jEürntw geittöctf? (tfoiirant
Dagelijks verschijnend Nieuws blad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
De Sint-Vitusdans van het Protectionisme
Rede van Z.Exc. Dr. H. Colijn
Uw Zenuwen komen,ot™st,kai-
BINNENLAND.
ABONNEMENT:
Per kwartaal 3.25
(Beschikklngskosten 0.15.)
Per week 0-25
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending 0--"
By dagelijksche zending 7.—
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 rJJ,
No. 3572 MAANDAG 1 FEBURARI 1932
AD VERT ENTIEN
Van 1 tot 5 regels
van 1—5 regels B 2-30
Elke regel meer0.«
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
j NIET VAN MENSCHEN
Wij verwachten het niet van menschen.
Nooit en in geen enkel geval. Ook in de
komende dagen niet, wanneer morgen de
Ontwapeningconferentio geopend is.
Dat woord deugt niet en is ten eenenmale
onjuist. We weten het wel. Slechts over
vermindering van bewapening zal ge
sproken worden. En dat woord is reeds be
moedigend.
Maar wie er lust in heeft gobruike gerust
het andere, het volle ideaal omvattende
woord: ontwapening. Want het streven
gaat dan toch in de richting der ontwa
pening.
Dat streven heeft recht op aller sympa
thie. Want vrede en dus ontwapening is
maatschappelijk gesproken een der
hoogste goederen van de menschheid; de
onmisbare voorwaarden voor zegenrijke
economische ontwikkeling en een draaglijk
levenslot voor alle volken.
Wereldvrede, storelooze en door niets on
derbroken vrede overalhet is een uto
pie, welke ieder, die den Bijbel leest, ab
soluut verwerpt Maar daarom mag het wel
ideaal zijn. De Bijbel houdt den Chris
ten vele idealen voor, welke hier nooit ver
wezenlijkt worden, en toch geldt de eisch:
weest gij volmaakt!
Daarom past ons geen valsche lijdelijk
heid in het mystiek-vrome hoekje der ge-
makzuchtigen. Integendeel, wie het niet
van menschen, maar van God alleen ver
wacht, slaat juist zeer krachtig de hand
aan de ploeg.
Wie het van menschen verwacht, geraakt
tot pessimisme. En dat is op dit oogenblik
groot in de kringen van de pacifisten, die
op eigen kracht steunen. Want de voortee
kenen van de Ontwapeningsconferentie zijn
buitengewoon ongunstig. Een herstelconfe
rentie Was niet mogelijk, Lausanne blijft
verlaten; zou het dan in Genève beter
gaan?
Maar dit geeft den Christen geen verlof om
ïich aan pessimisme over te geven;
Wat? zouden we op Zondag in ónze bede
huizen Gods zegen vragen over het werk der
Conferentie en vandaag op niets anders dan
zwart pessimisme staren? Dan vermag het
gebed der rechtvaardigen al bijzónder wei
nig. Waar gebed is, is ook hoop!
Maar èr' is ook verootmoediging. En
schuldbelijdenis. Over veel, doch ook hier
over, dat de groote meerderheid van hen,
die aan de Conferentie deelnenven en alles
van de menschen verwachten. En zoo
het te verklaren (hoewel niet goed te keu
ren), dat sommigen den Volkenbond, die
niet naar Gods, maar naar de wil der vol
keren vraagt, ten eenenmale veroordeelen.
Die stemming mag de onze niet zijn.
Want we erkennen Gods algemeene genade
ook in den Volkenbond. En we mogen, ja
moeten, voor dit instituut bidden. Eerst,
dat er verdieping van inzicht moge komen,
opdat men het niet van menschen, maar
van God alleen zal verwachten.
Daarna, dat God het egoïsme, het natio
nalisme en het mammonisme, en alle
kwaad, dat ook ter Conferentie gediend en
nagestreefd wordt, moge temperen en te
gengaan, opdat er iets goeds voor de lijden
de menschheid bereikt moge worden.
Om die zegen, welke alleen van boven
komt, hebben we gisteren gebeden; op die
zegen hopen we; want hoezeer medewerking
van menschen hierbij gevraagd en gevor
derd wordt, we verwachten het ten slotte
niet 'van menschen, doch alleen van Hem,
die vrede geven kan.
Vernietigende uitwerking
der Oorlogschulden
DE ABNORMALE HANDELS
BELEMMERINGEN
Een Nederlandsch-Belgische Tol-Unie?
