BOND VAN J.V. OP G-G.
NED. JONGELINGSVERBOND
Kunst cn Letteren.
DINSDAG 29 MAART 1932
DERDE BLAD PAG. 10
AFD. ZUID-HOLLAND
BEZIELENDE TOOGDAG
Een opgewekte toon
Voor een groot deel van Zuid-Hol lands
jonge mannen was gister het parool: Op
naar Dordt! Want daar zou de 39ste jaar
vergadering worden gehouden van de prov.
afd. van den Nederl. Bond van J.V. op Geref.
grondslag. Het. mooie lenteweer maakte het
gemakkelijk dit voornemen uit te voeren, en
dus had de Merwestad uit alle richtingen
de drommen in ontvangst te nemen die per
spoor, boot, autobus en fiets op haar lostrok
ken. Niet minder dan 1S6 vereenigingen wa
ren vertegenwoordigd, tegen 109 het vorig
jaar in Rotterdam. De ruime Wilhelmina-
kerk waarvan het podium met groen en
kleurige vaandels was getooid (in de stad
waar Van Diemen woont, heeft natuurlijk
iodere J.V. een vaandel), was dan ook vrij
wel geheel bezet, toen de voorzitter, de heer
A. van R ij n D z., van Rotterdam, de ver
gadering op de gebruikelijke wijze deed aan
vangen, wuarna hij in zijn
openingswoord
sprak over „Opstanding".
Spr. zegt, dat dit
woord in onze dagen
een ongewone beko
ring. moet hebben
Immers alles in cle
wereld ligt neergesla
gen. De economische
crisis, die nu sinds
1929 de wex-eid teis
tert, heeft «Hen en
alles aangetast. Er
is niemand, die het
verlossende woord
weet te spreken, om
uit de ellende te ko
men. Alles wankelt
en het leger der
werkeloozen groeit steeds aan. Met angst
eu vreeze wordt te toekomst tegemoet ge-
xien. Vooral voor de met idealen bevangen
jeugd werkt deze toestand deprimeerend.
Deze uiterlijke crisis is echter het gevolg
geestelijke. Met uitwendige maatre
gelen is de zaak niet te veranderen. Er moet
bekeering komen. God straft de menschheid
met haar eigen zonde, zoowel de techniek
als de politiek en de moraal werden in
dienst gesteld van de zonde en de wetten
Gods voor het economisch en maatschappe
lijk leven niet geteld. „Brood en spelen"
werd de leus. Dit leven, los van God, be
vorderde tevens de doorwerking der rovolu-
tiebeginselen. Zoo ligt de wereld als het
ware gereed voor den ondergang.
Toch vieren wij ons „Opstandingsfcest". Is
dat mogelijk? Ja, indien wij vasthouden aan
het geloof in Gods openbaring. Opstanding
zal alleen mogelijk zijn in den weg der be
keering. Deze zal allereerst bij Gods volk
moeten beginnen. Ook daar is veel afwijking
erflauwing. Als het geloof in de onzien
lijke dingen weer krachtig gaat werken, is
er alleen hoop voor de toekomst. Dan zullen
we in dit leven Christus' Koningschap weer
uitdragen. Dit geldt ook voor onzen vereeni-
gingsarbeid. Ook deze arbeid moet worden
erricht in de kracht des geloofs. Dan kun-
ïen we weer met idealisme de toekomst
tegengaan. Dan kunnen we onze lofliederen
weer laten schallen ter eere van onzen
Koning. In zijn Opstanding hebben we het
onderpand niet alleen van onze opstanding
maar van het herstel aller dingen.
Huishoudelijke zaken.
Na ongewijzigde goedkeuring der notulen
en nagaan der presentielijst werd met .harte
lijke instemming ontvangen het voorstel van
den voorzitter, een telegram van meeleven
zenden aan het moderamenlid C. G.
Karssen, te Bodegraven, die ernstig ziek,
maar gelukkig herstellende is.
Daarna volgde voorlezing door den secre
taris, den heer Lod. Kooijman, van het
jaarverslag en het rapport bondsbezoek, die
deden hooren, dat over het algemeen in de
vereenigingen met ijver wordt gewerkt. Er
is vooruitgang. Hier en daar bleek echter
waarschuwing noodig. De schetsen
Schriftonderzoek vallen steeds meer in de
smaak. De voorstudie ook door secties en
clubs, neemt toe. De afdeelings-bibliotheek
deed goed werk. Het organisatie-leven werkt
1. Een ring laat op een geïnfecteerde
vereeniging het oorlogsvraagstuk naar A.R.
beginsel behandelen, en elders wordt een
kleine vereeniging met inleidingen geholpen.
Het aantal vereenigingen klom met 9 tot
13 en het getal leden met pl.m. 300 tot 5063,
waardoor Friesland met resp. 36 erf pl.m.
1000 wordt overtroffen. Splitsing kon wel
eens noodig worden. Bijna 1/5 van de leden
over het geheele land en meer dan 1/5 der
vereenigingen behoort tot de afd. Zuid-Hol
land. Het aantal ringen is thans 37. Som
mige zijn nog te groot. Op de najaars
bestuursvergadering zal het moderamen ko
men met plannen voor de viering van het
t.s. 40-jarig jubileum der afd.
