DONDERDAG 17 MAART 1932 DERDE BLAD PAG. 9 TWEEDE KA5YIER LOOPENDE PACHTEN Departementale indeeling INDISCHE BEGROOTING DE BESTUUESHERVOKMING VOOR DE BUITENGEWESTEN DE MINISTER VAN KOLONIËN STELT DE PORTEFEUILLEKWESTIE Vergadering van 16 Maart 1932. OVERZICHT De Kamer heeft besloten 't ontwerp-Ebels inzake loopende pachten na het Paaschreces te behandelen. Zoo spoedig mogelijk zal dat geschieden. Thans ontbrak de tijd om het rustig te doen. En da ingrijpende materto vordert, dat in alle kalmte een weloverwo gen beslissing wordt genomen. Het wetsontwerp betreffende instelling van een departement van Economische Za ken en Arbeid en wijziging in de samenstel ling van 't departement van Binnenlandsche Zaken wordt met groote meerderheid goed gekeurd: 60 tegen 18 stemmen. De rest van den middag tot bijna 7 uur toe heeft de Kamer besteed aan de behande ling van de bestuurshervorming voor de buitengewesten. Het ging om de hoofdlijnen daarvoor en nog niet om daadwerkelijke uit voering. Om te beginnen was alleen gedacht aan een te vormen gewest Sumatra; Borneo en de rest, de Groote Oost. zouden later een beurt krijgen. Aan de toelichting tot dit voorstel, gelijk het indertijd bij den Volksraad aanhangig is gemaakt, ontleenen we het volgende: Ten aanzien van Sumatra is de keuze ge vestigd op een samenstel van groepsgemeen- schappen, welke alleen kunnen gesticht wor den in een rechtstreeks bestuurd gebied, welks territoriale grenzen in groote trekken overeenkomen met de thans bestaande ge westen. De bestaande onderafdieelingsraden zullen worden opgeheven. De besturen van de groepsgemeenschappen zullen zijn ge mengde raden met overwegend inheemsch karakter met dus een volstrekte inheemsohe meerderheid. In dze raden zal voor «Je hoof den van de adatvebbanden een aantal zetels gereserveerd worden en ook aan het ambte lijk inlandisch bestuur een nlaats worden in geruimid. Daarnaast zullen zitting nemen ver tegenwoordigers van de opkomende klassen van intellsetueelen, handelaars en leiders van de Inheemsche nijverheid, die ln som mige opzichten aan het adatvebband ont groeid zijn. De eerste rad'en zullen worden benoemd, terwijl' het later wellicht mogelijk zal ziin voor sommige groepen of voor alle raadsleden het verkiezingsstelsel toe te pas sen. De voorzitter van den Raad wordt d'e Resi-dent-afdeelinig'hoofd, wiens ressort sa menvalt met de groepsgemeenschap. De raad kriigt een toezichthoudende en organiseerende bevoegdheid over de adatge meenschappen (inlandsche gemeenten). Het ressort van de groepsgemeenschappen strekt zich ook uit over de stadsgemeenten, waar door het zeggingschap over de stadsingeze* tenen met het recht van belastingheffing binnen de stadsgemeenten komt. Het toe zicht daarop blijft echter aan de provincie voorbehouden. De zelfbesturen worden gehandhaafd en' ontwikkeling daarvan zal worden voortgezet met bevordering van federaties van kleinere zelfbesturen en andere samenwerking. DC provincie Sumatra, welke alle groeps gemeenschappen en zelfbesturencomplexen overwelft, omvat het geheel e eiland Suma tra, uitgezonderd Atjeih. Vele onderwerpen welke voor Java aan de Provincie zijn opge dragen. worden voor Sumatra gedeeltelijk bij de groepsgemeenschappen ondergebracht, waardoor deze op één lijn komen te staan met de zelfbesturende landschappen. Voor de samenstelling van het Provinciale Be stuur kan het voorbeeld van Java gevolgd worden met dit belangrijke verschil, dat de Provinciale Raad voor Sumatra samenge steld wordt uit vertegenwoordigers der groepsgemeenschappen, door de raden der groepsgemeenschappen aan te wijzen, en van combinaties van zelfbestuursland- schappen. De staatkundige hervorming der verdere buitengewesten is op dezelfde beginselen ge baseerd als voor Sumatra, gewijzigd naar locale omstandigheden. Echter is er voors hands nog geen plaats voor provincies. Het toezicht zal daar ambtelijk worden uitge oefend. Het woift niet noodig en niet gewenscht geacht om reeds thans een keuze te doen voor een hoofdplaats voor het geprojecteerde Gewest Sumatra. Ten aanzien van Atjeh wordt het voorloopig noodzakelijk