DINSDAG 12 APRIL 1932
DERDE BLAD PAG. 9
Van en over de Ontwaoeninas-
Conferentie
IER 2
AMERIKA TOONT ZIJN BELANG
STELLING
Het internationaal politieleger
VIII*)
Het bericht, dat de Amerikaansche Staats
ecretaris Stimson zoodanig tijdig scheep
aat, dat hij de hervatting van de bespre-
ingen der Ontwapeningsconferentie bijkans
,an den aanvang af kan volgen, is terecht
n staat, eenige bijzondere belangstelling te
rekken.
Zou inderdaad te Genève resultaat van
«teekenis worden verkregen, dan heeft dit
jet slechts voor Amerika het voordeel, dat
iuropa kans loopt binnen afzienbanen tijd
reer in economisch gunstiger omstandig-
ieden te verkeeren, maar het levert ook de
ongelijkheid op van een herziening van het
ifwijzende Amerikaansche standpunt. Slim-
on zal zichjniet met de leiding der Ameri-
aansche delegatie belasten; die blijft ii
anden van Gibson, zoodat de Staats-
gcretaris alleen te Genève komt om er, ver-
wedelijk in veelvuldige mate, besprekingen
Éuropeesche Staatslieden te voeren.
Een drnke tijd.
Het zal overigens te Genève reeds dadelijk
jn drukke tijd worden. Want reeds in den
2( liddag van Maandag 11 April komt de alge-
ieene Commissie, die voorloopig de taak
Conferentie heeft overgenomen, samen,
zoowel zij als de politieke Commissie zal,
- elijk het vastgestelde programma het wil,
Afgebroken zitting houden totdat voldoen-
vorderingen zijn bereikt op het stuk van
ncipieele aangelegenheden. Immers, al
jiiOi wanneer dat het geval is. kan de tech-
\t afasche Commissie met vrucht haar taak
Voortzetten. Daarbij komt, dat einde April,
een datum die nog niet is vastgesteld,
li de permanent raadgevende Commissie
ir de inilitaire aangelegenheden zal ver-
nigen, bedoeld in art. 9 van het Grondver-
ag. Deze Commissie, bestaande uit een
.ndmacht-, een zeemacht-, een luchtmacht-
iskundige van elk der 14 leden van den
■d, heeft tot taak om de regelen vast. te
en, die betrekking hebben op de func-
ineering van de Commissiën van toezicht
orzien in het Verdrag tot ontwikkeling van
f middelen om den oorlog te voorkomen.
TOSl it verdrag heeft ter teekening opengelegen
2 Febr. j.l.het is door verschillende
ten onderschreven, en met de uitvoering,
yoor de eventueele veiligheid van het
jotste belang is, dient thans een aanvang
„worden gemaakt. Zoodra het reglement is
1 stgesteld, wordt het aan alle ter Ontwa-
aingsconferentie aanwezige Staten toega-
aden. Men heeft ook nog rekening te hou-
n met het bijeenkomen, gedurende deze
inferentie, van de Commissie, die de werk
unheden tot aanpassing van het Grond-
rdrag aan het Kelloggpact heeft voort te
ten, een arbeid, die ook alweer voor de
iligheid van de grootste beteekenis is,
lar heel wat moeilijkheden te ovenvinnen
geven.
De permanente politiemacht.
^Terecht is er van verschillende zijden op
Wezen, dat de permanente politiemacht
J jj eigenlijk internationaal karakter is:
pmers. zij zal bestaan uit een, reeds in
edestiid gevormd Volkenbondscommando
contingenten te leveren door alle bij
Ontwapeningsverdrag betrokken landen;
krijk gaat voor en stelt een gemiddelde
,de, een lichte vlootdevisie en een ge
lde vliegtuiggroep ter beschikking, het-
naar het oordeel van deskundigen, van
geringe beteekenis is, dat een Volken-
idspolitiemacht, op evenredige grondslog
de andere leden opgebouwd, tegenover
ietwat sterk land niet opgewassen
ziin. Tenzij men, alvorens tot de vorming
er politiemacht over te gaan, overeen-
ning zou bereiken betreffende een zeer,
aanmerkelijke vermindering van do
ikt openingen in het algemeen, zoodat dan
de grootste Staten over geen groote,
oren met zorg voorbereide legers de be-
ikking zouden hebben. Maar juist daar-
treft het temeer, dat een deel van de
den, die zich voorstanders toonen van
internationaal politieleger, niet slechts
gelijktijdige vermindering van bewape-
gen niet absoluut noodzakelijk achten,
ar bereid zijn, ja gedeeltelijk zelfs voor
in dit politieleger te vormen zonder ge-
tijdige vermindering der bewapeningen,
irdoor dus een gansch andere figuur
dt geschapen.
oorts regelt het Fransche voorstel ook
overeenkomstig art 16 van het Grondver-
-^g te verleenen militaire hulp tegen een
it aanval, waardoor de beschikking
pdt verkregen over alle militaire vlieg
en, grooter dan jagers en verkenners en
ner dan die van de politiemacht; over
onen van meer dan 20.3 c.M. en over
[schepen van meer dan 10.000 ton ook met
lonnen van meer dan 20.3 c.M. en over
onderzeebooten boven een nader te be-
in maat Zulke vliegtuigen en kanonnen
een Staat zich slechts aanschaffen als
zich tegelijk tot deze beschikbaarstelling
102% »indt
VII stond in cms blad van 26 Maart
De Poolsche voorstellen.
