iter dk VrornW).
Wf
HANDWERKEN
ITCHEN KOO
VRIJDAG 22 APRIL 1932
OVER SPAREN EN BEWAREN
(Slot.)
Men vraagt me, of ik het niet verkeerd
acht dat ook in dezen tijd vaak door jonge
menschen nog zoo véél en gemakkelijk geld
verdiend wordt, dikwijls bijna uitsluitend
door een groote mate va» brutaliteit en
overredingskracht, zonder dat er ook ma*,
eenige basis van kennis aanwezig is.
Natuurlijk vind ik dat en liet lijkt me wel
ecu der ergste fouten van ons productie
beter gezegd van ons handelsstelsel, maar
wat veranderen we daar aan? Ik heb zoo
wel 's gedacht: wanneer in ons Christelijk
volksdeel de scheuringen nog een beetje ver-,
der gaan, zoodat de stukken geheel uit elkaar
vallen... dat komt wel! men sjireekt al
splijtzwammen, wat ik tusschen
een onjuiste beeldspraak vind. liet zijn geen
stiekum voortwoekerende zwammen die men
met den besten wil der wereld doch zonder
succes tracht uit te roeien, neen, neen,
het zijn groote dikke, maar scherp-gekante
wiggen, die men er willens eu wetens in-
hamert; en waarna men dan nog trotsch is
omdat men niet aan „verdoezeling der gren
zen" doet..
En als dan het in stukken-gebroken recht
moet wijken voor rood, en dit, eenmaal „aan
de macht", zijn onmacht vlug zal toonen
en wijken voor een fascisme, (dat bij c
niet anti-christelijk zal hoeven te zijn)... En
als we dan hier dus een dictator kregen (dit
alles veronderstellender wijze gesproken) en
die dictator was een vriend van mij,
ja, dan zou ik stellig hem vragen, om te
bepalen, dat aan kinderen van nog geen
achttien of twintig jaar geen loonen persoon
lijk uitgekeerd mochten worden, maar aan
ue ouders (of fondsen) die hen er behoorlij
van gevoed en gekleed deden gaan en
wat van die „beschermende" bepalingen, die
echter geen gelegenheid voor ergerlijke
verkwistingen lieten. Ergerlijk, want loopen
er niet massa's bij crisis-comité en burger
lijk armbestuur, wier broers en zusters, of
wel/eigen kinderen (al kunnen die „onmo
gelijk" méér helpen), geregelde bioscoop
bezoekers en stevige rookers zijn? Verkwis
ting is altijd ergerlijk en zelfs al doet men
geen anderen tekort. Dus... als een dictator
dat eens wilde tegengaan., graag! maai' tot
zoolang of in elk geval voorloopig zui
len we nog wel moeten verdragen dat dit
alles is, zooals het is. Ik wil er tenminste
geen boom over beginnen.
Maar ik zou nog bijna vergeten, dat ik
beloofde, hier nog te vertellen, wat Ford in
zijn nieuwste boek zegt over den leeftijd van
de menschelijke werkkrachten.
Als te merkwaardiger heeft zijn uitspraak
lae getroffen, omdat ik kort tevoren had
gelézen hoe de toestanden in het tegenwoor
dige Duitschland zijn voor de vrouwelijke
kantoorkrachten, die, zoodra ze maar een
beetje „oud" gaan worden, ellendig slechte
betalingen „genieten" waarbij dan nog veel
werkloosheid hcerscht.
De beste krachten voor kantoor (deze be
weringen gelden in het algemeen, zijn be
wezen door de statistieken) heeten de meis
jes van 'n jaar of vijf-, zes en twintig tot
dertig toe. (Wie gelooft dit en denkt daarbij
niet aan persoonlijke voorkeur van directeu
ren of chefs?) Die kunnen ongeveer honderd
Hojlandsche guldens per maand verdienen.
Na dertig jaar wordt het bedrag van liever
leede minder (bij nieuw aannemen). Het wil
niet zeggen dat men steeds de gegeven sala
rissen gaat verlagen, neen, men ontslaat
gewoon en neemt clan aan tegen minder
een manier die ook in ons land wel door
karakterlooze directies gevolgd wordt: „u
kunt nog blijven tot zoolang en daarna „a 1 s
u w i 11" opnieuw beginnen voor de helft
(twee derde of zoo). Gemakkelijk is ze zeker
die manier voor menschen die geen geweten
hebben tenminste, want men behoeft dan
niets te verantwoorden, men praat niet, men
ontslaat!
