Jlirutur jCriitsdje (Courant Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. Het Belgische Kanalen Vraagstuk ABONNEMENT! Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskosten t 0 15.) Pei* week 0-25 Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending a 1 Bij dagelijksche zending 7«— AII09 bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad TVz cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No. 3589 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 ZATERDAG 20 FEBRUARI 1932 ADVZRTENT1EN Van 1 tot 5 regela f 1.1?V? Elke reizel meer0.22*4 Icgez. Medeileelingen van 1—5 regels m 2-30 Elke regel meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend 0.10 12e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen waarbij inbegrepen het Zondagsblad DE NIEUWE ROOMSCHE KATECHISMUSVERKLARING Door Dns. A. B. W. M. KOK. Het laatste (zevende) deel. Eenigen tijd geleden is het laatste 0ee! van Potters' herziene en bijgewerk te verklaring van den Roomscher. Kate- chismus verschenen. Ook in dit deel ko- *nen verschillende dingen ter sprake, waarmede wij als Protestanten ons van harte kunnen rereenigen (ik denk b.v. aan de scherpe veroordeeling van de lijkverbranding en het Neo-Malthusia- nisme). Evenwel hebben we tegelijk ernstige bezwaren tegen onderscheiden leerstukken en opvattingen. Dit zal nie- ïnand verwonderen, die weet, dat in dit deel besproken worden de drie Room- sche sacramentenhet oliesel, het pries terschap en het huwelijk. Voor het oliesel dient natuurlijk als bewijsplaats Jakobus 5 14 en 15. In dit woord wordt den zieke bevolen de ouderlingen (Rome vertaalt de pries ters) der gemeente te roepen, opdat zij over hem zouden bidden en hem in den naam des Heeren met olie zouden zal ven. Het geloofsgebed zou den zieke be houden en de Heere zou hem oprichten. Eenigszins wordt volgens Rome dit j,sacrament" reeds afgebeeld en aange duid in het Evangelie naar Markus, waar we van de twaalven lezen (6 12, 13), dat ze uitgingen en vele duivelen uitwierpen en vele kranken met olie zalfden. De insteller van alle sacramenten 0us ook van dit sacrament is Chris tus, daar Hij alleen aan uitwendige tee ltenen genade kan verbinden. Nu is ook hier weer de moeilijkheid Voor Rome: nergens lezen we in den Bij bel, dat Christus het oliesel geboden heeft. Maarde kerk heeft 't ingesteld '(hoewel onomwonden wordt toegegeven dat uit de eerste eeuwen weinig berich ten tot ons komen, bl. 5), en dus kan de instelling niet op een dwaling rusten, maar moet Christus het sacrament heb ben verordend, ook al is de inzetting niet met zoovete woorden in de Heilige Schrift te vinden. Waarschijnlijk al dus Prof. van Raamsdonk, de schrijver van dit zevende deel deed Christus het in de dagen, die tusschen zijn ver rijzenis en hemelvaart verliepen, wel licht od den verrijzenisdag zeiven (bl. 10). Wij vragen hier weer: is 't niet heel Vreemd, dat Christus er niet voor ge zorgd heeft de instelling van een (vol gens Rome) zóó gewichtig sacrament met duidelijke woorden te doen beschrij ven? Op één klein tusschenzinnetje in éen Zendbrief wordt de heele uitgewerkte theorie van het oliesel gebouwd. Naar onze opvatting moet op het ge bed de nadruk gelegd worden, en betreft 't hier wonderbare genezingen, zooals God ze ter bezegeling van het Evangelie in den eersten tijd schonk. Werd de zalf olie daarbij als geneesmiddel gebruikt? Sommigen meenen dit, en wijzen op Se geneeskracht der