Deze verslagen werden zonder bespreking
goedgekeurd, evenals het financieel verslag
de begrooting.
Als bestuurslid werd herkozen de heer
Lod. K o o ij m a n en werd gekozen de heer
N. v. d. iB r u g g e van Den Haag, en wel in
de vacature ontstaan doordat de heer W.
de Gelder zich niet herkiesbaar had ge
steld. Bij zijn afscheid werden over en weer
hartelijke woorden gesproken. Hem werden
als blijk van waardeering voor zijn met op
gewektheid verrichten nauwgezetten arbeid
aangeboden de twee deelen van Prof. Gee-
sink's Geref. Ethiek en Het Socialisme van
Prof. Diepenhorst.
Vervolg" wamen verschillende
voorstellen
aau de or-le dn.» de actieve vereenigingen op
Flakkee te gerieven zal niet te Den Haag.
gelijk oorspronkelijk de bedoeling was, maar
te Rotterdam volgend jaar de jubileum-
jaarvergadering, worden gehouden. Als plaat
sen voor de leidersvergaderingen worden
aangewezen Rotterdam, Leiden en Meerkerk.
Verder stelde het bestuur eenige amende
menten voor op de technische herziening
van het bondsreglement waarmee de verga
dering na eenige bespreking accoord ging
(twee afgevaardigden verklaarden zich te
gen één der voorgestelde amendementen) en
die alle op één na door het bondsbestuur
reerls werden overgenomen.
Een der amendementen maakt het moge
lijk, gelijk de afd. Zuid-Holland reeds jaren
wenscht, dat de keuze van het bondsmode-
ramen geheel vrij kan geschieden uit alle
leden van liet bondsbestuur. Men is dan niet
meer gi»hond*?n aan de door de bondsverga
dering gekozen vijf leden.
Dooi 'liet bondsbestuur was niet overgeno
men het voorstel, de raadslieden van den
bond de beginselverklaring te laten teekenen.
Van een verdere behandeling der bonds-
agenda werd afgezien,
Middagvergadering.
Des middags werd de vergadering voort
gezet met het zingen van het bondslied,
waarna Dr. G. Brill en burg Wurth,
Geref. predikant te Katendrecht, zijn refe
raat hield over:
Een belangijke vraag is: heeft onze Gere
formeerde jeugd actie toekomst? Ze noemt
ich Calvinistisch. Het antwoord op bedoelde
raag hangt dus van tweeërlei af:
a. Heeft het Calvinisme toekomst? b. Zijn
wij werkelijk Calvinistisch?
A. heeft het Calvinisme toekomst? Men
kan rekenen met de empirische mogelijkhe
den van het Calvinisme in onzen tijd. Op
bloei van Calvinisme in tal van landen. Dan
echter vindt men geen afdoend antwoord
(alleen kansberekening). Beter de principi-
eele vraag te stellen: heeft het Calvinisme
in zichzelf een waarde, waardoor het ook
in dezen tijd en de de komende tijden zijn
plaats <met eere kan innemen?
Door velen, o.a. Troeltsch, ontkend: Calvi
nisme past bij de Middeleeuwen, niet bij den
modernen tijd. Wat is typeerend voor den
modernen tijd? Het humanisme. Laat het
Calvinisme zich in het kader van dat hu
manisme inpassen? Allerminst. Maar dat
hoeft niet; dat mag ook niet. Wij wenschen
menschen le zijn van dezen tijd, maar even
vierkant te staan tegenover den geest
van dien lijd, den geest van het humanisme
In den strijd tegen het humanisme staat het
Calvinisme nu juist sterker dan eenige
andere wereld- en levensbeschouwing, omdat
het a. principieel het scherpst er tegenovei
slaat; b. intusschen toch de juiste behoeften
ervan bevredigt En dat wel in vierderlei op
zicht:
a. Het Calvinisme bezit de grootste diepte
en de grootste breedte. Herleidt alles tot
God. Maar ln Gods licht krijgt alles zijn be-
teekenis: niets is aan Gods souverewiteit ont
trokken.
b. Het Calvinisme kenmerkt zich door de
hoogste gebondenheid en de hoogste vrijheid.
Er is volstrekte gebondenheid in leer en
leven aan het Woord Gods. Maar het is geen
uitwendige gebondenheid. Gods Geest doei
gewillig ons hart voor de waarheid en den
vil van God buigen en Gods waarheid als
gaarheid en Gods wil als recht erkennen.
c. Het Calvinisme geeft de diepe rust en
wekt de krachtigste activiteit. Het grijpt nog
achter de rechtvaardigmaking door het
geloof terug op de eeuwige verkiezing. Maar
het leert niet alleen een verkiezing tot zalig
heid, maar vóór alles een verkiezing om
vrucht tc dragen; verkiezing en roeping zijn
er ten nauwste verbonden.
d. Het Calvinisme sluit in de sterkste we
reldverachting en de krachtigste wereldaan
vaarding. In het voetspoor van Calvijn
zelf dringt het er met kracht op aan in het
licht van de verwachting der toekomende
wereld de bestaande wereld te verachten;
hot staat volstrekt antithetisch tegenover de
„Diesseitlgkeit" (het leven voor deze wereld
alleen) van den modernen mensch. Maar in
gehoorzaamheid aan God den Schepper en
in verwachting van God, die alle dingen
weder herstellen zal in Christus, kan het
deze wereld niet loslaten, maar wijst hot
den geloovige daar zijn taak.
