BINNENLAND. Radio Nieuws. DINSDAG 5 JANUARI 1932 DERDE BLAD PAG. y ABRAHAM HELLENBROEK DOJR DRS. A. B. W. M. KOK II. (Slot Z-ijn breedsprakige Sbiiftverklaring Nauwe band met zifi gemeente Man van teedere godvrucht Hoe hij na zijn dood werd herdacht door Y7ilh. a Brsel. I Hoe Hellen boek. exegetiseerde. Een enkel voorbeeld. I Over de beginwoordenHij kusse mij met de kussen zijns monds" weet hij 18 blad zijden te vulen. Eerst wordt de woor&'eteekepis uiteenge- a zet en -gewezen op de igenaardige woord keus. Er staat maar nM; Hij kusse mij, K. h maar Hij kusse mij mt de kussen zijns monds. - j Zijns monds: het was Ie liefde om den per- 1 soon zelf te doen. „1. Iet most zijn mond wezen: iemand als Jcz'is kon haar vermaa- -ken; 2. geen vreemde nond van iet dat bui- 1 ten hem was; 3. en dt niet maar vol op en met weinig hert; naar zij wenscht door die verdubbeling zo pkust te worden dat het klemde dat het tedegen het hert raak te wel drukkend en kagtig". Er staat niet: met dtkus maar met kus- Waaróm? „De Liefd toont daar door dat eene kus en eens gekust te wordeu haar niet genoeg was; maar zijvereischt een veelheid verscheidenheid en aanhoudendheid van kussingen en zo gedu'iglijk onder cte druk- lcing en van zijn Liedekussen te zijn. De „meertalligheid (kussen) strekt daar toe: 1. omdat de genideu en de liefdebewij- zen waar door zig leus aan de ziel ontdekt m getal zeer veele en verscheidene zijn; men ontfangt uit zijne vilheid genade voor ge nade (joh. 1:16) inde Roepinge en Bekee- ringe in de Regtvatrdigmakinge en Ver- gevinge van zonden in den voortgang der Heiligmakinge in df kragtdadige Bewaerin- ge in de inwendige.Verze.gelingo; elk heeft zijne verscheide ontnoetingen van Jezus aan de ziel als zo veele verscheidene kussingen. 2. Omdat de wijzei on de manier op welke zig Jezus aan d-e zfel ontdekt zeer verschei dene zijn: Somtijds middelijk somtijds on middellijk, door vescheiden wegen in veel verschil van trappen; gevoeliger ongevoeli ger korter langer ei met verscheide maate van verkwikking. 3. Om ook aan ti toonen haare begeerte naar dikwils en mit aanhoudinge gekust te worden: zij is met ?ens of tweemaal gekust te worden niet te 'reden; maar zij wenscht naar kus op kus raar gedurige en aanhou dende bewijzen en ontdekkingen van Chris tus liefde aan haai hert". Nu is de zaak om wel voldoende duidelijk. O neenl Hellenlroek gaat verder: Het word tijd (Ja juist K.) dat wij lot de zaak zelve een weinig rader intreden. Tol hiertoe had lij alleen gesproken over: met de kussen zijjs monds. Maar we zijn er nóg niet. Nu over het kissen zelf! Vanouds af is let gehouden voor een be wijs: 1. van vrioidschap en liefde; 2. van vereenIgjng en gemeenschap; 3. van vrede en verzoening; 4. van vermaak en vreugde. Dit alles wordt dan weer uitvoerig toege- past op Jezus en de ziel, die Hem liefheeft. Hij' komt de zïël kussen, wanneer Hij haar de vriendelijke n?odigingen, de hartsterken de troostwoorden van 't Evangelie levendig herinnert en doel voorkomen, wanneer Hij de ziel op een levendige wijze doet inzien in de beminnelijkheid van Zijn beloften, maar vooral wanneer Hij een ziel verzekert van Zijn liefde enz. enz. Vers 3 begint: Uwe oliën zijn goed tot reuk. Geestelijk overbracht zegt H. moet onder zijne oliën verstaan worden: Ziin eeuwige zalving d.i. Zijn eeuwige afzonde ring en