Hedenmiddag heeft Dr. H. Colijn in „De
Twee Steden-Palace" voor de Vereen, voor
Actieve Handelspolitiek gesproken over „De
Sint Vitusdans van het protectionisme."
Spr. besprak de verschijnselen van den
Sint Vitusdans, de ziekte, welke, al komt
zij meestal slechts als geïsoleerd geval voor,
in sommige tijden epidemische vormen toon
de, daardoor in zeer breeden kring die regel
matige onregelmatigheid en die driftige on
rust wekkende, die aan het enkele geval
eigen zijn. Een verdoovend middel als
broomkali en gif als arsenicum behooren tot
de geliefkoosde geneesmiddelen.
In de handelsbetrekkingen tusschen de
staten heerscht sinds enkele jaren dezelfde
rustelooze onevenwichtighe' en openbaren
zich dezelfde onrustige onregelmatigheden.
De hevigheid der tegenwoordige crisis
blijkt uit het feit, dat, terwijl bij de conjunc
tuurcrisis van 1907—1908 de inkrimping van
den omvang van het handelsverkeer slechts
7 bedroeg, en de prijzen destijds nage
noeg niet daalden, de omvang van dat
verkeer tusschen 1928 en 1931 met niet min
der dan 20 en de waarde met niet min
der dan 40 is afgenomen.
Thans hebben wij met geheel andere cri
sisoorzaken te doen.
NOOD LEERT BEZUINIGEN
Het onderwijsbeleid van Mr. Marchant
trekt wel zeer de aandacht.
Dezelfde man, die in de Kamer fulmineert
tegen elke loonsverlaging, volgt als Wethou
der van Den Haag hetzelfde spoor als de
Regeering en dat ondanks het feit, dat de
financiën in de Residentie er nog heel anders
voorstaan dan die van het Rijk, dat met
tekorten moet worstelen.
Nood leert bezuinigen, dat blijkt hier wel
zeer duidelijk; en afgedacht van het dubbel
zinnige in het optreden, kan men voor de
houding van Vrijzinnig-democraten als Mr.
Marchant in Den Haag en Mr. Slingenberg
in Haarlem slechts waardeering hebben.
De economische omstandigheden dwingen
ons tot ingrijpende besparing, verklaarde Mr
Marchant onlangs en hij gaf voorbeelden van
toekomstige bezuiniging.
De oude schoolgebouwen in de binnenstad
rijn veelszins onvoldoende; maar het zou
millioenen kosten om ze te vernieuwen. Dat
gaat nu niet. Doch bovendien verplaatst de
bevolking zich naar buitenwijken en een
trura-srholen raken daardoor ontvolkt. Dus
zullen in vrij snel tempo eenige oude scholen
in de city gesloten moeten worden. Ondanks
de bezwaren, welke aan verplaatsing der
leerlingen verbonden zijn,
Ook iets anders wordt onderzocht.
J In 'de dagen der hoogconjunctuur is het
moeten hierin worden gezocht dat de we
reld zich nog steeds niet heeft aangepast
aan de veranderingen in de economische
structuur, door den wereldoorlog in het leven
geroepen, en in het feit, dat de regeeringen
door haar handelspolitiek die aanpassing
langs natuurlijken weg zooveel doenlijk
hebben belemmerd.
Lang heeft men door allerlei kunstmidd;
len dit onvermijdelijk proces trachten tegen
te houden. De fouten, die weggenomen had
den moeten worden, zijn daardoor nog in
beteekenis toegenomen. Ten slotte zullen zij
toch moeten worden geliquideerd', ondanks
de nog steeds voortdurende wanhopige stuip
trekkingen van regeeringen en volken om
het onvermijdelijke toch nog af te wenden.
Van meer beteekenis dan de vernietiging
van economische waarden gedurende d'e
logsjaren is in zijn gevolgen geweest, de
stilstand in de productie van economi
sche goederen in verscheidene landen tij
dens den oorlog en het daarna weder in
werking stellen van de aanwezige productie-
capaciteit, hoewel elders, gedurende
den oorlog, die practische stilstand in de
productie van sommige goederen, door uit
breiding van de productiecapaciteit, reeds
was opgevangen.
Een oorbeeld daarvan is de suiker. De
voortbrenging daarvan was vóór den oorlog
vrijwel gelijk verdeeld tusschen riet- en biet
suiker, maar in den oorlog kromp de biet-
suikerproductie zeer sterk in, terwijl de riet
suiker zich in gelijke mate uitbreidde.
