WOENSDAG 20 APRIL 1932 VIERDE ELAD PAG. 11 FREDERIK FRÖBEL 1782 21 APRIL 1932 Stichter van de „Kindergarten" EEN OPVOEDER VAN GROOTEN INVLOED Nu het 21 April a.s. 150 jaar geleden ls, 'dat te Oberweissbach in het Thi>ringerwoud een der groote opvoedkundigen werd gebo ren wiens invloed op het tegenwoordig voor bereidend onderwijs nog merkbaar is, wal len wij hier een en ander uit zijn leven meedeelen. Fröbel was de opvoeder, die. juist door de in zijn eigen jeugdjaren ondervonden moeilijkheden, zoo uitstekend wist aan te geven wat het kind in de eerste jaren van zijn opvoeding noodig heeft. Want döt is Ihet fundament, waarop het heele verdere gebouw der opvoeding rust. Fröbel's eigen kinderjaren. Fröbel, die reeds spoedig na zijn geboorte zijn moeder verloor, was de zoon van een predikant, wiens groote gemeente hem niet toeliet, zioh met de zaken thuis te bemoeien. Het verlies van zijn moeder werd hem ge lukkig eenigen tijd vergoed door zijn stief moeder, die den jeugdigen knaap veel liefdé toedroeg. In dezen toestand kwam verande ring, toen zij zelf moeder werd en al haar liefde overdroeg op het eigen kind. Alles wat de jonge Frederik deed om zijn werkzamen geest te bevredigen, werd be oordeeld naar de toevallige gevolgen en niet naar de beweegredenen, welke het kind tot handelen drongen. Is het dan te verwonde ren dat. inplaats van gevoelens van liefde en eerbied te koesteren voor het ouderlijk gezag, het kind een wrok ging gevoelen te gen hen, die waren voorbestemd om zijn op voeding in de goede richting te leiden. Ook Fredericks vader ging het standpunt van zijn echtgenoote deelen, met het gevolg dat de kleine man die steeds uitwegen zocht om allerlei straffen te ontgaan, een der mooiste karaktertrekken verloor, welke het jonge kind sieren: de oprechtheid. Tijdens zijn jeugdjaren verbleef Fröbel eenigen tijd bij zijn oom, den Lutherschen predikant Hoffman, waar hij den goeden invloed onderging van kerk en school. En in huis maakte de dkar heerschende goede geest het toepassen van uiterlijke tuchtmid delen overbodig. Uit Fröbel's verdere leven stippen wij aan, 'dat hij eenigen tijd als leerling-houtvester ïs werkzaam geweest, waarna zijn drang naar kennis hem na$r de bekende Universi teit te Jena voerde. In deze periode, gedurende welke hij de zorgen des levens volop leerde kennen, werd (hij het meest terneer gedrukt door de mis kenning welke hij steeds ondervond van zijn vader, voor wien hij naast een groote liefde zeer veel achting koesterde. Eindelijk kon hij deze verhouding niet langer verduren en hij stond reeds op het punt zijn vader uitvoerig over alles te schrijven, toen deze hem verzocht naar het ouderlijk huis terug te keeren om hem daar bij het afwikkelen van zijn correspon dentie behulpzaam te zijn. Daar, nu het persoonlijk contact weer was hersteld, kwam het moment dat dé oude predikant zijn zoon ten volle leerde begrij pen; helaas te laat voor heiden om hiervan ten volle te genieten, daar de dood spoe dig een einde maakte aan het leven van dein ouden vader Fröbel. Eenigen tijid) later vinden wij den jongen Frederik terug te Frankfort, waar hem werd opgedragen, een hoofd leerplan te ontwer- Een volgende functie was die van huis pen voor de daar bestaande Modelschool, onderwijzer, als hoedanig hij voor zich en zijn leerlingen een huis alleen verlangde. Aan dezen wensch wend voldaan en dank zij deze toegevendheid der ouders maakte Fröbel van zijn leerlingen een stel flinke stoere jongens, die geestelijk zoowel als lichamelijk goed onderlegd waren en een Frederik Fröbel open. oog hadden voor het mooie dht do natuur biedt. In zijn later leven, dat hem in kennis bracht met den bekenden opvoedkundige Pestalozzi. rijpte bij Fröbel de meening, dat het spel als levensuiting voor het kind van groot belang is, om vervolgens de waarde van lichamelijke oefening volledig te leeren begrijpen. Zoo studeerde hij nog eenigen tijd vender, totdat het overlijden van zijn broer Chris- toffel hem zijn studie deed opgeven, om, met de zoons van zijn broer als