EERSTE KAMER 5 ZATERDAG 2 APRIL 1932 DERDE BLAD PAG. 9 BUITENLANDSCHE ZAKEN HET MOERDIJKKANAAL VAN DE BAAN EEN HANDELSVERDRAG MET BELGIE DEFENSIE Vergadering van 1 April 1932. OVERZICHT Het is werkelijk geen grap, wanneer we 'thans zonder vraagtecken boven dit over zicht schrijven: Het MoerdijkkanaaJ van de baan. Want zoo is het inderdaad. We ver wachtten niet anders; de korte medodee- ling van Minister Beelaerts van Blokland over de Belgische aangelegenheden heeft die .verwachting volkomen bevestigd. De Kamer scheen ook niet anders te ver wachten, dan dat de minister van Buiten landsche Zaken de beëindiging van de on derhandelingen zou aankondigen. Er was niet de minste spanning te bespeuren bij den aanvang der vergadering; zelfs was de opkomst vrij matig. Er waren weinig meer dan dertig Kamerleden De publieke belangstelling was echter vrij groot. Velen tientallen wachtten de opening der vergadering af. vermoedelijk in de ver wachting van een min of meer opzienba rende ministerieele verklaring. Die ver wachting is niet verwezenlijkt. In zijn korte rede bewaarde de minister de kanaalkwestie voor het laatst Wat hij er over te zeggen had. was in weinige zinnen samengevat, die op de moest kalme wijze werden voorgele zen. De korte inhoud er van was deze: uitvoe rige mededeelingen kan ik. tot mijn spijt nog niet doen, om de oplossing der moei lijke vraagstukken niet moeilijker te maken dan zij op zich zelf reeds is. Mijn zwijgen is echter niet zoo erg. want de zaak is voor 't oogenblik niet van actueelen, althans niet van dringenden aard. Wel hadden de beide betrokken regeeringen gehoopt het ingewik kelde probleem voor de verkiezingen van 1933 in beide landen tot oplossing te kun nen brengen, maar er zijn tijdens de voor- loopige besprekingen zoodanige moeilijkhe den naar voren gekomen, die op meer dan één punt nadere overweging noodig maken, dat er geen uitzicht bestaat om de zaak voor de as. verkiezingen te kunnen afdoen. Te minder omdat ook de economische be slommeringen van dezen tijd alle aandacht vragen en dientengevolge thans de economi sche toenadering zeer sterk op den voor grond is getreden. Een nieuw handelsver drag met België zal eerlang kunnen worden gesloten en daarover zal de Kamer zich stellig verheugen. De te dezen aanzien in moeilijke omstandigheden verkregen over eenstemming zal het allicht vergemakkelij ken om elkandér op ander terrein te vin den. Dat was alles wat de Minister te zeggen had. Wat beteekende deze verklaring? Zij hield in de erkenning: ik ben in mijn optreden als minister, die de Belgische kwestie tot een goed einde zou brengen, niet geslaagd. Actueel belang heeft echter ide kwestie van het kanaal niet meer. want we zien geen kans haar voor de verkiezin gen van 1933 „in kannen en kruiken" te krijgen en laten haar daarom voorloopig !rusten. Er moet nog te veel over gepraat om het met elkaar eens te kunnen worden. Voorop staat de economische toenadering en, als pleister op de wonde, komt er een nieuw handelsverdrag met België. Precies dus zooals de heer van Lanschot het den dag te voeren had gezegd en wij het hadden beredeneerd. Hot kanaal is van de baan en de onderhandelingen er over zijn, als gevolg van gebrek aan overeenstemming geschorst. Natuurlijk repte de minister niet van de politieke onmogelijkheid om een pseudo- Moerdijkkanaal aangenomen te krijgen en ook liet hij zich niet nader uit over zijn in terpretatie van het memorandum van 1929, waardoor na de interpellatie-Lohman het scherpe verzet in den lande is ontketend. 