Jlirutur jCriitsdje (Courant
Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
Het Belgische Kanalen Vraagstuk
ABONNEMENT!
Per kwartaal 3.25
(Beschikkingskosten t 0 15.)
Pei* week 0-25
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending a
1 Bij dagelijksche zending 7«—
AII09 bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad TVz cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No. 3589
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1932
ADVZRTENT1EN
Van 1 tot 5 regela f 1.1?V?
Elke reizel meer0.22*4
Icgez. Medeileelingen
van 1—5 regels m 2-30
Elke regel meer 0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
waarbij inbegrepen het Zondagsblad
DE NIEUWE ROOMSCHE
KATECHISMUSVERKLARING
Door Dns. A. B. W. M. KOK.
Het laatste (zevende) deel.
Eenigen tijd geleden is het laatste
0ee! van Potters' herziene en bijgewerk
te verklaring van den Roomscher. Kate-
chismus verschenen. Ook in dit deel ko-
*nen verschillende dingen ter sprake,
waarmede wij als Protestanten ons van
harte kunnen rereenigen (ik denk b.v.
aan de scherpe veroordeeling van de
lijkverbranding en het Neo-Malthusia-
nisme). Evenwel hebben we tegelijk
ernstige bezwaren tegen onderscheiden
leerstukken en opvattingen. Dit zal nie-
ïnand verwonderen, die weet, dat in dit
deel besproken worden de drie Room-
sche sacramentenhet oliesel, het pries
terschap en het huwelijk.
Voor het oliesel dient natuurlijk als
bewijsplaats Jakobus 5 14 en 15. In dit
woord wordt den zieke bevolen de
ouderlingen (Rome vertaalt de pries
ters) der gemeente te roepen, opdat zij
over hem zouden bidden en hem in den
naam des Heeren met olie zouden zal
ven. Het geloofsgebed zou den zieke be
houden en de Heere zou hem oprichten.
Eenigszins wordt volgens Rome dit
j,sacrament" reeds afgebeeld en aange
duid in het Evangelie naar Markus,
waar we van de twaalven lezen (6 12,
13), dat ze uitgingen en vele duivelen
uitwierpen en vele kranken met olie
zalfden.
De insteller van alle sacramenten
0us ook van dit sacrament is Chris
tus, daar Hij alleen aan uitwendige tee
ltenen genade kan verbinden.
Nu is ook hier weer de moeilijkheid
Voor Rome: nergens lezen we in den Bij
bel, dat Christus het oliesel geboden
heeft.
Maarde kerk heeft 't ingesteld
'(hoewel onomwonden wordt toegegeven
dat uit de eerste eeuwen weinig berich
ten tot ons komen, bl. 5), en dus kan de
instelling niet op een dwaling rusten,
maar moet Christus het sacrament heb
ben verordend, ook al is de inzetting
niet met zoovete woorden in de Heilige
Schrift te vinden. Waarschijnlijk al
dus Prof. van Raamsdonk, de schrijver
van dit zevende deel deed Christus
het in de dagen, die tusschen zijn ver
rijzenis en hemelvaart verliepen, wel
licht od den verrijzenisdag zeiven (bl.
10).
Wij vragen hier weer: is 't niet heel
Vreemd, dat Christus er niet voor ge
zorgd heeft de instelling van een (vol
gens Rome) zóó gewichtig sacrament
met duidelijke woorden te doen beschrij
ven?
Op één klein tusschenzinnetje in éen
Zendbrief wordt de heele uitgewerkte
theorie van het oliesel gebouwd.
Naar onze opvatting moet op het ge
bed de nadruk gelegd worden, en betreft
't hier wonderbare genezingen, zooals
God ze ter bezegeling van het Evangelie
in den eersten tijd schonk. Werd de zalf
olie daarbij als geneesmiddel gebruikt?
Sommigen meenen dit, en wijzen op
Se geneeskracht der olie. Ze wordt ook
nu nog wel ter verzachting aangewend.
Wij kunnen ons echter op dit punt ge
heel vinden in de verklaring van Ds. J.
