DINSDAG 12 APRIL 1932 DERDE BLAD PAG. 9 Van en over de Ontwaoeninas- Conferentie IER 2 AMERIKA TOONT ZIJN BELANG STELLING Het internationaal politieleger VIII*) Het bericht, dat de Amerikaansche Staats ecretaris Stimson zoodanig tijdig scheep aat, dat hij de hervatting van de bespre- ingen der Ontwapeningsconferentie bijkans ,an den aanvang af kan volgen, is terecht n staat, eenige bijzondere belangstelling te rekken. Zou inderdaad te Genève resultaat van «teekenis worden verkregen, dan heeft dit jet slechts voor Amerika het voordeel, dat iuropa kans loopt binnen afzienbanen tijd reer in economisch gunstiger omstandig- ieden te verkeeren, maar het levert ook de ongelijkheid op van een herziening van het ifwijzende Amerikaansche standpunt. Slim- on zal zichjniet met de leiding der Ameri- aansche delegatie belasten; die blijft ii anden van Gibson, zoodat de Staats- gcretaris alleen te Genève komt om er, ver- wedelijk in veelvuldige mate, besprekingen Éuropeesche Staatslieden te voeren. Een drnke tijd. Het zal overigens te Genève reeds dadelijk jn drukke tijd worden. Want reeds in den 2( liddag van Maandag 11 April komt de alge- ieene Commissie, die voorloopig de taak Conferentie heeft overgenomen, samen, zoowel zij als de politieke Commissie zal, - elijk het vastgestelde programma het wil, Afgebroken zitting houden totdat voldoen- vorderingen zijn bereikt op het stuk van ncipieele aangelegenheden. Immers, al jiiOi wanneer dat het geval is. kan de tech- \t afasche Commissie met vrucht haar taak Voortzetten. Daarbij komt, dat einde April, een datum die nog niet is vastgesteld, li de permanent raadgevende Commissie ir de inilitaire aangelegenheden zal ver- nigen, bedoeld in art. 9 van het Grondver- ag. Deze Commissie, bestaande uit een .ndmacht-, een zeemacht-, een luchtmacht- iskundige van elk der 14 leden van den ■d, heeft tot taak om de regelen vast. te en, die betrekking hebben op de func- ineering van de Commissiën van toezicht orzien in het Verdrag tot ontwikkeling van f middelen om den oorlog te voorkomen. TOSl it verdrag heeft ter teekening opengelegen 2 Febr. j.l.het is door verschillende ten onderschreven, en met de uitvoering, yoor de eventueele veiligheid van het jotste belang is, dient thans een aanvang „worden gemaakt. Zoodra het reglement is 1 stgesteld, wordt het aan alle ter Ontwa- aingsconferentie aanwezige Staten toega- aden. Men heeft ook nog rekening te hou- n met het bijeenkomen, gedurende deze inferentie, van de Commissie, die de werk unheden tot aanpassing van het Grond- rdrag aan het Kelloggpact heeft voort te ten, een arbeid, die ook alweer voor de iligheid van de grootste beteekenis is, lar heel wat moeilijkheden te ovenvinnen geven. De permanente politiemacht. ^Terecht is er van verschillende zijden op Wezen, dat de permanente politiemacht J jj eigenlijk internationaal karakter is: pmers. zij zal bestaan uit een, reeds in edestiid gevormd Volkenbondscommando contingenten te leveren door alle bij Ontwapeningsverdrag betrokken landen; krijk gaat voor en stelt een gemiddelde ,de, een lichte vlootdevisie en een ge lde vliegtuiggroep ter beschikking, het- naar het oordeel van deskundigen, van geringe beteekenis is, dat een Volken- idspolitiemacht, op evenredige grondslog de andere leden opgebouwd, tegenover ietwat sterk land niet opgewassen ziin. Tenzij men, alvorens tot de vorming er politiemacht over te gaan, overeen- ning zou bereiken betreffende een zeer, aanmerkelijke vermindering van do ikt openingen in het algemeen, zoodat dan de grootste Staten over geen groote, oren met zorg voorbereide legers de be- ikking zouden hebben. Maar juist daar- treft het temeer, dat een deel van de den, die zich voorstanders toonen van internationaal politieleger, niet slechts gelijktijdige vermindering van bewape- gen niet absoluut noodzakelijk achten, ar bereid zijn, ja gedeeltelijk zelfs voor in dit politieleger te vormen zonder ge- tijdige vermindering der bewapeningen, irdoor dus een gansch andere figuur dt geschapen. oorts regelt het Fransche voorstel ook overeenkomstig art 16 van het Grondver- -^g te verleenen militaire hulp tegen een it aanval, waardoor de beschikking pdt verkregen over alle militaire vlieg en, grooter dan jagers en verkenners en ner dan die van de politiemacht; over onen van meer dan 20.3 c.M. en over [schepen van meer dan 10.000 ton ook met lonnen van meer dan 20.3 c.M. en over onderzeebooten boven een nader te be- in maat Zulke vliegtuigen en kanonnen een Staat zich slechts aanschaffen als