MAANDAG 25 APRIL 1932 Van en over de Ontwapenings conferentie NIEUWE VOORSTELLEN INGEDIEND DE LIJN DER BESPREKINGEN X') Op dit oogenblik vertoeft de keur der Staatslieden weer te Genève. Stixnson heeft Tardieu en Macdonal'd, die hij beiden reeds te Genève sprak, in kennis gesteld met het nieuwe Amerikaansche ont wapeningsplan, geheel opgebouwd op dc door Amerika ingeleide procedure van de kwalitatieve vermindering der bewapenin gen. Amerika gaat daarbij uit van het denkbeeld, dat in de toekomst de Staten slechts zullen mogen beschikken over dat materieel, dat overeenkomstig de bepalin gen, aan Duitschland en de andere over wonnen Staten opgelegd, slechts kan dienen voor de grensverdediging en handhaving van de orcle in het binnenland. Dat echter kwalitatieve vermindering een begrip is, voor verschillende uitlegging vatbaar, heeft de Fransche delegatie te Genève naar voren trachten te brengen, toen zij betoogde eener zijds, dat het Fransche zwaar geschut in den oorlog eigenlijk slechts door locomo tieven naar het front kon worden gebracht Anderzijds, dat tanks moeilijk op zichzelf als aanvalswapenen kunnen worden ge rekend. Maar er is de Amerikaansche prof. Mills, scheikundige \an grooten naam. die juist dezer dagen heeft betoogd, dat chemi sche en bacteriologische middelen aller minst uitsluitend als aanvalswapenen moe ten wordien beschouwd, integendeel veel meer verdedigingswapenen bij uitnemend heid zijn, omdat dc kracht ervan afneemt, naarmate men ze verder van de laboratoria moet brengen. Mills gaat zelfs zod ver, dat hij een verbod van chemische en bacterio logische oorlogsvoering, waarover in Genève vrijwel eenstemmigheid bestaat, slechts aanvaard zou willen zien onder het voor behoud, dat or in een verdedigingsoorlog gebruik van mag worden gemaakt. Teekening in de beraadslagingen Intussohen, de aanwezigheid te Genève van al deze Staatslieden, die aan de directe discussion slechts een ger.ing aandeel nemen terzijde gelaten, moge worden vastgesteld, dat er nu althans eenige teekening in de beraadslagingen begint te komen. Scheen het aanvankelijk, dat in de algemeene com missie opnieuw algemeene beschouwingen zouden worden gehouden; dienden verschil lende landen, waaronder thans ook Neder land te vermelden is, nieuwe voorstellen jn voor de procedure is thans eenigszins een lijn getrokken. In het Bureau van de 'Algemeene Commissie heeft een oratorisch duel van bijna drie uren tusschen den alge- meenen rapporteur Benesj en den Russi sch en gedelegeerde Litwinoff plaats gehad, dat daarmede eindigde, dat president Hen derson zich refereerde aan de beslissingen der algemeene commissie. Dank zij het vasthouden van Benesj is komen vast te staan, dat de algemeene commissie thans zal aanvangen met het bespreken van een aantal der voornaamste principieele pun ten, waarover resoluties zullen worden aan genomen, die aan de technisfche commissiën den weg zullen wijzen. Het Duitsche voorstel Reeds de voige week werd het Duitsche voorstel besproken om art. 1 in zooverre te wijzigen, dat niet beperking der bewape ningen voorop zou staan en vermindering daarop eventueel zou volgen, maar juist omgekeerd zou worden gehandeld. Dit voor stel is verder niet behandeld, maar de be slissing, die ten aanzien van het étappes- gewijze voortgaan met de vermindering van bewapeningen is genomen, gaat wel geheel in de richting van het Duitsche voorstel. Tsjechoslowakije diende met Bel gië, Denemarken, Spanje, Noorwegen, Est land en Uruguay, wel een zonderlinge objectieve combinatie een voorstel in, inhoudende, dat de conferentie definitief t beginsel van vermindering dor bewapenin gen in étappes zal aanvaarden, al wordt daarbij tevens gezegd, dat deze étappes be hoorlijk snel op elkander zullen moeten volgen. De Tjechische gedelegeerde Fierlin- ger. de vroegere gezant van dat land te Den Haag, heeft er dadelijk op gewezen, dat da to sluiten overeenkomst, bevat zij inder daad de vermindering in étappes, tevens een herzieningsprocedure in het leven zal moeten roepen, waardoor vaststaat, dat op regelmatige tijden de ontwapeningsarbeid wordt hervat. Daaraan zal de permanente Ontwapeningscommissie, ook in het ont werp van de Commissie-Loudon voorzien, medewerking moeten verleenen. Tegen het 'beginsel van deze resolutie verzette zich niemand, ook niet Rusland en Duitschland. al gaven hun respectieve gedelegeerden toe, dat zij er de voorkeur aan zouden hebben