C. Sikkel (in: „Daders des Woords")
Wij weten, dat in het Oosten en in Is
raël het zalven met olie in het mensche-
Ujk verkeer een teeken was van gemeen
schap, van liefde en vereering, waarom
de vereerde gast door zijn gastheer met
olie moest worden gezalfd, en gelijk de
Heere Jezus gezalfd is door Maria van
Bethanië. Zoo kan het zalven met olie
door de ouderlingen der gemeente ook
hier zeer wel bedoeld zijn als een hande
ling, waardoor de gemeente haar liefde
en gemeenschap aan den kranke in den
Naam des Heeren bewees, hem troostte
en eerde door de gemeenschap der hei
ligen en als een lid van het lichaam van
Christus. In onze Westersche zeden be
antwoorden dan aan die zalving de
uiterlijke teekenen van liefde en ge
meenschap, die de geloovigen aan hun
medegeloovigen in krankheid doen toe
komen en die ook door de gemeente als
zoodanig aan haar kranken niet onthou
den mogen worden."
Wat is nu het heilig oliesel in Rome's
kerk geworden?
Niet zoozeer het middel om den zieke
te genezen, maar om den stervende voor
jbtii bereiden voor den dood. Op de vraag:
„aan welke zieken moet het heilig oliesel
toegediend worden?" antwoordt Rome:
Het heilig oliesel moet toegediend wor
den aan de geloovigen, die tot het ge
bruik van het verstand zijn gekomen, en
wegens ziekte of ouderdom in gevaar
zijn van sterven (ik cursiveer).
Volgens 't voorschrift van het Room-
sche ritueel moeten vooral de vijf zin
tuigen: oogen, ooren, neus, mond, han
den (als voornaamste tastorgaan) ge
zalfd worden. Zij zijn de bron en het in
strument der zonden geweest. Om de
zelfde reden worden ook de voeten ge
zalfd, die den weg der deugd verlieten
om verkeerde wegen te bewandelen. Bij
de zalving moet het gebed gevoegd wor
den: „Door deze heilige zalving en zijn
goedertierenste barmhartigheid vergeve
u de Heer al hetgeen gij misdaan hebt
door het gezicht, Amen". Dit gebed
wordt bjj elke zalving herhaald, steeds
met den naam van het betrokken zin
tuig: door het gehoor, den reuk, den
smaak en de spraak, het gevoel, het
gaan
Wat werkt dus dit „sacrament" voor
namelijk uit?
Het vermeerdert de heiligmakende
genade, vergeeft de dagelijksche zonden
en öok de doodzonden, als de zieke niet
meer in staat is te biechten, en ver
sterkt den zieke om het lijden geduldig
te verdragen en de bekoringen te over
winnen.
Maar zoo vraagt ge wat blijft
er dan over van de oorspronkelijke bc-
teekenis van het gebed en de zalving?
Bij Jakobus waren gebed en zalving
toch middelen om den zieke de gezond
heid te hergeven
Merkwaardig is in dit opzicht Rome s
opvatting, die door Prof. van Raams
donk in deze woorden wordt weergege
ven: De bovennatuurlijke kracht van
het sacrament zal de natuurlijke oorza
ken (geneesheer, geneesmiddelen, enz.)
bij haar werking geleiden en helpen:
vooral de bovennatuurlijke opbeuring
der ziel zal haar weldadigen invloed op
het ziekteverloop doen gevoelen, en in
vele opzichten uit zich zelf voldoende
kracht bezitten om de gezondheid te
herstellen." (bl. 21).
In de bladzijden, die gewijd worden
aan de bespreking van de Lijkverbrand-
ding, vinden Roomschen en rechtzinnig-
Protestanten elkander -weder. Wel
wordt erkend, dat lijkverbranding niet
rechtstreeks in strijd is met een godde
lijk gebod. Evenmin maakt de verbran
ding de opstanding onmogelijk, zooals
de heidenen dachten, die de Christenen
levend verbrandden, om zóó de dwaas
heid van de lichamelijke opstanding aan
te toonen en te bewijzen, dat het leer
stuk der verrijzenis tot de ongerijmd
heden behoorde.
Neen, andere beweegredenen worden
genoemd, waarom reeds in Mei 188(5
paus Leo XIII de lijkverbranding als
een schandelijk misbruik brandmerkte.
