Spionnage in den grooten oorlog DINSDAG 26 APRIL 1932 DERDE BLAD PAG. 9 DE ENGELSCHE SPIONNAGE. DIE OVER DE GEHEELE WERELD WERKT I over de grenzen van den oorlog 'been. Welk een onaangename verrassing hebben de Fransche „bondgenooten" niet beleefd, toen nog slechts enkele jaren geleden, op een kouden Decemberdag, de ontdekking van ge- j heel een Engelsche spionnage-centrum in Parijs hen als een koud bad op het lijf viel. Van de oudste tijden af zijn spionnen als Zoowel het Engelsche gezantschap als de Verachtelijke wezens beschouwd. Voor een Regeering ontkent elke wetenschap, en aan 'deel wellicht voorkomende uit het feit, dat j de Intelligence Servicewordt natuurlijk zii voor geld, voor veel geld hun werk ver richtten. en meestal liedon waren zonder beginsel, zonder vaderland, zonder wat men Innerlijke eer of fatsoen kan noemen. Naar mate de techniek, en de internationale ver houdingen in de oorlogvoering zich hebben ontwikkeld, is de spionnage tot een weten schap geworden, waarvan het dienen slechts dan nog als minderwaardig geldt, wann het uitsluitend om gele? geschiedt. Die spion nage heeft geenszins uitsluitend op militair doch ook opv diplomatiek ja zelfs op het ge woonste burgerlijk gebied plaats. Gedurende den grooten oorlog heeft zij zich ontwikkeld op een tevoren onbekende wijze, ontwikkeld ook in dezen zin, dat de spionnen zich niet tevreden stelden met het vergaren van be richten, doch invloed om zich hoen trachtten te verspreiden, gevoelens trachtten te wek- kenu. die als défaitisme zijn gekenmerkt. Het ietwat 'verborgen werken dezer spion nen moge velen verachtelijk schijnen, mon kan niet uit het oog verliezen, dat tal van dienaren van den een per soonlijken moed toonen, waarbij die op slagveld in den,stormaanval, ouder den in vloed van het gevecht, klein begint te lijken. Want de spion werkte in 'n omgeving, waar in één verkeerde blik, één verkcord woord hem of haai; kan verraden; hij moet be schikken over een onbeperkte zelfbeheer sching. over zenuwen, die hem zelfs in het; hachelijkst moment niet in den steek laten, en alleen dan kan hij, wanneer bovendien alles medewerkt, resultaten bereiken. Welke belangrijke resultaten is dikwerf onbekend aan tal van degenen, die zicli nauwelijks voorstelling maken van wat er aan geheim zinnige geschiedenissen in den oorlog zich beeft afgespeeld. De Engelsche spionnage de beste. Van de diverse spionnagediensfen mag de Engelsche wel als de besfe worden be schouwd. Eigenlijk gaat het niet aan de Engelsche Intelligence Sendee, die in Dow ning Street, temidden van de opperste orga nen der regeering, is .gevestigd, als spionna- gedienst zonder meer te beschouwen. Want zij is meer, veel meer; zij is zelfs zooveel, dat de >ppermachtige organen, temidden waarvan zij werkt, maar voor een zeer klein gedeelte vat op haar hebben en invloed zich op haar kunnen doen uitgaan, en dat het aantal gevallen niet gering is, waarin de leid ar van de Intelligence Service %in het bezit was van geheimen en wetenschap, waarvan hij zich wel wachtte de loden der regeering, den Premier inbegrepen, in ken nis te stellen. De Intelligence Service heeft een lang ver leden achter zich, dat tot de tijden van Hen drik VII en Kardinaal Wolsey teruggaat, om, met een lange onderbreking, voortgang te vinden bij Elisabeth, die door William Cecil, Lord Burleigh en Sir Francis Walsing- 6am de verdere uitbreiding en perfectionnee- ring deed geschieden. Cromwell heeft daar uit zijn geheim kabinet opgebouwd, en na Item heeft geen Engelsche staatsman dit machtig instrument ongebruikt gelaten, al heeft niet ieder het weten te hanteeren gelijk William f>itt het deed. Uit dit alles volgt reeds, dat de Intelli gence Service bogen en ooren evenzeer open heeft in vredes- als in oorlogstijd. Zijn dien sten zijn over geheel de wereld verspreid, omdat over geheel de wereld Engeland zijn belangen heeft. Zij luisteren eenerzijds in hoeverre de trouw aan Engeland voorge wend of werkelijk is; zij beïnvloeden ander zijds gedachten, die zich ten gunste van Engeland kunnen keeren. De agenten van de Intelligence Service zijn van den meest uiteenloopenden rang. Er zijn diplomatieke agenten; er zijn technische, verdeeld naar leger en vloot Er zijn