't Was ook niet noodig. Want wie ooit een verdrag met België zal tot stand brengen, deze minister van Buitenlandsche Zaken in elk geval niet. De Belgische kwestie zal in den zomer van 1933 ter beoordeeling staan aan het als dan optredend kabinet. We be ginnen dan weer van voren af aan na de mislukking van Minister Beelaerts, wiens groote fout is geweest, dat'hij van zijn oor spronkelijk standpunt is afgegleden, maar aannemelijk trachtte te maken, dat zich Vergisten wie zulks beweerden. De Minister kan rustig blijven zitten: zijn bemoeiingen met het tractaat zijn ten einde V/e hebben dit gisteren in andere woorden ook reeds gezegd. Wellicht zal men van zekere zijde bewe ren, dat de minister, na zijn fiasco, behoor de af te treden. Naar onze opvatting is dat echter in de bestaande politieke omstandig heden een zinlooze eisch. Logisch ware, dat dan heel het kabinet aftrad. Maar wie praat daar nu in ernst over. Niemand, ook de Na tionale LTnie niet, heeft een ander accep tabel kabinet beschikbaar. Er is daarom ook naar onze meening geen frlaate voor verwijten aan dein heer Lohman, die na 's ministers „verklaring" deze zoo ..duidde", dat in de Belgische kwestie tot de verkiezingen van 1933 geen beslissende stap pen zullen worden gedaan. De minister wraakte dezen uitleg niet. Een verantwoor delijk parlementariër kon toen niets andera doen dan de situatie aanvaarden. Een agi tator buiten het parlement kan er andera over denken, maar die draagt dan ook geen parlementaire en politieke verantwoordelijk heid. De begrooting werd z.h.s. goedgekeurd, al leen was de heer v. Embden uit ontwape- ningsovemvgingen tegen. Men gunne den singulieren professor dit onschuldig genoe gen! 's Middags werd Defensie afgedaan, waar bij en Mevr. Pothuis en prof. doctor vazi Embden bij minister Deckers een kwaad kwartiertje doormaakten. Het roode element kon ditmaal blijkbaar niet volstaan met het afleggen van een ver klaring, dat men geacht wilde worden te hebben tegen gestemd. Er moest daadwerke lijk worden gestemd, maar daarvoor waren er om <i uur geen leden genoeg meer. Der halve schorste de voorzitter de vergadering tot a.8. Woensdagavond. De ontwapenaars joegen dus den staat op de kosten van een avondvergadering. Daar kan een duizend gulden mee gemoeid zijn. Er loopen toch vreemde bezuinigers rond, ook in het parlementaire wereldje. VERSLAG Gistermorgen Is de behandeling der begroe ting van Birltenlandache Zaker. voortgezet Het woord was aan minister BEELAERTS wel een beetje i klaarbaar dan tevreden te zijn. De crltlek ningsdelegi van den professor moest volkomen worden af gewezen. Dat bij een andere samenstelling der delegatie het Buccea grooteir zou zijn, la niet* dan een uiting van linke-paolfistische nationale zelfoverschatting. Prof. v. Embden ataat vol komen bulten de werkelijkheid ala hij meent, dat een delegatie met meer ontwapenaars ln Genève, waar het niet om eenzijdige ontwape- ïlng gaat. Ook met >r invloed zou hebben, de orltlek op de militaire leden der heit recht m Schikken over dezelfde zedelijke eigenschappen als alle andere menaohen. Ten onrechte zijn ze militairisten genoemd. Wat zijn dat eigenlijk? Bovendien zijn van bekwame officieren beter voorstellen voor vermindering van bewapening te verwachten dan van ondeskundige pacifisten. Bezuiniging op de Volkenbondsuitgaven la noodig. nu alle ataten op hun uitgaven moeten bezuinigen. BIJ de teleurstelling van den heer Pock over de resultaten van den Volkenbond kan de mi nister zich tot op zekere hoogte aansluiten, met name wat betreft de economische resultaten. Maar de Volkenbond Is nog Jong! Men moet eoh- |k zijn goede zijden zien. Dat het confll» ndeld. ia :enls. Het denkbeeld om c de Ned. delegatie het tot een voorstel om den 9 onderzoeken en door eirlng te komen, wil de en. nu de economische snbond nog zoo gering zijn, ondanks de energie en overtuiging waar- Colljn op dit gebied heeft gestreden. jms corps consulaire ambtenaren valt in het algemeen niet te klagen. Uitbreiding van den beroepsdienst