lliruuir geihsctft Qlmtant In memoriam Dr. J. Th.de Visser Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. ABONNEMENT: Por kwartaal -.355 (Beschlkkingskosten f 0 15.) Per week 0.2S Voor hel Ruilonlnnd bij Wek» lijksche zend.ng m 6.— Bij dagolijksrhe zending B 7.— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Va cent Zondagsblad hint afzonderlijk verkrijgbaaj Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 No. 3633 DONDERDAG 14 APRIL 1932 ADVEBTENTIEN VaD 1 tot 5 regelst.l1f Elke regel meer022Yi Ir.gez, Medeiieelingen van 1—5 regels 2.30 Elke regel meerm 0.<5 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend 0.10 12e Jaargang dit nummer bestaat uit VIER blader Dr. J. Th. de Visser t Hedennacht in vrede ontslapen Het bericht van gisteren over de toe stand van Dr. de Visser gaf te denken naar omstandigheden redelijk wel. Och. we weten zoo langzamerhand wel, wat dat beteekent. Maar, dat ons hedenmor gen de droeve tijding zou bereiken: Dr. de Visser is hedennacht overleden; neen, daarvan "hadden we geen flauw vermoeden. En, nu we ons, onmiddellijk na dc ontvangst van die ontroerende tijding zetten om met enkele woorden dezen grooten en veelgeliefden doode te her denken; nu struikelt onze pen; nu zijn onze gedachten verward; nu ont- breekt alle orde in de samenhang der dingen, welke zich weeft om dit droeve gebeuren, deze slag, welke volk en va derland trof; deze nationale ramp. O, wij weten het. Christenen met een blijmoedig hart, zooals Dr. de Visser was, kunnen danken ook bij de lijkbaar; ja, zü beginnen zelfs met te danken. Want in geen lange reeks van kranten artikelen is naar waarde te schetsen, wat God in Dr. de Visser aan ons ge geven heeft. Dr. Kuyper en Dr. de Visser waren in verschillende opzichten gansch on derscheiden naturen; wellicht in min dere mate, dan het groote publiek er vooral ook de vrijzinnige pers dacht; doch ze geleken in menig opzicht toch ook zooveel op elkaar. Deze beide groote mannen waren geboren theologen en kanselredenaars bij de gratie Gods; zy hebben, ieder op eigen wijze in het ker kelijk leven een breede en beheerschende plaats ingenomenmaar naast theo loog waren beiden ook meester op bijna alle wapenen, welke in de geestelijke strijd gebezigd worden. Is er één terrein des levens, waarop Dr. de Visser zich niet bewoog? Is er één zaak van nationale beteekenis, waar zijn invloed niet merkbaar was? Trof men Dr. de Visser niet overal aan, waar iets gedaan kon worden tot opbloei van het Christelijk leven, tot opwekking van het nationaal bewustzijn, tot verster king van de historische band: God, Ne derland en Oranje? Wü zullen allen een ledige plaats ach terlaten, als God ons wegroept, want Hij gaf ieder onzer een bepaalde taak en een voorbeschikte plaats; maar ontelbaar is het aantal leege plaatsen, dat na het verscheiden van Dr. de Vis ser op bezetting wacht; zóó groot, dat we ons hier zelfs niet aan een opsom ming wagenal moeten we voor een en kele en voor een groep van belangen wel een uitzondering maken. Theoloog geboren heeft elke gemeen te, waar hij het Woord verkondigde, vaak biddend gehoopt, dat hij heel zijn leven kanselredenaar zou blijven. Maar de veelzijdigheid van kennis en de ge niale visie op onderwerpen van allerlei aard maakten de toga te nauw voor dezen grooten man van denken en doen. Er was wijdere ontplooiing noodig en Dr. de Visser heeft immer, gelijk Abra ham, de leiding Gods in zijn leven oot moedig en kinderlijk geloovig aanvaard. Over dat kinderlijk geloof hebben wy veel met hem gesproken in een bizonder lang en intiem onderhoud, dat wij met hem hadden toen wij ons zetten wilden om naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag