachines onophoudelijk weerklinkt. In breede ryen. vaak meer dan 40 dik, lagen de Rijnkasten te wachten; op de Lek, op de Noord, in het Zuiddiep, in de Maas, wdar de steven van de „Maasnymph" zich ook heen wer.dde. Op de Steenplaat alleen liggen er niet minder dan 256, by de Oude Plantage zelfs 266 en in de omgeving van Rotterdam totaal volgens de laatste telling 805, terwijl dit aantal in Maart nog was 642 en in April 717. Aan een noenmaal, dat te Dordrecht ten be- sluite van den tocht werd aangeboden, heeft de heer Schramm, de geestelijke vader van het Foolplan, op treffende wijze de moreele schade die de tegenwoordige toestand voor de schip perswereld brengt, uiteengezet en tal var staaltjes gegeven, die niet in het rapport voor kwamen, maar die teekenend waren. Wy willen er alleen van aanstippen, dat vaak de vrouw en de dochters van den schip per in het mannenpak worden gestoken ei knechts werken om het gezin zooveel mogelijk voor den ondergang te behoeden. Tegenover de 100 millioen, die de regeering ter beschik king heeft gesteld van de bietenbouwers, stel de de heer Schramm de 15 millioen voor schot, die voor de schippers gevraagd wor den. De heer Timmermans van de Rijnschip- persbond gaf schier ongelooflijke berekenin gen uit de practyk, n.L een verdienste van f 15 a f 20 in zes weken t ij d s op een Kem penaar van 500 ton. Men mag wel bewondering hebben voor hen, die dit nog prefereeren bo ven de f 12 per week, die de steun geeft, om dat hun eergevoel er tegen op komt de hand op te houden zonder er voor te werken. Maar het is begrijpelijk, dat dit niet lang is vol te houden. De heer De Jong, van het onderwij! fonds voor de scheepvaart, kwam met andere droeve cyfers, waarvan we alleen maar n- men, dat van de 12.000 schipperskinderen 4000 absoluut niet weten, hoe een school van binnen uitziet, omdat de kosten van het OORZAKEN EN OMVANG DER MOEILIJKHEDEN DE MIDDELEN, WELKE BAAT KUNNEN BRENGEN II. .Slot*) De reeders aan het woord. Nadat de journalisten, die aan de uitnoo diging der Reedersvereeniging gehoor had den gegeven, een en ander in oogenschouw hadden genomen, gaf de heer Polder man «p het kantoor der Reedersvereeni ging eenige inlichtingen over de toestand waarin de visscherij en dus IJmuiden ver keert en over de middelen, welke naar de meening der Reedersvereeniging verande ring kunnen brengen. Hoezeer ook de plaats IJmuiden hierbij he trokken is, blijkt wel uit het feit. dat de vloot bij volle uitoefening 2000 opvarenden telt. \an wie ongeveer de helft in IJmuiden woont, dat in de nevenbedrijven ook onge veer 2000 personen arbeiden en dat voorts velen indirect van de visscherii afhankelijk zijn. Alleen do stoomtrawlcrvisschers krijgen in gewone omstandigheden jaarlijks 2l/x mil lioen gulden loon. ongeacht de emolumen ten. en duidelijk blijkt dus wel. hoe alles lam gelegd wordt-, als de vloot werkeloos moet blijven. Men lette er slechts op, dat de stoomtrawlers 325 millioen Ko. kolen per jaar gebruiken en wat. er alzoo noodig is voor fourage en tuigage. Dat alles is nu voorbij! Reeds meer dan drie kwart der arbeiders is werkloos. Klei ne reed-erijen zijn gesneuveld; anderen kun nen niets meer beginnen, ze gaan niet fail liet. omdat zelfs deze kosten niet gedekt zouden kunnen worden. Wat is dc oorzaak van de misère? Dat de algemeene malaise invloed doet gelden, is zeker; maar hiermee wordt lang niet alles verklaard. Want al is ook door verminderde koopkracht en andere oorzaken de binnen- landsche afzet geringer dan vroeger, daar ligt niet de hoofdoorzaak; die ligt in onze verminderde uitvoermogclijkheden, in de contingenteering van den invoer van visch in Frankrijk, in de invoerrechten in Enge land, in dc betalingsmoeilijkheden, en dc economische toestand in Duitschland, in de o verst rooming van België, Frankrijk en Duitschland met