BINNENLAND.
Radio Nieuws.
DINSDAG 5 JANUARI 1932
DERDE BLAD PAG. y
ABRAHAM HELLENBROEK
DOJR DRS. A. B. W. M. KOK
II. (Slot
Z-ijn breedsprakige Sbiiftverklaring
Nauwe band met zifi gemeente
Man van teedere godvrucht Hoe
hij na zijn dood werd herdacht door
Y7ilh. a Brsel.
I Hoe Hellen boek. exegetiseerde.
Een enkel voorbeeld. I
Over de beginwoordenHij kusse mij met
de kussen zijns monds" weet hij 18 blad
zijden te vulen.
Eerst wordt de woor&'eteekepis uiteenge-
a zet en -gewezen op de igenaardige woord
keus. Er staat maar nM; Hij kusse mij,
K. h maar Hij kusse mij mt de kussen zijns
monds.
- j Zijns monds: het was Ie liefde om den per-
1 soon zelf te doen. „1. Iet most zijn mond
wezen: iemand als Jcz'is kon haar vermaa-
-ken; 2. geen vreemde nond van iet dat bui-
1 ten hem was; 3. en dt niet maar vol op
en met weinig hert; naar zij wenscht door
die verdubbeling zo pkust te worden dat
het klemde dat het tedegen het hert raak
te wel drukkend en kagtig".
Er staat niet: met dtkus maar met kus-
Waaróm? „De Liefd toont daar door dat
eene kus en eens gekust te wordeu haar niet
genoeg was; maar zijvereischt een veelheid
verscheidenheid en aanhoudendheid van
kussingen en zo gedu'iglijk onder cte druk-
lcing en van zijn Liedekussen te zijn.
De „meertalligheid (kussen) strekt daar
toe: 1. omdat de genideu en de liefdebewij-
zen waar door zig leus aan de ziel ontdekt
m getal zeer veele en verscheidene zijn; men
ontfangt uit zijne vilheid genade voor ge
nade (joh. 1:16) inde Roepinge en Bekee-
ringe in de Regtvatrdigmakinge en Ver-
gevinge van zonden in den voortgang der
Heiligmakinge in df kragtdadige Bewaerin-
ge in de inwendige.Verze.gelingo; elk heeft
zijne verscheide ontnoetingen van Jezus aan
de ziel als zo veele verscheidene kussingen.
2. Omdat de wijzei on de manier op welke
zig Jezus aan d-e zfel ontdekt zeer verschei
dene zijn: Somtijds middelijk somtijds on
middellijk, door vescheiden wegen in veel
verschil van trappen; gevoeliger ongevoeli
ger korter langer ei met verscheide maate
van verkwikking.
3. Om ook aan ti toonen haare begeerte
naar dikwils en mit aanhoudinge gekust te
worden: zij is met ?ens of tweemaal gekust
te worden niet te 'reden; maar zij wenscht
naar kus op kus raar gedurige en aanhou
dende bewijzen en ontdekkingen van Chris
tus liefde aan haai hert".
Nu is de zaak om wel voldoende duidelijk.
O neenl Hellenlroek gaat verder: Het
word tijd (Ja juist K.) dat wij lot de zaak
zelve een weinig rader intreden.
Tol hiertoe had lij alleen gesproken over:
met de kussen zijjs monds.
Maar we zijn er nóg niet.
Nu over het kissen zelf!
Vanouds af is let gehouden voor een be
wijs: 1. van vrioidschap en liefde; 2. van
vereenIgjng en gemeenschap; 3. van vrede
en verzoening; 4. van vermaak en vreugde.
Dit alles wordt dan weer uitvoerig toege-
past op Jezus en de ziel, die Hem liefheeft.
Hij' komt de zïël kussen, wanneer Hij haar
de vriendelijke n?odigingen, de hartsterken
de troostwoorden van 't Evangelie levendig
herinnert en doel voorkomen, wanneer Hij
de ziel op een levendige wijze doet inzien in
de beminnelijkheid van Zijn beloften, maar
vooral wanneer Hij een ziel verzekert van
Zijn liefde enz. enz.
Vers 3 begint: Uwe oliën zijn goed tot reuk.
Geestelijk overbracht zegt H. moet
onder zijne oliën verstaan worden: Ziin
eeuwige zalving d.i. Zijn eeuwige afzonde
ring en aanstelling tot Middelaar voor 's
Heereu uitverkoren volk. Vooral echter Zijn
zalving in den tijd d.i. Zijn bekwaammaking
en overstorting met des Heeren Geest, enz.
Daarom hebben u de maagden lief zoo
eindigt vers drie.
Waarom worden de geloovigen hier maag
den genoemd?
Maagden zijn rein, feeder van consciëntie,
zerfig, hebben schaamtegevoel, zijn op haar
hoede tegen alle besmettingen van wereld
en zonde, staan tegen alles wat haar van
haar maagdstaat zou willen berooven, ziin
gevoelig voor verontreiniging, rusten niet
eer zij zich van besmetting weer hebben ge
reinigd. Maagdeneer is wonder teer.