Men kan ervan verzekerd zijn, dat de be
studeering van de Fransche voorstellen, zoo
wel in de politieke als in de algemeene
Commissie veel tijd zal vorderen en vooral
tegenover elkander staande moeilijkheden
zal in het leven roepen. In dit opzicht heeft
het den schijn, dat de kansen, die de Pool
sche voorstellen ter bestudeering van de
moreele ontwapening bieden, grooter zijn.
Zij zijn van vierderlei aard en bedoelen:
le. een conventie tot invoering van straf
bepalingen tegen hen, die in het openbaar
den oorlog of de schending van het inter
nationaal recht prediken;
2e. een conferentie van persorganisaties
over de medewerking van de pers in het
belang van de moreele ontwapening;
3e internationale afspraken over een
strijding op school van de gevoelens van
haat tegen vreemdelingen;
4e. internationale afspraken dat de radio,
de bioscoop en hot tooneel niet zullen wor
den misbruikt voor een vergiftiging der
goede verstandhouding tusschen de volkeren
Het-voordeel) van deze voorstellen is zeker
daarin gelegen, dat zij ieder op zichzelf zijn
te beschouwen. Het sub 1 geformuleerde
denkbeeld is in zooverre niet nieuw, dat
reeds voor het uitbreken van den grooten
oorlog de Oosten rij ksche wetgever de straf
wet te hulp riep tegen hen, die ooor voor
barige of onjuiste berichten den internatio
nalen toestand vertroebelden. De bepalingen
die Polen wenscht, gaan verder, want zij
richten zich tegen degenen, die den oorlog
of de schending van het volkenrecht predi
ken. Het is niet onbegrijpelijk, dat van Pool
sche zijde dergelijke maatregelen als nood
zakelijk worden gevoeld, want het niemv ge
vormde Polen staat zoowel op den Weste
lijken als op clen Oostelijken kant en ook
van den Noordelijken kant, wat Llthaueu
betreft, aan aanvallen in dezen geest voort
durend bloot. Men kan dat gedeeltelijk de
eigen schuld van Polen noemen, wat b.v.
Lithauen en het bezit van Wilna betreft,
maar niet naar den Duitschen kant, omdat
Polen, wil het bestaan, toch zeker noodig
heeft die gebieden, die nog geen anderhalve
eeuw geleden volmaakt Poolsch waren. Dat
er een Hitler-gevaar voor geheel de wereld
bestaat; d.w.z. dat een aan het bewind ko
men van Hitler of een greep naar de macht
van deze voor geheel de wereld nadeelig
zou werken, staat vast Dat Polen dit ge
vaar wellicht het eerste aan den lijve zou
gevoelen, is niet uitgesloten, gezien de
eigenaardige rol, die Oost-Pruisen, hoe geïso
leerd het moge zijn, bij een dergelijken aan
val zou kunnen spelen. En nu moge men
wellicht ook weer niet ten onrechte
in Duitschland meenen, dat de bewoordin
gen van het Poolsche voorstel zoo rekbaar
zijn, dat zij zelfs een volkomen gewettigde
en begrijpelijke en wellicht gewcnschte pro
paganda voor herziening van de bepalingen
van het Vredesverdrag van Versailles zou
den beletten. Dit bezwaar kan toch niet
ernstig gemeend zijn. Nederland heeft zelf,
nog niet zoo lang geleden, met een mee-
ningsverschil met naburen te doen gehad,
dat rectificatie van grenzen tot onderwerp
had. Hoezeer de desbetreffende naburige
verlangens door Nederland eenparig zijn af
gewezen en Nederland onaangenaam heb
ben aangedaap, het aantal Nederlanders, dat
dadelijk de gemiddeldé persartikelen die
van een bepaalde groep uitgezonderd on
der een conventie als de door Polen gedachte
zou willen begrijpen, mag klein worden ge
rekend. En tegen die kleine groep zou juist
deze convèntie gericht zijn, niet slechts ten
opzichte van Polen, maar ten opzichte van
elk land. En men kan ervan verzekerd zijn
dat zij, mits goed geformuleerd, uitstekend
werk zou doen.
Wie kennis heeft genomen van het onder
zoek, dat nog niet zoo heel lang geleden de
Éuropeesche Afdeeling. van het Carnegie
Endowment heeft ingesteld naar schoolboe
ken en voor en na den oorlog, zal t sub 3 al
evenmin overbodig achten als sub 4 in de
praktijk noodzakelijk blijkt te zijn. Terecht
wordt er meer dan eens de aandacht op ge
vestigd, dat men geschiedenis en geschiede
nisonderwijs niet kan doen beheerschen door
pacifistische inzichten, die vroeger niet
hebben bestaan. Dit is ook niet de strekking
noch van wat de Poolsche voorstellen sub 2
bedoelen, noch van wat in 't algemeen door
sub 4 wordt beheerscht Maar evenzeer als
men bij het geven van dat geschiedenis
onderwijs, dat betrekking heeft op ons eigen
land, de noodige objectiviteit kan betrachten
en kan vermijden om in elk geval en on
danks alles de mooie rol eenvoudig aan het
eigen land en de slechte rol altijd aan den
„vijand" toe te kennen, evenzeer kan men in
radio, bioscoop, en tooneel middelen vinden
om zoowel de objectiviteit als de subjectivi
teit te bevorderen. De totdusver veelal ten
toongestelde subjectiviteit moge velen erge
ren; maatregelen daartegen zijn tot dusver
in internationalen zin nog niet genomen.