agenten, die een vaste verblijfplaats heb- zijn er, die voortdurend reizen. Er zijn agenten, wier gebied van actie onbe paald is, en er zijn er ook, die uitsluitend pp ihet economisch terrein werkzaam zijn. De Intelligence Service Aan het hoofd staat de chef. met een sous chef, onder welke beiden gedelegeerden aan de ministeries van buftenlandsche zaken, van koloniën en van" binnenlandsche zaken ressorteeren. Maar ook de allerbelangrijkste afdeeling van de inlichtingen, welke mili taire, maritieme en luchtvaart-attaché's kent, verbonden aan de diverse ministerieën, en daarnevens consuls, agenten van don ge- helmen dienst, en internationale agenten, veer onder andere ministeries ressor teeren. Het Special Intelligence Department is het orgaan, dat alle documenten verza melt en opbergt, natuurlijk om ze te gele gener tijc) voor den dag te brengen; de chefs van den specialen dienst der koloniale ge bieden en die van het Indische departement ressorteeren hieronder. Het is niet onwaar schijnlijk, dat gedurende den oorlogstijd de Intelligence Service versterkt is met tal van tijdelijke krachten, vooral onder de mobiele agenten, maar zijn werkzaamheid reikt ver niets gevraagd. Het is niet zoo heel gemakkelijk dienst van de Intelligence Service te treden. Er moeten bijzonder redenen voor zijn. en men moet een bijzondere ontwikkeling be zitten. Gezien den aard van het beroep, kan het niet verbazen, dat lieden, die op den drempel tusschen leven en dood staan, ten gevolge van zedelijke of materieele cata strophe, in de gelederen van de Intelligence Service plaats verkrijgen, uiteraard voorop gesteld, dat eenige moreele catastrophe met een algemeen begrip van misdaad niet te maken heeft. De opleiding der agenten De Intelligence Service leidt de agenten zeer nauwkeurig op, want in Devonshire is de school, waaruit de agenten voortkomen. Robert Boucard, die bijzondere belangstel ling op het gebied van spionnage heeft ge toond. weet ons te vertellen, dat twee jaren van lichamelijke ontwikkeling voorafgaan aan de eigenlijke intellectueele opleiding, gedurende welke allereerst aan de aanstaan de agenten wordt geleerd om te correspon- deeren op een wijze, die den onvoorbereide zeer zeker niet zal trefffen en zelfs den voor bereide meer dan eens om den tuin leidt. Hoe zou men in een goed gepointilleerde tee- kenlng van bepaalde bladeren van boomen of in de nauwkeurig uitgewerkte vleugels van een vogel de weergave van het schema eener versterking vermoeden? Het spreekt vanzelf, dat bij de opleiding de talen een plaats van beteekenls innemen, en dat daar nevens de geschiedenis van de spionnage, de listen, de onverschrokken bekwaamheden van het verleden met ijver worden geleerd. De geschiedenis vertelt, dat een der tyran- nen van Syracuse, die de Ioniërs tot op stand tot Darius wilde aanzetten, zich van den kalen sohedel van zijn boodschapper bediende om daarop in uit te wissohen en weer tevoorschijn te brengen inkt een brief te schrijven. Inderdaad is de boodschapper gevangen en onderzocht, en losgelaten, om dat men niets bij hem vond. Wie zou ook op dit denkbeeld zijn gekomen! Het merkwaardigste, maar tegelijk de re den voor het veelvuldig resultaat van de Intelligence Service is toe te schrijven aan de onafhankelijke positie die deze inneemt Immers, feitelijk ondergeschikt is de dienst aan' geen enkel departement of aan alle departementen tegelijk, en het hoofd van d.en dienst, met de grootste zorg uitgekozen, overleeft in den regel geheel een reeks van ministers en regeeringen. De Intelligence Service kan leugens verzinnen alsof deze ge drukt zijn; men behoeft maar te denken aan datgene wat de dienst op maritiem en conti nentaal gebied gedurende den oorlog uit vond. Zoo is het voorgekomen, dat de Intelli gence Service, handelende los van eonig departement, agenten zond naar Kiei, Emden en Cuxhaven teneinde een voorgenomen uitloopen der Duitsche vloot te vermijden, uitloopen dat de Engelsche admiraliteit met voldoening zou hebben gezien, maar dat de Intelligence Service tegen het belang van 't land oordeelde. De dienst heeft eigen financiën, die het van het gewone budget toegewezen krijgt, maar die hij versterkt door eigen operaties ter beurze en elders. Men