De praktijk der lijkverbranding is op
gekomen in de kringen, waar met het
geloof aan een eeuwig leven en aan een
voortbestaan naar ziel en lichaam afge
rekend was, en gemeend werdmet den
dood is alles uit.
Zoo is de lijkverbranding een zinne
beeld van vernietiging, tegenover de
lijkbegraving, die het symbool is van
onsterfelijkheid en verrijzenis.
Christus is begraven en uit het graf
opgestaan. Gelijk het hoofd zóó ook de
leden. Zij worden begraven om naar
zijn voorheeld uit het graf te verrijzen.
Zeker, ook in het graf wordt het
lichaam door oxydatie ontbonden, maar
hier ligt het als een zaadkorrel in den
godsakker. De tarwekorrel wordt ge
zaaid in de aarde, ze wordt ontbonden,
maar de levenskiem ontwikkelt zich tot
een bloeiende en vruchtdragende plant.
De eerbied, aan het lichaam verschul
digd, verbiedt dat lichaam op geweld
dadige wijze door het vuur te vernieti
gen, doch vraagt veeleer, dat het op na
tuurlijke wijze gesloopt worde door de
natuurkrachten, die het hebben opge
bouwd.
Deze natuurkrachten voltrekken het
vonnis der ontbinding, door God tegen
den zondigen mensch uitgesproken,
maar zü doen het geleidelijk, langzaam,
niet onder onze oogen, doch in den
schoot der aarde.
Met groote dankbaarheid lazen wij
dit krachtig protest tegen een gebruik,
dat helaas ook in ons Christelijk Neder
land in sommige kringen algemeen gaat
worden, en begroeten met blijdschap de
Roomschen als medehandhavers van het
christelijk gebruik der begraving. In
derdaad: de aschurn is zinnebeeld dei-
vernietiging.
(Wordt vervolgd.)
HET A.V.R.O.-DEBAT
We spreken opzettelijk niet van de radio
discussie, doch van het A.V.R.O.-debat in de
Tweede Kamer. Want daarop kwam alles
neer. Toen de A.V.R.O.-menschen zagen, dat
ze het spel verloren hadden, gooiden zij het
gauw over een andere boeg.
De zaak in kwestie was, dat de Minister
van-Waterstaat geen zelfstandige beslissing
inzake de zendtiidverdeeling genomen
hebben, doch de gewillige dienaar bleek te
zijn van Mr. v. d. Deure en pater Perquin.
Maar, over den laatste werd nauwelijks
gesproken. Met verheffing van stem
klaarde echter Mr. Boon, dat niet.de m
ter, doch dat Mr. v. d. Deure op radio-gebied
regeert
Van die beschuldiging bleef echter zóó
weinig over, dat de overzichtschrijver in
het Handelsblad eerlijk erkent:"
Dat de minister van Waterstaat zich
door den voorzitter van den K. R. O. en
de N. C. R. V. zijn besluit betreffende de
zendtijd-verdeeling heeft laten dicteeren,
is na het debat van heden niet vol te
houden. Men had hem schriftelijk een
advies doen toekomen, en nu was er heel
wat in dat advies waarmee hij zich kon
vereenigen, maar ten slotte kwam hij
toch tot een zelfstandige beslissing.
Wij willen ronduit erkennen, deze
deneering zeker plausibel te achten, al
blijven wij het betreuren, dat de minister
het niet meer noodig heeft gevonden nog
eens het oordeel van den Radioraad in te
winnen.
Dit is de hoofdzaak. Of de brief aan
Minister volmaakt was, is bijzaak. Dat de
K .R. O. en N. C. R. V. hun wenschen
den Minister bekend maken, is toch heel
logisch. En er steekt ook heelemaal geen
kwaad in, dat zij den Minister steun toezeg
den bij de verdediging van een zendbesluit
volgens het schema, dat voldoening gaf aan
de Christelijke groepen.
Misschien had die brief anders kunnen
luiden; doch wat het punt in kwestie be
treft, merkte de heer Van D ij k terecht
op, dat er „van de beschuldigingen ten aan
zien van het opdringen van een kant en
klaar schema door den voorzitter der
N.C.R.V. niets is overgebleven" en .de hier
boven bedoelde toezegging achtte hij ook
volkomen toelaatbaar.