Nu wordt dit alles weer toegepast op de
verhouding tusschen Jezus en de „godzalige
maagdgeloovigen".
De maagdelijke staat is een staat van aan
genaamheid en bevalligheid.
Gij moet die deugden najagen.
Maagden zijn licht beweeglijk:
haar eerste wapen is het schreien. Daarin
moet gij een maagdgestalte hebben: Teerge
voelig wezen.
Maagden zijn aan den „blooden en vrees-
agtigen kant". De geloovigen moeten heilig
vreesachtig zijn. Maagden zijn beleefd,
vriendelijk, bescheiden. Weest haar gelijk!
Zij zijn bisonder gesteld op „netheid en tet-
tigheid in kleederen". De godzaligen zullen
streven naar een geestelijke „opschik van de
ziel".
We zullen hier maar eindigen er volgen
nog een zestal kenmerken van de maagden.
Ge gevoelt: op die manier zijn wel dui
zend1 bladzijden vol te schrijven over drie
schrifthoofdstukken. Maar waar is 't einde,
wanneer men dezen weg opgaat
In de verklaring van Jesaja (de voornaam
ste Evangelische profetieën) vonden we de
zelfde wijdloopi^heid en uitwerking van
beelden. Toch valt dit werk ook voor ons
nog te genieten, en kan 't met stichting
orden gelezen.
Evenwel wij lezen toch liever de prach
tige gezonde verklaring van Dr. J. Ridder
bos (uit de serie: Korte verklaring der Hei
lige Schrift met nieuwe vertaling).
Uit de „Opdragt aan de zeer bloejende Ge
meente des Heeren Jezus Christus binnen
Rotterdam" blijkt hoe innig de band was
tusschen herder en kudde.
De Kerk van 's-Gravenhage had een beroep
op hem uitgebracht hij had echter met
vrijmoedigheid bedankt Breed en statig
klinkt 't: „de liefdedrang met welken gij mij
gedwóngen hebt, zeggende: blijf met ons;
de dankbaarheid en blijdschap, over mijne
verblijvinge onder U geuit, zijn zoo groot en
dierbaar geweest, dat, gelijk zij eenen ind'ruk
gemaakt hebben op mijn hert van eenen
eer teedcren weerslag; gelijk zij mijne
o n g in 't openbaar hebben losgemaakt tot
eene plagtelijke dankzegging aan Uwen
Liefdedrang; zoo hebben zij ook mijne
hand en pen bij deze gelegenheid gepord,
duurzaam en voor al de wereld open
haar getuigenis in deze Opdragt uit te druk
ken van die wedervorpligting, die ik uit dien
hoofde reekene en erkeruie aan U te heb-
Ook is de preek uitgegeven, die Hellenbroek
heeft gehouden bij gelegenheid van het
overlijden van Wilh. Brakel. De breede ti
tel is kenschetsend vcor dien tijd: Algemee-
ne Rouw-klacht in de straaten van Rotter
dam over den Zeereerwaarden Godvrugtigen
en geleerden Heere W. a Br. enz.
,1 Stond in ons blad van 4 Januari.
ooge: Ik meene uwen kosteüjken Ziele-
vriend en
getrouwe Zlele-zorger
Wilhelmus a Brakel".
Nog een werk heeft groote bekendheid
gekregen: „De Kruistriomph van Vorst Mes
sias ofte Verhandelingen over het lijden,
sterven en begraven en den Heiland der
Uitverkoren Wereld".
Ook hier eerst een rijstebrijberg van voor
afspraken en gedichten.
Dan de preeken.
Stichtelijk en schriftuurlijkmet de ge
breken van dien tijd.
Soms treffende opmerkingen!
In de preek over de Getsémane-worste-
ljng: „Het lijden van de ziel mag wel teregt
genaamt worden de ziel van het lijden".
Ons eindoordeel kunnen we weergeven
in de woorden van het Bibl. Woordenboek
(van dr. De Bie en mr. Loosjes): De predi
king van Hellenbroek is innemend, mystiek-
getint, eenvoudiger dan die van velen zijner
tijdgenooten, vooral in de toepassingen niet
ontbloot van natuurlijke, kunstelooze wel
sprekendheid.
Toch ging hij vér in het vergeestelijken
was ook hij gewoon zijn preeken te stof-
feeren niet Hehreeuwsche woorden, spreu
ken, zelfs met Latijnsche gedichten.
'JUBILEERENDE BONDSRING
Een preek van 40 bladz.
Do preek (ruim 40 bladzijden beslaande!)
heeft tot tekst Prediker 12 5 en werd gehou
den voor een „overkroppende raeenigte".
Al lezend komt ge toch onder den indruk
van Brakels beteekenis. vooral van zijn tee
dere godsvrucht
Er zijn mooie gedeelten in. De warme
toon doet weldadig aan. Met grooten ernst
en diepe overtuiging wekt hij tot bekeering
op, smeekt hij de jeugd en jongelingschap
het groote werk hunner zaligheid niet tot
later uit te stellen.
