EERSTE KAMER
5 ZATERDAG 2 APRIL 1932
DERDE BLAD PAG. 9
BUITENLANDSCHE ZAKEN
HET MOERDIJKKANAAL
VAN DE BAAN
EEN HANDELSVERDRAG MET
BELGIE
DEFENSIE
Vergadering van 1 April 1932.
OVERZICHT
Het is werkelijk geen grap, wanneer we
'thans zonder vraagtecken boven dit over
zicht schrijven: Het MoerdijkkanaaJ van de
baan. Want zoo is het inderdaad. We ver
wachtten niet anders; de korte medodee-
ling van Minister Beelaerts van Blokland
over de Belgische aangelegenheden heeft die
.verwachting volkomen bevestigd.
De Kamer scheen ook niet anders te ver
wachten, dan dat de minister van Buiten
landsche Zaken de beëindiging van de on
derhandelingen zou aankondigen. Er was
niet de minste spanning te bespeuren bij
den aanvang der vergadering; zelfs was de
opkomst vrij matig. Er waren weinig meer
dan dertig Kamerleden
De publieke belangstelling was echter vrij
groot. Velen tientallen wachtten de opening
der vergadering af. vermoedelijk in de ver
wachting van een min of meer opzienba
rende ministerieele verklaring. Die ver
wachting is niet verwezenlijkt. In zijn korte
rede bewaarde de minister de kanaalkwestie
voor het laatst Wat hij er over te zeggen
had. was in weinige zinnen samengevat, die
op de moest kalme wijze werden voorgele
zen.
De korte inhoud er van was deze: uitvoe
rige mededeelingen kan ik. tot mijn spijt
nog niet doen, om de oplossing der moei
lijke vraagstukken niet moeilijker te maken
dan zij op zich zelf reeds is. Mijn zwijgen
is echter niet zoo erg. want de zaak is voor
't oogenblik niet van actueelen, althans niet
van dringenden aard. Wel hadden de beide
betrokken regeeringen gehoopt het ingewik
kelde probleem voor de verkiezingen van
1933 in beide landen tot oplossing te kun
nen brengen, maar er zijn tijdens de voor-
loopige besprekingen zoodanige moeilijkhe
den naar voren gekomen, die op meer dan
één punt nadere overweging noodig maken,
dat er geen uitzicht bestaat om de zaak
voor de as. verkiezingen te kunnen afdoen.
Te minder omdat ook de economische be
slommeringen van dezen tijd alle aandacht
vragen en dientengevolge thans de economi
sche toenadering zeer sterk op den voor
grond is getreden. Een nieuw handelsver
drag met België zal eerlang kunnen worden
gesloten en daarover zal de Kamer zich
stellig verheugen. De te dezen aanzien in
moeilijke omstandigheden verkregen over
eenstemming zal het allicht vergemakkelij
ken om elkandér op ander terrein te vin
den.
Dat was alles wat de Minister te zeggen
had.
Wat beteekende deze verklaring?
Zij hield in de erkenning: ik ben in mijn
optreden als minister, die de Belgische
kwestie tot een goed einde zou brengen,
niet geslaagd. Actueel belang heeft echter
ide kwestie van het kanaal niet meer. want
we zien geen kans haar voor de verkiezin
gen van 1933 „in kannen en kruiken" te
krijgen en laten haar daarom voorloopig
!rusten. Er moet nog te veel over gepraat
om het met elkaar eens te kunnen worden.
Voorop staat de economische toenadering
en, als pleister op de wonde, komt er een
nieuw handelsverdrag met België.
Precies dus zooals de heer van Lanschot
het den dag te voeren had gezegd en wij het
hadden beredeneerd. Hot kanaal is van de
baan en de onderhandelingen er over zijn,
als gevolg van gebrek aan overeenstemming
geschorst.
Natuurlijk repte de minister niet van de
politieke onmogelijkheid om een pseudo-
Moerdijkkanaal aangenomen te krijgen en
ook liet hij zich niet nader uit over zijn in
terpretatie van het memorandum van 1929,
waardoor na de interpellatie-Lohman het
scherpe verzet in den lande is ontketend.
't Was ook niet noodig. Want wie ooit een
verdrag met België zal tot stand brengen,
deze minister van Buitenlandsche Zaken in
elk geval niet. De Belgische kwestie zal in
den zomer van 1933 ter beoordeeling staan
aan het als dan optredend kabinet. We be
ginnen dan weer van voren af aan na de
mislukking van Minister Beelaerts, wiens
groote fout is geweest, dat'hij van zijn oor
spronkelijk standpunt is afgegleden, maar
aannemelijk trachtte te maken, dat zich
Vergisten wie zulks beweerden.