gegeven, indien onmiddellijk de bewapenin gen tot het laagst mogelijk peil werden IX stond in ons blad van 18 April jl. teruggebracht Hierbij wees de Duitsche ge delegeerde Nadolny or niet ten onrechte op dat in enkele jaren Duitschland zijn land leger op 1/8, zijn vloot op 1/10 der sterkte van het einde van den ooi-log heeft terug gebracht, reusachtige hoeveelheden oorlogs materiaal heeft vernietigd en eveneens zijn groote oorlogschepen en duikbooten; tech nisch onmogelijk is een dergelijke oplos sing dus zeker niet. De vermindering in étappes is verdedigd met een beroep op art. 8 van het Gron'dverdrag, dat inderdaad den Raad opdraagt een plan te ontwerpen, dat eens in de tien jaren naar de noodzake lijke eischen zal moeten worden herzien, dus het kenmerk in zich draagt van op lossing in étappes te willen. Nadolny ver zette zich daartegen dan ook niet. "maar wel verlangde hij, dat de tusschenpoozen zoo klein mogelijk zouden zijn en dat in elk geval het eerste resultaat reeds een flinke vermindering zal met zich dienen te brengen. De criteria Met de resolutie ten aanzien van het tweede der te bespreken punten is het niet zoo gemakkelijk gegaan. Wij behoeven er nauwelijks aan te herinneren, dat, wat dc zgn. criteria van vermindering der bewape ningen betreft, door tal van landien voor stellen zijn ingediend, die onderling groote verschillen toonen. Maar in hoofdzaak ging het hierbij om de vraag of zou worden ge volgd, wat Litwinoff noemde de objectieve dan wel de subjectieve of individueele methode d.w.z., of 'een algemeen criterium zou worden toegepast, geldende voor alle landen in alle omstandigheden, dan wel, dat rekening zou worden gehouden met de bijzondere omstandigheden, die ongetwijfeld voor tal van landen aanwezig zijn. Van de zijde van Titulesco, den Roemeenschen eersten gedelegeerde en de Fransche dele gatie werd met nadruk verlangd, dat naai de criteria, die art. 8 van het Grondverdrag. van den Volkenbond stelt, zal worden ver wezen; criteria, waarbij vermindering dei- bewapeningen wordt verbonden aan de eischen van nationale veiligheid en van nakoming van internationale verplichtingen De vermelding alleen reeds van art 8 van 't Grondverdrag was voor Litwinoff voldoen de reden om tegenstand te toonen, want Rusland is nu eenmaal geen lid van den Volkenbond cn wil niet. langs welken zij weg ook, geacht worden aan eenig artikel van het Grondverdrag van den Volkenbond adhaesie te hebben geschonken. Fransch verzet Intusschen is men het over het tweede punt nog vrij gemakkelijk eens geworden; venvezen is naar art. 8 van het Grondver drag cn erkend is, dat geographische om standigheden voor verschillende Staten een woordje meespreken. Maar het derde punt waarbij allereerst de kwalitatieve verminde ring aan de orde kwam. deed Fransch ver zet in vollen omvang tot uiting komen. Het heet, dat Tardieu. verstoord over het een stemmig aannemen van het beginsel, in punt 1 neergelegd, naar Genève is gekomen om den Franschen aanval tegen verdere uitspraken, die het Fransche plan voor een politieleger in het nauw brengen, te leiden. De Engelsche minister Simon stelde een algemeene, vrij vage resolutie voor, waar in een uitspraak wordt gedaan, dat het be ginsel der kwalitatieve ontwapening wordt aanvaard, cLw.z. de aanvaarding van-zekere categorieën of typen van wapenen, waarvan het bezit of het gebruik aan alle Staten verboden zal worden. Tegen een dergelijke uitspraak richtte zich namens de Fransche delegatie Paul Boncour. De Mogendheden moeten z.i. hun zware aanvalsmiddelenter beschikking van den Volkenbond houden, wanneer en indien een internationale actie tegen den aanvaller ondernomen moet wor den. Frankrijk acht liet buitengewoon be denkelijk, wanneer de Ontwapeningsconfe rentie den Volkenbond de wapens zou ont nemen, die deze op een kwaden dag in het belang van de internationale veiligheid dringend zou behoeven. Schaft men de zware aanvalswapenen af. dan laat men de gelegenheid voorbijgaan den Volkenbond van de noodige machtsmiddelen te voorzien Daarenboven acht Frankrijk 't onmogelijk onderscheid te maken tusschen aanvals- en verdedigingsmiddelen; zelfs een technische Commissie zal hierover niet kunnen beslis sen. De Fransche delegatie verklaarde te blijven vasthouden aan 't ontwerpverdrag van de Commissie-Loudon, den eenigen grondslag, dien zij juist acht voor de op lossing van het oatwapeningsvraagstuk. Begrijpelijk is