cP TWEEDE KAMER Van en over de Ontwapenings conferentie ZATERDAG 20 FEBRUARI 1932 DERDE BLAD PAG. 9 ZENDER-INTERPELLATIE- VAN DIJK LEUGEN EN LASTER VAN MR. BOON DE A.V.E.O..ADVOCAAT IN HET BOETEKLEED MR. VAN DER DEURE GEREHABILITEERD VERBIEDEN VAN WAT ER NIET IS Benoeming oommies-griffier en en afscheid van Mr. Wery Vergadering van 19 Februari 1932 OVERZICHT De Kamer bleef met het ether-vraagstuk bezig toen zij gisteren de interpellatie- van Dijk behandeldJe betreffende de maatregelen, die de minister van Waterstaat zich voor sbelt te nemen, ten einde te bevorderen, dat, zonder verspilling van gelden, een aan alle technische eischen voldoende radio-zend- apparatuur spoedig tot stajid1 kome. Een sympathieke gedachte zullen vele radiovrienden in dat onderwerp ontdekken. Aan de verwezenlijking zijn we echter nog niet toe, zoolang één bepaalde omroepver- eeniging de verwerkelijking verhindert door aan te sturen op den bouw van een eigen zender. Dat plan is kostbaar. Maar dat ware bet ergste niet, omdat de „AVRO-zaak" er goed voorzit Erger is, dat uitvoering van het denkbeeld ook de andere omroeporgani saties zou verplichten tot aparten zender- bouw en dan kregen we niet alleen meer dan de twee zenders, waaraan we voldoende hebben en verspilden dus onnoodig veel geld maar we zouden ook met de aan ons land toegewezen golflengten moeilijk heden krijgen. Geen verspilling, betoogde de heer v. Dijk, daarin gesteund door de hoeren Krijger, v. Hellenberg Hubor en Duys; gij, minister, zijt bevoegd om onnoodigen zenderbouw te verbieden en betwijfelt ge dit zelf, welnu, Btel dan uw bevoegdheid door een wijziging der Radiowet buiten twijfel. Minister Reymer bleek van onnoodigen zenderbouw geen vriend. Dus is de neiging bij hem aanwezig dien te voorkomen. Echter was de minister er niet zeker van of hij wettelijk wel tot het uitspreken van een veto in staat was. Welnu, als het daaraan hapert, is de weg gewezen en niet moeilijk te be wandelen. Beter ware het echter, indien het tot een behoorlijke saamwerking kwam tus- Bchen alle omroeporganisaties. Dan was heel radioluisteraarsmassa gebaat Zoolang evenwel de A.V.R.O. haar hooghartige hou ding niet laat varen, zien we van de samen werking nog niets komen. Intusschen zal zij misschien langzamerhand gaan begrijpen, dat dae bouw van een eigen zender niet glad zal zitten en daarom te rade worden, dat zij haar luisteraars, die haar kas dagelijks voller maken, eindelijk van een betere zend apparatuur behoort te (toen profiteeren. laar zoover is het nog niet. We zeggen liet, dat het zoover nooit zal komen. Dat .nooit" is misschien meer passend bij de igen A-V.R.O-zender, als we het Kamer debat en 's ministers standpunt goed heb ben begrepen. Voor één man is de dag van gisteren bui tengewoon onaangenaam geweest, n.l. voor den grooten liberalen A. V. R. O.-advocaat, Mr. Boon. Deze had Donderdag bij zijn eigen Inter pellatie den voorzitter der N.C.R.V., Mr. v. d. Deure, er van beschuldigd, dat hij gege vens omtrent het zendtijd-besluit, die ver trouwelijk waren, aan het Handelsblad had verschaft en zich dus had schuldig gemaakt in een zeer onbehoorlijke daad. Deze verdachtmaking is, blijkens verkla ringen van het Hbld., onhoudbaar geble ken. Want met een redacteur van genoemd blad is door Mr. v. d. Deure over het zend- tijdbesluit eerst gesproken n a 14 Maart, den datum, waarin dit besluit in het Hbld. was gepubliceerd. Van de interpellatie-Boon was toch al niet Veel goeds te zeggen geweest. Maar na dit feit. dat duidelijk toont, wat voor flodde- werk bij die interpellatie is geleverd, is zij heelemaal in de modder verloopen. De A.V.R.O. is met haar parlementairen verde diger niet geluk te wenschen. De heer Boon was genoopt het boetekleed aan te gorden. Het geschiedde naar den wensch van den Kamerpresident eerst bij de replieken ove de interpellatie-van Dijk. De sensatie der door den heer Boon afgelegde verklaring, waarin hij den heer v. d. Deure volkomen had te rehabiliteeren, was dientengevolge aiet groot, omdat zijn auditorium slechts gering was: de meeste Kamerleden waren reeds vertrokken of bevonden zich buiten de zaal. Toch zal het effect in den lande van deze Verklaring zijn, dat niet Mr. v. d. Deure, maar de heer Boon hopeloos geblameerd uit het jongste radiodebat is te voorschijn ge lreden. De bom is verkeerd gesprongen en heeft den gevel van het A.V.R.O.