„Vroege godvrugt" is ook voor al den Heere
zeer behaaglijk: de alderzoetste honing wordt
uit de knopjes van de eerste lente-spruitjes
gezogen en uit de bloempjes en bloeisemen
die zig maar eerst beginnen te openen: O!
de honing d'er godvrugt uit de eerste bloei-
gem van onze groene lente-tijd is ook alder-
zoutst en aangenaamst voor God: de eerste
lingen moeten voor den Heere zijn, niet de
naleesingen. En wat is het uitstellen gevaar
lijk! Aan weinig oogenblikken een einde
looze eeuwigheid le wagen!"
Maar toch hoe weinig soberheid!
Hij noemt Brakels stijl „onopgepnonkt"
Brakel gaf den raad, dat men „geleerthey.t-
gebruikende de geleertheyt verberge op den
Preekstoel".
Zijn ambtgenoot had wel beter naar dien
raad mogen luisteren.
De preek is doorspekt met aanhalingen
van Cicero, Seneca, Plato. Horatius (de lijst
is nog zeer onvolledig).
I-lij noemt Brakel
„Gnldemond" „Honingtong",
„een compleet exemplaar van wel sten-en"
„Een Hoofdpaerel aan de Eere-kroon van
onze Rotterdamsche Kerk".
Woord na woord wordt de tekst ontleed
Eerst over het woordje „want" (de mensch
gaat naar zijn eeuwig huis).
Dan over: de mensch.
„Over de oorspronkelijkheid van die naam
word verscheidentlijk geoordeeld"vijf
meeningen worden besproken!
Vervolgens wordt de vraag beantwoord:
Wat te verstaan onder eeuwig huis („som
mige meenon" „andere meenen"). Daar
na is aan de beurt het woord: gaat. („dat
gaan begint, hij al met d'at hij is geboren").
Onder de rouwklagers kan men verstaan:
1. de treurende gemeente, 2. de naaste vrien
den. 3. de bekendmakers van des overlede
nen dood, 4. „de rouw-staatige begraafnis
zelf" (dit punt weer in vieren verdeeld).
Met bl. 13 begint het meer genietbare ge-
d'eelte: „Nu roept mij de tijd veel-geagte
Toehoorders, dat ik de toepassing van deze
gemeene waarheid tot het bijzondere onder
werp brenge daar ik met de zelve op doele.
Laat mij derhal ven toe dat ik een zwart
gordijn open schuive om u in te lelden in
een aldertreurigst gezigte, dat ik u van ver
re op den Jijk-baar vertoone den dooden
romp van een alderkostelijkste ziele, dat ik
het graf voor u opene van hem die u dier
baarder geweest is dan den Appel van uw
De Bondsring Voorne en Pullen van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag hoopt
7 Januari a.s. in een vergadering te Nieuiu-Helvoet sijn 25-jarig bestaan te herdenken.
Een foto van het Bondsbestuur. In 't midden Ds. C. W. J. van Lummel, van Zuidland
ANTWOORDEN VAN MINISTERS
DE MAARTENSDIJKSCHE TOL-KWESTI
Op vragen van den heer Floris Vos, be
treffende de Maartensdijksche tolkwestie,
hebben de ministers van binnenlanrlsche za
ken en justitie o.m. geantwoord, dat de be
doelde verkeersbelemmering niet het gevolg
was van het gesloten houden van den tol
boom, doch van het door auto-bestuurders
bij onderlinge afspraak weigeren van beta
len van het tolgeld, terwijl de belemmering
niet 3, doch l1* uur heeft geduurd, n.l. van
pl.m. 2 uur tot pl.m. 314 uur n.m., het tijd
stip, waarop de bestuurders zich bereid
toonden het verschuldigde te betalen.
Voorts wordt opgemerkt, dat 2 gemeente
veldwachters, 1 Rijksveldwachter en"3 man
schappen der militaire politie aanwezig wa
ren zoodat wel moeilijk van de aanwezig
heid van onvoldoende politie kan worden
gewaagd. Wanneer met „dit feit", waarvan
proces-verhaal zou moeten zijn opgemaakt
is bedoeld het gesloten houden van den tol
boom als vex-onderstelde oorzaak van de
verkeersbelemmering, zijn de ministers van
ooi-deel, dat er géén reden was voor het op
maken van een proces-verbaal, daar de l 1-
baas, die den tol gesloten houdt bij na
betaling van den verschuldigden tol, ziWi
zeker niet schuldig maakt aan onbevoegde
verkeersbelemmering.
DE RAMP VAN DE „OOIEVAAR".
De nagelaten betrekkingen.
