Hfer énVrcuWi
HANDWERKEN
HUISHOUDING EN KEUKEN
ut^3"kU'
totwtvpyai
VRIJDAG II MAART 1932
DE KUNST OM VOL TE HOUDEN
VERMOEIDHEIDSGEVOEL
I II.
-\V$t is het anders dan de bezieling voor
den arbeid, die de onbluschbare energie van
e.eh Edison verklaart?
Als het al waar is, dat dc verkeerde emo
tie de energie afdamt, stellig is het ook
vi/aar. dat de juisto emotie groote voorra
den energie ontsluit, die tot daaraantoe
pnaangeroerd waren. Dat de meeste men
schen beneden hun krachten leven, komt
dan ook voornamelijk door een gebrek aan
zelfkennis. In vele gevallen, dat de men-
sfchen spreken van overwerktheid of van
zenuwoverspanning, is er niets anders dan
een onderschatting van het eigen lichame
lijk Vermogen.
Natuurlijk: er kunnen ziekten zijn, en die
kunnen we niet beheerschen, vooral niet,
door maar een beetje harder te gaan wer
ken. Maar honderden malen gebeurt het
dat mensehen bij zichzelf ziekten vermoe
den, ja zelfs gevoelen, waar zij niet bestaan.
Alle doktoren en verpleegsters weten, hoe
yaak het voorkomt, dat menschen louter
door verbeelding, zelfs ergens een gezwe.'
kunnen voelen, dat ze heelemaal niet heb
ben. Vele maagoperaties hebben er plaats
gehad, omdat patiënten het idee niet kwijt
konden dat zij een zweer of gezwel of iets
dergelijks hadden, terwijl er in werkelijk
heid niets anders was, dan een zenuwstoring
tjie met wilskracht, met klaar besef van den
eigen toestand had kunnen worden over
jvvónnen.
In het boek waarvan ik de vorige week
j-ppds sprak vinden we daarvan haast on
gelooflijke staaltjes die niettemin met na
rden en datums zijn geregistreerd. En uit al
die gevallen (van patiënten in het tehuis,
van de dokteres die dit boek schreef) blijkt
dan dit wel klaar en duidelijk: dat het „ver
sterkend middel" dat de zenuwstoring ot
„zenuwzwakte" genas, niet was, de geregel
de dosis van het een of andere dure poe
dertje, maar; de zelfkennis, die ons bevrijd»
van belemmeringen van binnen-uit en ons
vrijmaakt voor bezielde zelf-uiting. Daaron»
zou hét Voor velen onzer zoo'n groote steun,
een stuk gezondheid, nieuwe levenskracht
beteekenen, wanneer we een beetje meer in
zicht kregen in het eigen zenuwleven.
Want, hoe is het met de zenuwlijder ge
stéld? Als.de normale mensch reeds bene
den zijn maximum leeft, „wat dan wel te
zeggen," vraagt de schr. van de zenuwlij
der? Licht-vermoeidheid is het kenmerk
van zijn toestand".
En dan worden er een paar staaltjes ge
geven van de7 echte zenuwpatiënten zooals
de meestq van mijn lezeressen er w;el eens
zullen hehb'cn 'gekeiïd, dat ze geen hand
ha$r 't hoofd konden brengen, dat zo hun
oogen langzaam open deden (vlug was t e
vermoeiend) die niet uit een vol glas konden
drinken, want das was te zwaar om op te
lichten. Ik herinner me het geval van een
ïnOedér met een half dozijn kinderen; er
was ontzettend veel te doen, maar de arme
móéder kon absoluut niets, lag machteloos
neéf op den divan en de dokter verklaarde:
opstaan en aan het werk gaan dat is het
éérilge, dat móet U, en dat könt U. U scheelt
niéts werkelijks. Maar de stumper kon het
niet en is maanden in dien toestand ge-
hieven terwijl heel het huishouden verwaar
loosde
Wat scheelt zulke menschen? het is
gewoonlijk niets anders dan de macht der
suggestie, waardoor zij zich verbeelden, dat
ze doörlöopend doodmoe zijn, en dat daar
hie's anders np zit, dan: rusten. Inderdaad
echter kan enkel moeheid met geen moge
lijkheid zoo lang duren, anders was een
mensch die zoo'n tijd de vermoeidheidspro-
düctéri in zijn lichaam omdroeg, al lang ge
storven aan zelfvergiftiging en inder
daad is, hetgeen zij rust noemen, in wezen
heel iets anders dan rust, want, terwijl het
lichaiun lui neerligt, werkt en tobt de geest
veel e.rger dan wanneer men beweging, en
afleiding heeft.