De bietsuikerc a p a c i t e i t was echter n i e t
afgenomen en toen de bietsuikerf a b r i e-
ken na den oorlog geleidelijk weer in wer
king gesteld werden, terwijl de sterk uitge
breide en goed'koopere rietsuikerproductie
bleef doorgaan, was al vrij spoedig het even
wicht tusschen voortbrenging en verbruik
verbroken en liepen de prijzen op de vrije
wereldmarkt snel terug tot een zoodanig
peil, dat zelfs de meest economisch werkende
fabrieken op Java den kostprijs nauwelijks
goed maken en d'e bietsuiker met verliezen
van 8—12 gulden per 100 Kg. zou werken,
indien zij op de wereldmarktprijs aangewe
zen was, indien ze niet beschermd werd met
bedragen, die hier en daar tot 25 per
100 Kg. oploopen. Dit voorbeeld is toepasse
lijk over de geheele linie.
De machten van Centraal Europa zagen
hun markten buiten de eigen landsgenzen
geheel te loor gaan en de geallieerde staten
deelden dit lot voor een belangrijk deel. In
middels breidden andere landen, vooral
Amerika en Japan, hun productieve capaci-
wethouder Albarda gelukt om afstand
te doen van de rijksbijdrage voor het middel
en voorbereidend hooger onderwijs,
omdat Den Haag een eigen salarisschaal
)or de leeraren wilde handhaven.
Op 't kantje af en vooral na heftige be
strijding van de rechterzijde werd een voor
stel verworpen om voor de gymnastiek- en
vakonderwijzers een veel hoogere salaris-
eling te maken dan voor de gewone on
derwijzers, wier bezoldiging in de wet was
vastgelegd; maar de wethouder won het
pleit ten aanzien van de leeraren.
Het rijk had n.l. subsidie voor dit onder
wijs toegezegd, mits de salarisregeling van
de leeraren M.Ó. en V.H.O. niet uitging boven
de rijksregeling. Den Haag wilde hooger
i en offerde daaraan een subsidie van
we ons niet vergissen twee drie
ton per jaar op.
Thans echter deelde Mr. Marchant mee,
dat berekend wordt, hoeveel bezuinigd kan
worden, indien de rijksregeling ook voor
Den Haag ingevoerd wordt
Zoo wreekt zich de overdreven royaliteit,
welke eenvoudig afstand deed van belang
rijke inkomsten om eigen ambtenaren in
betere financieele positie te brengen dan hun
collega's, die in dienst der Overheid zijn.
Thans moet men noodgadrc agen dezelfde
weg op, want noodi leeit bezuinigen*
teit uit om in het ontbrekende te voorzien.
Na d»en oorlog beschikte de wereld dus
het gezamenlijke oude-plus het nieuw
creëerde productievermogen. De honger
goederen was onmiddellijk na den oorlog
zóó groot dat niet slechts het bestaande ap
paraat emplooi vond, doch met de uitbrei
ding van het productieapparaat hier en daar
zelfs nog werd voortgegaan.
Totdat aan het einde van 1921 de over
spanning van de productiecapaciteit voelbaar
werd.
Voorts hadden
de vredesverdragen
de kaart van Europa sterk gewijzigd. Groo
te economische eenheden als de Habsburg-
sche monarchie werden versplinterd.
Duitschland's economische basis werd sterk
gewijzigd, en Polen bijv. moest weer een
eigen economisch leven opbouwen.
En voorts werd met name Duitschland
verplicht om jaarlijks aanzienlijke bedra
gen aan de overwinnaars af te staan, terWijl
dezen op hun beurt, ten opzichte van Ame;
rika in gelijke positie kwamen.
Moest Duitschland jaarlijks ongeveer 2
milliard Mark opbrengen, dan kon dit al
leen bereikt worden door geforcoeraen ex
port. Daartoe inoest. aangezien de gondsu.f-
fen grootendcels van builen ingevoerd moes
ten worden vo<t rond 3.5 milliard pxtri
geëxporteerd worden
Wel is Duitschland met uitzondering v n
1931 er van verre niet in ges'eagrj een be
langrijk uitvnersaido te kwekken heeft h-t
integendeel zijn jaarlijksch- schuld uit ge
leend geld gekweten, maar x>.i dit riep
moeilijkheden in het leven. Want de Duit-
sche niet-politieke schuld is na aftrek van
•orderingen op het buitenland, op niet
veel lager te stellen dan ongeveer 1500 mil-
lioen Mark per jaar.