Op vragen van den heer Van Braam
beek, op welke wijze gezorgd wordt voor
de nagelaten betrekkingen van de omge
komen leden der ,.Ooievaar"-bemanning,
heeft de Minister van W'aterstaat o.m. ge
antwoord
Naast dc uit,keeringen, welke op grond
van de Ongevallenwet (en ten aanzien van
een der vliegtuigbestuurders, op grond van
de Militaire Pensioenwet), worden gedaan,
wordt van de zijde der Koninklijke LuchU
vaart Maatschappij boven en behalve tege
moetkomingen in de onmiddellijke geldelijke,
gevolgen wan het ongeval, „zijnde de kosten,
van vervoer en begrafenis van het stoffelijk
overschot, aan de nagelaten betrekkingen:
uitgekeerd het salaris en een bedrag aan
vlieggelden over de maand December; voorts
wordt, wat iederen vliegtuigbestuurder be
treft, .een uitkeering in eeus van f 20.000 en
wat den werktuigkundige betreft, een uit-,
keering in eens van f 5000 gegeven. Ten
slotte worden ten aanzien van de piloten,
die van de bij de maatschappij bestaande
spaarregeling gebruik hebben gemaakt, de
spaargelden, vermeerderd met de gekweekte
rente, uitbetaald. De spaarregeling bestaat
hierin, dat de helft van het vlieggeld bij een
hank wordt gestort en de Koninklijke Lucht
vaart Maatschappij hierop rente vergoedt.
DE VEILIGHEID IN DE MIJNSTREEK-
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Ma en e n betreffende het onverwijld nemen
van maa'regelen tot verzekering van de
veiligheid der bovolking in du Mijnstreek,
heefi de Minister van Justitie geantwoord:
Uit een ingeste d onderzoek is met kun
nen blijken, dat de oppnl>are vupgheid in
het grensgebied, en wel met name in de
mijnstreek, in don laatsten tijd op onrust
barende wijze zou worden bedieigl
Evenmin is kunnen blijken, dat in het
bedoeld gebied hel aantal inibraken steels
toeneemt Belangrijke inbraken komen be
trekkelijk weinig voor. Wel komen kleine
inbraken vrij veelvuldig voor. Dit is echter
niet iets van den laatsten tijd.
Voor zoover kon blijken, had er geduren
de den loop van dit jaar in de mijnstreek
óén schietpartij op de politie plaats bij'n in-,
braak en één bij een vermoedelijke poging'
tot inbraak. Do daders ziin onbekend ge
bleven. Of hierbij vreemdelingen betrokken
waren, wat mogelijk is, is dus moeilijk te
zeggen.
Daar in de mijnstreek vele vreemdelingen
wonen en waar deze streek aan en nabij
de grenzen is gelegen, worden inbraken
ui eraadd meermalen door vreemdelingen
gepleegd.
In de mijnstreek is voldoende politie aan
wezig, doch het spreekt wel vanzelf, dat
ook voldoende politietoezicht het plegen
van misdrijven niet steeds voorkomt.
Mocht blijken, dat de veiligheid der be
volking in de mijns'reek niet voldoende
verzekerd is, hetgeen tot dusverre niel het
geval is, dan zal het treffen \an de noodige
maatregelen zeker ondier de oogen wonen
gezien.
BURGEMEESTER W. DE VLUGT
ONDERSCHEIDEN
De Koning van België heeft de heer W.
de Vlugt, Burgemeester van Amsterdam,
benoemd tot Groot-Officier in de Kroon
orde van België.
De heer G. van der Aa, consul-generaal,
heeft den Burgemeester een dezer dagen de
versierselen dier orde overhandigd.
NEDERLANDSCHE ADEL
De Minister van Justitie brengt in her
innering. dat zij, die tot den Nederland-
schen adel behooren, gehouden zijn aan het
Departement van Justitie kennis te geven
van de in hun gezinnen plaats gehad heb
bende geboorten, huwelijken en sterfgeval
len, door inzending van volledige, gelega
liseerde afschriften van de in de registers
van den burgerlijken stand ingeschreven
NEDERLANDSCH-BELGISCHE
BETREKKINGEN
De minister van buiten'andsche zake.r. heeft
m den voorzitter der Tweede Kamer ben
toekomen den tekst van het op 29 December
op het Belgische departement van buitenland-
sche zaken te Brussel onderteekende protocol,
rby de Nederlandsche en Beleische regec-
UITVOER NAAR FRANKRIJK
CERTIFICATEN VAN OORSPRONG.
Bevoegdheden van den Minister.
Bij Kon. besluit is bepaald de regeling
van den uitvoer van bepaalde goederen
uaar Frankrijk.
Volgens dat besluit kunnen voor den uit
voer door of vanwege den Minister van
.Arbeid certificaten van oorsprong wordeu
uitgegeven. Ieder certificaat wordt verleend
voor een bepaalden tijd en voor een zoo
danige hoeveelheid goederen als in een door
of vanwege dien Min.ster voor allen gelij
kelijk bepaalde verhouding staat tot de hoe
veelheid van gelijksoortige goederen, welke
in een voorafgaand tijdvak door den hou
der van het certificaat naar Frankrijk is
uitgevoerd. Dit tijdvak wordi mede door of
vanwege den Minister bepaald-
De Minister is bevoegd voor den uitvoer
van bepaalde goederen commissies in te
stellen, belast met het geven van advies
in zake de vaststelling van de in het eer
ste lid bedoelde hoeveelheid, en voor deze
oommissies instructies vast te stellen.