Daarom is de z.g. rustkuur vaak zoo'n
dwaasheid.
Hoe vaak hebben we, elk in eigen omge
ving, niet gezien, dat menschen, helaas zelfs
wel op doktersadvies genezing trachtten
te vinden in een zgn. rustkuur, die per slot
Vaq rekening niets anders werd dan een
kwelling, welke het lijden maar vergrootte?
Natuurlijk kan het bestaan.dat men een
zeker werk niet meer vol kan houden, om
dat het tc zwaar valt op den duur, of om
dat men er geen de minste bevrediging in,
bezièling vóór, kan vinden. maar dan is
nog altijd een beter middel om, zoodra men
er maar mee ophouden kan, ook gelijk
weer fiksch aan wat anders te beginnen,
veel beter, dan om op bed te gaan liggen
ep 'nóg meer tijd dan gewoonlijk te vinden
voor tobberijen en zelfbeklag. Bestaat de
rustkuur in wandelen, spel of andere li
chaamsbeweging, dan wordt de zaak dade
lijk heel anders, maar het dagenlang op
bed blijven liggen, terwijl men geen werke
lijke ziekte heeft, dat Is iets, dat soms op
het heele leven een fatalen invloed kan blij-
.ven uitoefenen, als men niet oppast.
Het is dan ook een gewoon verschijnsel,
dat iemand, die een rustkuur begint na een
paar dagen liggen, nog vermoeider is, dan
toén hij begon. Op den langen duur schijnt
zoo'n kuur wel eens te helpen, maar dan is
het meestal nog meer de verandering van
sfeer- het tijdelijk breken met werkkring of
met'menschen die men nog niet mag. d< 1 wel
dpor het stilliggen. Alleen in gevallen van
werkelijke ziekte, hartzwakte, ondervoed-
ï)C|id, of eenige andere ziekte, zal het nuttig
en noodig zijh, door bedrust het lichaam te
helpen om tegen de ziekte te strijden, maar
do strijd tegen de „zenuwen" kan men veel
beter voeren, als men aan het werk blijft, of
aan ander „werk" begint, dat desnoods maar
uit „spel" bestaat.
In het bewuste boek zegt de dokteres over
de rus'kuur het volgende:
V e r m ij d den rustkuur.
Het is een verblijdend teeken, dat de rust
kuur bard bezig is, uit de mode te gaan.
Waar poit een rustkuur den pa'iönt gebaat
hegft, zijn in waarheid de persoonlijkheid
van den geneesheer en de patiénts vertrou
wen in hem de genczendo elementen ge-
weeat. De geheele theorie van den rustkuur
was gegrond op onwetendheid omtrent de
ooi-zaak der heurose. Wie aan „nerveuze
uitputting" lijdt, loopt alle kans, even „ver
moeid' te zijn na een maand in zijn bed
te hebben doorgebracht als daarvoor. Waar
om ook niet? Lichamelijke vermoeidheid is
gauw genezen, en wat zou rust dan verder
kunnen uitrichten? Welke uitwerking kan
rust hebben op de vermoeidheid van een
ontmoedigd instinct? Geestdrift is imimers de
krachtigste opwekker van energie. En tracht
toch niet die te bemachtigen door te gaan
rondhangen in bed of te gaan zitten schaak
spelen in een sanatorium!
Wanneer gij voortdurend en altijd maar
door, vermoeid zijt, of wanneer gij spoediger
moe wordt dan de andere menschen in uw
omgeving raadpleeg dan een goeden dokter
en laat hein u onderzoeken.
Zegt deze U, dat ge geen tuberculose hebt
noch een hartkwaal, noch een nierziekte en
dat er ook van eenige andere ziekte niers
blijkt, dat gij physiek in orde zijt en „al
leen maar nerveus", pak din U zelf eens
flink aan, en prent de volgende paragrafen
goed in uw geheugen:
Wat is vermoeidheid?
Een chemische toestand, die voortkomt
uit pas verrichte inspanning.
En wat k»n nog meer vermoeidheid ver
oorzaken?
Zorg, angst, wrok, ontevredenheid en an
dere deprimeerende emoties.
