Een groot staatsman ging heen
9 DINSDAG 8 MAART 1932
DERDE BtAD PAG. 9
Onvermoeid strijder voor
de organisatie van den vrede
Ontroering in heel de
wereld
'bijeengekomen was, om het begrootingsdebat
voort te zetten, is, na de mededeeling van
den plotselingen dood van Briand, ten teeken
van rouw tot 21 uur uiteengegaan.
De voorzitter Bouisson sprak, zeer ont
roerd, een rouwrede uit te midden van een
indrukwekkende stilte.
Voor de verdaging wijdde Tardieu eenige
woorden aan Briand, waarbij o.m. zeide:
„De roem, dien Briand aan de Fransche
driekleur gebracht heeft, zijn deel in het
Zijn dood is een verlies niet alleen voor
Frankrijk, niet alleen voor den Volkenbond
waaraan hij zijn beste krachten heeft ge
geven, maar voor de geheele naar vrede
strevende wereld-
Deelneming uit heel de wereld.
Naar Reuter uit Parijs meldt, was de
Duitsche ambassade de eerste buiten
landsche missie die haar deelneming in het
overlijden van Briand te kennen gaf. Lega-
tieraad dr- Forster toekende in het sterf
huis de lijst, in zijn naam en dien van den
afwezigen gezant v. Hoesch.
In een door den Rijkskanselier te Berlijn
aan een vertegenwoordiger van Havas ov
handigde verklaring wordt onder meer ge
zegd:
Geen binnenlandsch staatsman was ook in
Duitschland zoo bekend en zoo vaak ge
noemd als hij. Zijn naam is voor het Duit
sche volk verbonden met de Duitsch-Fran-
sche toenaderingsbeweging en zal in dezen
zin voortleven.
In denzelfden zin heeft de Rijkskanselier
In een groot deel van onze oplage konden
wij de droeve tijding nogvermelden, dat
Briand, de groote Fransche staatsman,
'Maandagmiddag om ongeveer half twee
betrekkelijk onverwacht, op bijna 70 jari
gen leeftijd, is overleden-
De laatste dagen en oogenblikkeu.
Briand was op 28 Februari van zijn buiten
Cocherel naar Parijs teruggekeerd en had
daar zijn intrek genomen in zijn sedert jaren
niet meer gebruikte woning. Zijn doktoren
hadden zijn terugkeer naar Parijs verlangd,
ofschoon Briand zich hier eerst tegen verzet
had. De doktoren beschouwden den terug
keer naar Parijs als den eersten stap voor
de opneming in een ziekenhuis. Onmiddel
lijk na zijn aankomst te Parijs moest Briand
zich naar bed begeven. De woning mocht
door vreemdelingen niet meer worden be
treden.
Tot Donderdag had men, ofschoon de
zwaktetoestand aanleiding gaf tot ernstige
bezorgdheid, niet gedacht aan een zoo spoe
digen doodelijken afloop. Gistermiddag ver
ergerde de toestand van den kranke en zijn
zwakte nam zóó toe, dat er geen hoop mee:
bestond.
De arts, die Briand behandelde en bij zijn
dood aanwezig was, dr. Emmery, heeft ver
klaard, dat Briand overleden is aan een ge
zwel in de longen en de hersens.
Ik ben, zeide hij, vanmorgen om 10 uur
naar Briand gegaan om hem zijn dagelijk-
sche inspuiting te geven. Briand zat in een
leunstoel in zijn kamer en scheen neerslach
tiger dan gewoonlijk. Hij bevond zich in een
toestand van half-bevvustzijn. Om 12 ,uui
telefoneerde Briand nog met een vriend; korl
na 13 uur is hij zonder pijn overleden.
Opgebaard In zijn woning.
Aristide Briand is in een kamer van zijn
Farijsche woning voorloopig opgebaard.
De overledene, in rok, zonder decoraties,
is uitgestrekt op een eenvoudig koperen bed.
Het lichaam is zeer vermagerd, het gezichl
en de handen zijn van een groote bleekheid.