begrijpt, dat bet voor een lichaam als de Intelligence Service niet uitgesloten is om zekere valsche finan- cieele of andere berichten te verspreiden; de dienst cïoet dit niet om eenig particulier belang te dienen, maar slechts om door een stevige, kas in staat te zijn de belangen van het land beter te behartigen. Robert Boucard, ten volle erkennende wer.ij uiterst belangrijke diensten de Intelli gence Service in oorlogstijd aan de Gealli eerden heeft bewezen, en ook volledig erken nende hoezeer Fransche en andere spionnage diensten tekort schoten, waar de Engelsche nimmer of bijkans nimmer faalde, gaat in zijn bitterheid tegen de eigenaardige macht van de Engelsche spionnage zoover, de Intelligence Service zelfs in verband te bren gen met den aanslag op de „New Hamp shire", waarmede Lord Kitchener veronge lukte. Hij zegt het niet bepaaldelijk, maar hij constateert, dat nimmer een onderzeeër in de omgeving is waargenomen; dat mijnen niet zijn ontdekt, en dat voorzeker, had eenig vijandelijk land dezen aanslag ge pleegd, het niet zou hebben nagelaten daar van onmiddellijk met grooten ophef te ge wagen. Kitchener was een der weinigen, die zich aan de macht van de Intelligence Ser vice onttrok, die eigen weg ging, togen de raadgevingen van den dienst in. Alleen daar uit te concludeeren, dat deze dienst heim ten gronde heeft gericht, schijnt toch wel wat erg gewaagd! Een onafhankelijke dienst zou de dienst kunnen werken, indien niet medewerking door leger en vloot, door bin nen- en buitenlandsche zaken werd verleend. Gedurende den oorlog was het Hotel Bristol in Warschau, naast Hotel Europe wel het voornaamste Dezer stad, die een poort is tot het Oosten, zonder dit naar het uiterlijk al te erg te toonen, wel hét'meest mondaine en elegante. Zoolang de. Russen Polen nog bo- zet hielden, ja zelfs op het oogenblik, dat zij hun invallen in Oost-Pruisen deden, achtte de Intelligence Service het gewenscht op de hooogte te zijn van wat in het Russische leger omging. Gelijk later is gebleken, niet ten onrechte, en zelfs heet het, dat de Intelligence Service er op een gegeven oogenblik bijna in is ge slaagd om den Keizer ga oogen te openen voor het s&boteerend verraad van enkele ziiner generaals en zoodoende Grootvorst Nicolaas r-5eds vroeger den weg naar het opperbevelhebberschap te openen. De Intel ligence Service behoefde een centraal punt, en dat werd gevonden in het Bristol Hotel Er zullen weinig bezoekers geweest zijn in Die jaren, die in den buitengewoon belang- wekkenden en statigen portier een dienaar van de Intelligence Service hebben vermoed; die hebben begrepen, dat bijkans alles wat in het hotel aan personeel was, in dienst was van de Intelligence Service. Toen kwam het oogenblik, dat de Russen moesten terugtrekken; dat de Duitschers na derden. Kort beraacfc de Intelligence Service bleef om den vijand gade te slaan. Dat ging vrij langen tijd goed, totdat 't toeval, dat zoo dikwijls aan de spionnage te hulp komt. het spel bedierf. Een stukje post van den eer- waardigen portier viel in handen van de Duitschers, die naar oorlogsrecht korte met ten met hem en het verder personeel maak ten. Dit werd daarop bijkans geheel door personeel van den Duitsohen spionnage- dienst vervangen, en wie weet wat daarvan nog over is, of wat ook al weer reeds zijn plaats aan de Intelligence Service heeft moe ten afstaan 1 Men deinst voor niets terag Voor geen middel Deinst inderdaad de In telligence Service terug. En het is alweer Boucard, die ons daarvan een zonderling, afgrijselijk, en bijkans wat sterk gekleurd voorbeeld geeft. Het is tijdens den oorlog voorgekomen, dat de nachtrust van den Prefect van politie In Parijs werd gestoorD door enkele Britsche officieren, die met na druk uit dringende overwegingen verlang den den Prefect te spreken. Alle pogingen van attaché's om het met hen af te doen, mislukten. In tegenwoordigheid van den Prefect gebracht, aarzelden de Britsche offi eieren, want wat zij kwamen vragen, was inOardaad wat zonderling. Zij wenschten een oorlogslist aan te wenden teneinde de Duit schers te misleiden; zij wenschten op een bepaald gedeelte van het slagveld den in druk te wekken van een mislukten Engel- schcn overval. Daartoe waren