Hfer énVrcuWi HANDWERKEN HUISHOUDING EN KEUKEN ut^3"kU' totwtvpyai VRIJDAG II MAART 1932 DE KUNST OM VOL TE HOUDEN VERMOEIDHEIDSGEVOEL I II. -\V$t is het anders dan de bezieling voor den arbeid, die de onbluschbare energie van e.eh Edison verklaart? Als het al waar is, dat dc verkeerde emo tie de energie afdamt, stellig is het ook vi/aar. dat de juisto emotie groote voorra den energie ontsluit, die tot daaraantoe pnaangeroerd waren. Dat de meeste men schen beneden hun krachten leven, komt dan ook voornamelijk door een gebrek aan zelfkennis. In vele gevallen, dat de men- sfchen spreken van overwerktheid of van zenuwoverspanning, is er niets anders dan een onderschatting van het eigen lichame lijk Vermogen. Natuurlijk: er kunnen ziekten zijn, en die kunnen we niet beheerschen, vooral niet, door maar een beetje harder te gaan wer ken. Maar honderden malen gebeurt het dat mensehen bij zichzelf ziekten vermoe den, ja zelfs gevoelen, waar zij niet bestaan. Alle doktoren en verpleegsters weten, hoe yaak het voorkomt, dat menschen louter door verbeelding, zelfs ergens een gezwe.' kunnen voelen, dat ze heelemaal niet heb ben. Vele maagoperaties hebben er plaats gehad, omdat patiënten het idee niet kwijt konden dat zij een zweer of gezwel of iets dergelijks hadden, terwijl er in werkelijk heid niets anders was, dan een zenuwstoring tjie met wilskracht, met klaar besef van den eigen toestand had kunnen worden over jvvónnen. In het boek waarvan ik de vorige week j-ppds sprak vinden we daarvan haast on gelooflijke staaltjes die niettemin met na rden en datums zijn geregistreerd. En uit al die gevallen (van patiënten in het tehuis, van de dokteres die dit boek schreef) blijkt dan dit wel klaar en duidelijk: dat het „ver sterkend middel" dat de zenuwstoring ot „zenuwzwakte" genas, niet was, de geregel de dosis van het een of andere dure poe dertje, maar; de zelfkennis, die ons bevrijd» van belemmeringen van binnen-uit en ons vrijmaakt voor bezielde zelf-uiting. Daaron» zou hét Voor velen onzer zoo'n groote steun, een stuk gezondheid, nieuwe levenskracht beteekenen, wanneer we een beetje meer in zicht kregen in het eigen zenuwleven. Want, hoe is het met de zenuwlijder ge stéld? Als.de normale mensch reeds bene den zijn maximum leeft, „wat dan wel te zeggen," vraagt de schr. van de zenuwlij der? Licht-vermoeidheid is het kenmerk van zijn toestand". En dan worden er een paar staaltjes ge geven van de7 echte zenuwpatiënten zooals de meestq van mijn lezeressen er w;el eens zullen hehb'cn 'gekeiïd, dat ze geen hand ha$r 't hoofd konden brengen, dat zo hun oogen langzaam open deden (vlug was t e vermoeiend) die niet uit een vol glas konden drinken, want das was te zwaar om op te lichten. Ik herinner me het geval van een ïnOedér met een half dozijn kinderen; er was ontzettend veel te doen, maar de arme móéder kon absoluut niets, lag machteloos neéf op den divan en de dokter verklaarde: opstaan en aan het werk gaan dat is het éérilge, dat móet U, en dat könt U. U scheelt niéts werkelijks. Maar de stumper kon het niet en is maanden in dien toestand ge- hieven terwijl heel het huishouden verwaar loosde Wat scheelt zulke menschen? het is gewoonlijk niets anders dan de macht der suggestie, waardoor zij zich verbeelden, dat ze doörlöopend doodmoe zijn, en dat daar hie's anders np zit, dan: rusten. Inderdaad echter kan enkel moeheid met geen moge lijkheid zoo lang duren, anders was een mensch die zoo'n tijd de vermoeidheidspro- düctéri in zijn lichaam omdroeg, al lang ge storven aan