Zijn wij waarlijk Calvinistisch? Als één
ding kenmerkend is voor Calv'in zelf, dan
wel zijn afkeer van alle abstracte speculatie,
zoowel als van alle mystiek (in den typisch-
Middeleeuwschen zin). Het gaat in het leven
geloofs en in heel het leven om een
slaan in onverbiddelijke gehoorzaamheid
a$n den VerbodsgQd. Het is hem met alles
steeds heilige levensernst Tusschen zijn leer
en zijn arbeid is de hoogst denkbaro harmo
nie. Wat hij op grond van Gods woord als
de waarheid en de wil Gods ziet. daarnaar
moet ook alles gereformeerd. Of wij waarlijk
Calvinistisch zijn, hangt hiervan af, of het
Calvinisme ook voor ons zóó iets existen
tieels is, d.w.z. iets is, waar heel onze exis
tentie in betrokken is, m.a.w. of ook ons
leven, in geloof en levenspractijk, is een
leven van die volstrekte gehoorzaamheid
aan den souvereinen Verbondsgod, aan Zijn
Woord, op grond van Zijn verkiezing en roe
ping, temidden van deze wereld, terwijl wij
toch niet van deze wereld zijn.
Op dit stoere referaat volgde een geani
meerde bespreking.
De afdeelingsvergadering werd besloten
met een opwekkende rede van Ds. H. A.
M u n n i k, van Zwolle, over
De greep naar de macht.
In zijn inleiding wijst spreker er op, dat
do greep naar de macht een algemeen m:n-
schelijk verschijnsel is, dat men waarnemen
kan op maatschappelijk en staatkundig ge
bied en in de verschillende levensgroepen.
Eenerzijds voelt men er aanstonds iets zon
digs in, anderzijds iets, dat niet behoeft te
bevreemden. Die verloren gaan toch worden
voor goed uit de macht gestoo'cn cn die
zalig worden, ontvangen kronen en zullen
nis koningen hecrschen. Ook lezen we, dat
Christus macht ontving om op aarde de zon
den te vergeven.
Komende tot de behandeling van 't onder
werp „de greep naar de macht" wijst hij: 1.
op het niet bevreemdende, daar de mensch
bij zijn schepping geroepen werd tot heer
schappij. Adam was cultuurmensch en had
een machtspositie.
2. de zonde is een greep naar macht, die
een mensch niet toekomt. De zonde stoot den
mensch uit zijn machtspositie, hem door
God bij zijn schepping geschonken. Maar die
zelfde zonde als een macht do? verderfs doet
nu den mensch altijd weer grijpen naar de
macht. Zijn aard werd verdorven, maar zijn
wezen bleef. Bij zijn greep naar de macht
grijpt hij naar het onmogelijke cn wordt een
spetkoning. Zoo staat heel de wereldbewe
ging in het tecken van die dwaze greep naar
de macht. Het einde van deze bedeeling is
dan ook een greep naar de macht door den
mensch der zonde.
3. Die zonde moet eerst weggedaan, zal de
mensch weer in zijn koningsschap kunnen
hersteld. Daartoe kwam Christus met de
macht om op aarde de zonde te vergeven,
welke machtsopenbaring meebrengt een fn
beginsel wegnemen van den vloek en de
herstelling in Gods beeld. De genezingswon-
deren zijn daarvan profetie. De redding der
wereld ligt dan ook alleen in gehoorzame
onderwerping aan den Christus en het dee
len in zijn macht om de zonde te vergeven.
4. Wie aan die vergeving deel heeft, wordt
weer in de macht hersteld. Zijn kroon ligt
klaar, door het geloof moeten ze grijpen
naar de macht. Met vergeving der zonden is
een geloovige niet tevreden, hij staat naar
de volle vervulling van zijn levensroeping.
Hij zoekt het koninkrijk van Gods genade
PROV. BONDSDAG Z.-HOLLAND
Men schrijft ons:
Uitgaande van de Provinciale Commissie
van Zuid-Holland van het Nedenlaindsoh
Jongelings Verbond werd op 2den Paasch-
dag in den N. Bad'kapel te Soheveningen de
jaamlijiksdhe Provinciale Bondsdag geJiou-
Het fraaie kerkgebouw was bijna geheel
gevuld toen de voorzitter vain genoemde
commissie, de heer J. A. Amesz, de mor
gen vergadering opende met het laten zin
gen van Lied 109 uit den Bondsbunidiell.
Nadat Ds. A. Ofennga van Sohèveningen
Gods zegen over het samenzijn had afge
smeekt, vertolkte het Jeugdd.ienstkerkkoor
onder leading van den heer Paul Pul op
sohoone wijze „Gebed" ven Fr. Abt.
Hierna sprak Ds. Oferinga een wij
dingswoord, naar aanleiding van Lukas 24
vs. 5 en 6.
De vrouwen op den Paaschmaorgen, zoo
zeid-e spr., zochten een dooden Heiland.
Ook thans nog doen vele Christenen zulks.