eerste leer lingen, zijn werk als opvoeder definitief aan te vangen. Een nieuwe richting. Hoezeer Fröbel ervan overtuigd was, dat de tot dusver toegepaste .opvoedingsmetho den in een verkeerde richting gingen, blijkt wel uit een van zijn gezegden, waarin hij als zijn meening te kennen geeft: „Tot dus ver heeft men scholieren gekweekt, ik wil menschen vormen." „Leeren" is het wachtwoord, zegt Frönel ergens einders, maar leer-het kind leven. Laat ons voor de kinderen leven, wees kind met hen! Eén van de principen, waarvan Fröbel bij het uitoefenen van werkzaamheden uit ging, was wel het zelf bedenken, het zelf uitvoeren van de door hem aan zijn leer lingen gestelde opgaven. Hij wilde de zelf werkzaamheid bevorderen. Dit is zeer begrij pelijk en we kunnen het in onze gewone huiselijke omgeving zelf meermalen consta- teeren. dat de kinderen steeds hun groot ste voldoening vinden in het zelf tot stand brengen van iets. De kinderlijke geest is steeds actief en. wanneer de opvoeder niet aan dien drang tot werken tegemoet komt, zal de jeugd zelf wel een voorwerp zoeken om zijn werkdrift op te uiten. Alleen is dan de mogelijkheid niet uitgesloten, dat die „werkzaamheid" spoedig in kattekwaad en verveelzucht ontaardt. Ook Fröbel was deze eigenschap van het kinckniet onbekend en onder de door hem „uitgevonden" leermiddelen treffen we dan ook verschillende groepen welke het kind in de gelegenheid stellen aan zijn lust tot onderzoek te voldOen, door zijn speelgoed af te breken en daarna weer op te bouwen. Geen bewaarscholen. Een eigenaardigheid van Fröbel is wel deze, dat hij den naam bewaarschool af keurt. .Onze allerjongsten moeten niet „ge schoold" worden, maar evenmin „bewaard". „Neen", zegt Fröbel, „laat het kind spe len en niets idan spelen tot zijn zevende jaar; tot het tijdperk volbracht is. waarin zijn hersenen in wording zijn." En dan brengt hij ons die instelling, waar aan hij den zoo karakteristieken naam van „Kindergarten", kindetuinen heeft gegeven. Van deze instellingen heeft hij er ver scheidene in het leven geroepen, doch juist toen alles zich zoo mooi liet aanzien, toen alle teekenen wezen op het welslagen der e beweging, vaardigde het Pruisische slerie een verbod uit tegen deze Kinder garten. Dit verbod dat geheel op een misver stand berustte, werd weliswaar weder op- De eerste Fröbel-Kindergarten in Bad Blankenburg (Thüringen). DEMOBILISATIE WAT WILLEN DE NAT10NAAL- SOCIALISTEN? KOMT HET VERBOD DER S A. EN S.S.-ORGANISATIES TE LAAT? (Van onzen Duitschen correspondent) Door een hoofdartikel in ons blad werd ik danig in verlegenheid gebracht. Dit artikel behandelde het feit, dat Hindenburg ten tweede male tot rijkspresident is gekozen en stelde tevens de vraag, wat wij van Hitier en zijn beweging moeten denken. Ik citeer: „Hoe kort is het nog geleden, dat alle correspondenten van Nederlandsche bla den in Duitschland om de heele be weging der nazi's lachten en haar snel einde voorspelden. Laten wij toch niet vergeten, dat het Duitsche volk ietwat anders van geestesgesteldheid en staat kundige en ook historische opvoeding is als het Nederlandsche. Hoe het zij, het bloed der martelaren is het zaad der kerk". In de twaalf jaar mijner werkzaamheid als Duitsch correspondent werd mij herhaal delijk de gelegenheid geboden, met Adolf Hitler en de vooraanstaande mannen zijner partij van gedachten te wisselen. Ik bezocht hem in München, toen zijn aanhangers nog te gering waren, om zich het praedicaat partij aan te matigen. In dezen tijd van fi- nancieele inflatie en politieke vernedering vestigde ik met nadruk de aandacht onze lezers op Hitler's streven naar een nationale herleving, hoopte ik met hem, dat cie zoekgeraakte Duitsche eenheid door zijn energie herwonnen zou worden. Ik vroeg vooraanstaande Beiersche staatslieden, von Kahr, graaf von Lerchenfeld en vele anderen in dezen om hun oordeel en merkte, dat men met groote voorzichtigheid tewerk ging. Wij weten thans, hoe von Kahr zich tijdens de mislukte putsch tegenover Hitier gedragen heeft. Wij