zich tegelijk tot deze beschikbaarstelling 102% »indt VII stond in cms blad van 26 Maart De Poolsche voorstellen. Men kan ervan verzekerd zijn, dat de be studeering van de Fransche voorstellen, zoo wel in de politieke als in de algemeene Commissie veel tijd zal vorderen en vooral tegenover elkander staande moeilijkheden zal in het leven roepen. In dit opzicht heeft het den schijn, dat de kansen, die de Pool sche voorstellen ter bestudeering van de moreele ontwapening bieden, grooter zijn. Zij zijn van vierderlei aard en bedoelen: le. een conventie tot invoering van straf bepalingen tegen hen, die in het openbaar den oorlog of de schending van het inter nationaal recht prediken; 2e. een conferentie van persorganisaties over de medewerking van de pers in het belang van de moreele ontwapening; 3e internationale afspraken over een strijding op school van de gevoelens van haat tegen vreemdelingen; 4e. internationale afspraken dat de radio, de bioscoop en hot tooneel niet zullen wor den misbruikt voor een vergiftiging der goede verstandhouding tusschen de volkeren Het-voordeel) van deze voorstellen is zeker daarin gelegen, dat zij ieder op zichzelf zijn te beschouwen. Het sub 1 geformuleerde denkbeeld is in zooverre niet nieuw, dat reeds voor het uitbreken van den grooten oorlog de Oosten rij ksche wetgever de straf wet te hulp riep tegen hen, die ooor voor barige of onjuiste berichten den internatio nalen toestand vertroebelden. De bepalingen die Polen wenscht, gaan verder, want zij richten zich tegen degenen, die den oorlog of de schending van het volkenrecht predi ken. Het is niet onbegrijpelijk, dat van Pool sche zijde dergelijke maatregelen als nood zakelijk worden gevoeld, want het niemv ge vormde Polen staat zoowel op den Weste lijken als op clen Oostelijken kant en ook van den Noordelijken kant, wat Llthaueu betreft, aan aanvallen in dezen geest voort durend bloot. Men kan dat gedeeltelijk de eigen schuld van Polen noemen, wat b.v. Lithauen en het bezit van Wilna betreft, maar niet naar den Duitschen kant, omdat Polen, wil het bestaan, toch zeker noodig heeft die gebieden, die nog geen anderhalve eeuw geleden volmaakt Poolsch waren. Dat er een Hitler-gevaar voor geheel de wereld bestaat; d.w.z. dat een aan het bewind ko men van Hitler of een greep naar de macht van deze voor geheel de wereld nadeelig zou werken, staat vast Dat Polen dit ge vaar wellicht het eerste aan den lijve zou gevoelen, is niet uitgesloten, gezien de eigenaardige rol, die Oost-Pruisen, hoe geïso leerd het moge zijn, bij een dergelijken aan val zou kunnen spelen. En nu moge men wellicht ook weer niet ten onrechte in Duitschland meenen, dat de bewoordin gen van het Poolsche voorstel zoo rekbaar zijn, dat zij zelfs een volkomen gewettigde en begrijpelijke en wellicht gewcnschte pro paganda voor herziening van de bepalingen van het Vredesverdrag van Versailles zou den beletten. Dit bezwaar kan toch niet ernstig gemeend zijn. Nederland heeft zelf, nog niet zoo lang geleden, met een mee- ningsverschil met naburen te doen gehad, dat rectificatie van grenzen tot onderwerp had. Hoezeer de desbetreffende naburige verlangens door Nederland eenparig zijn af gewezen en Nederland onaangenaam heb ben aangedaap, het aantal Nederlanders, dat dadelijk de gemiddeldé persartikelen die van een bepaalde groep uitgezonderd on der een conventie als de door Polen gedachte zou willen begrijpen, mag klein worden ge rekend. En tegen die kleine groep zou juist deze convèntie gericht zijn, niet slechts ten opzichte van Polen, maar ten opzichte van elk land. En men kan ervan verzekerd zijn dat zij, mits goed geformuleerd, uitstekend werk zou doen. Wie kennis heeft genomen van het onder zoek, dat nog niet zoo heel lang geleden de Éuropeesche Afdeeling. van het Carnegie Endowment heeft ingesteld naar schoolboe ken en voor en na den oorlog, zal t sub 3 al evenmin overbodig achten als sub 4 in de praktijk noodzakelijk blijkt te zijn. Terecht wordt er meer dan eens de aandacht op ge vestigd, dat men geschiedenis en geschiede nisonderwijs niet kan doen beheerschen door pacifistische inzichten, die vroeger niet hebben bestaan. Dit is ook niet de strekking noch van wat de Poolsche voorstellen sub 2 bedoelen, noch van wat in 't algemeen door sub 4 wordt beheerscht Maar evenzeer als men bij het geven van dat geschiedenis onderwijs, dat betrekking heeft op ons eigen land, de noodige objectiviteit kan betrachten en kan vermijden om in elk geval en on danks alles de mooie rol eenvoudig aan