Het model der certificaten van oorsprong
wordt door den Minister vastgesteld.
Certificaten van oorsprong worden slechts,
verleend aan hem, die zich gedurende een
door den Minister vast te stellen vooraf
gaand tijdvak met den uitvoer dier goede
ren naar Frankrijk voor eigen rekening
heeft beziggehouden.
Hij, die een certificaat van ooi-sprong
wenscht te verkrijgen, dient daartoe een
door hem zelf of door zijn gemachtigde on
derteekende schriftelijke aanvrage in bij den
Minister of, indien deze aldus heeft be
schikt, aan een door hem aangewezen per
soon of aan een commissie.
Ter bestrijding der kosten, aan het uit
geven der certificaten verbonden, wordt bij
het verleenen daarvan een door den Mi
nister bepaald bedrag van ten hoogste 5 pet.
van de waarde der goederen in rekening
srebracht, waarvoor het certificaat \v >rdt ver-
WOE5SDAG, 6 J.OSTTABI
8.01 Hil V€
8.16 Huize
lu.OG Hal ze
10-15 Hllve
12 ir» H ui x
12 20 D 8 v
12 30 Hulz
1.1.30 DdVi
13.33 M i d
sum VJLR-A Gramof.muziek
N.C.R.V.: Megaconcert
N.C.R.V.: Zang N-C.R.V.-Dames
sum V.A.R-A Uitzending voo
•r" in d - o_mlmihedrlJ**»n
1 ICMk?dagconc(
try: Coryrert van 1
14 35 Mldlund Re?'
15.00 Hum --- --
15.00 Hilve
Begt. l>e.
I« Jong
„Po
Kladerhoorspel.
i N.C.R.V.: Hu'
-sum V.A.F-A.
eleld door Joh.
f* .F—V.Gramof.muz.iek
Toespraak Ont-
C'.AF.-A-Concert
5: Concert Omroep-ork vit
Huif Regiment Huzaren. Arows-
i®1: Koor „Caeoilia" (Vlaamecb
N.MV
t Militair Oorkest
V.A.R.A.Ye i
DE RELLETJES TE PARAMARIBO
EEN RECHTZETTING!
verplichten om in het geval, dat één der par
tijen in- of uitvoerbeperkingen of -verboden of
andere maatregelen, die dë wederzijdsche han
delsbetrekkingen zouden kunnen belemmefën,Jn haar nummer van 11 December j.l. koóit
mocht uitvaardigen, die maatregelen niet toe I „de West" terue op haar Vers'agen omtrent de
te passen op een artikel, hetwelk in het bü-j relletjes,; welke te Paramaribo hebben plaats
zonder voor de andere partij van belang is, I gehad. Men ontkomt hierbg niet aan den in-
voerdat onderhandelingen zijn geopend niet j druk, dat genoemd orgaan de plaats reliad
hyt doel om de nadeelen, die uit die toepas- hebbende gebeurtenissen ietwat al te tragisch
sing mochten kunnen voortvloeien, zooveel 1 heeft opgevat, resp. ze onder een vergrootglas
mcge'ijk te beperken. i bekeken heeft. De rectificaties, we'ke zij thai
Dit protocol zal toepassing vinden vanaf den in haar reportage aanbrengt, wijzen dn'arop.
dag der onderteekening en van kracht blijv
tot den datum dei inwerkingtreding van
nieuw handelsverdrag tusschen de beide
geeringen.
BERECHTING
EN RECLASSEERING
TIENJARIG BESTAAN VAN HET
MAANDBLAD.
Het maandblad voor Berechting en Re-
classeering van Volwassenen en Kinderen,
orgaan van het Nederlandsch Genootschap
tot zedelijke verbetering der gevangenen en
van het-Nederlandsch Verbond der vereeni-
gingen Pro Juventute, bestaat thans tién
jaar. Het. heeft in die tien jaar vele belang
rijke adviezen gegeven; vooral aan hen, die
reclasseeringswerk te verrichten hebben.
Het Maandblad is geheel self-supporting.
Of, op zijn Hollandsch: het zeer beminde
woord „subsidie" is aan het Maandblad on
bekend en dat geeft vrijheid en onafhan
kelijkheid. Bovendien heeft het Maandblad
nog finantieol kunnen helpen bij de verza
meling van een vakbibliotheek, waarvan
thans hinnen enkele maanden de gedrukte
catalogus zal worden gepubliceerd.
Goed vorspreid, finantieel zeer onafhan
kelijk, vooral dit laatste is een feit van
beteekenis, een maatstaf van sucoes.