zelfvergiftiging en inder daad is, hetgeen zij rust noemen, in wezen heel iets anders dan rust, want, terwijl het lichaiun lui neerligt, werkt en tobt de geest veel e.rger dan wanneer men beweging, en afleiding heeft. Daarom is de z.g. rustkuur vaak zoo'n dwaasheid. Hoe vaak hebben we, elk in eigen omge ving, niet gezien, dat menschen, helaas zelfs wel op doktersadvies genezing trachtten te vinden in een zgn. rustkuur, die per slot Vaq rekening niets anders werd dan een kwelling, welke het lijden maar vergrootte? Natuurlijk kan het bestaan.dat men een zeker werk niet meer vol kan houden, om dat het tc zwaar valt op den duur, of om dat men er geen de minste bevrediging in, bezièling vóór, kan vinden. maar dan is nog altijd een beter middel om, zoodra men er maar mee ophouden kan, ook gelijk weer fiksch aan wat anders te beginnen, veel beter, dan om op bed te gaan liggen ep 'nóg meer tijd dan gewoonlijk te vinden voor tobberijen en zelfbeklag. Bestaat de rustkuur in wandelen, spel of andere li chaamsbeweging, dan wordt de zaak dade lijk heel anders, maar het dagenlang op bed blijven liggen, terwijl men geen werke lijke ziekte heeft, dat Is iets, dat soms op het heele leven een fatalen invloed kan blij- .ven uitoefenen, als men niet oppast. Het is dan ook een gewoon verschijnsel, dat iemand, die een rustkuur begint na een paar dagen liggen, nog vermoeider is, dan toén hij begon. Op den langen duur schijnt zoo'n kuur wel eens te helpen, maar dan is het meestal nog meer de verandering van sfeer- het tijdelijk breken met werkkring of met'menschen die men nog niet mag. d< 1 wel dpor het stilliggen. Alleen in gevallen van werkelijke ziekte, hartzwakte, ondervoed- ï)C|id, of eenige andere ziekte, zal het nuttig en noodig zijh, door bedrust het lichaam te helpen om tegen de ziekte te strijden, maar do strijd tegen de „zenuwen" kan men veel beter voeren, als men aan het werk blijft, of aan ander „werk" begint, dat desnoods maar uit „spel" bestaat. In het bewuste boek zegt de dokteres over de rus'kuur het volgende: V e r m ij d den rustkuur. Het is een verblijdend teeken, dat de rust kuur bard bezig is, uit de mode te gaan. Waar poit een rustkuur den pa'iönt gebaat hegft, zijn in waarheid de persoonlijkheid van den geneesheer en de patiénts vertrou wen in hem de genczendo elementen ge- weeat. De geheele theorie van den rustkuur was gegrond op onwetendheid omtrent de ooi-zaak der heurose. Wie aan „nerveuze uitputting" lijdt, loopt alle kans, even „ver moeid' te zijn na een maand in zijn bed te hebben doorgebracht als daarvoor. Waar om ook niet? Lichamelijke vermoeidheid is gauw genezen, en wat zou rust dan verder kunnen uitrichten? Welke uitwerking kan rust hebben op de vermoeidheid van een ontmoedigd instinct? Geestdrift is imimers de krachtigste opwekker van energie. En tracht toch niet die te bemachtigen door te gaan rondhangen in bed of te gaan zitten schaak spelen in een sanatorium! Wanneer gij voortdurend en altijd maar door, vermoeid zijt, of wanneer gij spoediger moe wordt dan de andere menschen in uw omgeving raadpleeg dan een goeden dokter en laat hein u onderzoeken. Zegt deze U, dat ge geen tuberculose hebt noch een hartkwaal, noch een nierziekte en dat er ook van eenige andere ziekte niers blijkt, dat gij physiek in orde zijt en „al leen maar nerveus", pak din U zelf eens flink aan, en prent de volgende paragrafen goed in uw geheugen: Wat is vermoeidheid? Een chemische toestand, die voortkomt uit pas verrichte inspanning. En wat k»n nog meer vermoeidheid ver