De Minister kan rustig blijven zitten: zijn
bemoeiingen met het tractaat zijn ten einde
V/e hebben dit gisteren in andere woorden
ook reeds gezegd.
Wellicht zal men van zekere zijde bewe
ren, dat de minister, na zijn fiasco, behoor
de af te treden. Naar onze opvatting is dat
echter in de bestaande politieke omstandig
heden een zinlooze eisch. Logisch ware, dat
dan heel het kabinet aftrad. Maar wie praat
daar nu in ernst over. Niemand, ook de Na
tionale LTnie niet, heeft een ander accep
tabel kabinet beschikbaar.
Er is daarom ook naar onze meening geen
frlaate voor verwijten aan dein heer Lohman,
die na 's ministers „verklaring" deze zoo
..duidde", dat in de Belgische kwestie tot de
verkiezingen van 1933 geen beslissende stap
pen zullen worden gedaan. De minister
wraakte dezen uitleg niet. Een verantwoor
delijk parlementariër kon toen niets andera
doen dan de situatie aanvaarden. Een agi
tator buiten het parlement kan er andera
over denken, maar die draagt dan ook geen
parlementaire en politieke verantwoordelijk
heid.
De begrooting werd z.h.s. goedgekeurd, al
leen was de heer v. Embden uit ontwape-
ningsovemvgingen tegen. Men gunne den
singulieren professor dit onschuldig genoe
gen!
's Middags werd Defensie afgedaan, waar
bij en Mevr. Pothuis en prof. doctor vazi
Embden bij minister Deckers een kwaad
kwartiertje doormaakten.
Het roode element kon ditmaal blijkbaar
niet volstaan met het afleggen van een ver
klaring, dat men geacht wilde worden te
hebben tegen gestemd. Er moest daadwerke
lijk worden gestemd, maar daarvoor waren
er om <i uur geen leden genoeg meer. Der
halve schorste de voorzitter de vergadering
tot a.8. Woensdagavond. De ontwapenaars
joegen dus den staat op de kosten van een
avondvergadering. Daar kan een duizend
gulden mee gemoeid zijn.
Er loopen toch vreemde bezuinigers rond,
ook in het parlementaire wereldje.
VERSLAG
Gistermorgen Is de behandeling der begroe
ting van Birltenlandache Zaker. voortgezet
Het woord was aan minister BEELAERTS
wel een beetje i
klaarbaar dan
tevreden te zijn. De crltlek
ningsdelegi
van den professor moest volkomen worden af
gewezen. Dat bij een andere samenstelling der
delegatie het Buccea grooteir zou zijn, la niet*
dan een uiting van linke-paolfistische nationale
zelfoverschatting. Prof. v. Embden ataat vol
komen bulten de werkelijkheid ala hij meent,
dat een delegatie met meer ontwapenaars ln
Genève, waar het niet om eenzijdige ontwape-
ïlng gaat.
Ook met
>r invloed zou hebben,
de orltlek op de militaire leden der
heit recht m
Schikken over dezelfde zedelijke eigenschappen
als alle andere menaohen. Ten onrechte zijn ze
militairisten genoemd. Wat zijn dat eigenlijk?
Bovendien zijn van bekwame officieren beter
voorstellen voor vermindering van bewapening
te verwachten dan van ondeskundige pacifisten.
Bezuiniging op de Volkenbondsuitgaven la
noodig. nu alle ataten op hun uitgaven moeten
bezuinigen.
BIJ de teleurstelling van den heer Pock over
de resultaten van den Volkenbond kan de mi
nister zich tot op zekere hoogte aansluiten, met
name wat betreft de economische resultaten.
Maar de Volkenbond Is nog Jong! Men moet eoh-
|k zijn goede zijden zien. Dat het confll»
ndeld. ia
:enls.
Het denkbeeld om c
de Ned. delegatie het
tot een voorstel om den
9 onderzoeken en door
eirlng te komen, wil de
en. nu de economische
snbond nog zoo gering
zijn, ondanks de energie en overtuiging waar-
Colljn op dit gebied heeft gestreden.
jms corps consulaire ambtenaren valt in
het algemeen niet te klagen. Uitbreiding van
den beroepsdienst zal geschieden waar de finan
ciën zulks toelaten. Aanstelling van ambassa
deurs acht de Regeering nog niet noodig; hun
aanstelling la niet beslissend voor den rang en
den invloed van een land. Als koloniale mogend
heid is onze positie van gnoot belang, maar z!J
wordt niet beheereoht door den rang van een
nis te ra belangstelling.
i 9 Dec. 1931. Wettelijke goedkeuring achtte
noodig; daarvoor was de in
de Belgische aangelegenheden
betreft, waardeerde de minister de ln verband
zijn zwijgzaamheid ontvangen waarschu
wingen, ook al achtte hij dlc waarschuwingen
op zich zelf overbodig
Het contact met politieke voormannen la on
derhouden; meermalen zijn adviezen gevraagd.
met allerlei bestuursorganen en belangheb
bende instellingen ia overleg gepleegd.
