BINNENLAND.
m
De Nederlandsche delegatie te Genève
Fr ankrijks hulde aan Briand
VRIJDAG 11 MAART 1932
fWEEDE BLAD PAG. 5
BEGROOTING VAN BUITEN-
LANDSCHE ZAKEN
MEMORIE VAN ANTWOORD
De verhouding tot België
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inz. het voorloopig verslag
betreffende de begrooting van Buitenland-
sche ontleenen wij:
De minister moet zijn ten vorige jare bij
Eelegenheid van de interpellatie-De Savornin
ohman, zoowel als bij de behandeling van
het onderhavige wetsontwerp in c)3 Tweede
Kamer Ingenomen standpunt handhaven,
krachtens hetwelk de regeering het niet in
's lands belang acht, thans, hangende de be
sprekingen, nadere inlichtingen te geven
aangaande de voorbereiding met België van
de herziening van de verdragen van 1839.
Hij moge echter, aangezien in bet voorloopig
verslag zoozeer in het bijzonder de verbin
dingen tusschen Antwerpen en den Rijn tor
6prake werden gebracht, reeds thans waar
schuwen tegen de voorstelling, waaraan
aldus voedsel zou kunnen worden gegeven,
als zou de eenige belangrijke vraag, die re
geling behoeft, betrekking hebben op de
genoemde verbindingen.
Het regime der scheepvaart, zooals dat,
haar het inzicht der regeering, conventioneel
tusschen Nederland en België behoort te wor
den geregeld, de belangen van onderscheiden,
aard der Zuidelijke provinciën des lands, de
watervoorziening van het ook voor Rotter-
Jam belangrijke Juliana-kanaal en met name
ook het staatkundig belang van een regeling
met het buurland, waarvan de wenschelijk-
heid in dezen ongewissen tijd, niet minder
groot is. dan in meer normale omstandig
heden, zijn slechts eenige der voor Neder
land belangrijke punten, die de regeering
■wenscht te zien geregeld.
Het overlég met het Provinciaal bestuur
van Noord Brabant en de berichten die de
regeering van andere zijden bereikten om
trent de wijze waarop de Noord Brabant-
eche provinciale en plaatselijke belangen, in
de eerste plaats het afwateringsvraagstuk in
overeenstemming zouden zijn te brengen
met een nieuwe regeling met België, wetti
gen de verwachting dat de overeenstemming
is te bewerkstelligen. Hetzelfde geldt voor
de belangen van Limburg en van Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wat de vrachtprijzen betreft, die bij ver
wezenlijking van onderscheidene kanaalpro-
iecten een rol zouden spelen, meent de
Minister, terwijl hij gaarne beaamt dat schat
tingen in dit verband onvermijdelijk een
element van subjectieve waardeering moeten
vormen, dat verschaffing van dergelijke ge
deeltelijk op gissingen berustende gegevens,
thans weinig bevorderlijk zou zijn voor de
zoo gewenschte objectieve beoordeeling van
de zaak waarom het gaat.
De regeering is er op bedacht dat de
onderhoudskosten van een eventueele nieuwe
verbinding voor het verkeer tusschen Ant
werpen eenerzijds en Nederland, en den Rijn
anderzijds ?oo laag mogelijk worden gehou
den, terwijl met de belangen van de vader-
lamfcche oesterteelt rekening is en wordt
gehouden.
De vraag wie de adviseurs van den Minis
ter zijn in economische aangelegenheden, de
verhouding tusschen Nederland en België
betreffend, maakt eenigszins den indruk een
uitvloeisel te zijn van een misyerstand. Im
mers plegen alle economische aangelegen
heden, dus ook die welke Nederland en
België betreffen, door den Minister behan
deld te worden, In overleg met zijn bij de
zaak betrokken ambtgenooten. Wanneer
daartoe aanleiding is, worden dergelijke
vraagstukken steeds tier sprake gebracht in
de commissie voor de herziening der Han
delsverdragen en in de Commissie voor de
Onderhandelingen over Handelsverdragen.
DE NIEUWE DEPARTEMENTALE
INDEELING
MEMORIE VAN ANTWOORD.
Aan de Memorie van Antwoord op het voor
loopig verslag der Tweede Kamer inzake de
nieuwe departementale indeeling ontleenen wy
Zooveel mogelyk zal van de thans réeds tot
,d« onderscheidene departementen behoorende
localiteiten worden gebruik gemaakt.
