WOENSDAG 20 APRIL 1932
VIERDE ELAD PAG. 11
FREDERIK FRÖBEL
1782 21 APRIL 1932
Stichter van de „Kindergarten"
EEN OPVOEDER VAN GROOTEN
INVLOED
Nu het 21 April a.s. 150 jaar geleden ls,
'dat te Oberweissbach in het Thi>ringerwoud
een der groote opvoedkundigen werd gebo
ren wiens invloed op het tegenwoordig voor
bereidend onderwijs nog merkbaar is, wal
len wij hier een en ander uit zijn leven
meedeelen.
Fröbel was de opvoeder, die. juist door
de in zijn eigen jeugdjaren ondervonden
moeilijkheden, zoo uitstekend wist aan te
geven wat het kind in de eerste jaren van
zijn opvoeding noodig heeft. Want döt is
Ihet fundament, waarop het heele verdere
gebouw der opvoeding rust.
Fröbel's eigen kinderjaren.
Fröbel, die reeds spoedig na zijn geboorte
zijn moeder verloor, was de zoon van een
predikant, wiens groote gemeente hem niet
toeliet, zioh met de zaken thuis te bemoeien.
Het verlies van zijn moeder werd hem ge
lukkig eenigen tijd vergoed door zijn stief
moeder, die den jeugdigen knaap veel liefdé
toedroeg. In dezen toestand kwam verande
ring, toen zij zelf moeder werd en al haar
liefde overdroeg op het eigen kind.
Alles wat de jonge Frederik deed om zijn
werkzamen geest te bevredigen, werd be
oordeeld naar de toevallige gevolgen en niet
naar de beweegredenen, welke het kind tot
handelen drongen. Is het dan te verwonde
ren dat. inplaats van gevoelens van liefde
en eerbied te koesteren voor het ouderlijk
gezag, het kind een wrok ging gevoelen te
gen hen, die waren voorbestemd om zijn op
voeding in de goede richting te leiden.
Ook Fredericks vader ging het standpunt
van zijn echtgenoote deelen, met het gevolg
dat de kleine man die steeds uitwegen
zocht om allerlei straffen te ontgaan, een
der mooiste karaktertrekken verloor, welke
het jonge kind sieren: de oprechtheid.
Tijdens zijn jeugdjaren verbleef Fröbel
eenigen tijd bij zijn oom, den Lutherschen
predikant Hoffman, waar hij den goeden
invloed onderging van kerk en school. En
in huis maakte de dkar heerschende goede
geest het toepassen van uiterlijke tuchtmid
delen overbodig.
Uit Fröbel's verdere leven stippen wij aan,
'dat hij eenigen tijd als
leerling-houtvester
ïs werkzaam geweest, waarna zijn drang
naar kennis hem na$r de bekende Universi
teit te Jena voerde.
In deze periode, gedurende welke hij de
zorgen des levens volop leerde kennen, werd
(hij het meest terneer gedrukt door de mis
kenning welke hij steeds ondervond van
zijn vader, voor wien hij naast een groote
liefde zeer veel achting koesterde.
Eindelijk kon hij deze verhouding niet
langer verduren en hij stond reeds op het
punt zijn vader uitvoerig over alles te
schrijven, toen deze hem verzocht naar het
ouderlijk huis terug te keeren om hem
daar bij het afwikkelen van zijn correspon
dentie behulpzaam te zijn.
Daar, nu het persoonlijk contact weer was
hersteld, kwam het moment dat dé oude
predikant zijn zoon ten volle leerde begrij
pen; helaas te laat voor heiden om hiervan
ten volle te genieten, daar de dood spoe
dig een einde maakte aan het leven van dein
ouden vader Fröbel.
Eenigen tijid) later vinden wij den jongen
Frederik terug te Frankfort, waar hem werd
opgedragen, een hoofd leerplan te ontwer-
Een volgende functie was die van huis
pen voor de daar bestaande Modelschool,
onderwijzer, als hoedanig hij voor zich en
zijn leerlingen een huis alleen verlangde.
Aan dezen wensch wend voldaan en dank
zij deze toegevendheid der ouders maakte
Fröbel van zijn leerlingen een stel flinke
stoere jongens, die geestelijk zoowel als
lichamelijk goed onderlegd waren en een
Frederik Fröbel
open. oog hadden voor het mooie dht do
natuur biedt.
In zijn later leven, dat hem in kennis
bracht met den bekenden opvoedkundige
Pestalozzi. rijpte bij Fröbel de meening, dat
het spel als levensuiting voor het kind van
groot belang is, om vervolgens de waarde
van lichamelijke oefening volledig te leeren
begrijpen.
Zoo studeerde hij nog eenigen tijd vender,
totdat het overlijden van zijn broer Chris-
toffel hem zijn studie deed opgeven, om,
met de zoons van zijn broer als eerste leer
lingen, zijn werk als opvoeder definitief aan
te vangen.