een gedachtenisartikel te schrijven. Dat kinderlijk geloof deed hem genie ten van de wetenschap, dat de goede band zijns Gods over hem was, in zijn publieke, ambtelijke leven; doch vooral ook in zijn huwelijks- en huiselijk leven; het deed hem ook berusten in teleur stelling en smart. Want ook daar geldt het woord, zij het in bizondere beteeke nis: Wie veel gegeven is, van dien zal veel geëischt worden; vooral veel ge duld, veel verdraagzaamheid, veel lijd zaamheid. Hij bezat dat alles èn wist alles te oversluieren met echt Christelijke blij moedigheid. Over de werkkracht van den kleinen, ook daarin op Dr. Kuyper gelykenden man, spreken we niet. Dat doen zijn daden. Want alleen de Lager Onderwijs wet 1920, de wet-de Visser, is een geestelijk monument, dat de eeuwen verduurt. Immers, naast man der Kerk, was hij altijd: schoolman. Dat weet men in Almelo nog heel goed, waar hij streed voor de Christe- liike school; dat weet Nederland nogj beter door zijn geweldige arbeid als; eerste minister van Onderwijs. Wantj toen is pioniers-, kunstenaars- en her cules-arbeid verricht. De Christenouders zullen nooit ver geten, dat Dr. Kuyper voor en met hen, met het kind in de armen de wacht bij het Kruis betrokken heeft; zij zullen evenmin vergeten, dat Dr. de Visser de kroon mocht zetten op een strijd van tachtig jaar. Was dit zijn levenswerk? Het ware genoeg om een leven te vullen. Maar liet was slechts een klein deel van de. zegen, die hy verspreid heeft. Want naast Kerk en Onderwijs bewoog hy zich op elk terrein bijna der Christelijke barmhartigheid. Hoe zal er droefheid heerschen in tallooze gestichten en tehuizen, waar hy sprak en bad, zoodat het de ziel ontroerde. We kunnen slechts aanstippen, hoe daarnaast tijd gevonden werd voor journalistieke en wetenschappelijk ar beid en hoe hy in de Tweede Kamer een plaats had, als geen ander er. een woord sprak, dat door niemand zóó gesproken kon worden. En moeten we er nog op wijzen, hoe Dr. de Visser in de laatste jaren onze nationale feest- en gelegenheids- redenaar was, die altijd het juist< woord wist te spreken, die elk onder werp als met een tooverstaf aanroerde en het ging voor ons leven We zwijgen er over. We zwygen, omdat de slag zoo on verwacht viel en we in haastig neerge pende zinnen niet kunnen leggen die vereering en hoogachting, welke we dezen grooten doode toedroegen, wiens vriendelijkheid ons zoo dikwyls be moedigd heeft; We zwygen, omdat dit volle leven niet kan beschreven worden in een enkel artikel; We zwygen Gode, omdat Zyn knech ten wèl worden afgelost van hun post, maar omdat Zijn Woord; het Woord, dat zij verkondigden en Zyn genade, waarin zy stervend roemden; omdat de Heiland by ons blijft, tot in der eeuwigheid. En deze zal aan de getrou we leeraars de Morgenster geven. Gods genade zy met Mevrouw de Visser, die treurend achterblijft en met alle nabestaanden, die het voorrecht hadden zulk een vader en vriend te be zitten. Gansch Nederland weent en dankt bij dit graf. BINNENLAND. OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besluit is de bronzen eeremedail-, le. verbonden aan de Orde van Oranje-Nas- sau. toegekend aan A. van Beek, timmer man in dienst der gemeente Amsterdam, te Amsterdam. DEPARTEMENTEN. Bij Kon. besluit is bij het Departement van Waterstaat met ingang van 1 Mei 193L: aan J. L. Brouwer, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als referendaris, zulks on der dankbetuiging voor de door hem aan den Lande bewezen langdurige diensten en onder toekenning van den persoonlijken titel van administrateur; bevorderd tot refe rendaris J. G. Smit, thans hoofdcommies. DE GOEDERENTARIEVEN