Nu dit alles echter vaststond kwam bij
dé libéralen ért vrijrirtn.ig democraten de
aap uit de mouw. Ze lieten de hoofdzaak
los en herhaalden het oude deuntje:
A.V.R.O. is de algemeené, voor ieder
schikte omroepvereeniging; zijn haan fiioet
heel de week koning kraaien en -de rest mag
slechts de asschepoetsersplaats innemen.
Doch met deze aanmatiging hadden we
bij deze interpellatie niets te maken. En
al beweren de liberaal-vrijzinnige heeren
duizendmaal, dat de A.V.R.O. algemeen
is, iedereen weet beter; behalve dan de
echte A.V.R.O.-menschen, die meenen, dat
alleen hun opvatting recht van bestaan
heeft.
Indertijd heeft de Nederlander vrij
kras over deze dingen geschreven; het is
opmerkelijk, dat de heer Slotemaker de
Bruine thans in de Kamer volstond met de
korte verklaring, dat de interpellatie „on
bevredigend moest verloopen".
Natuurlijk, want het ging niet om de zui
verheid van politieke zeden, maar om de
bevoorrechte positie van de vrijzinnige
omroep.
En zooals gisteren uit de verklaring
van de N.C.R.V. bleek zelfs de entourage,
welke Mr.- Boon om het geval spon, is het
uiteenrafelen niet waard. En hoewel Mr.
Boon zijn beschuldiging aan het adres van
Mr. v. d. Deure ridderlijk heeft teruggeno
men, we zeggen met de „N. R. C", het blijft
een betreurenswaardige vergissing; te goe
der trouw, maar al te lichtvaardig begaan.
De lofzangen van de A.V.R.O. mogen wel
eens anders getoonzet worden. De melodie
is z o n d e r harmonie.
DE DIENST
ROTTERDAM-DORDRECHT
Naar ons uit spoorwegkringen wordt-mede
gedeeld is het voor eenige dagen verschenen
bericht, dat binnenkort een door electrische
tractie onderhouden half-uur dienst tusschen
Rotterdam en Dordrecht te verwachten is,
bezijden de waarheid.
Door de Spoorwegdirectie is een commis
sie ingesteld, die bezig is na te gaan welke
lijnen zouden kunnen worden geëlectrifi-
ceerd, en in welke volgorde de tractie-omvor-
ming zou moeten plaats vinden.
Deze commissie heeft haar rapport nog
niet ingediend, zoodat van eenige beslissing
nog geen sprake kan zijn.
Bovendien zou eerst aan de beurt zijn het
traject AmsterdamAmersfoort,
H.M.'S TENTOONSTELLING
NAAR GRONINGEN
Het bestuur van het Kunstlievend Genoot
schap Pictura te Groningen bericht, dat het
de mededeeling ontving, dat de tentoonstel
ling van werken van H. M. de Koningin te
Groningen einde April en begin Mei in de
lokalen van Pictura aan de Groote Markt zal
worden gehouden, ten voordeele van de nood
lijdende beeldende kunstenaars,
Buitengewone vergadering der Nederl.
Mij voor Nijverheid en Handel
Bede van Prof. Dr. H. T. Colenbrander
Hedenmiddag heeft te Den Haag in Hotel
',De Twee Steden" een buitengewone alge-
meene vergadering plaats gehad van de
Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel, ter be
spreking van het
Belgische Kanalen Vraagstuk.