weten ook, dat de Beiersche be volking sedertdien van Hitier en diens Bruine Huis weinig heil meer verwachtte. Deze zocht sedertdien zijn heil in de andere Duitsche landen, maakte, hierbij geholpen door de groot-industrie, propaganda op het platteland, bewerkte Pommeren en trachtte voet in Pruisen te krijgen. Hij slaagde er voor een goed deel in. Zijn partij groeide tot een beweging, zooals zelfs de sociaal democraten die niet beleefden en het natio- naal-socialisme werd een soort evangelie voor de tienduizenden, die de booze gevolgen van een zoo al niet verloren dan toch ook stellig niet gewonnen oorlog voor ondraag lijk hielden. Met de handigheid van den geboren agitator wendde Hitier zich in zijn appèl tot verzet in de eerste plaats tot de jongere generatie, tot het geslacht dergenen, die den oorlog slechts van hooren-zeggen kennen. Hier viel het hem gemakkelijk, den haat tegen den als onredelijk bevonden vrede van Versailles aan te wakkeren. Een door den aartsvijand'geknecht volk moet weer vrijgevochten worden! Het Duitsche volk moet zich zijn nationale beteekenis weer bewust worden, zich in negatieven of posi tieven vorm tegen de tribuut-eischen van Frankrijk verzetten en door eigen kracht voor Duitschlands wederopbouw zorg dra gen. Dit mag echter alleen door Duitschers van zuiver Germaansch bloed worden be gonnen. „Juden'-raus!" Weg met de joden! De joden zijn Duitschlands verderf. Zij kun nen niet nationaal voelen, daar zij geen eigen vaderland hebben. Bovendien stellen zij de macht van den mammon boven die van geest. Aldus redeneert Adolf Hitler en met hem een belangrijk deel van het Duitsche volk. De kerk heeft met al deze nationale aan gelegenheden weinig of niets uitstaande. Het geloof is een particuliere aangelegenheid en de geestelijkheid doet beter, met haar han den van de politiek af te blijven. Ook in de belangen der school heeft de kerk zich niet te mengen. Daar zal het komende derde rijk zelf voor zorgen. Aldus redeneert Adolf Hit ler verder en zijn volgelingen zijn het vol maakt met hem eens. Ik luisterde naar dit alles jaren achtereen met toenemende verbazing, troostte mij met de gedachte, dat politieke noviteiten veelal niet zoo heet gegeten als gebraden worden en wachtte met de gelatenheid van een on bevooroordeeld toeschouwer op de komende gebeurtenissen. Ik begroette den dag, toen Hitiers mannen van onvervalscht Duitschen bloede hun intocht in den rijksdag hielden: 107 stramme kerels! Van schoon schip ma ken in het Wallothuis was echter weinig sprake. Men beperkte zich tot de kwajongens achtige brutaliteiten en onbeschoftheden, werd voor de variatie handtastelijk en ver liet op het beslissende oogenblik in marsch- tempo de zaal! geheven de Kindergarten werden onder den naam Bewaarscholen weder heropend maar Fröbel is dezen slag niet meer te boven gekomen. Op 21 Juni 1R52 is deze man, die zijn heele leven niets dan misken ning had ondervonden, omringd door zijn getrouwen overleden. Ieder, die wat meer van het leven en streven van Fröbel wil weten, moet lezen „Frederik Fröbel, hoe hij opvoeder werd en wat de kinderwereld hem openbaarde", ge schreven door een zijner meest enthousiaste volgelingen Elise van Calcar. LIESBETH. Wie van nabij aan den Kurfürstendamm de achtervolging en bestiale mishandeling van joodsche of joodsch uitziende burgers beleefde, wie L'nter den Linden den veldslag tusschen de obstinate studenten en de schu- po gadesloeg, die vraagt zich af: moet van deze menschen het heil voor Duitschlands toekomst verwacht worden? Deze vraag schijnen ook Hindenburg, Groener en Brüning zich gesteld te hebben. Vrij onverwacht werden zeer doortastende maatregelen tegen de S.A. en S.S. troepen der nationaal-sociaiisten genomen. Hitiers particuliere armee, die jaren achtereen in het buitenland het prestige der Duitsche x-egeenng ondermijnde, werd ontbonden. Het Bruine 1-Iuis werd door de politie bezet en hetzelfde beleefden we te-Berlijn in de Hede- inanstrasse, waar veel belastend materiaal in beslag werd genomen en het arsenaal