geacht het'rechtstreeksch contact van de regeoring met den hoogsten Europeeschen bestuurder te behouden met het oog op de bijzondere toestanden in Atjeh. Het Gouver nement Atjeh en Onderhoorighedden zal der halve voorloopig als gewest nieuwe stijl moeten blijven voortbestaan. Hoewel Borneo eigenlijk te achterlijk is voor een gewest-nieuwe stijl, is een andere hestuursindeellng niet wel mogelijk. Overi gens schijnt het onmetelijke land met zijn groote natuurlijke rijkdommen voorbestemd om zich te ontwikkelen tot een gewest dat zijn afzonderlijk bestaan in de toekomst ten volle zal rechtvaardigen. Bandjermassin wordt aangewezen als gewestelijke hoofd plaat. De Zuider- en Ooster-Afdeeling van Borneo zal moeten worden gesplitst in twee residenties. In de Groote Oost is voorloopig alleen plaats voor zelfstandige gemeen schappen. We gaan op het wedervaren van deze voorstellen in Indië niet nader in. Veel sym pathie hadden ze niet. Met den onderbouw: aidatge-meen sch a ppengroepsgemeenschap pen en zelfbesturende landschappen, kon men zich nog wel vereenigen, maar de amb telijke bovenbouw werd niet begeerd, al werd later een oplossine gevonden. In de Kamer kregen we van dit alles een herhaling. De linkerzijde was eenstemmig in haar verzet. Zelfs 't zuinigheidsargument deed er bij de sociaal- en vrjiz.-dem. opgeld: hun voornaamst» verzet gold echter het niet tot haar recht komen van de groepsgemeen schappen •dioor den ambtelijken bovenbouw. Van dien bovenbouw wend druk geducht cn daarom moest die maar achterwege blijven. In dezen geest had den vorigen dag ook dé heer v. Boetzelaer gesproken. Het verzet van liberale zijde was ecnigs- zins anders gekleurd. Daar vreesde men voor het verdwijnen van den Europeeschen bestuursambtenaar uit den onderbouw en dat was hun een onoverkomelijk bezwaar. In elke bestuursinstnntie diende bet Noder- landsche gezag te blijven o-prepresenteerd. De hoeren Beumer en Fober vroegen den minister de verzekering, dat de positie der adatgemeenschappen, die de basis voor het nieuwe bestuursstelsel vormen, niet zou worden bedreigd door hoogere instanties en zij dus haar eigen natuurlijke taak zouden kunnen \ervullcn. Minister de Graaff antwoordde daarop vol komen bevestigend. Aan den liberalen woord voerder werd geantwoord, dat de Europee sche bestuursambtenaar in elke geleding van het nieuwe apparaat zou kunnen woi den gehandhaafd. Dit antwoord was den heer Knottenbelt niet positief genoeg. Daar de lieeren Cramer en Joekes ook niet te over tuigen waren, was daarmee een aaneenge sloten verzetbiedende linkerzijde ontstaan, die versterkt werd door den heer v. Boetze laer, wiens bezwaren ook niet waren ver vallen na 's ministers rede. Wie staan er achter den heer v. Boetzt laer? Heel zijn fractie? Het was niet bekend. Indien ja. dan liep het ontwerp groot gevaai en ook het lot van den minister. Het begon te „criselen", vooral toen bij de replieken par tijen niet tot elkaar kwamen, aan 't slot van zijn dupliek toonde de minister de gevaar lijkheid van de positie te doorzien. Hij ver klaarde toen, dat met het voorstel slechts word voortgebouwd op de vroeger aangeno* beginselen en dat, mocht de Kamer daartegen in reactie zich verzetten en de historische lijn willen afbreken, hij, di« mi nister, niet langer de verantwoordelijkheid zou kunnen dragen. De portefeuillekwestie was daarmee ge steld. De voorzitter verdaagde in verband daar mede de eenstemmigheid over het bestuurs- hervormingsontwerp tot na afdoening van de overige begrotingsvoorstellen. De Indi sche begrooting komt dan in ieder geval af en er on+staat nog even gelegenheid tot over log. Dit laatste schijnt ons heel nuttig. We hadden den indruk, dat tusschen den minis ter en den beer Knottenbelt misverstand bestaat, dat zeer wel uit den weg te mimen is. We zien althans voor 'toogenhlik, aan Koloniën nog geen crisis. i de g-el eg-en held opent voor de bevolking aan het bestuur der ressorten deel t i ellan deewesten_ de<ugei deze wijze'* niet ontlasten, omdat de wel bevoegdheden krijgen, maar geen zelfstan dige veantwoordelljkheld. Ze zullen telkens