Van en over de Ontwapenings
conferentie
MAANDAG 2 MEI 1932
XI
DE KWALITATIEVE VERMINDERING
CONTOUREN VAN DEN A S. STRIJD
T>e uitslag v.an den strijd, in de algemeene
Gomradssi'e gestreden over het belangrijk
beginsël der kwalitatieve vermindering van
bewapeningen, heeft een verrassend einde
genomen, hetgeen als bewijs kan gelden,
dat de positie, die Frankrijk te Genève in
neemt steeds meer geïsoleerd woixiL De be
raadslaging over de nieuwe Engelsche re
solutie behoefde ook niet lang te duren; de
aanneming geschiedde met algemeene stem
men. Hier gold intussohen het omgekeerde
van wat in eersten termijn Paul Boncour de
Eniigelsühen had toegevoegd: ik stem voor
uw resolutie, maar tegen uw toelichting.
Want, uit hetgeen achtereenvolgens de
Duitsche, Italiaansche en Amerikaansche
gedelegeerden kwamen verklaren, bleek,
dat. zij vóór de nieuwe Engelsdhie resolutie
stemden, wijl deze de kwalitatieve vermin
dering der bewapeningen in dezen zin, dat
bepaalde aanvalswapenen geheel zullen war
den verboden, voor verwezenlijking openlaat.
Litwinoff, die overigens merkwaardig ge
matigd optreedt, kan begrijpelijkerwijze niet
nalaten, sarcastisch te spreken over de al
dus verkregen overeenstemming, die naar
zijn meening 6lechts ten doel heeft om in
de resolutie vast te leggen, dat men bed over
de kwalitatieve vermindering der bewape
ningen in. het geheel niet eens is.
De Fransche pers
De Fransche bladen spraken reeds van
een manoeuvre tegen Frankrijk.
Van een manoeuvre tegen Frankrijk was
zeer zeker geen sprake, de Engelsche reso
lutie was zoo algemeen als maar mogelijk
was, maar zij impliceerde inderdaad, dat
kwalitatieve vermindering slechts op deze
wijze kan worden opgevat, dat vernietiging
en niet internationaliseering van aanvals
wapenen daaruit voortkomt Dit nu deed
Taixïieu, ondanks de drukte van den verkie
zingsstrijd opnieuw naar Genève snellen.
Van Fransch standpunt bezien heeft hij wel
licht althans voorloopig. de situatie gered,
d.w.z. door de nieuwe Engelsche resolutie is
voorkomen, dat reeds nu een beslissing is
genomen, die zich tegen intemationalisee-
riaig der verboden, aanvalswapenen uit
spreekt.
Tegenover Frankrijk is niet dadelijk tot
uitdrukking geibracht, dat de groote meerder
heid in de Ontwapeningsconferentie van in-
ternationaliseering op die wijze in elk ge
val niets wil weten, en daartegenover heeft
Franikrijik toegestemd in de verklaring, dat
bepaalde wapenen als uitsluitend aanvals
wapenen te beschouwen zijn. Er is door
Frankrijk geen nederlaag geleden, door
Engeland geen overwinning behaald; de
contouren van den aanstaanden strijd heb
ben zich nader ontwikkeld, en de Fransche
positie is er niet sterker op geworden.
Zulks vooral niet., wanneer men rekening
houdt met het gevolg, dat de President en
het Bureau der algemeene Commissie aan
de resolutie der kwalitatieve ontwapening
hebben gegeven. De bedoeling is, dat nu
even de algemeene Commissie zal adem
scheppen en zeer zeker tot na de Fransche
verkiezingen niet meer zal vergaderen. De
reden waarom zij spoed had te betrachten,
was toch vooral daarin gedegen, dat de tech
nische sub-oommissiën niet konden werken,
voordat zij, de algemeene Commissie, prin-
cipieele beslissingen had genomen. Zij heeft
nu ten aanzien van
drie ponten
er een genomen, en wat de kwalitatieve ont
wapening aangaat, is de technische hulp
<tve technische Commission geboden. Met de
bureaux dezer Commissiën is dan ook dade
lijk overleg geopend over de wijze, waarop
deze Commissi ën het vraagstuk der kwali
tatieve ontwapening zouden behandelen. In
de zittingen van de algemeene Commissie
heeft Henderson nu uiteengezet, d-i
Teahnische Commissdeën zonder het
resolutie reeds geregeld beginsel vi
kwalitatieve ontwapening opnieuw ter
spake te brengen, erover zullen beraadslagen
welke wapens voor deze kwalitatieve ont
wapening in aanmerking komen. Voor che
mische bacteriologische wapens, alsmede
voor de werkzaamheden van de derde bij
zondere Commissie, zal een Gemengde Com
missie bestaande uit deskundigen op mili
tair. vloot- en luchtvaartgebied, worden in
gesteld. Onmiddellijk was Boncour, die
den reeds weer afwezigen Tardieu verving,
erbij om op te merken, dat door de aangeno
men resolutie de weg zoowel voor de vernie
tiging als voor de internationaliseering der
aanvalswapenen is opengehouden- Dat. de
keuze tusschen verbod of internationalisee-
ring niet door die Technische Commissies zal
geschieden, heeft ook de instemming der
Fransche delegatie, al gelooft, deze, dat de
technische Commissies er noodzakelijkerwij
ze toé zullen moeten komen voor bepaalde
X stond in ons blad van 24 April.
wapenen dc een of de andere keuze voor te
stellen. Maar alvorens dat te doen, zal het
onderzoek der Fransche voorstellen dienen
te geschieden. Henderson deed aan Boncour
geen enkele toezegging; beperkte zich tot de
herhaling zijner voorstellen, die aangeno
men werden. Hieruit mag men den bepaal
den wil van het Bureau der Conferentie le
zen om een vaste technische basis te schep
pen voor de afschaffing en daarna de ver
nietiging van bepaalde categorieën van wa
penen
Het tusschen beide komen Bon cour om
deze poging te verijdelen heeft gelijk men
moest toegeven, de geïsoleerdhe.d dier Fran
sche oppositie opnieuw in het licht gesteld.