Na in de eerste plaats te hebben vernield,
dat de verwondingen, welke enkele beambten
opliepen, van heel wat minder ernstiren aard
waren, dan aanvankelijk werd gepubliceerd,
vervolgt „de West":
Ook de charge .waarbij de hoofdinspecteur
wtrd optzet, was meer een schitterende demon
stratie dan een ernstig wapenfeit. Wij mogen
nu wel verklappen dat de militaire macht die
door een geweldigf n klewang-aanval het volk
deed uiteenspatten, bestond uitdrie man.
Wel pen hewys wat men soms kan bereiken
met enkele vastberaden manschappen'
Ir. ons verslag hebben wij vermeld dat, w:i
de gummistok voor een dergelijk oproer c
vo'doonde bleek, dc politie des avonds we
voorzien van sabels en karabijnen. Ook hier
hebben wij, zonder het te willen, medegewerkt
tot een onjuisten indruk naar buiten. De
waarheid is, dat reeds een uur nadat de
relletjes begonnen waren, de politie op het
bureau voorzien werd van karabijnen. Elke
beambte kreeg tien patronen, doch met de
opdracht om slechts in uiterste noodzakelijk
heid van het vuurwapen gebruik te maken
Men kan van meening zijn dat men bij het
uitbreken van re'lctjes er maar dadelijk op los
moet schieten, de Gouverneur deelde die mea
ning niet. Hij overwoog, dat by het schieten
op een groote volksmassa, gewoonlijk onschub
diren getroffen worden, en gaf om die reden
last om slechts in uiterste noodzaak van di
vuurwaprnen gebruik te maken. Om diezelfde
reien wei-den ue militairen, die opgeroepen
1 N.C.R.V.: Polltlel
V.R.A.: Persbericht*
EEN NEDERLANDSCHE RADIO-PIONIER
Nieuwe vinding!
gebied volde*
.-idlo-geljled cowt
iiiillu£ hij
n, in hoofdzaak als reserve gebruikt, later
in het byzoipier voor bewakingsdiensten
een uurtje na het uitbreken der relletjes
belichten inkwamen van „vprwondine van
be.imbten", den strengere orders gegeven.
Aanleiding om. van de vuurwapenen gebruik
te maken, ontstond echter eerst den volgenden
middag.
Een paar uren na het uitbreken der lelle
tjes om drie uur des middags, was de rust
voor het grootste deel hersteld. Openlijk ver
zit vond weinig meer plaats. Wel doken, nu
hier en dan daar, telkens groepjes op die bal
dadigheden bedreven, maar waar do trucks
verschenen met gewapende beambten, haastte
men zich een veilig heenkomen te zoeken op
Genoemd ergaan besluit:
„Het spijt ons, dat ons verslag den indruk
heeft gewekt a'sof het repaille feitelyk 'ne<lc-
rnaal de baas was. Want dit schijnt vooral het
uilg.ingspunt geweest te zyn voor dc beschul
digingen aan het adres van oen Gouverneur,
die net gezag -„«rabbel zou hebben gegooid,
cn voor verge! ij kingen met he t gebeurde op
Curasao, die alien grond missen. De persoon
vu» de-11 Gouverneur blyft door het gebeurde
onaangetast.''
MINISTER DECKERS NAAR INDIE
De minister van defensie, Mr. Dr. L. N.
Deckers, zal Donderdag a.s. om kwart voor 2.
vergeze'd van ziin adjudant voor de zeeniarnt,
luitenant ter zee 1«- klasse ti. G- Bozuwa, m«'t
de Lloyd-rapide van het Ho! land scire Spo< r-
station in Den H;iag naar Marseille vertrek
ken, waar hy zich den volgenden dag op de
„Sibnjak" zal inschepen.
Nabij hel Macedonische front
Door IVANKA
„Indien ge niet te overreden zijtaldus
de ingen.our, „dan geef ik u nog zes mij
ner vertrouwde, goed gewapende gendar
men mede er zijn er dah twaalf, waarvan
er zes -'ooruitgaan en de overigen de aohteo-
hoede zuLlen vormen."
Dit laaiste vriendelijke aanbod namen we
ntaar al gaarne aan. Reeds spoedig ver
schenen de zes groote mannen, die er zeer
e^enaardag uitzagen met hun hooge wol
len muTson op en hun avontuurlijke uitrus
ting. En zoo ondernamen we den verderen
tocht iri den stikdonkeren nacht
Zooals afgesproken was, gingen zes gen
darmen voorop met geladen geweren, dan
kwam do ossenwagen, waarachter wij lie
pen terwijl de zes anderen volgden. Op de
ze wijze trokken we uren voort; de eti-lte
word alicen verbroken door het geluid der
zware, Krakende wielen, den rustigen gang
der ossen en de onverstaanbare gesprèkken
uer mannen. Het was een zeer vreemde,
oiuewimo tucht Af en toe wisselden wij
or k eens een paar woorden en keken ter
sluiks naar boven naar de donkere bergen,
•vaarvan de puntige uitsteeksels ons sche
nen ai-n fe staren cn wanraohter de roover-
bende zien wel eens zou kunnen verschui
len. Zoo galgen wij een geruiraen tijd ver
der.