het eigen land en de slechte rol altijd aan den „vijand" toe te kennen, evenzeer kan men in radio, bioscoop, en tooneel middelen vinden om zoowel de objectiviteit als de subjectivi teit te bevorderen. De totdusver veelal ten toongestelde subjectiviteit moge velen erge ren; maatregelen daartegen zijn tot dusver in internationalen zin nog niet genomen. Wil men bereiken, dat een toestand van vertrouwen bestaat tusschen de volken, dan kunnen dezo maatregelen, die ook eerst zul len moeten groeien om rijp te worden, niet worden ontbeerd. i Waarlijk, de gedelegeerden van alle lan den, die van den ingespannen arbeid van voor Paschen hebben uitgerust, vinden weken van arbeid opnieuw voor zich. UIT DE ANTI-REV. PARTIJ LEIDRAAD A.-R. BEGINSELEN Met groote ingenomenheid hebben we de verschijning van dezen leidraad begroet en met belangstelling en instemming van den inhoud kennis genomen. Onze tijd vordert, dat ook de vrouw „poli tiek meeleeft", en nooit zal zij dit met ken nis van zaken kunnen doen wanneer zij niet in haar meisjesjaren met de beginselen die het staatkundig leven beheerschen, grondig heeft kennis gemaakt. In dit opzicht zijn de omstandigheden wel sterk gewijzigd. In onze kringen is van de vrouw immer belangstelling voor de poli tieke actie gevraagd en door velen ook steeds geestdriftig en vol toewijding be toond. Maar sinds 1917 het vrouwenkiesrecht zijn intrede deed, is de vrouw mede verant woordelijk voor den gang van zaken. Mej. H. S.'S. Kuyper, de schrijfster van de zen leidraad, is, naar afkomst en talent, wel de meest aangewezen vrouw, om den Geref. Meisjesbond als leidsvrouw in deze te die nen. Zij is als weinigen thuis in de werken van haar Vader, en dat is eerste vereischte voor wie over de geschiedenis en de begin selen der Antirev. Partij schrijven wil. Dit werkje is als „inleidend deel" te be schouwen. Eerst wordt de vraag besproken wat Antirev. Staatkunde is; dan volgt de voorgeschiedenis, het ontstaan, de organisa tie en den invloed der Antirev. Partij, waar bij inzonderheid wordt stilgestaan bij 't leven en c)en arbeid van Groen van Prinsterer en Dr. A. Kuyper; voorts wordt nagegaan den gang vari zaken van 1920-1931, en eindelijk wordt nog een kort overzicht gegeven van het onderscheid tusschen Staat en Maatschappij Deze leidraad van bijna 200 bladzijden brengt de meisjes, waarvoor hij werd ge schreven, niet verder c)an het voorportaal van het gebouw, waarin mej. Kuyper haar wil rondleiden: de behandeling van de begin selen, zooals die in 't Antirev. program zijn vertolkt, volgt later. Onwillekeurig vroegen we ons af, of zóó de opzet van dezen leidraad niet te breed is. Hoeveel maanden en jaren zal de behande ling van dezen leidraad in beslag nemen, temeer waar „A.-R. Beginselen" toch slechts één van de vele vakken is, die op de Meis- jes-vereenigingen worden behandeld? En als regel zullen de meisjes toch niet langer dan vijf of zes jaar lid der vereeniging zijn. Van heeler harte stemmen wij toe, dat 't onmogelijk is de Antirev. beginselen ten volle te verstaan zonder althans in groote lijnen te kennen de geschiedenis en de ont wikkeling der Antirev. Partij. Maar aan de andere zijde moet de behan deling der geschiedenis hier toch lei den tot de behandeling der be g i n s e 1 e n. En al komen die beginselen natuurlijk ook nu wel telkens ter sprake de behandeling der politieke vraagstukken, waarmee ook onze meisjes cn vrouwen telkens te maken heb ben. wordt o.i. op deze wijze wel naar een al te ver verschiet versohoven. Het leven van Groen en Kuyper is vol machtige momenten, ook voor de vrouw vol rijke leering; maar om 't leven van deze beide groote mannen zóó te behandelen als mej. K. 't wil, vraagt naar onze bescheiden meening te veel tijd. Het hoofdstuk conflict Kuyper-Heemskerk en decoratie-kwestie had bijv. zonder schade gemist kunnen worden. En zoo zouden We nog meer kunnen noemen Als mej. Kuyper over haar grooten Vader spreekt óf schrijft komt zij echter op dreef, wij volgen haar dan met belangstelling dankbaarheid. De 80 bladzijden van de- leidraad, waarin zij een beknopte levens schets van haar Vader geeft, zijn voor ons dan ook van bijzondere waarde en zullen ongetwijfeld nog vaak dankbaar door ons worden geraadpleegd. Maar waar 't hier in de eerste plaats geldt een leidraad voor beginselen-studie, daar moet o.i. een andere weg worden gevolgd, zooals bijv. aangegeven in den leidraad Antirev. beginselen van den Geref. Jonge- lingsbond. Deze opmerkingen mogen bewijs zijn van de intense