Wat maakt de vermoeidheid nog erger?
Aandacht er aan te schenken.
Waarom verbeelden, zooveel menschen
zich, dat ze overwerkt zijn?
Door de macht der suggestie.
Wie staat er eiken morgen doodmoe op?
De zenuwlijder.
Wie beeldt zich In, dat zijn hersens zooi
uitgeput zijn, dat ze niet tot de minste in
spanning m staat zijn?
De zenuwlijder.
Wie meent er dat hij nu nog uitgeput
kan zijn, van werk dat tot het grijs ver
leden behoort?
Do zenuwlijder.
Wie schrijft al zijn kwalen too aan over-
werktheid?
De zenuwlijder.
Wie klaagt er al over vermoeidheid voor
dat hij nog goed begonnen is?
De zenuwlijder.
Wie is zijn vermoeidheid kwijt, zoodra hij
maar het ware inzicht krijgt?
De zenuwlijder.
En dan komen de volgende vragen hierop
neer, hoe men die vermoeidheid kan ver
geten, door er geen notitie van te nemen,
door zich een nuttigen fikschen arbeid te
zoeken, lin, als men een kort en bondig ad
vies wil, zoo besluit het hoofdstuk, hier hebt
ge het: Kom tot inzicht Schep moed, ga
aan het werk!
GROOT BORDUURPATROON
De verkleinde teekening van het borduur
patroon, dat we hier afbeelden kan voor ver
schillende doeleinden toegepast worden.
Zooals 't hier staat, kan men het wat ver
groot na teekenen voor 'n kussenpatroon- of
groot vierkant kleed, ook wel voor een kleed
op een lage ligstoel, langs de rugleuning
Wil men nu hetzelfde patroon gebruiken
voor een looper (buffet of laag kastje) ot
voor smaller stoelrug, dan laat men de vier
buitenste motieven links en rechts weg- en
neemt de binnenste die naar elkaar toege-
richt staan, met de kleinere tusschenmotie-
Om het tot een langwerpiger looperpatroon
te maken, schuift men de onder* en boven
helften wat verder uit elkaar, zoodat ze
langs de smalle zijkanten vallen, en dan kan
men naar verkiezing het open middenge
deelte al of niet vullen met de kleinere mo
tieven (diie uit één blad met een bloemtrosje
bestaan).
GROOTMOEDER EN DE KONING
Maar kijk, grootmoe wordt beter, voor één
dag,
Omdat de Koning in de stad komt
Vlag
En wimpel, de onze ook! waaien dat ze
klappen;
Groen slingert overal, als prinsen stappen
De dienders met hun splinternieuwen steek
Door 't joelend volk
Aan 't raam weer, kalm maar bleek.
Zit grootje, in kussens, breiend toe te kijken
En 't weerschijn-zijden feestkleed glad te
strijken;
de zilvren'knijpbril ligt
In de opgeslagen bijbel; 't hoofd ter zijde.
Neemt ze uit de hoornen doos eon snuifje,
en blijde
Ten hemel blikkend dezen koningsdag.
Looft zij Gods lieven warmen Julilach-
Met oogen die me aan moeder-zelf doen
denken!
Een man komt binnen,
Die haar den pols voelt: „Kalmpjes aan!
we winnen
Verklaart hij flauwtjes, met bezorgden blik...
„Daar komt mijn grootste broer van 't
sf>oor!" roep ik,
„Dc Koning ook!" gil 'k uit, bij 't oorver-
doovend
Hoezeel den ingehaalden Willem lovend
Uit dichte drommen, stuwend hot en her
Den kOmmandant der schutterij omver
Bijna ten minste; kijk zijn paard eens
schuimen!
MOUWLOOZE PULLOVER
Op de vraag naar pullover in blouse-model
zooals ze dezen winter wel werden godragen
laten we hier een paar modellen zien, maar
kunnen die niet volledig gaan beschrijven-
Ze zijn trouwens voor handige breisters veel
gemakkelijker te vinden en het zekerst na
te werken naar een patroon dat men knipt
naar een eigen jumper of vest. Vooral met
dat rekbare breiwerk, is het zoo moeilijk een
bepaalde maat op te geven, en kan ieder
het beter al breiend probeeren en telkens
passen. Na de algemeene wenken die we de
vorige week opnamen over het breien naar
geknipte patronen, zullen zij, die er tot dus
ver nog moeite mee hadden er ook wel in
kunnen slagen.