Dooh wat beteekende dat opeens? In de
Verte zagor, wij ejn groot houtvuur bran
e.^n de he^'e omveviing fantastisch ver
lichtte cn waaromheen minstens twaalf
man gehurkt zaten. De gendarmen fWister-
tsn, trokken zióh als één man te zaraen eD
legden bun geweren aan.
De mannen, die om het vuur geschaard
zalen, sr.i-nden beboe-d-zaara op en maakten
zich tegelijkertijd eveneens tot vuren ge
reed. Het waren angstige oogenblikken.
waarin we niel *ot spreken in staat wapep
en nauwóli)ks de gedachten konden concen-
treeren.
De wj!tu eenen de waanschuwmgen va.n
oen ingenieur en de ernst, waarmede dp
manuien aan bedde zijden de geweren in
orde brachten en zich lot den aanval go
reed maakten, waren voldoende, om ons ie
doen ge ooven. dat we werkelijk in handen
der roovers gevallen waren.
„Ja," zei de dokter met een ijzige kalmte,
„we zijn gewaarschuwd; nu is het oogen
hl-'k aarigcbroken."
Dit waren nu niet bepaald opwekkende
woorden I
Langzaam, behoedzaam slopen de mannen
nader tot elkander en wisselden eenige voor
ons onverstaanbare woorden. Na dit korte
oonderhoud namen zij aan beide zijden al
lengs weer een meer vredelievende houding
aan; onze geleiders maakten ons nu dui
delijk. dat de mannen, die om het houtvuur
hadden gezeten, boeren waren, die met hun
ossen den dageraad afwachtten.
Opgelucht door dit verblijdend nieuws,
konden we onzen tocht gelukkig weer vrr-
volgen en kwamen zonder verdere emoties
des morgens om zes uur te Mitrowitza aan.
Na hen te hebben bedankt en beloond voor
de goede diensten, ons bij dien tocht bewe
zen, groetten we de flinke kerels, die wosr
dadelijk den terugweg ondernamen.
Onze trein vprtrok om half zeven naar
IJskub; we hadden nauwelijks den tijd iets
te gebruiken in de wachtkamer van het
kleine, onzindelijke stationnetje.
Aangezien de hotels daar overvol wa
ren, begaven we ons, nadat wij bij parti
culieren een onderdak gevonden hadden,
naai- het Amerikaansche Roode Kruis, om
besprekingen te houden; de chef, een ko
lonel, bleek echter niet aanwezig, omdat
hij toevallig vopr eenige dagen nijar het
hoofdbureau te Parijs was vertrokken,
vanwaar hy échter spoedig zou terugkee-
Geduldig wachtten wij zijn komst af.
Binnen eon week ontving do dokter een
schrijven, waarin het tijdstip, waarop net
onderhoud zou plaats hebben, bepaald
werd. Na de noodige besprekingen werden
we met de anderen uit Prijepolje in dienst
van het Amerikaansche Roode Kruis aan
gesteld door de kolonel, die toevallig van
Nederlandsche afkomst bleek te zijn.
Ofschoon men bij het A-R-K. reeds
vele steden ziekenhuizen had ingericht,
waar hun eigen leden arbeidden, maakte
men er dadelijk werk van, voor ons een
geschikt station uit te kiezen.
Intusschen werden de anderen gewaar
schuwd en dezen zouden trachten zich zoo
spoedig mogelijk bij ons te voegen, in af
wachting van ons vertrek naar de plaats,
die ons zou worden aangewezen. Aangezien
ik de eenige van dit groepje was, dia in
1916—1917 te Monastir was werkzaam ge
weest. hoopte ik opnieuw, dat deze stad
ons arbeidsterrein zou worden; in de eerste
plaats omdat ik er zoo van overtuigd was,
dat men daar onze hulp zeker op prijs zou
stellen, en tevens, omdat ik verlangde het
hospitaal, dat we tegen onzen zin hadden
verlaten en eveneens mijn oude patiënten,
terug te zien;
We waren echter gedwóngen dit besluit
aan de autoriteiten over te laten.
Al spoedig werd ons medegedeeld, dat
ons als arbeidsveld Prilep werd aangewe
zen, een stad niet zoo heel ver van Mona.s-
•tlr verwijderd, waar de bevolking echter
geheel van goede hulp verstoken bleek en
het daarom zeer noodig was, dat daar een
hospitaal werd ingericht, om de vele na-
oorlogsgewonden en ernstige zieken to kun
nen opnemen on behandelen.