Noorsche. Decnscho en IJs- landsche visch. Om ons heen worden muren gebouwd, waar binnen wij verstikken, terwijl de hoe veelheden vreemde visch. die op onze markt worden gebracht, op onze vischprijzen een sterk dumpende invloed hebben. Aldus sterk verminderde afzet en voo- wat er aan afzet is overgebleven geen prij zen. Zeer zware lasten. Daarnaast komen; dan nog de bedrijfslas ten van allerlei aard, terwijl ook de loonen een rol spelen. Echter, daaraan willen de reeders niet tornen, gedurende de looptijd der collectieve contracten. Bovendien druk ken de sociale lasten, welke uit de contrac ten voorvloeien, zwaar. Een belangrijke post is verder de belas ting, die het Rijk aan het bedrijf oplegt via het Staatsvisschershavenbedrijf. In tegen stelling toch met het beginsel van de wet van 1899, waarbij alle Rijkshavens, kanalen enz. vrij zijn gemaakt, heeft men in Den Haag weten te bewerken, dat op deze regel in ons land één uitzondering is gemaakt, en dat wel ten nadeele van het visscherijbe- drijf te IJmuiden. Ofschoon officieel geen havengeld wordt geheven en 'd'eihalve de wet van 1S99 for meel geen geweld wordt, aangedaan, heeft men de retributie voor den verkoop van de visch, de tarieven voor de levering van wa ter. gas en electriciteit, de erfpachtscanon voor uitgegeven gronden en de tarieven voor het gebruik der dokken zoo hoog on gevoerd, dat op al deze posten gezamenlijk een aanzienlijke winst worclt gemaakt, die I stond in ons blad van 11 Mei. onderwijs en wat daarby hoort voor het schip- persgezin niet meer te dragen zijn. Aan het slot van de bijeenkomst is de wen- schelijkheid bepleit, dat de verschillende ont werpers van steun voor de Rijnvaart elkaar zouden kumien vinden op een gemeenschappe lijk plan, dat aan de Regeering- zou kunnen worden voorgelegd. Dien kant moet het uit, maar al zou die eenheid niet te verkrijgen zijn, dan nóg rust op de Regeering de zede lijke plicht om na kennisname van de feiten met bekwamen spoed een steunactie ter hand te nemen. Hier is periculum in mora! gebruikt wordt lot dekking van de kosten der havens, welke kosten derhalve, ofschoon ze nooit fen laste van het bedrijf hadden mogen worden gebracht, toch daarop zijn •laden en het bedrijf bovenmate drukken. Zoo helpt het Rijk niet om liet bedrijf op te richten, maar drukt het naar beneden, hetgeen in tijden als de onderhavige niet alleen dubbel, maar ook als een bittere irechtvaardigheid wordt gevoeld. Dc pulvisscherij. In liet bijzonder werd nog de aandacht gevestigd op de platpufvisSCberij, waardoor het oordeel der reeders de vischstand uitgemoord wordt, door het wogvisschen an liet. jonge broed en de ondermaatsehe isch, welke voor cle eendenhouderij gebe zigd wordt. Deze zaak liceft verschillende kanten. De ep.nclenhouders beweren, dat bun bestaan zonder de pufvisch onmogelijk wordt. Van vakv'ereenigingszijde lazen we cle op merking. dat de reeders wel de plat- doch niet de rond visch beschermen willen en dat het beter zou zijn om dc maaswijdte dei- netten do vernauwen, dan om dc aanvoer van puf te verbieden. Immers, in liet laat ste geval loopt men altijd de kans, dat de puf wel gevischt wordt en op liet dek sterft. Hoe hel zij, indien vaststaat, dat de visch stand uitgeroeid wordt door de pufvissclierij dan moeten er maatregelen genomen wor den. Wanneer van lieverlede alle jonge visch verdwijnt, dan blijft er ten slotte niiets meer over. De vreemde visch. Zooals gezegd, is de Reederij van mee ning, -dat de Regeering de ernst van de toe stand niet beseft. De cijfers over de invoer van vreemde visch worden in het regee rings antwoord aan Dr. Kortenhorst zoodanig ge groepeerd, dal het de schijn wekt. dat het in IJmuiden nog zoo erg niet is. Zelfs de gevraagde inlichtingen betref fende de invoer van vreemde visch in ons land, buiten de aanyoeren te