Wil men bereiken, dat een toestand van
vertrouwen bestaat tusschen de volken, dan
kunnen dezo maatregelen, die ook eerst zul
len moeten groeien om rijp te worden, niet
worden ontbeerd. i
Waarlijk, de gedelegeerden van alle lan
den, die van den ingespannen arbeid van
voor Paschen hebben uitgerust, vinden
weken van arbeid opnieuw voor zich.
UIT DE ANTI-REV. PARTIJ
LEIDRAAD A.-R. BEGINSELEN
Met groote ingenomenheid hebben we de
verschijning van dezen leidraad begroet en
met belangstelling en instemming van den
inhoud kennis genomen.
Onze tijd vordert, dat ook de vrouw „poli
tiek meeleeft", en nooit zal zij dit met ken
nis van zaken kunnen doen wanneer zij
niet in haar meisjesjaren met de beginselen
die het staatkundig leven beheerschen,
grondig heeft kennis gemaakt.
In dit opzicht zijn de omstandigheden wel
sterk gewijzigd. In onze kringen is van de
vrouw immer belangstelling voor de poli
tieke actie gevraagd en door velen ook
steeds geestdriftig en vol toewijding be
toond. Maar sinds 1917 het vrouwenkiesrecht
zijn intrede deed, is de vrouw mede verant
woordelijk voor den gang van zaken.
Mej. H. S.'S. Kuyper, de schrijfster van de
zen leidraad, is, naar afkomst en talent, wel
de meest aangewezen vrouw, om den Geref.
Meisjesbond als leidsvrouw in deze te die
nen. Zij is als weinigen thuis in de werken
van haar Vader, en dat is eerste vereischte
voor wie over de geschiedenis en de begin
selen der Antirev. Partij schrijven wil.
Dit werkje is als „inleidend deel" te be
schouwen. Eerst wordt de vraag besproken
wat Antirev. Staatkunde is; dan volgt de
voorgeschiedenis, het ontstaan, de organisa
tie en den invloed der Antirev. Partij, waar
bij inzonderheid wordt stilgestaan bij 't leven
en c)en arbeid van Groen van Prinsterer en
Dr. A. Kuyper; voorts wordt nagegaan den
gang vari zaken van 1920-1931, en eindelijk
wordt nog een kort overzicht gegeven van het
onderscheid tusschen Staat en Maatschappij
Deze leidraad van bijna 200 bladzijden
brengt de meisjes, waarvoor hij werd ge
schreven, niet verder c)an het voorportaal
van het gebouw, waarin mej. Kuyper haar
wil rondleiden: de behandeling van de begin
selen, zooals die in 't Antirev. program zijn
vertolkt, volgt later.
Onwillekeurig vroegen we ons af, of zóó
de opzet van dezen leidraad niet te breed is.
Hoeveel maanden en jaren zal de behande
ling van dezen leidraad in beslag nemen,
temeer waar „A.-R. Beginselen" toch slechts
één van de vele vakken is, die op de Meis-
jes-vereenigingen worden behandeld? En als
regel zullen de meisjes toch niet langer dan
vijf of zes jaar lid der vereeniging zijn.
Van heeler harte stemmen wij toe, dat 't
onmogelijk is de Antirev. beginselen ten
volle te verstaan zonder althans in groote
lijnen te kennen de geschiedenis en de ont
wikkeling der Antirev. Partij.
Maar aan de andere zijde moet de behan
deling der geschiedenis hier toch lei
den tot de behandeling der be g i n s e 1 e n.
En al komen die beginselen natuurlijk ook nu
wel telkens ter sprake de behandeling der
politieke vraagstukken, waarmee ook onze
meisjes cn vrouwen telkens te maken heb
ben. wordt o.i. op deze wijze wel naar een
al te ver verschiet versohoven.
Het leven van Groen en Kuyper is vol
machtige momenten, ook voor de vrouw vol
rijke leering; maar om 't leven van deze
beide groote mannen zóó te behandelen als
mej. K. 't wil, vraagt naar onze bescheiden
meening te veel tijd. Het hoofdstuk conflict
Kuyper-Heemskerk en decoratie-kwestie had
bijv. zonder schade gemist kunnen worden.
En zoo zouden We nog meer kunnen noemen
Als mej. Kuyper over haar grooten Vader
spreekt óf schrijft komt zij echter op dreef,
wij volgen haar dan met belangstelling
dankbaarheid. De 80 bladzijden van de-
leidraad, waarin zij een beknopte levens
schets van haar Vader geeft, zijn voor ons
dan ook van bijzondere waarde en zullen
ongetwijfeld nog vaak dankbaar door ons
worden geraadpleegd.
Maar waar 't hier in de eerste plaats geldt
een leidraad voor beginselen-studie, daar
moet o.i. een andere weg worden gevolgd,
zooals bijv. aangegeven in den leidraad
Antirev. beginselen van den Geref. Jonge-
lingsbond.
Deze opmerkingen mogen bewijs zijn van
de intense belangstelling, waarmee wij van
dit eerste deeltje hebben kennis genomen.
En wij spreken den wensch uit, dat mej.
Kuyper gezondheid en werklust worde ge
schonken om dit in zoo grootsche lijnen be
gonnen werk te voltooien.
Niet alleen de Geref. meisjes, maar allen,
Gemengd Nieuws.
ERNSTIG VERBRAND.