belangstelling, waarmee wij van dit eerste deeltje hebben kennis genomen. En wij spreken den wensch uit, dat mej. Kuyper gezondheid en werklust worde ge schonken om dit in zoo grootsche lijnen be gonnen werk te voltooien. Niet alleen de Geref. meisjes, maar allen, Gemengd Nieuws. ERNSTIG VERBRAND. Te Alblasserdam zou de eohtgenoote vnn B. van Opijnen een emmer met kokend wa ter overgieten in een waschkuip, bij welke handeling zij struikelde. De vrouw kreeg t kokend water in gezicht en borst, waardoor zij ernstige brandwonden opliep. Dr. Hooft- ■nan verleende eerste hulp. lading visoh te water Te Willeskop geraakte een groote vracht auto met manden visch, van een handelaar uit Spakenburg, in den Ussel. De bestuurder be kwam eenige ernstige hoofdwonden, die door een geneesheer worden gehecht. De lading moest weer worden opgevischt Een en ander was verzekerd. AUTO DOOR DEN TREIN VERMORZELD VADER EN KIND GEDOOD Gistermiddag is op de spoorlijn Den Haag Gouda nabij de halte Zuidplaspolder onder Moordrecht de vrachtauto van den heer Van Vuuren uit Capelle a. d. IJsel door den snel trein van 14.51 uur uit den Haag gegrepen en totaal vernield. De bestuurder, de 40-jarige tuinder Van Vuuren en zijn 6-jarig doentertje dat hem vergezelde, waren op slag dood. De auto werd door den locomotief opgeno men, een vijftigtal meters meegesleurd en daarna langs de spoorbaan geslingerd. Totaal versplinterd bleef de wagen aan den berm lig gen. De beide inzittenden, die vreeselyk ver minkt waren, bleken op slag te zijn gedood. De lijken werden onder loezieht van de gemeente politie van Moordrecht naar het kerkhof al daar vervoerd. De machinist had onmiddellijk geremd, doch kon den trein eerst op eenige honderden me ters tot stilstand brengen. Een trein uit Gouda wist men nog bijtijds te waarschuwen, dat de weg onveilig was. De locomotief was door de botsing aan de voorzijde beschadigd, de lampen waren ver nield. De overblijfselen van de vrachtauto moesten van de locomotief worden verwij derd. De trein heeft 20 minuten vertraging Op dezen onbewaakten overweg hebben reeds meermalen doodelijke ongelukken plaats ge had. Enkele maanden geleden nog werd er eei vrachtauto uit Rotterdam door een trein ge grepen, waarbij de bestuurder eveneens werd gedood. Het uitzicht wordt tei plaatse belem merd door een langs de spoorbaan staand Van Vuuren laat een vrouw en twee kinderen achter. ERNSTIGE AUTO- EN MOTOR ONGELUKKEN Zondagavond is te Ede een ernstig auto ongeluk gebeurd in een bocht van den rijks weg. De door den heer Cozijnse uit Arnhem bestuurde auto reed daar met groote snel heid tegen een boom. De vrouw van Cozijn se werd ernstig aan het hoofd verwond. Co zijnse zelf brak eenige ribben en kreeg een longbloeding. Dr. de Waard van de Klomp verleende de eerste geneeskundige hulp, waarna de gewonden per ziekenauto naa1- Arnhem vervoend werden. De bierbottelaar W. uit Vroomshoop reed met zijn auto opl het Westeind te Almelo. De wagen slingerde en op een gegeven mo ment reed deze recht op het kanaal af. Op het Idatste oogerablik botste de wagen ech ter nog tegen een hoop steenen. W. werd door den schok uit den wogen geslingerd en bekwam een zeer ernstige hoofdwonde. Zijn toestand is zorgwekkend. De vrachtrijder S., uit Eemnes, die met zijn motor op den Ecmnesserweg te Laren reed, kwam juist op het moment, dat hij zijn stuur met één hand. vasthield, met zijn voorwiel in een kuil van den weg terecht De motor sloeg verscheidene malen over den kop, waardoor S. tegen den grond ge slingerd werd. Dr. Holtmann uit Laren, die toevallig passeerde, verleende de eerste hulp en constateerde een schedelbasisfrac- tuur- In zorgwekkenden toestand is het slachtoffer naar het St Jansziekenhuis to Laren overgebracht DE VREDELIEVENDEN" „BREEK DE ZWAARDEN OVER DE KNIE" Zondagmorgen zou het soc.-dem. Kamer lid v. cl Heide voor het z.g.n. religieus so cialistisch verbond te Amsterdam spreken- Het is hem echter niet gelukt aan het woord te komen. Reeds in zijn openingswoord deelde de voorzitter mede, dat er in de zaal menschen aanwezig waren, wier bedoeling het schijn baar was met den spreker te debatteeren over diens houding inzake de dienstweige raars en hun behandeling in de bijzondere strafgevangenis te Scbeveningen. De bijeen komst was geen debatvengadering, doch een z.g.n. wijdingsochtend. Na dezo rnededeeling brak een verschrik kelijk lawaai los. Van verschillende kanten werd geprotesteerd en het was duidelijk te zien, dat de ochtend niet zonder incidenten zou verloopen. Daarom verzocht