aanstelling tot Middelaar voor 's Heereu uitverkoren volk. Vooral echter Zijn zalving in den tijd d.i. Zijn bekwaammaking en overstorting met des Heeren Geest, enz. Daarom hebben u de maagden lief zoo eindigt vers drie. Waarom worden de geloovigen hier maag den genoemd? Maagden zijn rein, feeder van consciëntie, zerfig, hebben schaamtegevoel, zijn op haar hoede tegen alle besmettingen van wereld en zonde, staan tegen alles wat haar van haar maagdstaat zou willen berooven, ziin gevoelig voor verontreiniging, rusten niet eer zij zich van besmetting weer hebben ge reinigd. Maagdeneer is wonder teer. Nu wordt dit alles weer toegepast op de verhouding tusschen Jezus en de „godzalige maagdgeloovigen". De maagdelijke staat is een staat van aan genaamheid en bevalligheid. Gij moet die deugden najagen. Maagden zijn licht beweeglijk: haar eerste wapen is het schreien. Daarin moet gij een maagdgestalte hebben: Teerge voelig wezen. Maagden zijn aan den „blooden en vrees- agtigen kant". De geloovigen moeten heilig vreesachtig zijn. Maagden zijn beleefd, vriendelijk, bescheiden. Weest haar gelijk! Zij zijn bisonder gesteld op „netheid en tet- tigheid in kleederen". De godzaligen zullen streven naar een geestelijke „opschik van de ziel". We zullen hier maar eindigen er volgen nog een zestal kenmerken van de maagden. Ge gevoelt: op die manier zijn wel dui zend1 bladzijden vol te schrijven over drie schrifthoofdstukken. Maar waar is 't einde, wanneer men dezen weg opgaat In de verklaring van Jesaja (de voornaam ste Evangelische profetieën) vonden we de zelfde wijdloopi^heid en uitwerking van beelden. Toch valt dit werk ook voor ons nog te genieten, en kan 't met stichting orden gelezen. Evenwel wij lezen toch liever de prach tige gezonde verklaring van Dr. J. Ridder bos (uit de serie: Korte verklaring der Hei lige Schrift met nieuwe vertaling). Uit de „Opdragt aan de zeer bloejende Ge meente des Heeren Jezus Christus binnen Rotterdam" blijkt hoe innig de band was tusschen herder en kudde. De Kerk van 's-Gravenhage had een beroep op hem uitgebracht hij had echter met vrijmoedigheid bedankt Breed en statig klinkt 't: „de liefdedrang met welken gij mij gedwóngen hebt, zeggende: blijf met ons; de dankbaarheid en blijdschap, over mijne verblijvinge onder U geuit, zijn zoo groot en dierbaar geweest, dat, gelijk zij eenen ind'ruk gemaakt hebben op mijn hert van eenen eer teedcren weerslag; gelijk zij mijne o n g in 't openbaar hebben losgemaakt tot eene plagtelijke dankzegging aan Uwen Liefdedrang; zoo hebben zij ook mijne hand en pen bij deze gelegenheid gepord, duurzaam en voor al de wereld open haar getuigenis in deze Opdragt uit te druk ken van die wedervorpligting, die ik uit dien hoofde reekene en erkeruie aan U te heb- Ook is de preek uitgegeven, die Hellenbroek heeft gehouden bij gelegenheid van het overlijden van Wilh. Brakel. De breede ti tel is kenschetsend vcor dien tijd: Algemee- ne Rouw-klacht in de straaten van Rotter dam over den Zeereerwaarden Godvrugtigen en geleerden Heere W. a Br. enz. ,1 Stond in ons blad van 4 Januari. ooge: Ik meene uwen kosteüjken Ziele- vriend en getrouwe Zlele-zorger Wilhelmus a Brakel". Nog een werk heeft groote bekendheid gekregen: „De Kruistriomph van Vorst Mes sias ofte Verhandelingen over het lijden, sterven en begraven en den Heiland der