Te Alblasserdam zou de eohtgenoote vnn
B. van Opijnen een emmer met kokend wa
ter overgieten in een waschkuip, bij welke
handeling zij struikelde. De vrouw kreeg t
kokend water in gezicht en borst, waardoor
zij ernstige brandwonden opliep. Dr. Hooft-
■nan verleende eerste hulp.
lading visoh te water
Te Willeskop geraakte een groote vracht
auto met manden visch, van een handelaar uit
Spakenburg, in den Ussel. De bestuurder be
kwam eenige ernstige hoofdwonden, die door
een geneesheer worden gehecht. De lading
moest weer worden opgevischt Een en ander
was verzekerd.
AUTO DOOR DEN TREIN
VERMORZELD
VADER EN KIND GEDOOD
Gistermiddag is op de spoorlijn Den Haag
Gouda nabij de halte Zuidplaspolder onder
Moordrecht de vrachtauto van den heer Van
Vuuren uit Capelle a. d. IJsel door den snel
trein van 14.51 uur uit den Haag gegrepen en
totaal vernield. De bestuurder, de 40-jarige
tuinder Van Vuuren en zijn 6-jarig doentertje
dat hem vergezelde, waren op slag dood.
De auto werd door den locomotief opgeno
men, een vijftigtal meters meegesleurd en
daarna langs de spoorbaan geslingerd. Totaal
versplinterd bleef de wagen aan den berm lig
gen. De beide inzittenden, die vreeselyk ver
minkt waren, bleken op slag te zijn gedood. De
lijken werden onder loezieht van de gemeente
politie van Moordrecht naar het kerkhof al
daar vervoerd.
De machinist had onmiddellijk geremd, doch
kon den trein eerst op eenige honderden me
ters tot stilstand brengen. Een trein uit Gouda
wist men nog bijtijds te waarschuwen, dat de
weg onveilig was.
De locomotief was door de botsing aan de
voorzijde beschadigd, de lampen waren ver
nield. De overblijfselen van de vrachtauto
moesten van de locomotief worden verwij
derd. De trein heeft 20 minuten vertraging
Op dezen onbewaakten overweg hebben reeds
meermalen doodelijke ongelukken plaats ge
had. Enkele maanden geleden nog werd er eei
vrachtauto uit Rotterdam door een trein ge
grepen, waarbij de bestuurder eveneens werd
gedood. Het uitzicht wordt tei plaatse belem
merd door een langs de spoorbaan staand
Van Vuuren laat een vrouw en twee kinderen
achter.
ERNSTIGE AUTO- EN MOTOR
ONGELUKKEN
Zondagavond is te Ede een ernstig auto
ongeluk gebeurd in een bocht van den rijks
weg. De door den heer Cozijnse uit Arnhem
bestuurde auto reed daar met groote snel
heid tegen een boom. De vrouw van Cozijn
se werd ernstig aan het hoofd verwond. Co
zijnse zelf brak eenige ribben en kreeg een
longbloeding. Dr. de Waard van de Klomp
verleende de eerste geneeskundige hulp,
waarna de gewonden per ziekenauto naa1-
Arnhem vervoend werden.
De bierbottelaar W. uit Vroomshoop reed
met zijn auto opl het Westeind te Almelo.
De wagen slingerde en op een gegeven mo
ment reed deze recht op het kanaal af. Op
het Idatste oogerablik botste de wagen ech
ter nog tegen een hoop steenen. W. werd
door den schok uit den wogen geslingerd
en bekwam een zeer ernstige hoofdwonde.
Zijn toestand is zorgwekkend.
De vrachtrijder S., uit Eemnes, die met
zijn motor op den Ecmnesserweg te Laren
reed, kwam juist op het moment, dat hij
zijn stuur met één hand. vasthield, met zijn
voorwiel in een kuil van den weg terecht
De motor sloeg verscheidene malen over
den kop, waardoor S. tegen den grond ge
slingerd werd. Dr. Holtmann uit Laren, die
toevallig passeerde, verleende de eerste
hulp en constateerde een schedelbasisfrac-
tuur- In zorgwekkenden toestand is het
slachtoffer naar het St Jansziekenhuis to
Laren overgebracht
DE VREDELIEVENDEN"
„BREEK DE ZWAARDEN OVER DE KNIE"
Zondagmorgen zou het soc.-dem. Kamer
lid v. cl Heide voor het z.g.n. religieus so
cialistisch verbond te Amsterdam spreken-
Het is hem echter niet gelukt aan het
woord te komen.
Reeds in zijn openingswoord deelde de
voorzitter mede, dat er in de zaal menschen
aanwezig waren, wier bedoeling het schijn
baar was met den spreker te debatteeren
over diens houding inzake de dienstweige
raars en hun behandeling in de bijzondere
strafgevangenis te Scbeveningen. De bijeen
komst was geen debatvengadering, doch een
z.g.n. wijdingsochtend.
Na dezo rnededeeling brak een verschrik
kelijk lawaai los. Van verschillende kanten
werd geprotesteerd en het was duidelijk te
zien, dat de ochtend niet zonder incidenten
zou verloopen. Daarom verzocht de voorzit
ter den aanwezigen, indien het mocht blij
ken, dat de heer v. d- Heide niet rustig zou
kunnen spreken, de zaal te verlaten. Nau
welijks echter nam de heer v. d. Heide het
woord, of het rumoer brak in nog heviger
mate los. Onder het zingen van „Breek de
zwaarden over de knie" probeerden de her
rieschoppers den heer v. d. H. te lijf te gaan.
die in een zijkamertje vluchten moest.