oorzaken? Zorg, angst, wrok, ontevredenheid en an dere deprimeerende emoties. Wat maakt de vermoeidheid nog erger? Aandacht er aan te schenken. Waarom verbeelden, zooveel menschen zich, dat ze overwerkt zijn? Door de macht der suggestie. Wie staat er eiken morgen doodmoe op? De zenuwlijder. Wie beeldt zich In, dat zijn hersens zooi uitgeput zijn, dat ze niet tot de minste in spanning m staat zijn? De zenuwlijder. Wie meent er dat hij nu nog uitgeput kan zijn, van werk dat tot het grijs ver leden behoort? Do zenuwlijder. Wie schrijft al zijn kwalen too aan over- werktheid? De zenuwlijder. Wie klaagt er al over vermoeidheid voor dat hij nog goed begonnen is? De zenuwlijder. Wie is zijn vermoeidheid kwijt, zoodra hij maar het ware inzicht krijgt? De zenuwlijder. En dan komen de volgende vragen hierop neer, hoe men die vermoeidheid kan ver geten, door er geen notitie van te nemen, door zich een nuttigen fikschen arbeid te zoeken, lin, als men een kort en bondig ad vies wil, zoo besluit het hoofdstuk, hier hebt ge het: Kom tot inzicht Schep moed, ga aan het werk! GROOT BORDUURPATROON De verkleinde teekening van het borduur patroon, dat we hier afbeelden kan voor ver schillende doeleinden toegepast worden. Zooals 't hier staat, kan men het wat ver groot na teekenen voor 'n kussenpatroon- of groot vierkant kleed, ook wel voor een kleed op een lage ligstoel, langs de rugleuning Wil men nu hetzelfde patroon gebruiken voor een looper (buffet of laag kastje) ot voor smaller stoelrug, dan laat men de vier buitenste motieven links en rechts weg- en neemt de binnenste die naar elkaar toege- richt staan, met de kleinere tusschenmotie- Om het tot een langwerpiger looperpatroon te maken, schuift men de onder* en boven helften wat verder uit elkaar, zoodat ze langs de smalle zijkanten vallen, en dan kan men naar verkiezing het open middenge deelte al of niet vullen met de kleinere mo tieven (diie uit één blad met een bloemtrosje bestaan). GROOTMOEDER EN DE KONING Maar kijk, grootmoe wordt beter, voor één dag, Omdat de Koning in de stad komt Vlag En wimpel, de onze ook! waaien dat ze klappen; Groen slingert overal, als prinsen stappen De dienders met hun splinternieuwen steek Door 't joelend volk Aan 't raam weer, kalm maar bleek. Zit grootje, in kussens, breiend toe te kijken En 't weerschijn-zijden feestkleed glad te strijken; de zilvren'knijpbril ligt In de opgeslagen bijbel; 't hoofd ter zijde. Neemt ze uit de hoornen doos eon snuifje, en blijde Ten hemel blikkend dezen koningsdag. Looft zij Gods lieven warmen Julilach- Met oogen die me aan moeder-zelf doen denken! Een man komt binnen, Die haar den pols voelt: „Kalmpjes aan! we winnen Verklaart hij flauwtjes, met bezorgden blik... „Daar komt mijn grootste broer van 't sf>oor!" roep ik, „Dc Koning ook!" gil 'k uit, bij 't oorver- doovend Hoezeel den ingehaalden Willem lovend Uit dichte drommen, stuwend hot en her Den kOmmandant der schutterij omver Bijna ten minste; kijk zijn paard eens schuimen! MOUWLOOZE PULLOVER Op de vraag naar pullover in blouse-model zooals ze dezen winter wel werden godragen laten we hier een paar modellen zien, maar kunnen die niet volledig gaan beschrijven- Ze zijn trouwens voor handige breisters veel gemakkelijker te vinden en het zekerst na te werken naar een patroon dat men knipt naar een eigen jumper of vest. Vooral met dat rekbare breiwerk, is het zoo moeilijk een bepaalde maat op te geven, en kan ieder het beter al breiend probeeren en telkens passen. Na de algemeene wenken die we de vorige