Het ls nog niet mogelijk om bestaand misver
stand door uitvoerige mededeelingen uit den
weg te ruimen. De minister wenscht zich geens
zins aahter formeele rechten to verbergen. On
der omstandigheden ia hij allerminst afkeerig
in publicaties.
De Sta ten-Generaal hebben edhter te maken
met de resultaten van onderhandelingen: de
•bereiding van bractaten ls taak der Regee-
Hng en deze la geen mandataris der Kamers.
Het ls daarom niet mogelijk aan openbare die-
les deöl te nemen; de oplossing der vraag
stukken zou er nog moeilijker door worden.
n ga niet af op allerlei geruchten, va&k
zonder feitelijken grondslag. Men loopt dan ge-
zich door leuzen en niet door argumenten
te laten lelden.
De hier bedoelde aangelegenheden zijn intue-
schen niet van actueelen, aithana niet van drin
genden aard.
Belde betrokken Regeeringen hadden gehoopt
het Ingewikkelde probleem voor de verklezignen
in 1933 tot oplossing te kunnen brengen.
Er zijn evenwel tijdens de voorloopige bespre
kingen, die beiderzijds met goeden wil zijn ge-
>erd, zoodanige moeilijkheden naar voren ge-
>men, dat die op meer dan een punt nadere
'erweging noodig maken.
Daarmee zal de noodlge tijd gesnoeid zijp, met
name ook ln verband met do economische be
slommeringen van dezen tijd.
Het meest ataat thans de economische toena
dering op den voorgrond. De minister verklaar
de zich overtuigd, dat de K-mer zich zal ver
heugen, als eerlang door het sluiten van
een nleaw handelsverdrag
ln die richting leta zal kunnen worden bereikt.
Het bereiken van overeenstemming op ander
gebied zal worden vergemakkelijkt als met
elkaar op andere punten ln moeilijke omstandig
heden heeft gevonden.
Er volgden
wen. Ook wilde 1
van den minister niet allerlei bilzonderhed<
weten. Maar hot ging over ontstane ongerust
heid door geruchten over afwijkingen van der
minister van positieve toezeggingen aan de Sta-
ten-Generaal. Gevraagd ls toen om te verkla
ren. dat het niet waar was. Maar toen heeft de
minister oen interpretatie van het Memorandum:
gegeven, die bij niemand in het land verdedi
ging heeft gevonden en den Indruk heeft ge
wekt. dat de minister zich zou neerleggen bl.
een kanaal, dat men algemeen als
beschouwde, wijl het In strijd was
mogelijk
wat lrn
Opheldering over een ei
„wl.ul-iUe plicht.
De minister heeft nu wee
hij op het standpunt staat
het kaartje-Segers
niet verklaard, dat
dat een kanaa'
gelUk geachte
door hem
minister zoo uit. dat voor de verkiezingen
1933 niets zou worden beslist. Dan is ln 1
geval tot na dien tijd het gevaar van een
nationale daad van de lucht.
De heer VAN EMBDEN (V.D.) repliceerde.
Daarna de heeren v. d. BERGH (Lib.) en VAN
LANSCHOT (R.K.).
De MINISTER meende, dat hij duidelijk ge-
ïenllwas
I de begrootlng
dgoke
i de orde gesteld.
i gebrul keiljkei
•ntwapeningszang. Den i
allen, die niet op haai
De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.) be
sprak de moeilijke positie van den vlootcom-
ln India,i die eigenlijk twee heeren
Hulde word ten slotte gebracht
ndsche marine en voorts verzocht
.et de belangen van wie door de bezuiniging
op de landmacht zullen moeten afvloeien.
De heer SMEENGE (L,lb.) wilde perse.
in minister mededeelingen doen ln verband
et de zorg voor den gezondheids toes
illciena. Hij hoopte, dat dan later de
het openbaar van zijn oordeel zou doen
blijken.
De heer VAN EMBDEN (VD.) bepleitte aller
lei besparingen en kwam tot een bedrag van
12 mHlioen, waarover hij reeds eerder gespro-
De heer DE BRUTN (R.K.) vroeg of de
ster bereid was, om bij reorganisatie der land
macht, met de organisaties te sproki
tueele afvloeiing van personeel.