Het
bezwaar van de Fransche voorstellen
is hierin gelegen, dat zij inderdaad een slui
tend geheel vormen, maar geheel in dezen
zin dat men aan de beheerders van de eigen
lijke strijdmachten van den Volkenbond de
zeggenschap over het gebruik daarvan laat.
De moeilijkheid, die zich in het Chineesch-
Japansche conflict heeft voorgedaan in de
zen zin, dat. sledhts een paar der sterkste
zeemogendheden worden aangewezen om
de kastanjes uit het vur te halenvoor
dc anderen, en daarvoor bedankten, kan
zich herhalen op het vaste land. Is er dan
een Volkembondsleger naar het model der
Fransohe voorstellen, dan heeft Frankrijk
en daarna wellicht Italië, maar verder bij
kans niemand te beslissen of en zoo ja op
welke wijze zoodanige hulp zal worden
verleend. De toepassing der z.g.n. rechts
middelen van den Volkenbond wordt gemi
litariseerd, en men kan er zeker van zijn,
dat, is eenmaal deze weg betreden, waar
van geen terugkeer mogelijk is, dan door
een reeks van gebeurtenissen, die wellicht
van het geschokte oudste der vijf wereld-
deelen weinig of niets meer zullen heel
laten. Te Genève komen steeds sterker twee
stelsels tegenover elkander te staan: het
Fransohe. dat geridhit is op het behoud van
Versailles, niet slechte in enkele bepalingen
fan dit tractaat, maar geheel de machts
positie, daardoor verkregen. Niet oneigen
aardig is, dat Frankrijk, dat juist in deze
dagen voor het Hof te 's-Gravenhage in de
zaak der Geneefschc zónes zich beroept op
de clausule Rebus 6ix stantibus, de noodza
kelijke veranderlijkheid dus dor tractaten,
ten aanzien van Versailles èn de daarmede
evenwijdig loopende verdragen halstarrig
aan het eenmaal geslotene en overeengeko-
mene blijft vasthouden. Daartegenover stelt
Amerika, gesteund door Engeland en het
meerendeel der zn. kleine staten, het stelsel,
dat in het Kèlloggpact een eerste, zij 't ook
uiterst zwakke belichaming (heeft gevonden;
een stelsel, dat de noodzakelijkheid erkent
van aanpassing bij de omstandigheden. Tot-
diusvor is Frankrijk erin geslaagd op grond
.'eiligheidsclau9ule, die in art.
het Grondverdrag van den Volkenbond is
opgenomen te ontkomen aan consequenties
tegenstellingen, die het niet wi 1 aan
vaarden; de gang van zaken zooals deze
zich te Genéve ontwikkelt, doet thans tel
kenmale opnieuw de vraag stellen of het
daarmede zaJ kunnen voortgaan dan wel of
wellicht reeds binnen korten tijd een
slissing in de tegenstelling mag worden ver
acht, die thans de situatie in geheel de
wereld beheerscht.
Inmiddels zijn de technische comniissiën
met
de technische arbeid
aangevangen. Die voor de maritieme be
wapeningen is (het versite. Drie opvattingen
hebben zioh daarin kenbaar gemaakt. Enge
land gevoelt er blijkbaar voorloopig niel
veel voor andere schepen dan de duikboo-
ten als aanvalswapenen te erkennen. Italië
gaat veel verder; het wil de linie-schepen
de vliegtuigmoedersahepen evenieens als a
valswapen gerekend zien. Het verst gaat
Duitscihland, maar het is daarbij ook het
meest consequent De Duitsche voorstellen
willen linieschepen boven de 10000 ton, vlieg
tuigmoederschepen, duikbooten en alle che
mische en bacteriologisdhe strijdmiddelen
tot de aanvalswapenen zien gerekend.
Duitschland grondt zich daarbij op
van het Verdrag van Versailles, die
ten doel hëbben gelhad om
Duitschland aanvallende kracht te ontne-
waarin dus vanzelf die wapenen,
die aanvalswapenen zijn, zijn terug te vin
den. Vernietig de aanvalswapenen, die het
tractaat van Versailles ons verplichtte te
vernietigen, aldus Duitschland, en ge ver
krijgt den juisten toestand, waarmede van
zelf op het vraagstuk der gelijkgerechtigd
heid, door Duitschland met steeds grooter
nadruk gesteld, is vooruitgeloopen.