IJmuiden, konden niet worden verkregen. Wat baten statistieken voor het vissche rij bedrijf, wanneer als het er op aankomt de inderdaad noodzakelijke gegevens niet kunnen worden verkregen. De visscherij heeft er recht op, dat thans van dag tot dag kan worden nagegaan hoe veel vreemde visoh in Nederland wordt, in gevoerd, of er van die visch ook als Neder landsche visch naar Frankrijk wordt uit gevoerd, ten nadeele van ons contingent, en hoever wij staan met den uitvoer van visch naar Frankrijk met het oog op de door Frankrijk vastgestelde contingenten. Regeeringshulp noodzakelijk. Zooals het nu gaat, kan het niet langer gaan. De doodsche rust van IJmuiden voor spelt een zekere ondergang, indien geen hulp verleend wordt. De reeders doen dus een beroep op de Re geering. Echter, zij vragen geen subsidie, wat slechts tijdelijk bant zóu kunnen bren gen. Zij dringen aan op maatregelen, welke langzaam tot saneering kunnen leiden. Kort samengevat komen de middelen, welke men noodig acht hierop neer: le. Invoering van platvischpufvebbod. De invoering van een platvischpufverbod kan uit den aard der zaak niet onmiddellijke re sultaten medebrengen, maar is in de aller eerste plaats noodig in het belang van de platvischvisscherij, om verdere achteruit gang der vangsten te voorkomen en te ko men tot zoodanig herstel van het platvisch bestand in de Noordzee, dat de visscherij weer normale resultaten kan geven. 2e. Ontheffing van het Staatsvisschersha- venbedrijf van de kosten van de havens, overeenkomstig de wet van 1899. Dc visscherij te IJmuiden Is het eenige bedrijf in Nedierland, dat in strijd met den geest en cle letter van de wet van 1899, be fast wordt met de kosten van de havens, etc., door indirecte heffing. Het ontlasten van het Staatsvisschershavenbedrijf van de ze kosten zou het mogelijk maken de retri butie voor den verkoop van visch en -de ta rieven voor erfpacht, dokken kraan, elec- trisch licht, waterleiding, etc. te verlagen, waardoor de visscherij bedrijven goedkooper zouden kunnen exploiteeren. 3e. Het invoeren van rechten op de in voer van visch tot minstens 10 zoowel op visch, die door schepen van vreemde natio naliteit rechtstreeks uit zee wordt aange voerd., als die op andere wijze in Neder land wordt ingevoerd. De maatregelen, door ons omringende landen genomen in het be lang van hun eigen visscherij. hebben ten gevolge dat de Nederlandsche visscherij, die voor een aanzienlijk deel op export was aan gewezen, thans veel minder kan exportee ren dan vroeger, waarvan het reedcrijbe- drijf de bekende nadeelige gevolgen onder vindt. Bovendien hebben diezelfde maatre gelen nog het gevolg, dat vreemde visch naar Nederland wordt gebracht, waardoor1 I de bezwaren verdubbelen. Daarbij komt nog de omstandigheid, dat thans veel visch over de Duitsche grens in I Nederland komt, buiten de Nederlandsche handel om, waardoor deze laatste wordt ontwricht waarschijnlijkheid is daarbij zeer I groot, dat een deel van die visch naar Bel gië en Frankrijk doorgaat, ten nadeele van onzen handel op hel buitenland en in min- I dering van liet door Frankrijk aan Neder- I land toegekende contingent 4e. Beschikbaarstelling van het bedrag verkregen uit dc geheven invoerrechten op visoh, voor belangen in het bedrijf. Ten be- hoeve van het bedrijf, om dit uit de bestaan de moeilijkheden te helpen en voor de toe komst weder te herstellen, zou een fonds moeten worden gesticht voor diverse belan- I gen. Dit fonds zou kunnen worden gevormd vanneer in verschillende vorm eenige ze kerheid kon worden gegeven en verkregen, j Als zoodanige zekerheid zouden kunnen gelden o.m. de genoemde baten uit de in- voerrechten, garantie tot een zekere grens te verleenen door den Staat, eventueel de Provincie, e,d. 5e. Beschikbaarstelling van credieteri ten behoeve van het visscherijbedrijf. Dit