Een nieuwe richting.
Hoezeer Fröbel ervan overtuigd was, dat
de tot dusver toegepaste .opvoedingsmetho
den in een verkeerde richting gingen, blijkt
wel uit een van zijn gezegden, waarin hij
als zijn meening te kennen geeft: „Tot dus
ver heeft men scholieren gekweekt, ik
wil menschen vormen." „Leeren" is het
wachtwoord, zegt Frönel ergens einders,
maar leer-het kind leven. Laat ons voor de
kinderen leven, wees kind met hen!
Eén van de principen, waarvan Fröbel
bij het uitoefenen van werkzaamheden uit
ging, was wel het zelf bedenken, het zelf
uitvoeren van de door hem aan zijn leer
lingen gestelde opgaven. Hij wilde de zelf
werkzaamheid bevorderen. Dit is zeer begrij
pelijk en we kunnen het in onze gewone
huiselijke omgeving zelf meermalen consta-
teeren. dat de kinderen steeds hun groot
ste voldoening vinden in het zelf tot stand
brengen van iets. De kinderlijke geest is
steeds actief en. wanneer de opvoeder niet
aan dien drang tot werken tegemoet komt,
zal de jeugd zelf wel een voorwerp zoeken
om zijn werkdrift op te uiten. Alleen is dan
de mogelijkheid niet uitgesloten, dat die
„werkzaamheid" spoedig in kattekwaad en
verveelzucht ontaardt.
Ook Fröbel was deze eigenschap van het
kinckniet onbekend en onder de door hem
„uitgevonden" leermiddelen treffen we dan
ook verschillende groepen welke het kind
in de gelegenheid stellen aan zijn lust tot
onderzoek te voldOen, door zijn speelgoed af
te breken en daarna weer op te bouwen.
Geen bewaarscholen.
Een eigenaardigheid van Fröbel is wel
deze, dat hij den naam bewaarschool af
keurt. .Onze allerjongsten moeten niet „ge
schoold" worden, maar evenmin „bewaard".
„Neen", zegt Fröbel, „laat het kind spe
len en niets idan spelen tot zijn zevende
jaar; tot het tijdperk volbracht is. waarin
zijn hersenen in wording zijn."
En dan brengt hij ons die instelling, waar
aan hij den zoo karakteristieken naam van
„Kindergarten", kindetuinen heeft gegeven.
Van deze instellingen heeft hij er ver
scheidene in het leven geroepen, doch juist
toen alles zich zoo mooi liet aanzien, toen
alle teekenen wezen op het welslagen der
e beweging, vaardigde het Pruisische
slerie een verbod uit tegen deze Kinder
garten. Dit verbod dat geheel op een misver
stand berustte, werd weliswaar weder op-
De eerste Fröbel-Kindergarten in Bad Blankenburg (Thüringen).
DEMOBILISATIE
WAT WILLEN DE NAT10NAAL-
SOCIALISTEN?
KOMT HET VERBOD DER S A. EN
S.S.-ORGANISATIES TE LAAT?
(Van onzen Duitschen correspondent)
Door een hoofdartikel in ons blad werd ik
danig in verlegenheid gebracht. Dit artikel
behandelde het feit, dat Hindenburg ten
tweede male tot rijkspresident is gekozen en
stelde tevens de vraag, wat wij van Hitier
en zijn beweging moeten denken. Ik citeer:
„Hoe kort is het nog geleden, dat alle
correspondenten van Nederlandsche bla
den in Duitschland om de heele be
weging der nazi's lachten en haar snel
einde voorspelden. Laten wij toch niet
vergeten, dat het Duitsche volk ietwat
anders van geestesgesteldheid en staat
kundige en ook historische opvoeding is
als het Nederlandsche. Hoe het zij, het
bloed der martelaren is het zaad der
kerk".
In de twaalf jaar mijner werkzaamheid
als Duitsch correspondent werd mij herhaal
delijk de gelegenheid geboden, met Adolf
Hitler en de vooraanstaande mannen zijner
partij van gedachten te wisselen. Ik bezocht
hem in München, toen zijn aanhangers nog
te gering waren, om zich het praedicaat
partij aan te matigen. In dezen tijd van fi-
nancieele inflatie en politieke vernedering
vestigde ik met nadruk de aandacht
onze lezers op Hitler's streven naar een
nationale herleving, hoopte ik met hem, dat
cie zoekgeraakte Duitsche eenheid door zijn
energie herwonnen zou worden. Ik vroeg
vooraanstaande Beiersche staatslieden, von
Kahr, graaf von Lerchenfeld en vele anderen
in dezen om hun oordeel en merkte, dat men
met groote voorzichtigheid tewerk ging. Wij
weten thans, hoe von Kahr zich tijdens de
mislukte putsch tegenover Hitier gedragen
heeft. Wij weten ook, dat de Beiersche be
volking sedertdien van Hitier en diens
Bruine Huis weinig heil meer verwachtte.