olie. Ze wordt ook nu nog wel ter verzachting aangewend. Wij kunnen ons echter op dit punt ge heel vinden in de verklaring van Ds. J. C. Sikkel (in: „Daders des Woords") Wij weten, dat in het Oosten en in Is raël het zalven met olie in het mensche- Ujk verkeer een teeken was van gemeen schap, van liefde en vereering, waarom de vereerde gast door zijn gastheer met olie moest worden gezalfd, en gelijk de Heere Jezus gezalfd is door Maria van Bethanië. Zoo kan het zalven met olie door de ouderlingen der gemeente ook hier zeer wel bedoeld zijn als een hande ling, waardoor de gemeente haar liefde en gemeenschap aan den kranke in den Naam des Heeren bewees, hem troostte en eerde door de gemeenschap der hei ligen en als een lid van het lichaam van Christus. In onze Westersche zeden be antwoorden dan aan die zalving de uiterlijke teekenen van liefde en ge meenschap, die de geloovigen aan hun medegeloovigen in krankheid doen toe komen en die ook door de gemeente als zoodanig aan haar kranken niet onthou den mogen worden." Wat is nu het heilig oliesel in Rome's kerk geworden? Niet zoozeer het middel om den zieke te genezen, maar om den stervende voor jbtii bereiden voor den dood. Op de vraag: „aan welke zieken moet het heilig oliesel toegediend worden?" antwoordt Rome: Het heilig oliesel moet toegediend wor den aan de geloovigen, die tot het ge bruik van het verstand zijn gekomen, en wegens ziekte of ouderdom in gevaar zijn van sterven (ik cursiveer). Volgens 't voorschrift van het Room- sche ritueel moeten vooral de vijf zin tuigen: oogen, ooren, neus, mond, han den (als voornaamste tastorgaan) ge zalfd worden. Zij zijn de bron en het in strument der zonden geweest. Om de zelfde reden worden ook de voeten ge zalfd, die den weg der deugd verlieten om verkeerde wegen te bewandelen. Bij de zalving moet het gebed gevoegd wor den: „Door deze heilige zalving en zijn goedertierenste barmhartigheid vergeve u de Heer al hetgeen gij misdaan hebt door het gezicht, Amen". Dit gebed wordt bjj elke zalving herhaald, steeds met den naam van het betrokken zin tuig: door het gehoor, den reuk, den smaak en de spraak, het gevoel, het gaan Wat werkt dus dit „sacrament" voor namelijk uit? Het vermeerdert de heiligmakende genade, vergeeft de dagelijksche zonden en öok de doodzonden, als de zieke niet meer in staat is te biechten, en ver sterkt den zieke om het lijden geduldig te verdragen en de bekoringen te over winnen. Maar zoo vraagt ge wat blijft er dan over van de oorspronkelijke bc- teekenis van het gebed en de zalving? Bij Jakobus waren gebed en zalving toch middelen om den zieke de gezond heid te hergeven Merkwaardig is in dit opzicht Rome s opvatting, die door Prof. van Raams donk in deze woorden wordt weergege ven: De bovennatuurlijke kracht van het sacrament zal de natuurlijke oorza ken (geneesheer, geneesmiddelen, enz.) bij haar werking geleiden en helpen: vooral de bovennatuurlijke opbeuring der ziel zal haar weldadigen invloed op het ziekteverloop doen gevoelen, en in vele opzichten uit zich zelf voldoende kracht bezitten om de gezondheid te herstellen." (bl. 21). In de bladzijden, die gewijd worden aan de bespreking van de Lijkverbrand- ding, vinden Roomschen en rechtzinnig- Protestanten elkander -weder. Wel wordt erkend, dat lijkverbranding niet rechtstreeks in strijd is met een godde lijk gebod. Evenmin maakt de verbran ding de opstanding onmogelijk, zooals de heidenen dachten, die de