Nadat de voorzitter der Maatschappij, de
heer Mr. C. H. Gué pin de vergadering
had geopend, gaf hij allereerst een over
zicht van de onbeslecht gebleven punten van
het Verdrag., De meeste tegenstand concen
treerde zich tegen het Moerdijk-Antwerpen
kanaal, en tegen de regeling van de souvo-
reiniteitskwestie. L'it de door de Regeering
gevoerde correspondentie blijkt, volgens spr.,
dat de Minister van Buitenlandsche Zaken
zich ook zeer góed bewust is dat de publie
ke opinie zich destijds met deze twee pun
ten heeft ingelaten. Voorts herinnerde spr.
aan de bepaling, waardoor het mogelijk zou
worden, dat Antwerpen oorlogshaven werd
en aan de in het Tractaat voorkomende be
palingen", t.o.v. de rechten der Nederland-
sche Regeering op de Schelde. Spr. wees
ook op de achterstelling van Terneuzen wat
dp bcloodsing van schepen betreft en op de
bepaling dat het tarief der loodsgelden voor
den Waterweg en het Noordzeekanaal zoo
werd geregeld, dat hierdoor Rotterdam en
Amsterdam bij Antwerpen werden achterge
steld. Nog steeds worden de loodsgelden
voor naar Antwerpen gaande schepen be
paald op basis voor de gedeprecieerde Bel
gische franc.
Nadat hij ten besluite nog de kwestie der
Wielingen had aangeroerd, vestigde hij de
aandacht op de overdreven bezwaren, welke
van Belgische zijde werden geopperd tegen
het bevaren van het Hellegat, om daarna
het woord te verleenen aan prof. dr. H. T.
Col en brand er.
Rede proL Colenbrander.
Het is geen aangename, maar een nood
zakelijke taak, aldus deze, een toekomstig
verdrag ter sprake te brengen, dat het lann
verontrust nog eer zijn woordelijke inhoud
hekend is. Maar in zijn eerste memorandum
het beste, dat van-U Juni 1928, neemt Bel
gië, als tevoren, de onbewezen bewering tot
luitgangspunt, dat de tracfaten vari 1839 voor
België onduldbare conflicten met Nederland
veroorzaakt hebben, en dat er van Belgische
zijde zou mogen worden aangedrongen op
herstel van geschonden rechten. In haar te
zachte antwoord daarop wijst onze Regee
ring wel deze voorstelling af, doch erkent
de belangen van goede nabuurschap, die
door wederzijdsche concessies bevorderd
kunnen worden. T.o.v. de Schelde wordt
door haar voor beide landen de. verplichting
erkend tot verzekering van het behoud en
de verbetering der vaargeulen, met afwijzing
van aantasting van onze. souvereiniteit over
de Beneden -Schelde. Wat de verbinding
Schelde-Rijn betreft heeft de heer Beelaerts
aan den heer Hymans te verstaan gegeven,
dat een dergelijke waterweg, wilde deze
voor ons aanvaardbaar zijn, de natuurlijke
waterwegen zou moeten volgen, of die welke
in 1839 hebben bestaan, en dat Nederland
een Belgisch voorstel dienaangaande in de
meest gunstige overweging zou nemen. Le
vendig herinnert zich iedereen het antwoord,
dat Minister Beelaerts op 7 Mei 1929 op een
Belgisch memorandum gaf. Toestaan van
het kanaal, voorzien in het verworpen ver
drag van 1925, of van ieder kanaal, dat de
zelfde kenmerken zou vertoonen, heet daar
in een politieke onmogelijkheid. Iedere Ne
derlandsche Regeering, die dit mocht verge
ten zou door de Natie gewraakt worden.
Heeft nu de huidige Nederlandsche Regee
ring inderdaad dit vergeten, zoodat wij haar
te wraken hebben? Het zou noch voor het
Nederlandsch gevoel bevredigend, noch voor
de Nederlandsch-Belgische hetrekkingen
heilzaam wezen, indien wederom aan de Ne
derlandsche opinie de plicht werd opgescho
ven, Nederlandsche levensbelangen direct
tegen een Nederlandsch minister, indirect
tegen België te verdedigen.
Moge het Minister Beelaerts alsnog gege
ven worden, zich binnen de stelling terug
te trekken, die hij drie jaar geleden innam,
en waarin Nederland, naar onze overtuiging,
de verdere ontwikkeling van zaken met ta
melijke geustheid zou kunnen afwachten. De
Belgische zaak. hoe hardnekkig nog aange
hangen, kan bij meerderen afstand van de
gebeurtenissen van 1919 onmogelijk winnen.