De andere teclmische commissiën zijn
inmiddels gevolgd; voorzoover totdusver
valt op te merken, houden zij zich aan het
strikt technisch terrein. Voor zijn vertrek
(heeft Tardien besprekingen gehad met Stim-
son en Bruning. en daaruit sdliijnt voortge
komen te zijn de afspraak, dat zoowel de
Fransdhe voorstellen als het waagstuk der
gelijkgerechtigdheid niet in de al
commissie zullen worden behandeld, voor
dat de Fransche verkiezingen achter den
rug zijn. Henderson heeft dit onderstreept
door aan de leiders der delegatie te verzoe
ken door bespreking van dit punt de a.s. op
lossing te helpen voorbereiden.
Dit schijnt echter wel vast te staan, dat
Stimson, de Amerikaansche Staatssecretaris,
zijn invloed aanwendt om de Fransch-
Duiteche controversen inzake de ontwape
ning tot een oplossing te brengen. Amerika
houdt nog altijd aan het theoretisch stand
punt vast, dat het met dit zuiver Europee-
sdhe vraagstuk niet te maken heeft, maar
Amerika, dat gaarne de voldoening der
herstelbetalingen ziet, begint langzamerhand
gewaar te worden, dat van die herstelbe
talingen niets, maar dan ook niets zal ko
men, wanneer niet Europa een weg vindt
om de politieke moeilijkheden op te los
sen, althans aanmerkelijk terug te brengen.
En juist omdat Amerika wel gaarne wat
zou willen ontvangen, gaat het nu maar
helpen om Europa uit deze moeilijkheden te
helpen, en naar wij allen in Europa zeker
van harte hopen, met het best denkbaar re
sultaat!
Kerknieuws.
EVANGELISCHE ALLIANTIE
In verband met de jaarvergadering, wordt
de Conferentie te Z e i s t dit jaar gehouden
Mei tot 1 Juni, in de kerk der Broeder
gemeente. Het onderwerp is: „Christus
Christen". Ds. W. D. Linthout, van Apeldoorn,
behandelt: „De levende Christus en
tact met Hem"; Dr. P. Stegenga, van Amster
dam: „De ontplooiing van het leven met
Christus"; Ds. W. A. Hoek, van Amsterdam:
Christen zijn in het moderne leven". Boven
dien zullen op de „Evangelisatie-samenkomst"
spreken H. Martyn Gooch, van Londen,
A. J. Roozemeyer, van Amsterdam, Het koor
der Broedergemeente en het koor der Herv.
Stadszending te Utrecht verleenen medewer
king.
GEEN LEZING MET LICHTBEELDEN
De Classis Amsterdam der Chr.
Geref. Kerk besloot, naar aanleiding van de
>r studenten der Theol. School te Apeldoorn
besloten kring gehouden lezing met licht
beelden over zijn reis naar het Heilige Land
door Ds. C. van der Zaal, van Deventer, by de
hoogleeraar van genoemde Theol. School te
'erzoeken samenkomsten met lichtbeelden,
als die 18 Maart 1.1. gehouden zyn, niet meer
de Theol. School toe te laten, noch zulke
samenkomsten in de „Wekker" aan te bevelen.
AVONDMAALVIEREN IN HUIS
Te E r m e 1 o kwam bij den Kerkeraad der
Geref. Kerk een vraag in, of een zieke, die per
kerktelefoon thuis de bediening van het H.
Avondmaal volgt, ook tegelijk met de Ge
meente in zyn eigen woning de Bondszegelen
kan gebruiken in het bijzijn van een paar
ouderlingen, wanneer brood en wijn hem uit de
vergadering der Gemeente worden overge
bracht. De vraag werd aangehouden.
HERDENKING
Te Zuilen (U.) zal het 16 Mei a.s. 40 jaar
geleden zijn, dat door de Geref. Kerk (weder)
werd geïnstitueerd. In verband daarmede is de
„Zuilensche Kerkbode" verschenen in feest
kleed. We zien er foto's in opgenomen
„oude kerkje" dat dienst deed tot Dec. 1918,
nieuwe kerkgebouw, waarin de Ge
meente sinds Dec. 1918 samenkomt, terwijl het
fraaie op kunstdrukpapier gedukte nummer
oorts foto's bevat van degenen, die een arti
kel geschreven hebben. Dat zijn Dr. E. D.
Kraan, van Vlaardingen, predikant v
len van 16 Oct. 1921 tot-24 Aug. 1924: Prof.
Dr. A. G. Honig; Ds. W. Verhoef Nzn.,
Zeist, oud-consulent van de Kerk van Zuilen;
Ds. C. L. A. M. van Puyvalde, den tegenwoor-
digen predikant der jubileerende Kerk; en Ds.
K. Fernhout Mzn., van Vreeland, oud-consu
lent.
Er zal op 18 Mei a.s. des avonds halfacht b
het kerkgebouw een herdenkingsbijeenkomst
plaatsvinden. De opening zal geschieden door
Ds. van Puyvelde, Dr. Kraan spreekt de her
denkingsrede uit. Ds. W. Verhoef zal het slot
woord spreken. Verder zullen het woord voe
ren Prof. Dr. Honig, Ds. Fernhout, Dr. Kaajan
Utrecht; en Ds.Veen, van Maarssen.
DE TOEPASSING
>ver „Preekmaken en preeken" schrijvende
het Confess, weekblad „De Geref. Kerk",
zegt Pastor:
„Een welgeordende preek heeft: inleiding,
uitlegging en toepassing; waarmee echter niet
gezegd wil zijn, dat de toepassing steeds
apart achteraan moet komen. Een oude dond
ert elde eens: „Ik merkte, dat mijn ge
meente b« de uitlegging geregeld zat te dut
ten, en pas tegen de toepassing ontwaakte.