-huis duch- gehavend. Men zou geneigd zijn, na alles Wat men er van hoort en na het smadelijk figuur door den heer Boon geslagen, heel het A.V.R.O.-optreden in het gebeurde ge typeerd en moreel geoordeeld te zien. De heer Boon aal goed doen voorloopig als A. V. R. O.-propagancWst in de Kamer maar ter zijde te gaan staan en te begrij pen, dat voor hem zwijgen even kostbaar is als het goud in de A.V.R.O.-kas. De soc.-dem. beijveren zich den laatsten tijd allerlei zonderlinge wetsvoorstellen in te dienen. Gisteren kwam er weer een, hou dende verbod van particuliere bewapende corpsen. Waarop men daarmee het oog heeft, begrijpen we niet, tenzij het zou zijn op de door den soc.-democraat Smedes opgerichte vredeswacht of de communistische Roode- Frontstrijders. Anders zouden de revolutio naire heeren der S.D.A.P. iets willen gaan verbieden, dat in ons land niet bestaat. Be doelen ze op deze wijze hun eigen menschen te bedotten? Bij den aanvang der vergadering is in Mr. A. F. Schepel een nieuwe commies-grif fier gekozen. Zijn anti-rev. concurrent bleef met één stem in de minderheid. Op harte lijke wijze is daarna de vertrekkende fun ctionaris, Mr. Wery, die Haagsch rechter oriit, toegesproken. A.S. Dinsdag gaat de Kamer weer met het Kortingswetje verder. tot stand doen komen van een aanbevredly technische eischen voldoende zend-appara voor den omroep mede rekening dient te i den gehouden met dezen eisch van algen belang, dat geldverspilling wordt voorkoi en dat het waken togen geldverspilling deze valt binnen den kring van het regeer: beleid, waar toch de minister een vérga; bemoeienis heelt met een radio-omroep in geheel? 3. la de minister niet van oordeel, dat g verspilLing kan worden bevorderd. wan door gemis aan samenwerking tusschen omroepvereenlgingen meer zenders ten beln van den radio-omroep konden worden gebo dan het aantal golven bedraagt, dat voor sluitend gebruik door den Nederlandschen roep beschikbaar is? 4. Is de minister niet van meening dat passing van een Uleiohwellensysteem niet, althans voorshands niet. in aanmerking komen met het oog op de daaraan verbc bezwaren, waaronder te rekenen het ge dat een voor Nederland gereserveerde golf den Nederlandschen omroep zou kunnen loren gaan? Is de minister niet van gevoelen, d« VERSLAG Na de opening der Aan do orde was daarna de der Kamer. Sohei bla.' J. A. TL J. os 3 op i.ir n Manen, 1 op nieuwe vrije stemming heeft plaats. J. H. C Schepel, 30 s Lint. A. F. Pos 3 op inr. G. J. de Lint, Slotemaker. we vrlle stemming heeft ultgebiacht •udns Slot, 9 op mr. laten heeft een nieu we vrije stemming plaats. Uitgebracht worden 78 stsmmen. Uitgebracht worden 37 stemmen op mr. Sche pel. 34 op mr. Bruins Slot, 6 op mr. Pos en 1 op mr. De Lint. Thans moet een stemming plaats hebben tus- nchen de heeren Schepel en Bruins SloL Daarbij worden 78 stemmen uitgebracht, waarvan 38 op mr. Schepel. 