De MINSTER VAN DEFENSIE verklaarde, dat
iemand onder zijn depar
zijn. ook niet de loodsei
llen worden onderzocht.
Het lot der ou-d-gepenslonneerden ls i
medewerking dei
Do geuite bezwaï
ielden onder
worden gedaan.
De beschuldiging van mevr. Pothuis, dat de
minister schuldig zou etaan aan een nieuwen
oorlog, ls van zoodanlgen aard, dat hij er zich
niet tegen wenscht te verdedigen.
De luchtbescherming der burgerlijke bevol
king moet grootendeels door de gemeentebestu-
worden verzorgd. Zoo ls de opvatting ln de
ste Europeesche Rijken. Het particulier
Initiatief kon daarbij krachtig werkzaam zijn;
ln menig land 19 dat reeds het geval. Als men
de aanwijzingen der Regeering bespottelijk
maakt, gelijk mevr. Pothuis deed. bewijst men
daarmee zijn landgenooten geen dienst.
Bestellingen voor de defensie worden zooveel
mogelijk ln het eigen land geplaatst; de staats
u-1rljven alleen kunnen die bestellingen niet
i en daarom wordt ook gebruik gemaakt van
vrije nijverheid. De minister laat zich echter
dit gebied niet in met dingen, die hem niet
De onderzeeboot Ie een uitnemend - wapen
STRAATGEVECHT
ZELDZAME FOTO UIT SHANGHAI
Een onzer lezers verbleef in Februari in Shanghai en was alzoo in de gelegenheid
zeldzame foto's te nemen, waarvan wij er hier een tweetal plaatsen. Bovenstaande foto
werd genomen bij de batterij-stellingen der Japansche marinetroepen.
NEDERL. VEREEN. VAN GHR. HANDELS
REIZIGERS EN HANDELSAGENTEN
DE VIERDE JAARVERGADERING
TE UTRECHT
OPENINGSWOORD EN REFERAAT
Vandaag werd in hotel „Noord-Brabant"
te Utrecht de vierde jaarlijksche algemeene
vergadering gehouden van de N. C. H, V.
Openingswoord
De morgen aam enk om st werd door den
voorzitter, den heer A. Graafland, van
Voorschoten, op de gewone wijze geopend.
Na een woord van welkom herdacht Spr.
de beide overleden leden H. Zijlstra en D.
v. d. Burg.
Op de vraag: wie en wat wij zijn? geeft
Spr. ten antwoord: wij zijn handelsreizigers
en -agenten, wij vormen een aparte scha
kel in den keten, die producent en consu
ment verbindt, wij vormen tevens een on
misbare schakel in het productie en dis
tributie proces.
Ons werk is volgens Spr. aan den eenen
kant, behoeften bevredigend en aan de an
dere zijde behoeften-scheppend.
Wij moeten trachten nationaal en interna
tionaal de markt voor onze artikelen te ver
overen en alzoo economisch oorlog-voeren.
Het spreekt vanzelf dat wij als aparte
groep, óók aparte gemeenschappelijke be
langen hebben, die in een zelfstandige or
ganisatie van uitsluitend vakgenooten, het
best kunnen worden behartigd.
Spr. gaat vervolgens na wat het wereld
beeld ons ten opzichte van den handel,
momenteel te aanschouwwen geeft Thans
is alles danig in de war geloopen, het is
een niet te ontwarren kluwen, een chaos ge
worden. Economen van naam komen met
plannen en nog eens plannen, maar de wa
gen in het goede spoor brengen is hun tot
dusver niet mogen gelukken.
Het vertrouwen, dat hechte oement
voor allen handel en verkeer is ten eenen-
male zoek, ieder land zegt in de eerste
plaats bedacht te zijn op zelfbehoud, en
daarom moet de wereld-huishouding wor
den ingekrompen tot volkshuishouding, en
ook die schrompelt in-één, want de meest
primitieve vormen van ruilhandel worden
ons den laatsten tijd, door de dagbladen
bericht.
Toch moeten wij niet bij de pakken gaan
neerzitten, want de handelende mcnsch jam
mert niet. en de jammerende mensch han
delt niet
Wij moeten trachten als handelend volk
onze plaats op de wereldmarkt te herove
ren. en de buitenlandsche concurrent van
de binnenlandsche markt te verdringen.
Daar is moed en volharding, daar is ge
loof voor noodig. Hieruit vloeit tevens
voort dat wij stelling hebben te nemen in
den strijd der geesten.