De gelaatsuitdrukking is er een van groote
rust
De eerste om r;ch voor het stoffelijk om
hulsel van zijn voorganger te buigen was
Tardieu. Hij bracht de hand van den doode
aan zijn lippen, een gebaar, dat na hem
Laval, Malvy, Grumbach en Hennessy her-
Grepen uit het leven van een groot staatsman
Welsprekend advocaat. Kop redac
teur van socialistische bladen.
Gangmaker van de scheidings-
wetten. Permanent minister van
buitenlandsche zaken. „Père de
la Paix"
In 1862 werd Aristide Briand geboren in
een klein kroegje doch met dat al wist hij
het te brengen tot
advocaat. Op30-jari-
gen leeftijd verhiiis-
de hij als zoodanig
naar een voorstad
van Parijs, waar hi i
zich niet ophield
met de gewone pro
cessen doch slechts
kleine zaken aan
nam van menschen,
die tegen het gezag
in verzet kwamen-
Als alle groote rede
naars verkeerde hij
het meest onder de
ontevredenen. Daar
vindt men meer
stof tot spreken en
boelen-de onderwerpen- Chateaubriand
zeide reeds dat welsprekendheid de vrucht
der opstandigheid was. Wanneer Briand
een verdediging op zich genomen had, was
dat voor de arme Parijzenaars een feestdag,
wat hij was
Staatsbegrafenis.
De Fransche Ministerraad is gisteravond
6 uur bijeengekomen onder leiding vaji Pre
sident Doumer. In overleg met de verwan
ten heeft hij besloten den overledene de eer
te bewijzen van een staatsbegrafenis.
Het stoffelijk overschot zal in het ministe
rie van buitenlandsche zaken opgebaard
worden. De begrafenis zal vermoedelijk Za
terdag plaats hebben om 2 uur.
De familie Briand heeft medegedeeld, dat
Briand den wensch heeft te kennen gegeven
op eenvoudige wijze op zijn landgoed Coche-
rel te worden bijgezet
Hulde In de Kamer.
De Fransche Kamer, die gisteren om 8 uur
"Briand op een morgenwandeling tijdens de
Haagsche Conferentie in 1929
ARISTIDE BRIAND f
moeilijke en somtijds onzekere werk van de
organisatie der wereld, na den grootsten
schok, dien deze ooit beleefd heeft, dwingen
zelfs hen, die Briand slechts weinig gekend
hebben, bewondering en de grootste hoog
achting af".
Ontroering te Genéve.
Titulescu was juist aan het woord in de
buitengewone Volkenbondsvergadering, toen
het doodsbericht van Briand binnenkwam.
Onmiddellijk nadat Titulescu uitgesproken
was, verhieven alle aanwezigen zich van
hun zetels, terwijl Paul Hijmans mededee
ling van het doodsbericht van Briand deed.
Hij noemde Briand de belichaming zelf van
de idealen van vriendschap en vrede tus-
schen de volken. Hij was een van hen die
het meest gedaan hebben voor den opbouw
van den volkenbond. Hij was de roem van
Frankrijk. Zijn naam zal eeuwig in de ge
schiedenis blijven voortleven.
Paul Boncour dankte namens de Fransche
delegatie en wees op den treffenden samen
loop van omstandigheden, daar de tijding
van Briand's dood tot ons gekomen is op
het oogenblik, waarop het hoogste orgaan
van den volkenhond, waarvan Briand zoo'n
warm vriend was, bijeen is, om het geschil
tot oplossing te brengen, waaraan hij zijn
laatste krachten gewijd heeft De beste hulde,
die men aan zijn nagedachtenis kan bewij
zen is, de volharding van het werk, dat hij
getracht heeft te volbrengen.