met do verdedigingsmiddelen van het haken kruis werd verzegeld. Vast overtuigd, dat het hierdoor verloren terrein binnen een week tijds door het eindresultaat der Pruische landdagverkiezingen herwonnen wordt schikt Hitier zich in het onvermijdelijke, verlaat het Brume Huis en komt per vlieg tuig naar Berlijn, om hier in Hotel Kaïser- hof aan buitenlandsche journalisten allerlei griezeligheden toe te fluisteren. Hindenburg handelde onder Fi'anschen invloed en Brü ning doet alles, wat Parijs van hem ver langt!! De rijksregeering geeft zich de moeit» deze kinderachtige dwaasheden officieel van de hand te wijzen. 't Devies v. Adolf schijnt te luiden: 't bloed der martelaren is liet zaad voor 't derde rijk! In gezwollen taal bedankt hij zijn storm- afdeelingen voor de diensten, welke zij hein en zijn partij hebben bewezen. Hij maant allen tot gehoorzaamheid en laat door schemeren, dat de dag der wraly> niet ver meer van ons af ligt Nog enkele tiagen, dan wordt de Prinz Albrechtstrasse bestormd, Braun, Severing, Grzeszinski, Weiss en hoe zij verder heeten, worden op de vlucht ge slagen, het gehate katholieke centrum zal genoodzaakt worden, den sociaal-democraten zijn rug tqe te draaien, een blok van rechts staande partijen zal gevormd worden en van Pruisen uit wordt het gansche rijk veroverd. Hindenburg, dit alles belevende, zal verstan dig genoeg zijn, Berlijn te verlaten, om in Hannover zijn laatste jaren als neutraal toe schouwer te rentenieren. Den voormaligen keizer wordt het voorstel gedaan, als burger naar Potsdam terug te keeren en het- Duit sche volk gaat een nieuw tijdperk van macht en aanzien tegemoet. Meen niet, dat al dit geraaskal het beden kelijk resultaat is van een al te vroolijken bieravond. In vollen ernst hebben bezadigde mannen dit besproken. Hun gelaat straalt van geestdrift, want het derde rijk gaa volgende week beginnen! Daar Hindenburg zijn reis naar Hannover nog niet begonnen is, heeft men van hem verlangd, dat de repuhlikeinsche banier op dezelfde wijze behandeld wordt als het haken kruis. De rijkspresident verzocht Groener, vast te stellen, of de rijksbanier en soortge lijke organisaties een militair karakter dra gen. In dit geval eischte hij dezelfde maat regelen, welke op Hitlers stormtroepen wer den toegepast. Mijn sympathie voor al deze organisaties was nooit erg groot Ik be schouwde ze als een bedenkelijk gevolg van de toenemende werkloosheid en interne ver deeldheid. Jonge menschen moeten zich niet al te druk maken met de aangelegenheden van den staSt. Zij doen beter, met hun han den van de politiek af te blijven. In Duitsch land denkt men er anders over en de booze gevolge dezer opvatting maken zich duide lijk bemerkbaar. Toch mogen niet allen over één kam geschoren worden. De rijksbanier ademde van den aanvang af een defensieven geest. In frappante tegenstelling tot Hitiers hakenkruis kon de repuhlikeinsche rijks banier niet in één adem met de bijtijds ver boden Rood Front-organisatie der commu nisten genoemd worden Groeners antwoord aan Hindenburg zal deze zienswijze stellig bevestigen. 1 ll 'li4'. Algemeen wordt aangenomen, dat deze week de groote beslissing zal brengen. In haar hoofdartikel van Maandag 11 April verzekert onze hoofdredactie: „Niets kon den opmarsch van Hitier verhinderen". Ik zou hierop ten antwoord willen geven: wat werd er eigenlijk tot dusver ondernomen, om dezen opmcvsch te verhinderen? Nagenoeg niets. Men liet tien jaar achtereen kinderen met vuur spelen, kwajongens brullen „front heil!" of „heil Hitler" of „rood front!" Men liet ze marcheeren langs den publieken weg gedoogde militaire schietoefeningen en greep pas in toen de brand in vollen gang was. Het verbod van Hindenburg en de maat regelen van Groener kwamen rijkelijk laat. Of zij tè laat gekomen zijn, zal de eerst komende tijd ons duidelijk maken. Laten wij hopen van niet! Berlijn, 18 April 1932. Gemengd Nieuws. EEN BRANDSTICHTER. In het huis van bewaring te Alkmaar is opgesloten zekere H. uit Heilo (N.