Wat Polen betreft, de productie van het
vroegere Congres-Polen, die voorheen groo-
tendeels naar het huidige Rusland werd ge
zonden vond daar na 191S geen afzet meer
en moest zich voor den uitvoer op het Wes
ten oriënteeren, daar dus de reeds bestaan
de wanverhouding tusschen productie en
consumptie versterkende. In de voormalige
OostenrijksCh-Hongnarsche monarchie be
stond voor den oorlog een vrij goed geba
lanceerde verdeeling van economische pro
ductie. Bohemen was vooral industrieel
toegerust, terwijl Hongarije de voedselvoor
ziening voor een rijk van 50 millioen zielen
verzorgde en aan Weenen. d.i. Oostenrijk de
rol van ruilbemiddelaar toeviel.
Na de verdeeling in drieën behield Tsje
cho-Slowakije het industrieel apparaat, dat
in hoofdzaak ingesteld was op een binnen-
l a n d s c h e markt van 50 millioen zielen
en nu die binnenlandsche markt tot Vs zag
ingekrompen. Voor Hongarije daalden de 50
millioen binnenlandsche consumenten tot 8.
Omdat (je nog niet geweken oorlogspsychose
den ruil van goederen verhinderde.
De over Weenen loopende handel tus
schen die beidie nam aanmerkelijk af en
Oostenrijk kwam daardoor in het gedrang,
terwijl Tsjecho-Slowakije zich sterk ging
toeleggen op den landbouw en Hongarije
zich voor de industrie begon te interesseeren.
De industrieele reserve-capaciteit van
Tsjecho-Slowakije moest nu een anderen
uitweg zoeken en Hongarije moest voor zijn
bodemproducten elders een markt trachten
te vinden. Het eindresultaat was dat bin
nen het gebied der voormalige Habsburgsche
monarchie èn de bodemproductie èn de in
dustrieele voortbrenging grooter waren ge
worden dan voor den oorlog, waardoor het
gedrang op andere markten toch al toegeno
men. nog grooter werd.
Daarbij kon het onmetelijke Rusland niet
meer als kooper optreden. Ingenomen met
de pas verworven politieke zelfstandig
heid, jaagden de nieuwe Staten de econo
mische met zekeren hartstocht na.
Het is op deze manier te verwonderen,
dat de economische wagen reeds niet veel
eerder vastgeloopen is. Maar na 1924 hield
een nieuwe factor
de verwoesting noe eenigen tijd tegen.
Spr. doelde od de enorme lecningen door
de kanitaalriike landen na dat jaar aan de
kapitaalarme verstrekt. Men leefde in groote
deelen van Europa niet meer van het na
tionale inkomen alleen, doch gedeeltelijk
van vele milliarden guldens die mpn ge
borgd had. Toen de geldgevers in 1929 tot
de overtuiging kwamen, dat zij op dien
weg niet verder konden gaan, zette de crisis
weer door.
Genezing had alleen verkregen kunnen
worden als men de wet van vraag en aanbod
na den oorlogjvrijelijk had laten werken.
Hot productiesysteem dat men het „kapita
listische" pleegt te noemen heeft voor zijn
male werking behoefte aan vrijheid
Indien men het die vrijheid geschonken had
zou het evenwicht reeds jaren gelden te
ruggewonnen zijn.
Van koers veranderen was het doel, waar
mede de internationale economische con
ferentie van 1927 bijeengeroepen werd.
De aanbevelingen der conferentie zijn ech
ter niet opgevolgd
De Vitusdans van het Protectionisme
ivam na 1929 in even groote hevigheid te
rug als in de eerste na-oorlogsjaren.
Allereerst openbaarde dit zich in allerlei
tariefsverhoogingen om de gevolgen van de
prijsdalingen in de vrije wereldmarkt te
neutraliseeren
Men heeft slechts hier en daar tijdelijk
bereikt wat men beoogde maar ook verkre-
at men niet bedoelde: een verdere
storing in het economisch leven.
Ten einde hieraan dan weer tegemoet te
komen, grepen sommige landen naar het
middel van uitvoerpremiën. andere naar
dat van rechtstreeksehe subsidies.
Ook namen de ontduikingen van de meest-
begunstiging hand over hand toe.