t>IJ hooger gezag moeten aankloppen. De kosten der hervorming zijn voorloopig op 800.000 gesteld: In de practljk zal er nog neel reten. Maar daarto an groote eilandgewesten. die zal slecht chade doen nan de ontplooiing van de groeps de bevolking landsch best wikkeling. Alleen dat tchappen belemmore i bestemde gouvernei zal leiding worden de groepsge-meen schappen «tuurszaken der bulten; oeift slechts de bureaucratie. ichten op de Instelling de n. Dat behoeft niet zoo lang De heer Feber kon niet begrijpen, dat de rootc provincies met groote -bevoegdheden er cn slotte toe zouden leiden, dat de Volksraad rerd uitgehold. Die zal dat toch zelf moeten de uitholling niet te ontgaan keling der dingen, wie zal dat de kosten wordt thans niet beslist; zoo- -Jigd kan de Inlichtingen gevi VERSLAG De VOORZITTER Aldus werd besloten: loopende pachten tlng worden behandeld, iet Ingrijpend karakter civlelreohtelljke cc de agenda zijn. de eindstemming betreffende iet mogelijk was er voor te stemmen na de ïededeell-ngen der Regeering over de benoe- ilng Van een dl.recteur-generaal van den land- 0 tegen 18 stemmen. Tegen 4 C.H., 8 S.D., 5 .D. en de heer Wijnkoop. Vervolgens werd de behandeling der Indische begrooting De "heer CRAMER (S.D.) vervolgde zijn rede icteeJe omstandlghedei besparing door de bestuursher- Met den onderbouw ambtelijken bovenbcn amen zullen vallen met De gedachte pro kelen den Volksraad i i de ontwikkeling tegen ln voldoende l zijn. Die uitgavei zeer ongelegen. Toch wil de i hereiding van het nieuwe sy ook ondanks het feit. dat v voorloopig wel niets zal kom Met den opzet der hervorm Knottenbelt het overigens een; ln de bultengei Dr. 13 DU MER (A.R.) de uitvoering ■anderlng in de mln.g zelf. Die i hen. die een dag i geld zagen voor sociale hqr- het plan \tan Ingetogenheid worden betracht met het oog op den financleelen toestand. Het wetsontwerp werd verder beoordeeld naar art. 18 van het antlrev. program, dat vraagt autonomlsche ontwikkeling door be- etuursdecentrallsatle der volksgemeneschappen. De adatgemeenschappen moeten zich, zonder al te veel controle, in vrijheid kunnen ontwik kelen. Ityit de groepsgemeenschappen niet be lemmerend zullen optreden, is door den minis ter niet bewezen. Men kan beter de taak der adatgemenesohappen beperken, dan die, met In stelling van controle dóór de groepsgemeen schappen, uitbreiden. Welke zal voor de adatgemeensohappen de sfeer zijn en welke voor de groepsgemeenschap- De minister zegt, dat Java geen vergelijking biedt. Daar Is het niet gelukkig geloopen. Op welken grond meent men nu, dat voor adat- en groepsgemeenschappen elk een voldoende eigen taak zal zijn? nisbare differentiatie ls dat goed. De gouver nementen zullen tot provincies worden. Maar dan ls onjuist te zeggen, gelijk de heer Van Boetzelaer deed, dat men met Instelling der gouvernementen aan den verkeerden kant be gint. Antwoordt de minister op de gestelde vragen bevredigend, dan was de heer Beumer bereid met den minister mee te gaan. DE MINISTER AAN HET WOORD De MINISTER VN KOLONIËN besprak aller- nader zullen hebben uit- Bestuurshervormlng bedoelt administratieve decentralisatie en het scheppen van een zelf standig bestuur voor bepaalde rechtsgemeen- ekenlng te houden. We kuni artoe dient de Instelling ;ld ligt geheel ln de lijn, die sinds 10 Jaren wordt gevolgd. De sterke Inkrimping der gewesten, die beoogd wordt, zal belangrijke bezuiniging geven. Nieuwe uitgaven zullen niet worden gedaan, indien zij door den toestand der landsflnanclën niet zijn verantwoord. Slechts zullen plannen en richtlijnen worden uitgewerkt. Alleen wan neer voor heel Indlë de decentralisatie zal wor den doorgevoerd, zal op 's lands uitgaven be langrijk kunnen worden bes.nlgd. De bestuurs- dient ook om allerlei belangen In- beter te kunnen verzorgen. Met dit ■ekenlng worden gehouden De amer ls thans slechts gepli schets van te volgen hoofdlijnen; later volgen de uitgewerkte plannen, die alsdan zullen kun nen worden beoordeeld. De gelegenheid om er over te kunnen spreken ls zoo eekozen. dat niet raad. die deze zaak als eenheid" heeft