Het wordt dan tenslotte voor de leeftijd
Van ongeveer veertig jaar een salaris (ads
men op die leeftijd als vr. tyriste boekhoud
ster of zooNrrg een baantje krijgt) de.tig
hoogstens veertig gulden per maand.
Dat zij daarmee ten ha >gste een klein
kamertje kunnen huren waar zij zelf hun
veel te schraal maal moeten koken.
Iaat zich begrijpen, want ze moeten toch be
hoorlijk gekleed gaan ook. De toestanden
onder deze categorieën zijn ellendig, vol
gens de statistieken, het is ontroerende
lectuur.
En wat moeten zulke oudere meisies of
vrouwen met haar ondervoede lichamen
vergeet niet. dat zij nog oorlogsjaren hebben
meegemaakt ook anders beginnen? Dienst
bodenwerk is voor haar nog betrekkelijk
zwaar, ook zijn er zooveel niet meer noodig
in het verarmde Duitschland. In Holland
werken er nog steeds duizenden en nog
duizenden staan er ingeschreven op de lijs
ten van aanmelding. Maar er zullen er, voor
al onder de ouderen, die vaak reeds bejaarde
ouders hebben, velen zijn, voor wie het be
zwaarlijk is naar een ander land te trekken
Ook in Engeland is de toestand voor de
werkende vrouw treurig. Daar verdient ze
wel genoeg op kantoor, maar heel vaak moet
ze daar een heel gezin van onderhouden,
daar de ouders vee) werkloos zijn, wat ge
lukkig den laatsten tijd zeer verbeterd is, of
de vader in den oorlog gewond of gesneu
veld. Dan moeten zulke meisjes met kunst
en vliegwerk, doormiddel van verf en poe
der en met een air van lenigheid (door hon-
gerkuren via „slanke lijn" te gewinnen)
steeds trachten een schijn van jeugd op te
Na zuike onthullingen is het een verade
ming, een weelde van voldoening om dan
te lezen wat een man als Ford, een onver
beterlijk optimist, ja, maar toch zeer zeker
iemand die over .menschen en dingen" oor
deel cn kan, opmerkt.
Hij beweert resoluut, dat bijna alle
"durend cn blijvend succes, dat men
schen in zaken hebben, tot hen komt na het
veertigste jaar. En dat verklaart hij, door
vast te stellen, dat maar zelden voor dien
leeftijd het gerijpte juiste oordeel ontstaat.
Volgens hem kan er zelfs nooit sprake zijn,
dat menschen, zoolang ze nog niet bepaald
afgeleefd zijn, te oud zouden mogen heeten
.voor hun werk.
„There is really no problem of age" zegt
hij letterlijk: het probleem van den leeftijd
bestaat niet!
Dat is dus nogal kras uitgedrukt. Het is
Juist het forsche, verbluffende en uitdagen-
En ook over vergaren (van kennis).
de in de uitingen van zulke sterke men
schen,dat zoo aantrekt of afstoot maar
altijd interesseert en aan het denken zet!
In ieder geval beleeft hij zelf zijn over
tuiging, want hij verklaart ronduit, dat hij
in zijn bedrijven en kantoren, wanneer hem
de keus gegeven wordt beslist uitsluitend
menschen van tusschen de vijf-en-dertig en
zestig jaar tot zijn werkkrachten zal ver
kiezen, want zoo zegt hij letterlijk: dan
zou ik zeker zijn een standvastige (stabiel)
en beproefde (steun) kracht tot mijn be
schikking te hebben.
En elders zegt hij: niemand is werkelijk
oud, voordat hijophoudt met leeren.
En dat (het zijn Fords woorden!) kan een
mensch evengoed gebeuren op zijn twintig
ste als op zijn tachtigste jaar.
Tot zoover de aanhalingen.
Me drinkt: juist in onzen tijd. nu de scho
len van letterlijk ólles wat maar van
het meeste zoo'n akelig droevig klein beetje
onderwijzen en de verwaande jeugd rond
loopt, hol van wind van oppervlakkige,
„parate" maar niet bezonken kennis en
schijnwetenschap, zal het vele ouder-en-wij-
zeren onders ons machtig veel genoegen
doen, een verstandig mensch, die zijn tijd
verstaat, zoo te hooren redeneeren.