Spr. wees op een ontworpen overeenkomst
tusschen Oostenrijk en Hongarije, waarbij
heide partijen kans zagen over en weer een
deel van de aan elkaar vorsehukligde in
voerrechten te restitueeren zonder in opèn
1 ij k conflict te komen niet de op meestbe-
gunstiging rustende rechten van derden.
Niet minder ernstige gevaren dreigden
van de internationale kartelliseering.
Maar de depressie zette steeds scherper
door. Ook het meest protectionistische land
bleef er niet van verschoond. Ook kan men
een enkel geval uitgezonderd, niet zeggen,
dat er merkbaar verschil is tusschen de be
schermende en niet beschermende landen.
En zoo al. dan is de presumptie, dat het
voordeel niet is aan den kant der protec
tionistische Staten.
Toen het Britsche Rijk in September jl.
den
gouden standaard
prijsgaf, werd het reeds duchtig verstoorde
wereldevenwicht nog sterker bedreigd en
begon het jongleeren met nieuwe maatrege-
van bescherming: contingenteering en
controle op het geldverkeer.
Nadat de broomkali niet meer werkte,
werd naar het straffere arsenicum gegrepen.
Voor wat het eerstgenoemde middel be
treft, hadden sommige landen, b.v. Frankrijk
Italië, Tsjecho-Slowakije en Polen slechts
de nog uit de eerste na-oorlogsjaren dagtee-
kenende bevoegdheden opnieuw in werking
te stellen. Denemarken en Nederland riepen
de daartoe strekkende bevoegdheid voor het
eerst in het leven Engeland zocht voorshands
toevlucht in prohibitieve rechten. De
thans in toepassing gebrachte middelen be
loven, als men slechts op het directe doel
'et, en niet ook rekening houdt met de ge-
olgen voor den uitvoer, meer effect dan d-e
tariefverhoogingen. Althans voor een land,
van een bepaald product minder voort
brengt dan noodig is om in de binnenland-
he behoefte to voorzien Daar kan men door
een combinatie van tarief en contingent, een
kunstmatig prijsniveau voor de binnenland
sche markt in het leven roepen. In hoeverre
de nationale economie in haar geheel daar
door gebaat is, hangt vooral af van de vraag
len voor andere goederen zelf als ex
porteur optreedt, en bij wijze van represaille
op zijn eigen uitvoerproduct toegepast ziet,
wat men zelf deed bij den invoer uit andere
landen. Terwijl een verminderde invoer op
den duur ook leidt tot vermindering van
eigen uitvoer.
In gelijke richting werkt
de controle op het geldverkeer,
dje bovendien (ten weg tot discriminantie
uitsluit, tot bevoordeeling van het eene land
jven het andere.
Als hulpmiddel om kapitaalvlucht tegen
te gaan, te verdedigen, als uiterste redmid
del tot voorkoming van een passieve beta
lingsbalans stellig toelaatbaar, kan dit hulp
middel echter ook in dienst van handelspo
litieke doeleinden worden gesteld. Men kan
ik zeg niet dat dit gebeurt men kan
Duitschland b.v. aan den importeur van
Nederlandsche boter buitenlandsche betaal
middelen ter beschikking stellen en ze den
importeur van Zwitsersche boter weigeren;
daarentegen Nederlandsche eieren weren
door b.v. slechts aan den nporteur
Deensche eieren deviezen af te geven.
Het antwoord op de vraag: „hoe komen
weer uit de crisis uit?" kan niet zijn: afwach
ten tot, evenals voorheen, het herstel van
zelf weer intreedt, want dat herstel treedt
niet zonder meer in.
De Bazelsche commissie, waarvan spr. deel
uitmaakte, heeft verklaard, dat o.a. het pro
bleem van de oorlogsschulden van grooten
invloed was op den economischen toestand.
Spr. onderschreef ten volle de óók door
ir Walter Lay ton en professor
a ss el uitgesproken meening, dat de be
taling der diverse oorlogsschulden op het
economische leven een vernietigend
uitwerking heeft gehad.
Daardoor heeft deze crisis een qeheel
exceptioneel karakter en is zij niet tc
gelijken met een der periodieke crises.
troffen worden, indien de handelspolitiek
zich moet gaan oriënteeren naar het begin
sel, dat ieiter land dient te streven naar den
hoogst mogelijken graad van zelfvoorziening.
Een door deze politiek verworven nieuwe
evenwichtstoestand voor alle landen komt
neer op een belangrijk lager levenspeil.