dat niet, want dit ontwerp verdrag bevat niets, wat in de richting van het door Frankrijk gewenschte politieleger De aanval, 'door Frankrijk op het overi gens onschuldige Engelsche voorstel gedaan leidde er Gibson, den Amerikaan, geens zins toe om zijn instemming aan het Engel sche voorstel te onthouden. Ook van andere zijde werd die instemming gegeven. Yougo- Slavië kwam met een nieuw procédé, en bracht in deze beraadslaging, die nog slechts over de beginselen loopt, een geheel uitge werkt plan waarin is opgenomen, welke wapenen te land, ter zee en in de lucht al dan niet dienen te worden afgeschaft. Italië stelde zich geheel aan de zijde van Amerika gelijk ook de ïtaliaansche voorstellen gaan in de richting van de Amerikaansche die altruïstische!- nog zijn dan deze. omdat Amerika bij het verlies van zware aanvals wapenen te land weinig belang inboet. Scheen bet op deze wijze, dat men, al was het dan ook met een kleine meerderheid een beslissing over de kwalitatieve vermin dering in algemeenen vorm, door Engeland voorgesteld, zou kunnen verkrijgen, de Röe- meenscho gedelegeerde Titulesco greep met een tusschenvoorstel in. Dit tusschenvoorstel is al dan niet als bedenkelijk te beschouwen. Want Titules- co's resolutie eischt voor de kwalitatieve ontwapening eensdeels, dat zij niet zal vooruitloopcn op de later in bespreking komende methode van ontwapening, doch anderzijds, dat zij ook niet. gelijk eigenlijk bij het voorstel van Simon het.geval was, zal bestaan uit een louter platonische be ginselverklaring. Met instemming van 14 delegaties heeft Titulesco een omvangrijk ontwerp uitgewerkt, waarin niet zoozeer een wilsuiting van de conferentie, als wel een met veel voorbehouden voorziene op somming moet worden gezien van de uit den boezem der conferentie naar buiten ge treden mecningsverschillen. In hoofdzaak stelt do resolutie van Titulesco vast. dat er meeningsverschillcn zijn. en waar deze er nu eenmaal zijn, is het beter er voor uit te komen dan 't te verbloemen. Dat neemt echter niet weg. dat het ontwerp van Titu lesco den toestand, gelijk president Hen derson het terecht inzag, wijzigde. Vandaar, dat wel moest besloten worden om zijn resolutie naar de Redactie-commis sie terug te zenden. Het is waarschijnlijk dat, met steun van den inmiddels uit Parijs weer toegesnclden Tardieu deze resolutie zal worden aangenomen, misschien niet een stemmig. maar dan toch met een vrij groote meerderheid. Beslist is er dan nog niets; beslist is dan slechts, dat men inderdaad tot een zekere mate van kwalitatieve ver mindering van bewapening zal geraken; beslist is echter evenmin, dat men niet tot een internationaal politieleger zal overgaan De bespreking van bijkans elk punt brengt de Fransche voorstellen naar voren; doet de tegenstelling zien, die deze voorstellen bij elk belangrijk onderdeel van het ont- wapeningsvraagstuk hebben geschapen, 't Valt niet te ontkennen: de Fransche voor stellen vormen een sluitend geheel; alleen zij bieden het nadeel, dat zij de maatrege len tot behoud van den vrede militariseeren en zulks onder de hoede van degenen, die overwinnaars zijn geweest in den laatsten oorlog. Bruning en MacDonald wonen een «deel van de zittingen der algemeene commissie bij. Het was een niet onaardig oogenblik toen president Henderson een bijzonder woord van welkom richtte tot den Engel- schen premier, den strijdmakker van zoo vele en zoo moeilijke jaren, thans in de nationale politiek een tegenstander van on gekende afmetingen! Kerknieuws. „HET OPENBARINGSBEGRIP" Prof. V. Hepp sprak Vrijdagavond j.l. voor het studentencorps ,,F. Q. I." te Kampen over „Het openbaringsbegrip". Na een inleidend woord behandelde spr. de vraag: waar vind ik de openbaring en waar zijn haar grenzen? Algemeen heeft men ge zegd: we zouden God niet kennen, als Hy zich niet had geopenbaard. «luist. Maar daaruit trok men de conclusie: alle openbaring is er ter wille van den mensch. Niet juist. Er is ook openbaring Gods, die haar doel heeft in Zichzelf. Terwille van Zichzelf openbaarde God de Vader in de eeuwigheid zich in den Zoon (cf. Hebr. 1 3), de volmaakte zelf openbaring Gods. Dit is d e openbaring Gods, de ontologische openbaring. (Proloog van het Evang. Joh. Spreuken S 30). Daarna objectiveerde God zich in Zijn „Raad", die een eigen realiteit had en geen schepping noodig had. Maar God wilde ook Zichzelf zien in de schepping. Ook de openba ring Gods in