Uitverkoren Wereld". Ook hier eerst een rijstebrijberg van voor afspraken en gedichten. Dan de preeken. Stichtelijk en schriftuurlijkmet de ge breken van dien tijd. Soms treffende opmerkingen! In de preek over de Getsémane-worste- ljng: „Het lijden van de ziel mag wel teregt genaamt worden de ziel van het lijden". Ons eindoordeel kunnen we weergeven in de woorden van het Bibl. Woordenboek (van dr. De Bie en mr. Loosjes): De predi king van Hellenbroek is innemend, mystiek- getint, eenvoudiger dan die van velen zijner tijdgenooten, vooral in de toepassingen niet ontbloot van natuurlijke, kunstelooze wel sprekendheid. Toch ging hij vér in het vergeestelijken was ook hij gewoon zijn preeken te stof- feeren niet Hehreeuwsche woorden, spreu ken, zelfs met Latijnsche gedichten. 'JUBILEERENDE BONDSRING Een preek van 40 bladz. Do preek (ruim 40 bladzijden beslaande!) heeft tot tekst Prediker 12 5 en werd gehou den voor een „overkroppende raeenigte". Al lezend komt ge toch onder den indruk van Brakels beteekenis. vooral van zijn tee dere godsvrucht Er zijn mooie gedeelten in. De warme toon doet weldadig aan. Met grooten ernst en diepe overtuiging wekt hij tot bekeering op, smeekt hij de jeugd en jongelingschap het groote werk hunner zaligheid niet tot later uit te stellen. „Vroege godvrugt" is ook voor al den Heere zeer behaaglijk: de alderzoetste honing wordt uit de knopjes van de eerste lente-spruitjes gezogen en uit de bloempjes en bloeisemen die zig maar eerst beginnen te openen: O! de honing d'er godvrugt uit de eerste bloei- gem van onze groene lente-tijd is ook alder- zoutst en aangenaamst voor God: de eerste lingen moeten voor den Heere zijn, niet de naleesingen. En wat is het uitstellen gevaar lijk! Aan weinig oogenblikken een einde looze eeuwigheid le wagen!" Maar toch hoe weinig soberheid! Hij noemt Brakels stijl „onopgepnonkt" Brakel gaf den raad, dat men „geleerthey.t- gebruikende de geleertheyt verberge op den Preekstoel". Zijn ambtgenoot had wel beter naar dien raad mogen luisteren. De preek is doorspekt met aanhalingen van Cicero, Seneca, Plato. Horatius (de lijst is nog zeer onvolledig). I-lij noemt Brakel „Gnldemond" „Honingtong", „een compleet exemplaar van wel sten-en" „Een Hoofdpaerel aan de Eere-kroon van onze Rotterdamsche Kerk". Woord na woord wordt de tekst ontleed Eerst over het woordje „want" (de mensch gaat naar zijn eeuwig huis). Dan over: de mensch. „Over de oorspronkelijkheid van die naam word verscheidentlijk geoordeeld"vijf meeningen worden besproken! Vervolgens wordt de vraag beantwoord: Wat te verstaan onder eeuwig huis („som mige meenon" „andere meenen"). Daar na is aan de beurt het woord: gaat. („dat gaan begint, hij al met d'at hij is geboren"). Onder de rouwklagers kan men verstaan: 1. de treurende gemeente, 2. de naaste vrien den. 3. de bekendmakers van des overlede nen dood, 4. „de rouw-staatige begraafnis zelf" (dit punt weer in vieren verdeeld). Met bl. 13 begint het meer genietbare ge- d'eelte: „Nu roept mij de tijd veel-geagte Toehoorders, dat ik de toepassing van deze gemeene waarheid tot het bijzondere onder werp brenge daar ik met de zelve op doele. Laat mij derhal ven toe dat ik een zwart gordijn open schuive om u in te lelden in een aldertreurigst gezigte, dat ik u van ver re op den Jijk-baar vertoone den dooden romp van een