Sindsdien heb ik geen aparte toepassing
gegeven, maar maak mijn heele preek tot toe
passing".
„Er zyn ook wel predikers, die zich in
toepassing steeds richten tot onbekeerden,
bekommerden en geloovigen. Een ondeugend
spotter heeft daarvan opgemerkt: elke zoo
danige toepassing is in drie uitroepen samen
te vatten: o wee! ach! en hoezee! Wanneer
iets wekelijks terugkeert, gaat zoo lióht de
kracht eraf. Bovendien (en dit bezwaar grijpt
dieper) er zijn niet drie soorten
nienschen, maar slechts twee: bekeer
den en onbekeerden; èn optredende
gemeente, mag de prediker nooit vergeten,
dat hij daar niet staat voor een willekeurige
groep mensohen, maar voor de gemeente des
Heeren, die door doop en belijdenis tot Hem
■erbondsbetrekking staat".
EVANGELISATIE
nterkerkelijk of niet? De Clas-
Deventer der Geref. Kerken heeft in
r jongste vergadering uitgesproken, „dat
het medewerken van leden eener Geref. Kerk
Vereeniging voor interkerkelijke Evan
gelisatie niet in overeenstemming is met de
uitspraken van de Generale Synode van
Utrecht 1923", en besluit op grond van de over
weging dat: „a. het optreden van Geref. pre
dikanten in dergelijke vereeenigingen of comi-
té's de toepassing raakt van de door de Gene
rale Synode van Utrecht 1923 gegeven rege-
oor Evangelisatie; b. bij deze vraag al
Kerken betrokken zijn;" „aan de Gene
rale Synode van Middelburg een uitspraak te
verzoeken of het optreden in samenkomsten
~in dergelijke interkerkelijke Evangelisaties
dan niet geoorloofd is".
Te Bergen (N.H.) zal, naar wij vernemen,
st nieuwè gebouw voor de Evangelisatie „Ma-
ranatha" vermoedelijk in de week van 916
a.s. in gebruik worden genomen, zoodat
men met de Pinksterdagen daarin dienst hoopt
te houden. Het gebouw ziet er van buiten
in binnen heel netjes, en tevens eenvoudig uit.
ZENDING ONDER DE JODEN
In de „Elimbode" (orgaan der Ned. Vereen.
>or Zending onder Israël, genaamd „Elim" te
Rotterdam) wordt van een treffende doopplech
tigheid melding gemaakt.
Op 10 December 1930 werd de Joodsdie
broeder Tabaksblatt, van wien meermalen in
de „Elimbode" een getuigenis des geloofs voor
kwam, door den H. Doop in de Gemeente van
Jezus Christus ingelijfd. Voor den gedoopte
was er echter een smartelijke bijgedachte on
der de vreugde die hem vervulde, in het feit,
in Polen zijn vrouw en kind te mid
den der Joodsche verwanten in geestelijke
duisternis voortleefden en door dien Doop zelfs
meer dan ooit van hem gescheiden waren. De
Doop wekte echter zulk een vijandschap, dat
het voor hen onmogelijk bleek langer bij hun
familie te blijven. De Zendingskas kon ternau
wernood de gelden missen voor de verdere vor
ming en het levensonderhoud van den heer
Tabaksblatt, dus voor diens vrouw en kind
schoten de financieele krachten geheel te kort.
Toen namen Ds. J. Rottenberg en mevrouw de
uit Polen overgekomen moeder en dochter lief
devol en belangeloos in hun gezin op, welke
gastvrijheid bij de volkomen tegenstelling van
Poolscji Jodendom en Hollandsch Christendom
»n offer beduidde.
Ds. R. en mevrouw mochten zoo, aldus
schrijft A.R.Z.M. in de „Elimbode", zes maan
den lang aan de Poolscjie Jodin in theorie en
practijk het Christendom voorleven, wat door
den H. Geest gebruikt werd om die innerlijke
verandering te bewerken, die haar deed yra-
gen om den H. Doop te mogen ontvangen,
waarin ook het dagelijksch gebed van haar
an verhoord werd.
Op Zondagavond 10 Januari 1.1. werd mevr.
Tabaksblatt in de Nieuwe Kerk te Schevenin-
gen gedoopt door Ds. J. de Jong, predikant
der Ned. Herv. Gemeente aldaar. Hij hield
daarbij een treffende toespraak, die in ge
noemd blad in haar geheel is opgenomen, waar
ook gewezen werd op en gewaarschuwd
tegen ongerechtigheid, zoowel als tegen eigen
gerechtigheid, tegen een wet van bevindingen
en een wet van ceremoniën, en vermaand
werd te blijven staan in de vrijheid, waarmee
Christus haar vrijgemaakt heeft.
Voorts is, eveneens te Scheveningen, op 26
Februari jl., nog een jonge Israëliet gedoopt.
Schoolnieuws.
G. H. WEUSTINK
Aan den heer G. H. Weustink, inspecteur
in het Lager Onderwijs in de inspectie Haar
lem, is met ingang van 1 Mei eervol ontslag
verleend wegens het bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd. In verband daarmee
heeft de heer G. H. Weustink in het Concert
gebouw te Haarlem afscheid genomen van
autoriteiten, hoofden, onderwijzers(essen) en
de besturen van openbare en bijzondere scho
len in de inspectie Haarlem.
Behalve de leden van een eere-comité w,
vele autoriteiten aanwezig.