En de jongeren? die hebben dus nog alle
kansen vóór zich! Zoo kunnen we allemdal
moed saheppen!
Iedereen die het leeren volhoudt, blijft
niet alleen jong, maar wordt op den duur
ook steeds waardevoller voor zijn arbeid.
Tegenwoordig heeft volgens Ford
dan ook de commercieele waarde van een
man of vrouw weinig meer te maken met
het aantal jaren dat men heeft geleefd.
Blijf didht bij one, die nog op aarde zijn,
Die in het donker van de lange nachten
Den 6chemer van Uw heerlijkheid
verwachten
Maar in den morgen moe en eenzaam zijn.
Blijf dicht bij one, die nog op aarde zijn,
Die in de dagen met hum vreemde machten
Vergeefs in al voor U te leven trachten
Maar in den avond sterk en hopend zijn
Blijf dicht bij onsHaast stuwt het
Mee naar zijn duist re kolken; in de tochten
Van onze ziet gaat aan de zwoele bont
Van 't kittig bloed
En blijf toch dicht bij ons,
Tot wij, diie lang met moede roeten zochten,
Eindelijk rusten waar Gij wacht op or
DRESSOIRLOOPER MET FILETHAAKWERK
en dat de vorige maal i6 blijven overstaan.
(rectificatie en bijvulling)
Onder bovenstaande titel gaven we vorige
week een beschrijving, waarvan tot m'n
sipijt de eerste afbeelding is afgevallen, die
we nu hierbij opnemen en waarmee de be
schrijving wel duidelijker zal zijn geworden
Door dit plaatje al zaJ het niet precies
zijn na te werken, maar dan is daar het
reeds genoemde leeuwpatroon begrijpt
men nu wel beter, wat ik bedoelde met de
vierkante patioonblokken.
Het in het vorig nummer wel geplaatste
plaatje hoorde bij hetgeen hieronder volgt
Het tweede voorbeeld dat we hier nu ook
nog plaatsen, is zeer mooi en voor velen
misschien nog gemakkelijker, vooral
men, wat heel goed kan de hoeken
van het linnen recht neemt zonder de kleine
„trapjes"
Ik geloof niet dat nu nog iemand
wel eens meer iets aan filethaakwerk heeft
gedaan nog eenige moeite met dit werk zal
hebben en anders schrijve men nog maar
AARDIGE EENVOUDIGE LAMPE
KAPJES
Om de eQectrisohe stroom, die al steeds
goedikooper wordt, hoeft men het tegen
woordig niet meer te Laten een paar aardige
schemerlampjes ra huis te hebben staan.
Bovendien is in vele gevallen, vooral w
ïer men vaak alleen in een kamer zit, het
zij lozend, 6tudeerend of handwerkende
(wat ook wel verstelwerk kan zijn) het ge
bruik van een schemerlampje, dat dan eigen
lijk meea- werklampje is, jurist voordeedriger,
omdat men het dichtbij plaatst en het daar
om van mindere lichtsterkte kan zijn.
Een groote huiskamerlamp van 75 of
soms 100 watt, in een verdonkerende kap
geeft aan een huiemoeder die op eenige af
stand aan de tafel zit koueen te stoppen,
vaak veel slechter licht dan een lampje van
25 dat zij dicht bij zich heeft staan. Men
moet het dan nooit vlak voor de oogen zet
ten, maar wet opzij aan don linkerkant.
Ook als men het niet bepaald om het
voordeel hoeft te doen, zijn deze kapjes al
tijd zeer gewild en heeft men er niet licht
te veel. In een serre, waar men niet zit,
maar wel in kijkt, in de ,Jeege" kamer van
suite waar men anders door de open
schuifdeuren zoo onaangenaam donker „in
kijkt", is het schijnsel van een lampje dat
- - 6*-
nilet meer dan 15 volt verbruikt en dooi' een
rdig kleurig kopje straalt, een zeer goed-
koope weelde, maar toch echt een weelde.