te behnnde Bij organisatie van den zelaer wilde, kan niet «elljke en regionale autonomie komen dan nli voldoende tot uiting. Indien de eenheid van een bevolkingsgrot het aanbevelenswaardig doet zijn grenzen vt gewesten te versohuiven, dan ls daartegen get Een goed georganiseerd gewestelijk bestuui zal bevorderlijk zijn aan een gezonde ontwik keling van den z.g. onderbouw. Die ontwlkke- regeering. Dan wordt h trlijk zijn die grer doende kan laten gelden, niet door t ictles blijven natuurlijk i "lottenf gezag ln het algemeen zal blijven De plaatselijke bestuurders zullen voo'r noodig ls. bilj- vrees behouden om met den minlste. De heeren CRAMER (S.D.) en JOEKES (V.D.) vredigd. De portefenillekwestle gesteld. De MINISTER antwoordde den heer Knotten belt. dat de tegenwoordige controleurs et clvlel-gezaghebbers ln het nieuwe stelsel hooft van plaatselijk bestuur kunnen zijn. Op de eenmaal aangenomen beginselen word voortgebouwd. Mocht de Kamer de lijn willet ctle beslatten, dan r.nl dt *>IJn eschorst tot na afhandêïlng wetsontwerpen der Indische begrooting. De afdeeltng BInnenlandsch Bestuur werd erga(tering te 6.55 uur ver Kerknieuws. DE GEREF- BOND IN DE NED. HERV. KERK We lezen in de „Waarheidsvriend", het or gaan van den Geref. Bond in de Ned- Herv. Kerk: Aan de hand van verschillende gegevens, van alle kanten ons verstrekt, onder bekwame leiding van Ds. G. van der Zee, destijds pre dikant te Den Bommel, nu te Vaassen (Geld.), kunnen we zeggen, dat er 1644 predikants plaatsen zijn in onze Hervormde Kerk, waar van (ongeveer) 477 behooren tot de Moderne richting (Evangelischen mee inbegrepen), 502 Ethisch, 451 Confessioneel en 214 Gerefor meerd ((ongeveer!) Daarvan waren indertijd 100 Moderne, 42 Ethische, 61 Confessioneele en 71 Gereformeer de vacant. Zoodat er 1370 dienstdoende predi kanten waren: 377 Modernen, 400 Ethischen, 890^ Confessioneel en en 143 Gereformeerden- Nu zjjn niet alle Gereformeerde predikan ten helaas! Gereformeerde Bonders De sym pathie bij allen is niet dezelfde. Er is bij velen onverschilligheid ten opzichte van den Gere formeerden Bond. Ze laten zich aan den Gere formeerden Bond niets gelegen liggen. Ook zijn er helaas! die bepaalde tegenstanders van den Gereformeerden Bond zyn, niet alleen niet medewerkende, maar zelfs tegenwerkende. Om de waarheid getrouw te zijn en de wer- kelykheid bloot te leggen, moeten we dit eerlijkheidshalve bekennen. Waar de Gereformeerde Bond tracht een band te leggen tusschen alle Gereformeerde predikanten en alle Gereformeerde Kerkera den, is ons dat nooit volkomen gelukt. Soms is er een strijd om beuzelingen, die de hoofd zaak uit het oog doet verliezen. Zelfs in deze ernstige tijden kan men er niet toe komen om den broederband te leggen en te sterken. Soms ook is er principieel bezwaar, omdat men van geheel andere beginselen uitgaat en het vele werk en den veelszins nuttigen, op- bouwenden arbeid van den Gereformeerden Bond, bijv. door het Studiefonds en den Evan- gelisatiearbeid in moderne Gemeenten (onze verschillende Evangelisatie-posten, vooral in het Noorden) steunt men niet- Men trekt lie ver de handen en laat anderen dan maar alleen werken- Ook is het soms niet bepaald, dat men prin- cipleele bezwarert heeft, maar de laksheid en de onbroederlijke zin veroorzaken, dat men zioh niets van do dingen aantrekt en z"n schul digen plicht in deze nalaat In de provincie Groningen is alleen Onst- wedde een Geref. Gemeente met een Geref. predikant In Drente de gemeente Hoogeveen met twee predikantsplaatsen. KERK EN SOCIAAL LEVEN. Te En s c h e d had de Chr. Besturenbond den Kerkeraad der Geref. Kerk vprzocht de ,.T.nschedesche Kerkbode" te doen drukken by een georganiseerde drukkersfirma. De Kerkeraad heeft dit verzoek breedvoerig besproken en gewaardeerd het streven de Chr. organisatie tot groei en bloei te brengen. Hij oordeelt echter dat de Chr. Besturenbond er verkeerd aan deed een openbare vergadering te houden om aldus de publicatie van het Kerkeraadsantwoord „de leden der Kerk tegen den Raad dier Kerk in verzet te bren gen". De Kerk heeft wel te vermanen