iter dk VrornW). Wf HANDWERKEN ITCHEN KOO VRIJDAG 22 APRIL 1932 OVER SPAREN EN BEWAREN (Slot.) Men vraagt me, of ik het niet verkeerd acht dat ook in dezen tijd vaak door jonge menschen nog zoo véél en gemakkelijk geld verdiend wordt, dikwijls bijna uitsluitend door een groote mate va» brutaliteit en overredingskracht, zonder dat er ook ma*, eenige basis van kennis aanwezig is. Natuurlijk vind ik dat en liet lijkt me wel ecu der ergste fouten van ons productie beter gezegd van ons handelsstelsel, maar wat veranderen we daar aan? Ik heb zoo wel 's gedacht: wanneer in ons Christelijk volksdeel de scheuringen nog een beetje ver-, der gaan, zoodat de stukken geheel uit elkaar vallen... dat komt wel! men sjireekt al splijtzwammen, wat ik tusschen een onjuiste beeldspraak vind. liet zijn geen stiekum voortwoekerende zwammen die men met den besten wil der wereld doch zonder succes tracht uit te roeien, neen, neen, het zijn groote dikke, maar scherp-gekante wiggen, die men er willens eu wetens in- hamert; en waarna men dan nog trotsch is omdat men niet aan „verdoezeling der gren zen" doet.. En als dan het in stukken-gebroken recht moet wijken voor rood, en dit, eenmaal „aan de macht", zijn onmacht vlug zal toonen en wijken voor een fascisme, (dat bij c niet anti-christelijk zal hoeven te zijn)... En als we dan hier dus een dictator kregen (dit alles veronderstellender wijze gesproken) en die dictator was een vriend van mij, ja, dan zou ik stellig hem vragen, om te bepalen, dat aan kinderen van nog geen achttien of twintig jaar geen loonen persoon lijk uitgekeerd mochten worden, maar aan ue ouders (of fondsen) die hen er behoorlij van gevoed en gekleed deden gaan en wat van die „beschermende" bepalingen, die echter geen gelegenheid voor ergerlijke verkwistingen lieten. Ergerlijk, want loopen er niet massa's bij crisis-comité en burger lijk armbestuur, wier broers en zusters, of wel/eigen kinderen (al kunnen die „onmo gelijk" méér helpen), geregelde bioscoop bezoekers en stevige rookers zijn? Verkwis ting is altijd ergerlijk en zelfs al doet men geen anderen tekort. Dus... als een dictator dat eens wilde tegengaan., graag! maai' tot zoolang of in elk geval voorloopig zui len we nog wel moeten verdragen dat dit alles is, zooals het is. Ik wil er tenminste geen boom over beginnen. Maar ik zou nog bijna vergeten, dat ik beloofde, hier nog te vertellen, wat Ford in zijn nieuwste boek zegt over den leeftijd van de menschelijke werkkrachten. Als te merkwaardiger heeft zijn uitspraak lae getroffen, omdat ik kort tevoren had gelézen hoe de toestanden in het tegenwoor dige Duitschland zijn voor de vrouwelijke kantoorkrachten, die, zoodra ze maar een beetje „oud" gaan worden, ellendig slechte betalingen „genieten" waarbij dan nog veel werkloosheid hcerscht. De beste krachten voor kantoor (deze be weringen gelden in het algemeen, zijn be wezen door de statistieken) heeten de meis jes van 'n jaar of vijf-, zes en twintig tot dertig toe. (Wie gelooft dit en denkt daarbij niet aan persoonlijke voorkeur van directeu ren of chefs?) Die kunnen ongeveer honderd Hojlandsche guldens per maand verdienen. Na dertig jaar wordt het bedrag van liever leede minder (bij nieuw aannemen). Het wil niet zeggen dat men steeds de gegeven sala rissen gaat verlagen, neen, men ontslaat gewoon en neemt clan aan tegen minder een manier die ook in ons land wel door karakterlooze directies gevolgd wordt: „u kunt nog blijven tot zoolang en daarna „a 1 s u w i 11" opnieuw beginnen voor de helft (twee derde of