zal geschieden waar de finan ciën zulks toelaten. Aanstelling van ambassa deurs acht de Regeering nog niet noodig; hun aanstelling la niet beslissend voor den rang en den invloed van een land. Als koloniale mogend heid is onze positie van gnoot belang, maar z!J wordt niet beheereoht door den rang van een nis te ra belangstelling. i 9 Dec. 1931. Wettelijke goedkeuring achtte noodig; daarvoor was de in de Belgische aangelegenheden betreft, waardeerde de minister de ln verband zijn zwijgzaamheid ontvangen waarschu wingen, ook al achtte hij dlc waarschuwingen op zich zelf overbodig Het contact met politieke voormannen la on derhouden; meermalen zijn adviezen gevraagd. met allerlei bestuursorganen en belangheb bende instellingen ia overleg gepleegd. Het ls nog niet mogelijk om bestaand misver stand door uitvoerige mededeelingen uit den weg te ruimen. De minister wenscht zich geens zins aahter formeele rechten to verbergen. On der omstandigheden ia hij allerminst afkeerig in publicaties. De Sta ten-Generaal hebben edhter te maken met de resultaten van onderhandelingen: de •bereiding van bractaten ls taak der Regee- Hng en deze la geen mandataris der Kamers. Het ls daarom niet mogelijk aan openbare die- les deöl te nemen; de oplossing der vraag stukken zou er nog moeilijker door worden. n ga niet af op allerlei geruchten, va&k zonder feitelijken grondslag. Men loopt dan ge- zich door leuzen en niet door argumenten te laten lelden. De hier bedoelde aangelegenheden zijn intue- schen niet van actueelen, aithana niet van drin genden aard. Belde betrokken Regeeringen hadden gehoopt het Ingewikkelde probleem voor de verklezignen in 1933 tot oplossing te kunnen brengen. Er zijn evenwel tijdens de voorloopige bespre kingen, die beiderzijds met goeden wil zijn ge- >erd, zoodanige moeilijkheden naar voren ge- >men, dat die op meer dan een punt nadere 'erweging noodig maken. Daarmee zal de noodlge tijd gesnoeid zijp, met name ook ln verband met do economische be slommeringen van dezen tijd. Het meest ataat thans de economische toena dering op den voorgrond. De minister verklaar de zich overtuigd, dat de K-mer zich zal ver heugen, als eerlang door het sluiten van een nleaw handelsverdrag ln die richting leta zal kunnen worden bereikt. Het bereiken van overeenstemming op ander gebied zal worden vergemakkelijkt als met elkaar op andere punten ln moeilijke omstandig heden heeft gevonden. Er volgden wen. Ook wilde 1 van den minister niet allerlei bilzonderhed< weten. Maar hot ging over ontstane ongerust heid door geruchten over afwijkingen van der minister van positieve toezeggingen aan de Sta- ten-Generaal. Gevraagd ls toen om te verkla ren. dat het niet waar was. Maar toen heeft de minister oen interpretatie van het Memorandum: gegeven, die bij niemand in het land verdedi ging heeft gevonden en den Indruk heeft ge wekt. dat de minister zich zou neerleggen bl. een kanaal, dat men algemeen als beschouwde, wijl het In strijd was mogelijk wat lrn Opheldering over een ei „wl.ul-iUe plicht. De minister heeft nu wee hij op het standpunt staat het kaartje-Segers niet verklaard, dat dat een kanaa' gelUk geachte door hem minister zoo uit. dat voor de verkiezingen 1933 niets zou worden beslist. Dan is ln 1 geval tot na dien tijd het gevaar van een nationale daad van de lucht. De heer VAN EMBDEN (V.D.) repliceerde. Daarna de heeren v. d. BERGH (Lib.) en VAN LANSCHOT (R.K.). De MINISTER meende, dat hij duidelijk ge- ïenllwas I de begrootlng dgoke i de orde gesteld. i gebrul keiljkei •ntwapeningszang. Den i allen, die niet op haai De heer HEERKENS THIJSSEN (R.K.) be sprak de moeilijke positie van den vlootcom- ln India,i die eigenlijk twee heeren Hulde word ten slotte gebracht ndsche marine en voorts verzocht .et de belangen