Wat betreft de vraag, waarom de directie-
van öeconomische zaken, in 1928 aan het mini
sterie van bu'.tenlandsche zaken ingesteld,
thans niet zou overgaan naar 't ceconomisch
departement, deelt de regeering mede, dat de
activiteit van die afdeel ing zich op het buiten
land richt en 'deswege niet kan worden gemist.
Drieërlei treedt op den voorgrond: le de in
richting en leiding van den consulairen dienst;
3e. de behartiging der oeconomische betrekkin
gen met het buitenland in den meest alge-
ïen zin .en het oplossen, zooveel mogelyk,
oeconomische moeilijkheden, die in het
buitenland onze belangen benadeelen; 3e. het
sluiten van verdragen, die geheel of ten deele
een oeconomisch karakter dragen. Steeds, ook
vóór den corlog, is er een analoge afdeeling
by het departement van buitenlandschc zaken
gewees. Oeconomische voorlichting zal van de
afdeeling van buiten'andsche zaken in den
vervolge niet uitgaan, waarby men echter
bedenke, dat ook thans reeds het zwaartepunt
op dit gebied by het ministerie van arbeid,
handel en nijverheid gelegen is.
De regecring stelt het zich zóó voor. dat,
ook bij onderhandelingen, steeds in het nauw
ste contact zal moeten worden samengewerkt
tusschen de beide ministeries, in dien zin, dat
by het bepalen van den oeconomischen inhoud
der te voeren politiek, het departement van
oeconomische zaken, by het speciaal buiten-
landsche en politieke gedeelte, dat van buiten-
landsche zaken meer op den voorgrond zal
treden en in de eerste plaats de verantwoor
delijkheid zal dragen.
In den overgang van den dienst der volks
gezondheid ligt naar de meening der regee
ring geen overwegend nadeel van de split-1
sing. Tèn aanzien vair de werkloosheidsverze
kering uit. men de vrees, dat die in de sfeer
der phi'antropie terecht zal komen by het
departement van binnenlandsche zaken, dat
mede dë armenzorg onder zijn hoede heeft.
De regeering betreurt het, dat in deze crisis
jaren, elementen aan de verzekering vreemd,
r- dit instituut noodgedwongen zijn binnenge
komen en het zal steeds hun streven zyn in
gewone, tijden het verzekeringskarakter zoo
zuiver mogelyk te bewaren.
Ook voor den landbouw ducht men bezwaren
e*» gevaren, als hij naar het oeconomisch de
partement overgaat. Ziet men hier niet te
zwart, en is men vergeten, dat eerst sinds
1923 de band met het overige bedrijfsleven is
losgemaakt? De minister van arbeid zal
trachten de nadeel en van den overgang zoo
weinig mogelyk te doen gevoelen. Dat
vder-aanstelling van een directeur-géneraal
van den landbouw, wenschelyk is, wordt ten
overvloede nog eens verzekerd.
HET KORTINGSWETJE
VOORLOOPIG VERSLAG EERSTE KAMER
Aan het Voorloopig Verslag der Eerste'
Kamer betreffende het wetsontwerp inz. het
z.g. Kortirigswè je ontleenen wij:
De voornaamste bedenking van verschei
dene leden betrof wel de inbreuk, welke op
het 'zoo---heilzame'. beginsel yari aufbnoihie
der gemeente, zal worden gemaakt, Indien
dit omwerp 'ot- wét. zal worden bevorder t
Sommige leden hadden ook" daarum te
gen dit ontwerp. bezwaai. omdat het h. i.
niet strekt tot instandhouding vanhei fi-
nancieele evenwicht van het rijk, doch veel
eer te beschouwen Is als een gevolg van het.
in de laatéte maanden Waar te nemen re
ven der regeering óm hetzjj op directe, het
zij op indirecte wijze te dwingen tot verla
ging van de lounen.
Tegen deze beschouwingen werd van tal
van zijden verzet aangeteekend Zoo spra
ken vele leden als hun oordeel uit. dat er
voor hen. die meenen dat liet landsbelang
medebrengt, de regeering Ln het algemecii
te steunen bij haar crisisbeleid," alleszins ter
men bestaan hun slèun aan dit- ontwerp
niet -e onthouden.