Als men nu zoo'n papieren patroon knipt,
rekent men er mee. dat even onder de taille-
lijn de overblouse met wat ruimte in een
breed e rechte band gaat die met dwarsstre-
pen wordt gebreid, bijv 2 r. 2a. of 3a- 1 r. ot
Zoo kan in het voorjaar (dit model is
gegeven voor het a-s. seizoen vroeg-voorjaar)
'n gebreide overblouse zoowel over een
japon gedragen worden als wel. zooals hier:
op blouse-en-rok, ook wel onder mantel
pakjes zullen ze worden godragen.
Zooals men ziet- is het hoofdpatroon van
het breiwerk hier diagonaal strepen die
naar links- en rechts"boven uitloopen 511
1 ïiddenvoor tegenelkaar aankomen. We kun"
nen die streep op verschillende manieren
breien, bijv zoo ongeveer als de gewerkte
rand van het kindertruitje dat we voor veer
tien dagen hier gaven, maar dan natuurlijk
in plaats van de zigzaglijn de strepen gere
geld door laten loopen in één richting.
De kostuumrok hier is van tweed en heeft
zeer diepe nletingeperste plooien, de blouse
is van tussor*
Het andere jumpertje is nog meer dan het
eerste geschikt voor zeer jonge meisjes die
nog schoolgaan of op kantoor werken. Men
kan er een te korte (nungolengde) rok on
der dragen, want ze is nog wat langer don
het vorig model Ze werd gemnakt uit ge
weven fijn-willen tricot- maar men zou ze
ook kunnen breien uit dunne wol- Als ver
siering komt er een aardig borduurmotiefje
op, waarvan we hieronder eon iets grootgr
detailtec-Kening geven.
Den stoet na-oogend, zie 'k nog wapens
glanzen.
Goud echitt'ren kleuren, gloeien, golven
dansen
Van menschenhoofden, hoor ik uit die
Eén jubel opgaan
Maar wat A c h 1 en Weel
Doet me opzien?
„Grootmoe!roep ik; angstig bogen
Mijn ouders zich voorover Daar bewogen
Zich grootmoe's handen in de mijne, e
„Rust!"
Bradht ze uit. Die avond heeft ze mij
gekust.
Terwijl er duizend lichtjes van daarbuiten
Weerkaatsten in haar traan. En toen de
ruiten,
BinkLnkten van het feestgeschut, hoogop
De pekton vlamde, van Oen torentop
Bengaalsche vuren tooverkleuren spreidden,
Muziekgeschal cïen optocht begeleidde,
Bleek Benjamin stil opgestaan: 't Rumoer.
Al uitgelatener voortgolvend, voer
Uit alle hoeken van de stad naar boven
Een dwazen droom gelijk tot in de alkove
Waar grootmoe zat, met allen bij zich... W&t
Ze sprak, ontging me: iets plechtigs was
het, dal
Mij aangreep, iets als uit den Hooge
„Kind ren'"
Besloot zij, „dank! Het aardsche licht zi»
*k mindren.
Maar 't beetre wenkt... Laat mij nu slapen...
Dank!
Zoo rust ik goed.,...."
Geen onzer waagde een klank.
Maar ieders ademtocht meen 'k nóg te
hooren
ZieL Moeder knielde, en snikkend drong 'k
naar voren;
Toep, strekte de oude vrouw haar voeten uit,
En zuchtte diep
«.a- En de and'ren weenden 1 u i d.
„Wordt grootmoe heusch, heuschf h'éélmaal
beter?" vroeg
Ik vader, die mij stil in bed weer droeg.
Toedekte, en zacht zijn hand me op 't hoofdje
leidde;
„Kind, ze is gelukkig!" was dl wat hij zeide.
W. L. PENNING.
HET STIJVEN. STRIJKEN EN
GLANZEN VAN BOORDEN EN
MANCHETTEN
het gebruik xon gewon»- rijetutljfse
men X kopje stijfsel. 4 kopjes lauw wa
afgestreken theelep»>la borax (15 gram.
i weinig geraspt kaarsvet. De borai
In fceer weinig kokend water opgelost
Het gebruik vivn de pakjes glar
:e|ii akk el Ijker, maar duurder.
tuk in -Je gereedgemaakte stljfsei i
oo droog mogelijk uitgedrukt. d
EIERGERECHTEN
Zakjeseieren (hiervan hob ik niet
lang geleden het recept gegeven voor een
zwak kind. Kan desgewenscht herhaald
worden). Men geeft ze bij geroosterd brood
of bij puree. Men kan ze ook koud laten
worden en dan paneeren en in frituur
bakken.