van wie door de bezuiniging op de landmacht zullen moeten afvloeien. De heer SMEENGE (L,lb.) wilde perse. in minister mededeelingen doen ln verband et de zorg voor den gezondheids toes illciena. Hij hoopte, dat dan later de het openbaar van zijn oordeel zou doen blijken. De heer VAN EMBDEN (VD.) bepleitte aller lei besparingen en kwam tot een bedrag van 12 mHlioen, waarover hij reeds eerder gespro- De heer DE BRUTN (R.K.) vroeg of de ster bereid was, om bij reorganisatie der land macht, met de organisaties te sproki tueele afvloeiing van personeel. De MINSTER VAN DEFENSIE verklaarde, dat iemand onder zijn depar zijn. ook niet de loodsei llen worden onderzocht. Het lot der ou-d-gepenslonneerden ls i medewerking dei Do geuite bezwaï ielden onder worden gedaan. De beschuldiging van mevr. Pothuis, dat de minister schuldig zou etaan aan een nieuwen oorlog, ls van zoodanlgen aard, dat hij er zich niet tegen wenscht te verdedigen. De luchtbescherming der burgerlijke bevol king moet grootendeels door de gemeentebestu- worden verzorgd. Zoo ls de opvatting ln de ste Europeesche Rijken. Het particulier Initiatief kon daarbij krachtig werkzaam zijn; ln menig land 19 dat reeds het geval. Als men de aanwijzingen der Regeering bespottelijk maakt, gelijk mevr. Pothuis deed. bewijst men daarmee zijn landgenooten geen dienst. Bestellingen voor de defensie worden zooveel mogelijk ln het eigen land geplaatst; de staats u-1rljven alleen kunnen die bestellingen niet i en daarom wordt ook gebruik gemaakt van vrije nijverheid. De minister laat zich echter dit gebied niet in met dingen, die hem niet De onderzeeboot Ie een uitnemend - wapen STRAATGEVECHT ZELDZAME FOTO UIT SHANGHAI Een onzer lezers verbleef in Februari in Shanghai en was alzoo in de gelegenheid zeldzame foto's te nemen, waarvan wij er hier een tweetal plaatsen. Bovenstaande foto werd genomen bij de batterij-stellingen der Japansche marinetroepen. NEDERL. VEREEN. VAN GHR. HANDELS REIZIGERS EN HANDELSAGENTEN DE VIERDE JAARVERGADERING TE UTRECHT OPENINGSWOORD EN REFERAAT Vandaag werd in hotel „Noord-Brabant" te Utrecht de vierde jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de N. C. H, V. Openingswoord De morgen aam enk om st werd door den voorzitter, den heer A. Graafland, van Voorschoten, op de gewone wijze geopend. Na een woord van welkom herdacht Spr. de beide overleden leden H. Zijlstra en D. v. d. Burg. Op de vraag: wie en wat wij zijn? geeft Spr. ten antwoord: wij zijn handelsreizigers en -agenten, wij vormen een aparte scha kel in den keten, die producent en consu ment verbindt, wij vormen tevens een on misbare schakel in het productie en dis tributie proces. Ons werk is volgens Spr. aan den eenen kant, behoeften bevredigend en aan de an dere zijde behoeften-scheppend. Wij moeten trachten nationaal en interna tionaal de markt voor onze artikelen te ver overen en alzoo economisch oorlog-voeren. Het spreekt vanzelf dat wij als aparte groep, óók aparte gemeenschappelijke be langen hebben, die in een zelfstandige or ganisatie van uitsluitend vakgenooten, het best kunnen worden behartigd. Spr. gaat vervolgens na wat het wereld beeld ons ten opzichte van den handel, momenteel te aanschouwwen geeft Thans is alles danig in de war geloopen, het is een niet te ontwarren kluwen, een chaos ge worden. Economen van naam komen met plannen en nog eens plannen, maar de wa gen in het goede spoor brengen is hun tot dusver niet mogen gelukken. Het vertrouwen, dat hechte oement voor allen handel en verkeer is ten eenen- male zoek, ieder land zegt in de eerste plaats bedacht te zijn op zelfbehoud, en daarom moet de wereld-huishouding wor den ingekrompen tot volkshuishouding, en ook die schrompelt in-één, want de meest primitieve vormen van ruilhandel worden ons