De Satan is de bewerker van de chaos
op elk gebied, economisch en staatkundig
ls afschaffing Internationaal geschiedt
De positie van den Indlaohen vlootvoogd ls
- 'igewlkkeld uit
•eten nog groeien.
r spreken. De minister be-
irde. dat vele waarschuwingen t
i Fm ben zoo laat kwamer
6 het komt tot roorgasisa-
gavond 6 April half 9.
^rgade ring geschorst
tracht hij de verwarring al grooter te ma
ken. Daarentegen is Christus de bewerker
van den kosmos. Hij wil heilige orde
scheppen in ons leven.
Wij moeten niet onevenwichtig zijn. maar
consckwent op elk terrein des levens, dus
ook op maatschappelijk gebied (in casu de
Chr. Vakvereeniging) ons nauw aaneen
sluiten.
Ten slotte wekt Spr. alle on- of verkeerd
georganiseerde Chr. Handelsreizigers en
Handelsagenten op lid te worden van de
N. C H. V.
Na deze openingsrede kwamen de ver
schillende huishoudelijke zaken aan de or
de, waarvan wij in ons blad van Maandag
nadere mededeeling hopen te doen.
In de middagvergadering kwamen ver
schillende voorstellen van het hoofdbestuur
in behandeling, waarna de heer J. Zand
berg, van Den Haag, refereerde over
De Sociale Verzekeringswetge
ving in ons land-
In schepping en onderhouding der wereld,
aldus Spr., openbaart God Zijn plan. Wille
keur is uitgesloten en de menschheid wordt
niet overgegeven aan noodlot en toeval.
Ook ondanks de zonde (zelf aan grenzen
gebonden) blijft dit Goddelijk systeem ge
handhaafd. En in de straf volgend op de
overtreding van Gods geboden, is dan ook
niets onordelijks.
Door deze vastheid in het wereldgebeuren
is de mogelijkheid geschonken na te speu
ren het regelmatige. Ook in den stoffelijken
nood Daarin blijft gehandhaafd de éénheid
van het menschelijk geslacht. Een in zonde,
één in verlossing en zoo ook één in roeping
de gevolgen der zonde te dragen.
Daarin ligt de basis voor de verzekering.
Op dezen grondslag is opgebouwd de so
ciale gedachte: samen te dragen de gelde
lijke gevolgen van ziekte, ongeval, invali
diteit, ouderdom en dood.
Dat gemeenschappelijk dragen is moge
lijk geworden door den arbeid en uit de
vruohten van dien arbeid is in Gods gunst
het leven te sterken en te handhaven in
vóór- en tegenspoed.
Het beste had dit kunnen geschieden door
het bedrijfsleven zelf. Daar dit werd nagela
ten, moest vanzelf de overheid regelend op
treden.
Daaruit is geboren de sociale verzekerings
wetgeving.
Gedacht was altijd de ziekteverzekering
als grondslag en daarop verder te bouwen
ongevallen, invaliditeits, ouderdomsverzeke-
nnp en verzorging van achtergebleven we
duwe en kinderen. Historisch is dit anders
geworden. De Ongevallenwet ging voorop;
daarop kwamen tot stand Invaliditeits- en
Ziektewet. Spreker gaf vervolgens aan de
beteekenis der verschillende wetten.
Is de werkloosheidsverzekering thans nog
geregeld bij algemeenen maatregel van Be
stuur, ideaal blijft de wettelijke regeling.
Geeft God nog verruiming en zou op de
huidige inzinking nog meer een periode van
economische opbloei volgen, dan zal het
zeker hier toe moeten komen.
Dan mogen wij zeggen, dat het gebouw der
sociale verzekeringswetgeving voltooid zou
zijn, al zal uitbouw hier en daar nog wel eens
noodzakelijk blijken. En ook hierin staat
Nederland dan aan de spits der volken
Rechtzaken
MOORDPOGING
Voor de rechtbank te Assen stond terecht J.
Klunder, fabrieksarbeider te Hoogeveen, thans
gedetineerd, die 4 Januari 1932 te Meppel op
zettelijk en met voorbedachte rade gepoogd
heeft zijn vroegere verloofde van het leven
te berooven, door met een scherp mes haar
herhaaldelijk te slaan en te steken, waardoor
zjj ernstige wonden aan borst en buik opliep.
Doodelijke wonden werden voorkomen, doordat
een ander haar te hulp kwam.
Het O.M. eischte 3 jaar gevangenisstraf.
Radio Nieuws.