zoo). Gemakkelijk is ze zeker die manier voor menschen die geen geweten hebben tenminste, want men behoeft dan niets te verantwoorden, men praat niet, men ontslaat! Het wordt dan tenslotte voor de leeftijd Van ongeveer veertig jaar een salaris (ads men op die leeftijd als vr. tyriste boekhoud ster of zooNrrg een baantje krijgt) de.tig hoogstens veertig gulden per maand. Dat zij daarmee ten ha >gste een klein kamertje kunnen huren waar zij zelf hun veel te schraal maal moeten koken. Iaat zich begrijpen, want ze moeten toch be hoorlijk gekleed gaan ook. De toestanden onder deze categorieën zijn ellendig, vol gens de statistieken, het is ontroerende lectuur. En wat moeten zulke oudere meisies of vrouwen met haar ondervoede lichamen vergeet niet. dat zij nog oorlogsjaren hebben meegemaakt ook anders beginnen? Dienst bodenwerk is voor haar nog betrekkelijk zwaar, ook zijn er zooveel niet meer noodig in het verarmde Duitschland. In Holland werken er nog steeds duizenden en nog duizenden staan er ingeschreven op de lijs ten van aanmelding. Maar er zullen er, voor al onder de ouderen, die vaak reeds bejaarde ouders hebben, velen zijn, voor wie het be zwaarlijk is naar een ander land te trekken Ook in Engeland is de toestand voor de werkende vrouw treurig. Daar verdient ze wel genoeg op kantoor, maar heel vaak moet ze daar een heel gezin van onderhouden, daar de ouders vee) werkloos zijn, wat ge lukkig den laatsten tijd zeer verbeterd is, of de vader in den oorlog gewond of gesneu veld. Dan moeten zulke meisjes met kunst en vliegwerk, doormiddel van verf en poe der en met een air van lenigheid (door hon- gerkuren via „slanke lijn" te gewinnen) steeds trachten een schijn van jeugd op te Na zuike onthullingen is het een verade ming, een weelde van voldoening om dan te lezen wat een man als Ford, een onver beterlijk optimist, ja, maar toch zeer zeker iemand die over .menschen en dingen" oor deel cn kan, opmerkt. Hij beweert resoluut, dat bijna alle "durend cn blijvend succes, dat men schen in zaken hebben, tot hen komt na het veertigste jaar. En dat verklaart hij, door vast te stellen, dat maar zelden voor dien leeftijd het gerijpte juiste oordeel ontstaat. Volgens hem kan er zelfs nooit sprake zijn, dat menschen, zoolang ze nog niet bepaald afgeleefd zijn, te oud zouden mogen heeten .voor hun werk. „There is really no problem of age" zegt hij letterlijk: het probleem van den leeftijd bestaat niet! Dat is dus nogal kras uitgedrukt. Het is Juist het forsche, verbluffende en uitdagen- En ook over vergaren (van kennis). de in de uitingen van zulke sterke men schen,dat zoo aantrekt of afstoot maar altijd interesseert en aan het denken zet! In ieder geval beleeft hij zelf zijn over tuiging, want hij verklaart ronduit, dat hij in zijn bedrijven en kantoren, wanneer hem de keus gegeven wordt beslist uitsluitend menschen van tusschen de vijf-en-dertig en zestig jaar tot zijn werkkrachten zal ver kiezen, want zoo zegt hij letterlijk: dan zou ik zeker zijn een standvastige (stabiel) en beproefde (steun) kracht tot mijn be schikking te hebben. En elders zegt hij: niemand is werkelijk oud, voordat hijophoudt met leeren. En dat (het zijn Fords woorden!) kan een mensch evengoed gebeuren op zijn twintig ste als op zijn tachtigste jaar. Tot zoover de aanhalingen. Me drinkt: juist in onzen tijd. nu de scho len van letterlijk ólles wat maar van het meeste zoo'n akelig droevig klein beetje onderwijzen en de verwaande jeugd rond loopt, hol van wind van oppervlakkige, „parate" maar niet bezonken