Daar de economische ontwapening slechts
in een zeer matig tempo zal plaats vinden,
zullen we er op te rekenen hebben, dat ei
s c h e i d e
r 1 o
il he
>pe
r h e t o u d e
ka
r,t,s-
i conditio sine quanon voor
verbetering van den algemeenen economi
schen toestand. Maar daartoe moeten óók
de abnormale handelsbelemmeringen ver-
De crisis, afgezien van mogelijke tijdelijke
schommelingen zal een permanent ka
rakter dragen, indien men genezing blijft
verwachten van d'e kwakzalvers die natio
nale hulpmiddelen willen gebruiken. Spr.
herinnerde er aan dat hij o.a. een jaar ge
leden in de Januari-vergadering van de
Europeeschc commissie, met grooten ernst
gewezen heeft, op wat ons in den loop van
1931 te wachten stond, indien men niet van
koers veranderde.
En hij zeide het ook nu weer: alle verwach
tingen op een herstel uit deze crisis zullen
ijdel blijken, indien men niet met den geest
van 1919 en volgende jaren breekt.
Natuurlijk zal zich. ook zonder terugkeer
naar een vrijer handelsverkeer, wel weer
een zekere evenwichtstoestand ontwikkelen.
Zelfs als men b 1 ij f t jagen naar zoo sterk
mogelijke nationale economische autarchie,
komt er tóch wel langzamerhand weer een
zekere stabiliteit in de handelsbetrekkingen
tusschen de volken. Maar die nieuwe even
wichtstoestand zal er heel anders uitzien dan
die, waaraan wij vroeger gewoon waren.
Immers, toen werd het economische leven
in hoofdzaak gedragen door de gezonde
gedachte, dat ieder land zich toelegde op de
voortbrenging van die goederen, waarvoor
het een bijzondere geschiktheid bezat.
Andere belangrijke takken van volksbe
staan, o.a, do scheepvaart» zullen sterk ga-
oiïn e
Zijn er dan heel geen middelen ter bespoe
diging van het genezingsproces?
Zouden, om te beginnen
België en Nederland
niet onder elkaar tenminste de handelsbe
lemmeringen tot een minimum kunnen te
rugbrengen?
Zijn zulke regionale verdragen overeenge
komen met de meestbegunstigingsclausule?
Deze vraag is niet met een enkel ja of neen
te beantwoorden. Vooreerst zijn er altijd
eenige uitzonderingen op het beginsel toe
laatbaar geacht. Bijv. tusschen landen met
een langdurige politieke associatie Enge
land met Domnions en de Scan
dinavische rijken of landen die
een complete geografische eenheid vor
men (Spanje en Portugal). Ook het grens
verkeer tusschen twee landen werd meestal
aan bijzondere bepalingen onderworpen, die
voor derden niet golden.
Maar in de tweede plaats is de meestbe-
gunstiging niet meer zoo intact als zij tot
voor een paar jaren zelfs nog was.
Men denke slechts aan de juist dezer da
gen in Duitschland toegepaste contingentee
ring op onze boter.
Talrijk zijn trouwens in den laatsten tijd
de pogingen om door regionale verdragen
aan den strengen eisch der meestbegunsti-
ging te ontkomen, zonder er formeel tegen
te zondigen.
Spr. is dan ook tot d-e overtuiging geko
men. dat men moet trachten aan het begrip
een ruimeren inhoufl te geven. Hij meent,
dat staten, die onder elkaar bereid blijken
wederkeerig de beginselen van een vrijer
handelsverkeer te huldigen, in de vervulling
van dien wensch niet gehinderd behooren
te worden
En zeker zou aan landen als België en
Nederland het recht op nauwe samenwer
king niet ontzegd mogen worden, indien de
gekozen vorm toetreding van anderen tot de
overeenkomst toeliet.
Hoezeer spr. een
Tolunie België—Nederland
zou toejuichen, zoo mag men toch niet uit
het oog verliezen, dat het vormen van een
complete unie een zaak van zoo langen duur
is, dat men daarop niet wachten kan. Spr
wilde daarom aangevangen zien met toeken
ning van partieele wederzijdsche voordeelen
in het onderlinge verkeer tusschen
beide landen beperkt natuurlijk tot
de zelf voortgebrachte goederen en met
volle gelegenheid voor derden om tot zulk
een overeenkomst toe te treden op den grond
slag van wederkeerigheid.
Vooral als zulk een overeenkomst meer
landen omvatten zou ook in Engelsche
kringen wordt deze gedachte onderzocht cn
door velen krachtig bepleit zag spr. daar-
in een zeer sterken prikkel tot versnelling
van het genezingsproces.