DER NEDERL. SPOORWEGEN RAPPORT COMMISSIE DE VRIES VERSCHENEN Verschenen is het verslag van de com missie-de Vries tot onderzoek van de huidige goederentarieven der Nederl. Spoorwegen. De commissie Komt tot de conclusie, dat naar volledige dekking der inkomsten bij een bedrijf als dat der Spoorwegen niet kan gestreefd worden, doch dat op dit oogen- blik nog geen reden bestaat tot algemeene herziening van het goederentarief over te gaan. Verder meent het rapport dat verla ging van de tarieven voor de uitvoer van tuinbouwproducten en aardappelen niet ge rechtvaardigd is. Van verlaging zou geen vermeerdering van de uitvoer zijn te ver wachten. Verlaging der vrachttarieven, ten einde in deze vorm de Nederlandsche land en tuinbouw een verkapt subsidie te doen toekomen, moet als een ondoeltreffende, on billijke en economisch bedenkelijke maat regel worden verworpen. Op het belangrijke rapport dezer commissie komen we morgen uitvoerig terug. DE VLEESCH1NVOER Bij Koninklijk Besluit is, blijkens een me- dedeeling in dc St.Crt., de tijdelijke beper king van den invoer van versch of gekoe'd rund- en kalfsvleesch en van den invoer b&vroreu rund- en kalfsvleesch verleng0 tot 16 Juli a.s. Het percentage van 60 ten honderd, waarboven de invoer is verboden, zal thans worden bepaald naar den gemid delden invoer gedurende het overeenkom stige tijdvak (16 Januari—16 Juli) der jaren 1929, 1930 en 1931, Predikant - Minister - Kamerlid Redenaar en Volksleider „Een man groot in alles" Nederland befreurf het heen gaan van een zijner grootste De telefoon rinkelt, en wij luisteren. Dat doen we wel twintig maal op een dag. en soms wel veertig maal. En dan op eens komt de groote ontroering, die ons fél aangrijpt en dan heel stil maakt „Dr. de Visser is overleden We hebben de mededeeling duidelijk ver staan, maar we kunnen 't haast niet ge- looven. Ieder wist, dat Dr. de Visser ziek was. Hij was in het Haagsche Roode Kruis-Ziekcn- huis opgenomenhad een kleine operatie moeten ondergaanalles was naar wensch verloopende berichten waren, gisteren nos, zeer geruststellend. En nu, plots, het einde Zelfs gisterenavond vermoedde niemand, dat het einde zóó nabij was. Tijdens den slaap is Dr. de Visser in den afgeloopen nacht overleden. „Dr. de Visser overleden We schuiven het gewone werk ter zijde. Dat moet nu maar even rusten hoe moei lijk dit bij een krant anders ook gaat. Eenst willen we trachten onszelf en daar mede tegelijk onze lezers rekenschap te geven van het groote verlies, ons Vaderland toe gebracht door het heengaan van dezen man „Een man, groot in alles." Van wie werd dat ook weer gezegd? Op 't oogenblik weten wij 't niet. Maar dat geeft ook niet In elk geval is dit woord een korte en juiste biografie van den Mi nister van Staat, om wiens verscheiden thans heel 't land treurt. Héél ons land. Want mannen als Dr. de Visser behooren niet in de eerste plaats tot één partij. Op hun bezit gaat heel de natie trotsch. En als in een panorama gaat het leven van dezen man. groot in alles, aan ons geestesoog voorbij. Voorspoedige studiejaren. Johannes Theodoor de Visser werd 9 Februari 1S57 te Utrecht geboren. Na de lagere school bezocht hij 't instituut Rheden, studeerde drie maanden Latijn en kwam daarna direct in de 2e klasse van het gymnasium. - Op 17-jarigen leeftijd werd hij student in de theologie aan de Universiteit te Utrecht, waar Beets, Doedes, v. Oosterzee en Valeton jn leermeesters waren. Dr. de Visser was met zijn theologische studiën te vroeg klaar om in verband met de bestaandt bepalingen tot het predikambt in de Ned. Herv. Kerk te worden toegelaten. Daarom ging hij op 22-jarigen leeftijd nog een jaar rechten