37 op mr. Bruins Slot en 3 blanco, zoodat benoemd Is mr. A. F. Sohepel, advocaat en procureur te Amsterdam. De Kamer keurde vervolgens goed een voor stel van den Voorzitter om het ontslag van mr. Wery uit Zijn functie van commies-griffier te doen Ingaan op den dag, dat hij zijn rechterlijk ambt zal aanvaarden. De VOORZITTER hield vervolgens SS," den e goede zeden? ïlnlster dan bereid van c te maken in dien zin, dat een aanvraag van een algemeene omroep- ve-reenlging tot het verkrijgen van een mach tiging voor den aanleg van een zender ten behoeve van den radio-omroep worde gewei gerd^ wanneer^ die ^aanvraag voortvloeit uit vereenlgingen ten aanzien van den aanleg en het gebruik van zenders samen te werken en zou lelden tot belangrijke verhoo^n^ van kapitaals- en exploitatie-uitgaven dus tot gedwongen geldverspilling voor de andere algemeene omroepvereenlgingen? 7. Is de minister verder bereid het tot stand komen van een volledige zend-apparatuur ten d.w.z. één :ulks ultTendfngen6 zlfti" toe- - ;ndo ze mak stellen? .vv, c.ac golf, waarvan Nederlana ut sluitend gebruiksrecht heeft te bevo door de machtiging voor den aanleg van z alleen te verleenen aan de ten deze eenigen rechtsvorm samenwerkende alg« omroepverecnigingen of indien deze werking niet tot stand komt aan ee danige combinatie, die het meerendeel dei meene omroepvereenlgingen om- de verplichting, welke tot het d gelaten In de haar toekomende zendi de zenders gebruik kunnen maken volgeni regelen door den minister te stellen 8. Indien de minister van oordeel wet hem niet de bevoegdheid verleent - de 5e vraag bedoeld en het handelen In den zin als ln de 6e en 7e vraag bedoeld uit dien hoofde naar zijn meening niet mogelijk Is. Is de minister dan bereid ten spoedigste een wetswijziging te bevorderen, welke die bevoegd heid buiten allen twijfel stelt, en in afwachting -* -u-van een beslissing op een aanvraag als in 6e vraag bedoeld op te schorten? >e MINISTER VAN VVATERSTAAT erkende. de zendapparatuur niet aan de te stellen ahen voldoet. We zijn In dit opzicht bij het tenland achter. Er bestaat echter ondsr de iteraars groot verschil van gevoelen hoe de beste oplossing moet worden verkregen. De minister geeft de voorkeur aan één zender voor Iedere beschikbare golflengte. Meer dan twee - ders moeten we dus niet hebben. Iet Is noodig, dat de organisaties ss.men- 'irljgen. Een der ng weigei al of niet te weigeren. De verband op de geschiedenis totstandkoming der Radiowet Er zijn verzoeken om machtiging tot bouw ontvangen van de V.A.R.A. en de A.V.R.O. Opbouwende houding schijnt het meest verheugende resultaat De kleine mogendheden aan het woord Minister Beelaerts redevoering Vergaande Duitsche voorstellen -spraak cheid nare irln hij i kan wenschen. dat t gaat dienen. Hij prl. y als commies-griffier heeft verricht, en zijn eigenschappen, welke de eamonwerklng met hem aangenaam maakten. (Applaus). De Kamer heeft deze rede staande aange- Toen sras de Kamer genaderd aan de (A.R.) betreffende de irèlder Interpellatie-Van Dijk die de .at te ne .-spilling elsohst doende radio- Tome. De heer VAN DIJK (A.R.) merkte op. dat tot- itandkomkig van een goed zend-apparatuur tol itand zou kunnen komen door de samen wer- gen, maar verhinderd wordt door den onwil J. J. O. VAN DIJK an de A.V.R.O. dh laakt om te trachu HIJ meei haar wil door te drijven, dat aan de A.V.R.O. zenderbyuw geweigerd. als die aanvriag tril i vereenlgingen. end-apparatuur ten b mroep ln ons land niet lachen voldoet? 2. Is de minister niet d de rede samengevat ln de an oordeel, dat de ve van den radlo- redelljke technische oordeel, dat bij het EEN OUDE BRANDSPUIT Öeaer daqen is bij een verkooplng van de Kon. Houtvesterij Het Loo" te Apeldoorn een oude brandspuit verkocht. Deze spuit had wijlen Koning Willem III aangeschaft ter bescherming van het paleis. Het was in die dagen het allerbeste model. Het laatst heeft deze spuit nog gewerkt tijdens een brand in de Groote Kerk aan de Loolaan te Apeldoorn in Maart 1890. te ga; vergunning kregen zouden de bijzondere omroepen op df - worden Ingedeeld. Indien i geldverspi mag echter er niet toe lelden, vereenigingen worden gedwongen, ook wellensysteem6 uitgebracht De ml eens aanzien, ook met het oog