Christenen levend verbrandden, om zóó de dwaas heid van de lichamelijke opstanding aan te toonen en te bewijzen, dat het leer stuk der verrijzenis tot de ongerijmd heden behoorde. Neen, andere beweegredenen worden genoemd, waarom reeds in Mei 188(5 paus Leo XIII de lijkverbranding als een schandelijk misbruik brandmerkte. De praktijk der lijkverbranding is op gekomen in de kringen, waar met het geloof aan een eeuwig leven en aan een voortbestaan naar ziel en lichaam afge rekend was, en gemeend werdmet den dood is alles uit. Zoo is de lijkverbranding een zinne beeld van vernietiging, tegenover de lijkbegraving, die het symbool is van onsterfelijkheid en verrijzenis. Christus is begraven en uit het graf opgestaan. Gelijk het hoofd zóó ook de leden. Zij worden begraven om naar zijn voorheeld uit het graf te verrijzen. Zeker, ook in het graf wordt het lichaam door oxydatie ontbonden, maar hier ligt het als een zaadkorrel in den godsakker. De tarwekorrel wordt ge zaaid in de aarde, ze wordt ontbonden, maar de levenskiem ontwikkelt zich tot een bloeiende en vruchtdragende plant. De eerbied, aan het lichaam verschul digd, verbiedt dat lichaam op geweld dadige wijze door het vuur te vernieti gen, doch vraagt veeleer, dat het op na tuurlijke wijze gesloopt worde door de natuurkrachten, die het hebben opge bouwd. Deze natuurkrachten voltrekken het vonnis der ontbinding, door God tegen den zondigen mensch uitgesproken, maar zü doen het geleidelijk, langzaam, niet onder onze oogen, doch in den schoot der aarde. Met groote dankbaarheid lazen wij dit krachtig protest tegen een gebruik, dat helaas ook in ons Christelijk Neder land in sommige kringen algemeen gaat worden, en begroeten met blijdschap de Roomschen als medehandhavers van het christelijk gebruik der begraving. In derdaad: de aschurn is zinnebeeld dei- vernietiging. (Wordt vervolgd.) HET A.V.R.O.-DEBAT We spreken opzettelijk niet van de radio discussie, doch van het A.V.R.O.-debat in de Tweede Kamer. Want daarop kwam alles neer. Toen de A.V.R.O.-menschen zagen, dat ze het spel verloren hadden, gooiden zij het gauw over een andere boeg. De zaak in kwestie was, dat de Minister van-Waterstaat geen zelfstandige beslissing inzake de zendtiidverdeeling genomen hebben, doch de gewillige dienaar bleek te zijn van Mr. v. d. Deure en pater Perquin. Maar, over den laatste werd nauwelijks gesproken. Met verheffing van stem klaarde echter Mr. Boon, dat niet.de m ter, doch dat Mr. v. d. Deure op radio-gebied regeert Van die beschuldiging bleef echter zóó weinig over, dat de overzichtschrijver in het Handelsblad eerlijk erkent:" Dat de minister van Waterstaat zich door den voorzitter van den K. R. O. en de N. C. R. V. zijn besluit betreffende de zendtijd-verdeeling heeft laten dicteeren, is na het debat van heden niet vol te houden. Men had hem schriftelijk een advies doen toekomen, en nu was er heel wat in dat advies waarmee hij zich kon vereenigen, maar ten slotte kwam hij toch tot een zelfstandige beslissing. Wij willen ronduit erkennen, deze deneering zeker plausibel te achten, al blijven wij het betreuren, dat de minister het niet meer noodig heeft gevonden nog eens het oordeel van den Radioraad in te winnen. Dit is de hoofdzaak. Of de brief aan Minister volmaakt was, is bijzaak. Dat de K .R. O. en N. C. R. V. hun wenschen den Minister bekend maken, is toch heel logisch. En er steekt ook heelemaal geen kwaad in, dat zij den Minister steun