Het voorstel moet naar hun gevoelen als
een crisis-maatregel beschouwd \vord»n
Doet men dit, dan schijnen sommige daar
tegen ingebrachte bezwaren niet van over.»
drijving en eenzijdigheid vrij té pleiten.
Verscheidene leden waren van.'oordeel,
da' de indiening van dit ontwerp niet noo
dig zou zijn geweest indien èn de Kroon èn
Ged. Staten zelve meer gebruik hadden ge
maakt van hun bevoegdheid om nier goed
te keuren begrootingen "van provincies en
gemeenten, waarin traktement en loonre
gelingen, alsmede vfijs'elling van pensioen
bijdragen voorkwamen, welke overdreven
moch en worden geacht..
Ook waren deze leden overigens van oor
deel, dat dit ontwerp niet strijdig is met
de wettelijke regeling, welke tusschen hot
Verdrijf Uw Rheumatiek
Wees er vlug bijl Bi) de eerste pijnlijke scheut in armen,
beenen of lendenen, wrijf U dan onmiddellijk met Akker's
Kloosterbalsem het vanouds bekende en beproefde wrijf-
middel, dat al zooveel goede diensten bij rheumatiek heeft
bewezen. Tot diep in de weefsels voelt Ge dan de wel
dadige. genezende werking en de' pijnen verdwijnen
Kloosterbalsem zoo goed"
wet, regelende hun financieéle verhouding,
wijl de omstandigheden sedert de invoering
van deze wetzoodanig zijn veranderd, dal
de regeering wel verplicht is de indiening
van dit ontwerp als een crisismaatregel ie
bevorderen.
Het beroep op de autonomie van provin
cie en gemeen'e. dat ten aanzien van dit
óhtwerp werd gedaan, gaat naar het oor
deel dezer leden niet op. De autonomie
wordt n.l. h. t. niet aangetast, aangezien de
provincies en gemeenten ondanks di' wets
ontwerp vrij blijven, om de traktementen
en loonen harer ambtenaren en arbeiders
te regelen zooals edj het wenschen.
DE CONTINGENTEERING IN DE
DAMESCONFECTIE
DE WINKELIERS OVERROMPELD!
Door het voorloopig beduur van den Lan
delijk en Bond van Winkeliers in Damcs-
corifectie in Nederland is ons het standpunt
uiteengezet van deze organisatie en van de
Handelsagenten ten opzichte van de con-
toingentéering.
"Door Mr. Jules Keizer, den. vooriöopi-
gén secretaris, werd verklaard, dat déze
con ingenteering feitelijk de winkeliers
heeft overrompeld. Deze winkeliers, onge
veer 1000 in ons land. met een personeel
da' eenige lOOOOen telt. worden door dezen
maatregel der Regeering ernstig in hun be
staan bedreigd.
De -heer Keizer deelde voorts mede. dat
door de winkeliers thans zoo krachtig mo
gelijk zal worden geageerd tegen de maat
regelen der regeering, omdat de belangen
van de winkeliers in damêsconfëctlie noodc-
loos worden geschaad.
Door den heer Lampe, sprekende na
mens de winkeliers in damesconfectie, werd
vervolgens meegedeeld, dat reeds drie dagen
na de invoering van de con ingenteerine
de Nederlandsche Industrie niet meer in
staat was te leveren. De fabrikanten zijn
overs'elpt met werk en kunnen niet leveren
wat het meest noodzakelijk is. De zaken
die in de twee laatste jaren zijn opgericht
zijn het ergst de dupe, omdat de fabrikan-
tien hun oudste clientèle hel eerste helpen-
De heer. Leon Meyer geeft toe, dat in
voerbeperking onvermijdelijk is. Het is een
kwestie van zelfbehoud en landsbelang.
Maar het is èen onweerlegbaar feit, dat
met de belangen van den detailhandel geen
voldoende rekening is gehouden en de be
langhebbenden niet voldoende hierin zijn
gekend.
Uit de verdere besprekiingsn bleek, dat
pogingen zullen worden aangewend dat de
Tweede Kamer deze contingenteering niet
zal goedkeuren. Wanneer geen wijziging
komt in de besluiten der Regeering, zullen
vele zaken moeten sluiten en zal zeer s'el-
lig een groote werkloosheid ontslaan onder
het personeel dezer zaken. De verschillende
bonden "zijn daarvan op de hooete.
Een ander gevo'g zal zeker zijn dat bul
ten! andsche fabrikanten zioh hier te lande
zullen gaan vestigen.