Een der „religieusen" werd bloedend ge
wond en een der „vredelievenden" ver
klaarde, dat waar de heer v. d. H. ook spre
ken zou, zij er heen zouden gaan om hem
het spreken onmogelijk te maken. De zaal
werd door de politie ontruimd.
bliksem ingeslagen
Te Woerden is de bliksem ingeslagen ln een
leiding van den stoomketel van het centraal
magazijn. Een begin van brand ontstond. Het
gevaar voor het springen der ketels werd af
gewend door de stoom naar buiten te leiden.
DEHELVANDEZESDAAGSCHE
WAT DE AV.R.O. ER VAN VERTELDE.
De AV.R.O., „de omroep zonder voorkeur
voor eenige rich'ing, v\aar voor iedere levens
opvatting een breede pluats wordt inge
ruimd", naar de heer W. Vogt dut in den
treure vla de aether aan de Natie verzekert,
daarin gesteund door enkele liberale Kamer
leden, alle „neu'rale" (.lees: vrijzinnige) bla
den, met „de Telegraaf' als gangmuker, cn
een groep predikanten met ruime visie,
de A.V.R.O. heeft Zondagavond de finale van
ue Zesduagsche Wielerwedstrijd te Parijs
uitgezonden.
De heer Vogt vertelde door de microfoon,
dat hij zich bevond in het Velodrome te Pa
rijs, le midden van een enorme, oorverdoo-
vende en alles tartende herrie. De uitzen
ding heeft ten doel, zeide hij, eens een „Zes-
daagsche" om te roepen. Een twintigduizend-
koppige menigte is hier tegenwoordig, om
het laatste van de 144 uren, die de renners
te rijden hebben, bij te wonen. Ook de AV.
R.O., met haar sport verslaggever, de heer
Hollander, heeft een loge gehuurd en zich
sedert gisteren hier geöriönteerd, om eenige
kik te krijgen op de sportieve ehuos. Er
heerscht een zonderlinge, maar opwekkende
sfeer. De aanwezigen juichen de favorieten
toe en werpen als teekenen van afkeuring
papier en brood, sinaasappelen en zelfs
ledige blikken naar de rijders; om strijd en
met oorverdoovend lawaai worden ze aan
gevuurd of uitgejouwd. De A.V.R.O. tracht
zich in deze luidruchtige omgeving verstaan
baar te maken. Zij brengt, dames en heeren,
deze sfeer in uw huis; U is met de Av.r.o.
thans in Parijs.
De heer Hollander gaf daarna, zoo goed en
zoo kwaad mogelijk verslag, en het gelukte
hem vrijwel, boven het krankzinnig gejoel
en gebrul uit te schreeuwen. Het regende
premies, zelfs van 5000 franks, de geheele
week, en met name het „spannende" laatste
uur. Hoorbaar ontroerd was de A.v.r"o.-om-
roeper, toen te 10.15 het Hollandsche koppel
Van Kempen en Pijnenburg als overwinnaar
uitkwam. De A.v.r.o. was over de balustrade
geklommen en gaf Pijnenburg de gelegen
heid „ons" even te zeggen, dat-ie dacht dat-ie
dood was en blij met z'n overwinning en de
beste rijder, wat z'n koppelgenoot, wat de
dood van Pijn betreft, tegensprak en voor de
rest onderschreef.
Een plechtig Wilhelmus daverde als waar
dig slot van de zender van onze Algemeene,
Nationale Omroep, zonder voorkeur voor
eenige richting, waar voor iedere levens
opvatting een breede plaats wordt inge
ruimd
„De Telegraaf' had In de afgeloopen week,
onder het hoofd „De Hel van de Zesdaag-
sche" een beeld gegeven van deze mensch-
onteerende sport-uitwas; en „onze" Av.r.o.
heeft Zondagavond, gansch objectief, de sfeer
van deze hel vriendelijk in „onze" woning
geïntroduceerd.
Zij biedt plaats voor Iedere beschaafde
levensuiting
Ruime plaats
.DE SCHATTEN DER AARDE"
Een mooi en leerzaam boek
Als vervolg op de reoks der bekende
plaatjes-album, die verkrijgbaar zijn tegen
inzending der bonnen van Niemoijer$ Ta
bak, is thans het vervolg verschenen op het
eerste deeltje van „Schatten der Aarde",
waarin steenkolen en zout behandeld wer
den.
Dit tweede deel vertelt interessante bij
zonderheden van ijzer, goud, petroleum, as
best, zwavel, platina, enz.
Vooral de jeugd zal naar dit mooie boek
met graagte grijpen en den boei enden in
houd met klimmende belangstelling lezen.
Want Frits van Raalte heeft er slag van
zijn verhaal in een vorm te gieten, die de
spanning er van begin tot eind inhoudt
Hij laat in dit boek dwergen en kabouters
optreden, die het bestaan en de eigen
schappen van „de schatten der aarde" aan
de menschen bekend maken.
We maken kennis met Alwis, Garvard,
Andwari en Waldane en nog veel meer ge
wichtige personaadjes, die heel wat te ver
tellen weten van de geheimen, die de aarde
diep in haar schoot verbergt Onder ge
leide van deze heeren doorkruisen wij een
groot deel der wereld, zien hoe de menschen
zich nu van deze schatten der aarde weten
meester te maken, en vernemen tevens hoe
dit in vroegere tijden gebeurde.