de schepping in de eerste plaats om God zelf. Ook objectiveerde God zich in den mensch. De mensch ontving zelf-mede- deeling van leven, wat nog wordt verdiept, na den val, bij de wedergeboorte. Maar dit is toch slechts een afschaduwing van het God delijk leven. We kunnen niet zonder meer, de openbaring Gods in de schepping de algemeene en in de herschepping de bijzondere Godsopenbaring noemen. We moeten wel onderscheiden de z y ns-openbaring en de ken-openbaring. Het is niet juist te zeggen: nadat God zich had geopenbaard in de schepping, kreeg de mensch vanzelf kennis van Go<L Hiervoor was een bijzondere daad Gods noodig, waardoor Hij zich aan den mensch openbaardede ken- openbaring. Deze is te onderscheiden in alge meene en bijzondere openbaring. In deze open baring zit ontwikkeling. Zij begon bij de schepping, maar eindigt niet bij de herschep ping. Ook in den staat der heerlijkheid zal God Zich openbaren. De openbaring is niet statisch, maar dynamisch. Wy kunnen de ken-open- baring indeelen in drieën: le. revelatio specialis fundamuntalis, van begin der schepping tot den dood van het laatste openbarings-orgaan; 2e. revelatio specialis continua, daarin leven wy nu; 3e. revelatio specialis finalis. Als wy zeggen dat wy nu leven in den tyd van de revel, spec, contmua, dan- moeten wij in 't oog houden, dat openbaren nog niet steeds is: iets nieuws openbaren. Wat betreft het karakter der openbaring Openbaring is zelfobjectivatie Gods, als zoodanig steeds objectief. Nu de vraag: is de openbaring transcendent of immanent Transcendent is de openbaring Gods in God den Zoon, en „concilium c-x decretum", en in het scheppen der wereld. Wanneer God nu de wereld bestuurt en zich openbaart in de his torie is deze openbaiing Gods: immanent. Verder wijst spr. er op, dat in de openba ring ook een logisch element is, maar ze is niet intellectualistisch. En ook is er in een ethisch en een aesthetisch element. Niet alle openbaring is historisch. De open baring in den Zoon en in den Raad, staat bo de historie. Ook de openbaring Gods ii Na een korte pauze volgde bespreking. EVANGELISATIE Verband van Geref. Evangelisa tie-commissies. De 4de jaarvergade ring zal Woensdag 18 Mei te Utrecht onder presidium van Ds. T. J. Hagen, van Delft, worden gehouden. Bij het Verband zijn nu 142 commissies aangesloten. Het orgaan „Witte Velden", verschijn* onder, redactie van Prof. FW. Grosheide. Op de jaarvergaderingen komt aan de orde, naast verschillende huis houdelijke zaken, een bespreking over de nood zakelijkheid van Evangelisatie onder studee renden aan Openbare Universiteiten. ZENDING. Invloed van de crisis op het Zendingsveld. Het Zendingsbureau te Oegstgeest schrijft ons: Dat de invloed der crisis zich ook op het Zendingsveld zelf doet gevoelen, blykt uit on derstaand bericht uit een jaarverslag: Het afgeloopen jaar was een jaar van veel beweging en afwisseling. De wereldcrisis heeft ook merkbaar invloed gehad in deze streken. Wel een bewijs, dat ook deze afgelegen land schappen niet meer afgesloten gebieden zijn, maar reeds verband houden met de groote wereld er buiteh. In Rampi was die invloed het meest te merken en ook in Bada. De dammerpryzen zyn zóó gezakt, dat het niet alleen meer de moeite loont om da<gen lang de bosschen in te gaan om het artikel te verzamelen, maar ook de handelaren, die zich in Rampi reeds geves tigd hadden, zyn nu byna allen verdwenen, omdat de handel niet meer loonend was Voor de menschen was het moeilijk om dit jaar de belastinggelden te verdienen. Ook in Bada g*af dat vele bezwaren. Alleen Napoe maakte een uitzondering en onderging in ander opzicht de gevolgen van de crisis. Hier was welvaart. De koffieprijzen bleven vrijwel op dezelfde hoogte, waardoor Napoe het toevluchtsoord werd voor allen, die wilden beproeven om daar voordeelen te ha len. Vele vreemdelingen kwamen hier om hun belasting te verdienen, door te weiken in de koffietuinen of in de rijstvelden. Zij werden dan met koffie betaald, wat hen een groot voordeel bracht, zoodat de meesten een dag loon maakte van f2.50 tot f3.50. Zoo werd Napoe het land van belofte voor de belastingzoekers. Op een oogenblik waren hier menschen uit alle naburige streken by- een, Rampiërs, To Bada, To Lindoe, To Sigi, To Ivoelawi, To Tolee, Bar'e-sprekers, niet meegeteld de opkoopers der koffie, waaron der wij aantreffen een Japanner, een aantal Chineezen, Boegineezen, menschen uit