De heer W. Vis, van Hoofddorp, namens het
huldigingscomité sprekend, bood een radio
toestel aan. De hoofdinspecteur K. Brants, van
Haarlem, sprak namens den Minister van On
derwijs en deelde mede zijn benoeming tot of
ficier in de Orde van Oranje-Nassau. Dr. J. F.
M. Sterck, van Haarlem, oud-inspecteur, her
innerde aan Weustink's werk voor de schoone
letteren. Ds. C. J. van Paassen sprak namens
de Prot. Chr. Schoolbesturen en de heer H. C.
J. Sondaal namens het R.KL Onderwijs. De
heer H. W. Korenstra voerde het woord na
mens het personeel van de Kweekscholen, de
heer Hellinga, namens de afd. der Vereen, van
Hoofden van Scholen; de heer J. Bongertman
namens den Bond van Gymnastiekonderwy-
zers; en wethouder W. Roodenburg namens het
Gemeentebestuur van Haarlem.
KLOOSTERLINGEN-ONDERWIJZERS.
Klachten en cijfers.
Niet alleen de Hervormd-Geref. Staats
partij (politieke groep van het oud-Kamer
lid Ds. C A. Lingbeek), maar ook een
groep Roomsche onderwijzers klaagt over
clericaliseering van het Roomsche Onder
wijs, waarmee dan bedoeld wordt dat het
aantal kloosterlingen onder de R.K. onder
wijzers schrikbarend toeneemt.
Genoemde politieke partij ziet in dien
uiwas van kloosterlingen-onderwijzers
:n politiek, zoo niet een nationaal gevaar.
De groep Roomsche onderwijzers vreest er
achteruitzetting van de leeken-onderwijzers
door: voor een Roomschen jongen en een
Roomsch meisje, die niet in een geestelijke
orde treden, is er bijna geen denken aan
een betrekking van onderwijzer of onder
wijzeres te bekomen.
Het roomsch-kath. dagblad ,J)e Gelder
lander" heeft, met het oog op de klacht
van geestverwante ondeiwijzers, die het
i.g. „interne anti-clericalisme" aanwakke
ren, dc zaak eens nagegaan en een staat
van gegevens gepubliceerd, die wellicht
door vele lezers ook van ons blad met be
langstelling zou nagegaan worden.
De uitvoerige cijfers loopen over Room-
:he schoolhoofden, onderwijzers met
hoofdakte en met enkel lagere akte, man
nen en vrouwen, en zelfs over de ulo
marge. We kunnen die niet alle hier weer
geven, maar bepalen ons tot de voornaam
ste getallen. Zij betreffen ons geheele land.
In 1929 waren er in Nederland aan de
Roomsche Lagere Scholen 11025 leerkrach
ten werkzaam, waarvan 3610 kloosterlingen
en 7415 wereldlijken of leeken.
In 1931 waren er aan de Roomsche Lage
re Scholen werkzaam 13284 leerkrachten,
waarvan 3928 kloosterlingen en 9356 we
reldlijken.
In de tusschenliggende 2 jaren kwamen
er aan de Roomsche Lagere Scholen dus
2259 leerkrachten bij. Het meerendeel hier
van behoorde evenwel niet tot een geeste
lijke orde, doch bestond uit 318 kloosterlin
gen en niet minder dan 1941 wereldlijken
of leeken.
Het aantal hoofden van Roomsche Lagere
Scholen steeg in bedoelde 2 jaren met 220,
waarvan 70 kloosterlingen en 150 wereld
lijken.
Ook de cijfers voor de drie zuidelijke bis
dommen (Den Bosch, Breda en Roermond)
zijn apart verzameld. Zij geven aan een
toeneming van leerkrachten met 1314,
waarvan 187 kloosterlingen en 1127 wereld
lijken of leeken.
In deze bisdommen steeg het aantal
schoolhoofden met 154. van wie 43 klooster
lingen en 111 wereldlijken.
Bij het Roomsche Middelbaar en Voorbe
reidend Hooger Onderwijs (H. B. Scholen,
Gymnasia en Lycea) steeg tusschen 1929
en 1931 het aantal leeraren met 42, van
2 kloosterlingen en 40 wereldlijken.
Scholen.
Ook de „Maasbode" heeft deze zaak eens
nagegaan en de bewering, dat voor het on
derwijzend personeel bij toeneming religi-
eusen worden benoemd inplaats van gewo
ne onderwijzers en onderwijzeressen, ge
toetst aan het door Dr. C Hentzen bewerk
te Jaarboek:
„Het resultaat ziet er zóó uit:
„In 1926 waren aan de r.-kath. scholen
.730 onderwijskrachten werkzaam; in 1930
was dit getal tot 12.474 geklommen.
„Maar het aantal religieusen stijgt niet
in gelijke mate. Het wees in 1926 een cijfer
van 3.440 aan, in 1930 wel is waar 3.810.
dus een toename. Maar het percent was ln
>26 nog 35.0; vier jaar ijater was het 30.5."
„Het aantal is dus nog zeer groot, maar
het procent is dalende. Dit wijst niet op
meerder „clericaliseering".
We achten ons niet geroepen op deze ge
tallen een commentaar te geven.
Echter wordt wel duidelijk, dat men voor
zichtig moet zijn met het roepen over
angstwekkende toeneming van het aantal
religieusen of kloosterlingen aan de Room
sche Scholen en verclericaliseering dier
Scholen.