Men koopt ze tegenwoordig goedkoop ge-
neg, maar toch is nog altijd een eigen-ge
maakt kapje, of tenminste een kapje, een
zeer gewaardeerd bezit cn ook altijd nog
wel wat voordeeLiger ook.
Er zijn natuurlijk wel heel wat ingewik
kelder soorten, maar de heel eenvoudige vol
doen meestal ook al zeer goed en zijn in elk
geval het meest aan te bevelen voor de
genen, die dit werkje voor het eerst pro-
beeren.
Nemen we bijv. het gewone rechte kapje
dat we kunnen maken door een reeds be
staand lampje met een geraamte (ronding)
van ijzer draad, waar het kapje op rusten
kan. Heeft men dit laatste nriet dan is dat
zelf te maken of klaar te koopen, die din
gen zijn niet duur. Men kan een oud kapje
hebben, dat versleten of verschoten is en
dat men nu eens vernieuwen wiiL
Het eerste werk zal zijn, het hier afge
beelde patroon na te teokenen en uit stevig
papi-er even een model te knippen en te
passen om het geraamte dat men heeft. De
meesten zullen wel uit de hand kunnen
teekenen en nakreippen, aan de maten heeft
men toch niet altijd houvast. Wil men echter
eenige maat hebben dan rekene men niet
met de cijfers zooals ze erbij staan, maar
leze: voor de zes: 15 (cM.), voor 2y2, 6 en 4,
reep. de getallen 5, 16 en 10 cM. De breedte
van 1~V2 is dan 30 cM. Maar nog eens: pre
cies zijn die maten nooit, men moet altijd
eerst meten na het knippen en waagt daar
dan maar wat pakpapier aan.
Het eenvoudigste rechte patroon dot op
de teekening onder ligt voldoet zeer goed,
maar will men liever een uitgesohulpte
maken, dan zie men naar het andere voor
beeld en kon vrij uit de hand de schulp-
nand teekenen.
Wil men nu verder een heel eenvoudig
motiefje gebruiken, bijv. als het lampje voor
kinderkamer of jongameisjeskamer dient,
dian is altijd wel aardig het een of ander
fruit- of bloemenmotief. Dat kan men ge
makkelijk overtrekken van een aardige
briefkaart of plaat Die figuur wordt dan
oy ergecalceerd op het eerst uitgeknipte kap
je, dat men nu afwerkt ook kleurt, terwijl
het nog plat op tafel gelegd worden kan.
Een eenvoudig voorbeeld van zoo'n teeke-
ning toont ons de derde afbeelding en zoo
kan men elk ander motief gebruiken en in
een stuk rand venverken. Men zou ook
twee verschillende briefkaarten kunnen ge
bruiken don echter van twee bij-edkaar-pae-
sende motieven bijv. van een vogel- of bloe-
mensecie, en dan aan beide zijden van het
kapje een eenigszins andere teekening heb
ben inplaats van een doorloopende rand.
Hoe het lampekopje later geolied wordt,
beschreven we reeds vroeger, ook hoe men
r gaatjes in maakt en dan met gekleurd-e
affiadraad het kapje aan het ijzeren ge-
aarate wordt gaheaht. Koopt men echter
reeds geolied papier, dat niet zoo duur is,
dan is het teekenen gemakkelijk omdat
het voorbeeld dan onder het door
schijnende papier kan leggen.
Overigens kan men alle benoodigdihecten,
ook patronen en uitgeknipte kappen, wed
koopen in winkels die speciaal in die soort
artikelen handelen. Dat zal gewoonlijk toch
nog goedkooper uitkomen dan een gekocht
kapje en men heeft don meer Iets naar
•igen smaak of naar kleuren die in de ko-
ner passen. Heldere, sprekende kleuren
zuilen liet over 't geheel het best doen. Men
kan ook om het effect te kunnen berekenen
af en toe onder het kleuren eens een lichtje
eronder houden. Er zijn bepaalde lamp
kappen-verven en -penseelen in den han
del verkrijgbaar in kleine tubetjes (a
sen weet ik niet) alsook penseeltjes.