Deze zocht sedertdien zijn heil in de andere
Duitsche landen, maakte, hierbij geholpen
door de groot-industrie, propaganda op het
platteland, bewerkte Pommeren en trachtte
voet in Pruisen te krijgen. Hij slaagde er
voor een goed deel in. Zijn partij groeide
tot een beweging, zooals zelfs de sociaal
democraten die niet beleefden en het natio-
naal-socialisme werd een soort evangelie
voor de tienduizenden, die de booze gevolgen
van een zoo al niet verloren dan toch ook
stellig niet gewonnen oorlog voor ondraag
lijk hielden. Met de handigheid van den
geboren agitator wendde Hitier zich in zijn
appèl tot verzet in de eerste plaats tot de
jongere generatie, tot het geslacht dergenen,
die den oorlog slechts van hooren-zeggen
kennen. Hier viel het hem gemakkelijk, den
haat tegen den als onredelijk bevonden vrede
van Versailles aan te wakkeren. Een door
den aartsvijand'geknecht volk moet weer
vrijgevochten worden! Het Duitsche volk
moet zich zijn nationale beteekenis weer
bewust worden, zich in negatieven of posi
tieven vorm tegen de tribuut-eischen van
Frankrijk verzetten en door eigen kracht
voor Duitschlands wederopbouw zorg dra
gen. Dit mag echter alleen door Duitschers
van zuiver Germaansch bloed worden be
gonnen. „Juden'-raus!" Weg met de joden!
De joden zijn Duitschlands verderf. Zij kun
nen niet nationaal voelen, daar zij geen eigen
vaderland hebben. Bovendien stellen zij de
macht van den mammon boven die van
geest. Aldus redeneert Adolf Hitler en met
hem een belangrijk deel van het Duitsche
volk.
De kerk heeft met al deze nationale aan
gelegenheden weinig of niets uitstaande. Het
geloof is een particuliere aangelegenheid en
de geestelijkheid doet beter, met haar han
den van de politiek af te blijven. Ook in de
belangen der school heeft de kerk zich niet
te mengen. Daar zal het komende derde rijk
zelf voor zorgen. Aldus redeneert Adolf Hit
ler verder en zijn volgelingen zijn het vol
maakt met hem eens.
Ik luisterde naar dit alles jaren achtereen
met toenemende verbazing, troostte mij met
de gedachte, dat politieke noviteiten veelal
niet zoo heet gegeten als gebraden worden
en wachtte met de gelatenheid van een on
bevooroordeeld toeschouwer op de komende
gebeurtenissen. Ik begroette den dag, toen
Hitiers mannen van onvervalscht Duitschen
bloede hun intocht in den rijksdag hielden:
107 stramme kerels! Van schoon schip ma
ken in het Wallothuis was echter weinig
sprake. Men beperkte zich tot de kwajongens
achtige brutaliteiten en onbeschoftheden,
werd voor de variatie handtastelijk en ver
liet op het beslissende oogenblik in marsch-
tempo de zaal!
geheven de Kindergarten werden onder
den naam Bewaarscholen weder heropend
maar Fröbel is dezen slag niet meer te
boven gekomen. Op 21 Juni 1R52 is deze
man, die zijn heele leven niets dan misken
ning had ondervonden, omringd door zijn
getrouwen overleden.
Ieder, die wat meer van het leven en
streven van Fröbel wil weten, moet lezen
„Frederik Fröbel, hoe hij opvoeder werd en
wat de kinderwereld hem openbaarde", ge
schreven door een zijner meest enthousiaste
volgelingen Elise van Calcar.
LIESBETH.
Wie van nabij aan den Kurfürstendamm
de achtervolging en bestiale mishandeling
van joodsche of joodsch uitziende burgers
beleefde, wie L'nter den Linden den veldslag
tusschen de obstinate studenten en de schu-
po gadesloeg, die vraagt zich af: moet van
deze menschen het heil voor Duitschlands
toekomst verwacht worden?
Deze vraag schijnen ook Hindenburg,
Groener en Brüning zich gesteld te hebben.
Vrij onverwacht werden zeer doortastende
maatregelen tegen de S.A. en S.S. troepen
der nationaal-sociaiisten genomen. Hitiers
particuliere armee, die jaren achtereen in
het buitenland het prestige der Duitsche
x-egeenng ondermijnde, werd ontbonden. Het
Bruine 1-Iuis werd door de politie bezet en
hetzelfde beleefden we te-Berlijn in de Hede-
inanstrasse, waar veel belastend materiaal
in beslag werd genomen en het arsenaal met
do verdedigingsmiddelen van het haken
kruis werd verzegeld. Vast overtuigd, dat het
hierdoor verloren terrein binnen een week
tijds door het eindresultaat der Pruische
landdagverkiezingen herwonnen wordt
schikt Hitier zich in het onvermijdelijke,
verlaat het Brume Huis en komt per vlieg
tuig naar Berlijn, om hier in Hotel Kaïser-
hof aan buitenlandsche journalisten allerlei
griezeligheden toe te fluisteren. Hindenburg
handelde onder Fi'anschen invloed en Brü
ning doet alles, wat Parijs van hem ver
langt!! De rijksregeering geeft zich de moeit»
deze kinderachtige dwaasheden officieel van
de hand te wijzen.