den laatsten tijd, door de dagbladen bericht. Toch moeten wij niet bij de pakken gaan neerzitten, want de handelende mcnsch jam mert niet. en de jammerende mensch han delt niet Wij moeten trachten als handelend volk onze plaats op de wereldmarkt te herove ren. en de buitenlandsche concurrent van de binnenlandsche markt te verdringen. Daar is moed en volharding, daar is ge loof voor noodig. Hieruit vloeit tevens voort dat wij stelling hebben te nemen in den strijd der geesten. De Satan is de bewerker van de chaos op elk gebied, economisch en staatkundig ls afschaffing Internationaal geschiedt De positie van den Indlaohen vlootvoogd ls - 'igewlkkeld uit •eten nog groeien. r spreken. De minister be- irde. dat vele waarschuwingen t i Fm ben zoo laat kwamer 6 het komt tot roorgasisa- gavond 6 April half 9. ^rgade ring geschorst tracht hij de verwarring al grooter te ma ken. Daarentegen is Christus de bewerker van den kosmos. Hij wil heilige orde scheppen in ons leven. Wij moeten niet onevenwichtig zijn. maar consckwent op elk terrein des levens, dus ook op maatschappelijk gebied (in casu de Chr. Vakvereeniging) ons nauw aaneen sluiten. Ten slotte wekt Spr. alle on- of verkeerd georganiseerde Chr. Handelsreizigers en Handelsagenten op lid te worden van de N. C H. V. Na deze openingsrede kwamen de ver schillende huishoudelijke zaken aan de or de, waarvan wij in ons blad van Maandag nadere mededeeling hopen te doen. In de middagvergadering kwamen ver schillende voorstellen van het hoofdbestuur in behandeling, waarna de heer J. Zand berg, van Den Haag, refereerde over De Sociale Verzekeringswetge ving in ons land- In schepping en onderhouding der wereld, aldus Spr., openbaart God Zijn plan. Wille keur is uitgesloten en de menschheid wordt niet overgegeven aan noodlot en toeval. Ook ondanks de zonde (zelf aan grenzen gebonden) blijft dit Goddelijk systeem ge handhaafd. En in de straf volgend op de overtreding van Gods geboden, is dan ook niets onordelijks. Door deze vastheid in het wereldgebeuren is de mogelijkheid geschonken na te speu ren het regelmatige. Ook in den stoffelijken nood Daarin blijft gehandhaafd de éénheid van het menschelijk geslacht. Een in zonde, één in verlossing en zoo ook één in roeping de gevolgen der zonde te dragen. Daarin ligt de basis voor de verzekering. Op dezen grondslag is opgebouwd de so ciale gedachte: samen te dragen de gelde lijke gevolgen van ziekte, ongeval, invali diteit, ouderdom en dood. Dat gemeenschappelijk dragen is moge lijk geworden door den arbeid en uit de vruohten van dien arbeid is in Gods gunst het leven te sterken en te handhaven in vóór- en tegenspoed. Het beste had dit kunnen geschieden door het bedrijfsleven zelf. Daar dit werd nagela ten, moest vanzelf de overheid regelend op treden. Daaruit is geboren de sociale verzekerings wetgeving. Gedacht was altijd de ziekteverzekering als grondslag en daarop verder te bouwen ongevallen, invaliditeits, ouderdomsverzeke- nnp en verzorging van achtergebleven we duwe en kinderen. Historisch is dit anders geworden. De Ongevallenwet ging voorop; daarop kwamen tot stand Invaliditeits- en Ziektewet. Spreker gaf vervolgens aan de beteekenis der verschillende wetten. Is de werkloosheidsverzekering thans nog geregeld bij algemeenen maatregel van Be stuur, ideaal blijft de wettelijke regeling. Geeft God nog verruiming en zou op de huidige inzinking nog meer een periode van economische opbloei volgen, dan zal het zeker hier toe moeten komen. Dan mogen wij zeggen, dat het gebouw der sociale verzekeringswetgeving voltooid zou zijn, al zal uitbouw hier en daar nog wel eens noodzakelijk blijken. En ook hierin staat Nederland dan aan de spits der volken Rechtzaken MOORDPOGING Voor de rechtbank te Assen stond terecht