alderkostelijkste ziele, dat ik het graf voor u opene van hem die u dier baarder geweest is dan den Appel van uw De Bondsring Voorne en Pullen van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag hoopt 7 Januari a.s. in een vergadering te Nieuiu-Helvoet sijn 25-jarig bestaan te herdenken. Een foto van het Bondsbestuur. In 't midden Ds. C. W. J. van Lummel, van Zuidland ANTWOORDEN VAN MINISTERS DE MAARTENSDIJKSCHE TOL-KWESTI Op vragen van den heer Floris Vos, be treffende de Maartensdijksche tolkwestie, hebben de ministers van binnenlanrlsche za ken en justitie o.m. geantwoord, dat de be doelde verkeersbelemmering niet het gevolg was van het gesloten houden van den tol boom, doch van het door auto-bestuurders bij onderlinge afspraak weigeren van beta len van het tolgeld, terwijl de belemmering niet 3, doch l1* uur heeft geduurd, n.l. van pl.m. 2 uur tot pl.m. 314 uur n.m., het tijd stip, waarop de bestuurders zich bereid toonden het verschuldigde te betalen. Voorts wordt opgemerkt, dat 2 gemeente veldwachters, 1 Rijksveldwachter en"3 man schappen der militaire politie aanwezig wa ren zoodat wel moeilijk van de aanwezig heid van onvoldoende politie kan worden gewaagd. Wanneer met „dit feit", waarvan proces-verhaal zou moeten zijn opgemaakt is bedoeld het gesloten houden van den tol boom als vex-onderstelde oorzaak van de verkeersbelemmering, zijn de ministers van ooi-deel, dat er géén reden was voor het op maken van een proces-verbaal, daar de l 1- baas, die den tol gesloten houdt bij na betaling van den verschuldigden tol, ziWi zeker niet schuldig maakt aan onbevoegde verkeersbelemmering. DE RAMP VAN DE „OOIEVAAR". De nagelaten betrekkingen. Op vragen van den heer Van Braam beek, op welke wijze gezorgd wordt voor de nagelaten betrekkingen van de omge komen leden der ,.Ooievaar"-bemanning, heeft de Minister van W'aterstaat o.m. ge antwoord Naast dc uit,keeringen, welke op grond van de Ongevallenwet (en ten aanzien van een der vliegtuigbestuurders, op grond van de Militaire Pensioenwet), worden gedaan, wordt van de zijde der Koninklijke LuchU vaart Maatschappij boven en behalve tege moetkomingen in de onmiddellijke geldelijke, gevolgen wan het ongeval, „zijnde de kosten, van vervoer en begrafenis van het stoffelijk overschot, aan de nagelaten betrekkingen: uitgekeerd het salaris en een bedrag aan vlieggelden over de maand December; voorts wordt, wat iederen vliegtuigbestuurder be treft, .een uitkeering in eeus van f 20.000 en wat den werktuigkundige betreft, een uit-, keering in eens van f 5000 gegeven. Ten slotte worden ten aanzien van de piloten, die van de bij de maatschappij bestaande spaarregeling gebruik hebben gemaakt, de spaargelden, vermeerderd met de gekweekte rente, uitbetaald. De spaarregeling bestaat hierin, dat de helft van het vlieggeld bij een hank wordt gestort en de Koninklijke Lucht vaart Maatschappij hierop rente vergoedt. DE VEILIGHEID IN DE MIJNSTREEK- Op vragen van het Tweede Kamerlid Ma en e n betreffende het onverwijld nemen van maa'regelen tot verzekering van de veiligheid der bovolking in du Mijnstreek, heefi de Minister van Justitie geantwoord: Uit een ingeste d onderzoek is met kun nen blijken, dat de oppnl>are vupgheid in het grensgebied, en wel met name in de mijnstreek, in don laatsten tijd op onrust barende wijze zou worden bedieigl Evenmin