Masam- ba, allen kooplieden, of helpers van hen. Dat deze komst der vreemdelingen niet in alles een zegen te noemen is, kan ieder wel verstaan. Ik wil enkele van de nadeelen^noe- men die er aan verbonden waren. De men schen hier werden zorgeloos. Men het zijn la- dang in orde maken en liet het kappen daar aan de vreemdelingen over. Men betaalde dan met een paar blik onontbolsterde koffie en dat leek hen gemakkelijker dan zelf dat werk te doen. Bovendien voelden onze menschen zich nu eerst recht heeren en ik heb van velen den indruk gekregen, dat zy lieten werken, om voor de vreemdelingen zoowel als de land- genooten te schijnen een man, die het doen kon. Men kon soms met eenigen trots hooren vertellen, dat men 10 vreemdelingen aan het werk had. Van de voordeelen der koffieteelt bleef niet veel over voor de eigenaars. Wel zyn er ook weer veel nieuwe tuinen aange legd, die ook weer vrucht zullen dragen na enkele jaren, maar die eischen toch ook weer onderhoud. Van de menschen, die min of meer nader staan tot onze menschen, zooals degenen af komstig uit de naburige landschappen, is ver der niet veel kwaad te vreezen. Zij brachten niets nieuws mede, maar werkten hier aileen om hun loon te verdienen. Anders was dat het geval met de Boeginee zen en him helpers, dia hier zich over het land verspreidden, in byna ieder dorp het aan tal toko's vermeerderden en daarmede de ver leiding tot koopen voor onze menschen ver grootten en ook zorgden dat van de belasting zoekenden veel van de behaalde voordeelen aan hen kwamen. Bovendien brengen de kooplieden ook aller lei minder gewenschte dingen mede. Zoo hoor de ik van diefstal uit een Boegineesche Toko in Woeasa; van een lotery bedacht door een Chinees; van hooge schulden van onze men schen aan de tokohouders. Allerlei dingen ge beuren, die onze menschen in een richting doen denken die hen niet opheft. Vooral het dobbelen, dat zeer veel door de kooplieden wordt gedaan, heeft ook velen onzer menschen tot dat spel verleid. Op een nacht werd er in Woeasa voor ruim f 1700 verspeeld. GIFTEN EN LEGATEN Te Amsterdam ontving de Geref. Kerk van N.N. een gift van f 1000, gelykelyk te verdeelen onder Kerk en Diaconie, en vj mej. A. L. G. een legaat van f 1000 voor h Petronella-Zendingshospitaal te Djogjacarta. Schoolnieuws. GEM. UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM Dr. M. V a 1 k h o f f te Hilversum is toege laten als privaat-docent in de Roemeensche Taal- en Letterkunde aan de Gem. Universi teit te Amsterdam. VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM. Juridische Faculteitsvereeni- ging. In de vergadering van de Juridische Faculteitsvereeniging trad als spreker op Prof. Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohmnn, van Utrecht, met het onderwerp: „De staats rechtelijke positie van den Nederlandschen koning". Spr. stond uitvoerig stil bij de probleem stellingen inzake dit centrale staatsrechtelijke onderwerp. jOp heldere wijze ontwikkelde hy zijn bezwaren tegen vele gedachte oplossin gen, waarbij een eigen oordeel naar voren ge bracht werd. Spr.'s eindconclusie was, dat onze geliefde Oranjevorstin ook thans nog souvereine is, ook in den zin der Grondwet. Daarbij wees hy erop, dat A.-R. en C.-H., zoo wel de oudere als jongere generatie, nog gel den als sterke steunpilaren van dit gezag bij de gratie Gods. De vergadering, die zeer druk bezocht was en waar zich ook de Professoren Diepenhorst en Gerbrandy bevonden, onderstreepte door applaus den dank door den Praeses aan Prof. Lohman voor zijn interessante lezing gebracht. Hierna werden in het huishoudelijk gedeelte voor gekozen verklaard als Bestuur voor den cursus 1932/'33 den heer C. Abraham, praeses; mej. G. H. Okma, ab'-actis; en de heer J. van Andel, fiscus. Tenslotte deed de ab-actis nog enkele mede- deelingen over een enquête, die thans onder pl.m. 1500 juristen in ons land wordt gehou den, betreffende de opleiding. Deze enquête woidt voor elke Jur. Fac. Ver. afzonderlyk georganiseerd, terwyl de resultaten later op een vergadering van afgevaardigden van alle Jur. Fac. Ver. besproken zullen worden. Vooral ook hoopt men, dat afgestudeerden aan deze enquête zullen meedoen. Prof. Mr. P. S. Gerbrandy heeft voor deze enquête een voorwoord geschreven, waarin hij weloverwogen, eerlijk en openhartig meewer ken aan het ontworpen onderzoek krachtig aanbeveelt. De enquête licht in over de belang stelling van de studenten en is voorts var waarde voor hen die de opleiding regelen. HOOFDBENOEMINGEN. Utrecht (met 1 Sept. a.s. twee te openen Geref. Scholen), J. Brouwer, hoofd te Eind hoven, en J. Leutscher, hoofd te Alteveer (by II oogeveen). ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Klundert (Chr. Nat. School Molenstraat, hoofd J. H. van Luin), mej. J. Bouman te Dor drecht. Voor tydelyk. Heerlen (Herv. School, Beersdalweg, hoofd Joh. J. Meyer), mej. W. Meyer, aldaar. (Overplaatsing). Well-Am nier zoden (hoofd M. Jansen) mej. A. Korrelboom te Muiden. VERDWENEN. Te Gendt (by Nijmegen) werd vorige week een Herv. Chr. School geopend, waarmee, naar het „Handelsblad" meldt, uit de Over- P.etuwe het Openbaar Onderwijs geheel ver- GEREF. SCHOOLVERBAND District Rotterdam. De voorjaars vergadering van het district Rotterdam heeft plaats op Donderdag 2S April a.s. des avonds 8 uur, in Paul Kaiser's Lunchroom, Coolsingel. De agenda vermeldt: bespreking van de brochure: „Handenarbeid op de Geref. School"; „Is onderling schoolbezoek gewenscht?" inlei ding van den heer A. Hogeweg; en „Het ge- PACIFICATIE Op SCHOOLTERREIN Ter 86ste Algemeene Vergadering van h Ned. Onderwijzers-Genootschap, die 27 en Juli te Den Haag gehouden wordt, zal in be spreking komen een rapport van de Pacificatie Commissie. De afd. Noord-Beveland heeft een motie in- Radio Nieuws. i AVRO: Zan?v< 20.01 Hilversum AVRO: Ororoeporke6t 20.01 Huizen NCRV: Chr. Oratorium Vereen HEndel's Jeftha. 21.00 Hilversum AVRO: GramofoonmuxIeV 21.30 Hilversum AVRO: Dordtsch Mannen. AVRO: Groroofoonmuxfele I Hullen KRO: Moreenconcert Hilversum VARAOramofoonmuzlelc Hilversum VARA: Kwintet i Hulzen KRO: Gramofoo:.muziek i Kalundborg: Strljkorkw AVRO: Om roep-orkest Politie- eo Perebertent Hulzen KRO: Politieberichten l Hulzen KRO: Politieberichten Kerkdlen-ten ei I Hilversum VPRO: Morgenwijding i KRO: H. A. Breukei gediend, er op aandringende dat de vergade ring zich zal uitspreken over de beginselen die aan de stellingen van het rapport ten grond slag liggen. De afd. Schagen stelt zich kortweg op een standpunt, dat zijn uitdrukking vindt in het volgende voorstel: „Het N.O.G. plaatse zich op het standpunt, dat uit de openbare kassen alleen bekostigd wordt de neutrale directe overheidschool". Deze afdeeling meent zich onomwonden te gen de pacificatie te moeten verklaren, omdat, volgens haar, duidelijk gebleken is, dat: 1. ze de nationale eenheid bedreigt; 2. ze onverdraagzaamheid kweekt; 3. ze millioenen verslindt zonder het on derwijs op hooger peil te brengen. Het N.O.G. moet zich daarom verklaren vóór de neutrale directe Overheidschool, om dat: 1. deze de nationale eenheid bevordert; 2. deze verdraagzaamheid kweekt; 3. gelden beschikbaar komen in ruime mate ten bate van het onderwijs. De motiveering en de conclusiën zijn weer „prachtig"! Men moet eens aanschouwen de „eenheid" die uit de Openbare School- is voortgekomen. Maatschappij en politieke wereld geven wel een precies ander beeld te aanschouwen. De verdraagzaamheid veilig alleen bij voor standers van het Openbaar Onderwijs, het voorstel Schagen zelf bewijst hoe er ont zettende onverdraagzaamheid juist op hun erf gevonden wordt. En die millioenen! Nog altijd is het Open bare Onderwijs minster duurder dan het Bijzondere. Wat het laatste punt betreft, schijnt de afd. Schagen van het N.O.G. van oordeel te zyn, dat Bijzonder Onderwijs eigen lijk geen Onderwijs is. De oude verwatenheid leeft nog. Dit is wel een houding, die de klok dus weer zooveel jaren achteruit zetten wil. En als dit een feit moest worden, zou dat opnieuw een krachtigen Schoolstrijd onzerzijds doen ont branden. 't Zou ook al te bar worden: nu nog eens weer van voren aan beginnen met „het schrikkelijk pleit van dwang en vrijheid". De openbare onderwyzers van Schagen en omgeving zouden dus nog eens weer het eene deel van het v°lk (het grootste deel) aan het andere willen opofferen! Het Hoofdb^tuur van het N.O.G., herinne rend dat het Genootschap na ernstige beraad slaging van den beginne af de Pacificatie aan vaard heeft en die houding steeds gehand haafd heeft, ontraadt dan ook dit voorstel Gely'k betamelijk is. EXAMENS Gesl.: Rechts\ 'gêm.