toezeg den bij de verdediging van een zendbesluit volgens het schema, dat voldoening gaf aan de Christelijke groepen. Misschien had die brief anders kunnen luiden; doch wat het punt in kwestie be treft, merkte de heer Van D ij k terecht op, dat er „van de beschuldigingen ten aan zien van het opdringen van een kant en klaar schema door den voorzitter der N.C.R.V. niets is overgebleven" en .de hier boven bedoelde toezegging achtte hij ook volkomen toelaatbaar. Nu dit alles echter vaststond kwam bij dé libéralen ért vrijrirtn.ig democraten de aap uit de mouw. Ze lieten de hoofdzaak los en herhaalden het oude deuntje: A.V.R.O. is de algemeené, voor ieder schikte omroepvereeniging; zijn haan fiioet heel de week koning kraaien en -de rest mag slechts de asschepoetsersplaats innemen. Doch met deze aanmatiging hadden we bij deze interpellatie niets te maken. En al beweren de liberaal-vrijzinnige heeren duizendmaal, dat de A.V.R.O. algemeen is, iedereen weet beter; behalve dan de echte A.V.R.O.-menschen, die meenen, dat alleen hun opvatting recht van bestaan heeft. Indertijd heeft de Nederlander vrij kras over deze dingen geschreven; het is opmerkelijk, dat de heer Slotemaker de Bruine thans in de Kamer volstond met de korte verklaring, dat de interpellatie „on bevredigend moest verloopen". Natuurlijk, want het ging niet om de zui verheid van politieke zeden, maar om de bevoorrechte positie van de vrijzinnige omroep. En zooals gisteren uit de verklaring van de N.C.R.V. bleek zelfs de entourage, welke Mr.- Boon om het geval spon, is het uiteenrafelen niet waard. En hoewel Mr. Boon zijn beschuldiging aan het adres van Mr. v. d. Deure ridderlijk heeft teruggeno men, we zeggen met de „N. R. C", het blijft een betreurenswaardige vergissing; te goe der trouw, maar al te lichtvaardig begaan. De lofzangen van de A.V.R.O. mogen wel eens anders getoonzet worden. De melodie is z o n d e r harmonie. DE DIENST ROTTERDAM-DORDRECHT Naar ons uit spoorwegkringen wordt-mede gedeeld is het voor eenige dagen verschenen bericht, dat binnenkort een door electrische tractie onderhouden half-uur dienst tusschen Rotterdam en Dordrecht te verwachten is, bezijden de waarheid. Door de Spoorwegdirectie is een commis sie ingesteld, die bezig is na te gaan welke lijnen zouden kunnen worden geëlectrifi- ceerd, en in welke volgorde de tractie-omvor- ming zou moeten plaats vinden. Deze commissie heeft haar rapport nog niet ingediend, zoodat van eenige beslissing nog geen sprake kan zijn. Bovendien zou eerst aan de beurt zijn het traject AmsterdamAmersfoort, H.M.'S TENTOONSTELLING NAAR GRONINGEN Het bestuur van het Kunstlievend Genoot schap Pictura te Groningen bericht, dat het de mededeeling ontving, dat de tentoonstel ling van werken van H. M. de Koningin te Groningen einde April en begin Mei in de lokalen van Pictura aan de Groote Markt zal worden gehouden, ten voordeele van de nood lijdende beeldende kunstenaars, Buitengewone vergadering der Nederl. Mij voor Nijverheid en Handel Bede van Prof. Dr. H. T. Colenbrander Hedenmiddag heeft te Den Haag in Hotel ',De Twee Steden" een buitengewone alge- meene vergadering plaats gehad van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel, ter be spreking van het Belgische Kanalen Vraagstuk. Nadat de voorzitter der Maatschappij, de heer Mr. C. H. Gué pin de vergadering had geopend, gaf hij allereerst een over zicht van de onbeslecht gebleven punten van het Verdrag., De