Zoo vlug mogelijk reisden we af naar
Saloniki, waar eveneens een onderdeel van
het A.R.K. gevestigd was; daar zouden we
onze verdere instructies ontvangen en
zouden tevens de lijsten voor het noodige
materiaal en de voedingswaren worden
oopgemaakt Eenifze dagen zouden vrij nu
te Saloniki verblijven, waai' door de dok
toren alvast een regeling zou getroffen
worden, om een gedeelte van den grooten
voorraad mede te nemen, zoodat we bij on
ze aankomst te Prilep dadelijk een aan
vang met het werk zouden kunnen ma-
Nadat we eindelijk te Saloniki gearri
veerd waren, begaven we ons allereerst
naar het A.RJv. ter kennismaking. Daarna
namen we in fiacres plaats, om te trach
ten een goed onderkomen te vinden.
Ik verzocht den koetsier mij naar het
hotel „Royal' te brengen, dat in het cen
trum der stad gelegen was en waar ik
vroeger met de andere leden der missie ge
woond had. De koetsier scheen echter zeer
verwonderd over mijn vraag, mompelde
eenige onverstaanbare woorden en bracht
mij stilzwijgend naar een mij totaal onbe
kend hotel aan het andere eindo der stad.
Daarmede in het geheel niet tevreden,
trachtte ik den koetsier zoo goed als het
ging duidelijk te maken, dat ik niet den
minsten lust gevoelde in dit vreemdhotel
mijn intrek te nemen, en zeide nogmaals,
doch nn mot klem, dat ik do voorkeur gaf
aan het mij bekende hotel. Opnieuw haal
de hij de schouders op en deed mij oen
lang verhaal, waarvan ik niets verstond.
Inziende dat ik zijn bedoeling niet begreep,
maakte ik uit de wijze, waarop hij zijn
betoogen voortzette, op. dat hij in elk ge
val genegen was aan mijn verzoek te vol-
Laiigzaarn reden we door de stad, om ein
delijk in dat deel te belanden, dal mij in
1916—1917 zoo goed bekend \\..a geweest
Hoe vreerad scheen mij echter nu alles
toe; hoeveel was er veranderd! Van alle be
kende hotels om en nabij de kade stond er
geen enkel meer overeind. TW hoele cen
trum, waarbij het bekende café Flocca, in
welks omgeving vroeger het meest drukke
verkeer plaats had; waar de vele troepen
voorhij marcheerden, begeleid door militaire
muziek; waar de generaals, officieren en
manschappen In hun kleurige uniformen
zich heen en weer bewogen en waar we zoo
vaak op onze wandelingen door de stad
hadden vertoefd', dit alles was verdwenen.
Ook een gi-oot deel der Grieksche Turksche
en Joodscho winkelwijken was veranderd in
eèn uitgebreide,, kale aschvlakte.
Slechts hier en daar zag men nog een
overeind gebleven stukje muur van het een
of andere bankgebouw of huis. Het was mij
wel bekend, dat enkele maanden na ons ver
trek naar Nederland in 1917 een groot deel
der stad door een verschrikkelijke», zich
snel uitbreidenden brand was verwoest,
doch dat het juist dit deel was, had ik niet
vermoed.
De koetsier Stopte op de plek, Vaar een
maal hotel „RoyAl" gestaan had. Rustig
grinnikend eèn sigaret aanstekend, zei hij:
„Hier zijt go nu bij dc puinhoopen van uw
hotel", waarop een woordenvloed volgde,
waaraan geen eindo scheen to komen.
Stil bleef ik oven romlstaren op do plaats,
waaraan zoovele herinneringen verbonden
waren. Hoe kort was het geleden, doch
hoexpcl was er veranderd! Hoe dui
delijk sprak hier de vergankelijkheid van
alles! Ik vroeg den koetsier mij naar een
ander hotel te rijden, onverschillig waar.
Deze scheen maar al to verheugd mij einde-
Ik ergens te kunnen deponeeren.
Toen de zaken geheel geregeld waren,
vertrokken we naar Prilep.
Op deze reis werd ik ieder oogenblik her
innerd aan den tijd toen we onderweg
waren naar Monastir zoo dicht bij het front;
toen we probeerden in te sluimeren op de
harde koude granaten waarvan de inhoud
bestemd was om de vele jonge levens te
vernietigen en geheele gezinnen in diepen
rouw te dompelen. Hoe gehcej anders zag
alles er nu uit! De treinen on wegen be
vonden zich nog wel in denzelfden varwaar
loosden toestand doch daarin zou nu spoe
dig verandering komen. De huizen hospi
talen en kerken moesten overal opnieuw
worden opgebouwd. Doch hoeveel tijd en
welk een omvangrijke arbeid was daarmee
gemoeid!
We zouden nu echter in volkomen rust
.kunnen werken en niet ieder oogenblik,
des daags en des nachts, worden opge
schrikt door het geluid der aansuizendo
granaten en hot vreesdijk angstgoroep
onzer patiënten. We zouden geen rijen van
slachtoffers, ouden van dagen, vrouwen en
kinderen, meer voor ons zien. wier ontjet-
Icnd .lijden en doodstrijd ons destijds zoo
zeer had. aangegrepen cn wier levens door
gruwzame uitvindingen te vroeg waren af
gesneden.
(Slot volgt.)