°u Diversiteit Tif'Amsterdam, oe-t. Sociale Geoeraphle: cand. ex.. de heer J. P. D. Aanmelding voor de examen» L. O. moet geschieden vóór 30 April a.s. b|J: M. F. Graafland. Insp. Lich. Opv. 2de Insp. te Den Haag. Erlcnlaan 4. De schriftelijke examens heb ben plaat^ In Mei. de practtschc en mondelinge DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door -LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS Da schrijver van he-t beroemde boek „Ben Sur" verplaatst den lezer in 't begin groote verhaal naar 't einde dei Toen hij daar aan land was geatapt, begaf bij zich met zijn slaven naar een oude begraaf plaats. HIJ bleek hier goed bekend te zijn. want Sender zich eenmaal te vergissen wist hij door te dringen tot de sarkophaag. waarin de mum mie bewaard werd van Hlran. koning van Tyrus Toen de vreemdeling d6 sarkophaag vernet, i hij enkele naar Konstantino- i bij den koopman U61. Diens dochtertje, de 14-Jarige Lael. her innerde hem sterk aan zijn eigen kind van den zelfden naam, dat ook 14 jaar was, toen 't hem door den dood werd ontnomen. Hij wilde voor dit kind oen tweede vader zijn. Tijdens de roeitocht^ die de^ Vor* werden zij doe ■vallen. Daa.rdoor Ke-lze-r Konstantijn. digd in het kasteel gunstiger weder echter nie- de vermomde Prins Mo- i de Pluses den volgenden dag het Witte >1 verliet, uitte zij den wensch. dat de i haar paleis te Thenapia, Welk geloof is hij dan eigenlijk toege daan? vraagde zij met onverholen belang stelling. Was hij maar hier om het. u zelf uit te leggen!Ik zal echter mijn best doen. Luister! De zoon van Moerad gelooft in God. da,gen later had dat bezoek inder- Hij gelooft in de Schrift en in den Koran rn_ - en beschouwt ze als verschillende vlouge- len van de goddelijke Waarheid. Hij ge looft, dat er drie Profeten zijn geweest, die meer dan anderen' Gods vertrouwen geno ten. Mozes. Jezus, die grootcr was dan Mozes. en Mohammed, de allergrootste, niet omdat hij van betere of verhevener cjingen daad plaats. En de „Arabische de Prinses verschil lende bijzonderheden n Prins Mohammed. Hij had Zeker in de dicht- en vertelkunst? Waarom niet? Onze geschiedenis wordt in dien vorm bewaard en onderwezen. Als een held niet zelf dichter is houdt hij e> een od na. Od 's prinsen tafel liggen de Koran en de Hebreeuwsche Bijbel, zooals die dagelijks in de Synagogen gebruikt wordt. De Bijbel in 't Hebreeuwschl Leest hij er wel eens in?* Hij leest hem als een Schriftgeleerde. En de Evangeliën? De Sheilt keek haar verwijtend aan. Prinses, behoort gij tot de zoodianigen, die meenen, dat oen Moslim den Christus verwerpt, omdat de Profeet van den Islam na hom kwam met latere leeringen? De Koran verwerpt Christus en zijn leerin gen niet. Hoor slechts, wat er geschreven staat: En deze Kors'.n is niet een onderge schoven boek van een, die g^on God is. muar gezonden als een bevestiging van de boeken, die er eerder zijn geweest en een verklaring der Schrift van den Heer des Ileelals. Dit vers, prinses, overgeschre ven door prins Mohammed zelf, ligt tus schen den Bijbel en den Koran, die, zooals ik reeds zeidc, altijd naast elkander op tafel liggen. getuigde, maar om-dat hij de laatste was in de orde. Bovenal gelooft hij, dat den Aller hoogste alleen lof en aanbidding toekomt, en daarom bidt hij het gebed van den Islam: God is God, en Mohammed is zijn Profeet: hetgeen beteekent. dat de Pro feet niet verward moet worden met God. De Sheik sloeg zijn donkere oogen op, en toen de prinses zijn blik ontmoette wendde zij zich af en keek peinzend naar de baai Hij wachtte totdat zdj zou spreken. Er lagen nog andere boeken op de tafel van den prins, nietwaar? Welke waren dat? Ik zie, dat Ebn Hanife niet te ver geefs sprak. Mohammed zal nu getoetst worden aan zijn smaak en voorkeur. Het zij zoo. Daar lagen behalve Grieksehe. Latijn- sehe en Hebreeuwsche woordenboeken, de Encyclopedie der Wetenschappen, een zeld zaam en heerlijk boek van een Moor uit Granada, Ibn Abdallah. Ik zag e- «le Ster renkunde en de Sterrenkun.l -e Tafels van Ibn Junis en een zilveren globe volgens de berekeningen van den Kalif A'—nnom, die ons leert, wat nog niet erkend is to Rome, dat de aarde rond is. Ik zager het boek van de weegschaal der Wijsheid door Alha- zan, die de wetten der natuur onderzocht, totdat er niets overbleef, dat niet verklaard was. Ik zag er de Philosophie van den Arabier Azazzali, die door Christen en Moslim beiden dankbaar moest aanvaard worden, omdat daarin aan de PlYosophie de plaats is aangewezen, die haar toekomt: dienstmaagd van den Godsdienst. Ik zag er boeken over koophandel, over wapenen en wapenrusting, over machines tot aanval en verdediging van