zou kunnen geschieden in overleg met. en zoo- noodig door tusschenkomst van het boven- genoemde Fonds. Nu deze zaak aan de orde gesteld is, zal zij het voorloopig wel blijven. Bij de even- I tueele behandeling hopen we nog wel eens I gebruik tc maken van de gegeven inlichtin gen. welke we thans niet alle kunnen ver werken. Met deze twee artikelen moeten we voorloopig volstaan. LICHAMELIJKE OEFENING GYMNASTIEK een praatavond Over de plaats, die de lichamelijke oefening in het Christelijk leven moet innemen bestaat nog steeds veel verschil van meening. De Chr Gymnastiekvereeniging Kracht en Vlugheid te Rotterdam-Del fshaven is op het goede idee gekomen alerlci vooraanstaande personen uit de jeugdbeweging en verder al wie daar voor in aanmerking komt uit te noodigon op een praatavond op Vrijdag 20 Mei as. in de Mathenessei'kapel. Als sprekers zullen daar optreden Ds. Ilerm. Knoop, Geref. Predikant van Delfshaven, die zal spreken over „Kracht en Vlugiheid", terwijl de heer J. J. Adriaanse, voorzitter va nhet Ned. Chr. Gymnastiekver- bond zal inleiden het onderwerp „Doel en Or ganisatie van het N.C.G.V." Daarna zal er ruime gelegenheid zijn om vragen te stellen en van gedachte te wisse len. Enkele muziek en zangnummers zullen ter afwisseling worden gegeven. Een aardig initiatief! ATHLETIEK 8e utrechtsche singelloop Voor diiit) belangrijke athletiekevenemen ti I blijkt wederom een prettige belangstelling te bestaan. Zooals men zdch herinneren zal heeft, de 'bekende aithletiiekvereenigaing D.O.S. te Rotterdam in 1931 beslag weten te leggen op die Wiisselkirame, weüke daardoor onbe twist eigendom van deze vereeniiging wordt De iheer P. Mulders eigenaar van hei] Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht, heeft nu een nieuwen vereenigimgsprijs beschikbaar gesteld. Het ds een prachtvol wissel'scihild, ontworpen en vervaardigd op de ateliers en fabrieken van de Koninklijke Begeer te Voor schoten. Gezien de inschrijvingen welke nu reeds binnengekomen zijn, belooft deze Loop, welke op Zaterdag 2S Mei zal plaats vinden, wederom een succes te zullen wonden. dames- en junioreswedstrijden Naar wij vernemen heeft dc dames-athle- tiekvereenlging „A.D.A." besloten met een gmoote ploeg op deze wedstrijden uit te ko men. Ook dc vereeniignngen T.O.V. (Zeist) en „U-D.A." (Utrecht) zullen met ploegen aan den start verschijnen. Nu het geschil tiusschen de U.V.V. en den U.P.A.B., hetwelk op een misverstand bleek te toerusten, op een prettige wijze uit den weg is geruimd heeft de U.V.V. haar terrei nen wederom geheel belangeloos ter beschik king gesteld, zoodat deze belangrijke natio nale wedstrijden in een passende omgeving gehouden kunnen worden. athletiek-school wedstrijden De jaanlijksohe schoohvedstrijden van den Utrechtsohen Provincialen Athletiekbond zul len dit jaar plaats vinden op Zaterdag 4 Juni op de daartoe belangeloos beschikbaar gestelde dlenredinien van de U. V. „Holland" en „Voorwaarts" aan die Tlhorbeckelaan. NAAR DEN GRIEKSCHEN ARCHIPEL EN RHODOS door Dr C. VELTENAAR III.') Marseille, de hoofdstad van het departe ment Bouehes du Rhone, is de tweede stad de.s Rijks, maar cle eerste zeehaven en han delsstad van Frankrijk en telt ongeveer 800 duizend inwoners. Gesticht in de 6e eeuw door de Phoceërs, kolonisten uit een Griek- sche stad in Ionië, kwam cle stad in 1482 aan Frankrijk. Bekend is zij als cle geboor teplaats van Louis Adolphe Thiers, den staatsman en historicus, den schrijver van de geschiedenis der Fransche Revolutie in 10 deelen. die na den val van het Keizer rijk in 1S71 tot den eersten President der Fransche Republiek werd gekozen. De stad maakte op mij geen verheffenden indruk. Evenals Rotterdam en Antwerpen geschiedt het goederenvervoer met sleepers- wagens, meestal met dirie paarden bespan nen, die het echter voor onze