Het boeiende en leerzame verhaal wordt
bovendien door 170 plaatjes keurig geïllus
treerd.
Degenen, die t eerste deel lazen, zullen
heel graag ook 't tweede in hun bezit heb
ben. Ze zullen daarom de bonnen trouw
sparen en zorgvuldig bewaren.
't Is dan ook werkelijk de moeite waard.
oneerlijke postbeambte
Te Nymegen is op het stationsperron aan
gehouden J. O. 0.r conducteur van de brie
venmalen der Nederlandsche posterijen, uit
Rotterdam. Hij werd verdacht van verduiste
ring van geldswaardige papieren, welke hij
onder zich had in de uitoefening van zijn ambt.
De man werd in het bezit bevonden van drie
bankbriefjes van f 10, welke uit drie brieven
waren gestolen. Hjj werd in verhoor genomen
en heeft daarbij bekend, herhaaldelijk zich aan
een dergelijk feit te hebben schuldig gemaakt.
Hij is ter beschikking van de justitie gesteld
ROFFELRIJMEN.
De hel in huis
Hel van de Zeadaarsch«".
Wat een machtig mooie Zondag
Danken we de Avro weer!
Ja, we kwamen tegen tienen
In de echte Avro-sfeer:
'k Had iets in de krant gelezen
Over de Zesdaagsche-Hel,
En ik dacht: die krantenschrijver
Mengt z'n kleuren wat te fel,
Want je kan haast niet gelooven
Dat zoo'n gekkenhuis bestaat,
Dat zoo'n groote beestenbende
Niet vanzelf te gronde gaat
Daarom loof ik onze Avro
Met gezwollen roffel spel,
Dat zij ook een loge huurde
In deze Zesdaagsche-Hel;
Ja, ik prijs hier onzen Willem,
Onzen grooten Willem Vogt
Die de sfeer der hel ontrocrend-
Klaar in onze woning brocht;
'k Roem de ruimte en de breedte
Van het wijde Avrohart,
Dat aan elk en iedre richting
Geeft z'n portie en z'n part!
Daarom dorst ik neen! te zeggen
Toen een Avrovrind me vroeg
Kerel, is voor jou de Avro
Nog niet al gemeen genoeg1
Neen! Maar ilc heb hoop gekregen:
Dat bezwaar wordt opgeschort
Als de Avro nog wat ruimer
En nogal gemeener wordt
't Av ro-Z on da gsslti i tin genu rtje
Dat beviel me wonderwel:
Gratiszonder te betalen
In mijn huis de sfeer der hel!
Holland dankt je op z'n knieën,
Avro met je dominees,
Met je massa luisterpluimvee
En je tonnen abonnees!
In het plechtige Wilhelmus,
Door je zender ingezet
Hoorde ik de tweede strofe
Als een machtig dankgebed
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
EEN JEUGDIGE BANDIETEN
BENDE
Te Amersfoort klaagden vele winkeliers er
over, dat er goederen waren verduisterd na
dat z\j de winkelbel hadden gehoord en nie
mand in den winkel bleek te zijn. Zaterdag
avond zag een winkelier in de Beekenstein-
schelaan echter een tweetal jongens wegloo-
pen en op diens aanwijzing zijn deze jongenr
aangehouden. Bij verhoor bleek al epoedig da)
de politie de daders te pakken had. Dez*
twee jongens bleken te behooren tot een jeug
dige rooversbende, waarvan de leider 14 jaar
oud is. In het geheel zijn Zondag negen jon
gens aan een verhoor onderworpen. De jon
gens bleken in de Treekerbosschen een roo-
verahol gehad te hebben, waar zij de gestolen
goederen deponeerden.
Zy beweerden, dat de goederen verdwenen
waren. Een massa sigaretten, bonbons, eho-
coladereepen, bananen, toffee's, drop. eieren,
vy'len en zagen behoorden tot de buit van de
bende- Zelfs een gouden ring en een klokje
behoorden tot de gading van de jeugdige ban
dieten.
Twee Jongens bleken op den uitkijk te gaan
staan, terwijl er een den winkel binnenging
als er niemand in was. De leeftijden var'-' n
van 10 tot 15 jaar.
ONZE NEDERLANDSCHE LOCOMOTIEVEN
Wist u, dat het locomotiefpark der Neder
landsche Spoorwegen uit 12-S6 machines be
staat? Wij wisten liet niet, maar zijn dit met
nog veel meer bijzonderheden te weten ge
komen uit liet keurige en goed-verzorgde
boekje „Onze Nederlandsche Locomotieven
in M oord en Beeld", samengesteld door (en
tevens uitgave van) H. Waldorp, Curagao-
laan 28, Hilversum.
In zekeren zin is dit werkje een „levens
geschiedenis" van die geweldige kolossen,
die heel ons land doorsnellen en waaraan
we ons allen, de een meer, de ander minder,
voor korter of langer tijd toevertrouwen.
Hier wordt ons alzoo geboden het locomo
tief-leven ln woord en beeld. Het laatste be
staat uit 70 foto's, het eerste is in hoofdzaak
namen en cijfers. Maar zoowel 't een als
't ander is voor den vakman kostelijk mate
riaal (in letterlijken en figuurlijken zin) en
zelfs voor den leek ln hooge mate boeiend.
Van elk soortwerk worden bijzonderheden
gegeven over: hoofdafmetingen, afkomst,
nummers, bouw, dienstjaren enz.