J. Klunder, fabrieksarbeider te Hoogeveen, thans gedetineerd, die 4 Januari 1932 te Meppel op zettelijk en met voorbedachte rade gepoogd heeft zijn vroegere verloofde van het leven te berooven, door met een scherp mes haar herhaaldelijk te slaan en te steken, waardoor zjj ernstige wonden aan borst en buik opliep. Doodelijke wonden werden voorkomen, doordat een ander haar te hulp kwam. Het O.M. eischte 3 jaar gevangenisstraf. Radio Nieuws. ZONDAG 3 APRIL rkdle te lelden dooi e n N.C.R.V.: MorjenwlJdinc Ds. P. Boes. Oer of. Predi- Kanl. te 's-Graveland. Medewerking verlee nt nFrieda Mooy, zang Dick- v. Wilgen- burg. harmonium. 1. Zingen; Morgeniang: 6 en 7; 2. Schriftlezing; 3. Gebed; 4. Zingen: P8 7 en 8: 5. Voorlezing van den tek»t; 6. Eerste gedeelte der toespraak: 7. Zingen: Ps. <8 2; 8. Tweede gedeelte der toe*pr«ak; 9. Dmkgebed: 10. Zir.gen Ps. 73:12. 17.00—17.20 Hulzen N.C.RV: Orgelboepeilns: door Mej. Lens BruIJn. L Prélude G.aur. J. S. Bach; 2. a. Christ lag In Todeebonden. J. S. Bach: b. Er J-- her J. S. Baoh: L, Boëlmann; b. Priëre. Uit: BruIJn. Ned. Herv. Pred.k nt. aldaar. Orga- Ber. der XII 11. Tweede gedeelte Gewijde Muziek. MAANDAG, I APRIL Willem Druk- VARA: Trio Willem Druk- 13.2U K n 1 gs i NCRV: Gramofoonmuziek lborg: Instrumentaal ensemble sum VARA: FlultrecJUl sum VARA: Orkeet u m VARAGramofoonmuxlek h a uConcert i VARA: Septet chau: Populair concert Óoaterecho muziek try: Strijkkwartet sum VARA: Soltstenkwlntet NCRV: Gramofoonmuzlek sum VARA: Sollstenkwlntet sum VARA: Gramofoonmuzlek 16.00 H u t NCRV: Zieker Ds. W. E. V, Lezingen. Cnrsossen ens, 11.00 Hulzen NCRV: Chr. lectuur x1-00 Hilversum VARA- Nedertaadeehe ïï?tk ln het Carlton-HoteJ te Amsterdam 14.00 Hl Iverian VARA: Nederlandeohe Week: De h^er Zaalberg, dlr.-gen. Arbeid leven tand i bedrijf^ planten U'16 eieren eD NCRV: Knlpf>en ec etofrar- 18.40 HI Ivors pm VARA: Prof. Bonger oves het bevolkingsvraagstuk t* »V-RV; nemenKingeeamen „n Standaard-Jubileum to Amsterdam 22.00 Hllve»«"~ - uneum ie Amsterdam n VARA: „De plastiek bs da I VARA: KinderverteillBgen 1D *e n Politieberichten 5 u z - a NCRV: Politieberichten 19.45 Hulzen NCRV: Persberichten EEN NIEUWE ZENDER IN KALUNDBORG Daar de ontvangst van Kalundborg door Deensche luisteraars in hevige mate door krachtige stations in naburige landen gestoord wordt, is men tot den bouw van een nieuw en sterker station in Kalundborg overgegaan, waarvan de energie 60 KW zal bedragen. Zoo- dra deze nieuwe zender in gebruik genomen ie, zal de bestaande zender het zwakke station Kopenhagen te hulp komen. ITALIAANSCHE OMROEP IN GELDNOOD. Niettegenstaande de 200.000 betalend® radio luisteraars en de inkomsten uit het voor re clame-doeleinden beschikbaar stellen der zen ders, kan de Italiaansche omroep zich niet ge heel bedruipen. Om aan geld te komen heeft ze een groote loterjj uitgeschreven: de hoofd prijs is een auto- Volledige programma's in de Omxoepgids; Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad; 4 gld. per half jaar of IS ct. per week. Ned. Chr. Radio-Vereeniging, Voog. lenzang, Ede. Draagt bij in de amroepkosten. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA (S7 Zoo gebeurde het in zijn jeugd, "en als ik 'dat aan de bruine woestijnbewoners vertel klappen oud en jong onder luid gelach in de handen, zoo gebeurde het dan, dat hij geschenken uitdeelde van hetgeen zijn groot vader bespaard had. Maar de voorzichtige grijsaard wilde hem zijn vrijgevigheid af- leeren en zond hem op het veld om de kud de te weiden. Daar" naderde op zekeren dag een karavaan. Zoodra Hatim bemerkte dat er drie dichters bij waren, op weg naar het hof des konings van El-Herah, noodigde hij hen uit om bij hen te rusten, en terwijl hij voor ieder van hen een kameel slachtte, zongen zij liederen tot eer