welgevoederdc paarden moesten afleggen. De straten zijn zeer vuil, in het centrum der stad is het echter beter, hij het Hoofdpostkantoor en de Banken on cle groot© Hotels. Maar in de binnenstad zag ik schilderachtige plokjes, nauwe steegjes, waar een troepje ezels door gingen, onder rlraperiön van waschgoed en kleeren, die daar te drogen hingen. Zuide lijke typen als Turco's, Algerijnen, negers van Senegal en van den Niger ontbraken niet. Vlak vóó ons vertrek hadden wij bericht ontvangen, dat de „Patris II" cle Grieksohe stoomboot, die voor meer dan drie weken ons „Tweede Vaderland" zou worden, ge moerd lag ..Mole E. Hangar 11 ii Marseille" en dat wij vóór den lunch aan boord moes ten zijn. Dat was, na informatie, aan het eind van de lange haven. Ik nam cle tram van het begin der haven, No. 51, zooals ik er nog nooit één heb gezien, haveloos en II stond i i blad van 10 Mei. verveloos, vol met Fransche bootwerkers, die roken naar sigaretten en absinth en die bij elke stopplaats, waar de loodsen stonden, de tram verlieten. Ja. daar lag de „Patris II" het groote, uitte stoomschip, als een Indische boot. Om streeks half elf kwam het Nederlandsch ge zelschap, het Comité: Prof. Byvanck, Prof. D. Cohen, Dr. G. van Hoorn, Mej. Prof. Dr. Sophie Antoniades, Mevr. Bonman, E. Pe- licnk, Mej. Visser, de professoren: van Gro ningen, H. Wagenvoort, daar waren de 160 Nederlanders vereenigd. Een twintig Belgen en Franschen, van de Vrije Universiteit te Brussel en van Parijs waren reeds aangekomen, de 180 toeristen gingen den pelgrimstocht ondernemen naar Hellas, om Pallas Athene te zien, die ze van 'der jeugd af aan hadden liefgehad. En toen, na den lunch, de hoot de ankers lichtte, geschiedde het mirakel, „le miracle hollandais". Op de kade stonden groepjes van 2 of 3 muzikanten te blazen en te strij ken en speelden liet „Wien Neerlandsch bloed". Over die reeling boog ik mij heen en riep: „Maintenant „Wilhelmus de Nassaue" notre chant patriotique, 1© chant national de la Hollander En werkelijk het mirakel geschiedde, een Fransch harpenaar speelde ons volkslied en bleef het doorspelen, toen een kleine sleepbot dc „Patris" omtrok Viv© la Ilollande! Wij hielden die verrukkelijke Fransche kust en in de verte schemerden de West- Alpen. Iets zagen, wij van Toulon en cle Hyèrische eilanden en langen tijd, tot diep in den avond zagen wij de vuren van do Riviera, varend in cle Ligurische zee. De lucht was licht en toch betrokken, toen wij de haven van Marseille verlieten. Ik vond, dat er met het oog op de zeebries, veel dei ning en zee stond, de boot slingerde nogal, misschien omdat zij wat hoog op liet water lag. Na een uur varens werd cle zeeziekte reeds gesignaleerd en 'ja een paai' urén werd zij epidemisch. Want toen ik de lichten van Genua zag, wij voeren niet door de straat van Bonifacio, maar om den Noord van Corsica, om Kaap Corse, was ik alleen overgebleven, cle passagiers hadden hunne hutten opgezocht. Den volgenden dag was het Zondag, de dag der ruste. Reeds vroeg, om zes uur, was ik op het dek, om de werken des Heeren te zien en „Zijne wonderwerken in de diep ten". Wij voeren tusschen Corsica en Elba. Elba, het Ilva der Romeinen en het berg achtige Corsica, beide beroemd door Napo leon. Ajaccio, cle hoofdstad, de tóboorte- plaats van den Keizer, Elba als hetwerban- ningsoord. De drie kleine eilandjes Piano- sa, Formica en Monte Christo passeerden wij, steeds zuidwaarts koersend. Wij voe ren dus in de Tyrrheensche Zee, door de Ouden Mare Tuscum genoemd. Het was zonder twijfel een goede gedachte van Mej. Dr. Bruining om op dien Zondag morgen tot ons een „stichtelijk woord" te spreken. Voor cle Roomsch-Katholieken was reeds de Mis bediend. Vele Protestanten, vo gels „divers van pluimage" hadden gevolg gegeven aan hare invitatie om samen te komen in de Zaal der