kennis en schijnwetenschap, zal het vele ouder-en-wij- zeren onders ons machtig veel genoegen doen, een verstandig mensch, die zijn tijd verstaat, zoo te hooren redeneeren. En de jongeren? die hebben dus nog alle kansen vóór zich! Zoo kunnen we allemdal moed saheppen! Iedereen die het leeren volhoudt, blijft niet alleen jong, maar wordt op den duur ook steeds waardevoller voor zijn arbeid. Tegenwoordig heeft volgens Ford dan ook de commercieele waarde van een man of vrouw weinig meer te maken met het aantal jaren dat men heeft geleefd. Blijf didht bij one, die nog op aarde zijn, Die in het donker van de lange nachten Den 6chemer van Uw heerlijkheid verwachten Maar in den morgen moe en eenzaam zijn. Blijf dicht bij one, die nog op aarde zijn, Die in de dagen met hum vreemde machten Vergeefs in al voor U te leven trachten Maar in den avond sterk en hopend zijn Blijf dicht bij onsHaast stuwt het Mee naar zijn duist re kolken; in de tochten Van onze ziet gaat aan de zwoele bont Van 't kittig bloed En blijf toch dicht bij ons, Tot wij, diie lang met moede roeten zochten, Eindelijk rusten waar Gij wacht op or DRESSOIRLOOPER MET FILETHAAKWERK en dat de vorige maal i6 blijven overstaan. (rectificatie en bijvulling) Onder bovenstaande titel gaven we vorige week een beschrijving, waarvan tot m'n sipijt de eerste afbeelding is afgevallen, die we nu hierbij opnemen en waarmee de be schrijving wel duidelijker zal zijn geworden Door dit plaatje al zaJ het niet precies zijn na te werken, maar dan is daar het reeds genoemde leeuwpatroon begrijpt men nu wel beter, wat ik bedoelde met de vierkante patioonblokken. Het in het vorig nummer wel geplaatste plaatje hoorde bij hetgeen hieronder volgt Het tweede voorbeeld dat we hier nu ook nog plaatsen, is zeer mooi en voor velen misschien nog gemakkelijker, vooral men, wat heel goed kan de hoeken van het linnen recht neemt zonder de kleine „trapjes" Ik geloof niet dat nu nog iemand wel eens meer iets aan filethaakwerk heeft gedaan nog eenige moeite met dit werk zal hebben en anders schrijve men nog maar AARDIGE EENVOUDIGE LAMPE KAPJES Om de eQectrisohe stroom, die al steeds goedikooper wordt, hoeft men het tegen woordig niet meer te Laten een paar aardige schemerlampjes ra huis te hebben staan. Bovendien is in vele gevallen, vooral w ïer men vaak alleen in een kamer zit, het zij lozend, 6tudeerend of handwerkende (wat ook wel verstelwerk kan zijn) het ge bruik van een schemerlampje, dat dan eigen lijk meea- werklampje is, jurist voordeedriger, omdat men het dichtbij plaatst en het daar om van mindere lichtsterkte kan zijn. Een groote huiskamerlamp van 75 of soms 100 watt, in een verdonkerende kap geeft aan een huiemoeder die op eenige af stand aan de tafel zit koueen te stoppen, vaak veel slechter licht dan een lampje van 25 dat zij dicht bij zich heeft staan. Men moet het dan nooit vlak voor de oogen zet ten, maar wet opzij aan don linkerkant. Ook als men het niet bepaald om het voordeel hoeft te doen, zijn deze kapjes al tijd zeer gewild en heeft men er niet licht te veel. In een serre, waar men niet zit, maar wel in kijkt, in de ,Jeege" kamer van suite waar men anders door de open schuifdeuren zoo onaangenaam donker „in kijkt", is het schijnsel van een lampje dat - - 6*- nilet meer dan 15 volt verbruikt en dooi' een rdig kleurig kopje straalt, een zeer goed- koope weelde, maar toch echt een weelde. Men koopt ze tegenwoordig goedkoop ge- neg, maar toch is nog altijd een eigen-ge maakt kapje, of tenminste een kapje, een zeer gewaardeerd