Ten teeken van rouw werd de zitting een
kwartier geschorst
Verklarfog van Minister Beelaerts
Uit Genève wordt aan de Msb. gemeld:
Minister Beelaerts van Blokland heeft
gistermiddag na afloop van de bijeenkomst
der volkenbondsvergadering aan de verte
genwoordigers der Nederlandsche pers ver
klaard, zeer onder den indruk van het over
lijden van Briand te zijn-
De verschillende malen dat onze Minister
gelegenheid gehad heeft Briand te Genève
te ontmoeten, was hij steeds weer onder den
indruk gekomen van de groote bekwaam
heid en krachtigen vredeswil van den
genialen Franschman.
aan Tardieu den Fransehen minister-presi
dent. getelegrafeerd-
In het E n g el s c. h e Lagerhuis heeft
Sir Austen Chamberlain in worme wóórden
hulde gebracht aan het werk van Briand
voor den vrede. Spr- hoopte dat zijn op
volgers en zijn medewerkers dit voorbeeld
steeds indachtig zouden zijn en er naar
streven Briand's idealen in vervulling te
doen gaan.
Koning George en Mac Donald hebben tele
grammen van rouwbeklag gezonden.
Minister Simon. George en Henderson
hebben van hun droefheid over het verlies
verklaringen afgelegd tegenover de pers-
Ook in Amerika is oprecht leedwezen
over Briand's heengaan veroorzaakt. Stim-
son heeft daaraan uiting gegeven door een
telegram aan Tardieu.
Lijkdienst in de Notre Dame.
PARIJS, 8 Maart Zooals eerst thans uit
den vriendenkring van Briand bekend
wordt, waren de geneesheeren van Briand
zich de laatste weken van zijn hopeloo-
zen toestand bewust, en verwachtten zij
eiken dag het overlijden van den grijzen
minister
Er was echter een streng voorschrift om
naar buiten niets te laten blijken van den
ernst van de gezondheidstoestand van
Briand. aangezien hij tot den laatsten
zelf de kranten las en men niet wilde dat
hij in de pers zou lezen hoe ernstig zijn
toestand we-1 was-
Dientengevolge kwam het overlijdensbe
richt gistermiddag geheel onverwachts-
Toen Briand op 28 Februari j.l. uit Cocherel
naar Parijs terugkeerde, kostte het hem
veel moeite om zijn op de tweede verdie
ping gelegen woning van het flatgebouw
aan de Avenue Clebert te bereiken. Wat
hem de laatste dagen het meest hinderde
was het rookverbod, dat hem door zijn be-
handelenden geneesheer was voorgeschre
ven.
Gistermorgen raakte hij echter buiten
bewustzijn en slechts even is hij weer tot
bewustzijn gekomen.
Tegen half 11 begon de doodstrijd die on
geveer 3 uur duurde.
Het stoffelijk overschot van Briand word'
terwijl de jury tot tranen toe werd geroerd
door zijn rede- Slechts hijzelf bleef volko
men balm alsof hij zich verheugde over zijn
eigen talent. Hij beheerschte dan ook hei
woord zooals een kunstenaar zijn instru
ment en de macht van het woord is in
Fiankrijk zeer groot
In 18J-8 vindvi wij Aristide Briand in de
redactie van het socialistische dagblad „La
taim-rnc"- Zijn collega's waren Alexandre
Viillcrand Renó Viviani. Zij wisten niet of
Briand een slechte of een goede journalist
was en de lezers van hun blad wisten het
"venmii:, want hij schreef nooit een artikel,
doch de pakkende leuzen, de beste titels,
lie door de krantenjongens met vuur wer
den uitgeioeiei op de boulevards en in dc
taul ourps. waren bedacht door Aristide. En
hij kon nog wa, anders. Wanneer de bleeke
morgenschemering doorbrak en Montmartro
leegliep, wanneer iedereen slaperig en ver
moeid was, dan verscheen Briand in de
beste coj.ditie op zijn kantoor en
dicteerde hi] de vurigste manifesten
Hii ping heftig te keer tegen de opportu
nisten en deed zijn collega's verbaasd staan
over alles wat hij in zijn betoog wist te
erwerl.en- Hij las immers nooit een boek
en zat weinig op zijn studeerkamer, doch
het Café Madrid was zpn bibliotheek en de
straat zijn studeerkamer.