Treft de vrouwen eendg verwijt, dat zij 's Hei
lands woorden niet beter verstaan hebben,
niet minder treft dit verwijt hen, die ven
jongsaf aan bekend zijn geweest met het
Evangelie. De vrouwen zijn uitgegaan om
een doode te zoeken doch worden gevon
den door den levenden Heiland. Op tref
fende wijze paste spr. dit toe op zijn toe
hoorders.
Het Jeugddienetkerkkoor zong daarop:
„Christus heeft overwonnen" van J. S.
Ba oh.
Nadat gemeenschappelijk gezongen was
P. Gaz. 143 vs. 9 en 10, richtte de voorzitter
woorêen van welkom tot de aanwezigen,
het bizonder tot Dr. J. G. Leibbraadt
van Amsterdam en den heer H. F. C.
M u s c h van Biggekerke, beide sprekers
voor dezen dag.
Namens de afdeeding Scheveningen sprak
de heer Ja c: den Duik Jr., voorzitter
dezer af deeding, een welkomstwoord, die
aan herinnerde, dat momenteel op elf plaat
een in ous land bet Verbond bij eLkaa;
komt Hij uitte zijn vreugde over het feit
dat zoovele jongeren nog bijeen willen ko
men om zich achter den Heiland te scharen.
Het kerkkoor zong daarop weder een
tweetal lied-eren, waarna Dr. J. G. Lei fa-
brandt, oud Vice-Voorzitter van het N.
J. V. het woord voerde over het onderwerp:
„Wij moeten véél, wij mogen véél, wij kun
nen véélals we maar durven. „Wij
moéten véél; im deze woorden Ligt een plicht
opgesloten. Grijp moed, zegt spr., en wordt
een strijder in de kracht van Uwen Heer
waait naar Christu6 heeten wij Christenen.
Door verschillen/die oorzakien, 6peciaal de
groote oorlog, is het treurig gesteld met
onze cultuur en dreigt deze zelfs ten onder
te gaan. Zeer ten onrechte krijgt het Chris
tendom vaai veel dat dn on-ze wereld ver
keerd is, die schuld. Er is evenwel bij veel
Christenen te veel berusting, als het schen
dingen van het recht betreft Het is echter
erger als Christenen trachten in den weg
te gaan staan als ernstige pogingen wor
den aangewend tot herstel van onrecht er
handhaving van recht Toen bijv. enkele
maanden geleden -een aantal Christelijke
Jeugdorganisaties tot Christelijk Nederland
een oproep richtten om op 2 Februari jjl.
een bidstond te houden voor het werk dei
Ontwapeningsconferentie te Genève, werd
daartegen van zekere zijde scherp geageerd
en li-et men voorkomen of ontwapening fc'
strijd met Gods Woord zou zijn. Alsof ooit
oorlogstoerusting op grond van den Bijbefl
te verdedigen zou zijn. Gretig signaJeerde
de liberale en roode pens dergelijke uitin
gen, die slechts dienen ora het Christendom
in de oogen der wereld naar beneden te
halen. Wij moeten getuigen els jongenen
van Christus en ieder zwijgen als wij spre
ken motten, is Mammonidienst en belem
mert den juieten kijk op het Christendom."
Uit de thans 79 jaar oude Parij6che basis,
de grondslag van het werk van het N. J. V.
trekt spreker drie consequenties.
le. De leden van het N. J. V. willlen zich
in het persoonlijk leven gedragen als jon
geren van Christus.
2a Zij wiilflen het koninkrijk dat met hun
Meester i-n de wereld gekomen is, uitbreiden
onder de jonge menschen d-ie zij ontmoeten.
3e. Geen veneohiil van meening over ker
kelijke, staatkundige of maatschappelijke
vraagstukken mogen scheiding brengen in
de eenheid der leden van het N. J. V.
„Wij moeten het aandurven met den
sterken Held, de velden zijn wit om te
oogsten.
O komt Heer Jezus kom met spoed
En maak Uw volk bereid
O Levens vorst voltooi Uw werk
En toon Uw heerlijkheid."
De voorzitter bedankte Dr. Lelb-
brandt voor zijn boeiende rede en sl-oot,
nadat gezongen was Lied 135, de vergade
ring.
De middagvergadering.
Om half drie werd de bijeenkomst her
opend met Lied 89 en verwelkomde de
Voorzitter Ds. J. K. F. Mantz van Char
ta-is en Mej. C. Tolk, benevens het Man-
dolinegezeleohap der Scfaevemimgsche C. J.
M. V. onder leiding van den heer A. L. W.
Voerman.
Mej. C. Tolk speelde met orgellbegeflei-
dting van Mej. C. van der Vlies, een
drietal viooletukken, welke een aandachtig
gehoor vonden.
Vervolgens hielkl Ds. Mantz een -rede
tot heerschappij te brengen in het koninkrijk
der heerlijkheid.
5. Zoo moet het christelijke leven een
oefenschool zijn om te leeren grijpen naar
het wit tot den prijs der roeping Gods. Daar
toe is noodig kennis van de openbaring
Gods, die de zondige greep naar de macht
stelt in het juiste licht en de redding der
wereld ons doet zien als herschepping.