op de a.8. wereld- radioconferentle te Madrid. Naar 's minister oordeel la het twijfelachtig of hij bevoegdheid heeft om op de genoemde gronden aanvragen tot zenderbouw te weigei Zoolang de twijfel niet Is opgeheven, kan den minister op gronden as het woord begon met toogde, dat de t zenderbouw n zijn genoemd. Deze verklaring luidde aidua: Mijnheer de voorzitter. Ik heb blijkena mijn stenogram gisteren, na vermelding van de publicaties omtrent de erdammer van 14 Januari en gezegd) dat een redacteur van het Alge i Handelsblad destijds bij mij was geween de mededeeling. dat bij de regeling om het Algemeen Programma, de percentages kende, en dat hij mij mededeelde, dat hij nr. v. d. Deure ln Bennekom was gewee deze alle stukken d.w.z. advies en minde. heldsnota's op zijn ta/el had liggen en dat deze hem daaruit verschillende gegeven trekt. Ik heb daarbij den Indruk gewekt en ook villen wekken, dat de heer Van der Deure de gegevens omtrent het zendtljdbesluit aan het Alg. Handelsblad had verschaft vóór de pubU- itie op 14 Maart Gisteravond ben ik opgebeld door de hoofd- «daolie van het Handelsblad, die mij mede deelde. dat hier een misverstand ln t zijn en dat bedoeld bezoek ln Bennekom n a de publicatie van het zendtijdbcsli on 14 Maart ln het A H. had plaats govondi Mijn geheugen heeft mij omtrent dit bijna vee Jaar geleden voorgevallen feit parten g> speeld; de verontwaardiging over het feit. dat door dien redacteur was medegedeeld, destijds alle stukken daar waren en dat thi beroep werd gedaan op de publicatie op 14 Maart 19S0f die alleen de aanleiding geweest tot het zenden van den bekenden brief met sohema aan den minister, gepaard met de beschuldigingen ln de pers. alsof il eenlgerlel opzicht aan deze publicatie debat zijn, heeft mij meer doen zeggen, dan lk d. ntrtent kan verantwoorden. Ik stel er daarom prijs op te verklaren, lk terugneem den door mij gewekten lnc oude de publicatie van 14 Maart 19K K. H. van mr. v. d. Deure afkomstig zijn, en dat lk heden een brief aan den heer Deure zal richten om hem dit mede te d mijn woorden hieromtrent te betreuren er hierover mijn verontschuldigingen aat bieden. het onderwerp der Interpellatie de h« Boon. dat de commissie bene kwestie uit dit geheel De beer OUD (V.D.) ra rechtsche groepen ln d< A.V.R.O. heeft het t paard van Trojt wordt bij tswljziglng, itéïijk bij den mlnlstei >ok de de A.V.R.O. lellen, dat de lorzlchtlg. HIJ lóoze voogdij. Als motief voor het optreden De eerste ronde in het spel, dat naar wij hopen tot vermindering van bewapeningen zal leiden, is voor de groote Mogendheden geweest. Zij hebben daarin haar positie en stelling gekozen. Verheugend is het, dat daarbij geconstateerd kan worden, dat niet in de eerste plaats de zucht tot tegenstelling en kritiek naar boven kwam. Litwinoff, de leider der Russische delegatie, heeft wel op nieuw gepleit voor algemeene ontwapening, maar tegelijkertijd doen uitkomen, dat hij bereid is alle aanhangige voorstellen en te onderzoeken. Evenzeer als degenen, tegenstanders van de Fransche denkbeelden geacht kunnen worden, zich bereid hebben verklaard om de opbouwende elementen i deze voorstellen te zoeken. Juist deze opbot wende houding schijnt het meest verheu eend resultaat van het begin der Geneefsche hesprekingen. Men behoeft daaraan geen op- imistische beschouwingen te verbinden men behoeft door de vérstrekkende voorstel 'en. die thans van verschillende zijden aan hangig zijn gemaakt, zich niet te laten op- ekken tot illusies, die vermoedelijk in den Iood dezer conferentie niet zullen worden erwezenlijkt Maar men behoeft aan den anderen kant de beteekenis van alle deze 'norstellen niet over het hoofd te zien, iet zou zeker verkeerd zijn deze verstrek kende voorstellen zonder meer, gelijk e<m enkele zijde men reeds geneigd is te doen. als een fraai gebaar