hen dip georganiseerd zjjn in vereeniginecn die op het standpunt van den k'assenstrijd staan, maar hoeft niet tot plicht de zorg dat haar leden georganiseerd zijn. „Te meer weegt dit, wijl het niet gaat om oen Christelijke organisatie, maar om het uit- oofenen van iemands beroep onder de collec tieve arbeidsovereenkomst in de' typografie, welke overeenkomst is aangegaan door drie patroonsvereenigingen eenerzij ds cn vier werk- liodenvereenigingen anderzijds, welke van zeer verschillende richtingen, ook niet Ofcviste'ijke, zijn. Wat gij dus wilt, is niet dat bedoelde broeder zich Christelijk organiseere; uw eisch zou zelfs ingewilligd zijn, als hy zich sloot bij een niet-Christelijke vereeniging. Het is u bepaaldelijk te doen, dat genoemde br. die collectieve arbeidsovereenkomst aanvaardt. Nu moet het toch ieder duidelijk zijn, dat de Kerk over dat contract niet ooraeelen kan. De Kerk beoordeelt of naar den Woorde Gods eenige handeling harer leden zondig is, maar al ken nen misschien sommige leden van Ier. Raad dat contract, qua ambtsdragers kunnen mogen ze niet oordeejen over een 1-epaald c tract tusschen werkgevers en werknemers. „Een derge'ijke beoordeeling, al werd bet contract ter fine van advies ons toegezonden, sou niet Gereformeerd zjjn, maar Roomsch. „Wat gij nu vraagt is echter .tiet de over- hec-rsching van de Kerk over maatschappelijke vereenigingen, maar de overheersching van de organisaties over de Kerk, daar uw Besturen bond aan de Kerk voorschrijft te zorgen, dat hare leden lid zijn van de door hen aangewe zen organisatie. „Wij hebben wel de belijdenis der Kerk te bandhaven, maar niet de beslissingen van uw Pond uit te voeren. En dan nog wel rloor het middel, door u voorgeschreven. Dat middel toch zou neerkomen op boycot van haar eigen leden. Wjj zouden moeten dwingen dooi in den brootle te treffen. Zelfs by censure over grove, erger'ijke zonden doet de Kerk d;;t nog niet. Wij achten het in strijd met Christelijke beginselen, met de vrijheid van geweten, als uw organisatie door dwangmiddelen als boy cot, iemand wil dwingen lid te worden van een bepaalde organisatie en wjj waarschuwen de leden der Kerk ook zeer ernstig, om niet met verachting van de gemeenschap der heiligen er de saamhoorigheid der Kerk, uit te sluiten uit de burgerlijke samenleving, allen (He bet merkteeken van een voorgeschreven organi satie niet dragen. „De Kerkeraad meent dan ook re moeten blijven by zijn alouden regel, om zooveel gelijk by het opdragen van eenigen arbeid de leden der Kerk voorkeur te moeten geven, temeer daar de Gereformeerde Kerk byna de eenige is, die zich zonder Rykshulp onder houdt door de gewilligheid harer leden." EVANGELISATIE. Te Deventer had het nieuw opgerichte Interkerkelijk Comité voor Stads-evangeli- satie „Una Sancta" Maandagavond j.l. haar eerste bijeenkomst belegd in het Evangellsa tiegebouw. Een groote schare belangstellenden, aldus schrijft men ons, liet geen plaatsje in het ruime gebouw onbezet Als sprekers voor dien avond traden op de heer P. C. Tyssen Ned. Herv. Evangelisatie, de Geref. predi kanten Ds. P. Prins en Ds. P. G. Kunst; en de Luthersche predikant Ds. W. J. Kooiman. Van het gemeenschappelijk onderwerp van dien avond: „Christus in het midden"- behan delde evangelist P. C. Tyssen: „Christus tusschen de zondaren" en toonde nl een aan grijpende toespraak Christus tusschen de moordenaars, Christus in het lijden en in den vloek. Ds. W. J Kooiman sprak dan over: „Christus tusschen hemel en aarde1"" als den Redder der wereld, die „hemel en aarde vereenigt te saam". Ds. P, Prins be handelde: „Christus tusschen de verlosten", naar het woord uit Openb.: „En ik zag in het midden van den troon een Lam als geslacht", temidden der gezaligden; terwijl Ds. P- G. Kunst in een ernstig slotwoord deze drie gedachten te zamen bond- Vooraf had de voorzitter van „Una Sanc ta", de heer C. Oranje, doel en streven van het comité uiteengezet en gewezen op den geestelijken nood van dezen tijd, die roept om belyden en beleven- O.m. deelde spr. daarbij mede, dat het comité den arbeid van het vroegere Deventer