-H.), wiens huis op 7 April is afgebrand. H. heeft tegen- de politie bekend, het perceel in brand te hebben gestoken. KIND LEVEND VERBRAND. Een kindje van H. de Jong te Emmer- compascuum-Zuid trok, toen het even op den vloer zat, een keteltje met kokend wa- mver, hetwelk over het lichaam van de kleine terecht kwam. Met hevige brand wonden overdekt, is het jongetje van acht maanden na een paar dagen overleden. LEyTEVREUGD IF DE DIERENWERELD AUTO- EN MOTORONGELUKKEN. Te Berchem (N.-Br.) is de motorrijder B. in volle vaart met zijn motor tegen een boom gereden. Met een ernstige hoofdwonde werd hij opgenomen. Te Nieuwer-Amstel (N.-H.) is door een ge brek aan het stuur een auto, bestuurd door Mr. J. A., uit Amsterdam, van den weg via den berm in een sloot gereden. Door den schok viel mr. A. door de voorruit; hij kreeg een ernstige wonde aan het hoofd. Door een passeerende auto is hij, na ter plaatse ver bonden te zijn, naar zijn woning te Amster dam vervoerd. DE AANRIJDING TE ZEGWAARD. De burgemeester van Zegwaard verzoekt de wielrijdsters, die getuige waren van een aanrijding op Zaterdag 2 April j.l. des avonds ongeveer 8 uur pp den Bleiswijksche- weg te Zegwaard en die op weg waren naar Den Haag, zich te melden bij de politie in haar woonplaats, ten einde te worden ge hoord. DE ZONDERLINGE STEKER. De zonderlinge steker te Amsterdam, die twee mannen met een mes verwondde, is geconfronteerd met den man, dien hij Zater dagnacht zoo ernstig met zijn mes verwond heeft. Deze herkende hem als zijn aanran der, die trouwens onmiddellijk zeide, dat dit degeen was, dien hij „zijn verdiende loon had gegeven". Daarna is de dader opnieuw overgebracht naar het politiebureau, maar toen de commissaris hier zijn verhoor zou beginnen, is hij in een zoodanig opgewonden toestand geraakt, en zóó te keer gegaan, dat de Geneeskundige Dienst gewaarschuwd moest worden. Per ziekenauto is de man, van wien het hoe langer hoe waarschijn lijker wordt, dat hij waanzinnig is, naar de afdeeling voor zenuwlijders van het Wilhel- mina Gasthuis overgebracht, waar hij voor- loopig ter beschikking van de Justitie blijft. DE FLESCH EN HET MES. Te Rossum (Gld.) is na afloop van een uitvoering ruzie ontstaan tusschen eenige inwoners van Rossum en Kerkdriel. Er werd met bierflesschen geslagen, waarbij een per soon uit Kerkdriel ernstige verwondingen opliep. Hij moest per auto naar zijn woon plaats worden vervoerd. Te Lonneker is een zekeren B. door P. uit minnenijd met een mes een niet levens gevaarlijke messteek in de borst toegèbracht. Te Haarlem heeft in een huis in de Esch- doornstraat een jonge man in drift, terwijl hij met zijn moeder, zijn vriend en diens meisje aan tafel zat te eten, den vriend met een broodmes aangevallen cn gewond. Bij de worsteling, die volgde, kregen alle vier per sonen letsel. VERDRONKEN Te Swalmen (L.) is de 53-jarige landbou wer P. S. van een bruggetje over een beek in het water gevallen en verdronfcen. ERNSTIG TRAMOXGELUK Te Amsterdam is op den Dam tegenover het Damplantsoen een zeer ernstig verkeersonge val geschied. Een tramwagen van lijn 24, die in de richting van het Centraal Staton reed, moest stilhouden voor het stopbord bij de Bijenkorf. ,Op dat oogeniblik stapte oen 60- jarige man uit die tram en juist toen zijn 61-jarige echtgenoote wilde volgen, draaide de verkeersagent het stopbord om, met het gevolg dat de wagen zich in beweging zette. De vrouw kwam daarbij te vallen en geraakte onder den bijwagen. Een van haar beenen werd zoo goed als geheel afgereden. Per auto van den G.G. en G.D. werd het slachtoffer in zorgwekkenden toestand naar het onze Lie re Vrouwen Gasthuis vervoerd. EEN INDRINGER Toen een inwoonster van Ter Heyde (gem. Monster), na een korte afwezigheid de kamer van haar woning betrad, bevond zich daar een man, die zioh zonderling aanstelde. Toen de vrouw om hulp riep, verdween de man snel uit de woning. Het is aan de politie nog niet gelukt den man, die blijkbaar minder eer bare bedoelingen had, aan te houden. Wel is zijn signalement békend. ANONIEME BRIEFSCHRIJVER. De