lijken, in En- gelsch uniform gekleed noodig, en de Intel ligence Service wenschte die van den Pre fect. Rondweg gaven zij toe, dat de lijken van Zijner Majesteits soldaten op het slag veld helaas al te talrijk, daartoe te goed waren. Toen de Prefect, na overleg met d® regeering, weigerde ook de stoffelijke over- sdhotten van misdadigers af te staan, kreeg de Intelligence Service zijn zin enkele dagen later, omdat krijgsgevangenen wegens onge hoorzaamheid moesten worden neergescho- EEN BEZUINIGING, WAAROVER TE PRATEN VALT IN HET BELANG DER KINDEREN „Veel spelen, veel werken met de handen, vertellen, zingen, de rest komt later wel" ten. Minder erg, maar al even luguber is de list, die vlak nabij de Hollandsche grenzen werd toegepast. Daar. waar een strook Bel gische grond bijkans geheel door Hollandsch gebied is omgeven, vestigde de Intelligence Service een hoofdkwartier van spionnage. Het heette tal van malen, Dat Belgen, in den vreemde overleden, in vaderlandsche aarde wenschten te worden begraven, en dat moest dan altijd In Bar ie Due geschieden. Do Duitschers meenden geen reden te hebben om zich tegen deze wenschen te verzetten, n, wanneer de familie, hetzij uit eigen erlangen, hetzij krachtens Den laatsten wil an den gestorvene, 'het verzoek deed om die begrafenis te doen plaats hebben, werd dit in den regel toegestaan. Een groote som golds moest gestort worden om zekerheid te geven voor den terugkeer der Belgische bloedverwanten en De lijkkist moest zorg vuldig door een Duitschen dokter worden onderzocht, voordat deze de grens mocht overschrijden. Nimmer hebben deze Duit sche doktoren, vermoedelijk geholpen door dienaren van den Duitschen spionnage- dienst, kunnen ontdekken, waar de berichten scholen. Totdat zij een keer, nadrukkelijk gewaarschuwd, de familie verjoegen en het stoffelijk overschot aan een grondiger onder zoek onderwiepen dan tevoren. Niets von den zij, niets ook in de kleerenj waarin het was gehuld, maar eindelijk weixl een pa piertje gevonden in de keel van den over ledene en dat papiertje bevatte de berichten. Vanaf dat oogenblik behoorden de begrafe nissen tot het verleden! Het zijn geen fraaie, het zijn wellicht zelfs geen geoorloofde listen. Die werden begaan, maar de oorlog leidt tot het wegnemen van alle gedachten van fatsoen en gevoel. Geen enkele partij in den oorlog is de schuldige van bepaalde daden of gruwelen; het is de oorlog zelf en Daarom dezen, dien men moet uitbannen! De heer J. C. WI r t z Czn. te Oagstgeest schrijft ons: Zo nu en dan krijgen we een voorproefje van hetgeen in het een of andere rapport van een Staatscommissie te vinden zijn. De kranten heben ons o.a. al verteld, dat vooral op het onderwijs bezuinigd zal moeten worden. Dat verwondert mij niet. Reeds in 1928 kon men in bulletin No 13 lezen, dat ln Nederland 22 procent van het Staatsbudget aan onderwijs ten goed-? I kwam. Tien and-ere landen werden daar ge noemd. waar het overal lager, soms veel lager was, b.v. Frankrijk met' slechts 4.8 Nu komt de vraag, waar men de bezuini ging zal vinden. En het rapport zal daar op naar men zegt, antwoorden o.a. door de lagere klassen der school toe te vertrouwen aan onderwijzeressen, die een veel eenvou diger opleiding hebben genoten dan de tegenwoordige. Natuurlijk ging er bij het hekend worden dadelik een gehuil op in zekere klingen, waar men b.v. voor de leid sters van een Kleutertehuis een diploma vraagt, waaruit blijkt, dat de bezitster ge ëxamineerd is in 21, zegge een en twintig vakken en daarenboven bewezen ljeeft een muziekinstrument te kunnen bespelen. Er ziin echter ook onderwijsmannen, die er anders over denken. Hobma schreef oens: „De hemel beware ons voor hooggeleerde en zeer hooggeleerde in het Kleuterteliuis: zij zullen er niet tehuis zijn en ze zullen het voor de kleuters niet tot een tehuis maken". Wijlen P. Oosterlee heeft altijd gestreden tegen de uniforme opleiding en pleitte voor drieërlei opleidingsinrichtingen. Nieuwker- ke weet, dat heel veel onderwijzers en onderwijzeressen in de school met de kin deren repeteren, wat ze zelf geleerd heb- oen en daarom zegt hij: „Onze kinderen hebben zich eerst een indigeste gegeten aan de vakken van a tot k en nu moet er rhabarber uit