kwartet hoopte op nemen door allerlei Evangelis«lie-arbeid re verrichten, waarbij in de toekomst sprekers van verschillende kerkelijke richtingen zul- worden uitgenoodigd. Hoezeer dit doel in een geestelijke behoefte voorziet werd wel nadrukkelijk aangetoond door de groote opkomst, waaronder velen die zelden of nooit een kerk bezoeken. Te Wnubach (L-), vlak aan de Duitsche grens, is vanwege de Geref. Kerken te Heerlen een Evangelisat'egebouw in gebruik genomen, van welke plechtigheid we reeds vers'ug gaven. Abusievelijk vermeldden we, dat het gebouw te Rumpen stond. Radio Nieuws. DONDERDAG 17 MAART i AVRO: Draalorselmuzlftk rg: Altzang T O keet 061 i AVRO: Grmnofoonruuzlelt i AVRO: Mengelbeige Goe- sierhauaen: Pop. muzlalc i NCRV: Ruse, sum AVRO: sum AVRO: L r y: Band-mu ïramofoonmuxlelc AVRO: Engelech NCRV: Leger des Helle-ui*- VRIJDAG 18 MAART 12.05 Kalundborg: Strijkorkest 12.15 Hulzen NCRV: Concert 12.15 Hilversum AVRO; Zang-recital 12.20 Davenï r yV Orkest vro Orkest 12.30 Hilversum AVRO: Kamerorkest 13.20 Londen R.: Coi 14.00 Kalundborg: 6.20 La -6.50 D a 16.55 Wa 17.00 H i 17.30 Hu 16.80 H 1 iVe^um" "VARA: "Knutselwerkje* J NCRV: Handenarbeid i NCRV: Babyverzorging LICHAMELIJKE OEFENING DE UTRECHTSCHE SINGELLOOP De steeds groeiende publieke belangstel ling voor den bekenden Utrechtschen Sin gelloop, welke zoo enorm werd dat het ver keer voor geruim en tijd gestremd nuest wor den, is oorzaak geweest dat een nieuw par cours moest worden uitgelegd. In overleg met de politie heeft het Comité besloten het parcours als v-dgt te wijzigen: start Punten- rif; Cathr'jnes'n£€l. Ledig Erf, Maliesin- gel, Maliebaan, Museumlaan Emmalaan, Wil- helminapark, Julianalaan, Mecklenburgplein (finish). Het parcours is 4600 Meter. De toe gezegde medewerking is roods zoo groot, dat deze Singel loop het succes van al de andere loopen zal overtreffen. Als datum is bepaald Zaterdag 28 Mei, aanvang 5.40 uur. ONTSPANNING DAMMEN KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. Voor dezen wedstrijd hebben ingeschreven de meesters W. Rustenburg te Amsterdam, titelhouder; B. Ris te Wormerveer, P. J. van Dartelen te Amsterdam; A. de Graag te Heusden; B. Dukel te IJmuiden. Door het Bondsbestuup is verder toegelaten de kam* pioen van Zuid Holland J. H. de Hoogh te Den Haag. Verder zal nog deelnemen de neer F. Raman te Amsterdam, die het vorig jaar met 1 y >t minder dan de kampioen op de 2e plain eindigde. Voorts is door het Dag. Bestuur uitgenoo- q '1 om dcc' ,f! nf*mPn d* wereldkampioen B. Springer, die momenteel in Den Haag vertoeft Overigens is het Dag. Bestuur in corres pondentie met de meestors A. K. W. Damme, R. C. Keiler cn J. H. de Vos allen te Amster dam om deelneming mogelijk te maken. Kan de. bezetting verkregen worden die het Bondsbestuur zich voorstelt, dan zal het een krachtmeeting worden van de le rang. zooals er in langen tijd al niet- meer heeft plaatsgevonden. Mocht het aantal deelnemers 7 of minder bedragen dan zal een dubbele ronde ge speeld worden. Bij meer dan 8 deelnemers wordt een enkele ronde gespeeld. De wedstrijd zal in ziin geheel te Amster dam worden gespeeld. Het ligt in de bedoe ling om 2en Paaschdag aan te vangen. Tot wedstrijdleider is aangewezen de heer S. S. van Baaien, 2e voorzitter N.D.B te Amster dam, Er zullen 2 partijen per dag worden gespeeld, terwijl het speeltempo is bepaald op 25 zetten per uur. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS schrijver van het beroemde boek „Ren verplaatst den lezer ln 't begin van dit e verhaal naar 't einde der veertiende eeuw Een geheimzinnig reiziger van Joodsche al- komst, liet zich toen met «ijn drie slaven door handelsvaartuig brengen naar de baaJ van n hij daar aan land wee gestapt, begaf ch met zijn slaven naar een oude begraaf- 3. Hij bleek hier goed bekend te zijn, want r zich eenmaal te vergissen wist hij door te dringen tot de^ sarko^{1Ha5 kw^|argnVg® TyrUij Toen de vreemdeling de sarkophaag^ ^Rumt)1 vijftig 6faar later bevond de vreemde ling. maar nu omgeven met den luister van een «nachtig Indisch vorst, zich bij een groote karavaan, die