Ten overvloede kan men nog als de tee
kening eenmaal is geschilderd en gedroogd,
het geheel nog overspuiten met een andere
kleur, door dikke \erf met een sponsje
luchtig overheen te soppen. Daarna (eerst
drogen natuurlijk) kan men dan zelfs noj
met een dunnere en Lichtere verf, wat luoh
tiger over het voorafgaande sponzen. Deze
„opgespoten" verf (men kan ze ook w
lijk opspuiten, zooa.ls we reeds vroeger be
schreven) geeft vaak nog een mooier achter
grond bij de teekening, men kan ze naai
den bovenrand dikker of dunner Laten uit-
loopen.
Bij het kapje aan het begin van dit arti
kel is een landschapteekeniing gebruikt
Daar werden de silhouetten uitgeknipt uit
zwart papier en het fond oranje gehouden,
wat een zeer mooi effect gaf.
HET El VAN COLUMBUS
Het is iets dóódgewoons, zeker éven
voudiig en voor de hand liggend, als het
neerzetten van het ei van Columbus was
en het wondt even weinig bedacht en
toegepast
Slagroom is duur naar verhouding (dwz.
gerekend naar de hoeveelheid melk, die
noodig is voor de bereiding). En toch vin
den wij ze zóó lekker in een kopje koffie
op een caramelpudding, enz., dat we allen
ons wel eens een enkele maal die weelde
veroorloven willen.
Toch kunnen we heel goedkoop aan slag
room komen, nl. van de melk, die we toch
voor ons huishoudelijk gebruik koopen Men
behoeft ze er nl. niet ongekookt voor te be
waren, maar kan de versche melk als ge
woonlijk dadelijk koken (vooral echter wat
flink en lang doorkoken) en daarna heel
stil laten staan om af te koelen (in een pan
met koud water bijv. of in den wind
een open raam, maar het best is in
kelder). Na enkele uren kan men dan het
bovendrijvende dik (liet „vel") er voorzich
tig afscheppen en dit gewoon gaan slaan
of kloppen als ongekookte room en krijgt
dan heerlijk dikke slagroom voor de koffie.
Een uitgezochte methode dus voor men
schen die niet houden van velletjes in de
koffie. Het geklopte vel vinden zij heerlijk.
Vóór het kloppen doet men wat witte
suiker in de gekookte room cn ook moet
men er aan denken geduld te oefenen en
wat lang te kloppen.
CORRESPONDENTIE
Aan Mw. L. v. B. Het boek, dat ik in het
slotstuk van de „De kunst om vol te hou
den" heb aangehaald heet:' „Hoe bchee r-
schen wij onze zenuwen" door Dr.
Jackson en is uitgegeven bij Brusse's
uitgeversmij te Rotterdam. U kunt het on
der die opgave in eiken boekhandel te be
stellen als het ep niet voorradig is. Let wel:
ik heb slechts uit dat boek aangehaald den
daarbij de bron vermeld, maar niet zooals
u meent er een bespreking van gegeven
(dat deed ik voordien reeds elders) anders
zou ik re ook even op hebben gewezen, dat
we niet in alles met de ideeën van dit boek
kunnen meegaan. Dat hoeft natuurlijk voor
volwassenen geen reden te zijn om een zoo
praktisch, nuttig boek ongelezen te laten,
als u het maar weet. In sommige bladzijden
komt veel voor over de onderzoekingen en
ideeën van Freud en deze zijn in zeker op
zicht anti-godsdienstig, (let wel. het boek
zelf is dat niet. het waarschuwt alleen
niet voldoende tegen verkeerde conseuen-
tie's. Deze (Freuds) ideeën dit meteen in
antwoord op een i«-ang van een andere
lezeres komen in het kort hierop neer,
dat 's menschen lieele zielelcven wordt be-
heerscht uitsluitend door instincten waar
van het voornaamste is het voortplantings-
Instinct (waarvan dan vele anderen bijv.
het instinct van zelfbehoud een voortvloei
sel zijn, immers zou men willen blijven be
staan om de mogelijkheid van voortplan
ting). Deze instincten wat de meeste
vooral de beschaafde menschen, zeker niet
zoo maar toegeven willen maar die dan
ook voor verreweg het grootste deel slechts
werken in ons onbewuste zielsleven, zou-
rms zieleleven zoodanig en zoo uitslui
tend beheerschen dat elke bedwinging reeds
een zenuwstoomis teweeg moet hrengen,
die, die men al of niet ovenvinnen kan.