ZONDAG 3 APRIL
rkdle
te lelden dooi
e n N.C.R.V.: MorjenwlJdinc
Ds. P. Boes. Oer of. Predi-
Kanl. te 's-Graveland. Medewerking verlee
nt nFrieda Mooy, zang Dick- v. Wilgen-
burg. harmonium. 1. Zingen; Morgeniang:
6 en 7; 2. Schriftlezing; 3. Gebed; 4. Zingen:
P8 7 en 8: 5. Voorlezing van den tek»t; 6.
Eerste gedeelte der toespraak: 7. Zingen:
Ps. <8 2; 8. Tweede gedeelte der toe*pr«ak;
9. Dmkgebed: 10. Zir.gen Ps. 73:12.
17.00—17.20 Hulzen N.C.RV: Orgelboepeilns:
door Mej. Lens BruIJn. L Prélude G.aur. J.
S. Bach; 2. a. Christ lag In Todeebonden. J.
S. Bach: b. Er J--
her J. S. Baoh:
L, Boëlmann; b. Priëre. Uit:
BruIJn. Ned. Herv. Pred.k
nt. aldaar. Orga-
Ber. der XII
11. Tweede gedeelte
Gewijde Muziek.
MAANDAG, I APRIL
Willem Druk-
VARA: Trio Willem Druk-
13.2U K n 1 gs
i NCRV: Gramofoonmuziek
lborg: Instrumentaal ensemble
sum VARA: FlultrecJUl
sum VARA: Orkeet
u m VARAGramofoonmuxlek
h a uConcert
i VARA: Septet
chau: Populair concert
Óoaterecho muziek
try: Strijkkwartet
sum VARA: Soltstenkwlntet
NCRV: Gramofoonmuzlek
sum VARA: Sollstenkwlntet
sum VARA: Gramofoonmuzlek
16.00 H u
t NCRV: Zieker
Ds. W. E. V,
Lezingen. Cnrsossen ens,
11.00 Hulzen NCRV: Chr. lectuur
x1-00 Hilversum VARA- Nedertaadeehe
ïï?tk ln het Carlton-HoteJ te Amsterdam
14.00 Hl Iverian VARA: Nederlandeohe
Week: De h^er Zaalberg, dlr.-gen.
Arbeid
leven
tand
i bedrijf^
planten
U'16 eieren eD NCRV: Knlpf>en ec etofrar-
18.40 HI Ivors pm VARA: Prof. Bonger oves
het bevolkingsvraagstuk
t* »V-RV; nemenKingeeamen
„n Standaard-Jubileum to Amsterdam
22.00 Hllve»«"~ -
uneum ie Amsterdam
n VARA: „De plastiek bs da
I VARA: KinderverteillBgen
1D *e n Politieberichten
5 u z - a NCRV: Politieberichten
19.45 Hulzen NCRV: Persberichten
EEN NIEUWE ZENDER IN KALUNDBORG
Daar de ontvangst van Kalundborg door
Deensche luisteraars in hevige mate door
krachtige stations in naburige landen gestoord
wordt, is men tot den bouw van een nieuw en
sterker station in Kalundborg overgegaan,
waarvan de energie 60 KW zal bedragen. Zoo-
dra deze nieuwe zender in gebruik genomen ie,
zal de bestaande zender het zwakke station
Kopenhagen te hulp komen.
ITALIAANSCHE OMROEP IN GELDNOOD.
Niettegenstaande de 200.000 betalend® radio
luisteraars en de inkomsten uit het voor re
clame-doeleinden beschikbaar stellen der zen
ders, kan de Italiaansche omroep zich niet ge
heel bedruipen. Om aan geld te komen heeft
ze een groote loterjj uitgeschreven: de hoofd
prijs is een auto-
Volledige programma's in
de Omxoepgids; Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad; 4 gld. per half jaar of
IS ct. per week. Ned. Chr.
Radio-Vereeniging, Voog.
lenzang, Ede. Draagt bij in
de amroepkosten.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(S7
Zoo gebeurde het in zijn jeugd, "en als ik
'dat aan de bruine woestijnbewoners vertel
klappen oud en jong onder luid gelach in
de handen, zoo gebeurde het dan, dat hij
geschenken uitdeelde van hetgeen zijn groot
vader bespaard had. Maar de voorzichtige
grijsaard wilde hem zijn vrijgevigheid af-
leeren en zond hem op het veld om de kud
de te weiden. Daar" naderde op zekeren dag
een karavaan. Zoodra Hatim bemerkte dat
er drie dichters bij waren, op weg naar het
hof des konings van El-Herah, noodigde hij
hen uit om bij hen te rusten, en terwijl hij
voor ieder van hen een kameel slachtte,
zongen zij liederen tot eer van hem en zijn
geslacht. Toen zij de reis wilden voortzet
ten hield hij hen terug.