de voorzit ter den aanwezigen, indien het mocht blij ken, dat de heer v. d- Heide niet rustig zou kunnen spreken, de zaal te verlaten. Nau welijks echter nam de heer v. d. Heide het woord, of het rumoer brak in nog heviger mate los. Onder het zingen van „Breek de zwaarden over de knie" probeerden de her rieschoppers den heer v. d. H. te lijf te gaan. die in een zijkamertje vluchten moest. Een der „religieusen" werd bloedend ge wond en een der „vredelievenden" ver klaarde, dat waar de heer v. d. H. ook spre ken zou, zij er heen zouden gaan om hem het spreken onmogelijk te maken. De zaal werd door de politie ontruimd. bliksem ingeslagen Te Woerden is de bliksem ingeslagen ln een leiding van den stoomketel van het centraal magazijn. Een begin van brand ontstond. Het gevaar voor het springen der ketels werd af gewend door de stoom naar buiten te leiden. DEHELVANDEZESDAAGSCHE WAT DE AV.R.O. ER VAN VERTELDE. De AV.R.O., „de omroep zonder voorkeur voor eenige rich'ing, v\aar voor iedere levens opvatting een breede pluats wordt inge ruimd", naar de heer W. Vogt dut in den treure vla de aether aan de Natie verzekert, daarin gesteund door enkele liberale Kamer leden, alle „neu'rale" (.lees: vrijzinnige) bla den, met „de Telegraaf' als gangmuker, cn een groep predikanten met ruime visie, de A.V.R.O. heeft Zondagavond de finale van ue Zesduagsche Wielerwedstrijd te Parijs uitgezonden. De heer Vogt vertelde door de microfoon, dat hij zich bevond in het Velodrome te Pa rijs, le midden van een enorme, oorverdoo- vende en alles tartende herrie. De uitzen ding heeft ten doel, zeide hij, eens een „Zes- daagsche" om te roepen. Een twintigduizend- koppige menigte is hier tegenwoordig, om het laatste van de 144 uren, die de renners te rijden hebben, bij te wonen. Ook de AV. R.O., met haar sport verslaggever, de heer Hollander, heeft een loge gehuurd en zich sedert gisteren hier geöriönteerd, om eenige kik te krijgen op de sportieve ehuos. Er heerscht een zonderlinge, maar opwekkende sfeer. De aanwezigen juichen de favorieten toe en werpen als teekenen van afkeuring papier en brood, sinaasappelen en zelfs ledige blikken naar de rijders; om strijd en met oorverdoovend lawaai worden ze aan gevuurd of uitgejouwd. De A.V.R.O. tracht zich in deze luidruchtige omgeving verstaan baar te maken. Zij brengt, dames en heeren, deze sfeer in uw huis; U is met de Av.r.o. thans in Parijs. De heer Hollander gaf daarna, zoo goed en zoo kwaad mogelijk verslag, en het gelukte hem vrijwel, boven het krankzinnig gejoel en gebrul uit te schreeuwen. Het regende premies, zelfs van 5000 franks, de geheele week, en met name het „spannende" laatste uur. Hoorbaar ontroerd was de A.v.r"o.-om- roeper, toen te 10.15 het Hollandsche koppel Van Kempen en Pijnenburg als overwinnaar uitkwam. De A.v.r.o. was over de balustrade geklommen en gaf Pijnenburg de gelegen heid „ons" even te zeggen, dat-ie dacht dat-ie dood was en blij met z'n overwinning en de beste rijder, wat z'n koppelgenoot, wat de dood van Pijn betreft, tegensprak en voor de rest onderschreef. Een plechtig Wilhelmus daverde als waar dig slot van de zender van onze Algemeene, Nationale Omroep, zonder voorkeur voor eenige richting, waar voor iedere levens opvatting een breede plaats wordt inge ruimd „De Telegraaf' had In de afgeloopen week, onder het hoofd „De Hel van de Zesdaag- sche" een beeld gegeven van deze mensch- onteerende sport-uitwas; en „onze" Av.r.o. heeft Zondagavond, gansch objectief, de sfeer van deze hel vriendelijk in „onze" woning geïntroduceerd. Zij biedt plaats voor Iedere beschaafde levensuiting Ruime plaats .DE SCHATTEN DER AARDE" Een mooi en leerzaam boek Als vervolg op de reoks der bekende plaatjes-album, die verkrijgbaar zijn tegen inzending der bonnen van Niemoijer$ Ta bak, is thans het vervolg verschenen op het eerste deeltje van „Schatten der Aarde", waarin steenkolen en zout behandeld wer den. Dit tweede deel vertelt interessante bij zonderheden van ijzer, goud, petroleum, as best, zwavel, platina, enz. Vooral de jeugd zal naar dit mooie boek met graagte grijpen en den boei enden in houd met klimmende belangstelling lezen. Want Frits van Raalte heeft er slag van zijn verhaal in een vorm te gieten, die de spanning er van begin tot eind inhoudt Hij laat in dit boek dwergen en kabouters optreden, die het bestaan en de eigen schappen van „de schatten der aarde" aan de menschen bekend maken. We maken kennis met Alwis, Garvard, Andwari en Waldane en nog veel meer ge wichtige personaadjes, die heel wat te ver tellen weten van de geheimen, die de aarde diep in haar schoot verbergt Onder ge leide van deze heeren doorkruisen wij een groot deel der wereld, zien hoe de menschen zich nu van deze schatten der aarde weten meester te maken, en vernemen tevens hoe dit in vroegere tijden gebeurde. Het boeiende en leerzame verhaal wordt bovendien door 170 plaatjes keurig geïllus treerd. Degenen, die t eerste deel lazen, zullen heel graag ook 't tweede in hun bezit heb ben. Ze zullen daarom de bonnen trouw sparen en zorgvuldig bewaren. 