..EFFATHA"
Jaarvergadering.
Ds. C. Lindeboom, van Amsterdam, schryft
„Effatha", de Vereeniging, die reeds
dan 40 jaar de Christelijke opvoeding e
Christelijk onderwijs voor doofstomme kinde
ren en jongelieden behartigt, houdt D.V. Don
derdag 12 Mei a.s., voorm. half elf, haar jaar
vergadering te Voorburg.
Met vreugde deelen we dit mede.
Want „Effatha's" jaarvergadering wordt in
den regel druk bezocht.
Vroeger was dat niet het geval. Dan telden
we soms geen twintig belangstellenden.
Maar sinds „Effatha" naar Voorburg ver
huisde, werd dit anders. Nu is het groote gym
nastieklokaal van ons schoolgebouw „Hoeken-
burg" (Hoekenburglaan 45) meestal vol.
Van heinde en ver komen de broeders
zusters. (Eigenlijk moest ik zeggen: de zus
ters en de broeders. Want de zusters
Bteeds ver in de meerderheid). Hier en daar,
o.a. te Maassluis, huurt men zelfs voor dien
dag een autobus af
Hoe het komt, dat „Effatha's" jaarvergade
ring zoo'n attractie oefent?
Onderscheidene factoren werken hier saam.
Daar is allereerst het mooie, niet van na
tuurschoon ontbloote terrein der oude landgoe
deren „Arentsburgh" en „Hoekenburg", die
resp. tot internaat en school werden verbouwd.
Voorts duurt de eigenlijke vergadering niet
lang, hoogstens twee uur. In dit korte tijds
bestek wordt veel behandeld, dat de algemeene
belangstelling heeft, 't Eigenaardig karakter
der Vereeniging maakt ook de uit te brengen
Radio Nieuws.
MAANDAG 2 MEI
r u m VARA: Paedagorl»«&
VARA: Phllharm. orke«t
Hilvers u m VARA: l
HuTz^n'xCRV:
u«»eler Madrlgaja-
VARA: Pbllh&rm. oikwt
sum VARA: Septet
NCRVGramofoonmuxlelt
i NCRV: GramofoonmutleJc
i NCRV: Vragenuurtje
sum VARA: Prof. H. Tryda:
P. L. Gerritse: De vee
DINSDAG 3 MEI
10.00 H u i z
10.15 Hilv
10.30 Hilv
2.15 Hui:
12.20 La n
13.00 Hilv
17.55 Lond
18.30 Hilv
15-20 Lang
19.35 War:
19.50 K al u
20.00 H u i z
20.01 Hilv
KRO: Morgen concert
u rn AVRO: Gramofoonmuziek
KRO Grajuofoonmuziek
I AVRO: The three Hawk-
AVRO: Omrc
i AVRO: Antoinette v. Dijk:
oil tie- en Peraber
i KRO: Politieberichten
i KRO: Politieberichten
verslagen interessant Zoo staat voor dit jaar
op 't agendum een rapport der z.g.n. Nazorg
commissie, d.i. de commissie, door het bestuur
uit zyn midden benoemd om voeling te houden
en in geestelijk contact te My ven met de oud
leerlingen van „Effatha" en zoo mogelijk den
band tusschen hen onderling te bewaren en
te versterken. Ook wordt aan het slot een
korte opwekkende rede gehouden, ditmaal door
Ds. D. A. van den Bosch, Ned. Herv. predi
kant te Den Haag.
Eindelyk volgt steeds op de vergadering een
Openbare Les, waarvoor altyd groote
belangstelling bestaat. Die deze eens heeft
bijgewoond, komt niet alleen gaarne terug,
maar moedigt ook anderen aan tot bezoek,
't Is ook altyd weer nieuw, te zien, hoe kin
deren, die niet hooren kunnen, wor
den onderwezen; hoe kinderen, die niet
spreken kunnen, toch leeren spre
ken
Dan zyn er nog enkele bijkomende redenen.
Afgevaardigden van corporaties, alsmede
correspondenten, kunnen vergoeding reiskosten
3de klasse ontvangen.
Voor alle bezoekers staat in „Arentsburgh"
tusschen de Jaarvergadering en de Open
bare L»s in de koffietafel gereed, zoodat
niemand het terrein behoeft te verlaten om
zijn uitwendigen mensch te gaan versterken.
Na de Openbare Les vindt er in „Arents
burgh" een tentoonstelling (met verkoop)'
plaats van de handwerken der meisjes, èn van
de werkstukken, door onze jongens en meisjes
vervaardigd op de Nyverheidsavondschool.
Hebt gij, myn lezer, „Effatha's" jaarverga
dering wel eens bijgewoond
Zoo niet, kom dan D.V. Donderdag 12 Mei
a.s. naar Voorburg 1), om te zien en te hooren
wat groote dingen onze God door „Effatha"
voor onze doofstomme kinderen doet.
Uw bezoek zal „Effatha" ten goede komen,
want deze Vereeniging heeft behoefte, ook aan
uw liefde, uw gebed, uw steun. En zeiven
zult gy verrykt terugkeeren, met dank in
het hart.