In l&Uli was hij verbonden aan de redactie
van de „Humanité" te Parijs, Jaurés was
hoofdredacteur en Briand redigeerde even
als bij ,.I.anterne" de koppen- Millerand
werd nu minister in het kabinet Waldeck
Rousseau. Jaurés zond een deputatie uit de
redactie naar hem toe om van hem te
eischen dat hij dadelijk zou aftreden als
minister. Aristide Briand zou 'net woord
moeten voeren- De minister had het zeer
druk en daarom duurde het gesprek slechts
vijf minuten, doch de verhouding tusschen
de vroegere collega's van de „Lanteme"
was nog even goed en reeds bij die gelegen
heid zei Millerand tot hem: „Als ik jou in het
kabinet had, dan zou het wat anders zijn."
In 1903 kwam een groote dag in het leven
van Briand. In het Palais Bourbon sprak hij
als woordvoerder dep meerderhedd over de
wet, die
de scheiding van kerk en staat
zou regelen. De tribunes waren stampvol en
ook de voornaamste Parijzenaars waren ver
schenen. Briand was in hun salons reeds
eenige jaren lang een graag geziene gast
Hij was iets nieuws in die kringen. Hij
wist elegant en nonchalant tegelijk te doen
en hij sprak in het meest beschaafde ge
zelschap precies zooals hij op Montmartre
sprak- Hij overblufte meer dan dat hij
overtuigde doch hij maakte in ieder geval
relaties. Briand ging nu niet meer naar het
Café Madrid hij ging wonen in de buurt
van de Madeleine en trad in het huwelijk
met een schatrijke ministersweduwe, die
niets meer of minder wilde dan opnieuw
ministersvrouw worden en daartoe blijk
baar in Briand den geschikten persoon zag.
Destijds was Briand 45 jaar.
In 1912 werd het redactiebureau van de
.Humanité" door de politie belegerd. De
..Flics" doorzochten het geheele gebouw,
kasten en laden werden geopend, manu
scripten in beslag genomen. De md arresta
tie bedreigde redacteuren protesteerden,
doch de commissaris van politie kon hen
slechts antwoorden dat hij handelde op
beyel van den minister van binnenlandsche
zaken Aristide Briand. Zoo werden
de rollen omgekeerd-
De laatste twintig jaar heeft Aristide
Briand gemiddeld 3 maanden per jaar op
ministersstoel gezeten. Hij heeft alle
portefeuilles te eeniger tijd wel eens gekre
en kende daarom het geheele bestuurs
apparaat van zijn land. Bovendien gold hij
als een der beste diplomaten ter wereld. Een
halve eeuw lang heeft hij de menschen. met
hij in aanraking kwam en onderhan
delde. in verrukking gebracht. Zijn rede
naarskunst. waarin hij reeds in het Café
Madrid een meester was, vervolmaakte hij
in de internationale politiek- Hij heeft o.a
gevoerd. Hij was aanwezig te Washington.
Genéve en Locarno. Wat de binnenlandsche
politiek betrof, dacht hij niet aan de verre
toekomst, maar was hij ten nauwste ver
honden met de realiteiten van de naaste
toekomst. Hij.was geen man van overmor
gen, maar van morgen. Hij was geen tegen
stander van Poincaré toen deze het bestuur
in handen had en toch ging hij niet dade
lijk over naar de zijde van Herriot- Hij was
steeds bereid voor een functie, doch hij
moest er voor uitgenoodigd worden. Hij
klemde zich niet vast aan de macht. Hij
was veel te verstandig om iets of iemand
na te loopen- Hij wist dat het onbesuisd na
streven van eerzuchtige plannen een dom
heid is en hij wist zelfs met gratie te vallen.
Hij heeft in de zoo moeilijke na-oorloe-
sche politiek
1.45 H 1 1 v
15.00 H u 1 z
5.50 KOni
20.35 Da
20.50 Wars
21.30 H u i z
21.35 L o n.d
22.00 H 1 1 v
22.05 Dave
22.30 Huiz
Het laatste half jaar van zijn leven is niet
het gelukkigste geweest. Hij is geen presi
dent geworden van de Fransche republiek
maar heeft het onderspit moeten delven
voor den in de politiek ombeduidenden Dou
mer. Zijn nederlaag bij deze presidents
verkiezing was voor hem een zware slag.