Verder
Roer een of twee eidooiers met wat sui-
;er en voeg er het sap bij van de vruchten
lie voor het schoteltje worden gebruikt,
'erwarm het „au bain Marie" al roerende
n voeg er het stijfgeklopte eiwit bij. Doe
itijv.
t got-d
lelijk
atljfi
mgeroerd, omdat stijfsel zakt.
Voordat men begint te strijken, wordt het
oed nogeena aan be4de kanten afgeveegd ei
i lengte en breedte opgerekt, daarna met dei
erkeerden kant naar boven op de strljktofe
elegd en met oen goed Ijzer even luchtig ove
■rkeerder
>rdt het boord
of de
MACHINE-NAAIEN
Precies als bij 't begin van den stofzuiger
toen deze nog niet ingeburgerd als nu
vele huisvaders geloofden, dat het niets
dan gemakzucht van de huisvrouwen was
zich zoo'n ding te willen aanschaffen, zoo
lioort men ook nu nog wel eens praten over
de electrieche naaimachinemotor. Wat zou
dat nu uithalen, zoo'n licht werkje als het
draaien van een naaimachinewiel. Maar
ook hier zit nog een andere kant aan dp
kwestie. N.l. het verschil van de vlugheid
waarmede men vordert.
Hierover werden in een Duitsch tijd
schrift door een ingenieur interessante
mededcelingen gedaan als resultaten van
proevén, die ten doel hadden het praktisch
nut van electrisch gedreven naaimachines
na te gaan.
Daarbij bleek ten eerste, dat een geoefen
de naaister met een handnaaimachine on
geveer 300 steken per minuut doet Met een
trapnaaunachme echter G00 700 per min.
Weten de huisvrouwen dat wel, die zoo vaak
beweren, dat ze trapnauimachines „ellendige
dingen" vinden? Ikzelf dacht liet vroeger
ook, maar wat wént het gauw, en was is 't
gemakkelijk, je twee handen vrij te hebben
voor het draaien en richten of vouwen
het werk. Ik had wel opgemerkt, dat het
stikken vlugger gaat met trappen, r
zou nooit gedacht hebben, dat het dubbele
wordt gedaan in eenzelfde tijd.
Maar nu komt daar de electrische nani-
machinemotor. Heel eenvoudig: een klein
dingetje, dat ge naast de machine op het
tafelblad vastzet en op 't gewone stopcon
tact of op do lamp met pingfitting inscha
kelt en dan: worden er 1000 steken per min.
gedaan.
Nogal een verschil dus. Ruim driemaal
zooveel als 'n gewone handje-draai-machine
doet Het is dus gen luiheid te noemen, wan
neer iemand, die veel te naaien heeft, zich
zoo'n motor aanschaft. Maar, dat men In-
tusschen ook zich minder moe hoeft te
maken, Js wel een aardige bijkomstigheid
Ook praktisch is, dat er een rem opstaat
die onmiddellijk kan doen stoppen.
Het stroomverbruik echter is niet zoo
heel weinig: een hecle kilo-watt binnen het
uur, als ik me niet vergis.
Dat is vijfmaal zooveel als een strijkijzer
en zeven maal een stofzuiger.
HEEL OUDE SPREEKWOORDEN
BU het strijken
ruthoudt
":en van dubbe-le boon
nder- en bovenhelft g
Den strijkt men op
de bovenhelft te«ei
oord buigt en d-e
trijkt i
irgt dai
bij. dal
SLABBETJES
uardig Vlug en voordeellg i
ernakkelljk en
groote badhanddoek 1
:e koe-ten don maar een paar
,-eblokten, gestreepten of ge
ek. bijvoorbeeld Keel me'
icht kleurtje. In g<
witten met roodo randen, want di
>en zouden leelijk zijn. Men knipt de doek
middelste twee stukken houdt
badh&nddoekei
de bulten:
de fre
de
drieën,
men let:
♦oor di-
SCHOONMAKEN VAN BONT
Een bonten kraag, die vettig is gewc
Witte bontsoorten maakt men het
ichoon door middel van „rneeJwassching".
neel, onverschillig van welke soort, verw
nen en doet het In een Bchotel. Het meel
rolstrekt niet bruin geworden zijn door de hitte
legt men het witte pelawi 1
neel en wrijft het met de I
nen het wilde wasschen.
totdat de pel
„waaoh" daarmede het bont "Blijft
zuiver wit van kleur, dan kan men
aannemen, dat do reinlgiugakuur ,afge-
n is. Men klopt en schudt het peL9Wei'
lotte goed uit.
i bont kan hier wel tegen.