studeeren, waarvoor hij in 1878 zijn doctoraal examen deed. Op 27 Mei 1880 promoveerde de jonge ge leerde summa cum laude tot doctor in de theologie op een proefschrift „De daemono- logie van het O. Testament". Dr. de Visser, die al zijn examens steeds ïm laude deed, was de eerste die in 1880 onder de nieuwe wet summa cum laude promoveerde. Predikant Op 8 Sept. 1880 werd Dr. de Visser candi- daat voor het prov. Kerkbestuur voor Gel derland, waarna hij uit onderscheiden be roepen dat naar Leusden aannam, waar hij aan den avond van 5 Dec. 1880 het predik ambt aanvaardde met een predicatie over Gal. 614, nadat zijn voorganger. Dr. C. H. Rhijn, hem 's morgens bevestigd had. Na tal van beroepen nam Dr. de Visser dat naar Almelo aan, aan welke gemeente hij zich 11 Mei 1884 verbond met een predi catie over 2 Cor. 4 5. Zijn arbeid te Rotterdam. Te Rotterdam, waar Dr. de Visser slechts vier jaren als predikant stond, zijn er nog, die zijn werk daar niet zijn vergeten. De Rotterdamsche periode is voor Dr. de Visser een tijd geweest van veelomvattenden arbeid. In Rot'erdam heeft hij zijn krachten leeren kennen, gebruiken en concentreeren. In het jaar 18S8 kwam hij op 31-jarigen leeftijd in de vacature Dr. W. Geesink naar Rotterdam. In April v;erd hij bevestigd door Prof. Dr. J. H. Gunning. Hij hield zijn intrede o-'or oorden uit Matth. XIII: „Ziet, een zaaier ging uit om t? zaaien". Reed3 dit eerste woord getuigde van groote welsprekendheid en bij voorbaat had hij de Rotterdamsche Gemeente voor zich gewon- Gedurende zijn vierjarig verblijf is hij dan ook een predikant geweest die „veel volk trok". Zeer spoedig was hij in de gemeente thuis, won weldra het vertrouwen, kwam vanzelf op den voorgrond en werd overladen met werk. Er was toen een groote kerkelijke opbloei. Overal volle kerken; honderden catechisan ten, nieuwe wijklokalen, jonge hulpkrachten 't was als een nieuwe frissche lente voor het „leeraarlievend" Rotterdam. Evenals zijn jonge collega's hield Dr. De Visser lezingen in de Nutszaal, waar geen plaats onbezet bleef, over onderwerpen als b.v. „Erasmus en het Humanisme". Als predikant heeft Dr. De Visser ook de belangen der arbeiders leeren kennen. Hij richtte met Prof. Muller, de heeren Genneken, Van Ooy en Meininger te Rotter dam de Chr. Nat. Werkmansbond op. Deze oprichting gings eenerzijds. tegen de revolutionaire beweging van Domela Nieu- wenhuis. maar men lette ook op de Dolean tie-beweging. waardoor het gevaar groot werd, dat velen uit de Ned. Herv. Kerk zou den heengaan. Tevens was hij voorzitter van Christelijk Volksonderwijs en de man der Inwendige Zending. Zijn wijklokaal van de vereeniging „Gij zijt duur gekocht" had hij in de Sophia- straat, het N.O.-deel der stad. Voor genoemd stadsdeel met voormnlie Kralingen, Rotterdam I, werd hij in 1S97 tot Kamerlid gekozen. Wanneer hij met vacantie was. gebeurde het wel, dat hij er van terugkeerde om op te treden in het .Algemeen VerkoopiuK waar samenkomsten gehouden werden te gen de Rotterdamsche Kermis. In Maart 1890, op den eersten Zondag na dat de Doleantie te Zwijndrecht een feit was geworden, nam Dr. De Visser den eersten dienst voor de Hervormde Gemeente aldaar waar. Toen hij in het begin van 1S92 naar Am sterdam werd beroepen, meende hij deze roe ping te moeten opvolgen. een namiddaggodsdienstoefening in de Prinsenkerk maakte hij zijn besluit bekend. Kort daarop nam hij afscheid in de Groo te Kerk met een predikatie over Psalm 102 •ers 12, 13. Na zijn vertrek uit Rotterdam is hij nog wel eens voor de Gemeente opgetreden. Op 5 Maart 1899 bevestigde hij den eersten pre dikant op Feijenoord Ds. S. Monsma en op Januari 1906 