de apotheek komen in de vorm van lichamlike oefening". En van de opleiding der onderwijzers zegt hij: „Het was opgeplakte, parate kennis, veelweterij, halfweterij. schijnweterij, horenzeggenwe- terij. die voorbestemd is om verwaand te maken en verwaandheid vermoordt de be scheidenheid". Jan Ligthart was ook al niel te spreken over de opleiding, want hij zegt: „Maar weet ge, ten onzent gebruikt men de I. Kooistra's om meisjes klaar te ma ken, en als die meisjes op haar 18e jaar klaar zijnom klaargemaakt te worden. dan ontneemt men ze aan de leidsters en stuurt ze het land in om zich daar, na de vroege akte. een vroege zwakte te verove ren. als 't kan een vroege zenuwziekte. Ten onzent is de opleiding ergerlik, om niet te zeggen schandelik achterlik". Prof Dr. H. Bavinck verwachtte ook niet alles van de school als hij zegt: .Alen behoeft op school niet alles te leeren en op een examen niet alles te weten, wat men in het leven be hoeft; het leven zelf is zulk een uitnemende school, dat men er gerust wat aan overla ten kan; en weinig en goed is altijd beter dan veel en slecht" In nummer 11 van 15 Maart 1918 van het Correspondentieblad der vereeniging van Christelike Onderwijzers kan men een wets ontwerp vinden, waarin drieërlei opleiding wordt aanbevolen. Daar worden de inrich tingen genoemd: Dagnormaalscholen A met een vierjarige cursus; Dagnormaalscholen B en Kweekscholen, beide met een vijfjari ge cursus. De eerste zijn bestemd tot op leiding van onderwijzeressen, die alleen in klasse 1, 2 en 8 van de lagere school mogen Hier is dus een vereniging van onder wijzers, die 14 jaar geleden hetzelfde be pleitte, wat nu vermoedelijk in het rapport zal aanbevolen worden als bezuinigings maatregel. M.i. heeft de Minister nu een prachtgelegenheid om twee vliegen in één klap te slaan. Hij kome met een ontwerp tot het instellen van een akte van be kwaamheid als leidster van een Kleuter tehuis en schrijve daarin de bepaling, dat de bezitsters van deze akte ook benoemd kunnen worden voor de eerste, tweede en derde klas \an de lagere school. In het ont- werp-De Visser werd in art 39 geëist be kwaamheid in „lezen en Ned. taai met ele mentair spreekonderwijs. vertellen, zingen, tekenen, spelen, handenarbeid, nuttige handwerken voor meisjes. schrijven, aardrijkskunde irrsrhindents, kennis der natuur, gezondheidsleer en verba .dleer alsmede de method* van ondenvija en op voeding voor jeugdige kinderen". Reeds vroeger schreef ik in A. R. Staatkunde. „Deze eisen zijn op zich zelf niet overdre ven: het hangt alles af van de nadere om schrijving en vooral, van de uitvoering." Wanneer men de zaak zo regelt, handelt men ook menskundig. Gewoonlik werkt men in Den Haag veel met aftrekken. Een onderwijzer begint b.v met f 1200, dat lijkt heel wat, maar dan gaat men aftrekken voor leeftijd voor pensioen, enz zoodat er ten slotte veel te weinig overblijft Zo ook maakt men een regeling, waarbij een mooi eindsalaris in uitzicht wordt gestold, maar •oor de ongehuwden worden enk?le verho gingen niet uitgekeerd. Zo zou men ook een akte A kunnen instellen voor onderwijze ressen der lagere school en daarbij kunnen bepalen, dat ze ook mochten werken in het Kleutertehuis. Dat zou echter als dégrada- tie beschouwd worden Omgekeerd: een akte als leidster van het kleutertehuis, die recht geeft ook in de lagere school te werken, wordt als promotie opgevat Ik beschouw dit voorstel niet als bezuini ging. hoewel het ongetwijfeld daartoe leidt; maar uitsluitend in het belang van de kin deren, die nu op de lagere school opgeof ferd worden aan onderwijzeressen, die hert knap zijn. maar niet kunnen geven aan kleuters, wat kleuters noodig hebben: vee" spelen, veel werken mei de handen, vsr tellen, zingen: de rest komt later wel en dan ook veel vlugger en zonder boven matige inspanning Daarom hoop ik, dat nu eens allereerst gedacht zal worden aan onze kinderen en wel zó. dat tal van onderwijzeressen ont last worden en de schatkist er wel hij vaart. Radio Nieuws. DINSDAG L'fi APRIL VARA: Internationale i Hilversum VARA: Orkest i Hilversum VARA: tiramofoocmuzlek l Hulzen KRO: Kuni 9.10 Hulzen KRO: H. A- Breukers: Indlai i VARA: Persberichten LVSDAG, 27 APRIL i NCRV: Dameskoor Gemengd Nieuws KIND IN EEN BEERPUT GESTIKT. Te Etten en Leur (N.