steden; over militaire bouwkunst, over het aanvoeren van legers in groote veldslagen, ook over het houwen van bruggen, het aanleggen van wegen en het bouwen van steden. Voorts zag ik er tot verpoozing na den arbeid werken over muziek en zang. en afbeeldingen van mos keeën. kerken en' paleizen, meesterstukken van Indische en Saraceensche kunst. Onder vele dichtwerken vond ik een exemplaar van Homerus in 't Arabisch, naar een ver taling bevolen door Haroun Al-Raschid. Dc prinses had dit alles bedaard aange hoord. Dit was een geheel nieuwe lezing van Mohammed, en de Sheik, wel voldaan over zijn eerste onderwijs, begon aan de toepassing: Mijn Heer verdiept zich gaarne in droomerijen. In zijn studietijd noemde hij dat: rusten. 1-ïij was gewoon te zeggen, dat, wanneer zijn hoofd van te lange studie duizelde, de droomerij hem als een donzen kussen was; dat in oogonblikken van van- hoop de droomerij zijn geest als een voed ster allerlei liefelijks toefluisterde en voor zong, totdat zijn hoofd weer sterk uus. Weinige dagen geleden ontdekte hij 's mor gens bij het ontwaken, dat in den slaan een dienende geest tot hem gekomen was, de deuren van zijn hart geopend had en al zijn jongensphantasieën had laten ont snappen. Sedert kent hij slechts urie idealen. Zal ik ze u meedeelen. prinses? Zij zullen de draden zijn. waaraan gij de paar- len van Ebn Hanife's gezegde kunt rijgen. Ik wil ze gaarne hooren. was haar ant woord. Eerste Ideaal: Hij wil een held worden Als zijn ziel afkeerig was van oorlogvoe ren zou hij zijn vaders zoon niet zijn. Maar in tegenstelling mot zijn vader beschouwt hij den oorlog als don dienstknecht van den vrede, en vrede een noodzakelijke voor waarde van zijn andere idealen. Tweede Ideaal: Hij gelooft dat in zijn volk het genie sluimert van de Mooren, en hij will alles aanwenden, om het te doen wedijveren met dat wonderlijke menschen ras. Van de Mooren, Sheik? Die heb ik al tijd beschouwd als plunderaars van heilige steden, ongeloovigen, weggezonken in den nacht van ontwotendheid, die den naam van God gebruikten als dekmantel voor verrader lijke invallen en het vergieten van stroomen bloeds. De Sheik hief het hoofd fier omhoog. Ik lien een Arabier, en de Mooren zijn Arabieren, van het Oosten naar het Westen getrokken! Vergeef mij, zeide zy zacht. Hij bedaarde, en antwoordde: Als het u verveelt, prinses, kan ik over andere onder wei-pen spreken. Mijn geheugen is gelijk een sandellhouten juweelkistje. Ik kun het naar wilekeur openen en er iets uitnemen, dat u beter behaagt Neen. antwoordde zij argeloos, aan een held in het werkelijk leven heeft men meer dan aan de schoonste parabel. Daarenboven moet ik nog het derde ideaal van uw vriend, prins Mohammed, hooren. Hij sloeg zijn oogen neer, opdat zij den glans van genoegen, die er uit straalde, niet zou zien. Mijn Heer zegt, dat de oorlog een nood zakelijk kwaad is, dat hij als Sultan niet vermijden kan. Indien hij geneigdheid toonde om zich tevreden te stellen met het keizer rijk, zooals zijn grooto vader het hem zal nalaten, zouden naijverige buren hem uitda gen. Hij moet zijn beleid toonen in zelfver dediging. Is dat gedaan, dan neemt hij zich voor het pad te bewandelen door A Ivl er ra li man, den edelste en beste der Westersche Kal if en, wit en effen gemaakt. Hij zal be ginnen met een hoofdstad te stichten aan «len Bosporus. Dat, prinses, is het derde Ideaal van prins Mohammed. Neen, Sheik, aan de ree van Marmore, misschien de stad Broussa? Ik deel u zijn Ideaal mede, zooals hij zelf het mij verhaalde. Want waar, zeide hij. vindt men op deze schoone aarde heerlijker natuur, dan an den Bosporus? Waar welft een zachter hemel zich boven een schooner kanaal, door de natuur bestemd tot de edel ste doeleinden? Waar zijn do zeeën zoo ge temd on binnen haar palen teruggebracht? Bloeit do roos hier niet het geheole jaar door? Ginds het Oosten, hier het Westen moeten zij elkander altijd vreemd en vijandig blijven! In zijn hoofdstad, wier muren steeds zullen zijn als de grondvesten der bergen, met onbreekbare ijzeren poorten, en torens tot in de wolken, zal hij alles vergaderen wat schoon en goed ls, wetende dat men. om Alia goed te dienen, zijn mede menschen moet dienen. Al zijn medemensdien, Sheik? Ja. allen. Dat is goed. zeide zij zich, want indien gij uwe broederen alleen groet, wat doet gij boven andoren? (Wordt v TOlgd.),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3