Ds. Joh. E. v. d. Valk op Kralingen. Ook voor den Chr. Nat. Werkmansbond heeft hij in Rotterdam nog wel spreekbeur ten vervuld. In 't najaar van 1920 werd Dr. de Visser met Jhr. Mr. A. F. c)e Savornin Lohman in de Doelezaal hulde gebracht door de voor standers van het christelijk onderwijs voor hetgeen zij gedaan hadden tot het brengen van bevrediging, pacificatie in den School- Bij het vijf-en-twintig jarig jubileum van „De Rotterdammer" verscheen van zijn hand in het jubileumnummer een „Bewijs van sympathie aan Redactie en Directie van het jubileerend Dagblad". Aan het graf van zijn vriend B. J. Gerret- son, die in het najaar van 1930 overleed, wiens vader één van de krachtigste verdedi gers was van zijn beroep naar Rotterdam, voerde Dr. c)e Visser namens de familie en vrienden van de Chr. Historische rich ting het woord. Bij de huldiging ter gelegenheid van de vijftigjarige ambtsbediening van Ds. J. L. de Heer in Mei 1931 heeft Dr. de Visser als eere voorzitter van het huldigingscomité in het koor der Groote Kerk „zijn ouden goeden vriend", zooals hij Ds. de Heer noemde, toe gesproken. in Augustus van datzelfde jaar stond hij aan de groeve van Ds. J. P. van Melle, emeritus predikant van de Ned. Herv. Gem. te Kralingen. Dr. de Visser is Rotterdam nooit vergeten. „Ja dat was een mce-ie domineestijd in Rotterdam!" was hij gewoon te zéggen. Voor de laatste maal betrad hij den kansel in de St. Laurenskerk op Zondag 11 Septem ber 1927 en preekte toen voor zijn oude Ge meente naar aanleiding van Matth. 18 13 Vooral ook in Rotterdam zal de herinne ring aan den energieken en liefdevollen ar beid van Dr. de Visser door zeer, zeer velen dankbaar worden bewaard. In Almelo bracht een groote werkstaking Dr. de Visser midden in de arbeidersbewe ging, welke lijn werd doorgezet in Rotter dam waar hij de Chr. Nat. Werkmansbond oprichtte. In het moderne Almelo ontwaakte Dr. de Vissers liefde ook voor het Chr- Onderwijs. In Amsterdam gekomen, stichtte Dr. de Visser een wijkgebouw op de Lauriersgracht In die dagen zocht noch dacht Dr. de Visser aan politieken arbeid. In de politiek. Door uitbreiding van het kiezerstal door de Kieswet van Houten, kwam echter liet driemanschap Bronsveld-v. Leeuwen-Mul der tot Dr. de Visser het verzoek om mede te werken aan de oprichting van een zelf standige partij, die tusschen de A. R. en de Liberale partij een eigen plaats zou inne men. Kort na de oprichting kreeg Dr. de Visser echter op het punt van het onderwijs met deze heeren conflict, waarbij hij zich krach tens zijn antecedenten overboog naar het bijzonder onderwijs. Met hen liet Dr. de Vis ser de christianiseering van de openbare school niet los, maar hij oordeelde, dat er plaats moest zijn voor krachtige uitbreiding van het bijzonder onderwijs ook langs staat kundigen weg. Bovenbedoeld drietal trad hierna met deren uit. De meerderheid bleef en Dr. de Visser reorganiseerde de Chr. Hist. Kiezers- bond, waarvan hij toen president werd en vulde de ledige bestuursplaatsen aan met o.a. Prof. Domela Nieuwenhuis en Mr. Later volgde da ineensmelting met de groep-de Savornin Lohman en de Friesch Christel. Historischen. In de Tweede Kamer In 1897 nam de Chr. Historischen Kiezers hond voor het eerst deel aan de verkiezin gen. Van de Chr. Hist, candidaten kwam al leen Dr. De Visser in de Kamer, gekozen voor Rotterdam I. In 1901 kwam hij voor Amsterdam II in de Kamer. Dr. De Visser bleef predikant. In 1905 bij de geweldige Kuyper-hetze viel hij echter, om na iy2 jaar in de vac. Prof. W. v. d. Vlugt voor Leiden weer in het parlement terug te keeren. In 1913 voor Ommen candidaat gesteld, viel hij weer, om na enkele jaren voor Katwijk opnieuw