-Br.) is het tweejarig kindje van den arbeider A. Brommers spelen derwijze in een in den grond gegraven 1 M. diepe carbid-bus, die als beerput dienst deed, gevallen. De moeder, die buiten aan het werk was, miste op een gegeven oogenblk haar zoontje. Toen zy ging zoeken vond zij het met het hoofdje omhoog in de beerput liggen. Op haar geroep kwam een voorbijkomende auto mobilist, die een dokter uit Goes bleek te zyn, te hulp. Er werd nog getracht door middel van kunstmatige ademhaling de leversgeesten. op te wekken, doch tevergeefs. De inmid dels ontboden dokter uit Etten constateerde den dood door verstikking. NOODLANDING. Het militaire vliegtuig 306, komende uit Rotterdam met bestemming naar Soesterberg, bestuurd door vlieger Roos, heeft een nood landing moeten uitvoeren te Lopik, wegens motordefect. Het vliegtuig kwam by de landing in een sloot terecht en sloeg over den kop. De bestuurder bleef ongedeerd. Het vlieg tuig is gedemonteerd. OVERSTROOMING IN ZUID-SLAVIE ln het Noorden van Zuid-Slavië is de Save buiten zijn oevers getreden en heeft vele steden en dorpen overstroomd. Niet minder dan 25.000 menschen kwamen door deze overstrooming dakloos te staan. 15.00 Hilversum VARA: Planorecital 15.00 Hulzen NCRV: Délftech Trio 15.30 Hllverdum VARA: Pianorecital 15.50 Kön Igiwusleiliausf n: Coocer 16.05 Davantry: Orgelooocort 18.20 Lmgenb»rs: Ve-pereon<*rt 16.S0 Hulzen NCRV: Gramofoo>nmu*i®k 17.50 Londen R: BBO-orX«at 19.20 WiracQiu: Orkest 20.00 Hulzen NCRVUrnmofooamuziek Kerkdiensten i 8.00 Hulzen NCRV: Srhrlftlezlnjr 17.80 Hilversum VARA: Prof. Ar. mr. Polak: Natuurwet. Denkwet. Zedewet. 18.00 Huizen NCRV: H. Pllon: voor de land bouwers 15.40 Hl 1 ven 1630 H 1 I ve r s klndecen 17.00 H u l zen NCRV: Mej. J. v. d. Spek: kln- 4CRV: Persberichten PRAAG LAAT DEN HAAN KRAAIEN wDA?«4^!.JJ?ihl8<2le Omro«r>maatechapplj. het Radlojournal, komt met leta nieuws. Vanaf Me[ zu^ea morgen concerten, afge- zymiiastlek.iiirTAnsin^r, muigouwjucerien, aige- gimnastlek-ultzendlngen, worden soecven, aan het begin waarvan de luisteraars worden althans Indien zij hun toestel hebben laten aanstaan door een luid Jube- Kukeleku Hiertoe ia het grekraal van 'n vocaal opzicht meest beesa'de hanen uit de TsJ-scho-SiowakIJsche republiek op e«n 2-ramofoonplaat vastgelegd, welke lederen mor- m'nuten voor zes Am sterdam sche ei worden afgedraaid. Volledige programma's In de Lmroepglds. Duidelijk# foto's; best verzorgd Radio- blad; 4 gld. per half jaar of 18 ct. per weck Ned. Cbz. •tadlo-VereenlglLg, Voog- leuzang, Ede. Draagt bij in de omroepkosten. BRANDEN Te Amsterdam werd Zondagnacht brand ont- ddkt in een bioscoop aan den Middenweg L# brandweer bluschte het vuur, vermoedelijk ontstaan door het wegwerpen van een siga ret. Het voorste gedeelte van de bioscoopzaal brandde uit Te Amsterdam brandde een werk- en op slagplaats van rijwielen met een stuk woning in de Ëlasiusstraat af. De brand was ontstaan, doordat de eigenaar Zondagmorgen aan het soldeeren was gegaan, waarbij de benzine-sol- daarbout in brand vloog. Te Uss (N. Br.) brandde de bcerdery en schuur van wed. de Haas af. Een varken en eenige kippen kwamen n het vuur om. Alle# was laag verzekerd, wek bedragen. ROOFOVERVAL. Te Houthem (L.) werd een 30-jarige .men door twee hem onbekende personen overval len en van f b00 beroofd. De daders, die hem van achteren aanvielen brachten hem met een hard voorwerp twee slagen op het achterhoofd toe, waardoor hy van zyn fiets viel en bewuste loos geraakte. De daders maakten hiervan gebruik om het geld, dat onder zyn jas verborgen was weg te nemen. Voorbijgangers troffen den man in zorgelijken toestand aan .Medische hulp was spoedig ter plaatse. Het slachtoffer kon geen duidelyk signale ment van de daders geven aan de onmiddel lijk uit Valkenburg gearriveerde mare- chaussee. MAN DOODGEREDEN Tusschen Nijmegen en Kleef is de 40- jarige J. D. door een onbekende auto over reden en doodelijk gewond. Eenige uren later is de man overleden. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA Tweede Ideaal: Hij gelooft dat in rijn volk het genie sluimert van de Moor en, en hij wil alles aanwenden, om het te doen wed- iiveren met dat wonderlijke menstnenras. Van de Mooren, Sheik? Die heb ik altijd beschouwd als plunderaars van heilige ste den. ongeloovigen, weggezonken in den nacht van onwetendheid, die den naam van God gebruikten als dekmantel vom* verra derlijke invallen en het vergieten van stroo lmen bloeds. Da Sheik hief het hoofd fier omhoog. Ik ben een Arabier, en de Mooren zijn Arabieren, van het Oosten naar liet Westen getrokken! VArceef mij, zeide zij zacht. Hij bedaarde en antwoordde: Als het u .Verveelt, prinses, kan ik over andere onder werpen spreken. Mijn geheugen is gelijk een sandelhouten juweelkistje. Ik kan het naar willekeur openen en er iets uitnemen, dat U beter behaagt. Neen .antwoordde zij argeloos, aan een held in het werkelijk leven heeft men meer dan aan de schoonste parabel. Daarenboven moet ik nog het derde ideaal van uw vriend, prins Mohammed, hooren. Hij sloeg zijn oogen neer, opdat rij den glans van genoegen, die er uit straalde, niet Mijn heer zegt, dat de oorlog een nood zakelijk kwaad is, dat hij als Sultan niet vermijden kan. Indien hij geneigdheid toonde om zioh tevreden te stellen met het (56 keizerrijk, zooals rijn groote vader het hem zal nalaten, zouden naijverige buren hem uitdagen. Hij moet zijn beleid toonen in zelf verdediging;. Is dat gedaan, dan neemt hij zich voor het pad te bewandelen door Abder rahman, den edelste en beste uer Westersche KaJifen, wit en effen gemaakt. Hij zal begin nen met een hoofdstad te stichten aan den Bosporus. Dat, prinses, is het derde ideaal van prins Mohammed. Neen, Sheik, aan de zee van Marmora, misschien de stad Broussa? Ik deelu zijn ideaal mede, zooals hij zelf het mij verhaalde. Want waar, zeide hij, vindt men op deze schoone aarde heer lijker natuur dan aan den Bosporus? Waar wolft een zachter hemel zich boven een schooner kanaal, door de natuur bestemd tot de edelste doeleinden? Waar zijn de zeeën zoo getemd en binnen haar palen te ruggebracht? Bloeit de roos hier niet het gn- heele jaar door? Ginds het Oosten, hier het Westenmoeten zij elkander vreemd en vijandig blijven? In zijn hoofdstad, wier mu ren sterk zullen zijn als de grondvesten der hergen. met onbreekbare ijzeren poorten, en torens tot in de wolken, zal hij alles verga deren wat schoon en goed is, wetende dat men, om Allah goed te dienen, zijn mede- mensohen moet dienen. Al. zijn medemensohen, Sheik? Ja. allen. Dat is goed, zeide rij zacht, wai t indien gij uwe brr'ideron aLeen groet, wat doet gij boven anderen? De Sheik glimlachte en zeide: En dit zegt de laatste Profeet: Wend het kwade af door goed te doen; en zie, hij die uw vijand was zal u worden als ware hij eon vriend. Een goede echo, antwoordde zij. Zal ik voortgaan, prinses? Ja. Ik 9prak van het derde ideaal. Om zijn hoofdstad tot het middelpunt der wereld te maken, zal hij een haven bouwen, waar schepen van alle landen kunnen binnenioo- pen en in vrede naast elkander liggen, en vlak daarbij, ten dienste der handelaren, een bazaar met marmeren bevloering en glazen dak; in het midden een herberg voor kooplieden en reizigers, die geen and?r tehuis hebben. In navolging van Abderrah- man zal hij een Universiteit stichten met vele leerstoelen. Meldt zich een godsdienstig man aan, men zal hem niets anders vragen dan: Gelooft gij in God? Is zijn antwoord, ja, dan zal hij hartelijk welkom zij-n. Want, zegt mijn Heer, wat doet het er toe onder welken naam men God aanbidt? Of hij Jn dezen of genen vorm wordt vereerd? Staan de of geknield? Is het geloof niet alles? De prinses was geroerd. Haar gelaat blonk en zij zeide half tot zich zelve: Dat is een schoon ideaal. Als prins Mohammed met zulke plan nen vóór zich één zelfzuchfigen droom koes tert, zoudt gij hetn dan veroordeelen, prinses? Waarin bestaat die zelfzuchtige droom l Hij zegt wel eens: Licht is het leven der wereld, liefde is het licht van het leven. Hoordet gij ooit hoe Othman zijn Malkatoon kreeg? - Neen. Het is eern Turksche liefdesgeschiedenis Mohammed vernam haar van zijn moedei, toen hij nog klein was, en hij heeft die ge schiedenis nooit vergeten. Hij geLooft dat hij eenmaal een vrouw zal ontmoeten, verstan diger en schooner dan eenige andere. Wan neer zij zijn pad kruisen zal weet hij niet Toch ziet hij naar