Voorts kennis van de geschiedenis, die ons
leert kennen den geweldigen strijd van de
macht der zonde tegen de heerschappij der
genade. Ook kennis van het maatschappe
lijk en staatkundige leven, om de stroomin
gen te leeren onderscheiden ten kwade en
ten goede. Voorts kennis van kerk- en zen
dingsgeschiedenis, om te zien, dat God in de
wereld zijn kerk geplant heeft om de genade
heerschappij te doen voeren over de zonde.
Voor onze jeugd is dan de Geref. J.V. een
uitnemend hulpmiddel om tot dien strijd toe
te rusten. Men gebruike dit middel niet ver
keerd. Niet als een greep naar de macht in
zondigen zin. Maar deelend in het vruchtge
volg van Christus' macht om op aarde ae
zonde te vergeven, zoeke men weer in te
gaan tot de levensroeping om te grijpen naar -
do kroon.
De uitnemend geslaagde bijeenkomsten i
werden na het zingen van Ps. 9S 4 door
Ds. H. A. Munnik met dankgebed beëindigd.
over Christus en de wereld.
Op uitnemende wijze teekende spr. de
tuudddge wereld, haar chaotische verwar
ring op velerlei terrein. „Zal zij nog verder
wegzinken. De tegenwoordige 6feer van
vrees en wantrouwen is weinig geschikt
voor een gezonde ontwikkeling der verhou
dingen. Ook aan problemen is deze wereld
rijk. Spr. noemt het probleem der werke
loosheid en wees op de 6terk demoralisee-
rende gevolgen daarvan. Wat moet i-k n.u
doen met deze wereld en Christus? Op on
dubbelzinnige manier toonde de wereld
dat zij voor Christus geen plaats heeft. Toch
heeft zij Ilem nu meer dan ooit noodig. De
conclusie van de Sinclair in zijn „Men
noemt mij timmerman", nil. dat de plaats
voot Christus alleen maar i-n de kerk is, i6
ten eenenjmale onjuist Als ileden van het
N. J. V. hebt gij zijn ideaail uit te dragen
bot de wereld, op U rust de plidbt dat tot
werkelijkheid te maken." Uitvoerig werd de
huidige crisis belicht, eveneens heA ideaal
van het socialisme van den toekomstigen
heilstaat. Spr. eindigde dan met op overtui
gende wijze aan te toonen dat alleen Chris
tus in dezen bitteren nood, uitredding kan
Zeer verdienstelijk bracht het Mandoline
gezelschap den een aantal nummers ten
gehoore die een langdurig applaus oogstten.
De laatste spreker, de heer H. F. C.
Musch van Biggekerke vroeg zioh af:
„Wat is ons antwoord op al het gesprokene
op dezen Bondsdag? Is het een volmondig
je? Jezus heeft eenmaal op de vraag van
Zijn Vader, j a gezegd, nJ. op Golgotha, en
zijn voorbeeld zij ons ter navolging". Spr.
haalde voorbeelden aan uit de geschiedenis
van menschen die ja gezegd hebben im hun
leven en tot groote zegen werden van ande
ren. „Jezeggers heeft onze wereld noodig.
Nu ds het de tijd voor ons die ja willlen
zeggen op Gods wil, op Gods Woord."
Nadat gemeenschappelijk gezongen w-as:
Is het niet waarbracht de voorzitter
da-nik aam aiilen diie op dezen Bondsdag door
woord en daad medewerking verleenden.
De vergadering werd daarop gesloten.
BOND VAN NED. HERVORMDE JONG. VEREEN. OP G. G.
ALGEMEENE VERGADERING
Gisteimiddag werd te Rotterdam in het
gebouw „De Eendracht" aan den Goudsche-
weg de algemeene vergadering gehouden
van de prov. afd. Zuid-Holland van den
Bond van Ned. llerv. Jong. Vereenigingen op
Geref. Grondslag.
De voorzitter, de heer M. Noteboom,
van Gouderak, opende met gebed en las
daarna Lukas 24 vs. 15 tot 35, om vervol
gens de aandacht te vestigen op de groote j
beteekenis van het Paasclifeest Naar aan-
leiding van het gelezene stelt spr. de vraag j
of de Goddelijke waarheden wel deugdelijk j
onderzocht worden. Te veel wordt het naar- j
6tig onderzoek van de Schrift verwaarloosd,
ook in het vereenigingsleven.
Ds. R. Bartlema, van Zeist, was door droe
ve omstandigheden het overlijden van
zijn zoon verhinderd te rcfereeren. De
vergadering verzond een telegram van deel
neming aan de familie Bartlema.
De secretaris- de heer A. Smit, van Dord
recht. brengt verslag uit over het vcreeni-
gingsleven, de landdagen, de bestuursfunc
ties enz.
De penningmeester, de heer T. J. Kore-
vaar, van Alblasserdam, geeft een finantieel
overzicht, waaruit blijkt, dat een belangrijk
grooter batig saldo dan vorig jaar geboekt
kon worden. De ontvangsten van de afdee-
lingskas bedragen 1217.22% en de uitgaven
f 176.29%.
Ds. G. J. Koolhaas, van Charlols, her
innert aan het droeve verlies, dat Ds. Bart
lema heeft getroffen, om vervolgens, naar
aanleiding van Joh. 20 vs. 13 het licht
te werpen op de verschijning van Jezus aan
Maria Magdalena, die zooveel aan haar
Heiland te danken had en met zooveel ban
den aan Christus verbonden was.