Tension werd meegedeeld dat de confec-
tie-indüstrie vom den Minister meer heeft
gekregen dan gevraagd te.
Er werd toch slechts gevraagd te contin
genteeren 50 pet. van de wollen en half
wollen stoffen en bovendien ls nog gegeven
50 pet. ook van andere s'offen, als zijde,
halfziide, enz.
De thans gevormde bond ven winkeliers
in damesconfectie zal met kracht pogen te
redden wat nog te redden is.
RANGEER-TERREIN TE MAARN
WORDT OPGEHEVEN
Op 22 Mei a-s. zullen wederom verschei
dene arbeiders van het rangeerterrein van
Maam in verband met inkrimping van den
i dienst naar andere plaatsen worden over-
I geplaatst
Naar wij vernemen ligt het nu wel ln de
bedoeling van de Ned. Spoorwegen om het
I rangeerterrein te Maarn geheel te doen ver
dwijnen, al is de wijze, waarop en de tijd
wanneer dit zal geschieden nog niet vast
gesteld.
Het station Maarn ls een halteplaats ge
worden.
De halteplaats blijft zeker bestaan.
ROFFELRUM EU.
Weesper Mop
Uit Weesp komen de reepen
En bussen chocola
En vreemde nieuwsberichten
Waarvan 'k verslagen sta.
Totnogtoe ging ik prat op
Een scad als Rotterdam
Waar men met het btgrooten
Niet aan het einde kwam;
En nog veel pratter ging ik
Op de geklofte draai
Waarmee de roode f ractie
Kwam tot de reuzenzwaai:
Eerst was men voor vertiooging
Van de belasting last
En knoopte aan de noodzaak
Zelfs loonsverlaging vast
Maar toen met doMtre dreiging
De stem des „volks" weerklonk
Verdofte de regeermoed,
Die eerst zoo stralend blonk.
Ging 'k óp 't begrootingstempo
Van onze Maasstad prat,
En pratter op de zwenking
Die daar heeft plaats gehad,
Het pratst meen ik te mogen
En ook te moeten gaan,
Op wat de Weesper vroedschap
ln deze heeft bestaan:
Ook daar moest de belasting
Omhoog. Neel zei de Raad,
En hij verwierp het voorstel.
De burgemeester kwaad!
De Raad ging „in commissie";
Trok zijn besluit weer in,
En gaf, na een half uurtje
Aan B. en W. hun zin
Dat noem ik pas regeeren!
Dat noem ik: vaste lijn!
Je zou haast vragen, of het
Een Weesper mop kon zijn.
(Nadruk verboden). LEO LENS
JHR. MR. D. R. DE MAREES VAN
SWINDEREN
MORGEN ZEVENTIG JAAR!
Jhr. Mr. D. R. de Marees van Swinderen.
oud-president van de arrondissement»,
rechtbank te Groningen, zal Zaterdag den
zeventigsten verjaardag bereiken.
in noi ministerie van Buitenlandsche Zaken te Parijs wordt de catafulk voor het stoffelijk
overschot van Briand gereed gemaakt.
Het perceel Westèrstraai 182 te Amsterdam, waar een Te Amersfoort worden van gemeente u>egt cursussen aan weiktuoz*.: yc-
oude vrouw door een indringer werd neergeslagen. Be- geven. Dinsdag begon een eursus in autogeen lasschen onder leiding
langstelling war het huis van de misdaad* van Ir. A. Hallis (rechts).
Van het Paiijsche Paviljoen op ae h.olonude Ten
toonstelling staat nog slechts het geraamte.
Ue tiinaenóurg-^arnj is naar tó~«-
kiezingsreclame begonnen. Tot zelf
in de lucht staat de naam van den
Schotsche officieren in hun eigenaar
dige uniform verlaten het Paleis waar
de Koning recipieerde.
De J\ecLerlanasciie delegatie ter Ontwapeningsconferentie; v.l.n.r. Staande: Prof. mr. V. H.
Rutgers, jhr. O. Reuchlin, luit.- kol. baron J. J. G. van Voorst tot Voorst, kap. V. E. Wilmar,
G. van Ginkel, vice-admiraal H. G. Surie; zittend: kap. D. Vreede, luit.-gen. C. van
Tuinen, prof mr. J. P. A. Francois, W. H. Vliegen, mr. W. M. v. Lanschot, min. Beelaerts.