Nadien heeft de oppositie in zijn land veel
terrein gewonnen. Het chauvinisme i
vooral den laa'sten tijd enorm toegenomen
en zeer zeker zou Briand, wanneer hij op
de ontwapeningsconferentie te Genève a!s
vertegenwoordiger van Frapkrijk aanwezig
was geweest, een geheel ander on'wape
ningsplan hebben ontvouwd dan thans hel
geval is geweest. Met het verlaten van hot
politieke strijdperk door Briand had de
wereld dezen grooten voorstander van den
vrede reeds verloren, doch wanneer de doo-J
hem niet van 's werelds schouwtooneel had
weggevoerd, zou hij er zeker nog wel een:
in geslaagd zijn, zijn landgenooten ervan te
overtuigen, dat de thans door hem bewan
delde weg steeds verder van den wereld
vrede afvoert.
Frankrijk heeft zijn groote mannen altijd
geëerd en weet zich bij hun dood veel van
hun leven te herinneren, doch het weet ook
veel te vergeten. Hot is goed dart men bij
het verscheiden van groote rrjannen veel
vergeet en veel onthoudt.
Men zal niet vergeten, dart hij
25 maal minister ls geweest er
daarvan 11 maal minlster-presi
dent.
Maar ver boven dit alles staan de verdien
sten die hij niet alleen voor zijn vaderland
maar voor de geheele menschheid heeft.
Hij is een der weinige politici geweest die
overal en ten allen tijde op de bres hebben
gestaan voor den wereldvrede, die thans
helaas nog een ver ideaal is.
Hij was In zijn doen en laten op en tsop
een Franschman. maar in zijn politiek was
hij meer. En misschien was zijn populari
teit in het buitenland grooter dan in zijn
eigen land.
Deze populariteit had hij uitsluitend cp
danken aan zijn onvermoeid ijveren voor het
heil en het geluk der geheele menschheid
Toch heeft men hem in Frankrijk misschien
ongewild een eeretitel gegeven. Clemenceau
noemde men „Père de ia victoire", maar
heden naar den Quay d'Orsay overgebracht
en in het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken opgebaard.
Als hoogste punt van de rouw-ceremo-
niën zal minister-president Tardieu een her
denkingsrede houden waarna de voorloopige
bijzetting zal geschieden op het kerkhof van
Passy. Later zal het stoffelijk overschot naar
Cocherel worden overgebracht-
Op verzoek van Briands familie en van
den overledene zelf zal de lijkdienst gehou
den worden in de Notre Dame-
Radio Nieuws.
WOES'SDAG O MAART
NCRV: Con.
3 NCRVGramc
ii a u: Populair
Org
Kw
VA
5-r sum VARA: Muziek van desen
e n^NCRV: „Ons Hollandsch Lied".
NCRV; „Ons Hollandsch Lied",
i R.BBC-orkest
sum VARA: G-ramofoonmuzielc
i NCRV: Schriftlezing
sum VPRO: Morgenwijding:.
i NCRV: Zlekendienst, te leid
NCRV: De
en NCRV: Kinderuurtje
12.00 Hul!
'9.30 Hul!
NCRV: Politieberichten
NCRV: Politieberichten
NCRV: Persberichten
NCRV: Persberichten
sum VARA: Persberichten
HINDENBURG VOOR DE MICROFOON
Naar verluidt zal Rijkspresident Hin
denburg tijdens de verkiezings-campagne
het woord richten tot de Duitsche natie.
Deze radio-rede zal vermoedelijk Woensdag
of Donderdag plaats hebben.
Gemengd Nieuws.
DE DOODELIJKE DAMP. J
Een geheel gezin bewusteloos.
Te Wognum (N.-H.) werd een ernstig ge
val van kolendampvergiftiging ontdekt.