Waar soortgelijke werkjes in 't buitenland
groote belangstelling wekken, daar mag wor-
den verwacht, dat ook ten onzent velen meer
van 't „ijzeren paard" zullen willen weten.
Dit boekje geeft alle wetenswaardigheden,
werd op kunstdrukpapier uitgevoerd en ia
aan bovenstaand adres verkrijgbaar tegen
matigen prijs.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
Sta op, Vorst, zeide Mohammed en
p hem overeind. Zulke plechtige begroc-
en bij het komen en gaan kunnen in
vervqjg achterwege blijven. Gij zijt niet
er een vreemde, maar meer dan een
Ik beschouw u als mijn vriend, dien
reen zal dienen. Noem mij dat gewioh-
punt, Gij maakt mij nieuwsgierig,
sauremde eenige oogenblikken heerschte
ie stilte in het vertrek. De Jood concen-
rd;e de geheimzinnige kracht, die in
woonde, zioodat zij uit zijn oogon
ilde en aan zijn stem ongewoncn klank
Bendeeen overstelpende uitstroo
it; van wil.
I 'rins Mohammed, zeide hij. ik weet, dat
in God gelooft
jonge Turk voelde een zonderlinge
Ing door zijn gansche lichaam gaan.
In natuur en hoedanigheid is de God
don Jood. van den Christen en van den
Hm dezelfde. Nemen wij hun eigen
rd aan, dan waren Jezus en Mohammed
mten, gekomen allereerst om van Hem
etuigen. van Hem, don Vader van allen.
aanschouw de dwaasheid van den
sch. God is terzijde gesteld en eeuwen
zijn de ln Hem geloovenden onderling
eeld geweest, zoodat voortdurend haat.
ver, oorlogen, strijd en vernieling onder
heerschen. Thans echter hehnagt het
i Zijn rechten te doen gelden. Luister.
b Mohammed, luister met uw gansche
De woorden en wijze van spreken grepen
den jonkman heftig aan en voerden den
zoon van Moerad naar een hooger en rui
mer sfeer. Hij moest zijns ondanks luisteren.
Laat hét waar zijn, dat God zijn tegen
woordigheid in aardsche aapgelegenheden
alleen dan gekend wil hebben, wanneer Hij
een doel .heeft, waardoor Hij zijn tusschen-
komst kan rechtvaardigen. Daar wij niet
durven onderstellen, dat de hoofdstad van
't Christendom ten onder zal gaan zonder
zijn toestemming, waarom zoudt gij dan
bestemd zijn tot dat grootsche werk? Opdat
gij persoonlijk beroemd zoudt worden? Zie
hooger op. Beschouw uzclven als zijn uit
verkoren werktuigen dit de daad: van
den zetel der Cesaren, diens vermeestering
een bewijsgrond, wil Hij, dat gij de men
schen vereenigen zult in Zijn naam. Bena
mingen mogen blijven: Joden. Moslims,
Christenen, Boeddhisten; maar er zal een
einde komen aan godsdienstoorlogen. Allo
menschen zullen broeders zijn in Hem. Dit
is de daad, prins. eenheid in God, en als
uitvloeisel een wonder der eeuwen, lang
zaam maar zeker ln 't komen, de evolutie
van vrede en goeden wil onder de men
schen. Ik laat u die gedachte ter uitwer
king. Goeden nacht.
Mohammed was zoo onder den indruk
van het gehoorde, zoo overweldigd, dat de
ziener de kamer verlaten kon. alsof er
niemand aanwezig was. Mirza wachtte hem
buiten op,
zeven-en-twintigste hoofdstuk
Vertrek uit het Witte Kasteel
De storm hield den ganschen nacht aan.
Tegen zonsopgang ging de wind liggen en
trokken de laatste wolken weg. De lucht
was effen blauw en het omliggende land
verfrischt en gezuiverd.
Na het ontbijt geleidde Mirza den Vorst
nogmaals naar prins Mohammed. Daar het
gesprek over dezelfde onderwerpen liep van
den vorigen avond kunnen wij het laten
rusten, en alleen den uitslag vermelden.
Mohammed begon met te zeggon, dat hij
niet had kunnen slapen, maar voegde hij
er vroolijk bij. dat hij den Vorst, die er de
schuld aan had, gaarne vergiffenis schonk
daar hij het eerlijk voorspeld had. Hij her-
haaldo de noodiging om te blijven, doch de
Vorst sloeg ze ook ditmaal af. Voorts ver
bond Mohammed zich tot geduldig wachten
op nadere aanwijzingen van de sterren,
maar gaf zijn voornemen te kennen om
vaste koeriers aan te stellen tusschen zijn
woning, waar dde ook zijn mocht en het
Witte Kasteel. Dat zou het zenden van
tijding uit Konstantinopel zeer vergemakke
lijken. Om dit plan te bevorderen zou den
Gouverneur van het Kasteel gelast worden
nllo verzoeken van den Vorst in te willis
Ook het plan van een geheim agentschap
in Konstantinopel keurde hij goed.
Mirza was de aangewezen persoon. Wel
kon die keuze hem in moeilijkhoden bren
gen. daar de Sultan den Emir gaarne bij
zioh had, en zeker naar hem zou vragen,
maar men moest het er op wagen en daar
de tijd drong zou de Emir terstond naar
Italië vertrokken, zooals de Vorst geraden
had om zich daarna in de Grieksche hoofd
stad te vestigen.