En nu gaat de onderzoeker en „ontdek
ker" van dat onbewuste zieleleven zoover
van te beweren, dat alle zenuwstoornissen
hun oorzaak boeten vinden in onderdru
king van het voornaamste instinct, dat der
voortplanting of wel de geslachtdrift Elke
beperking, betzij door ongehuwd blijven, be
perking in het huwelijk, vooral ook lange
engagementen enz. enz. zouden dan bepaald
tot min of meer ernstige zenuwstoornissen
moeten leiden.
Als alle opzienbarende ontdekkingen (die
op het terrein van het onbewuste leven door
Freud gedaan waren inderdaad interessant
en van verstrekkende beteekenis voo-
geneesmethoden hij zielsziekten) leidden zij
echter den ontdekken zelf tot groote eenzij
digheid. Uiteraard viel hier weinig tegen te
bewijzen. Door redeneering kan een geleer
de, vooral op een „nieuw" terrein, meestal
gemakkelijk alle verschijnselen tot zijn
eigen uitgangspunt terugbrengen. Gelukkig
en dit weten lang niet alle jonee men
schen die veel te gauw en te graag met zul
ke nieuwe ideeën gaan dweenen is niet
lang daarna op a.h.w. „toevallige" wijze ge
bleken (n.l. in den grooten oorlog door de
z.g. ,.shel-9hock") dat er wel degelijk ze
nuwstoringen bestaan (en dus kunnen
bestaan) die niet op eenigerlei wijze met het
sexueele Instinct in verband staan.
Freud echter was lntusschen met zijn
redeneering*'n zoover doorgegaan, dat hij
de nuderwetsche (godsdienstige) kuische op
voeding, ooi-zaak der moderne zenmvstoor-
nissen noemde en op grond daarvan be
streed cn verfoeide en tot op zeko. 2 hoog'e
Uitkomst voor plaatsen
zonder gas!
Waar U ook woont als U een
AMERICAN KITCHENKOOK bezit
kunt U op gas koken en geld over
houden van Uw brandstoffenrekening.
De KITCHENKOOK maakt en brandt
zijn eigen gas van gewone benzine.
Kookt sneller, bakt beter, verbruikt
minder dan eenig ander kookapparaat
en vraagt vrijwel geen onderhoud.
Vraagt prospectus met attestenboek
van tevreden gebruikers en adressen
wederverkoopers aan
MEYER CO. - ENGROS - AMERSFOORT
AMERICAN
vooral kwaadwillenden konden dit erull
lezen het „zich-uitleven" aanbeval. Hlei-
in ligt het gevaar, dat vele jonge menschel
die graag met geleerdcrigheid dweepen,
niet vermoeden, althans niet voldoende be
seffen. Want, dat die leeringen, waar zij
werden gehuldigd en soms in praktijk ge
bracht door juist niet de beste nienschen-
soorten bij al hun heil voor patiënten,
die vroeger niet. of op verkeerde manier
(bijv, rustkuren tegen zenuwlijden!) wer
den geholpen ook aan den anderen kant
reel kwaad gesticht hebben, laat zich
.vel begrijpen. Ook hier als zoo vaak
zag men de „volgelingen" gewoonlijk
verder gaan dan „de meester" zelf. En even
nuttig als de ontdekkingen waren, in toe
passing gebracht waar het hoorde en door
bekwame dokters, even schadelijk werden
ze, wanneer leeken er mee gingen „liefheb
beren" in ziels- of zelfs „natuur"-genees-
Het is daarom, dat ik bij de aanbeveling
van het boek „Hoe beheerschen wij onze
zenuwen", wil waarschuwen, om nu niet
volgens de bijgevoegde literatuurlijst
(voor de psycho-analyse-studie) ook de boe
ken van Freud e.a. te gaan bestudeeren en
misschien te gretig te gaan aanvaarden.
Deze waarschuwing geldt dan natuurlijk
niet de .gestudeerde" menschen, die moe
ten zelf weten, wat ze doen, maar het is een
bekend feit, dat weinig-ontwikkelden ge
woonlijk te zeer geneigd zijn. om alles, wat
gedrukt lezen te spoedig maar aan te
nemen.