hoofdambtenaar ter secretarie te Dus- sen W. P. is verdacht van het schrijven van anonieme, voor den burgemeester beleedi- gende brieven, door B. en W. geschorst UIT HET SOCIALE LEVEN DE STAKING IN DE BOUWVAKKEN TE SLIEDRECHT. Men meldt ons uit Sliedrecht: Het aantal stakers in de bouwvakken be draagt momenteel circa 60. Een 18-tal perso nen, wonende te Giessendam en die in Slie drecht werken, worden door politie eti maré- chaussée naar hun woonplaats terug gebracht Deze werkwilligen worden dan tot huis ge volgd door de stakers. Gisteravond stonden bij dc grensscheiding Giessendam-Siiedreciit wel eenige duizenden personen. De politie zorgde er voor, dat de werkwilligen niet gemolesteerd werden. Momenteel is er in de bouwvakken niet veel werk. Algemeen venvacht men, dat de patroons deze staking zullen winnen. HET COLLECTIEF CONTRACT DER STUCA DOORS. Door den Ned. Stu cad oorspatroonsbond en den R.-K. Bond van Stucadoorspatroons „St Antonius" is met den R.-K. Bouwvakarbeiders bond en den Ned C'hr. Bouwarbeiders„ond overeenstemming bereikt over het landelijk collectief contract De Algemeene Stucadoorsbond en de Lande lijke Federatie van Bouwvakarbeiders hebben dit contract niet aanvaard, daar deze organi saties geen genoegen konden nemen met een verlaging van twee centen per vierkanten meter op een tarief in het vlakke werk, ver laging van het tarief voor cementwerk en enkele ondergeschikte veranderingen van het landelijk collectief contract. HET CONFLICT IN DE VENEN die is afgekondigd do< :>ordJ>eei :akern ïrgaderlng de venen ingetrokkei te traenten ailen die aan het werk waren, te bewegen den arbeid neer te leggen. Voor een groot deel Is dit gelukt. Voor de Roswinkelerveen zou gister de be slissing over al of niet staken vallen. Te Nieuw Weerdlnge is het aantal stakers door uitslui ting bi) de werkverschaffing gestegen tot euO. Alles ls hier rustig, hoewel de regeerlngs- ntaatregelen betreffende uitsluiting van de rUkswerkver8chafflng ontevredenheid hebben gewekt. Bü deze uitsluiting zün n 1. ten minste 40 procent der arbeiders betrokken, die niet In het veenbedrijf werkzaam waren, zoodat zU dus raeenen bulten de staking te staan. kamp de opv Ulndeman en, dat v.n. in het christevlijke En dan vervoLgt hij: „WIJ zijn christelijk opgevoed, hebben In oos hart nog wel hier en daar een verborgen hoek je. waar de oude leerstellingen sluimeren of In ruste zijn, en telkens wanneer we lezen dat met een beroep op den bijbel, de oorlog en het moor den verdedigd wordt, raadplegen we dit hoekje met zijn vele diepten. En den moeten we tot onze groote vreugde constatceren, dat wij. die God nier kennen en hem niet dienen, den bijbel met meer goeden wil en meer liefde tot de mensc-hheid lezen en uitleggen dan vele zich noemende christenen, die God wèl kennen, hem wèl dienen maar het aandurven, op grond van hun uitleggen van den bijbel, de oorzaak en schuld van het oorlogvoeren op hun God en den bijbel te schuiven. Er zijn toch ook nog zeer vele rare Godsdienaren, die op deze wijze hun God niet bepaald een dien.-t bewijzen. In tegendeel maken, dat velen rich van der..' op- vattlngen^in het Godsbegrip los maken en een an den' Ned. Oir. blaadje, maar uit de „Grafische Pers". De sociaal-democratische arbeidersbeweging zet haar huls open, ook voor belijdende chris tenen. Hun wordt niets ln den weg gelegd. Voor ten vereenigen. En uitingen als wtj hier et bewlis hoeveel de olifantshuid van soclaal- emocratisch georganiseerde christelijke aibel- lerorganlsatles. De stakers zün gist.