Van den beginne af heeft zij een element
in politieke afdreiging in zich besloten,
een afdreiging, die naarmate de situatie van
1919 verbleekt, aan kracht verliest. Ons te
gen onredelijke eischen van België te verzet
ten is alleszins mogelijk en het behoort te
geschieden. Het geschiede zonder uitdaging
die ligt niet in onzen aard het geschie
de in een toon, dien de heer Beelaerts, aldus
spr., in het algemeen zeer wel wist to tref-
Nog altijd is het mogelijk, Belgische pers
stemmen te beluisteren, die zich ten aanzien
van Nederland ietwat overschreeuwen. La
ten wij er het zwijgen aan toe doen. Een
man die niet met zwijgen mag worden beje
gend is de Belgische senator S e g e r s. in
zijn rapport over de Belg. hegrooting van
Buitenlandsche Zaken. Dit rapport is voor
Nederland nuttige lectuur. Wij vernemen er
allereerst de bevestiging uit, van wat ons
hier slechts bij geruchte ter oore kwam: ei
zijn besprekingen gevoerd langs offirieusen
weg, onder toezicht der heide regeeringeri,
die eigenlijk in staat zquden zijn (zegt dé
heer Sogers), met een tractaat voor den da?
te komen, ware het niet, dat da Nederland
sche Regeering zich-vrees liet aanjagen door
het booze anti-Belgische milièu te Utrecht
en de reederskringen te Rotterdam.
Deze verzekering doet ons glimlachen. Wij
waren in de meening, dat de beweging te
gen het vorige tractaat een nationale ge
weest was.
Andere merkwaardige uiting: het Neder
landsch aanbod: kanaal dat ae tu-ssrhenwn-
teren volgt, zou strijdig zijn met de resolutie
der mogendheden van 4 Juni 1919, immers
zich niet inspireeren op de algemeone begin
selen, aangenomen door de Vredesconferen
tie te Parijs. Wat dan, volgens de beer
Sogers, die algpmeene beginselen waren?
„Het verkeer te water tusschen naburige
landen te vergemakkelijken". Alsof de con
ferentie er bij gevoegd had. dat dit niet met
gebruikmaking van vanouds bestaande, na
tuurlijke waterverbindingen zou mogen ge
srhieden- Overigens verzwakt de heer Segers
onmiddellijk zijn eigen betoog door tot onze
verbijstering te verzekeren, dat zelfs een
kanaal AntwerpenMoerdijk de*heropening
eener vanouds bestaan hebbende waterver
binding zoude zijn!
Altijd nog die bedreiging met de mogend
heden. Wij hebben ze ijdel genoemd, toen
het tractaat van Karnebeek in discussie
was en van de geschiedenis hebben wij ge
lijk gekregen. Dit heele element moet uit
de gedach'enwissHing gebannen worde:.,
°f wij komen met Be gië geen stap verder.
Wij willen, om te besluiten, zoodanige za
ken inwilligen van welker redelijkheid wij
over'uigd kunnen worden en bij welker
uitvoering bijkomstige benadeeling van ge
rechtvaardigde Nederlandsche belangen zoo-
veel doenlijk wordt vermeden. Begrijpt de
heer Segers dit laat&te niet. dan moet de
noodzakelijkheid er van hem door de stand
vastigheid der Nederlandsche Regeering
worden bijgebracht, en bezweek ooit deze.
wat vrij niet gelooven willen, dan ga het
woord over aan de standvastigheid van het
Nederlandsche volk.
Rede Ir. Mussert
De heer Ir. A. A. Mussert sprak ver
volgens over de tusschenwateren en deLim-
burgsche kanalen.
Over de Schelde wil Spr. slechts één op
merking maken, n.l. over het onrecht, dat
daar sedert jaren gepleegd wordi tegen on
ze halons in het algemeen en in het bij
zonder tegen Rotterdam; de belooasing uit
zee naar Antwerpen kost voor een normaal
zeeschip met b.v. 70 dan. diepgang des win
ters f 70, een heloodsing van datzelfde vaar
tuig uit zee naar Rotterdam, éen veel kor
ter en eenvoudiger traject, kosi f 400. Deze
verhouding van ruim 1 t 5 vindt mèn bij
ieder Scheepstype lërug. Waar ter wereld,
behalve in Nederland, is zooiets mogelijk.