1) De reisgelegenheid is gemakkelijk. Van
uit Den Haag gaat men met de Eyswyksohe
tram naar het eindpunt van die tram, by de
Geestbrug. Over de brug. na S a 4 minuten, is
men aan de Hoekenburglaan, en heel spoedig
ziet men het oude „Hoekenburg", de tegen
woordige school, waarin de vergadering ge
houden wordt. Zij, die aankomen aan het sta
tion van 't Holl. Spoor, loopen in een paar
minuten naar het Ryswykscheplein, waar ze
de Ryswijksche tram kunnen vinder. Wie arri
veert aan het station van de Staatsspoor ga
met lyn 12 naar het Ryswykscheplein.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
De laatste 'de'r Palaeologen was gekleed in
het kostuum van den Basileus: een gouden
band rondom het hoofd, schitterend van ju-
weelen, diende tot bevestiging van een rood-
fluweèlen kapje; een bovenkleed eveneens
van rood fluweel, maar in donkerder tint.
met een gordel om het middel; een mantel
stijf van paarlenborduursel in smalle plooien
a'hangend, zoodat hij van den schouder ovjr
borst en rug viel, en den hals vrij liet. Een
ryime rok van donkerrood Laken, schitterend
yen kostbare steenen, bedekte het beneden
gedeelte van zijn lichaam. De tabouret waar
op hij zat was breed en vierkant, de voorpoo-
te.n waren fraai ingelegd met ivoor en zilver
en van gouden handknoppen voorzien. Van
den gouden hoofdband hingen aan weerszij
den achter de ooren twee paarlsnoeren tot
even op den mantel- De rechterhand rustte
op den gbuden knop, de linkerhand hing
neer. Deze houding was ongekunsteld en los,
het gelaat voornaam en edel, en de bezoeker
moest erkennen, dat hij zelden vorstelijker
monarch aanschouwd had.
Hij had nauwelijks tijd om deze opmer
kingen te maken, want de Keizer zeide: De
weg naar onze audiëntiezaal is lang en
stijgend. Ik hoop dat het u niet te veel is
geweest.
- Majesteit, al was de weg vele malen
heden en eerbewijzen, die den Keizer van
Komstantinopel beroemd hebben gemaakt in
•ele verre landen en niet het minst in het
mijne.
De hoffelijke wending van dit antwoord
ontging den Keizer niet Natuurlijk had-hij
een onderzoek doen instellen naar de om
standigheden van den Indiër, en de noodi-
ging tot deze audiëntie was er het gevolg
m De kalme houding van den vreemde
ling. in vierhand met zijn antwoord, verdreef
denlaat sten twijfel uit 's Keizers gemoed.
Hij wenkte een bediende.
Breng wijn., beval hij, en terwijil de man
zich verwijderde wondde hij zich weder tot
zijn gast, en zeide met een vriendelijken
glimlach om een mogelijke vergissing te
vergoelijken: Bramaan of Moslim, wat gij
ook zijn moogt, Vorst, ik vertrouw dat de
aanbieding van een dronk wijn niet zal
misduid worden.
Ik ben noch een Moslim, noch een vol
geling vam Maya's zachtmoedigen zoom
Evenmin hen ik een Hindoe. Mijn geloof
leert mij dankbaar te zijn voor al Gods ga
ven aan Zijn schepselen. Ik zal den beker
nemen, dien Uwe Majesteit mij wil geven.
Deze woorden werden met de grootste een
voud uitgesproken, en toch getuigden zij
van een listigheid zonder wederga. Hij vist
dat. de godsdienst dc drijfveer was die den
Keizer beheerschte, en zocht naar de om
geving van het oogeniblik tot zijn eigen ge
loof. Wellicht dat hij zich zoodoende den
weg kon banen tot een tweede, vertrouwe
lijker audiëntie, waarin hem gelegenheid zou
wonden geschonken om zijn plan van Alge
meene Broederschap in God voor te dragen
te bespreken.
De blik waarvan hij zijn woorden dood
vergezeld gaan werd beschouwd als een een
voudige dankbetuiging. Toch was het eigen
lijk een verkenning. Had dc Keizer gelet op
die verklaring van wat hij niet was? Zou
hij begrijpen dat zich hier iets zeer onge
woons voordeed: een Indiër die noch Mos
lim. noch Bramaan, noch Boeddhist was?
Hij zag dat de Keizer de wenkbrauwen op
trok, de gewone voorlooper van een vraag;
hij maakte reeds een antwoord gereed, maar
het bleef bij een vragenden blik, die veel of
niets kon bedoelen. De dood besloot tot rus
tig afwachten.
Wij zullen zoo aanstonds zien, dat Kon-
staivtijn zeer goed die ontkenning had opge
merkt en ze gaarne dadelijk tot onderwerp
van een gesprek zou gemaakt hebben, maar
daar hijzelf uiterst gevoelig was op het
punt van zijn godsdienstige overtuigingen,
meende hij dat anderen hem in dat opzicht
geleken, en verdaagde dus zijn antiwoord,
totdat hij den bezoeker beter zou kennen.
Op dat oogenblik verecheen de schenker
met den wijm; een jeugdige knaap nog, met
lange blonde krullen. Hij knielde neer voor
de verhevenheid, liet het zilveren blad met
twee gouden bekers en een kristallen karaf
op zijn rechterknie rusten en wachtte zoo
's Keizers bevelen af.