van hem en zijn geslacht. Toen zij de reis wilden voortzet ten hield hij hen terug. Niets gaat boven een lied, zeide hij. Ik zal li beter beloonen dan de koning tot wien gij gaat. Blijf bij mij, en voor elk vers dat gij maakt zal ik u een kameel geven. Aan- Bchouw de kudde! Bij hun vertrek hadden zij ieder honderd kameelen en hij had driehonderd verzen. Toen de grootvader op de weide kwam vroeg hij: Waar is de kudde? Zie, zeide Hatim fier, hier zijn liederen ter eere van ons hui9, gezongen door groote dichters. Men zal ze zingen, totdat geheel Arablë weerklinken zal van onzen lof. Wee mijner! gij hebt mij arm gemaakt riep de oude grootvader op zijn borst slaan- öft Jï&t! antwoordde Hatim verontwaardigd, stelt gij die dieren boven de èerekroon, die ik er voor gekocht heb? De prinses had aandachtig geluisterd. Wa ren het de oogen van den verteller die haar geboeid hielden, of was het de stembuiging of wekte het karakter van Hatim haar sym pathie? Ik dank u sprak zij. Als ik zeg dat het verhaal tot mijn leedwezen geëindigd is, wil dat dan, bid ik u, toepassen op uwe wijze van vertellen. Ik twijfel of Hatim het u zou kunnen verbeteren. De Arabier beantwoordde deze vleiende woorden met een lichte buiging maar zweeg Irene hief haar sluier op en vervolgde: Uw Hatim, welsprekende Arabier was krijgs man en dichter, en tevens een wijsgeer. In welke eeuw heeft hij geleefd? Hij was een lichtende star in de duister nis, die aan de verschijning van den profeet voorafging. Dat tijdvak heeft voor ons geen jaartallen. Het doet er ook niet toe, vervolgde zij. Had hij in onze dagen geleefd, dan zou hij meer zijn geweest dan dichter, krijgsman, wijsgeer, hij zou een Christen zijn. Zijn lief de tot anderen zijn zelfverloochening doen mij aan Christus denken. Hij ook zou zijn leven hebben kunnen geven voor zijn broe deren. Weet gij nog meer van hem'? Onge twijfeld heeft hij lang en gelukkig geleefd? Wat dat betreft, luiddi bet mtwoord, me" eegt dat bij dt pngelukAojoie jvag yan alle menschen. Zijn vrouw, wil bid ik u niet vergeten, dat ik dit bij overlevering weet, be zat de vreeselijke macht om Iblis te kunnen oproepen. Zij schepte er vermaak in haar man te slaan en uit de tent te jagen. Ten slotte liep zij van hem weg. Zij bewonderde zijn deugden dus niet De woestijnbewoners zeggen in zulk een. geval: een lang man kan met een kleine vrouw trouwen, maar een groote ziel moet zich niet verbinden met een alledaagsche ziel. Hier werd de uitdrukking zijner oogen we derom zoo veelzeggend dat de prinses haar sluier liet vallen. Een oogenblik later zeide zij: Met uw goedvinden zal ik het verhaal van Hatim beschouwen als aan mij verteld, maar hier is mijn vriendin, wat hebt ge voor hf"r? Zij spreke, en ik zal haar wensch ver vullen, antwoordde de Arabier en keerde zich tot Lael. Ik zou gaarne een verhaal uit Indië hooren antwoordde het meisje bedeesd. Indië heeft helaas geen geschiedenissen over liefde en barmhartigheid. Zijn liede ren handelen alle over goden en wijngeerige godsdiensten. Mag jk u daarom een raad ge ven, zoo sta mij toe u ten verhaal uit Perzië te vertellen. In dat land leefde een dichter, Firdousi geheeten, en hij schreef eon lang gedicht over den krijgsheld Rustem, die den jeugdigen Sohrab in een tweegevecht doodde zonder te weten dat hij zijn zoon voor zich had. Dat vernam hij' eerst na den dood van den jonkman. Het verhaal was boelend en aandoenlijk en werd met veel talent weergegeven. De avond .vas reeds gedaald, maar niemand lette er op, totdat de bedienden binnen kwamen om de lampen aan te steken. De Arabier ver» ontschuldigde zich beleefd, dat hij haar zoo lang had bezig gehouden. De prinses echter sloeg haar sluier op, reikte hem de hand en zeide: Integendeel, wij danken u zeer. Gij hebt ons den