DIEETRECEPTEN EN SPECIALE
ZIEKENKOSTJES
Op de vraag naar aansterkende recepten
voor kinderen of zwakke menschen alsook
voor herstellende zieken, lijkt het me het
best deze kweetie in een afzonderlijk arti
kel zoonoodig met een vervolg te be
handelen.
Verschillends kookboeken er op naslaan-
vind ik deze zaak het meest overzichte
lijk behandeld in „Praktische recep-
in" door „Elisabeth", uitgave Romen
Zonen, Roermond.
Voor het eiwit-arm dieet, het suiker
rij dieet, het v et-arm of een z o u t-
r m dieet vinden we daar overzicÖin, die
een volgende maal nog even fcoop te>
releveeren met enkele bijgevoegde recepten
Ook het streng vleeibaar dieet
Ditmaal liever eerst wat recepten voor
aansterkende zieken omdat daar de speciale
vraag naar ie.
Dan ie daar in de eerste plaate:
VLEESCH-BOUILLONRECEPTEN
Leverbouillon. Zet y2 pond aan
/ierkante blokjes gesneden kalfslever op
met y2 liter water en »vat zout Heeft dit
doorgekookt, laat het dan nog 20 minuten
chtjee trekken. Zeef de bouillon door
flanellen doekje en voeg deze dan roerende
bij een flink geklopt ei.
vezerik (kalfezweeerlk, gekookt, ge
bakken of met ragout Recepten kan men
in kookboeken vinden of kan ik nog opge
ven bij navraag).
Ragouts (hebben we meermalen hiér
opgegeven, kan deeverlangd nog herhaald
worden).
Kalfsoesters (Idem) dit le speciaal
goed voor bloedarme patiënten. Vooral
oeer men gelardeerde oesters neemt
(kleine oesters worden met twee reepjes
spek gelardeerd, met wat zout Ingewreven
en gebakken als biefstuk).
Kalfsbiefstuk gestoomd in een
stoompan (ongeveer uur). Van de aldus
ontstane krachtige bouillon wordt een
ensausje gemaakt door ze te binden
met wat maizena, een weinig citroensap,
n zoonoodig wat zout toe te voegen. Het
leesch wordt Licht geizouten voor het stoo-
ni-cn.
Vleeechecbelpjes, door klein ge
eneden biefstuk (liefst kalfsbiefstuk) in een
gouteaiie op te koken, dit in een schelpje
pastei-potje of desnoods In een gewoon klein
urschaoltje te doen, met een rand puree
omheen, alles oveistrooid met wat be-
schuitkruim (waarop rtesgewenscht hier en
een heel klein klontje boter) en laat
dit in een oven en andere onder een h^e-
ten deksel ook van boven goed warm wor-
zoo mogelijk met een bruin korstje.
GEKOOKT KALFSGEHAKT
OnverschiltlQ watr U woont.
U kunt op ga* koken. Do
KltcKcnkook brandt op »(g«n
gat, xondvr eenigan ««n eg.
Overal t« plaatten. Kookt
tneller, bekt beter en verbruikt
minder den eenig ander kook-
toestel. Geen rook, geen roet,
geen walm. Vreagt prospectus
met ettestenboek ven tevreden
gebruikers en adressen weder-
verkoopers een:
dit in een aardig schaaltjes laat het koud
worden en leg er dan de gestoofde vruch
ten bovenop (zooals we reeds meermalen
schreven, beteekent au bain Marie, warmen
dat men iets niot direct op het vuur zet,
maar in een pan kokend water, terwijl deze
dan op het vuur kokend gehouden wordt
Dit is de zgn. „Haagsche bluf'. Men slaat
wat edwit stijf mot een paar lepels marme
lade, of suiker met bessensap (lekker is bv.
wat zeer fijngehakte ananas, met wat van
hot nat, of, wat venache vruchten als er
aardbeien of kersen zijn, deze ook tot moes
geprakt en zonder pitten), lekker en tevens
voedzaam: wat appedmoes mot wat bessen
jam (of gember). Men moet al kloppend zelf
zien hoeveel van het vruchtenmengeol het
eiwit kan „verdragen", want het moet eèn
niet te dunne vla worden, doch stijf staan.