is kunnen blijken, dat in het bedoeld gebied hel aantal inibraken steels toeneemt Belangrijke inbraken komen be trekkelijk weinig voor. Wel komen kleine inbraken vrij veelvuldig voor. Dit is echter niet iets van den laatsten tijd. Voor zoover kon blijken, had er geduren de den loop van dit jaar in de mijnstreek óén schietpartij op de politie plaats bij'n in-, braak en één bij een vermoedelijke poging' tot inbraak. Do daders ziin onbekend ge bleven. Of hierbij vreemdelingen betrokken waren, wat mogelijk is, is dus moeilijk te zeggen. Daar in de mijnstreek vele vreemdelingen wonen en waar deze streek aan en nabij de grenzen is gelegen, worden inbraken ui eraadd meermalen door vreemdelingen gepleegd. In de mijnstreek is voldoende politie aan wezig, doch het spreekt wel vanzelf, dat ook voldoende politietoezicht het plegen van misdrijven niet steeds voorkomt. Mocht blijken, dat de veiligheid der be volking in de mijns'reek niet voldoende verzekerd is, hetgeen tot dusverre niel het geval is, dan zal het treffen \an de noodige maatregelen zeker ondier de oogen wonen gezien. BURGEMEESTER W. DE VLUGT ONDERSCHEIDEN De Koning van België heeft de heer W. de Vlugt, Burgemeester van Amsterdam, benoemd tot Groot-Officier in de Kroon orde van België. De heer G. van der Aa, consul-generaal, heeft den Burgemeester een dezer dagen de versierselen dier orde overhandigd. NEDERLANDSCHE ADEL De Minister van Justitie brengt in her innering. dat zij, die tot den Nederland- schen adel behooren, gehouden zijn aan het Departement van Justitie kennis te geven van de in hun gezinnen plaats gehad heb bende geboorten, huwelijken en sterfgeval len, door inzending van volledige, gelega liseerde afschriften van de in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven NEDERLANDSCH-BELGISCHE BETREKKINGEN De minister van buiten'andsche zake.r. heeft m den voorzitter der Tweede Kamer ben toekomen den tekst van het op 29 December op het Belgische departement van buitenland- sche zaken te Brussel onderteekende protocol, rby de Nederlandsche en Beleische regec- UITVOER NAAR FRANKRIJK CERTIFICATEN VAN OORSPRONG. Bevoegdheden van den Minister. Bij Kon. besluit is bepaald de regeling van den uitvoer van bepaalde goederen uaar Frankrijk. Volgens dat besluit kunnen voor den uit voer door of vanwege den Minister van .Arbeid certificaten van oorsprong wordeu uitgegeven. Ieder certificaat wordt verleend voor een bepaalden tijd en voor een zoo danige hoeveelheid goederen als in een door of vanwege dien Min.ster voor allen gelij kelijk bepaalde verhouding staat tot de hoe veelheid van gelijksoortige goederen, welke in een voorafgaand tijdvak door den hou der van het certificaat naar Frankrijk is uitgevoerd. Dit tijdvak wordi mede door of vanwege den Minister bepaald- De Minister is bevoegd voor den uitvoer van bepaalde goederen commissies in te stellen, belast met het geven van advies in zake de vaststelling van de in het eer ste lid bedoelde hoeveelheid, en voor deze oommissies instructies vast te stellen. Het model der certificaten van oorsprong wordt door den Minister vastgesteld. Certificaten van oorsprong worden slechts, verleend aan hem, die zich gedurende een door den Minister vast te stellen vooraf gaand tijdvak met den uitvoer dier goede ren naar Frankrijk voor eigen rekening heeft beziggehouden. Hij, die