Na deze opmerking behandelde ©pr. eerst
da Limburgsohe kwesties, en gaf daarbij
een overzicht van wat zich sedert 1927 al
daar op waterstaatsgebied heeft afgespeeld.
België heeft letterlijk alles gedaan om aan
Antwerpen een voorsprong op Rotterdam
te geven. Dat blijkt uit de aanleg van het
Al'bertjkanaal en uit het weren van de
Nederl. scheepvaart uit België, maar zelfs
uit Maastricht. Voor compensatie onzerzijds
bestaat geen enkele reden.
Komende tot de Ryn-Schelde-verbinding
vraagt spr.: wat willen Antwerpen en Brus
sel? Antwerpen wil den Rijnhandel ven
Rotterdam, en Brussel en Parijs willen door
middel van de Rijnvaart-Commissie Fran-
sche zeggingschap verkrijgen op de tus
schenwateren, op de Rijn-Schelde-verb:n!ing
Maar het Nederl. volk wil het Moerdijk-
kanaal niet. Echter nam de regeering niet
die maatregelen, welke daarna te nemen
wairen: ©nelle verbetering van het kanaal
bij Wem e! ding e en bescherming van Rot
terdam. Integendeel, langzamerhand werd
duidelijk, zegt spr., dat de mifiister voorne
mens was en naar gevreesd wordt, nog is.
om aan België toe te geven door aanvaar
ding va>n een pseudo-Moerdijkkanaal, dat
van het oorspronkelijke slechts in zooverre
verschilt, dat het krom zou zijn in plaats
van recht.
Die ombuiging is allergevaarlijkst, zxoais
spr. aantoont
Wat zal de toekomst on6 brengen? Ant
werpen volijverig, bekwaam geleid, krachtig
gesteund, bezig de Maasmond naar Ant
werpen te verleggen. Thans pogend om,
waartoe geen schijn van recht bestaat, <x.k
de Rijnmond naar Antwerpen te verleggen.
Gelukt dit, ondanks alle beloften der Neder
landsche regeering, dan verliest Rotterdam
het eenige voordeel, dat het nog boven Ant
werpen heeft: zijn Rijnposifie. Het thans
overwogen pseudo-Moerdijkkanaal. zou het
laatste loodje zijn. dat de weeeschaal ten
gunste van Antwerpen den doorslag zou
TEHUIS VOOR MILITAIREN
TE EDE
BESTAAT IN MEI 25 JAAR!
Het Tehuis voor Militairen te Ede zal in
Mei zijn vijf en twintig-jarig bestaan kun
nen herdenken. Dit tehuis is nagenoeg in
heel ons land hekend, overal wonen er nog
oud-bezoekers. Deze zullen zich ongetwijfeld
nog de aangename avonden herinneren, die
zij daar hebben doorgebracht, en vele oud
bezoekers, wier zonen thans -aar F.de in
garnizoen gaan. zal het een prettige ge
dachte en een geruststelling wezen, te weten
dat ook voor hen noe steeds gezelligheid en
geestelijke verzorging daar wachten.
Toen in 1905 beslist was. dat Ede garni
zoen zou krijgen, werd er dadelijk werk ge
maakt van de oprichting van een Militair
Tehuis. Er werd een afdeeling van den Mil.
Bond opgericht en de heeren U Tulp. Baron
P. Bentinck, J. Mever. Al Kool en I. van
Zooien hebben daarbij zeer veel arbeid ver
richt. Doch eerst toen eenonbekende gever
eer bedrag van 5000 beschikbaar stelde,
kon het Werk voortgang hebben. Nadat men
echte friesche
MB^hebren-baai)
20-50 ct perons^
i/HeLutge van rijpe tabakken.
Voornaamste Nieuws.
(bl*. 1).
Buitengewone vergadering van de Ned. Mij.
voor Nijverheid en Handel in verband met het
Belgische Kanalen vraagstuk.
(blz. 2)
Het groote Japanscho offensief by Shanghai
is begonnen. De Chineezen bieden krachtigen
tegenstand.
Na een scherp debat tusschen Sato en Jen
besloot de Vo'kenbondsraad nog een laatste
beroep op de beide partijen te doen.