zitting te nemen. Intussehen had Dr. De Visser in 1909, bij zijn herkiezing door Synodaal besluit van 1906 daartoe gedwongen, het predikambt neergelegd. In 1910 volgde hij Jhr. Mr. A. F. de Sa vornin Lohman op als voorzitter der Chr. Hist. Unie, welke functie hij tot zijn optre den als minister in 1918 bleef uitoefenen. Als Kamerlid wijdde hij voora! zijn aan dacht aan de arbeidersbelangen en de zaak van het onderwijs. Dr. de Visser was permanent vertegen woordiger van den Minister van Binnen- iandsche Zaken in de commissie van toe zicht op de openbare leeszalen en o.m. lid van de Rijksaanloppelencommissie. In 191"-. volgde hij wijlen oud-Minister Talma op als veldprediker in algem. dienst Minister van Onderwijs. In 191S benoemde H. M. de Koningin Dr. de Visser tot Minis'er van Onderwijs in lil knh'net Ruys de Beercnbrouck, welke por tefeuille hij tot 1925 heeft beheerd. LEKKERE KOFFIE VAN NELLE'S PAKJES KOFFIE SPECIAAL AANBEVOLEN GROEN MERK 40 C». per halfpondspakj'o BLAUWMERK 35 Ct. per halfpondspakja CIRKELKOFFIE 32 Ct. per halfpondspakje MAGNEETKOFFIE 28 Ct. per halfpondspakje FAKKELKOFFIE 24 Cf. per halfpondspakje VRAAGT UWEN WINKELIER Voornaamste Nieuws. (ML IV Dr. J. Th. de Visser overleden in 'de ouderdom van 75 jaar. De con tingen tee ring van de vleeschinvoer verlengd tot 16 Juli. Verschenen is het rapport der commissie- de Vries over de goederentarieven der Spoor wegen. De militaire organisaties der nationaal- socialisten in Duitschland verboden. Sluiting van gebouwen en in beslagneming van uit rustingsmateriaal in de meeste groote steden. Een felle oproep van Hitler ala antwoord op het ontbindingsbevel. De ontwapeningsdebatten te Genève. De vulkaanramp in Chili en Argentinië, (blz. 5) Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp tot Instelling van een Economische Raad. (blz. 9) De Tweede Kamer heeft verder behandeld het wetsvoorstel-Ebels aangaande loopende pachtcontracten. Twee jonge mannen te Grave verdronken. Verdere relletjes te Delft. D^ F. P. L C. van Lingen. 1832—1932. Staking in het veenbedrijf te Nieuw Weer« dinge. Zooals bekend is, was Dr. de Visser de eerste onderwijs-minister in ons land. Na zijn aftreden als Minister kwam Dr. de Visser direct weer in de Kamer terug, waar hij voorzitter was van de Chr. Hist. Kamerfractie. In 1929 bedankte hij voor het Kamerlid maatschap, omdat hij nog wilde gaan „stu deeren." Eind 1925 ontving Dr. de Visser de op dracht tot kabinetsformatie, teneinde te pogen de crisis, veroorzaakt door den val van het kabinet-Colijn over het gezantschap bij den Paus. tot een goed einde te brengen. Deze poging slaagde echter niet Met opvoedkundige aangelegenheden hield de thans overleden staatsman zich even eens veel bezig. Zoo was hij vele jaren lid van het algemeen college van toezicht, bij stand en advies voor het Rijkstucht en op voedingswezen, en was hij voorzitter van den Centr. Bond van Chr. Pbilantropische inrichtingen in Nederland, terwijl de bestu ren van de opvoedingsgestichten „Valken- heide" te Maarn en de Martha-Stichting to Alphen, hem eveneens tot hun president Voorts was hij eere-voorzitter van de ge- westelijke afdeeling van don Bijz. Vrijw. Lnndstorm, Zuid-Holland-West. Van de commissie van bijstand voor het \ed. woordenboek was Dr. de Visser even eens lid, terwijl hij in het bestuur van den Zeemansbond zitting had. Zoowel Chr. Volksonderwijs als de Chr. Nat Werkmansbond benoemden hem tot hun eere-voorzitter. Ook in de l'rnv. Staten van Zuid-Holland bad de overledene ecnigen tijd zitting. Dr. de Visser was voorzitter van den Radioraad. C.ir verder blz. 2, kolom SX

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1