't Devies v. Adolf schijnt te luiden: 't bloed
der martelaren is liet zaad voor 't derde rijk!
In gezwollen taal bedankt hij zijn storm-
afdeelingen voor de diensten, welke zij hein
en zijn partij hebben bewezen. Hij maant
allen tot gehoorzaamheid en laat door
schemeren, dat de dag der wraly> niet ver
meer van ons af ligt Nog enkele tiagen, dan
wordt de Prinz Albrechtstrasse bestormd,
Braun, Severing, Grzeszinski, Weiss en hoe
zij verder heeten, worden op de vlucht ge
slagen, het gehate katholieke centrum zal
genoodzaakt worden, den sociaal-democraten
zijn rug tqe te draaien, een blok van rechts
staande partijen zal gevormd worden en van
Pruisen uit wordt het gansche rijk veroverd.
Hindenburg, dit alles belevende, zal verstan
dig genoeg zijn, Berlijn te verlaten, om in
Hannover zijn laatste jaren als neutraal toe
schouwer te rentenieren. Den voormaligen
keizer wordt het voorstel gedaan, als burger
naar Potsdam terug te keeren en het- Duit
sche volk gaat een nieuw tijdperk van macht
en aanzien tegemoet.
Meen niet, dat al dit geraaskal het beden
kelijk resultaat is van een al te vroolijken
bieravond. In vollen ernst hebben bezadigde
mannen dit besproken. Hun gelaat straalt
van geestdrift, want het derde rijk gaa
volgende week beginnen!
Daar Hindenburg zijn reis naar Hannover
nog niet begonnen is, heeft men van hem
verlangd, dat de repuhlikeinsche banier op
dezelfde wijze behandeld wordt als het haken
kruis. De rijkspresident verzocht Groener,
vast te stellen, of de rijksbanier en soortge
lijke organisaties een militair karakter dra
gen. In dit geval eischte hij dezelfde maat
regelen, welke op Hitlers stormtroepen wer
den toegepast. Mijn sympathie voor al deze
organisaties was nooit erg groot Ik be
schouwde ze als een bedenkelijk gevolg van
de toenemende werkloosheid en interne ver
deeldheid. Jonge menschen moeten zich niet
al te druk maken met de aangelegenheden
van den staSt. Zij doen beter, met hun han
den van de politiek af te blijven. In Duitsch
land denkt men er anders over en de booze
gevolge dezer opvatting maken zich duide
lijk bemerkbaar. Toch mogen niet allen over
één kam geschoren worden. De rijksbanier
ademde van den aanvang af een defensieven
geest. In frappante tegenstelling tot Hitiers
hakenkruis kon de repuhlikeinsche rijks
banier niet in één adem met de bijtijds ver
boden Rood Front-organisatie der commu
nisten genoemd worden Groeners antwoord
aan Hindenburg zal deze zienswijze stellig
bevestigen. 1 ll 'li4'.
Algemeen wordt aangenomen, dat deze
week de groote beslissing zal brengen. In
haar hoofdartikel van Maandag 11 April
verzekert onze hoofdredactie: „Niets kon den
opmarsch van Hitier verhinderen". Ik zou
hierop ten antwoord willen geven: wat werd
er eigenlijk tot dusver ondernomen, om
dezen opmcvsch te verhinderen? Nagenoeg
niets. Men liet tien jaar achtereen kinderen
met vuur spelen, kwajongens brullen „front
heil!" of „heil Hitler" of „rood front!" Men
liet ze marcheeren langs den publieken weg
gedoogde militaire schietoefeningen en greep
pas in toen de brand in vollen gang was.
Het verbod van Hindenburg en de maat
regelen van Groener kwamen rijkelijk laat.
Of zij tè laat gekomen zijn, zal de eerst
komende tijd ons duidelijk maken. Laten wij
hopen van niet!
Berlijn, 18 April 1932.
Gemengd Nieuws.
EEN BRANDSTICHTER.
In het huis van bewaring te Alkmaar is
opgesloten zekere H. uit Heilo (N.-H.), wiens
huis op 7 April is afgebrand. H. heeft tegen-
de politie bekend, het perceel in brand
te hebben gestoken.
KIND LEVEND VERBRAND.