Painlevé geeft zijn pogingen tot kabinets
formatie op. Vermoedelijk komt Tardieu
thans aan de beurt,
(blz. 3)
De 3 pCt. loonkorting in de Gemeenteraad
ran Rotterdam
(blz. 5)
Ingediend is een wetsvoorstel-Albarda c.s.
tot verbod van particuliere gewapende corp-
(blz. 0)
Interpellatie-Van Dijk in de Tweede Ka
mer over de zenderbouw.
Van en over de Ontwapeningsconferentie IL
HET ZONDAGSBLAD BEVAT O.M
Overdenking: Vond hen slapende
Letterkundige Kroniek: A. Wapenaar
bespreekt het nieuwste boek van
Ds. Hogenbirk.
Liefde's Volheid. Compleet verhaal,
door H. Enema.
Simulatie bij het gerechtelijk verhoor,
door G. K. A. Nonhebel.
Een Ghetto in het Ooisten, door
Cor Alons.
Het afscheid van Gouwtjesbrugdoor
Ds. G. B. Westenburg.
Voor de Jeugd:
Nieuws over de prijsvraag.
Bij het afdruHken van dit nummer
is het aantal binnengekomen op
lossingen gestegen tot 1301
Kleuterkrantje.
VOORKOMT TANDBEDERF
en poetst 's-morgen* en s-avonds met
NIVA TANDPASTA
75 cts.per'Atube. 25d> p. te tube.
eerst in hulpgebouwen het Tehuis had on
dergebracht. kon op 19 Maart 1908 het eigen
gebouw geopend worden.
Tijdens de mobilisatie, toen er te Ede
meer dan 10.000 man gelegerd waren, werd
er nog een noodgebouw gesticht, hetgeen
echter door de „jongens" zelf voor een groot
deel werd gereed gemaakt.
Hoe groot de zegen is geweest, die er van
dezen Tehuis-arbeid, is uitgegaan, kan moei
lijk worden geschat Nog steeds wordt daar
het mooie werk met opgewektheid voortge
zet. Er is dan ook alle reden om het zilve
ren Tehuis-jubileum met alle opgewektheid
te vieren.
De geldelijke zorgen zijn echter nog niet
geheel weggenomen. Door jaarlijksche tekor
ten in den laatsten lijd is er weer schuld
ontstaan. Het Bestuur zou ?aarne zien. dat
dil nu weggewerkt kon worden.
Oud-bezoekers aan u is thans in de eerste
plaats het woord. Toont uw dankbaarheid,
voor wat het Tehuis u vroeger 'eleven heeft.
Laat anderen zien. dat gij liefde gevoelt
voor den arbeid onder de militairen. Giften
worden eaame insrewaht bij den heer II
Kalde w a (PoM. keni.ig 154182), Huis
vader Tehuis voor Militairen en penning
meester der commissie.
AMSTERDAM
DE TAXI TARIEVEN.
De vergadering, welke ten stadhuize werd
gehouden tusschen do werkgevers en werk
nemers in het taxibedrijf onder leiding van
wethouder Kropman, kwam niet tot overeen
stemming wat betreft de loonen der chauf
feurs. Later in den middag is overeenstem
ming bereikt. Hei daar vastgestelde taxi
tarief, dat Zaterdag as. zal ingaan, wordt
aldus: de eerste aanslag zijnde 10 ct. \oor
-3 K.M. en elke volgende KM. of gedeelte
daarvan 15 cent, wat neerkomt op gemid
deld vijftig cent per rit.
Omtrent het loon der chauffeurs wenschle
-ien geen officieele meded>eeling te doen,
omdat de vertegenwoordigers d*r v\erkne-
mers vandaag nog met hun leden moeten
vereaderen. Naar wij echter vernemen heb
ben de werknemers toegestemd in een crond-
tarief van f 7.50 en 25 pro.-^nt van het be-
drag, dat boven de f 50 wordt ontvangen.
1. VAN SCHIJNDEU C» N.ï. HOUTHANDEL U
HOOFDKANTOOR OPSLAGPLAATSEN;
OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM
ZAGERIJ EN SCHAVER1J
NASSAUHAVEN - BOERENGAT