en meer niet te beschouwen. De zgn. kleinen aan het woord. Na de grooten, hebben de zgn. kleinen zich ter Ontwapeningsconferentie niet onbetuigd gelaten. Onder deze mogen er drie genoemd worden, wier redevoeringen in het bijzonder de aandacht trokken. Het waren Denemai ken, Spanje en Tsjechoslowakije. Denemar ken, als welks woordvoerder Minister Munch optrad, nam de sterkste positie der drie Scandinavische staten in; datgene toch wat door Zweden en Noorwegen naar - gebracht, behoeft niet zonder beteekenis te worden gerekend, maar bracht weinig nieuws. Munch daarentegen heeft opbou wende gedachten naar voren gebracht, en vooral een constructief voorbeeld gegeven door te trachten in de Fransche voorstellen, die hem ver verwijderd zijn, datgene te zoe ken en te vinden, dat voor hem te aanvaar den is. Insgelijks gaf de Spaansche vertegen woordiger, Minister Zulueta, een voorbeeld dat ook de zgn. kleine landen van hun in vloed te Genève kunnen gebruik maken; hij gaf aan den eenen kant uiting aan een ze kere teleurstelling, dat de conferentie geen Ontwapeningsconferentie in den werkelijken zin des woords is geworden, en bracht aan den anderen kant de niet onbelangrijke vraag naar voren of het aanbeveling ver dient den oorlog te humaniseeren, omdat de ervaring geleerd heeft, dat van die humani seering niets terecht komt, wanneer in den oorlog zelf het belang der militaire operaties zich daartegen verzet Belangrijk was boven al wat Minister Benesj namens Tsjecho slowakije naar voren bracht, ook om de per soon van den spreker, die terecht in Geneef sche kringen groot gezag geniet. Men kon ankelijk aannemen, dat Tsjechoslowa kije zich, gelijk Polen en België, zonder eer achter Frankrijk zou stellen, het geen echter in geenerlei opzicht het geval is geweest. Wel zal Tsjechoslowakije voorstel len indienen om het internationaal recht doeltreffender, vollediger en hechter te ma- voorstellen, waarvan Benesj, vermoe delijk beleefdheidshalve, betoogde, dat deze zich bij de Fransche zullen aansluiten, maar daartegenover stelt Tsjechoslowakije zich op den grondslag van het ontwerp der Commis- sie-Loudon, die het reeds dadelijk wil I stond in ons blad van 13 Februari. len heer v. Dijk zag de heer Oud aleoats afgun et. De heer DUYS (S.D.) zelde. dat de de „liberale centen" niet noodig hebben. Het AV.R.O.-zaakje van Holdert-Vogt-Ds. Ekeiing consorten heeft met een echten, zeer nschen. algemeenen neutralen omroep i maken. De liberale heeren weigeren alle dewei king om daartoe te komen. Maar de AV.R.O. Is niet het Nederlandsc-he volk meenen de liberalen ln bun ouden hoogben van wel. Minister Reymer heeft de v voerd en aan de soc.-dem. beweging gege ven wat haar toekwam. En voorts is er geen ïden om voor zenders onnoodig geld uit eDen'A.V.R.O. is geen al| Van dé eenheid den heer Oud Is niets waarmee 31 mililoen gemoeid z< antwoordelijke geldversplling zoi nister moet. als hij zich nog niet rdt om den bou ;e verhinderen. De heer KRIJGE den hee^Ouif6*! het den Chrlstelijken aan geld on'" voor de radio. Inderdaad geld noodig ia da.n weten wij van offeren, verzekerde de heer Krijger, rle heeft dat De l.lsto- herhaalde hij Inzake zijn bevoegdheid en rentueele wetswijziging zal hij zijn standpunt *Een proef "met het Glelchwellensysteem la ge- larli Jk op Internationaal terrein. We zullen srd werk hebben te houden wat. we heoben De heer Oud had geen reden d eradlovereenl- Ingen bullen de AVRO sectarls.Mie te noe- en. ZIJ vertegenwoordigen Juist groote gers- tsstroomlngen: men zou ook de overigen sepa- De heer VAN DIJK (A.R.) vroeg of de m'- gevuld zien door een meer uitgebreide inter nationale controle der bewapeningen en eon verbod van chemische en bacteriologisch' oorlogvoering. Ten aanzien van liet verbod van zekere wijze van oorlogvoering staat Benesj sancties voor, wat men een