-i-morgen n deze organisatie „een prettig onderdak:" El et niet te hegrllpen, hoi komen smeaken. die ;ulk DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA (51 Er was nog Iets, 'dat fiem bezighield. D» prins \vas op weg naar Adirianopel, waar heen zdjn vader hem ontboden had pm da voor hem gekozen bruid te zien, de doch ter van een machtigen Emir. Van Magnesia •komende, zijn gewone verblijfplaats, had hij den Hellespont moeten oversteken bi; Gallipoli. maar een gril bracht hem naar het Witte Kasteel. Hij overlegde of het niet heter zou zijn terug te keeren en zijn weg te vervolgen naar dé bruid, die hem wacht te. De lezer zal hem misschien beschuldigen van wispelturigheid, maar in landen, waar de man meer dan één vrouw mag hebben, behoeft van liefde geen sprake te zijn. Het komt meermalen voor, dat de derde of vier de vrouw de eerste plaats in zijn hart be kleedt, dat haar oogen hem betooveren, dat haar stem zijn hart verovert Mohammed dacht aan de dochter van den Emir, maar I niet met zelfverwijt, ook niet om haar met Irene te vergelijken. Hij had haar gelaat pooit aanschouwd, en zou het ook niet zier. dan na de bruiloft. Hij dacht aan haar, ja, maar om te overwegen, of hij zich ook van haar kon losmaken. Zij kon onmogelijk z> als deze Christin, zoo begaafd, zoo hoffelijk en voor het eerst van zijn leven had hij begrepen, dat er nog andere dan uiter lijke gaven zijn, In prinses Irene had hij alles vereenigd gezien naar lichaam en geest beide, en sedert was zijn verbeelding telkens met haar bezig. Met het oog op de galei gevestigd kwamen Mohammed allerlei verhalen in gedachten, die in het Oosten niet minder goed bekend zijn dan in het Westen, waaraan hij on voorwaardelijk geloof heahtte, verhalen van mooie meisjes, opgesloten in spelonken en kasteelen, met grimmige leeuwen als be wakers voor de poort, en van krijgshaftige jongelingen, die onversaagd op den vijand losgingen, (hem versloegen, de meisjes be vrijden en heerlijk beloond werden. Natuur lijk was voor hem thans de prinses de ge vangene, het schip de leeuw en hijzelf de dappere ridder. Maar er kwam nog iets bij. De mededee- lingen van den Indischen Vorst waren hem nog versch in het geheugen. Hij verlangde zijn mededinger te zien. Hoe zag hij er uit? Zou het de moeite waard zijn den strijd met hem te aanvaarden? Hij glimlachte bij de gedachte dat hij de prinses en den Keizer terzelfder t'jd zou kunnen bestudeeren, zon der dat zij er iets van vermoedden. Hij trok zioh den hoofddoek dieper over 't voorhoofd, bezag zijn brurigemaakte handen en ver schikte de plooien van zijn bournous. Ja, de vermomming was goed gelukt. Zet mij daar af, bij de poort van de Goede prinses, zeide hij rustig en bedaard. Zijn besluit was genomen. Hij zou het er op wagen en de roepstem der prinses volgen. En zoo geheel had onze waaghals twijfel en aarzeling op zijde gezet, dat het niet prins Mohammed was, die uit de boot stapte, maar Aboo-Obeidah, de Zingende Sheik. Als zoo danig zullen wij dus over heim spreken. De wacht aan de poort keek hem tersluiks aan. en hield hem staande totdat hij zou aangediend zijn. Bij den eersten blik dien de Sheik op den tuin wierp, meende hij zich in een Ooster- sohen lusthof verplaatst te zien. De winger den, de bloeiende heesters, de vruchtboomen, de palmen, de witmanneren zuilen, de schit terende zonneschijn, 't sprak alles van vrede en rust De tafels droegen nog de sporen van allerlei heerlijkheden. Tusschen de zuilen en het groen door zag hij met een glimp het hooge gezelschap, of liever hun kleurige gewaden, want verwijfd als de Grieken waren legden zij zidh meer en meer toe op uiterlijk vertoon. Onder geleide van Lysander. die bij lederen stap met zijn speer op den grond tikte, wandelde de Sheik langzaam en deftig langs het schelpenpad naar het paleis. Op korten afstand van de portiek bleef hij staan, deels omdat zijn fijn gevoel hem zeide, dat hij af moest wachten wat zijn gastvrouw beschikken zou, en gedeeltelijk om den vorstelijken vijand op te nemeii, tegen wien het noodlot naar hij meende hem weldra in het harnas zou jagen. KonsLantijn zat in gemakkelijke houding; zijn linkerarm rustte op de leuning van zijn stoel, zijn mantel lag over zijn knieën. Het gelaat, onder het opgeslagen helmvizier zichlbiar, was kalm en welwillend. De me dedingers zagen elkander in de oogen. De Griek bleef geheel onbewogen. Hoe het ge weest zou zijn, als hij door de vermomming van den Sheik had kunnen heenzien. is niet te berekenen. De Sheik daarentegen hief het hoofd op en scheen in lengte