Het trok de aandacht van een buurvrouw,
dat in het gezin van den heer W. Zwaan,
dat bestaat uit man, vrouw en 2 kinderen,
alles stil bleef. Onmiddellijk werd de politie
gewaarschuwd en toen men de woning was
binnengedrongen, vond men den heer Z. bui-
'en bewustzijn op den vloer liggen. De echt-
genoota van den heer Z. en de beide kinde
ren vond men eveneens buiten bewustzijn t«
bed liggen. In het geheele huis rook het
sterk naar kolendamp. Men bracht alle vier
naar buiten. Hun toestand is thans zoodanig
dat er geen ernstige ongerustheid meer voor
hen beslaat
De kolendamp is waarschijnlijk door een
•ik in de pijpleiding naar buiten getreden.
DE EERSTE GROENTEN.
Door den tuinier C. Akerboom te Teraai»
is de eerste groente aangevoerd, en wel sla.
De kwaliteit was mooi. Het vorig jaar werd
de eerste groente aangevoerd 17 Maart.
Briand had een beteren naam: „Père de la
paix". Thans is de boeiende, meesleepende
suggestieve en hartstochtelijke welsprekend,
heid van dezen ijveraar voor den wereld
vrede tot zwijgen gedoemd. Zijn rol op aar.
de is uitgespeeld. Helaas! Want juist thans,
nu de wereld vol oorlogsbedreiging is, had
zijn woord veel onheil kunnen voorkomen.
Voor caricaturisten was ie markante kop van den inden staatsman een dankbaar
onderwerp. Hierboven een tweetal proeven van boe Briand ei in de earicatuur uitsag.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
Het ontwikkelingsproces is zoo geheim
zinnig, de voleinding zoo wondervol, dat
men, ingeval de bewerker uitnemend slaagt,
er wel de goedkeuring Gods in zien mag.
Er was een tijd dat men voor het Islamisme
slechts een minachtend lachen over had.
Thans telt dat geloof meer aanhangers, dan
eenig ander. Zou het dan niet de nacht
waken van een geleerde waard zijn? Nu
gebeurt het wel eens, mijn zoon, dat de men
schen zich in hun verblinding onderstaan
zichzelven goden te maken, ze te vervormen
of ze uit te werpen. Ik wilde zien of deze
ramp den Allah van Mohammed ook was
overkomen. Mijn gaan naar Kash-Cush was
Voor mij wat gij zaken zoudt noemen, daar
om zal ik er ook van spreken.
Na de bedevaarten te Mekka gedaan te
hebben, ging ik te Jedda weder scheep en
voer de Roode Zee af, om bij een dorp ih de
baai van Tajurrah aan land te gaan. Toen
was ik in Kash-Cush. Van genoemd dorp
trok in het binnenland in. Ik deed de reis
in een draagstoel en bereikte na vele dagen
mijn doel: eenige hutten langs den oevei
van den Dedhesa, een zijtak van den Blau
wen Nijl. De reis zou moeilijk en lastig ge
weest zijn zonder de hulp van een mijner
dienaren, een neger, vroeger koning van
den stam, dien ik zocht. Zijn naam was Nilo
en zijn stam de machtigste in de onbesohaaf
de landstreek van Kash-Cush. Meer dan
vijftig ja geleden, nog voordat ik naar
Cipango i'ing, deed ik dezelfde reis, en ont
Bioette cüen Losing. Hij ontving mij gastvrij
(20
en beviel mij zoo goed, dat ik hem uitnoo-
digde mijn dwaaltochten mee te maken. Hij
nam het aanbod aan op voorwaarde, dat hij,
zoodra hij een oud man werd, weer thuis
gebracht zou worden en ingewisseld tegen
een jonger familielid. Ik stemde toe, mits
iemand gevonden werd, die de noodige
lichaamskrachten en gaven van verstand en
geest bezat, en tevens doofstom was, als hij
zelf. Dat verdrag werd gesloten. Ik noem
het een verdrag in onderscheiding van een
koop, want Nilo was mijn vriend, mijn bond
genoot, mijn dienaar zoo ge wilt, maar nooit
mijn slaaf. Bij onze komst werd een feest
maal aangericht, zooals nog nimmer gezien
was in dezen stam. Een kleinzoon van mijn
Nilo zat op den troon, maar hij maakte on
middellijk plaats voor zijn grootvader en
ging vrijwillig met mij mede. Morgen zult
gij hem zien. Ik noem hem eveneens Nilo,
en gebruik de morgenuren om hem spreken
te leeren; want al doet hij aan een Griek-
schen halfgod denken, zoo slank, sterk en
dapper, hij is toch doofstom en moet onder
wezen worden, evenals indertijd Syama.