Een kindje van H. de Jong te Emmer-
compascuum-Zuid trok, toen het even op
den vloer zat, een keteltje met kokend wa-
mver, hetwelk over het lichaam van de
kleine terecht kwam. Met hevige brand
wonden overdekt, is het jongetje van acht
maanden na een paar dagen overleden.
LEyTEVREUGD IF DE DIERENWERELD
AUTO- EN MOTORONGELUKKEN.
Te Berchem (N.-Br.) is de motorrijder B.
in volle vaart met zijn motor tegen een
boom gereden. Met een ernstige hoofdwonde
werd hij opgenomen.
Te Nieuwer-Amstel (N.-H.) is door een ge
brek aan het stuur een auto, bestuurd door
Mr. J. A., uit Amsterdam, van den weg via
den berm in een sloot gereden. Door den
schok viel mr. A. door de voorruit; hij kreeg
een ernstige wonde aan het hoofd. Door een
passeerende auto is hij, na ter plaatse ver
bonden te zijn, naar zijn woning te Amster
dam vervoerd.
DE AANRIJDING TE ZEGWAARD.
De burgemeester van Zegwaard verzoekt
de wielrijdsters, die getuige waren van een
aanrijding op Zaterdag 2 April j.l. des
avonds ongeveer 8 uur pp den Bleiswijksche-
weg te Zegwaard en die op weg waren naar
Den Haag, zich te melden bij de politie in
haar woonplaats, ten einde te worden ge
hoord.
DE ZONDERLINGE STEKER.
De zonderlinge steker te Amsterdam, die
twee mannen met een mes verwondde, is
geconfronteerd met den man, dien hij Zater
dagnacht zoo ernstig met zijn mes verwond
heeft. Deze herkende hem als zijn aanran
der, die trouwens onmiddellijk zeide, dat dit
degeen was, dien hij „zijn verdiende loon
had gegeven". Daarna is de dader opnieuw
overgebracht naar het politiebureau, maar
toen de commissaris hier zijn verhoor zou
beginnen, is hij in een zoodanig opgewonden
toestand geraakt, en zóó te keer gegaan, dat
de Geneeskundige Dienst gewaarschuwd
moest worden. Per ziekenauto is de man,
van wien het hoe langer hoe waarschijn
lijker wordt, dat hij waanzinnig is, naar de
afdeeling voor zenuwlijders van het Wilhel-
mina Gasthuis overgebracht, waar hij voor-
loopig ter beschikking van de Justitie blijft.
DE FLESCH EN HET MES.
Te Rossum (Gld.) is na afloop van een
uitvoering ruzie ontstaan tusschen eenige
inwoners van Rossum en Kerkdriel. Er werd
met bierflesschen geslagen, waarbij een per
soon uit Kerkdriel ernstige verwondingen
opliep. Hij moest per auto naar zijn woon
plaats worden vervoerd.
Te Lonneker is een zekeren B. door P. uit
minnenijd met een mes een niet levens
gevaarlijke messteek in de borst toegèbracht.
Te Haarlem heeft in een huis in de Esch-
doornstraat een jonge man in drift, terwijl
hij met zijn moeder, zijn vriend en diens
meisje aan tafel zat te eten, den vriend met
een broodmes aangevallen cn gewond. Bij de
worsteling, die volgde, kregen alle vier per
sonen letsel.
VERDRONKEN
Te Swalmen (L.) is de 53-jarige landbou
wer P. S. van een bruggetje over een beek in
het water gevallen en verdronfcen.
ERNSTIG TRAMOXGELUK
Te Amsterdam is op den Dam tegenover het
Damplantsoen een zeer ernstig verkeersonge
val geschied. Een tramwagen van lijn 24, die
in de richting van het Centraal Staton reed,
moest stilhouden voor het stopbord bij de
Bijenkorf. ,Op dat oogeniblik stapte oen 60-
jarige man uit die tram en juist toen zijn
61-jarige echtgenoote wilde volgen, draaide
de verkeersagent het stopbord om, met het
gevolg dat de wagen zich in beweging zette.
De vrouw kwam daarbij te vallen en geraakte
onder den bijwagen. Een van haar beenen
werd zoo goed als geheel afgereden. Per auto
van den G.G. en G.D. werd het slachtoffer in
zorgwekkenden toestand naar het onze Lie re
Vrouwen Gasthuis vervoerd.
EEN INDRINGER
Toen een inwoonster van Ter Heyde (gem.
Monster), na een korte afwezigheid de kamer
van haar woning betrad, bevond zich daar
een man, die zioh zonderling aanstelde. Toen
de vrouw om hulp riep, verdween de man
snel uit de woning. Het is aan de politie nog
niet gelukt den man, die blijkbaar minder eer
bare bedoelingen had, aan te houden. Wel is
zijn signalement békend.
ANONIEME BRIEFSCHRIJVER.