Niets gaat boven een lied, zeide hij. Ik zal
li beter beloonen dan de koning tot wien gij
gaat. Blijf bij mij, en voor elk vers dat gij
maakt zal ik u een kameel geven. Aan-
Bchouw de kudde!
Bij hun vertrek hadden zij ieder honderd
kameelen en hij had driehonderd verzen.
Toen de grootvader op de weide kwam
vroeg hij: Waar is de kudde? Zie, zeide
Hatim fier, hier zijn liederen ter eere van
ons hui9, gezongen door groote dichters.
Men zal ze zingen, totdat geheel Arablë
weerklinken zal van onzen lof.
Wee mijner! gij hebt mij arm gemaakt
riep de oude grootvader op zijn borst slaan-
öft Jï&t! antwoordde Hatim verontwaardigd,
stelt gij die dieren boven de èerekroon, die
ik er voor gekocht heb?
De prinses had aandachtig geluisterd. Wa
ren het de oogen van den verteller die haar
geboeid hielden, of was het de stembuiging
of wekte het karakter van Hatim haar sym
pathie?
Ik dank u sprak zij. Als ik zeg dat het
verhaal tot mijn leedwezen geëindigd is, wil
dat dan, bid ik u, toepassen op uwe wijze
van vertellen. Ik twijfel of Hatim het u zou
kunnen verbeteren.
De Arabier beantwoordde deze vleiende
woorden met een lichte buiging maar zweeg
Irene hief haar sluier op en vervolgde: Uw
Hatim, welsprekende Arabier was krijgs
man en dichter, en tevens een wijsgeer. In
welke eeuw heeft hij geleefd?
Hij was een lichtende star in de duister
nis, die aan de verschijning van den profeet
voorafging.
Dat tijdvak heeft voor ons geen jaartallen.
Het doet er ook niet toe, vervolgde zij.
Had hij in onze dagen geleefd, dan zou hij
meer zijn geweest dan dichter, krijgsman,
wijsgeer, hij zou een Christen zijn. Zijn lief
de tot anderen zijn zelfverloochening doen
mij aan Christus denken. Hij ook zou zijn
leven hebben kunnen geven voor zijn broe
deren. Weet gij nog meer van hem'? Onge
twijfeld heeft hij lang en gelukkig geleefd?
Wat dat betreft, luiddi bet mtwoord,
me" eegt dat bij dt pngelukAojoie jvag yan
alle menschen. Zijn vrouw, wil bid ik u niet
vergeten, dat ik dit bij overlevering weet, be
zat de vreeselijke macht om Iblis te kunnen
oproepen. Zij schepte er vermaak in haar
man te slaan en uit de tent te jagen. Ten
slotte liep zij van hem weg.
Zij bewonderde zijn deugden dus niet
De woestijnbewoners zeggen in zulk een.
geval: een lang man kan met een kleine
vrouw trouwen, maar een groote ziel moet
zich niet verbinden met een alledaagsche
ziel.
Hier werd de uitdrukking zijner oogen we
derom zoo veelzeggend dat de prinses haar
sluier liet vallen. Een oogenblik later zeide
zij: Met uw goedvinden zal ik het verhaal
van Hatim beschouwen als aan mij verteld,
maar hier is mijn vriendin, wat hebt ge voor
hf"r?
Zij spreke, en ik zal haar wensch ver
vullen, antwoordde de Arabier en keerde zich
tot Lael.
Ik zou gaarne een verhaal uit Indië
hooren antwoordde het meisje bedeesd.
Indië heeft helaas geen geschiedenissen
over liefde en barmhartigheid. Zijn liede
ren handelen alle over goden en wijngeerige
godsdiensten. Mag jk u daarom een raad ge
ven, zoo sta mij toe u ten verhaal uit Perzië
te vertellen. In dat land leefde een dichter,
Firdousi geheeten, en hij schreef eon lang
gedicht over den krijgsheld Rustem, die den
jeugdigen Sohrab in een tweegevecht doodde
zonder te weten dat hij zijn zoon voor zich
had. Dat vernam hij' eerst na den dood van
den jonkman.
Het verhaal was boelend en aandoenlijk en
werd met veel talent weergegeven. De avond
.vas reeds gedaald, maar niemand lette er
op, totdat de bedienden binnen kwamen om
de lampen aan te steken. De Arabier ver»
ontschuldigde zich beleefd, dat hij haar zoo
lang had bezig gehouden. De prinses echter
sloeg haar sluier op, reikte hem de hand en
zeide: Integendeel, wij danken u zeer. Gij
hebt ons den tijd, die ons zeker lang zou ge
vallen zijn, op aajigename wijze verkort
Hij kuste haar hand en volgde den eunuch
buiten de kamer.