Spr. beschrijft, hoe Maria Magdalena haar
Heere zocht en vond en hoe Jezus de tra
nen en droefheid van Zijn kinderen weet en
stilt. De groote, machtige liefde tot Jezus
bleek uit het antwoord van Maria Magda
lena óp de vraag: Vrouw, waarom weent
gij? „Zij hebben mijn Hecre weggenomen."
Compromis ol Isolement?
Spr. wijsl op de beteekenis van het ant
woord van Maria voor het kerkelijk leven,
waar van menige kerk gezegd moet worden,
dat de Heere is weggenomen. In dit ver-
uand herinnert spr. aan de gevallen in St.
Annaland en Oudemirdum, naar aanleiding
van het vrouwenkiesrecht in de Ned. Herv.
Kerk en aan de Lenin-verheerlijking van een
predikant in N.-Brabant. De Synode is bezig
onzen Heere buiten de Ned. Herv. Kerk weg
te nemen. Tegen dit streven wil een com
promis van ethischen, confessioneelcn en ge-
reiormeerden komen tot kerkherstel. Spr.
is van meening, dat een dergelijk compro
mis op schade voor de Kerk moet uitloopen.
Ten slotte zou spr. dan vreezen voor een
druk onder de ethischen. Spr. beveelt daar
om het isolement aan en wijst er op, dat
daarvoor noodig is een stage studie van
Gods Woord en van de belijdenisgeschriften,
doch bovenal is van gewicht, hoe wij staan
tegenover den Christus. Ten tweede is noo
dig het bepalen van ons standpuul tegen
over onze Kerk- wat spr. nader toelicht,
daarbij wijzend op de noodzakelijkheid van
droefheid over onze Kerk.
Spr. toont aan, dat een uitgaan uit de
Ned. Hen'. Kerk ongeoorloofd is en dat er
gewerkt moet worden met de Geref. begin
selen. fn het isolement van ons bidvertrek
licht onze kracht, aldus besluit spr., clie
naar aanleiding van eenige vragen zijn
standpunt nog nader toelicht.
Na rondvraag en het zingen van Psalm 73
vs. 3 gaat Ds. Koolhaas in dankzegging
voor.
Gedachten wisseling.
Inzonderheid wordt stilgestaan bij een
eventueel samengaan met de ethischen, om
te komen tot Kerkherstel. Ds. Koolhaas wil
van een dergelijke samenwerking niet welen
en wijst erop. dat het gevaar van ethische
zijde nog grooter is dan van modernen kant.
Slechts gradueel verschillen de ethischen
van de vrijzinnigen, gelijk niet ten onrechte
eens door een modern predikant is opge
merkt Spr. kan het niet anders inzien dan
dat een dergelijke samenwerking ten nadeele
moet zijn van de Ned. Herv. Kerk.
Naar aanleiding van de vraag, welk stand
punt men moet innemen ten opzichte van de
handhaving van de tucht in de Ned. Herv.
Kerk, merkt spr. op, dat deze niet ten eenen-
male ontbreekt. Echter, gehoord en gezien
de gevallen, welke zich op dit gebied voor
doen, ontbreekt er naar Geref. beginsel ont
zaglijk veel aan, wat nader wordt toegelicht.
Stilgestaan wordt bij de jongste regle
mentswijziging, om aan de geestelijke zorg
van de minderheden in de Ned. Herv. Kerk
eenigszins tegemoet te komen. Hiertegen
moest spr. zich ten zeerste verzetten. Op den
kansel in de Ned. Herv. Kerk mag geen
plaats zijn voor den moderne, ook al zou
deze reglementswijziging in het voordeel zijn
van hen, die de Geref. beginselen belijden.
Spr. zet zijn standpunt inzake het vrou
wenkiesrecht in de Ned. Herv. Kerk uiteen,
ook naar aanleiding van eenige desbetref
fende vragen. Gevraagd wordt nog, hoe te
handelen bij de samenstelling van een kie
zerslijst, waarop spr. antwoordt, dat dit voor
verantwoording van de Synode is.
Ten slotte wordt door spr. er op gewezen,
dat het Ned. Herv. Verbond tot Kerkherstel
niet zal brengen hetgeen men er van ver
wacht In verband hiermee herinnert spr.
er aan en verwijst er naar wat Prof. Dr.
Hugo Visscher tegen een en ander heeft aan
gevoerd en ingebracht.
Zooals reeds eerder is medegedeeld, werd
op de laatstgehouden algemeene bestuurs
vergadering besloten een week-end te orga-
niseeren. Wij vernemen thans, dat een en
ander definitief is geregeld en bepaald op
Zaterdagmiddag 30 April tot Maandagmor
gen 2 Mei a,s. De plaats der conferentie is
,De Burcht" te Den Dolder, van de stichting
„Luthersch Buitencentrum".
Het doel dezer conferentie is onderling
contact van kunstenaars op onderscheiden
gebied te bevorderen en de algeheele betee
kenis der kunstbeoefening te belichten.
Het programma vermeldt o.m„ de volgen-
do lezingen:
„Protestnntsche Kerkbouw in dezen tijd"
door den heer A. Kool, architect; „Belijdenis
in de Schilderkunst", door den heer E. R. D.