't Is dan ook werkelijk de moeite waard. oneerlijke postbeambte Te Nymegen is op het stationsperron aan gehouden J. O. 0.r conducteur van de brie venmalen der Nederlandsche posterijen, uit Rotterdam. Hij werd verdacht van verduiste ring van geldswaardige papieren, welke hij onder zich had in de uitoefening van zijn ambt. De man werd in het bezit bevonden van drie bankbriefjes van f 10, welke uit drie brieven waren gestolen. Hjj werd in verhoor genomen en heeft daarbij bekend, herhaaldelijk zich aan een dergelijk feit te hebben schuldig gemaakt. Hij is ter beschikking van de justitie gesteld ROFFELRIJMEN. De hel in huis Hel van de Zeadaarsch«". Wat een machtig mooie Zondag Danken we de Avro weer! Ja, we kwamen tegen tienen In de echte Avro-sfeer: 'k Had iets in de krant gelezen Over de Zesdaagsche-Hel, En ik dacht: die krantenschrijver Mengt z'n kleuren wat te fel, Want je kan haast niet gelooven Dat zoo'n gekkenhuis bestaat, Dat zoo'n groote beestenbende Niet vanzelf te gronde gaat Daarom loof ik onze Avro Met gezwollen roffel spel, Dat zij ook een loge huurde In deze Zesdaagsche-Hel; Ja, ik prijs hier onzen Willem, Onzen grooten Willem Vogt Die de sfeer der hel ontrocrend- Klaar in onze woning brocht; 'k Roem de ruimte en de breedte Van het wijde Avrohart, Dat aan elk en iedre richting Geeft z'n portie en z'n part! Daarom dorst ik neen! te zeggen Toen een Avrovrind me vroeg Kerel, is voor jou de Avro Nog niet al gemeen genoeg1 Neen! Maar ilc heb hoop gekregen: Dat bezwaar wordt opgeschort Als de Avro nog wat ruimer En nogal gemeener wordt 't Av ro-Z on da gsslti i tin genu rtje Dat beviel me wonderwel: Gratiszonder te betalen In mijn huis de sfeer der hel! Holland dankt je op z'n knieën, Avro met je dominees, Met je massa luisterpluimvee En je tonnen abonnees! In het plechtige Wilhelmus, Door je zender ingezet Hoorde ik de tweede strofe Als een machtig dankgebed (Nadruk verboden.) LEO LENS. EEN JEUGDIGE BANDIETEN BENDE Te Amersfoort klaagden vele winkeliers er over, dat er goederen waren verduisterd na dat z\j de winkelbel hadden gehoord en nie mand in den winkel bleek te zijn. Zaterdag avond zag een winkelier in de Beekenstein- schelaan echter een tweetal jongens wegloo- pen en op diens aanwijzing zijn deze jongenr aangehouden. Bij verhoor bleek al epoedig da) de politie de daders te pakken had. Dez* twee jongens bleken te behooren tot een jeug dige rooversbende, waarvan de leider 14 jaar oud is. In het geheel zijn Zondag negen jon gens aan een verhoor onderworpen. De jon gens bleken in de Treekerbosschen een roo- verahol gehad te hebben, waar zij de gestolen goederen deponeerden. Zy beweerden, dat de goederen verdwenen waren. Een massa sigaretten, bonbons, eho- coladereepen, bananen, toffee's, drop. eieren, vy'len en zagen behoorden tot de buit van de bende- Zelfs een gouden ring en een klokje behoorden tot de gading van de jeugdige ban dieten. Twee Jongens bleken op den uitkijk te gaan staan, terwijl er een den winkel binnenging als er niemand in was. De leeftijden var'-' n van 10 tot 15 jaar. ONZE NEDERLANDSCHE LOCOMOTIEVEN Wist u, dat het locomotiefpark der Neder landsche Spoorwegen uit 12-S6 machines be staat? Wij wisten liet niet, maar zijn dit met nog veel meer bijzonderheden te weten ge komen uit liet keurige en goed-verzorgde boekje „Onze Nederlandsche Locomotieven in M oord en Beeld", samengesteld door (en tevens uitgave van) H. Waldorp, Curagao- laan 28, Hilversum. In zekeren zin is dit werkje een „levens geschiedenis" van die geweldige kolossen, die heel ons land doorsnellen en waaraan we ons allen, de een meer, de ander minder, voor korter of langer tijd toevertrouwen. Hier wordt ons alzoo geboden het locomo tief-leven ln woord en beeld. Het laatste be staat uit 70 foto's, het eerste is in hoofdzaak namen en cijfers. Maar zoowel 't een als 't ander is voor den vakman kostelijk mate riaal (in letterlijken en figuurlijken zin) en zelfs voor den leek ln hooge mate boeiend. Van elk soortwerk worden bijzonderheden gegeven over: hoofdafmetingen, afkomst, nummers, bouw, dienstjaren enz. Waar soortgelijke werkjes in 't buitenland groote belangstelling wekken, daar mag wor- den verwacht, dat ook ten onzent velen meer van 't „ijzeren paard" zullen willen weten. Dit boekje geeft alle wetenswaardigheden, werd op kunstdrukpapier uitgevoerd en ia aan bovenstaand adres verkrijgbaar tegen matigen prijs. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA Sta op, Vorst, zeide Mohammed en p hem overeind. Zulke plechtige begroc- en bij het komen en gaan kunnen in vervqjg achterwege blijven. Gij zijt niet er een vreemde, maar meer dan een Ik beschouw u als mijn vriend, dien reen zal dienen. Noem mij dat gewioh- punt, Gij maakt mij nieuwsgierig, sauremde eenige oogenblikken heerschte ie stilte in het vertrek. De Jood concen- rd;e de geheimzinnige kracht, die in woonde, zioodat zij uit zijn oogon ilde en aan zijn stem ongewoncn klank Bendeeen overstelpende uitstroo it; van wil. I 'rins Mohammed, zeide hij. ik weet, dat in God gelooft jonge Turk voelde een zonderlinge Ing door zijn gansche lichaam gaan. In natuur en hoedanigheid is de God don Jood. van den Christen en van den Hm dezelfde. Nemen wij hun eigen rd aan, dan waren Jezus en Mohammed mten, gekomen allereerst om van Hem etuigen. van Hem, don Vader van allen. aanschouw de dwaasheid van den sch. God is terzijde gesteld en eeuwen zijn de ln Hem geloovenden onderling eeld geweest, zoodat voortdurend haat. ver, oorlogen, strijd en vernieling onder heerschen. Thans echter hehnagt het i Zijn rechten te doen gelden. Luister. b Mohammed, luister met uw gansche De woorden en wijze van spreken grepen den jonkman heftig aan en voerden den zoon van Moerad naar een hooger en rui mer sfeer. Hij moest zijns ondanks luisteren. Laat hét waar zijn, dat God zijn tegen woordigheid in aardsche aapgelegenheden alleen dan gekend wil hebben, wanneer Hij een doel .heeft, waardoor Hij zijn tusschen- komst kan rechtvaardigen. Daar wij niet durven onderstellen, dat de hoofdstad van 't Christendom ten onder zal gaan zonder zijn toestemming, waarom zoudt gij dan bestemd zijn tot dat grootsche werk? Opdat gij persoonlijk beroemd zoudt worden? Zie hooger op. Beschouw uzclven als zijn uit verkoren werktuigen dit de daad: van den zetel der Cesaren, diens vermeestering een bewijsgrond, wil Hij, dat gij de men schen vereenigen zult in Zijn naam. Bena mingen mogen blijven: Joden. Moslims, Christenen, Boeddhisten; maar er zal een einde komen aan godsdienstoorlogen. Allo menschen zullen broeders zijn in Hem. Dit is de daad, prins. eenheid in God, en als uitvloeisel een wonder der eeuwen, lang zaam maar zeker ln 't komen, de evolutie van vrede en goeden wil onder de men schen. Ik laat u die gedachte ter uitwer king. Goeden nacht. Mohammed was zoo onder den indruk van het gehoorde, zoo overweldigd, dat de ziener de kamer verlaten kon. alsof er niemand aanwezig was. Mirza wachtte hem buiten op, zeven-en-twintigste hoofdstuk Vertrek uit het Witte Kasteel De storm hield den ganschen nacht aan. Tegen zonsopgang ging de wind liggen en trokken de laatste wolken weg. De lucht was effen blauw en het omliggende land verfrischt en gezuiverd. Na het ontbijt geleidde Mirza den Vorst nogmaals naar prins Mohammed. Daar het gesprek over dezelfde onderwerpen liep van den vorigen avond kunnen wij het laten rusten, en alleen den uitslag vermelden. Mohammed begon met te zeggon, dat hij niet had kunnen slapen, maar voegde hij er vroolijk bij. dat hij den Vorst, die er de schuld aan had, gaarne vergiffenis schonk daar hij het eerlijk voorspeld had. Hij her- haaldo de noodiging om te blijven, doch de Vorst sloeg ze ook ditmaal af. Voorts ver bond Mohammed zich tot geduldig wachten op nadere aanwijzingen van de sterren, maar gaf zijn voornemen te kennen om vaste koeriers aan te stellen tusschen zijn woning, waar dde ook zijn mocht en het Witte Kasteel. Dat zou het zenden van tijding uit Konstantinopel zeer vergemakke lijken. Om dit plan te bevorderen zou den Gouverneur van het Kasteel gelast worden nllo verzoeken van den Vorst in te willis Ook het plan van een geheim agentschap in Konstantinopel keurde hij goed. Mirza was de aangewezen persoon. Wel kon die keuze hem in moeilijkhoden bren gen. daar de Sultan den Emir gaarne bij zioh had, en zeker naar hem zou vragen, maar men moest het er op wagen en daar de tijd drong zou de Emir terstond naar Italië vertrokken, zooals de Vorst geraden had om zich daarna in de Grieksche