meeste tegenstand concen treerde zich tegen het Moerdijk-Antwerpen kanaal, en tegen de regeling van de souvo- reiniteitskwestie. L'it de door de Regeering gevoerde correspondentie blijkt, volgens spr., dat de Minister van Buitenlandsche Zaken zich ook zeer góed bewust is dat de publie ke opinie zich destijds met deze twee pun ten heeft ingelaten. Voorts herinnerde spr. aan de bepaling, waardoor het mogelijk zou worden, dat Antwerpen oorlogshaven werd en aan de in het Tractaat voorkomende be palingen", t.o.v. de rechten der Nederland- sche Regeering op de Schelde. Spr. wees ook op de achterstelling van Terneuzen wat dp bcloodsing van schepen betreft en op de bepaling dat het tarief der loodsgelden voor den Waterweg en het Noordzeekanaal zoo werd geregeld, dat hierdoor Rotterdam en Amsterdam bij Antwerpen werden achterge steld. Nog steeds worden de loodsgelden voor naar Antwerpen gaande schepen be paald op basis voor de gedeprecieerde Bel gische franc. Nadat hij ten besluite nog de kwestie der Wielingen had aangeroerd, vestigde hij de aandacht op de overdreven bezwaren, welke van Belgische zijde werden geopperd tegen het bevaren van het Hellegat, om daarna het woord te verleenen aan prof. dr. H. T. Col en brand er. Rede proL Colenbrander. Het is geen aangename, maar een nood zakelijke taak, aldus deze, een toekomstig verdrag ter sprake te brengen, dat het lann verontrust nog eer zijn woordelijke inhoud hekend is. Maar in zijn eerste memorandum het beste, dat van-U Juni 1928, neemt Bel gië, als tevoren, de onbewezen bewering tot luitgangspunt, dat de tracfaten vari 1839 voor België onduldbare conflicten met Nederland veroorzaakt hebben, en dat er van Belgische zijde zou mogen worden aangedrongen op herstel van geschonden rechten. In haar te zachte antwoord daarop wijst onze Regee ring wel deze voorstelling af, doch erkent de belangen van goede nabuurschap, die door wederzijdsche concessies bevorderd kunnen worden. T.o.v. de Schelde wordt door haar voor beide landen de. verplichting erkend tot verzekering van het behoud en de verbetering der vaargeulen, met afwijzing van aantasting van onze. souvereiniteit over de Beneden -Schelde. Wat de verbinding Schelde-Rijn betreft heeft de heer Beelaerts aan den heer Hymans te verstaan gegeven, dat een dergelijke waterweg, wilde deze voor ons aanvaardbaar zijn, de natuurlijke waterwegen zou moeten volgen, of die welke in 1839 hebben bestaan, en dat Nederland een Belgisch voorstel dienaangaande in de meest gunstige overweging zou nemen. Le vendig herinnert zich iedereen het antwoord, dat Minister Beelaerts op 7 Mei 1929 op een Belgisch memorandum gaf. Toestaan van het kanaal, voorzien in het verworpen ver drag van 1925, of van ieder kanaal, dat de zelfde kenmerken zou vertoonen, heet daar in een politieke onmogelijkheid. Iedere Ne derlandsche Regeering, die dit mocht verge ten zou door de Natie gewraakt worden. Heeft nu de huidige Nederlandsche Regee ring inderdaad dit vergeten, zoodat wij haar te wraken hebben? Het zou noch voor het Nederlandsch gevoel bevredigend, noch voor de Nederlandsch-Belgische hetrekkingen heilzaam wezen, indien wederom aan de Ne derlandsche opinie de plicht werd opgescho ven, Nederlandsche levensbelangen direct tegen een Nederlandsch minister, indirect tegen België te verdedigen. Moge het Minister Beelaerts alsnog gege ven worden, zich binnen de stelling terug te trekken, die hij drie jaar geleden innam, en