midden weg zou kunnen achten tusschen de Fran sche voorstellen eenerzijds en de Italiaansch- Amerikaansche voorst ellen anderzijds. ROFFELRIJMEL Vermelden wij nog, dat nevens vertegen woordigers van Canada en enkele Zuid Amenkaansche Staten, de aandacht wen getrokken door een redevoering van den Hongaarschen Graaf Apponyi, die bij na lezing heel wat bedenkelijker van mhuu> bleek dan men bij bet uitspreken ervan had opgemerkt, en een van den Chineeschen af gevaardigde. die liet Japansch-Chinee: conflict midden in de beschouwingen 2 dan kunnen wij thans gevoegelijk gewag tnaken van de uitnemende redevoering, dooi den Nederlandschen Minister Beelaerts van Blokland uilgesproken. Deze redevoering beeft duidelijk doen uitkomen, dat Neder land de verschillende punten, die het te in de Conuuissie-Loudon naar vo heeft gebracht, waaronder de vermindering van de geoefende reserves, de directe ver- indering van liet materiaal der landmacht 1 de zoo volledig mogelijke publiciteit van t.ewapeningscijfers, ook in de conferentie zal verdedigen. Voorts is duidelijk gebleken, d de Nederlandsche delegatie zich weinig aa getrokken v< elt tot het denkbeeld van t-. internationale politiemacht, gelijk dit den beeld in de Fransche voorstellen is lot uiting gebracht, maar dat zij anderzijds alle pegin gen tot daadwerkelijke vermindering krach tig zal steunen. Wel klonk het ietwat zwak dat Minister Beelaerts uiteenzette, da' een verbod van bepaalde soorten van oorlogstuig bijv. de onderzeebooten, de nationale verde diging van bepaalde landen kan aantasten maar onmiddi 'lijk daarop volgde, dat leze angelegenheid nauwkeurig dient te worden onedrzocht. De Minister heeft zich verzet tegen het scepticisme, tot uiting gekomen wat betreft de pogingen tot humaniseering van den oorlog, maar vooral heeft hij prop gewezen, dat deze conferentie meer is dan Ontwapeningsconferentie alleen, dat zij fei telijk is een Vredesconferentie. Immers, d" ontwapening of de sterke vermindering van bewapeningen worden beschouwd als het middel om te geraken tot het doel, dat gele gen is in een meer harmonieuze en een drachtige samenleving der volken dm tot dusver is verkregen. Zwitserland spreekt Eenigszins gelijke toon werd vernomen in den Zwiiserschen vertegenwoordiger den Bondspresident Motto, tevens eere-voor- zitter van de Conferentie, die zich op der.- zelfden ochtend deed hooren, dat de Argen- tijnsche en de Perzische vertegenwoordigers aan he»t woord waren. Het is niet van be lang ontbloot, dat Motta tegenover de Fran sche voorstellen het ook alweer construc tieve standpunt innam, dat deze een logisch geheel vormen, waarvan hij echter meende, dat zij hun tijd vooruit zijn. Belangrijker, nog was, dat hij er nadruk op legde, dat de ontwapeningsbepalingen in de Vredesver dragen van Versailles c.s. niet eeuwig kun nen duren. Het Grondverdrag van den Vol kenbond heeft uitdrukkelijk de mogelijk heid opengelaten nieuwe rechtstoestanden le scheppen en voorziet in de beslechting van geschillen, die tot conflicten kunnen leiden Terwijl eenerzijds Motta als een soort apo theose de Fransch-Duitsche toenadering naar voren bracht, gaf hij anderzijds een overzicht van de traditioneele Zwitsersehe neutraliteitspolitiek. Daaraan is het mill tair organisme van Zwitserland, dat uitslui tend verdedigend is, ondergeschikt. Heeft de rede van Minister Beelaerts in den Fran- schen kring, ook in de Fransche bladen, tot eenige kritiek of althans tot een paar op merkingen aanleiding gegeven, ook de Zwr- sersche. is er niet geheel ongeschonden af gekomen. Het is te hopen, dat onbevangen lezers in de groote landen zullen begrijpen en erkennen, dat de zg.n. kleine landen het recht hebben een eigen ontwapenings- standpunt in te nemen, los van dat de*- grooteren. Een neiging Kot beperking Er bleek in den aanvang der tweede week