Op een gegeven toeken kwam de Deken
nader en t uide de bekers. De Keizer nam
;r een en zeide luid genoeg om door ieder
rerstaan te worden: Vorst, ik verlangde
uwe tegenwoordigheid vandaag te meer, om
u mijn dank te betuigen voor de belangrijke
diensten aan mijn bloedverwante, prinses
Irene, bewezen gedurende haar verblijf in
het Witte Kasteel, een gebeurtenis zoo kort
geleden, dat n ij zeker nog frisdh in uw ge
heugen ligt Volgens haar beschrijving was
de Gouverneur zeer hoffelijk en gastvrij, en
deed hij al wart. hij kon om haar verblijf al
daar zoo aangenaam mogelijk te maken. Ik
zond een bode naar het Kasteel om den
Gouverneur uit mijn naam voor zijn wel
willendheid te danken. Maar ook u, Vorst
ben ik dank schuldig.
De Vorst had toen hij de ivoorden aan
hoorde moeite om zich goed te houden. On
willekeurig glimlachte hij bij de gedachte
aan de moeilijkheid, waarin de lompe Gou
verneur moest verkeeren, onder het luisteren
naar de dankbetuiging uit 's Keizers naam
en bij het ontvangen van rijke geschenken.
Als de bode terugkeerde en bij geval den
Turk beschreef dien hij als commandant had
aangetroffen, zou 't verschil tusschen dien
man en den gastheer der prinses op wonder
lijke wijze aan het licht komen.
Majesteit, antwoordde dc Vorst met
een afwerend gebaar, de storm bedreigde
mij evenzeer als de prinses en de waarheid
eischt, dat ik ronduit verklaren moet niet
te weten, waarin ik haar van dienst heb
kunnen zijn. Integendeel, ik ben het die uw
edele bloedverwante te danken heb voor
hulp en redding. Het was haar moed, haar
overleg, om niet te spreken van dc waardig
heid, waarmede zij partij trok van haar
verwantschap met Uwe Majesteit, om dab
gene, wat aanvankelijk een eenvoudige
noodiging was, te doen veranderen in een
cntract tusschen de hoofden van twee groote
staten, die mij en mijn dochter
Uwe dochter?
Ja, Uwe Majesteit, die mij en mijn
dochter, benevens mijn bootevolk bewaarde
voor een overnachten op de rivier naast het
Kasteel. Neen, Majesteit, nimmer vertoon
de barmhartigheid zich in lieflijker gedaan
te, dan toen de prinses er toe overging den
TeenwJeling onder haar hoede te nemen.
Hoe dat zij, Vonst, ik mag de prinses
geen geloof ontzeggen en herhaal, met waar
deering van uw getuigenis, mijn dank. Dat
gij tot in lengte van dagen moogt leven en
u altijd, als nu, onder vrienden moogt be
vinden, is mijn wensch en bede.
Hij hief den beker op.
Het is Uw Majesteits welbeffiagen, ant
woordde de ga en zij dronken te zamen.
Een zetel voor den Vorst! beval de Kei
zer.
De stoel werd gebracht, doch geweigerd.
In mijn palei6. want tehuis heersch ik
als koning, heb ik meermalen audiëntie te
verleenen, en bij zulk een gelegenheid mag
een mindere zich in mijn tegenwoordig
heid niet nederzetten. Ikzelf stelde dien regel
vast. Ik besef duidelijk hoezeer Uwe Ma
jesteit mij met eer wil overladen, en als ik
vraag dit eerbewijs af to slaan, is het niet
Uit verlangen om wijzer te zijn, dan Uwe
Majesteit, maar uit een gewoonte die on
verbreekbaar is, door langdurig bestaan.
Zou ik mijn eigen instellingen verachten?
God verhoede het!
Een goedkeurend gemompel ging door de
zaal, terwijl do Deken herhaaldelijk toe
stemmend knikte. Door deze tactiek had de
Vorst het Hof voor zioh gewonnen. De Kei
zer van zijn kant moest wel toegeven aan
zoo duidelijk cn waardig uitgesproken be
zwaren.
Een wetgever behoort de eerst» t« zijn
om ze na te leven. Zoodoende kan hij zich
van Gods goedkeuring overtuigd houden,
wanneer hij zich beijvert ze te handhaven,
en als iemand trouw wenscht te zijn aan
een beginsel, dat zoo duidelijk wortel geala-
gen heeft in het geweten, zou het onver
geeflijk zijn hem te dwarsboomen. Doe dus
wat u goeddunkt. Vorst.
Zoodra de toejuiching die op de beslissing
des Keizers volgde verstomd was. vervolgde
hij: Ik meen, he»r Gast, van reizigers uit
Indië vernomen te hebben, dat men aldaar
veel opheeft met verschillende soorten van
plechtigheden. Vele van onze eigene heilige
instellingen zijn ontleend aan andere gods
diensten. Daaronder zijn die uit heidenecho
tempels stammen, andere wellicht van de
Hindoes. ie zal het zeggen? Daarom zou
ik schromen u tot bijwoning van een onzer
kerkelijke plechtigheden te nnodigen. zoo ik
niet wist dat zij van zuiver Griekschen oor
sprong was. Zulk een zal hier van avond
plaats hebbent Wij noemen ze Pannychiden.
Het voornaamste er van is een processie van
monniken uit de heilige huizen dezer stad,
en van de eilanden binnen de grenzen onzer
Oostersche Kerk. die. Gode zij dank van
wijder omvang is. dan onze Staat. De va
ders zijn reeds sedert verscheidene dagen
vergaderd. Zij zullen met zonsondergang in
de siafl bijeen komen om den stoet te rege
len
(Wordt vervolgdj