waarin Nederland, naar onze overtuiging, de verdere ontwikkeling van zaken met ta melijke geustheid zou kunnen afwachten. De Belgische zaak. hoe hardnekkig nog aange hangen, kan bij meerderen afstand van de gebeurtenissen van 1919 onmogelijk winnen. Van den beginne af heeft zij een element in politieke afdreiging in zich besloten, een afdreiging, die naarmate de situatie van 1919 verbleekt, aan kracht verliest. Ons te gen onredelijke eischen van België te verzet ten is alleszins mogelijk en het behoort te geschieden. Het geschiede zonder uitdaging die ligt niet in onzen aard het geschie de in een toon, dien de heer Beelaerts, aldus spr., in het algemeen zeer wel wist to tref- Nog altijd is het mogelijk, Belgische pers stemmen te beluisteren, die zich ten aanzien van Nederland ietwat overschreeuwen. La ten wij er het zwijgen aan toe doen. Een man die niet met zwijgen mag worden beje gend is de Belgische senator S e g e r s. in zijn rapport over de Belg. hegrooting van Buitenlandsche Zaken. Dit rapport is voor Nederland nuttige lectuur. Wij vernemen er allereerst de bevestiging uit, van wat ons hier slechts bij geruchte ter oore kwam: ei zijn besprekingen gevoerd langs offirieusen weg, onder toezicht der heide regeeringeri, die eigenlijk in staat zquden zijn (zegt dé heer Sogers), met een tractaat voor den da? te komen, ware het niet, dat da Nederland sche Regeering zich-vrees liet aanjagen door het booze anti-Belgische milièu te Utrecht en de reederskringen te Rotterdam. Deze verzekering doet ons glimlachen. Wij waren in de meening, dat de beweging te gen het vorige tractaat een nationale ge weest was. Andere merkwaardige uiting: het Neder landsch aanbod: kanaal dat ae tu-ssrhenwn- teren volgt, zou strijdig zijn met de resolutie der mogendheden van 4 Juni 1919, immers zich niet inspireeren op de algemeone begin selen, aangenomen door de Vredesconferen tie te Parijs. Wat dan, volgens de beer Sogers, die algpmeene beginselen waren? „Het verkeer te water tusschen naburige landen te vergemakkelijken". Alsof de con ferentie er bij gevoegd had. dat dit niet met gebruikmaking van vanouds bestaande, na tuurlijke waterverbindingen zou mogen ge srhieden- Overigens verzwakt de heer Segers onmiddellijk zijn eigen betoog door tot onze verbijstering te verzekeren, dat zelfs een kanaal AntwerpenMoerdijk de*heropening eener vanouds bestaan hebbende waterver binding zoude zijn! Altijd nog die bedreiging met de mogend heden. Wij hebben ze ijdel genoemd, toen het tractaat van Karnebeek in discussie was en van de geschiedenis hebben wij ge lijk gekregen. Dit heele element moet uit de gedach'enwissHing gebannen worde:., °f wij komen met Be gië geen stap verder. Wij willen, om te besluiten, zoodanige za ken inwilligen van welker redelijkheid wij over'uigd kunnen worden en bij welker uitvoering bijkomstige benadeeling van ge rechtvaardigde Nederlandsche belangen zoo- veel doenlijk wordt vermeden. Begrijpt de heer Segers dit laat&te niet. dan moet de noodzakelijkheid er van hem door de stand vastigheid der Nederlandsche Regeering worden bijgebracht, en bezweek ooit deze. wat vrij niet gelooven willen, dan ga het woord over aan de standvastigheid van het Nederlandsche volk. Rede Ir. Mussert De heer Ir. A. A. Mussert sprak ver volgens over de tusschenwateren en deLim- burgsche kanalen. Over de Schelde wil Spr. slechts één op merking maken, n.l. over het onrecht, dat daar sedert jaren gepleegd wordi