Intusschen. ook dit recept is er geen, dat
in den oogenblikkelijken nood voorziet
Maar hoe moeten we onszelf vandaag
beschermen?
Een groot deel van onzen landbouw, onze
eeteelt, onze zuivelbereiding, onzen tuin
bouw, onze scheepvaart, belangrijke takken
onze industrie zouden moeten verdwij-
als ze niet gesteund werden of zouden
worden. Het vechten om het „naakte he
staan" is thans de eerst voor de hand lig
gende taak geworden. Spr. aanvaardt e I k
mid'del. dat doelmatig is en niet door
hooger gebod als o n ge o o r 1 o o f d moet
worden afgewezen.
Met toepassing van alle of bijna alle mid
delen tezaam zullen we. onder Gods zegen,
nog geen grooter resultaat kunnen bereiken
dan voorkomen, dat het water boven de
lippen stijgt.
Op één punt is een
vermaan tot groote voorzichtigheid
op zijn plaats. De reeds tot het uiterste ge
rekte spanning van de puhlieke geldmidde
len mag niet overspannen worden. Hoe
zeer rechts!roetsche subsidiën door hun
doelmatigheid op zichzelf de voorkeur ver
dienen 'cpven andere middelen om te steunen
is hier toch een grens, die niet overschreden
mag worden.
Geselecteerde tariefmaatregelen, contin
genteering, invoerverboden, poductiebijsla
gen. staatssubsidïën. concentratie van den
hinnenlandschcn verkoop en van den uitvoer
naar het buitenland, regeling van het geld
verkeer met het buitenland ter bescherming
van onze exportbelangen- spr. voor zich aan
vaardt ze alle, als men aantoonen, dat zii
een gunstige uitwerking kunnen hebben
Gaan dus ook wij naar het hal, waar de
Vitusdansers zirh vereenigden?
Spr. antwoordt met een wedervraag. Welke
andere weg hleef ons open?
Is het dan heter om, na door velerlei kunst
greep van do buitenlandsche markt te zijn
geweerd, met ons product nu ook nog van
de eigen binnenlandsche markt te worden
verjaagd?
De vraag, welke handelspolitiek voor Ne
derland de voorkeur verdient, een protectio
nistische of een vrijhandeisgezinde kan
thans slechts in het afgetrokkene worden
gesteld. In dien zin dan h 1 ij f t spr. over
tuigd. dat Nederland's welvaart het sterkst
bevorderd wordt door een vrij handels
erkeer.
Maar bij een voor onze goederen vol
strekt prohibitief protectionisme, als
ij thans ervaren, verliest elke op n o r-
i a 1 e omstandigheden gebouwde redenee
ring haar waarde. Thans is er een noodtoe
stand. Is er voor de industrie nog wel eenic
uitzicht, dat zij, door kostenverlaging, haar
positie op de wereldmarkt zal kunnen hand
haven, hij d-1 bodem producten is dat vertrou
wen minderwaard dan de stroohalm voor
den drenkeling. Zonder Regeeringshulp gaat
het helaas niet. Zelfs moet de leiding thans
grootendcels van haar uitgaan.
Haar taak in dezen tijd is buitengewoon
moeilijk en onaangenaam. Maar er is ook
consolatie: de historieschrijver zal later 'n be
wind prijzen, dat ons volk met kloek beleid
door deze moeilijke tijden heen gevoerd
heeft naar heter dagen, zonder dat het al to
-eel van zijn levenskracht heeft ingeboet!
Voornaamste Nieuws.
Dr. H. Colijn spreekt voor de Vereen, voor
Actieve Handelspolitiek over de Sint Vitus
dans van het Protectionisme-
(bli. 2.)
Het gerucht over oorlogsverklaring van
China aan Japan blijkt onjuist te zijn. Wel
neemt de oorlogsstemming in China in ern
stige mate toe.
In Shanghai is- ondanks de pogingen om
tot wapenstilstand te geraken, hevig gevoch
ten. Japan zal nog meer troepen zenden.
Amerika en Engeland protesteeren te
Tokio. Amerika geeft bevel aan de geheele
vloot om zich gereed te houden.
China zendt drie nota's naar den Volken.
(blz. 3)
De loonsverlagingen in de havens.
(blz. 9)
Groote vergadering van de Vereeniging
Volkenbond en Vrede. afd. Den Haag.