bezit cn ook altijd nog wel wat voordeeLiger ook. Er zijn natuurlijk wel heel wat ingewik kelder soorten, maar de heel eenvoudige vol doen meestal ook al zeer goed en zijn in elk geval het meest aan te bevelen voor de genen, die dit werkje voor het eerst pro- beeren. Nemen we bijv. het gewone rechte kapje dat we kunnen maken door een reeds be staand lampje met een geraamte (ronding) van ijzer draad, waar het kapje op rusten kan. Heeft men dit laatste nriet dan is dat zelf te maken of klaar te koopen, die din gen zijn niet duur. Men kan een oud kapje hebben, dat versleten of verschoten is en dat men nu eens vernieuwen wiiL Het eerste werk zal zijn, het hier afge beelde patroon na te teokenen en uit stevig papi-er even een model te knippen en te passen om het geraamte dat men heeft. De meesten zullen wel uit de hand kunnen teekenen en nakreippen, aan de maten heeft men toch niet altijd houvast. Wil men echter eenige maat hebben dan rekene men niet met de cijfers zooals ze erbij staan, maar leze: voor de zes: 15 (cM.), voor 2y2, 6 en 4, reep. de getallen 5, 16 en 10 cM. De breedte van 1~V2 is dan 30 cM. Maar nog eens: pre cies zijn die maten nooit, men moet altijd eerst meten na het knippen en waagt daar dan maar wat pakpapier aan. Het eenvoudigste rechte patroon dot op de teekening onder ligt voldoet zeer goed, maar will men liever een uitgesohulpte maken, dan zie men naar het andere voor beeld en kon vrij uit de hand de schulp- nand teekenen. Wil men nu verder een heel eenvoudig motiefje gebruiken, bijv. als het lampje voor kinderkamer of jongameisjeskamer dient, dian is altijd wel aardig het een of ander fruit- of bloemenmotief. Dat kan men ge makkelijk overtrekken van een aardige briefkaart of plaat Die figuur wordt dan oy ergecalceerd op het eerst uitgeknipte kap je, dat men nu afwerkt ook kleurt, terwijl het nog plat op tafel gelegd worden kan. Een eenvoudig voorbeeld van zoo'n teeke- ning toont ons de derde afbeelding en zoo kan men elk ander motief gebruiken en in een stuk rand venverken. Men zou ook twee verschillende briefkaarten kunnen ge bruiken don echter van twee bij-edkaar-pae- sende motieven bijv. van een vogel- of bloe- mensecie, en dan aan beide zijden van het kapje een eenigszins andere teekening heb ben inplaats van een doorloopende rand. Hoe het lampekopje later geolied wordt, beschreven we reeds vroeger, ook hoe men r gaatjes in maakt en dan met gekleurd-e affiadraad het kapje aan het ijzeren ge- aarate wordt gaheaht. Koopt men echter reeds geolied papier, dat niet zoo duur is, dan is het teekenen gemakkelijk omdat het voorbeeld dan onder het door schijnende papier kan leggen. Overigens kan men alle benoodigdihecten, ook patronen en uitgeknipte kappen, wed koopen in winkels die speciaal in die soort artikelen handelen. Dat zal gewoonlijk toch nog goedkooper uitkomen dan een gekocht kapje en men heeft don meer Iets naar •igen smaak of naar kleuren die in de ko- ner passen. Heldere, sprekende kleuren zuilen liet over 't geheel het best doen. Men kan ook om het effect te kunnen berekenen af en toe onder het kleuren eens een lichtje eronder houden. Er zijn bepaalde lamp kappen-verven en -penseelen in den han del verkrijgbaar in kleine tubetjes (a sen weet ik niet) alsook penseeltjes. Ten overvloede kan men nog als de tee kening eenmaal is geschilderd en gedroogd, het geheel nog overspuiten met een andere kleur, door dikke \erf met een sponsje luchtig overheen te soppen. Daarna (eerst drogen natuurlijk) kan men dan zelfs noj met een dunnere en Lichtere