door de woestijnen van Arablë naar Mekka t Op dezen 1 Emir El H-d,. flen Siiltan de eervolle opdracht had de bedevaartgangers maakte hij kennis me >edlg krijgsman, die i beschermen. dochtertje, de 14-Ja: prachtig zomerpalel ggebracht door een Jongen man, die zij uitnoc Klooster te Blelo-Osero. Deze brief werd hai dlgde aan de aangerichte tafel plaats te n< hien. Daarna begon zij den volvonden brief Bielo-Osero, 3 Juni 1452. Van Hilarion, den Abt, aan Irene, zijn wel beminde dochter. Gij dacht mij reeds sinds langen tijd in de eeuwige rust, voor eeuwig bij onzen Verlos ser. Is stilzwijgen gelijk aan den cïuod, geen geluk is zoo liefelijk als dat, hetwelk ons onverwacht overkomt. Zoo was de opstan ding de volmaking van de kruisiging. Meer dan al het andere, meer dan de bergrede, meer dan de wonderen door Hem verricht, meer dan zijn voorbeeldeloos leven, stelde de opstanding in het lioht, dat onze Heer hoog verheven was boven een gewoon philosoof als b.v. Socrates. Wij storten tranen om zijn zwaar lijden, maar wij zingen, zooals Mir jam zong, wanneer we aan zijn overwinning van het graf denken. Ik zou mij zelf niet met Hem willen vergelijken, toch verheugt mij de gedachte, dat deze regelen, zoo onver wacht tot u gekomen, u iets te gevoelen zul len geven van hetgeen de Maria's gevoelden, toen zij met de specerijen grafwaarts gin gen en slechts de engelen vonden. Laat ik u voordat Ik verder ga van mijn verdwijnen uit Konstantinopel vertellen. Veel kostte mij de oproeping uit het oude klooster door (Jen Patriarch; niet het minst omdat ik van u scheiden moest op een tijdstip, dat uw geest zich voor de waarheid opende en haar leerde verstaan. Toch meende ik in die roep stem de stem van God te hooren en vreesde haar ongehoorzaam te zijn. Toen kwam de benoeming van den keizer. Hij had van mijn wandel gehoord en ver langde als een tegengif voor de zonde mijn voorbeeld in zijn paleis. Ik trachtte er mij aan te onttrekken. Maar de Patriarch be praatte mij, ik ging, en liet mij installeeren als bewaarder van den Rooden Inkt Toen heb ik mij werkelijk diep ongelukkig ge voeld. Wat is voor zulken als ik het leven in de schaduw van een troon? Wat is macht, zoo zij niet bestaat in het betoonen van ge nade, rechtvaardigheid, liefde? Wat is een gemakkelijk leven anders dan in gevaar te verkeeren van gewoonten aan te nemen, scha delijk voor de hoop des Eeuwigen Levens? O van welke ellenden moest ik getuigen zijn? En hoe rampzalig maakte mij het aanschou wen er van, omdat ik er niets aan doen kon! Ik zag daarenboven de verdorvenheid van het hof. Sprak ik, wie luisterde, tenzij dan om mij te bespotten? Woonde ik de mis bij ln de eene of andere kerk, ik vond onder de misgewaden niets dan huichelarij. Hoe dik wijls heb ik in de Santa Sophia met schuld beladen handen het bloed van Christus in den kelk voor het altaar zien opheffen, en hoe menigmaal heb ik bevend verwacht dat de koepel boven ons hoofd rou invallen, om ons. onschuldigen, met de schuldigen te ver pletteren. Eindelijk had de vrees zich in zoo hooge mate van mij meester gemaakt, dat geen slaap mijn oogen meer look. Ik gevoelde Hal ik vertrekken moest, en wel spoedig, wihic ik niet verloren gaan door het verbreken van mijn verbond met Hem, den Oppersten Rechter, wicn3 goedkeuring ons den vrede brengt, die alle verstand te boven gaat .Verlof om heen te gaan was niet te .ver wachten, want de grooten der aarde dulden niet dat men hyji gunstbewijzen versmaadt. Mijn ontslag nemenmaar dat zou slechts koren op den molen zijn van de hovelingen, die wel niets tegen mij persoonlijk hadden, maar vijanden waren van den godsdienst en verachters van alle heilige verordeningen. En hun getal was zoo groot! Helaas, dat ik dit zeggen moet! Wat bleef mij dus over dan de vlucht? Waarheen? Ik dacht eerst aan Jeruzalem, maar wie kan zonder te verachteren samen wonen met ongeloovigen? Toen kwam Ha- gion Oras, de Heilige Heuvel, mij in de ge dachten, maar daar stuitte ik op hetzelfde bezwaar, dat eer terugkeer naar het klooster Irene onmogelijK maakte: ik zou binnen het bereik zijn van den toorn des