een zekere neiging bij het Bureau van de Conferentie om de redevoeringen te bepnr ken. Men kan moeilijk aannemen, dat be langrijke dingen nog gezegd kunnen wor den door de landen, die tot dusver niet aan het woord zijn geweest, ook al daarom, om dat men het standpunt van enkele dezer landen reeds bij voorbaat kent. Gel uk k l a heeft het Bureau echter ingezien, dat allen gelijk recht hebben zich te doen hoor-n Aan den anderen kant is aan den Duitschen eersten gedelegeerde Nadolny de gelegen heid niet onthouden om. schoon Rijkskanse lier Bri>ning zich reeds over het prineipieelf Duitsche standpunt heeft uitgesproken, in dezen z.g.n. eersten termijn de door Duitsi-h land aangekondigde voors*ellen in te die nen en toe te lichten. Deze voorstellen hon den niet meer en niet minder in dan men venvacht had; zij stellen zich op het stan 1- punt van de bepalingen van Versailles. Ze gaan ver; zouden ze worden aangenomen dan zou men geneigd kunnen zijn deze conferentie bijkans een werkelijke Ontwa peningsconferentie te achten. Aan den hu deren kant gelooft men echter in den Oe- neefschen kring niet. dat deze voorstellen van grooten Invloed zullen zijn op cie dere behandeling der zaken. I)at is praemisse, waarvan de juis'iheid dient te worden afgewacht, te meer. omdat de Fran sche delegatie, die haar voorstellen door ,1e Duitsche voorstwllon in niets aangetast be hoeft te ach'en, torh in een spoedig daarop "ohouden Persconferentie aanleiding vond haar standpunt over die voorstellen ken baar le maken. l)at bierbij de eigenaardig- positie, waarin Duitsehland door het V-r drag van Versailles is komen te verkeeron. 'orden belicht, kon tevoren woorden aangenomen. Krachtpaisdag Jonge, jonge, jonge, jonge, Was dat even effe wat?! Wat een reuzedemonstratie Hebben w' in Den Haag gehad! Heb je ons krdcfit bij zien zetten Aan de motie-Hiemstra? Ja? Welke klasse klasscstrijders Doet dat krachtbijzctten na! Jonge, jonge, jonge, jonge, Wat een demonstratiedag Zag j' ons schitterend banieren? Zag je ons mussaal gevlag? Zog je onze reuzesprekers? Zag je 't overtuigd geluid Dut zich in hun reuzeredes Uit hun knalpot heeft geuit Jonge, jonge, jonge, jonge, Wat zal Ruys 'cm knijpen, man En die gierige De Geer, zeg, Ging die vrek er even an? 'k Wou dat je het es gezien had: Wat vloog Jan hem naar z'n keel! Van die christelijke suffers Bleef geen sjman, geen splinter heel! Jonge, jonge, jonge, jonge, Heb je Gijs gezienen Teun Wat zal die vanavond pompen: ,,'t Is in orde met de steun!" Zag je dat zou 'k haast vergeten! Zag je Onze Goeie Geest?? Die is, op m'n woord van eerlijk, Nooit zoo klinkklaar links geweest Jonge, jonge, jonge, jonge, 't Was een echte krachtpatsdag, Waar de heelegansche klasse Machtig trotsch op wezen mag Als je weer es int kan leven, Met „de daad" de straat op gaat, Is het net of er bij ons nou Glad geen ruzie meer bestaat (Nadruk verboden.) LEO LENS. Zijn uw aangedaan S\* vruaq het oordeel v kalmeert hoesten ©maakt slijm los! ©brengt verlichting Dultschlands voorsteller De Duitsche voorstellen zijn, als gezegd gebaseerd op het Verdrag van Versailles Men weet dat dit aan Duitschland een be roepsleger van tan hoogste 100.000 man he f •oorgeschreven: Duitsrhlcnd heeft hero..fd an zware artillerie, van mili aire vlieg tuigen, van onderzeebnoten en de overig- tonnage der oorlogsvloot aanmerkelijk heeft bepek*. N'adolnv zette niet ten onre.