Eerste Klas. Mej. Bruning opende met gebed en wij zongen: Op bergen en in dalen En, overal is God. Waar wij ook immer dwalen. Of zitten, daar is God; Waar mijn gedachten zweven. Of stijgen, daar is God; Omlaag en, hoog verheven. Ja, overal is God! (Gezang 7.) Een Gereformeerde prediking was haar toespraak niet. Toch wel stichtelijk, op het deinende schip in Gods groote wateren. Zij eindigde met het „Onze Vader". De vol gende week, op den Paaschmorgen, viel mij het voorrecht te beurt het Paasch- evangelic te verkondigen. Math. 28, dat ik voor een uitgelezen auditorium las en mijn „stichtelijk woord" te openen met het 12e vers vm den llSen Psalm. Dit is de dag, de roem der dagen, Dien Israels God geheiligd heeft. Laat ons verheugd, ven zorg ontslagen Hem roemen, Die ons blijdschap geeft. Wij waren toen aan het verste punt onzer reis, wij waren te Rhodos. 's Maandags pas seerden wij de in nevelen gehulde Strom- boli. Maar op onze terugreis waren wij ge lukkiger, wij zagen de rookpluim van dit vuurspuwend eiland- Een juist passeerende Italiaansche vrachtboot tusschen ons en het eiland wekte de begeerte op een kiekje te nemen, waarvan de foto u wordt getoond. Onder regen passeerden wij de Straat van Messina. w Wij gingen nu Odysseus achterna. De rot sen van Scylla, in de zee-engte en Charyb- dis. die zoo veel heeft gezworven na de verwoesting van het heilige Troje, die de steden van vele menschen heeft gezien en hun zeden geleerd heeft, en in de straat van Messina las ik het 12e bock van de „Odyssea". Trouwens, mijn bi bliotheek was zeer klein: Het Grieksche Nieuwe Testament en de Odyssea van Ho meros. Paulus en Odysseus nagereisd! In cle Ionische zee, nadat wij de Zuid-kust van Italië onder prachtig licht waren langs gevaren, hadden wij met storm te kampen. Na een donkeren en langen nacht, storm achtig, begroette ik het morgenlicht met groote en dankbare vreugde. Toen verstond Passeerende nachtbootbij Strombo'd. ik het woord van Paulus: „Wij wenschten dat het dag werd!" Bij onze aankomst te Korfu zonden wij het sobere woord uit. dat 's avonds in Hol land door de radio werd uitgezonden: „Le Patris arrivé a Corfu, après tempete". So ber. want wij waren in een cycloon geweest Dinsdagmiddag om twee uur liet de boot het anker vallen in de baai van Kerkyra, dat de Romeinen Corcvra en de Byzantij nen „de stad der bergtoppen" noemden. Bij de landingsplaats wij werden in kleine bootjes aan land gezet Wachtte ons een groots menigte op. Meel Griekenland wist van rate komst. „De Hollanders komen naar Griekenland" En hier en overal wuif de men ons toe of wierp bloemen in onze auto's en overal hoorden wij de goede ze- genwcnschen: „Chairete", verheugt u, wel kom en „kalo taxidi" goede reis. Een prachtig eiland, waarover koning Al- kinoos regeeerde, wat prachtig paradijs voor prinses Nausicaa. Een eiland met olijfboomen en bosschen bedekt, een eiland van bloedende vruchtboo- men en palmen, van sinaasappelen cn ci troenen. Een veertig auto's voeren ons naar Cano- ne. In de prachtige baai zien wij het eiland je Ponticonisi. Ik sla het dertiende boek van de Odys see op. I-Iet eilandje, het door Poseidon ver-' steende schip der Phae&ken, ligt voor mij. Hij heeft verlof gekregen van Zeus dc Phaeaken te tuchtigen. Hij zal het doen, omdat Odysseus zijn zoon, den reus heeft verblind. 159 Als hij zulks vernomen had. de aard- ica n- v» schudder Poseidoon,. 160 Ging hij naar Scheria (Corfu) hoen, ie-, j het ,a"d dcr trotschc Phaeaken. 161 Aldaar wachtte hij en dra kwam na- 1 co *7 i iv aan d'oever het snell* lb~ Zeedoorklievende schip. Toen naderde ico ei i Poseidoon.' 163 Sloeg het met vlakke hand en zie plot let iir t selinS versteende 't en 164 Wortelde zich vast in den bodem der Het raadsel van Ponticonisi opgelost!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10