Schaap, voorzitter van St. Lucas; „Indivi
dualiteit in de Muziek", doer den heer G.
van Ravenzwaay, muziekreferent; en „Pers
pectieven in de Christelijke Literatuurbewe
ging", door den heer P. H. Muller, essayist
De ochtendwijding op Zondagmorgen zal op
1 Mei worden geleid door Z.Exc. Minister
van Staat Dr. J. Th. de Visser, voorzitter
van het eere-comité. De leiding van het ge
heel zal berusten bij den voorzitter van het
Christelijk Kunst-Verbond, prof. dr. J. de
Zwaan uit Leiden.
Men vezoekt ons er nog de aandacht op te
willen vestigen, dat de prijs voor deelneming
uiterst laag gesteld is, zoodat dit geen be
letsel behoeft te zijn zich als deelnemer(ster)
op te geven.
De heer G. den Broeder, Hoogeweg 50a,
Amsterdam-O., secr. van het verbond, is tot
het geven van inlichtingen bereid.
SAGEN UIT HET OUDE GELRE.
In i
mooie reeks van Thieme te Zutfen
verscheen een nieuw deel „Sagen en Spro
ken uit bet Oude Ge're". Dit royaal uitge
voerde. met schitterende, gekleurde en zwar
te platen van Willem Backer versierde boek.
ontstond uit de gelukkige samenwerking
van twee mannen, die zich met hart en
ziel aan hun mooie, maar moeilijke taak
hebben gegeven: J, A. Slempkes, die het
boek heeft geschreven en Alb. Oltmans,
hoofdcommies tij het Rijksarchief van Gel
derland. die het noodige archiefwerk ver
richtte. Gelukkig noemen wij deze samen-
wei king. immers, wie sagen en legenden
verhaalt, moet teruggaan in de geschiedenis
om zooveel mogelijk de eerste vormen en
teksten te achterhalen. Door bestudeering
•an het zoo verkregen materiaal, dooi ver-1
J. A. SLEMPKES
gelijking er van. was het de heer Slempkes
mogelijk de verhalen te zuiveren van aller
lei bijmengselen, die er later ingeslopen wa-
Het materiaal, dat Oltmans, uit hoofde
van zijn ambt, bij kon brengen, doet „Sa
gen en Sproken van het Oude Gelre" rusten
op vaste historisohe grondslagen.
De verzameling waarvan thans nog
slechts het eerste deel verschenen is, geeft
een 45 tal Geldersche sagen, zooveel moge
lijk uit alle streken van het gewest, zoonis:
De kruisheer van de Ne velhorst. De zwarte
vrouw van Staverden. Het steenen huis van
de Klingelbeek, De witte wiven van Lochem,
de Brandende berg van Nunspeet, Gerhard
van Teisterbant, enz. Na iedere sage wordt
ter afwisseling een korte overlevering of
anecdotisch fragment gegeven, met kleino
letter gedirukt.
Reeds van meerdere deelen der Sagen en
Legenden-reeks hebben wij een min of meer
uitvoerige bespreking gegeven. Het is een
soort lectuur, waarvoor wel belangstelling
schijnt te bestaan, en welke deze belang
stelling ook zeer wel verdient. Immers, men
vindt in de oude sproken vaak heel wat te
rug van het verborgen leven van het een
voudige. onontwikkelde volk. men vindt
hier en daar in die verhalen de verklaring
van namen van personen, plaatsen en ge
beurtenissen, die men uit andere bronnen
vergeeft zoekt, in de meeste dezer oude ver
halen leeft ook volkskunst.
Doch zal deze kunst, die soms erg primi
tief is. maar toch niet minder echt en zui
ver. in het gestvloerde verhaal der sagen
en sproken tot uiting komen, dan moot de
man, die ze vertelt, zelf de fluistering die
In de legende is, verstaan hebben, een kin
derlijk gemoed bezitten, waarmee hij invoe-
ROFFELRIJMEN.
Zoo niet
«rachillende kaï
Holland is een klein maar fijn land
En je bent er reuzevrij,
Zelfs al maak je kromme sprongen
Als een veulen in de wei:
Je mag hier van alles zeggen
En je mag van alles doen,
Je mag door ons landje loopen
Oo één klomp en ééne schoen,
En je mag op Zondag sporten
(Wat in Engeland niet mag)
Ook al heb je hier de blije,
Vrije halve Zaterdag.
Je mag werken hier, en staken
Nee! werk staken mag je wèl,
Maar wie werkt als er gestaakt wordt
Staat, in sporttaal: buiten spel!
Niet. dat iemand zal beletten
Als je w er kt in staking stijd;
Dat zou in flagrante strijd zijn
Met collegialiteit;
Doch je moet je wel bedenken,
Veelgeprezen kameraad:
In zoo'n tijd liggen de steenen
O zoo losjes Ï7i de straat;
En je ruiten breken eerder
Dan ze dat gewoonlijk doen;
En er zit veel voetbalneiging
In de stakersiverkmansschoen
En het kan ook wel gebeuren.
Dat een staker-kameraad
Zich, zijns ondanks, bij vergissing
Aan een arbeider misgaat.
Ja, daar ben je voor in Holland:
Je bent vrij, vrij ais een visch
Tot je aan de grens komt, die er.