week opnamen over het breien naar geknipte patronen, zullen zij, die er tot dus ver nog moeite mee hadden er ook wel in kunnen slagen. Als men nu zoo'n papieren patroon knipt, rekent men er mee. dat even onder de taille- lijn de overblouse met wat ruimte in een breed e rechte band gaat die met dwarsstre- pen wordt gebreid, bijv 2 r. 2a. of 3a- 1 r. ot Zoo kan in het voorjaar (dit model is gegeven voor het a-s. seizoen vroeg-voorjaar) 'n gebreide overblouse zoowel over een japon gedragen worden als wel. zooals hier: op blouse-en-rok, ook wel onder mantel pakjes zullen ze worden godragen. Zooals men ziet- is het hoofdpatroon van het breiwerk hier diagonaal strepen die naar links- en rechts"boven uitloopen 511 1 ïiddenvoor tegenelkaar aankomen. We kun" nen die streep op verschillende manieren breien, bijv zoo ongeveer als de gewerkte rand van het kindertruitje dat we voor veer tien dagen hier gaven, maar dan natuurlijk in plaats van de zigzaglijn de strepen gere geld door laten loopen in één richting. De kostuumrok hier is van tweed en heeft zeer diepe nletingeperste plooien, de blouse is van tussor* Het andere jumpertje is nog meer dan het eerste geschikt voor zeer jonge meisjes die nog schoolgaan of op kantoor werken. Men kan er een te korte (nungolengde) rok on der dragen, want ze is nog wat langer don het vorig model Ze werd gemnakt uit ge weven fijn-willen tricot- maar men zou ze ook kunnen breien uit dunne wol- Als ver siering komt er een aardig borduurmotiefje op, waarvan we hieronder eon iets grootgr detailtec-Kening geven. Den stoet na-oogend, zie 'k nog wapens glanzen. Goud echitt'ren kleuren, gloeien, golven dansen Van menschenhoofden, hoor ik uit die Eén jubel opgaan Maar wat A c h 1 en Weel Doet me opzien? „Grootmoe!roep ik; angstig bogen Mijn ouders zich voorover Daar bewogen Zich grootmoe's handen in de mijne, e „Rust!" Bradht ze uit. Die avond heeft ze mij gekust. Terwijl er duizend lichtjes van daarbuiten Weerkaatsten in haar traan. En toen de ruiten, BinkLnkten van het feestgeschut, hoogop De pekton vlamde, van Oen torentop Bengaalsche vuren tooverkleuren spreidden, Muziekgeschal cïen optocht begeleidde, Bleek Benjamin stil opgestaan: 't Rumoer. Al uitgelatener voortgolvend, voer Uit alle hoeken van de stad naar boven Een dwazen droom gelijk tot in de alkove Waar grootmoe zat, met allen bij zich... W&t Ze sprak, ontging me: iets plechtigs was het, dal Mij aangreep, iets als uit den Hooge „Kind ren'" Besloot zij, „dank! Het aardsche licht zi» *k mindren. Maar 't beetre wenkt... Laat mij nu slapen... Dank! Zoo rust ik goed.,...." Geen onzer waagde een klank. Maar ieders ademtocht meen 'k nóg te hooren ZieL Moeder knielde, en snikkend drong 'k naar voren; Toep, strekte de oude vrouw haar voeten uit, En zuchtte diep «.a- En de and'ren weenden 1 u i d. „Wordt grootmoe heusch, heuschf h'éélmaal beter?" vroeg Ik vader, die mij stil in bed weer droeg. Toedekte, en zacht zijn hand me op 't hoofdje leidde; „Kind, ze is gelukkig!" was dl wat hij zeide. W. L. PENNING. HET STIJVEN. STRIJKEN EN GLANZEN VAN BOORDEN EN MANCHETTEN het gebruik xon gewon»- rijetutljfse men X kopje stijfsel. 