tegen on ze halons in het algemeen en in het bij zonder tegen Rotterdam; de belooasing uit zee naar Antwerpen kost voor een normaal zeeschip met b.v. 70 dan. diepgang des win ters f 70, een heloodsing van datzelfde vaar tuig uit zee naar Rotterdam, éen veel kor ter en eenvoudiger traject, kosi f 400. Deze verhouding van ruim 1 t 5 vindt mèn bij ieder Scheepstype lërug. Waar ter wereld, behalve in Nederland, is zooiets mogelijk. Na deze opmerking behandelde ©pr. eerst da Limburgsohe kwesties, en gaf daarbij een overzicht van wat zich sedert 1927 al daar op waterstaatsgebied heeft afgespeeld. België heeft letterlijk alles gedaan om aan Antwerpen een voorsprong op Rotterdam te geven. Dat blijkt uit de aanleg van het Al'bertjkanaal en uit het weren van de Nederl. scheepvaart uit België, maar zelfs uit Maastricht. Voor compensatie onzerzijds bestaat geen enkele reden. Komende tot de Ryn-Schelde-verbinding vraagt spr.: wat willen Antwerpen en Brus sel? Antwerpen wil den Rijnhandel ven Rotterdam, en Brussel en Parijs willen door middel van de Rijnvaart-Commissie Fran- sche zeggingschap verkrijgen op de tus schenwateren, op de Rijn-Schelde-verb:n!ing Maar het Nederl. volk wil het Moerdijk- kanaal niet. Echter nam de regeering niet die maatregelen, welke daarna te nemen wairen: ©nelle verbetering van het kanaal bij Wem e! ding e en bescherming van Rot terdam. Integendeel, langzamerhand werd duidelijk, zegt spr., dat de mifiister voorne mens was en naar gevreesd wordt, nog is. om aan België toe te geven door aanvaar ding va>n een pseudo-Moerdijkkanaal, dat van het oorspronkelijke slechts in zooverre verschilt, dat het krom zou zijn in plaats van recht. Die ombuiging is allergevaarlijkst, zxoais spr. aantoont Wat zal de toekomst on6 brengen? Ant werpen volijverig, bekwaam geleid, krachtig gesteund, bezig de Maasmond naar Ant werpen te verleggen. Thans pogend om, waartoe geen schijn van recht bestaat, <x.k de Rijnmond naar Antwerpen te verleggen. Gelukt dit, ondanks alle beloften der Neder landsche regeering, dan verliest Rotterdam het eenige voordeel, dat het nog boven Ant werpen heeft: zijn Rijnposifie. Het thans overwogen pseudo-Moerdijkkanaal. zou het laatste loodje zijn. dat de weeeschaal ten gunste van Antwerpen den doorslag zou TEHUIS VOOR MILITAIREN TE EDE BESTAAT IN MEI 25 JAAR! Het Tehuis voor Militairen te Ede zal in Mei zijn vijf en twintig-jarig bestaan kun nen herdenken. Dit tehuis is nagenoeg in heel ons land hekend, overal wonen er nog oud-bezoekers. Deze zullen zich ongetwijfeld nog de aangename avonden herinneren, die zij daar hebben doorgebracht, en vele oud bezoekers, wier zonen thans -aar F.de in garnizoen gaan. zal het een prettige ge dachte en een geruststelling wezen, te weten dat ook voor hen noe steeds gezelligheid en geestelijke verzorging daar wachten. Toen in 1905 beslist was. dat Ede garni zoen zou krijgen, werd er dadelijk werk ge maakt van de oprichting van een Militair Tehuis. Er werd een afdeeling van den Mil. Bond opgericht en de heeren U Tulp. Baron P. Bentinck, J. Mever. Al Kool en I. van Zooien hebben daarbij zeer veel arbeid ver richt. Doch eerst toen eenonbekende gever eer bedrag van 5000 beschikbaar stelde, kon het Werk voortgang hebben. Nadat men echte friesche MB^hebren-baai) 20-50 ct perons^ i/HeLutge van rijpe tabakken. Voornaamste Nieuws. (bl*. 