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
De Ring
Toen de Vorst zich alleen gelaten zag met
Sergius overdacht hij den loop, dien hun
avontuur genomen had. Voor Lael was hij
niet bevreesd. Zij was goed bezorgd, en de
kennismakeing met de prinses kon haar later
van nut wezen.
De houding van den jongen Turk aan de
landingsplaats wekte zijn nieuwsgierigheid
Zijn voorkomen, manieren, spraak, en het
ontzag waarmee men hem bejegende duid
den hoogen rang aan, en de wijze, waarop
hij over Sultan Moerad sprak was zeer op
merkelijk. Zijn aannemen van de door de
prinses Irene gestelde voorwaarden was zoo
goed als het makeji van een verdrag, en
welke gewone beambte zou zich >o iets dur
ven aanmatigen? En aan wien kon de wer
kelijke gezagvoerder toestaan voor Gouver
neur te spelen?
Alles duidde op Prins Mohammed. De leef
tijd kwam met den zijne overeen; de krijgs
haftige stoet dien hij langs den oever had
zien galoppeeren was een gepast geleide voor
den erfgenaam des Sultans, en die alleen kor.
waar het een staatsaangelegeaheid gold, voor
zijri yader spreken,
Wij hebben gezien, dat zoodra de prinses
en Lael met den eunuch uit het gezicht wa
ren de soldaten weer uit hun schuilplaatsen
te voorschijn kwamen. De Vorst riep een
van hen tot zich en zeide in het Turksch:
Breng mijn groet aan den Gouverneur van
het Kasteel en zeg hem, dat de Indische yorst
hem verlangt te spreken.
De man aarzelde.
Versta mij wel, zeide de Vorst, mijn
boodschap is niet bestemd voor den grooten
heer, die ons aan de landingsplaats ontving,
maar aan den werkelijken Gouverneur. Ver
zoek hem hier te komen.
Zijn beslate toon boezemde den ander ver
trouwen in. Hij ging en keerde weldra terug
met een man van middelbaren leeftijd. Een
groene tulband boven een rond gelaat, groo
te zwarte oogen, dikke oogleden, een zware
baard, een grijs lakensche jas, gevoerd met
geel bont, een geborduurde sjerp met krom
zwaard, duidden den Turk aan, maar een
geheel anderen, dan den schoonen jonkman
bij de landingsplaats.
De Vorst uit Indië heeft de eer met den
Gouverneur van het kasteel te spreken?
God zij geloofd, antwoordde C ze. Ik
zocht uwe Hoogheid. Dankbaar voor uw
redding winschte ik mijn plicht als Mos-
limsch gastheer te vervullen, door u rust en
ververschingen - in te bicden. Volg mij,
bid ik u.
Ik zou gaarne mijn HJfbediende, een
neger, bij mij hebben. Wees zoo goed hem
to laten roepen, antwoordde de Vorst.
Weinige oogenblikken later bracht de Gou
verneur de drie mannen in een klein ver
trek, den Vorst weinig uitlokkend toe
scheen. Kale grijze muren, een smal schiet-
1 da*, oLg dienst deed. coq rus
houten bank, een Turksche trom, eenige
bundels stroo, wat schaapsvellen, dat was
alles.
Sergius toonde zich niet verbaasd of te-
leurgestold. Wellicht was die kamer met
haar inhoud een reproductie van zijn cel to
B.elo Osero. Nilo liep terstond naar de tronu
misschien om haar te vergelijken met de
jurjgsmuziekinstrumenten van zijn vader-
alleen maakte tegenwerpingen,
Hy bleef in de deur staan en zeide: Eén
vraag voordat gij ons verlaat
De Turk zag hem zwijgend aan
Waar hebt gij prinses Irene en haar
gezellin gebracht? Zijn zij even slecht te
recht gekomen als wij?
De ontvangkamer van mijn harem is
de gerieflijkste van het Kasteel, antwoordde
de Gouverneur. Daar zijn de dames.
Zeker niet door uwe hoffelijkheid. Hu,
die aldus de gastvrijheid van prins Moham
med te schande kon maken door een zijner
gasten zóó te beleedigen
rond IWW>g CV6n 01 Za8 10017118 do kam*r
Zulk een beambte zou ook ln staat zijn
om een vrouw te beleedigen!
Prins Mohammed! riep de Gouverneur*
Wordt vervolgd