Men legt nu op een aardig schaaltje eerst
wat zachte biscuits en doet daar dan het
vruchtenechuim bovenop, en kan nog wat
'nichtjes leggen op dit laatste.
VRUCHTENKOKERS
kan men op ven&rtiillende manieren meken
bijv. door een paar wafeltjes op elkaar te
leggen, langs de randen staande wafels, doe
met een wit lintje bij elkaar te binden zijn-
De wafeltjes van den bodem plakt men met
wat caramel aan elkaar. Deze beker kan
gevuld worden met vruchtenechuim, of met
vensche, of gestoofde vruchten al of niet
met wat slagroom erboven.
Men kan ook een klein glazen schaaltje
nemen en de biscuits (bijv. lange vingers)
langs den rand overeind zetten en daarbin
nen het vruchtenmoes met geslagen room
of eiwit Andere „ziekenrwcepten" gevel
kookhoeken niet
Het spreekt vanzelf, dat men de boven
staande reoepten alleen kan klaarmaken,
wanner het geldt ziekten van niet te langen
duur of een enkele maal bij wijze van ver
rassing, vooral ook om eens mee naar een
zieke te nemen. Maar verder zijn er op zoo
vele manieren van gewone kostjes iets meer
smakelijks en extra voedzaam ta maken.
Daar is het bijv. het doorroeren van een
.dooier door lichte soepjes of door een ge
wone kop chocolade, het «laan van eiwit of
slagroom door appelmoes, dile men toch
voor het gezin kookt en waar men dan wat
af neemt om dat extra te bereiden voor do
zieke.
Ie ppelpureebv. is, wanneer men
ze dadelijk van verse he aardappelen*
kookt met wat slagroom erdoor of een j>aar
eidooiers en etljfgeslagen eiwit, ve.-der een
weinige (o zoo weinig) nootmuskaat, of wat
men het lekkenst vindt: wat zeer fijn ge
hakte peterselie of zelfs selderij- of tomaten
puree of wat dan ook en dat geett, met ge
smolten boter, een voedzaam hapje, d«t
meestal wel in den smaak valt en dat ik
weet dit bij ondervinding zich wel gauw
en gemakkelijk klaar laat maken. De puree
wordt lekker, als men eerst een minuut of
Ijf de aardappelen gewoon kcokt met wat
zout, ze dan afgiet en verder gaar kookt met
melk en later vooral good klopt Voor kin
deren kan men deze puree (met ei of slag
room, maar zonder de kruiden of groenten)
ook geven met wat jam en suikpr of men
kiopt er appelmoes doorheen. Dat laatste
inden ook vele volwassenen wel lekker. En
et is heel licht verteerbaar.
Ieder moet natuurlijk zelf naar omstan
digheden en naai bepaalde smaak gaan han
delen; vaste vooischriften zijn nooit te geven
ik zelf volg maar zelden recepten (dan alleen
voor de eerste maal wot nieuws natuurlijk)
e na naar opgave, want bij de her
haling kan men veel beter steeds wijzigen
naar bepaalde smaken.
Verdei zijn er nog de vele puddingen, die
men ook voor een zieke, die goede spijsver
teringsorganen heeft, wat voedzamer mak-m
door wat extra slagroom of eieren. Het lijkt
natuurlijk allemaal werf wat duur, maar m»<n
zal als men praktisch uitrekent wel haast
altitd bomerken. dat deze manieren, die na-
uurlijk zlin en de eetlust helpen, in den
m nder duur uitkamen, dan de vete zg.
ronde ballen en kook dia uur in water 1 versterkende poedertjrs of drenken, waar
j met zout. zoo ontzettend veel gold aan verdiond wordt.
Dien de eene bal op met oen etersaus.
gemaakt van het kooknat en doe daar een' Men mu due *«n »tuW of w.t
j>aar druppels citroensap of (zeer weinig) t"nn"T;„ «•''nen uit d« P«n. «-«urm .1- Rroc;*
madeira bij near v«ki«tng. Snijd den jlKS''tïrtj,tTlviïS w?,*So"Si»ÏÏÏ*L«^^