Aan de vrijste vrijheid is
Stakingsrecht kan stakingsplicht zijn,
Maar het gaat bij ons niét aan
Om met waapnen der barbaren
Stakingsgeest erin te slaan.
Daarom: wacht je voor de bonden
VFaar de knok geest wordt gekweekt,
Die zich in de stakingsdagen
In handtastlijkheden wreekt.
(Nadruk verboden
LEO LENS.
len kan in tijd en gebeurtenissen, die hij
verhaalt en bovenal hij moet in zich iets
hebben van de middeleeuwsohe sprookspre-
ker, die met droomerige, tastende woorden
sfeer en kleur weet te geven aan de mooie,
maar vaak toch vreeselijk onlogische ver
tellingen. i
Zulk een man blijkt Slempkes te zijn.
Een uitstekend verteller, met een frissdha,
origineele stijl, die meegenieten doet van de
rijkdom van menschelïjkheid en oorspron
kelijkheid, welke sommige der oude spro
ken bevatten.
De meeste sagen en sproken ontstonden!
In de middeleeuwen en de daarbij aanslui
tende periode, een enkele vinden wij ver
meld uit het begin der vorige eeuw.
Verwonderlijk hoelang ten platteland®
allerlei bijgeloof zioh heeft weten staande
te houden en hoe sluwe lieden met heksen-
bezwering e.d. nog betrekkelijk kort gele
den aardige bedragen aan hun medeanen-
schen wisten te „verdienen".
Langzamerhand slechts geraakte men over
tuigd dat de duivelsche werking van het
aankijken van een boos oog, kwaadwillig
de hand drukken, op de schouder tikken of
over 't hoofd strijken, enz. slechts op inbeel
ding berustte en dat het krakend steunen
van de eikenstammen, het krijschen van
schorre kreten door de stormdennen diep in
do nacht niets te maken had met allerlei
de mensch slecht of goedgezinde wezens.
Wonderlijk is het, zich eenige uren terug
te leven in de mentaliteit en gedachten-
sfeer van onze voorouders, mee te vreezen
hun angsten, zich mee te verblijden met
hun kinderlijke vreugden. Die mensch van.
toen verschilt in «vezen toch maar weinig
vnn die van n u. Fluisteringen, angstge-
dachten, boeldingsgaven, bijgeloof. Angst en
hoop liefde en haat
Fluw en wreed waren veelszins de lieden
vnn vergane geslachten daar buiten in bos-
schen en velden, waar de meeste sproken
ontstonden tcin.dden van een vaak even
ruwe natuur.
Maar sterk en onverwoestbaar leefde oolc
in dc primitieve en superstitieuze massa het
besef van een wrekende gerechtigheid. Het
gaat in de wereld van de primitieve mensch
toe. gelijk in die van het kind: het kwaad
wordt gestraft, moge ook lange jaren het
onrecht scl.rr.laar zegevieren. het goede
vindt zijn hrk.cning.
„Uit de vreemde, soms dwaze, maar dik
wijls toch sthoone fantasieën onzer vroegst-
bekende voorouders aldus Slempkes
spreekt als een noodkreet, „de profundis",
de moreelc lendentie van een kinderlijk
stijgverlangen. dat zich door een stoffelijke
verklaring der geestelijke bevindingen geens
zins bevredigd richt, en in de gedachteschep
ping van het volksverhaal een verheelde vol
doening zoekt voor de pijnen van geschon
den recht".
Terecht, met dat inzicht moet men sagoni
lezen.
STEMMEN DES TIJDS
Maart 1932.
Dr. G. van der Leeuw herdenkt Goethe;
„Wanneer ik geen Christen was .zou ik geen
„Goethinan" willen zijn, maar ik zon iets
van zijn geest willen hebben, van alen -
geest, die „immer strebend sich brmüht".
Dr. H. Schokking toetst Ankers Larsen's op.
vattingen van Duurzaam geluk aan het
Evangelie. P. A. Wansink verhaalt
Crisis-curiosa uit vroeger tijd. Drs. H. G.
Funke besluit zijn studie over Israëlitische
Psychologie. II. J. van Gelderen schotst
het korte leven van Julius Willem Bilderdijk
het eerste kind van Mr. Willem Bilderdijk
en Catharina Schweickhart. Dr. C. Taze-
laar geeft een uitgebreide Boekbespreking.
Tot 6lot Leestafel.
Stemmen des Tijds. maandblad voor Chris
tendom en Cultuur staat onder redactie van
Dr. W. J. Aalders, Mr. A. Anema, Dr. H.
Colijn, Dr. P. A. Diepenhorst, J. C. van
Dijk, Dr. C. Gerretson, P. J. Molenaar, Dr.
A. A. v Schelven, Dr. J. R. Slotemakor de
Bruine, Dr. C. Tazelaar en Dr. B. Wielenga.
Het is een voornaam, hoogstaand tijd
schrift, dat zich reeds twintig jaar lang
terwijl zoovele andere peiodiekon kwamen
en verdwenen heeft gehandhaafd cn een be
langrijke uiting is van het cultureele en
godsdienstige, staatkundig» en sociale leven
in Christelijke kring. ij hopen geregeld
de inhoud van dit tijdschrift, dat uitstekend
uitgegeven wordt door G. J. A. Ruys te
Zutfen, te vermelden en literaire artikelen
van belang uitvoeriger te bespitsken.