verf, wat luoh tiger over het voorafgaande sponzen. Deze „opgespoten" verf (men kan ze ook w lijk opspuiten, zooa.ls we reeds vroeger be schreven) geeft vaak nog een mooier achter grond bij de teekening, men kan ze naai den bovenrand dikker of dunner Laten uit- loopen. Bij het kapje aan het begin van dit arti kel is een landschapteekeniing gebruikt Daar werden de silhouetten uitgeknipt uit zwart papier en het fond oranje gehouden, wat een zeer mooi effect gaf. HET El VAN COLUMBUS Het is iets dóódgewoons, zeker éven voudiig en voor de hand liggend, als het neerzetten van het ei van Columbus was en het wondt even weinig bedacht en toegepast Slagroom is duur naar verhouding (dwz. gerekend naar de hoeveelheid melk, die noodig is voor de bereiding). En toch vin den wij ze zóó lekker in een kopje koffie op een caramelpudding, enz., dat we allen ons wel eens een enkele maal die weelde veroorloven willen. Toch kunnen we heel goedkoop aan slag room komen, nl. van de melk, die we toch voor ons huishoudelijk gebruik koopen Men behoeft ze er nl. niet ongekookt voor te be waren, maar kan de versche melk als ge woonlijk dadelijk koken (vooral echter wat flink en lang doorkoken) en daarna heel stil laten staan om af te koelen (in een pan met koud water bijv. of in den wind een open raam, maar het best is in kelder). Na enkele uren kan men dan het bovendrijvende dik (liet „vel") er voorzich tig afscheppen en dit gewoon gaan slaan of kloppen als ongekookte room en krijgt dan heerlijk dikke slagroom voor de koffie. Een uitgezochte methode dus voor men schen die niet houden van velletjes in de koffie. Het geklopte vel vinden zij heerlijk. Vóór het kloppen doet men wat witte suiker in de gekookte room cn ook moet men er aan denken geduld te oefenen en wat lang te kloppen. CORRESPONDENTIE Aan Mw. L. v. B. Het boek, dat ik in het slotstuk van de „De kunst om vol te hou den" heb aangehaald heet:' „Hoe bchee r- schen wij onze zenuwen" door Dr. Jackson en is uitgegeven bij Brusse's uitgeversmij te Rotterdam. U kunt het on der die opgave in eiken boekhandel te be stellen als het ep niet voorradig is. Let wel: ik heb slechts uit dat boek aangehaald den daarbij de bron vermeld, maar niet zooals u meent er een bespreking van gegeven (dat deed ik voordien reeds elders) anders zou ik re ook even op hebben gewezen, dat we niet in alles met de ideeën van dit boek kunnen meegaan. Dat hoeft natuurlijk voor volwassenen geen reden te zijn om een zoo praktisch, nuttig boek ongelezen te laten, als u het maar weet. In sommige bladzijden komt veel voor over de onderzoekingen en ideeën van Freud en deze zijn in zeker op zicht anti-godsdienstig, (let wel. het boek zelf is dat niet. het waarschuwt alleen niet voldoende tegen verkeerde conseuen- tie's. Deze (Freuds) ideeën dit meteen in antwoord op een i«-ang van een andere lezeres komen in het kort hierop neer, dat 's menschen lieele zielelcven wordt be- heerscht uitsluitend door instincten waar van het voornaamste is het voortplantings- Instinct (waarvan dan vele anderen bijv. het instinct van zelfbehoud een voortvloei sel zijn, immers zou men willen blijven be staan om de mogelijkheid van voortplan ting). Deze instincten wat de meeste vooral de beschaafde menschen, zeker niet zoo maar toegeven willen maar die dan ook voor verreweg het grootste deel slechts werken in ons onbewuste zielsleven, zou- rms zieleleven zoodanig en zoo uitslui tend beheerschen dat elke bedwinging reeds een zenuwstoomis teweeg moet hrengen, die, die men al of niet ovenvinnen