Voor de eersten is dan ook bet boven
staande, dat ik hier maar „uit de vrije
hand", ik bedoel zonder boek of leidraad
geef. misschien wel wat al te beknopt of
enzichtelijk en daarom niet in de fines-
s nauwkeurig, maar ik" geef het alleen
als algemeene waarschuwing bij de lezing
van het boek van Dr. Jackson en ook als
antwoord op de vraag \an 'n jonge lezeres
om verklaring en tenslotte ook als een
kleine rechtzetting bij het zotte geklets
dat men soms van jonge menschen hoort
over dingen, die ze niet begrijpen en dan toch
erdedigen. Men weet dan waar men aan
oe is, en dat ik zeker geen onbegrensde
aanbeveling van die zienswijze geven wil,
al acht ik het „aangrijpen" van de zenuw
patiënten wel nuttig.
Aan .MoedertJe". Tot m'n spijt zie ik, dat
dit antwoord dat ik al een paar weken ge
leden schreef cn er toen net niet meer bij
kon, nadien is blijven liggen. Maar „wat in
t is (was) verzuurt niet", dut ziet u
weer. Toen u begon te schrijven: ik
kreeg de schuilnaam „Moedertje" en ik
schreef u overnu weet u het wel
toon wist ik in werkelijkheid
niets, want velen heb ik „moedertje" ge
antwoord en velen schreven .me over een
zelfde werkje Maar toen u verder ging en
vetrelde dat ik had gezegd „ze zullen het
mooi vinden" enz. ja toen wist ik opeens
weer het heele geval. Gelukkig dat alles zoo
goed uitgekomen is en niets erg hoor, dat u
wat lang wachtte met schrijven. Ik reken
nooit op bedankjes en vindt het juist pret
tig dat de menschen pas weer terugkomen
wanneer er weer wat te vragen is.
Aardige, hartelijke kinderen hebt u. houd
dat maar in waarde, ook al gaat bij het
klimmen der jaren het verschil tusschen
oud en jong steeds grooter worden en
brengt vaak eenige eenzaamheid voor do
eersten meehoud dan de h a r t e 1 ij k-
h e i d cn warmte er toch altijd in. Maar
dat zult u wel. U keek zcker Wel vreemd
op van dat heele stuk over de stoof? dat
had ik namelijk al in het hoofd om eens
over dat gevaar te gaan schrijven cn toen
uw vraag kwam. schoot op hetzelfde oogen-
blik dat heele praatje uit m'n pen. Naar
natuurlijk weet ik niet of u zulke gevaar
lijke dingen als kolenstoofjes gewoon is,
dus heb ik het niet tegen u persoonlijk be
doeld hoor.
De electrische stoven zijn nog beter dan
ik daar beschreef, want ze regelen zich zelf.
zoodat het geen kwaad kan als men eens
vergeet uit te schakelen. Denkt u als u er
een koopt, er dus aan, dat u vraagt naar
zóó een. Verder heel hartelijk dank voor
lieve wensch. Het is een bede en ze zal ze
ker verhoord worden, al is die verhooring
niet altijd in den weg dien wij zelf zouden
RECEPT
Ingezonden door een lezeres.
Ziekenrecept
150 gram rozijnen, 1 dL. bessensap, 2Va
d'L. water, 40 gr. suiker, stukje vanille
(of wat vanillesuiker), 50 gr. suiker, 2 eier
dooiers of 1 heel ei.
Bereiding:
De melk laten trekken met vanille. De ro
zijnen ongeveer een half uur of meer laten
koken in het water niet de bessensap, cn 40
suiker. Het vocht daarna binden niet
aangemaakte sago "ii odes opdoen in
een glazen vhaschaal. Het ei of de eier
dooiers flink roeren met de suiker, da ai-bij
de maïzena voegen en langzaam zooveel van
de warme melk toevoegen, tot de massa
doei ba ar is, Haar don bij de overige melk
roegen in liet pannetje en alles flink 10e-
-unde door loten koken tot de vla gebonden
s. Haar af en toe doorroeren om to voor
komen dat er een vel op tie vla komt en de
la dan in vla schaal gieten over de rozijnen
11 alles koud loten worden.
KERK VOOR ZIEKEN
I oeur kathedraal te Parijs wordt op geregelde tijden ren godsdienstoefening
gehouden. Van heinde <n eer worden de kranken naar het kerkgebouw
aar ooggetuigen verklaren moet 't een ontroerend schouwspel zijn.