Toen alles tot beider genoegen alzoo was
bepaald namen zij een hartelijk afscheid van
elkander.
Tegen den middag gingen de Vorst en
Sergius te zamen naar de nu kalme zee
zien en besloten den terugtooht te aan
vaarden.
De formaliteiten bij de ontvangst in het
Kasteel werden bij het vertrek niet minder
streng in acht genomen. Onder geleide van
den eunuch gingen de prinses en Lael naar
de voorhal, waar zij door den gewaanden
Gouvemeur ontvangen werden, die de prin
ses behulpzaam was bij het plaats nemen
in den draagstoel. Steelsgewjjze wierp zij
een blik op don jongen Turk, maar door 't
gedempte licht kon zij zijn gelaat niet dui
delijk onderscheiden. Ook thans was ner
gens een soldaat te zien.
Aan de landingsplaats, waar de Gouver
neur haar zwijgend uit den stoel hielp,
trachtte zij hem voor zijn goede zorgen te
danken.
Het doet mij leed. zoo begon zij. dat
ik vertrekken moet zonder den naam of den
rang van mijn gastheer te kennen.
Hij antwoorddo op emstigen toon: Bezat
ik hooger rang, prinses, dan zou 't mij een
genoegen zijn mijzelf aan u voor te stellen,
want dan kon ik hopen, dat mijn naam
niet uit uw geheugen zou gewischt wor
den door de verstrooiingen der stad. waar
heen gij u begeeft. Het commando van het
Witte Kasteel kan zeer goed waargenomen
worden door een militair van minderen
rang en begroet te worden als Gouverneur
bevredigt voor het oogenblik mijn eerzucht
Mocht gij mij ooit met woord of gedachtp
vereeren. dan dunkt het mij een zeer ge
schikte titel.
Ik moet mij wel aan uw beslissing
onderwerpen, zeide zij. Toch, Heer Gouver
neur, zou het kennen van uw naam mij 't
mogelijk ongenoegen van mijn keizerlijken
bloedverwant besparen. Hij zal natuurlijk
willen weten, wien hij voor de aan mij en
mijn vrienden verleende gastvrijheid moet
danken. Ik zal hem alleen het feit kunnen
meededeelen. Inderdaad, ik vrees, dat hij
mij van overdrijving of van ondankbaar
heid zal bechuldigen.
Prinses, antwoordde hij. Indien hetgeen
ik voor u gedaan heb een gedachte waard
was. dan ben ik nu reeds méér dan be
loond door uw vriendelijke woorden.
Als ik één punt in het bijzonder mip-
noemqn, waarvoor ik u dankbaar ben, Heer
Gouvemeur, dan zou het de aangename
ontmoeting zijn met den Arnblschen vertel
ler. Ik zal zijn naam niet vragen, maar het
moet een waar genot zijn overal waar men
komt een warme ontvangst te vinden en 't
hoofd vol te hebben van zoo schnone ire-
sehiedenissen als die van Hatlm.
De oogen van den Gouverneur kregen
eensklaps gloed en leven en hij antwoord
de: De naam van den Arabier is Aboo-
Obeidah. In de woestijn noemen zij hem
den Zingenden Sheik. Hij staat hoog aan
geschreven bij de Moslims, en is zeer ge
liefd, zoo zelfs dat alle deuren voor hem
open gaan, ook die der host bewaakte ha
rems. Als hij in Adrianopel komt zal hij
aanstonds ontboden worden door dn Ha-
noiim van den Sultan, en als die 't toeken
geeft zullen al de dames hvstroomen om
hem te hooren. Als het u hohaagl zal ik
hem vragon ziin reis oen n«ar d-.pon uit te
Mellon, opdat hij u in uw paleis kan lm
zoeken.
Waarschijnlijk zal hom dat niet ge
logen komen, antwoorddo zij.
Zeg dat niet. In deze zaak durf ik
voor hem instaan. Zeg mij slechts wanneor
en waar gij hem verlangt to ontvangen,
prinses, en hij zal verschijnen.
Welnu. Heer Gouverneur, heloot hem
een goede ontvangst uit mijn naam. zeide
zij wél voldaan, en laat ons overmorgen
bepalen. Hij kome dan aan mijn paleis te
Therapia. En nu, nogmaals dank en vaar
wel
Toen zij dat gvoiegd had stak zij hem d«
hand toe. Hij kuste die. hielp haar in de
boot, en nam vervolgens afscheid van den
Vorst. Sergius, en Lael.
in de monding dar rivier kwamen de
booten naast elkander te liggen, en terwijl
zij zachtkens voortdreven, sprak de prinses
tegenover den Vorst haar voldoening uit
over hun gelukkig samentreffen, daar zijn
tegenwoordigheid ongetwijfeld veel had bij
golrag.-n tot den gelukkigen afloop van
zoo weinig goeds voorspellond begin.
Ook kan ik u niet zeggen hoe aange
naam mij het gezelschap uwer dochter waa
zeide zij met een vriendelijk knikje b»gen
Lael. Zij was moedig en verstandig, en ik
zal niet rusten voordat zij mij te Therapia
heeft bezocht
Ik zou heel graag willen, zoi Lael be
deesd.
Wil de prinses een dog bepalen?
vraagde de Vorst
Morgen, of de volgende woek. wat u
het best schikt Deze warme maanden zijn
heerlijk huiten. Tot weerziens dan te The
rapia, Vorst De zegen der heiligen zij met
u. Vaarwel.
(Wordt vervolgd.)'