kan. En nu gaat de onderzoeker en „ontdek ker" van dat onbewuste zieleleven zoover van te beweren, dat alle zenuwstoornissen hun oorzaak boeten vinden in onderdru king van het voornaamste instinct, dat der voortplanting of wel de geslachtdrift Elke beperking, betzij door ongehuwd blijven, be perking in het huwelijk, vooral ook lange engagementen enz. enz. zouden dan bepaald tot min of meer ernstige zenuwstoornissen moeten leiden. Als alle opzienbarende ontdekkingen (die op het terrein van het onbewuste leven door Freud gedaan waren inderdaad interessant en van verstrekkende beteekenis voo- geneesmethoden hij zielsziekten) leidden zij echter den ontdekken zelf tot groote eenzij digheid. Uiteraard viel hier weinig tegen te bewijzen. Door redeneering kan een geleer de, vooral op een „nieuw" terrein, meestal gemakkelijk alle verschijnselen tot zijn eigen uitgangspunt terugbrengen. Gelukkig en dit weten lang niet alle jonee men schen die veel te gauw en te graag met zul ke nieuwe ideeën gaan dweenen is niet lang daarna op a.h.w. „toevallige" wijze ge bleken (n.l. in den grooten oorlog door de z.g. ,.shel-9hock") dat er wel degelijk ze nuwstoringen bestaan (en dus kunnen bestaan) die niet op eenigerlei wijze met het sexueele Instinct in verband staan. Freud echter was lntusschen met zijn redeneering*'n zoover doorgegaan, dat hij de nuderwetsche (godsdienstige) kuische op voeding, ooi-zaak der moderne zenmvstoor- nissen noemde en op grond daarvan be streed cn verfoeide en tot op zeko. 2 hoog'e Uitkomst voor plaatsen zonder gas! Waar U ook woont als U een AMERICAN KITCHENKOOK bezit kunt U op gas koken en geld over houden van Uw brandstoffenrekening. De KITCHENKOOK maakt en brandt zijn eigen gas van gewone benzine. Kookt sneller, bakt beter, verbruikt minder dan eenig ander kookapparaat en vraagt vrijwel geen onderhoud. Vraagt prospectus met attestenboek van tevreden gebruikers en adressen wederverkoopers aan MEYER CO. - ENGROS - AMERSFOORT AMERICAN vooral kwaadwillenden konden dit erull lezen het „zich-uitleven" aanbeval. Hlei- in ligt het gevaar, dat vele jonge menschel die graag met geleerdcrigheid dweepen, niet vermoeden, althans niet voldoende be seffen. Want, dat die leeringen, waar zij werden gehuldigd en soms in praktijk ge bracht door juist niet de beste nienschen- soorten bij al hun heil voor patiënten, die vroeger niet. of op verkeerde manier (bijv, rustkuren tegen zenuwlijden!) wer den geholpen ook aan den anderen kant reel kwaad gesticht hebben, laat zich .vel begrijpen. Ook hier als zoo vaak zag men de „volgelingen" gewoonlijk verder gaan dan „de meester" zelf. En even nuttig als de ontdekkingen waren, in toe passing gebracht waar het hoorde en door bekwame dokters, even schadelijk werden ze, wanneer leeken er mee gingen „liefheb beren" in ziels- of zelfs „natuur"-genees- Het is daarom, dat ik bij de aanbeveling van het boek „Hoe beheerschen wij onze zenuwen", wil waarschuwen, om nu niet volgens de bijgevoegde literatuurlijst (voor de psycho-analyse-studie) ook de boe ken van Freud e.a. te gaan bestudeeren en misschien te gretig te gaan aanvaarden. Deze waarschuwing geldt dan natuurlijk niet de .gestudeerde" menschen, die moe ten zelf weten, wat ze doen, maar het is een bekend feit, dat weinig-ontwikkelden ge woonlijk te zeer geneigd zijn. om alles, wat gedrukt lezen te spoedig maar aan te nemen. Voor de eersten is dan ook bet boven staande, dat ik hier maar „uit de vrije hand", ik bedoel zonder boek of leidraad geef. misschien wel wat al te beknopt of