4 kopjes lauw wa afgestreken theelep»>la borax (15 gram. i weinig geraspt kaarsvet. De borai In fceer weinig kokend water opgelost Het gebruik vivn de pakjes glar :e|ii akk el Ijker, maar duurder. tuk in -Je gereedgemaakte stljfsei i oo droog mogelijk uitgedrukt. d EIERGERECHTEN Zakjeseieren (hiervan hob ik niet lang geleden het recept gegeven voor een zwak kind. Kan desgewenscht herhaald worden). Men geeft ze bij geroosterd brood of bij puree. Men kan ze ook koud laten worden en dan paneeren en in frituur bakken. Verder Roer een of twee eidooiers met wat sui- ;er en voeg er het sap bij van de vruchten lie voor het schoteltje worden gebruikt, 'erwarm het „au bain Marie" al roerende n voeg er het stijfgeklopte eiwit bij. Doe itijv. t got-d lelijk atljfi mgeroerd, omdat stijfsel zakt. Voordat men begint te strijken, wordt het oed nogeena aan be4de kanten afgeveegd ei i lengte en breedte opgerekt, daarna met dei erkeerden kant naar boven op de strljktofe elegd en met oen goed Ijzer even luchtig ove ■rkeerder >rdt het boord of de MACHINE-NAAIEN Precies als bij 't begin van den stofzuiger toen deze nog niet ingeburgerd als nu vele huisvaders geloofden, dat het niets dan gemakzucht van de huisvrouwen was zich zoo'n ding te willen aanschaffen, zoo lioort men ook nu nog wel eens praten over de electrieche naaimachinemotor. Wat zou dat nu uithalen, zoo'n licht werkje als het draaien van een naaimachinewiel. Maar ook hier zit nog een andere kant aan dp kwestie. N.l. het verschil van de vlugheid waarmede men vordert. Hierover werden in een Duitsch tijd schrift door een ingenieur interessante mededcelingen gedaan als resultaten van proevén, die ten doel hadden het praktisch nut van electrisch gedreven naaimachines na te gaan. Daarbij bleek ten eerste, dat een geoefen de naaister met een handnaaimachine on geveer 300 steken per minuut doet Met een trapnaaunachme echter G00 700 per min. Weten de huisvrouwen dat wel, die zoo vaak beweren, dat ze trapnauimachines „ellendige dingen" vinden? Ikzelf dacht liet vroeger ook, maar wat wént het gauw, en was is 't gemakkelijk, je twee handen vrij te hebben voor het draaien en richten of vouwen het werk. Ik had wel opgemerkt, dat het stikken vlugger gaat met trappen, r zou nooit gedacht hebben, dat het dubbele wordt gedaan in eenzelfde tijd. Maar nu komt daar de electrische nani- machinemotor. Heel eenvoudig: een klein dingetje, dat ge naast de machine op het tafelblad vastzet en op 't gewone stopcon tact of op do lamp met pingfitting inscha kelt en dan: worden er 1000 steken per min. gedaan. Nogal een verschil dus. Ruim driemaal zooveel als 'n gewone handje-draai-machine doet Het is dus gen luiheid te noemen, wan neer iemand, die veel te naaien heeft, zich zoo'n motor aanschaft. Maar, dat men In- tusschen ook zich minder moe hoeft te maken, Js wel een aardige bijkomstigheid Ook praktisch is, dat er een rem opstaat die onmiddellijk kan doen stoppen. Het stroomverbruik echter is niet zoo heel weinig: een hecle kilo-watt binnen het uur, als ik me niet vergis. Dat is vijfmaal zooveel als een strijkijzer en zeven maal een stofzuiger. HEEL OUDE SPREEKWOORDEN BU het strijken ruthoudt ":en van dubbe-le boon nder- en bovenhelft g Den strijkt men op de bovenhelft te«ei oord buigt en d-e trijkt i irgt dai bij. dal SLABBETJES uardig Vlug en voordeellg i ernakkelljk en groote badhanddoek 1 :e koe-ten don maar een paar ,-eblokten, gestreepten of ge ek. bijvoorbeeld Keel me' icht kleurtje. In g< witten met roodo randen, want di >en zouden leelijk zijn. Men knipt de doek middelste twee stukken houdt badh&nddoekei de bulten: de fre de drieën, men let: ♦oor di- SCHOONMAKEN VAN BONT Een bonten kraag, die vettig is gewc Witte bontsoorten maakt men het ichoon door middel van „rneeJwassching". neel, onverschillig van welke soort, verw nen en doet het In een Bchotel. Het meel rolstrekt niet bruin geworden zijn door de