hoofd stad te vestigen. Toen alles tot beider genoegen alzoo was bepaald namen zij een hartelijk afscheid van elkander. Tegen den middag gingen de Vorst en Sergius te zamen naar de nu kalme zee zien en besloten den terugtooht te aan vaarden. De formaliteiten bij de ontvangst in het Kasteel werden bij het vertrek niet minder streng in acht genomen. Onder geleide van den eunuch gingen de prinses en Lael naar de voorhal, waar zij door den gewaanden Gouvemeur ontvangen werden, die de prin ses behulpzaam was bij het plaats nemen in den draagstoel. Steelsgewjjze wierp zij een blik op don jongen Turk, maar door 't gedempte licht kon zij zijn gelaat niet dui delijk onderscheiden. Ook thans was ner gens een soldaat te zien. Aan de landingsplaats, waar de Gouver neur haar zwijgend uit den stoel hielp, trachtte zij hem voor zijn goede zorgen te danken. Het doet mij leed. zoo begon zij. dat ik vertrekken moet zonder den naam of den rang van mijn gastheer te kennen. Hij antwoorddo op emstigen toon: Bezat ik hooger rang, prinses, dan zou 't mij een genoegen zijn mijzelf aan u voor te stellen, want dan kon ik hopen, dat mijn naam niet uit uw geheugen zou gewischt wor den door de verstrooiingen der stad. waar heen gij u begeeft. Het commando van het Witte Kasteel kan zeer goed waargenomen worden door een militair van minderen rang en begroet te worden als Gouverneur bevredigt voor het oogenblik mijn eerzucht Mocht gij mij ooit met woord of gedachtp vereeren. dan dunkt het mij een zeer ge schikte titel. Ik moet mij wel aan uw beslissing onderwerpen, zeide zij. Toch, Heer Gouver neur, zou het kennen van uw naam mij 't mogelijk ongenoegen van mijn keizerlijken bloedverwant besparen. Hij zal natuurlijk willen weten, wien hij voor de aan mij en mijn vrienden verleende gastvrijheid moet danken. Ik zal hem alleen het feit kunnen meededeelen. Inderdaad, ik vrees, dat hij mij van overdrijving of van ondankbaar heid zal bechuldigen. Prinses, antwoordde hij. Indien hetgeen ik voor u gedaan heb een gedachte waard was. dan ben ik nu reeds méér dan be loond door uw vriendelijke woorden. Als ik één punt in het bijzonder mip- noemqn, waarvoor ik u dankbaar ben, Heer Gouvemeur, dan zou het de aangename ontmoeting zijn met den Arnblschen vertel ler. Ik zal zijn naam niet vragen, maar het moet een waar genot zijn overal waar men komt een warme ontvangst te vinden en 't hoofd vol te hebben van zoo schnone ire- sehiedenissen als die van Hatlm. De oogen van den Gouverneur kregen eensklaps gloed en leven en hij antwoord de: De naam van den Arabier is Aboo- Obeidah. In de woestijn noemen zij hem den Zingenden Sheik. Hij staat hoog aan geschreven bij de Moslims, en is zeer ge liefd, zoo zelfs dat alle deuren voor hem open gaan, ook die der host bewaakte ha rems. Als hij in Adrianopel komt zal hij aanstonds ontboden worden door dn Ha- noiim van den Sultan, en als die 't toeken geeft zullen al de dames hvstroomen om hem te hooren. Als het u hohaagl zal ik hem vragon ziin reis oen n«ar d-.pon uit te Mellon, opdat hij u in uw paleis kan lm zoeken. Waarschijnlijk zal hom dat niet ge logen komen, antwoorddo zij. Zeg dat niet. In deze zaak durf ik voor hem instaan. Zeg mij slechts wanneor en waar gij hem verlangt to ontvangen, prinses, en hij zal verschijnen. Welnu. Heer Gouverneur, heloot hem een goede ontvangst uit mijn naam. zeide zij wél voldaan, en laat ons overmorgen bepalen. Hij kome dan aan mijn paleis te Therapia. En nu, nogmaals dank en vaar wel Toen zij dat gvoiegd had stak zij hem d« hand toe. Hij kuste die. hielp haar in de boot, en nam vervolgens afscheid van den Vorst. Sergius, en Lael. in de monding dar rivier kwamen de booten naast elkander te liggen, en terwijl zij zachtkens voortdreven, sprak de prinses tegenover den Vorst haar voldoening uit over hun gelukkig samentreffen, daar zijn tegenwoordigheid ongetwijfeld veel had bij golrag.-n tot den gelukkigen afloop van zoo weinig goeds voorspellond begin. Ook kan ik u niet zeggen hoe aange naam mij het gezelschap uwer dochter waa zeide zij met een vriendelijk knikje b»gen Lael. Zij was moedig en verstandig, en ik zal niet rusten voordat zij mij te Therapia heeft bezocht Ik zou heel graag willen, zoi Lael be deesd. Wil de prinses een dog bepalen? vraagde de Vorst Morgen, of de volgende woek. wat u het best schikt Deze warme maanden zijn heerlijk huiten. Tot weerziens dan te The rapia, Vorst De zegen der heiligen zij met u. Vaarwel. (Wordt vervolgd.)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9