Wanneer gij tegen hem spreekt wees dan
zacht en beleefd. Men moet nooit vergeten,
dat hij mijn vriend en bondgenoot is, door
vrijwillige banden aan mij verbonden, even
als zijn grootvader. Toen dat afgeloopen was
keerde ik terug naar het dorp aan de baai
van Tajurrah, waar mijn schip was blijven
liggen. Vandaar ging ik naar Alexandria
en-hedenavond betrad ik mijn eigen huis,
hopende rust te vinden voor het lichaam en
vernieuwing van veerkracht voor den geest.
De opheldering scheen hiermede geëin
digd te zijn, want de vorst beduidde Syama,
dat hij geen thee meer verlangde, en ver
viel in diep gepeins. Toen stond Uël op en
zeide: Gij zult vermoeid zijn. Met uw goed
vinden zal ik afscheid nemen. Ik beken dat
gij mij veel te denken hebt gegeven, en mij
gelukkig hebt gemaakt door mij in uw ver
trouwen te nemen. Als het u goed dunkt
hoop ik u morgenmiddag weder te bezoeken
De Vorst geleidde hem tot aan de trap en
wenschte hem vrede en goedennacht»
TWAALFDE HOOFDSTUK
Lenteroosje
De Vorst, zooals de Jood genoemd wilde
worden, bleef een volle maand rustig thuis,
beperkte zijn dagelijksche wandelingen tot
het platte dak zijner woning, waar hij drie
punten van aantrekking vond: den heuvel
in het zuidwesten met de kerk op den top,
het Paleis van Blacherne verder in het
westen, en den toren van Galata. Het meest
evenwel rustte zijn oog op het Paleis.
Op zekeren dag zat hij in zijn studeer
kamer te lezen. De zon, die bijna haar mid
dashoogte bereikt had, wierp een stroom
van licht door het venster en over de tafel,
waaraan hij zat Het boekdeel vóór hem, ge
bonden in olijvenhout met zilveren hoeken
was zeer groot en dik. Hij bezat vele zeld
zame, kostbare oudheden, maar geen lag
hem zoo na aan 't hart als deze foliant.
overgeschreven. Aan zijn rechterhand lagen
de Heilige Boeken van China, in den vorm
vap 69Q breeds rol perkament Aan zijn lin
kerhand lag een dergelijke rol; de Rig-Veda
in het Sanskriet Het vierde boek was de
Avesta van Zoroaster. Het vijfde boek was
de Koran.
Dat de geleeVde den Joodschen Bijbel tot
middelpunt maakte van de andere werken
was een zwijgende getuigenis van den eer
bied, dien hij er voor koesterde, en als hij,
na een paragraaf gelezen te hebben in een
der andere rollen, terugkeerde naar den
Bijbel, bleek duidelijk, dat hij verschillende
teksten vergeleek met betrekking tot een
bepaald1 onderwerp, en de Heilige Schriften
als maatstaf gebruikte. Meestentijds rustte
de voorvinger van zijn linkerhand op het
veertiende vers van Exodus III: En God
zeide tot Mozes, Ik zal zijn Die Ik zijn zal;
en Hij zeide: Gij zult tot de kinderen Israels
zeggen. Ik zal zijn heeft mij tot u gezonden
Indien, zooals dè Vorst gezegd had, de stu
die van den godsdienst de gewichtigste was,
dan was hij slechts consequent door de be-
teekenis van het woord God na te gaan in de
godsdienstige boeken der theïstische volken.
Eindelijk werd hij door de aanhoudende
inspanning vermoeid naar lichaam en ziel.
Hij rekte de armen uit om eens flink te
geeuwen,daar werd zijn oog plotseling
getroffen door een ongewone verschijning;
de armen vielen neer, hij sprong op van zijn
stoel. Een paar groote donkere oogen staar
den hem verlegen en verbaasd aan uit een
gezichtje zoo onbeschrijfelijk lieftallig, dat
hij er zijn oogen niet van kon afwenden.