De K.L.M.-demonstratie te Brussel.
V'UUIUM mee.en en wordeu
daarbn tevens gesterkt door het gebruik van
Mljnhardt's Zenuwtabletten
G azen Buisje 75 ct. Bij Apoih, en Drogisten.
DE PERS
IS VAAK EEN GROOT KWAAD
De lust om h i er te schrijven, ontzonk me
in de laatste dagen. Want elke dag opnieuw
lokte mijn gemoedelijk woord bij dezen of
genen ergernis op. De meeste menschen ne
men alle£ even zwaar op en gaan betoogen
opzetten, waartegen ik niet kan opklaute
ren. Nu. dan hangt men de pen maar aan
de wilgen.
Maar nu schrijf ik op verzoek.
oor mij ligt een brief van een lezer, die
een bijeenkomst iets wil zeggen over de
pers en hij vraagt enkele gegevens.
Ik zal ze verstrekken, want naast de
brief ligt een citaat en daarnaast ligt een
advertentie-pagina van een neutraal dag
blad; helaas nog veel gelezen in orthodoxe
kringen.
Het citaat luidt als volgt:
„In mijn oogen is de journalistiek een
groote nationale vergiftiging. Hoe meer zij
zich verbreidt, des te slechter wordt zij, en
reed's thans is zij bijna geheel ontzedelijkt.
Indien men de gezamenlijke journalisten
in de gevangenis opsloot, zou men zeker
niet zooveel onschuldigen daarin opslui
ten als er thans in huizen".
Deze goedgemeende vermaning werd om
streeks een eeuw geleden uitgesproken of
geschreven (waarschijnlijk het laatste) door
Friedrich Hessels; die, naar ik vermoed,
zelf ook zoo iets als journalist was
Nu, ik maak me heelemaal niet ongerust,
dat de gevangenisdeuren zich voor mij
openen, enkel omdat ik wel eens wat in de
krant schrijf. Want ik weet zeker, dat de
gevangenissen te klein zouden zijn om alle
journalisten te bergen.
En. mocht het tot massa-opsluiting komen,
dan vroeg ik onmiddellijk patent aan voor
minstens twee kranten, welke er in zouden
gaan als koek: n.l. een krant voor de ge
vangenen en één voor het bewakend perso
neel.
Ziedaar de groote macht cfer pers. Zij
staat nergens voor, zelfs niet voor gevange
nismuren.
Maar,
nu overzie ik de advertentie-pagina van
het neutrale dagblad, de dagelijksche gids
in vele Christelijk gezinnen. Het is een pagi
na met kleine advertenties. Er staan, ruw
geschat, 250 op.
Ik kijk ze door en ik zie vele aanbiedingen
van „mevrouw" die en die. planeetlezeres,
zieneres, etc.; voorts tallooze bedenkelijke
advertenties op zaken- en huwelijksgebied:
al met al niet minder dan vijftig!
En dan zeg ik: ja. Hessels had toen reeds
gelijk en nu zeker niet minder: het wordt
oen groote nationale vergiftiging. De pers
is vaak een groot kwaad.
Maar, dan vraag ik verder: Bestaan de
adverteerders, welke ik or het oog heb. dan
ook van onze menschen? Hebben ze daar
voor soms de „neutrale" krant noodig? Of,
nemen ze dat kwaad op de koop toe?
Helder zijn mij deze dingen niet!
OFFIC1EELE BERICHTEN
RECHTERLIJKE MACHT
Bij Kon. besluit is aan mr. E. J. Kort
hals Altes op zijn verzoek eervol ont
slag verleend uit zijn betrekking van kan
tonrechter plaatsvervanger in het kanton-
Amsterdm onder dankbetuiging voor de ak
zoodanig bewezen diensten.
DE BEVOLKING VAN
AMSTERDAM
MINDER GEBOORTEN, HOOGER
STERFTECIJFER.
Voor zoover de gegevpns over 1931 thans
reeds beschikbaar zijn. bedroeg de bevolking
van Amsterdam op 1 Januari 193?: 766 231
zielen. Fn hot afgeloopen jaar \iol een toe
name te ennstateeren met 8872 zielen. Deze
's Rer'nRer ónn in het vorig jaar
(D803) Er w,r,1en 12.782 kind^n geho""
h'. rr„ llwnn,'rs- '-P-n 17.53 in
1J30. Het sterftecijfer steeg van S.34 in het
vorig jaar tot 8.97.