De hoofdambtenaar ter secretarie te Dus-
sen W. P. is verdacht van het schrijven van
anonieme, voor den burgemeester beleedi-
gende brieven, door B. en W. geschorst
UIT HET SOCIALE LEVEN
DE STAKING IN DE BOUWVAKKEN
TE SLIEDRECHT.
Men meldt ons uit Sliedrecht:
Het aantal stakers in de bouwvakken be
draagt momenteel circa 60. Een 18-tal perso
nen, wonende te Giessendam en die in Slie
drecht werken, worden door politie eti maré-
chaussée naar hun woonplaats terug gebracht
Deze werkwilligen worden dan tot huis ge
volgd door de stakers. Gisteravond stonden bij
dc grensscheiding Giessendam-Siiedreciit wel
eenige duizenden personen. De politie zorgde
er voor, dat de werkwilligen niet gemolesteerd
werden. Momenteel is er in de bouwvakken
niet veel werk. Algemeen venvacht men, dat
de patroons deze staking zullen winnen.
HET COLLECTIEF CONTRACT DER
STUCA DOORS.
Door den Ned. Stu cad oorspatroonsbond en
den R.-K. Bond van Stucadoorspatroons „St
Antonius" is met den R.-K. Bouwvakarbeiders
bond en den Ned C'hr. Bouwarbeiders„ond
overeenstemming bereikt over het landelijk
collectief contract
De Algemeene Stucadoorsbond en de Lande
lijke Federatie van Bouwvakarbeiders hebben
dit contract niet aanvaard, daar deze organi
saties geen genoegen konden nemen met een
verlaging van twee centen per vierkanten
meter op een tarief in het vlakke werk, ver
laging van het tarief voor cementwerk en
enkele ondergeschikte veranderingen van het
landelijk collectief contract.
HET CONFLICT IN DE VENEN
die is afgekondigd do<
:>ordJ>eei
:akern
ïrgaderlng de venen ingetrokkei
te traenten ailen die aan het werk waren, te
bewegen den arbeid neer te leggen. Voor een
groot deel Is dit gelukt.
Voor de Roswinkelerveen zou gister de be
slissing over al of niet staken vallen. Te Nieuw
Weerdlnge is het aantal stakers door uitslui
ting bi) de werkverschaffing gestegen tot euO.
Alles ls hier rustig, hoewel de regeerlngs-
ntaatregelen betreffende uitsluiting van de
rUkswerkver8chafflng ontevredenheid hebben
gewekt. Bü deze uitsluiting zün n 1. ten minste
40 procent der arbeiders betrokken, die niet In
het veenbedrijf werkzaam waren, zoodat zU dus
raeenen bulten de staking te staan.
kamp de opv
Ulndeman
en, dat v.n. in het christevlijke
En dan vervoLgt hij:
„WIJ zijn christelijk opgevoed, hebben In oos
hart nog wel hier en daar een verborgen hoek
je. waar de oude leerstellingen sluimeren of In
ruste zijn, en telkens wanneer we lezen dat met
een beroep op den bijbel, de oorlog en het moor
den verdedigd wordt, raadplegen we dit hoekje
met zijn vele diepten. En den moeten we tot
onze groote vreugde constatceren, dat wij. die
God nier kennen en hem niet dienen, den bijbel
met meer goeden wil en meer liefde tot de
mensc-hheid lezen en uitleggen dan vele zich
noemende christenen, die God wèl kennen, hem
wèl dienen maar het aandurven, op grond
van hun uitleggen van den bijbel, de oorzaak
en schuld van het oorlogvoeren op hun God en
den bijbel te schuiven. Er zijn toch ook nog
zeer vele rare Godsdienaren, die op deze wijze
hun God niet bepaald een dien.-t bewijzen. In
tegendeel maken, dat velen rich van der..' op-
vattlngen^in het Godsbegrip los maken en een
an den' Ned. Oir.
blaadje, maar uit de „Grafische Pers".
De sociaal-democratische arbeidersbeweging
zet haar huls open, ook voor belijdende chris
tenen. Hun wordt niets ln den weg gelegd. Voor
ten vereenigen.
En uitingen als wtj hier
et bewlis hoeveel de olifantshuid van soclaal-
emocratisch georganiseerde christelijke aibel-
lerorganlsatles. De stakers zün gist.-i-morgen
n deze organisatie „een prettig onderdak:" El
et niet te hegrllpen, hoi
komen smeaken.