toe te nemen. Een vooruitstekende plooi van den hoofd doek beschaduwde zijn gelaat en liet niets zien dan de roodgekleurde wangen, den nog weinig ontwikkelden baard, en de schitte rende zwarte oogen. De wetenschap, dat men hem van het hoofd tot de voeten op nam, maakte hem volstrekt niet verlegen, maar deed alleen zijn trots hoog opvlammen. Bij de Heilige Maagd, zeide een der hovelingen luider dan noodig was, wij mogen ons inderdaad gelukkig prijzen den koning der kameeldrijvers gezien te hebben. Onder de moer lichtzinnigen van het troepje openbaarde zich een neiging tot lachen, maar de prinses wist een losbarsting te voorkomen door op te staan. Verzoek den Sheik hier te komen, zeide zij tot den ouden dienaar, en tegelijk wenkte zij haar dames zich dichter om haar stoel te scharen. De prinses geheel in 't wit gekleed, een gouden band om den linkerarm, een dubbel snoer paarlen om den hals, en het kleine, volmaakt gevormde kopje zoo onberispelijk op den slanken hals dragende, de ziel volle blauwe oogen, de wangen een weinigje die per yan tint dan gewoonlijk, trok aller blikken tot zich. De hovelingen jong en oud keerden zich af van den Sheik en van den Keizer, om haar aan te zien. Allen zwegen De etiquette eischte dat de SheLk vóór alle dingen aan den Keizer voorgesteld werd, maar zoodra hij zag dat de prinses daaraan gevolg wilde gevn, wierp hij zich aan haar voeten. Nadat zij hem had doen opstaan sprak zij: Toon ik u uitnoodigde hier te komen, om mij nogmaals van uw kunst te laten genieten, wist ik niet, dat mijn ver eerde bloedverwant, wiens onderdaan te zijn een eer gerekend wordt door eiken Griek, zich verwaardigen zou mij heden te bezoeken. Ik bid u, laat u niet verschrikken door zijn tegenwoordigheid, maar beschouw hem als een vorstelijk toehoorder, die gaa me luistert naar een goed voorgedragen vertel ling, en vermaak schept in een lied. wan neer inhoud en maat op liefelijke wijze ge lijken trsd houden. Fijne Majesteit, de KeizerI Zeg, hoe bevalt u dat? fluisterde de Hoogleeraar in de philosophic tot den Hoog leeraar in de rhetorica. Gij zoudt u over zulk een toespraak ni»t behoeven te schamen. Neen waarlijk niet, antwoordde de toe- gesprokene. Een .v'nig 'ijfheid niet meé- gerekend zou Longmus hu haar niet verbe terd hebben. Intusschen was de prinses een paar stap pen achteruit gegaan, zoodat Mohammed tegenover Konstantijn kwam te staan. Had de Sheik thans den Keizer gegeven wat des Keizers wus, dan zou hij zich ter stond ter aarde geworpen hebben, maar hij liet het juiste oogo Jj'jk voorbijgaan, bleef staan, en beantwoordde kalm den blik, dien de Keizer hem toewierp. De lezer weet waar om hij zoo handelde, het gevolg wist het echter niet en er ontstond 'n algemeen gemom pel. De prinses zelf werd er verlegen nnd<£ Heer van Konstan tinopel, begon dl Sheik, ziende dat men op een woord val hem wachtte, was ik een Griek, of een Ro mein, of een Turk, ik zou mij haasten om den grond te kussen, dankbaar voor dat voorrecht; want, en dit getuigenis leg ik gaarne af voor ieder die mij hoort, de roep die van u uitgaat is zoodanig, dat men u wel moet liefhebben. Over eenige dagen zal ik, zoo Allah wil, voor Sultan Moerad staan. Of schoon ik in vereering van hem bij niemand wil achterstaan, zal hij van mij niet vergen dat ik voor hem kniel, daar hij weet wat Uwe Majesteit misschien niet weet. In mijn land is het verboden met onzen baard den grond te vegen, tenzij dan voor het annge- zicht Gods. Niet dat wij onwillig zijn om ons te schikken naar de wetten der Hoven, waar wij ons bevinden, maar bij ons geldt deze wet: kus een man de hand en hij is uw meester; werp u voor hem nederdat al leen reeds is voldoende om u tot zijn onder daan te maken. Ik ben een Arabier! De Sheik sprak volstrekt niet uitdagend» integendeel, zijn manier van spreken was rondborstig, eenvoudig, oprecht, zooals paste aan iemand wiens geweten hem verbiedt een op zichzelf rechtmatige plichtpleging te ver vullen. (Wordt vervolgd.),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11