hitte legt men het witte pelawi 1 neel en wrijft het met de I nen het wilde wasschen. totdat de pel „waaoh" daarmede het bont "Blijft zuiver wit van kleur, dan kan men aannemen, dat do reinlgiugakuur ,afge- n is. Men klopt en schudt het peL9Wei' lotte goed uit. i bont kan hier wel tegen. DIEETRECEPTEN EN SPECIALE ZIEKENKOSTJES Op de vraag naar aansterkende recepten voor kinderen of zwakke menschen alsook voor herstellende zieken, lijkt het me het best deze kweetie in een afzonderlijk arti kel zoonoodig met een vervolg te be handelen. Verschillends kookboeken er op naslaan- vind ik deze zaak het meest overzichte lijk behandeld in „Praktische recep- in" door „Elisabeth", uitgave Romen Zonen, Roermond. Voor het eiwit-arm dieet, het suiker rij dieet, het v et-arm of een z o u t- r m dieet vinden we daar overzicÖin, die een volgende maal nog even fcoop te> releveeren met enkele bijgevoegde recepten Ook het streng vleeibaar dieet Ditmaal liever eerst wat recepten voor aansterkende zieken omdat daar de speciale vraag naar ie. Dan ie daar in de eerste plaate: VLEESCH-BOUILLONRECEPTEN Leverbouillon. Zet y2 pond aan /ierkante blokjes gesneden kalfslever op met y2 liter water en »vat zout Heeft dit doorgekookt, laat het dan nog 20 minuten chtjee trekken. Zeef de bouillon door flanellen doekje en voeg deze dan roerende bij een flink geklopt ei. vezerik (kalfezweeerlk, gekookt, ge bakken of met ragout Recepten kan men in kookboeken vinden of kan ik nog opge ven bij navraag). Ragouts (hebben we meermalen hiér opgegeven, kan deeverlangd nog herhaald worden). Kalfsoesters (Idem) dit le speciaal goed voor bloedarme patiënten. Vooral oeer men gelardeerde oesters neemt (kleine oesters worden met twee reepjes spek gelardeerd, met wat zout Ingewreven en gebakken als biefstuk). Kalfsbiefstuk gestoomd in een stoompan (ongeveer uur). Van de aldus ontstane krachtige bouillon wordt een ensausje gemaakt door ze te binden met wat maizena, een weinig citroensap, n zoonoodig wat zout toe te voegen. Het leesch wordt Licht geizouten voor het stoo- ni-cn. Vleeechecbelpjes, door klein ge eneden biefstuk (liefst kalfsbiefstuk) in een gouteaiie op te koken, dit in een schelpje pastei-potje of desnoods In een gewoon klein urschaoltje te doen, met een rand puree omheen, alles oveistrooid met wat be- schuitkruim (waarop rtesgewenscht hier en een heel klein klontje boter) en laat dit in een oven en andere onder een h^e- ten deksel ook van boven goed warm wor- zoo mogelijk met een bruin korstje. GEKOOKT KALFSGEHAKT OnverschiltlQ watr U woont. U kunt op ga* koken. Do KltcKcnkook brandt op »(g«n gat, xondvr eenigan ««n eg. Overal t« plaatten. Kookt tneller, bekt beter en verbruikt minder den eenig ander kook- toestel. Geen rook, geen roet, geen walm. Vreagt prospectus met ettestenboek ven tevreden gebruikers en adressen weder- verkoopers een: dit in een aardig schaaltjes laat het koud worden en leg er dan de gestoofde vruch ten bovenop (zooals we reeds meermalen schreven, beteekent au bain Marie, warmen dat men iets niot direct op het vuur zet, maar in een pan kokend water, terwijl deze dan op het vuur kokend gehouden wordt Dit is de zgn. „Haagsche bluf'. Men slaat wat edwit stijf mot een paar lepels marme lade, of suiker met bessensap (lekker is bv. wat zeer fijngehakte ananas, met wat van hot nat, of, wat venache vruchten als er aardbeien of kersen zijn, deze ook tot moes geprakt en zonder pitten), lekker en tevens voedzaam: wat appedmoes mot wat bessen jam (of gember). Men moet al kloppend zelf