die
;ulk
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(51
Er was nog Iets, 'dat fiem bezighield. D»
prins \vas op weg naar Adirianopel, waar
heen zdjn vader hem ontboden had pm da
voor hem gekozen bruid te zien, de doch
ter van een machtigen Emir. Van Magnesia
•komende, zijn gewone verblijfplaats, had
hij den Hellespont moeten oversteken bi;
Gallipoli. maar een gril bracht hem naar
het Witte Kasteel. Hij overlegde of het niet
heter zou zijn terug te keeren en zijn weg
te vervolgen naar dé bruid, die hem wacht
te. De lezer zal hem misschien beschuldigen
van wispelturigheid, maar in landen, waar
de man meer dan één vrouw mag hebben,
behoeft van liefde geen sprake te zijn. Het
komt meermalen voor, dat de derde of vier
de vrouw de eerste plaats in zijn hart be
kleedt, dat haar oogen hem betooveren, dat
haar stem zijn hart verovert Mohammed
dacht aan de dochter van den Emir, maar
I niet met zelfverwijt, ook niet om haar met
Irene te vergelijken. Hij had haar gelaat
pooit aanschouwd, en zou het ook niet zier.
dan na de bruiloft. Hij dacht aan haar, ja,
maar om te overwegen, of hij zich ook van
haar kon losmaken. Zij kon onmogelijk z>
als deze Christin, zoo begaafd, zoo hoffelijk
en voor het eerst van zijn leven had
hij begrepen, dat er nog andere dan uiter
lijke gaven zijn, In prinses Irene had hij
alles vereenigd gezien naar lichaam en
geest beide, en sedert was zijn verbeelding
telkens met haar bezig.
Met het oog op de galei gevestigd kwamen
Mohammed allerlei verhalen in gedachten,
die in het Oosten niet minder goed bekend
zijn dan in het Westen, waaraan hij on
voorwaardelijk geloof heahtte, verhalen van
mooie meisjes, opgesloten in spelonken en
kasteelen, met grimmige leeuwen als be
wakers voor de poort, en van krijgshaftige
jongelingen, die onversaagd op den vijand
losgingen, (hem versloegen, de meisjes be
vrijden en heerlijk beloond werden. Natuur
lijk was voor hem thans de prinses de ge
vangene, het schip de leeuw en hijzelf de
dappere ridder.
Maar er kwam nog iets bij. De mededee-
lingen van den Indischen Vorst waren hem
nog versch in het geheugen. Hij verlangde
zijn mededinger te zien. Hoe zag hij er uit?
Zou het de moeite waard zijn den strijd met
hem te aanvaarden? Hij glimlachte bij de
gedachte dat hij de prinses en den Keizer
terzelfder t'jd zou kunnen bestudeeren, zon
der dat zij er iets van vermoedden. Hij trok
zioh den hoofddoek dieper over 't voorhoofd,
bezag zijn brurigemaakte handen en ver
schikte de plooien van zijn bournous. Ja, de
vermomming was goed gelukt.
Zet mij daar af, bij de poort van de
Goede prinses, zeide hij rustig en bedaard.
Zijn besluit was genomen. Hij zou het er
op wagen en de roepstem der prinses volgen.
En zoo geheel had onze waaghals twijfel en
aarzeling op zijde gezet, dat het niet prins
Mohammed was, die uit de boot stapte, maar
Aboo-Obeidah, de Zingende Sheik. Als zoo
danig zullen wij dus over heim spreken.
De wacht aan de poort keek hem tersluiks
aan. en hield hem staande totdat hij zou
aangediend zijn.
Bij den eersten blik dien de Sheik op den
tuin wierp, meende hij zich in een Ooster-
sohen lusthof verplaatst te zien. De winger
den, de bloeiende heesters, de vruchtboomen,
de palmen, de witmanneren zuilen, de schit
terende zonneschijn, 't sprak alles van
vrede en rust De tafels droegen nog de
sporen van allerlei heerlijkheden. Tusschen
de zuilen en het groen door zag hij met
een glimp het hooge gezelschap, of liever
hun kleurige gewaden, want verwijfd als de
Grieken waren legden zij zidh meer en meer
toe op uiterlijk vertoon.
Onder geleide van Lysander. die bij
lederen stap met zijn speer op den grond
tikte, wandelde de Sheik langzaam en deftig
langs het schelpenpad naar het paleis. Op
korten afstand van de portiek bleef hij
staan, deels omdat zijn fijn gevoel hem
zeide, dat hij af moest wachten wat zijn
gastvrouw beschikken zou, en gedeeltelijk
om den vorstelijken vijand op te nemeii,
tegen wien het noodlot naar hij meende hem
weldra in het harnas zou jagen.
KonsLantijn zat in gemakkelijke houding;
zijn linkerarm rustte op de leuning van zijn
stoel, zijn mantel lag over zijn knieën. Het
gelaat, onder het opgeslagen helmvizier
zichlbiar, was kalm en welwillend. De me
dedingers zagen elkander in de oogen. De
Griek bleef geheel onbewogen. Hoe het ge
weest zou zijn, als hij door de vermomming
van den Sheik had kunnen heenzien. is niet
te berekenen. De Sheik daarentegen hief het
hoofd op en scheen in lengte toe te nemen.