-h'e 110 een. dat Duitschland wellicht de betreffen de bepalingen van Versailles zonder meer bij de Conferentie had kunnen aanhangig to" Mo' heef voorkeur gegeven aan een anderen weg. ook teneinde geen om stemming te wojtken, die na uurlijk door deze nadrukkelijke aankondiging toch wel gewekt word' De Dni sche voorstellen ge ven niet alben de groote lijnen van wat Versailles aan Duitschland voorschrijft, in algemeenen zin en voor allen weeo", zij vul» len deze bepalingen nog eenigszins aan. Wat alleereerst de landmacht betreft, ordt afschaffing van (Jen militairen dienst plicht voorgestaan, zoodat militie-legers tot het verleden zouden gaan bchooren; ander zijds wordt voor het materiaal bepleit af schaffing van kanonnen boven bepaald ka liber, van mijnenleggers on tanks, en zelfs van forten, die eq^i bedreiging voor nahuur- staten vormen. Voor de zeemacht wordt het verbod voorgestaan van schepen boven de 10.000 ton en geschut van bepaald kaliber; voorts totaal verbod van vliegtuig moeder schepen en duikbooten, en eveneens van die forten, die natuurlijke waterwegen beheer- schen en dus de vrije en ongehinderde door vaart aan alle landen kunnen verhinderen. Luchtstrijdkrachten willen de Duitsche voor stellen geheel verbieden; zoo ver gaan zij zelfs, dat het reservemateriaal zou moeten worden vernietigd. Wat invoer en uitvoer van oorlogstuig betreft, dit moet principieel worden verboden; geheime fabricage mag niet geschieden, en wederzijds moeten de leden van den Volkenhond elkander uitvoe rig inlichten. Daartoe bevat het vijfde en laatste hoofdstuk der voorstellen speciale controlemaatregelen, die heet wat verder gaan dan de betreffende bepalingen van het ontwerp der Commissie-Loudon. Men ziet het, de Duitsche voorstellen gaan ver, bijkans even ver als de Russische in de Commissie- Loudon, en verder dan die van Rusland ter Conferentie. Of dit er niet too zal leiden, dat Litwinoff op zijn aanvankelijk standpunt zal terugkeeren en toch tot het stellen van vergaande eischen zal overgaan, muet nog worden afgewacht. Duitschland heeft in tegenstelling met de rede van Rijks kanselier Bruning, het anvankelijk zeer gematigde standpunt verlaten. Het bezwaar, dat door Duitschland in de Commissie-Lou don tepen het door deze Commissie samen gestelde ontwerp is kenbaar gemaakt; be zwaar, dat zetelt in de ongelijkheid van be handeling van de in den oorlog overwonnen Staten en de andere landen, is de grondslag van deze voorstellen. Nafolny heeft dit in zijn toelichting. ie op dit punt wellicLt wat al tc scherp was samengevat, noe eens in het bijzonder doen gevoelen Duitschland. coo constateerde hij nadrukkelijk, is bereid tot elke medewerking op ontwapeningsgebied, die men verlangt, mits het als volkomen ge lijkgerechtigde wordt behandeld. Duitschland wil gaarne medewerken aan het vooraf verzekeren van «Ie veiligheid der landen die ontwapenen, mits maar ander zijds de veiligheid niet zoo ver gaat dat zij 'V- vermindering der bewnpeningen zou be letten. Want ook Duitschland neemt het standpunt in. dat niets de veiligheid beter kan dienen dan vermindering der bewape ningen. Wat zal ernlt te voorschijn komen? Er zijn thans aan de Conferentie vérstrek kende voorstellen voorgelegd die. ook al blijft bet ontwerp der Commissie-Loudon grondslag der beraadslagingen, aan dezo torh wel een geheel eieren kleur verleenen. Zonder aan de verdienste van de verschil lende voorstellen iets te willen afdoen, kan niet uit het ooj? worden verloren, dat tot dusver die voorstellen «He op merkwaar dige wijze overeenkomen met de speciale belangen van het land, waardoor zij zijn in gediend. Men mae aannemen, dat de wede»* zijdscbe tegenstanders van (tie Noomtellen niet zullen nalaten dit op te merken. Dat be hoeft intusschen niet te \erhinderen/dat uit den smeltkroes dezer voorstellen iets zal te oorschljn komen, dat meer brengt dan men anvankelijk heeft verwacht Aan den ande en kant staat de tegenstelling, die door de politieke toestanden, door het Tractaat van ersailles is geschapen, nis 'n dreigend eponlc op den achtergrond, en het is natuurlijk de vraag r.f niet eerst dnt spook moet worden verslagen, voordat men met de regeling der andere toestanden ucn aanvang kan maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9