zien hoeveel van het vruchtenmengeol het eiwit kan „verdragen", want het moet eèn niet te dunne vla worden, doch stijf staan. Men legt nu op een aardig schaaltje eerst wat zachte biscuits en doet daar dan het vruchtenechuim bovenop, en kan nog wat 'nichtjes leggen op dit laatste. VRUCHTENKOKERS kan men op ven&rtiillende manieren meken bijv. door een paar wafeltjes op elkaar te leggen, langs de randen staande wafels, doe met een wit lintje bij elkaar te binden zijn- De wafeltjes van den bodem plakt men met wat caramel aan elkaar. Deze beker kan gevuld worden met vruchtenechuim, of met vensche, of gestoofde vruchten al of niet met wat slagroom erboven. Men kan ook een klein glazen schaaltje nemen en de biscuits (bijv. lange vingers) langs den rand overeind zetten en daarbin nen het vruchtenmoes met geslagen room of eiwit Andere „ziekenrwcepten" gevel kookhoeken niet Het spreekt vanzelf, dat men de boven staande reoepten alleen kan klaarmaken, wanner het geldt ziekten van niet te langen duur of een enkele maal bij wijze van ver rassing, vooral ook om eens mee naar een zieke te nemen. Maar verder zijn er op zoo vele manieren van gewone kostjes iets meer smakelijks en extra voedzaam ta maken. Daar is het bijv. het doorroeren van een .dooier door lichte soepjes of door een ge wone kop chocolade, het «laan van eiwit of slagroom door appelmoes, dile men toch voor het gezin kookt en waar men dan wat af neemt om dat extra te bereiden voor do zieke. Ie ppelpureebv. is, wanneer men ze dadelijk van verse he aardappelen* kookt met wat slagroom erdoor of een j>aar eidooiers en etljfgeslagen eiwit, ve.-der een weinige (o zoo weinig) nootmuskaat, of wat men het lekkenst vindt: wat zeer fijn ge hakte peterselie of zelfs selderij- of tomaten puree of wat dan ook en dat geett, met ge smolten boter, een voedzaam hapje, d«t meestal wel in den smaak valt en dat ik weet dit bij ondervinding zich wel gauw en gemakkelijk klaar laat maken. De puree wordt lekker, als men eerst een minuut of Ijf de aardappelen gewoon kcokt met wat zout, ze dan afgiet en verder gaar kookt met melk en later vooral good klopt Voor kin deren kan men deze puree (met ei of slag room, maar zonder de kruiden of groenten) ook geven met wat jam en suikpr of men kiopt er appelmoes doorheen. Dat laatste inden ook vele volwassenen wel lekker. En et is heel licht verteerbaar. Ieder moet natuurlijk zelf naar omstan digheden en naai bepaalde smaak gaan han delen; vaste vooischriften zijn nooit te geven ik zelf volg maar zelden recepten (dan alleen voor de eerste maal wot nieuws natuurlijk) e na naar opgave, want bij de her haling kan men veel beter steeds wijzigen naar bepaalde smaken. Verdei zijn er nog de vele puddingen, die men ook voor een zieke, die goede spijsver teringsorganen heeft, wat voedzamer mak-m door wat extra slagroom of eieren. Het lijkt natuurlijk allemaal werf wat duur, maar m»<n zal als men praktisch uitrekent wel haast altitd bomerken. dat deze manieren, die na- uurlijk zlin en de eetlust helpen, in den m nder duur uitkamen, dan de vete zg. ronde ballen en kook dia uur in water 1 versterkende poedertjrs of drenken, waar j met zout. zoo ontzettend veel gold aan verdiond wordt. Dien de eene bal op met oen etersaus. gemaakt van het kooknat en doe daar een' Men mu due *«n »tuW of w.t j>aar druppels citroensap of (zeer weinig) t"nn"T;„ «•''nen uit d« P«n. «-«urm .1- Rroc;* madeira bij near v«ki«tng. Snijd den jlKS''tïrtj,tTlviïS w?,*So"Si»ÏÏÏ*L«^^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3