haar uit, te meer daar haar eerste aanblik zijn eerste les zal wezen in het mysterie der liefde. Hij zal haar ter stond kennen, want haar ziende zal een licht in zijn hart ontbranden, waarbij rijn geest haar geest herkennen zal. De Sheik knielde neder en kuste den grond voor haar voeten O prinses, zeide hij, zich half oprichtende, ik ben de afgezant van prins Sfohammed. Vergeef mij dat ik deze mededeeling durfde verdagen. Zijn afgezant! Met welk doel? Ik ben bevreesd, en sidder. Weder kuste hij den marmeren vloer. Verzeker mij van uw vergiffenis, prin ts, dat zal mijn moed doen herleven. Het is vreeselijk te heven van angst. Gij hebt niets misdaan. Sheik, tenzij het een misslag was, dat gij het beeld van uw meester te partijdig hebt geschetst Spreek dus vrij uit. Het is nauwelijks drie dagen geleden, dat gij de gast waart van prins Mohammed. Ik ijn gast! Van Mohammed? Zij stond op van haar stoel. Hij ontving u in het Witte Kasteel. En de Gouverneur? Hij trad op als Gouverneur. Zij zonk in haar stoel terug, stom van erbazing. Prins Mohammed kwam op het Kasteel, toen uw boot en die andere in 't gezicht kwa-1 en spoedde zich naar de aanlegplaats J om te helpen in geval dat er gevaar dreig de. En nu prinses, weigert mijn tong verder te gaan. Hoe kan ik, zonder u te beleedi- gon, schetsen, wat hij, u ziende, gevoelde? Zijn eerste indruk was de wondervolle sa menloop der omstandigheden, uw kom:t en de zijne zoo bijna gelijktijdig; de plaats dor ontmoeting, zoo vreemd; de storm schijnbaar een beschikking des hemels. Toen hij u zag en hoorde jubelde zijn hart: Dat is zij, mijn Koningin, mijn Malkatoon!... En gisterl... Wacht even, Sheik. Brengt gij mij een boodschap van hem? Hij droeg mij op u te groeten, prinses Irene, en u te smeeken of hij komen mocht, om u in persoon de hand te kussen en u van zijn hoop te spreken en zijn liefde neer te leggen aan uw voeten. Twijfelt hij aan de oprechtheid van mijn Christelijk geloof? Haar stem klonk zadht en treurig. Met versnelden hartklop haastte hij zich te antwoorden: Dat zij een Christin is moge God mij verlaten als ik zijn woorden onjuist weergeef dat zij een Christin is doet mij haar te meer liefhebben, want mijn moeiler was een Christin. Aan den morgen van dezen zelfden dag had Konstantijn haar dezelfde vraag gedaan Toen had zij niet geaarzeld, ditmaal vor derde haar antwoord eenigen tijd Zeg den prins, zeide zij eindelijk, dat zijn boodschap mij vereert en daarom een zaoht antwoord verdienL Zijn verbeelding heeft hem bedrogen. Ik kan de vrouw van zijn d oornen niet zijn. Zij is jong, ik ben oud, ofschoon niet in jaren. Zij is vroolijk, ik bon ernstig. Zij is hoopvol, opgewekt; ik ban onder droefheid groot geworden, en de godsdienst die mijn jeugd in beslag 'nam is de band die mij aan 't levon bindt .Zijn vrouw zal verrukt zijn over de kostelijke dingen, waarmede hij haar zal omringen* dat had ook ik kunnen zijn, had niet dé wijze man lang geleden reeds mijn oor en oordeel gevangen genomen door de ernstige woorden: ijdelheid der Ijdelheden. alles Is ijdeiheid. Ik behoor de toekomende wereld toe, en de dagen hier beneden zijn slechts zooveel dagreizen daarheen. Zeg hem, Sheik, dat terwijl hij droomt van aardsohe palei zen ik van een huis droom, schooner dan ooit eenig bon—.neester kan bedenken, een *!ms niet me* handen gemaakt De moge- lykheid had kunnen bestaan dat ik die steeds het goede en edele heb liefgehad, mijn ziel tot de zijne had voelen nelgen, maar tot op heden zijn mijn hart en ver beelding geheel ingenomen door God. en zyn Zoon Jezus Christus, en d - Moeder Gods, en de Engelen, en alle waarlijk goede mannen en vrouwen. Echtgenoot® zou ik kunnen worden, niet uit winstbejag of om hooger te stijgen, of uit liefde alleen, hoewel ik dien hartstocht waarlijk niet gering acht, want cok hij Is van GodNoen. Sheik zeg prins Mohammed, opdat hij mij niet va? keerd begrljpe, dat ik ziin vrouw zou kun nen worden, indien ik daardoor den gods dienst, dlin ik belijd, kon helpen bevord#- ren. Bracht I' hem dan tevens licM nee ten huwelijk, zoo zou het offer alle smetten wegnemen. Kunt ge cKt alles onthouden en wilt gij alles precies zoo overbrengen'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9