Hij strekte de hand uit, als vreesde hij dat
het even onverwachts zou verdwijnen, als
het gekomen was. Er was een tijd geweest,
(de overlevering wijst daarvoor het jaar aan
toen hij don vloek op zich deed nr-derdaien^
dat hij vrouw en kind berat
hem thans aanzagen, herinnerden hem zijn
verloren schat. De gelijkenis ontzenuwde
hem. Hij strekte de hand uit en liet haar
rusten op het hoofd van de binnengeko-
menne.
Wat is dat? vraagde hij.
Het vage van die uitdrukking geeft zijn
stemming volkomen juist weer, maar tevens
bracht zij de aangesprokene in niet geringe
verlegenheid. Eindelijk echter antwoordde
zij: Een klein meisje.
Getroffen door den eenvoud dier woorden
nam hij de bezoekster in zijn armen, zette
haar op zijn schoot, en zeide: Mijn bedoeling
was niet u te vragen wat gij zijt, maar wie?
Uël is mijn vader.
Uël? Dat treft goed. Hij is een vriend
ik van hem, dus moeten gij en
iden zijn. Hoe 1
liar.
Zoo? Dat is Turksch, en beteekent
Lenteroos. Hoe komt gij aan dien naam?
Mijn moeder was van Iconium.
O, waar vroeger de Sultans woonden.
En zij kon Turksch spreken.
Begrepen. Gul Bahar is een huisnaam,
niet een ware naam.
Ik heet eigenlijk La el.
De Vorst verbleekte; zijn lippen trilden, de
arm, dien hij om het meisje geslagen had.
beefde, en zij zag dat zijn oogen vol tranen
stonden. Hij haalde diep adem en zeide toen
met groote toederheid en als tot een onzicht
baar wezen: Lael! Toen zonk zijn hoofd op
haar schouder, zoodat zijn witte lokken
zich met haar donkere krullen vermengden
en snikte als een kind. Na een poos begon
het meisje u't medegevoel ook te schreien
Zoo verlionen eenige minute" toen hief hij
bet boold weder op eo begreep dat bij baar
een opheldering schuldig was.
Vergeef mij, zeide hij, en verwonder n
niet te zeer over mijn tranen. Ik ben oud,
zeer oud, ouder dan uw vader, en ik heb
veel droefheid gehad, waar andere menschen
met van weten. Ik had eens
Hij zweeg, haalde diep adem, en staarde
droomerig voor zich uit.
Ik had ook eens een klein meisje.
Met een zucht zag hij haar diep in de
«Jogen en vraagde: Hoe oud zijt gij?
In 't voorjaar word ik veertien jaar.
antwoordde zij.
Mijn dochtertje was even oud, als gij.
zij Lek op u, ook zoo klein, en zij had ook
zulk krullend haar, en zulke oogen, en ril
heette ook Lael. Ik had haar Rimah willen
noemen, maar haar moeder zeide, dat ril
een gave Gods was en dat rij het kind een
maal aan Hem wilde teruggeven. Opdat die
wensch een gelofte mocht worden wilde zij
haar Lael noemen, dat in het Hebreeuwsch
de moedertaal van uw vader en mij, zooveel
wil zeggen als: Aan God.
Het kind, dat met geheel haar ziel naar
hem luisterde, was in het minst niet bang
voor hem en zeide: U hieldt veel van haar.
O, zoo veel, zoo onuitsprekelijk veel!
Waar is zij nu?
Te Jeruzalem was een poort, die de Gou-
den Poort heette. Zij stond op het oosten.
Als de zon boven den top van den Olijfberg
verrees, bescheen zij de gouden koperen pl«-
teelen, totdat alles met een rozerooden gloed
overtogen was. De onlheen liggend, gron-
don njn heilig. Daar ligt mijn lael. Ean
zware ateon bedekt haar grat. en toch zal
zu ten laatste dage onder de eersten zijn dia
verrijzen, omdat zij bij die Gouden Poort
bagravan Ja. (Wordt vmelgdj