enzichtelijk en daarom niet in de fines- s nauwkeurig, maar ik" geef het alleen als algemeene waarschuwing bij de lezing van het boek van Dr. Jackson en ook als antwoord op de vraag \an 'n jonge lezeres om verklaring en tenslotte ook als een kleine rechtzetting bij het zotte geklets dat men soms van jonge menschen hoort over dingen, die ze niet begrijpen en dan toch erdedigen. Men weet dan waar men aan oe is, en dat ik zeker geen onbegrensde aanbeveling van die zienswijze geven wil, al acht ik het „aangrijpen" van de zenuw patiënten wel nuttig. Aan .MoedertJe". Tot m'n spijt zie ik, dat dit antwoord dat ik al een paar weken ge leden schreef cn er toen net niet meer bij kon, nadien is blijven liggen. Maar „wat in t is (was) verzuurt niet", dut ziet u weer. Toen u begon te schrijven: ik kreeg de schuilnaam „Moedertje" en ik schreef u overnu weet u het wel toon wist ik in werkelijkheid niets, want velen heb ik „moedertje" ge antwoord en velen schreven .me over een zelfde werkje Maar toen u verder ging en vetrelde dat ik had gezegd „ze zullen het mooi vinden" enz. ja toen wist ik opeens weer het heele geval. Gelukkig dat alles zoo goed uitgekomen is en niets erg hoor, dat u wat lang wachtte met schrijven. Ik reken nooit op bedankjes en vindt het juist pret tig dat de menschen pas weer terugkomen wanneer er weer wat te vragen is. Aardige, hartelijke kinderen hebt u. houd dat maar in waarde, ook al gaat bij het klimmen der jaren het verschil tusschen oud en jong steeds grooter worden en brengt vaak eenige eenzaamheid voor do eersten meehoud dan de h a r t e 1 ij k- h e i d cn warmte er toch altijd in. Maar dat zult u wel. U keek zcker Wel vreemd op van dat heele stuk over de stoof? dat had ik namelijk al in het hoofd om eens over dat gevaar te gaan schrijven cn toen uw vraag kwam. schoot op hetzelfde oogen- blik dat heele praatje uit m'n pen. Naar natuurlijk weet ik niet of u zulke gevaar lijke dingen als kolenstoofjes gewoon is, dus heb ik het niet tegen u persoonlijk be doeld hoor. De electrische stoven zijn nog beter dan ik daar beschreef, want ze regelen zich zelf. zoodat het geen kwaad kan als men eens vergeet uit te schakelen. Denkt u als u er een koopt, er dus aan, dat u vraagt naar zóó een. Verder heel hartelijk dank voor lieve wensch. Het is een bede en ze zal ze ker verhoord worden, al is die verhooring niet altijd in den weg dien wij zelf zouden RECEPT Ingezonden door een lezeres. Ziekenrecept 150 gram rozijnen, 1 dL. bessensap, 2Va d'L. water, 40 gr. suiker, stukje vanille (of wat vanillesuiker), 50 gr. suiker, 2 eier dooiers of 1 heel ei. Bereiding: De melk laten trekken met vanille. De ro zijnen ongeveer een half uur of meer laten koken in het water niet de bessensap, cn 40 suiker. Het vocht daarna binden niet aangemaakte sago "ii odes opdoen in een glazen vhaschaal. Het ei of de eier dooiers flink roeren met de suiker, da ai-bij de maïzena voegen en langzaam zooveel van de warme melk toevoegen, tot de massa doei ba ar is, Haar don bij de overige melk roegen in liet pannetje en alles flink 10e- -unde door loten koken tot de vla gebonden s. Haar af en toe doorroeren om to voor komen dat er een vel op tie vla komt en de la dan in vla schaal gieten over de rozijnen 11 alles koud loten worden. KERK VOOR ZIEKEN I oeur kathedraal te Parijs wordt op geregelde tijden ren godsdienstoefening gehouden. Van heinde <n eer worden de kranken naar het kerkgebouw aar ooggetuigen verklaren moet 't een ontroerend schouwspel zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3