Een vooruitstekende plooi van den hoofd
doek beschaduwde zijn gelaat en liet niets
zien dan de roodgekleurde wangen, den nog
weinig ontwikkelden baard, en de schitte
rende zwarte oogen. De wetenschap, dat
men hem van het hoofd tot de voeten op
nam, maakte hem volstrekt niet verlegen,
maar deed alleen zijn trots hoog opvlammen.
Bij de Heilige Maagd, zeide een der
hovelingen luider dan noodig was, wij mogen
ons inderdaad gelukkig prijzen den koning
der kameeldrijvers gezien te hebben.
Onder de moer lichtzinnigen van het
troepje openbaarde zich een neiging tot
lachen, maar de prinses wist een losbarsting
te voorkomen door op te staan.
Verzoek den Sheik hier te komen, zeide
zij tot den ouden dienaar, en tegelijk wenkte
zij haar dames zich dichter om haar stoel
te scharen.
De prinses geheel in 't wit gekleed, een
gouden band om den linkerarm, een dubbel
snoer paarlen om den hals, en het kleine,
volmaakt gevormde kopje zoo onberispelijk
op den slanken hals dragende, de ziel volle
blauwe oogen, de wangen een weinigje die
per yan tint dan gewoonlijk, trok aller
blikken tot zich. De hovelingen jong en oud
keerden zich af van den Sheik en van den
Keizer, om haar aan te zien. Allen zwegen
De etiquette eischte dat de SheLk vóór alle
dingen aan den Keizer voorgesteld werd,
maar zoodra hij zag dat de prinses daaraan
gevolg wilde gevn, wierp hij zich aan haar
voeten. Nadat zij hem had doen opstaan
sprak zij: Toon ik u uitnoodigde hier te
komen, om mij nogmaals van uw kunst te
laten genieten, wist ik niet, dat mijn ver
eerde bloedverwant, wiens onderdaan te
zijn een eer gerekend wordt door eiken
Griek, zich verwaardigen zou mij heden te
bezoeken. Ik bid u, laat u niet verschrikken
door zijn tegenwoordigheid, maar beschouw
hem als een vorstelijk toehoorder, die gaa me
luistert naar een goed voorgedragen vertel
ling, en vermaak schept in een lied. wan
neer inhoud en maat op liefelijke wijze ge
lijken trsd houden. Fijne Majesteit, de
KeizerI
Zeg, hoe bevalt u dat? fluisterde de
Hoogleeraar in de philosophic tot den Hoog
leeraar in de rhetorica. Gij zoudt u over
zulk een toespraak ni»t behoeven te schamen.
Neen waarlijk niet, antwoordde de toe-
gesprokene. Een .v'nig 'ijfheid niet meé-
gerekend zou Longmus hu haar niet verbe
terd hebben.
Intusschen was de prinses een paar stap
pen achteruit gegaan, zoodat Mohammed
tegenover Konstantijn kwam te staan.
Had de Sheik thans den Keizer gegeven
wat des Keizers wus, dan zou hij zich ter
stond ter aarde geworpen hebben, maar hij
liet het juiste oogo Jj'jk voorbijgaan, bleef
staan, en beantwoordde kalm den blik, dien
de Keizer hem toewierp. De lezer weet waar
om hij zoo handelde, het gevolg wist het
echter niet en er ontstond 'n algemeen gemom
pel. De prinses zelf werd er verlegen nnd<£
Heer van Konstan tinopel, begon dl
Sheik, ziende dat men op een woord val
hem wachtte, was ik een Griek, of een Ro
mein, of een Turk, ik zou mij haasten om
den grond te kussen, dankbaar voor dat
voorrecht; want, en dit getuigenis leg ik
gaarne af voor ieder die mij hoort, de roep
die van u uitgaat is zoodanig, dat men u wel
moet liefhebben. Over eenige dagen zal ik,
zoo Allah wil, voor Sultan Moerad staan. Of
schoon ik in vereering van hem bij niemand
wil achterstaan, zal hij van mij niet vergen
dat ik voor hem kniel, daar hij weet wat
Uwe Majesteit misschien niet weet. In mijn
land is het verboden met onzen baard den
grond te vegen, tenzij dan voor het annge-
zicht Gods. Niet dat wij onwillig zijn om ons
te schikken naar de wetten der Hoven, waar
wij ons bevinden, maar bij ons geldt deze
wet: kus een man de hand en hij is uw
meester; werp u voor hem nederdat al
leen reeds is voldoende om u tot zijn onder
daan te maken. Ik ben een Arabier!
De Sheik sprak volstrekt niet uitdagend»
integendeel, zijn manier van spreken was
rondborstig, eenvoudig, oprecht, zooals paste
aan iemand wiens geweten hem verbiedt een
op zichzelf rechtmatige plichtpleging te ver
vullen.
(Wordt vervolgd.),