tijd, die ons zeker lang zou ge vallen zijn, op aajigename wijze verkort Hij kuste haar hand en volgde den eunuch buiten de kamer. DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK De Ring Toen de Vorst zich alleen gelaten zag met Sergius overdacht hij den loop, dien hun avontuur genomen had. Voor Lael was hij niet bevreesd. Zij was goed bezorgd, en de kennismakeing met de prinses kon haar later van nut wezen. De houding van den jongen Turk aan de landingsplaats wekte zijn nieuwsgierigheid Zijn voorkomen, manieren, spraak, en het ontzag waarmee men hem bejegende duid den hoogen rang aan, en de wijze, waarop hij over Sultan Moerad sprak was zeer op merkelijk. Zijn aannemen van de door de prinses Irene gestelde voorwaarden was zoo goed als het makeji van een verdrag, en welke gewone beambte zou zich >o iets dur ven aanmatigen? En aan wien kon de wer kelijke gezagvoerder toestaan voor Gouver neur te spelen? Alles duidde op Prins Mohammed. De leef tijd kwam met den zijne overeen; de krijgs haftige stoet dien hij langs den oever had zien galoppeeren was een gepast geleide voor den erfgenaam des Sultans, en die alleen kor. waar het een staatsaangelegeaheid gold, voor zijri yader spreken, Wij hebben gezien, dat zoodra de prinses en Lael met den eunuch uit het gezicht wa ren de soldaten weer uit hun schuilplaatsen te voorschijn kwamen. De Vorst riep een van hen tot zich en zeide in het Turksch: Breng mijn groet aan den Gouverneur van het Kasteel en zeg hem, dat de Indische yorst hem verlangt te spreken. De man aarzelde. Versta mij wel, zeide de Vorst, mijn boodschap is niet bestemd voor den grooten heer, die ons aan de landingsplaats ontving, maar aan den werkelijken Gouverneur. Ver zoek hem hier te komen. Zijn beslate toon boezemde den ander ver trouwen in. Hij ging en keerde weldra terug met een man van middelbaren leeftijd. Een groene tulband boven een rond gelaat, groo te zwarte oogen, dikke oogleden, een zware baard, een grijs lakensche jas, gevoerd met geel bont, een geborduurde sjerp met krom zwaard, duidden den Turk aan, maar een geheel anderen, dan den schoonen jonkman bij de landingsplaats. De Vorst uit Indië heeft de eer met den Gouverneur van het kasteel te spreken? God zij geloofd, antwoordde C ze. Ik zocht uwe Hoogheid. Dankbaar voor uw redding winschte ik mijn plicht als Mos- limsch gastheer te vervullen, door u rust en ververschingen - in te bicden. Volg mij, bid ik u. Ik zou gaarne mijn HJfbediende, een neger, bij mij hebben. Wees zoo goed hem to laten roepen, antwoordde de Vorst. Weinige oogenblikken later bracht de Gou verneur de drie mannen in een klein ver trek, den Vorst weinig uitlokkend toe scheen. Kale grijze muren, een smal schiet- 1 da*, oLg dienst deed. coq rus houten bank, een Turksche trom, eenige bundels stroo, wat schaapsvellen, dat was alles. Sergius toonde zich niet verbaasd of te- leurgestold. Wellicht was die kamer met haar inhoud een reproductie van zijn cel to B.elo Osero. Nilo liep terstond naar de tronu misschien om haar te vergelijken met de jurjgsmuziekinstrumenten van zijn vader- alleen maakte tegenwerpingen, Hy bleef in de deur staan en zeide: Eén vraag voordat gij ons verlaat De Turk zag hem zwijgend aan Waar hebt gij prinses Irene en haar gezellin gebracht? Zijn zij even slecht te recht gekomen als wij? De ontvangkamer van mijn harem is de gerieflijkste van het Kasteel, antwoordde de Gouverneur. Daar zijn de dames. Zeker niet door uwe hoffelijkheid. Hu, die aldus de gastvrijheid van prins Moham med te schande kon maken door een zijner gasten zóó te beleedigen rond IWW>g CV6n 01 Za8 10017118 do kam*r Zulk een beambte zou ook ln staat zijn om een vrouw te beleedigen! Prins Mohammed! riep de Gouverneur* Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9