1). Buitengewone vergadering van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel in verband met het Belgische Kanalen vraagstuk. (blz. 2) Het groote Japanscho offensief by Shanghai is begonnen. De Chineezen bieden krachtigen tegenstand. Na een scherp debat tusschen Sato en Jen besloot de Vo'kenbondsraad nog een laatste beroep op de beide partijen te doen. Painlevé geeft zijn pogingen tot kabinets formatie op. Vermoedelijk komt Tardieu thans aan de beurt, (blz. 3) De 3 pCt. loonkorting in de Gemeenteraad ran Rotterdam (blz. 5) Ingediend is een wetsvoorstel-Albarda c.s. tot verbod van particuliere gewapende corp- (blz. 0) Interpellatie-Van Dijk in de Tweede Ka mer over de zenderbouw. Van en over de Ontwapeningsconferentie IL HET ZONDAGSBLAD BEVAT O.M Overdenking: Vond hen slapende Letterkundige Kroniek: A. Wapenaar bespreekt het nieuwste boek van Ds. Hogenbirk. Liefde's Volheid. Compleet verhaal, door H. Enema. Simulatie bij het gerechtelijk verhoor, door G. K. A. Nonhebel. Een Ghetto in het Ooisten, door Cor Alons. Het afscheid van Gouwtjesbrugdoor Ds. G. B. Westenburg. Voor de Jeugd: Nieuws over de prijsvraag. Bij het afdruHken van dit nummer is het aantal binnengekomen op lossingen gestegen tot 1301 Kleuterkrantje. VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 's-morgen* en s-avonds met NIVA TANDPASTA 75 cts.per'Atube. 25d> p. te tube. eerst in hulpgebouwen het Tehuis had on dergebracht. kon op 19 Maart 1908 het eigen gebouw geopend worden. Tijdens de mobilisatie, toen er te Ede meer dan 10.000 man gelegerd waren, werd er nog een noodgebouw gesticht, hetgeen echter door de „jongens" zelf voor een groot deel werd gereed gemaakt. Hoe groot de zegen is geweest, die er van dezen Tehuis-arbeid, is uitgegaan, kan moei lijk worden geschat Nog steeds wordt daar het mooie werk met opgewektheid voortge zet. Er is dan ook alle reden om het zilve ren Tehuis-jubileum met alle opgewektheid te vieren. De geldelijke zorgen zijn echter nog niet geheel weggenomen. Door jaarlijksche tekor ten in den laatsten lijd is er weer schuld ontstaan. Het Bestuur zou ?aarne zien. dat dil nu weggewerkt kon worden. Oud-bezoekers aan u is thans in de eerste plaats het woord. Toont uw dankbaarheid, voor wat het Tehuis u vroeger 'eleven heeft. Laat anderen zien. dat gij liefde gevoelt voor den arbeid onder de militairen. Giften worden eaame insrewaht bij den heer II Kalde w a (PoM. keni.ig 154182), Huis vader Tehuis voor Militairen en penning meester der commissie. AMSTERDAM DE TAXI TARIEVEN. De vergadering, welke ten stadhuize werd gehouden tusschen do werkgevers en werk nemers in het taxibedrijf onder leiding van wethouder Kropman, kwam niet tot overeen stemming wat betreft de loonen der chauf feurs. Later in den middag is overeenstem ming bereikt. Hei daar vastgestelde taxi tarief, dat Zaterdag as. zal ingaan, wordt aldus: de eerste aanslag zijnde 10 ct. \oor -3 K.M. en elke volgende KM. of gedeelte daarvan 15 cent, wat neerkomt op gemid deld vijftig cent per rit. Omtrent het loon der chauffeurs wenschle -ien geen officieele meded>eeling te doen, omdat de vertegenwoordigers d*r v\erkne- mers vandaag nog met hun leden moeten vereaderen. Naar wij echter vernemen heb ben de werknemers toegestemd in een crond- tarief van f 7.50 en 25 pro.-^nt van het be- drag, dat boven de f 50 wordt ontvangen. 1. VAN SCHIJNDEU C» N.ï. HOUTHANDEL U HOOFDKANTOOR OPSLAGPLAATSEN; OOSTZEEDIJK No. 228, R'DAM ZAGERIJ EN SCHAVER1J NASSAUHAVEN - BOERENGAT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1