keizers. Ik onderzocht mijn hart met al zijn begeerten, heilige en onheilige, en ontdekte er Sen ver langen in naar het kluizenaarsleven. Hop schoon scheen mij de eenzaamheid toe. In welken toestand heeft iemand, die zijn na tuur wenschi te verbeteren, meer kans van slagen, dan in een toestand van algeheele af zonderingalléén met zijn God? Dp geest des geheds moet zorgvuldig aange kweekt worden; waar kunnen wij er geznn der voedsel voor vinden, dan in de stilte die op het midden van den dag even ongc stoord is, als te middernacht? In deze stemming schoot mij de geschiede nis van den Russlschen St. Sergius te bin nen. Hij was te Rostoff geboren. Vervuld van vrome indrukken, niet uit onvrede met de wereld, die hij niet kende, verliet hij op jeugdigen leeftijd in gezelschap van een een groot woud in de provincie Radenogo Daar woonde hij te midden van wilden, om ringd vaa verscheurende beesten, en bracht zyn dagen door onder vasten en bidden, af hankelijk van God als oudtijds de profeei Elia. Zijn leven trok de aandacht. Hij kreeg verscheidene aanhangers. Met eigen handen bouwde hij een houten kerk voor zijn vol gelingen, cn gaf haar den naam van Troit za: Heilige Drievuldigheid. Daarheen bega! ik mij, in gedachten verzonken. Misschien had God daar iets voor mij te doen, voor mij, zoo vermoeid van c)e baatzucht, afgunst, omkooping, gierigheid en winzucht der ziel looze kunstmatigheid, genaamd: samenle ving. Ik verliet Blacherne in don nacht, stak de zee over en rustte niet, voordat ik in de steenen kerk der Heilige Drievuldigheid nederknielde bij het gebeente van den ge vierden Russlschen kluizenaar, om God te danken voor zijn verlossing. De Troitza was niet meer de eenvoudige houten kerk van weleer. Ik vond een verza meling van kloosters. De eenzaamheid waar van ik droomde moest nog hooger in het noorden gezoci worden. Eenige jaren vroe gcr was een volgeling van Sergius, een ze kere Cyrillus, sedert heilig verklaard, niet afgeschrikt door de maandenlange winters naar een afgelegen plek .an de Witt? Zee getrokken, vvaar hij als kluizenaar woond.' totdat in zijn ouderdom een heilig huis noo dig was om zijn volgelingen te herborgen Hij noemde het Bielo-Osero. Daar vestigde ik mij. gewonnen door de warme ontvangst, die er me ten deel viel. Toen ik Blacherne verliet nam ik, behalve het kleed dat ik droeg, twee dingen mee: een exemplaar van den „Regel van de Kloos terwerkzaamheid" en een medaillon-portret van de gezegende moeder van onzen Heer en Heiland, in goud gevat en met briljan ten omzet. Ik had het van den Patriarch ten geschenke gekregen en droeg het altijd om den hals. Zelfs in den slaap rust hot altijd hoven mijn hart, De dig nadert dat ik het niet meer noodig zal hebben; dan zal ik het u zenden, ten teeken dat ik de rust ben in gegaan, en dat ik, stervende, u een behoed middel wenschte te geven tegen ongemakken der ziel en tegen de vreeze des doods. De „Regel" viel in den smaak der Broeder schap. Zij namen hem aan en hielden er zich zóó stipt aan, dat het klooster na verloop van tijd in reuk van heiligheid kwam te staan. Tegen mijn wil verkozen zij mij tot A.bt. En hiermede loopt mijn verhaal ten einde. Moge mijn brief u aantreffen in het nen. Hij wa te Rostoff geboren. Vervuld van broeder zijns vaders huis, en begaf zich naar genot eener zieierust, zooals ik die heb leo- ren kennen, toen ik het leven opnieuw be gon in dezen schuilhoek, waar de dagen doorgebracht worden in gebeden en smeekin- gen, waar de nachten opgeklaard wor Jen door hemelsche visioenen. ^j?nrt"s k'.d 'k u d011 jeugdigen broeder, 1lo u dit schrijven zal overhandigen, onder mv vleugelen te willen nemen. Ik zelf i!pniv>f-.te hem lot deken van ons klooster. Z'in pneg. ternaam is Sergius. Hij was nauwelijks de kin «erschoenen ontwnsscn. toen ik biet kwam Het duurde evenwel niet lang voor dat ik in hem d zelfde hoedanigheden ont dekte welke mij tijdens mijn verblijf in het oude klooster tot u trokken: ern ontvankelijk gemoed en een aangeboren zin om God Hef te hebben. Ik maakte zijn weg gemakkelijk. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9