een certificaat van ooi-sprong wenscht te verkrijgen, dient daartoe een door hem zelf of door zijn gemachtigde on derteekende schriftelijke aanvrage in bij den Minister of, indien deze aldus heeft be schikt, aan een door hem aangewezen per soon of aan een commissie. Ter bestrijding der kosten, aan het uit geven der certificaten verbonden, wordt bij het verleenen daarvan een door den Mi nister bepaald bedrag van ten hoogste 5 pet. van de waarde der goederen in rekening srebracht, waarvoor het certificaat \v >rdt ver- WOE5SDAG, 6 J.OSTTABI 8.01 Hil V€ 8.16 Huize lu.OG Hal ze 10-15 Hllve 12 ir» H ui x 12 20 D 8 v 12 30 Hulz 1.1.30 DdVi 13.33 M i d sum VJLR-A Gramof.muziek N.C.R.V.: Megaconcert N.C.R.V.: Zang N-C.R.V.-Dames sum V.A.R-A Uitzending voo •r" in d - o_mlmihedrlJ**»n 1 ICMk?dagconc( try: Coryrert van 1 14 35 Mldlund Re?' 15.00 Hum --- -- 15.00 Hilve Begt. l>e. I« Jong „Po Kladerhoorspel. i N.C.R.V.: Hu' -sum V.A.F-A. eleld door Joh. f* .F—V.Gramof.muz.iek Toespraak Ont- C'.AF.-A-Concert 5: Concert Omroep-ork vit Huif Regiment Huzaren. Arows- i®1: Koor „Caeoilia" (Vlaamecb N.MV t Militair Oorkest V.A.R.A.Ye i DE RELLETJES TE PARAMARIBO EEN RECHTZETTING! verplichten om in het geval, dat één der par tijen in- of uitvoerbeperkingen of -verboden of andere maatregelen, die dë wederzijdsche han delsbetrekkingen zouden kunnen belemmefën,Jn haar nummer van 11 December j.l. koóit mocht uitvaardigen, die maatregelen niet toe I „de West" terue op haar Vers'agen omtrent de te passen op een artikel, hetwelk in het bü-j relletjes,; welke te Paramaribo hebben plaats zonder voor de andere partij van belang is, I gehad. Men ontkomt hierbg niet aan den in- voerdat onderhandelingen zijn geopend niet j druk, dat genoemd orgaan de plaats reliad hyt doel om de nadeelen, die uit die toepas- hebbende gebeurtenissen ietwat al te tragisch sing mochten kunnen voortvloeien, zooveel 1 heeft opgevat, resp. ze onder een vergrootglas mcge'ijk te beperken. i bekeken heeft. De rectificaties, we'ke zij thai Dit protocol zal toepassing vinden vanaf den in haar reportage aanbrengt, wijzen dn'arop. dag der onderteekening en van kracht blijv tot den datum dei inwerkingtreding van nieuw handelsverdrag tusschen de beide geeringen. BERECHTING EN RECLASSEERING TIENJARIG BESTAAN VAN HET MAANDBLAD. Het maandblad voor Berechting en Re- classeering van Volwassenen en Kinderen, orgaan van het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen en van het-Nederlandsch Verbond der vereeni- gingen Pro Juventute, bestaat thans tién jaar. Het. heeft in die tien jaar vele belang rijke adviezen gegeven; vooral aan hen, die reclasseeringswerk te verrichten hebben. Het Maandblad is geheel self-supporting. Of, op zijn Hollandsch: het zeer beminde woord „subsidie" is aan het Maandblad on bekend en dat geeft vrijheid en onafhan kelijkheid. Bovendien heeft het Maandblad nog finantieol kunnen helpen bij de verza meling van een vakbibliotheek, waarvan thans hinnen enkele maanden de gedrukte catalogus zal worden gepubliceerd. Goed vorspreid, finantieel zeer onafhan kelijk, vooral dit laatste is een feit van beteekenis, een maatstaf van sucoes. Na in de eerste plaats te hebben vernield, dat de verwondingen, welke enkele beambten opliepen, van heel wat minder ernstiren aard waren, dan aanvankelijk werd gepubliceerd, vervolgt „de West": Ook de charge .waarbij de hoofdinspecteur wtrd optzet, was meer een schitterende demon stratie dan een ernstig wapenfeit. Wij mogen nu wel verklappen dat de militaire macht die door een geweldigf n klewang-aanval het volk deed uiteenspatten, bestond uitdrie man. Wel pen hewys wat men soms kan bereiken met enkele vastberaden manschappen' Ir. ons verslag hebben wij vermeld dat, w:i de gummistok voor een dergelijk oproer c vo'doonde bleek, dc politie des avonds we voorzien van sabels en karabijnen. Ook hier hebben wij, zonder het te willen, medegewerkt tot een onjuisten indruk naar buiten. De waarheid is, dat reeds een uur nadat de relletjes begonnen waren, de politie op het bureau voorzien werd van karabijnen. Elke beambte kreeg tien patronen, doch met de opdracht om slechts in uiterste noodzakelijk heid van het vuurwapen gebruik te maken Men kan van meening zijn dat men bij het uitbreken van re'lctjes er maar dadelijk op los moet schieten, de Gouverneur deelde die mea ning niet. Hij overwoog, dat by het schieten op een groote volksmassa, gewoonlijk onschub diren getroffen worden, en gaf om die reden last om slechts in uiterste noodzaak van di vuurwaprnen gebruik te maken. Om diezelfde reien wei-den ue militairen, die opgeroepen 1 N.C.R.V.: Polltlel V.R.A.: Persbericht* EEN NEDERLANDSCHE RADIO-PIONIER Nieuwe vinding! gebied volde* .-idlo-geljled cowt iiiillu£ hij n, in hoofdzaak als reserve gebruikt, later in het byzoipier voor bewakingsdiensten een uurtje na het uitbreken der relletjes belichten inkwamen van „vprwondine van be.imbten", den strengere orders gegeven. Aanleiding om. van de vuurwapenen gebruik te maken, ontstond echter eerst den volgenden middag. Een paar uren na het uitbreken der lelle tjes om drie uur des middags, was de rust voor het grootste deel hersteld. Openlijk ver zit vond weinig meer plaats. Wel doken, nu hier en dan daar, telkens groepjes op die bal dadigheden bedreven, maar waar do trucks verschenen met gewapende beambten, haastte men zich een veilig heenkomen te zoeken op Genoemd ergaan besluit: „Het spijt ons, dat ons verslag den indruk heeft gewekt a'sof het repaille feitelyk 'ne<lc- rnaal de baas was. Want dit schijnt vooral het uilg.ingspunt geweest te zyn voor dc beschul digingen aan het adres van oen Gouverneur, die net gezag -„«rabbel zou hebben gegooid, cn voor verge! ij kingen met he t gebeurde op Curasao, die alien grond missen. De persoon vu» de-11 Gouverneur blyft door het gebeurde onaangetast.'' MINISTER DECKERS NAAR INDIE De minister van defensie, Mr. Dr. L. N. Deckers, zal Donderdag a.s. om kwart voor 2. vergeze'd van ziin adjudant voor de zeeniarnt, luitenant ter zee 1«- klasse ti. G- Bozuwa, m«'t de Lloyd-rapide van het Ho! land scire Spo< r- station in Den H;iag naar Marseille vertrek ken, waar hy zich den volgenden dag op de „Sibnjak" zal inschepen. Nabij hel Macedonische front Door IVANKA „Indien ge niet te overreden zijtaldus de ingen.our, „dan geef ik u nog zes mij ner vertrouwde, goed gewapende gendar men mede er zijn er dah twaalf, waarvan er zes -'ooruitgaan en de overigen de aohteo- hoede zuLlen vormen." Dit laaiste vriendelijke aanbod namen we ntaar al gaarne aan. Reeds spoedig ver schenen de zes groote mannen, die er zeer e^enaardag uitzagen met hun hooge wol len muTson op en hun avontuurlijke uitrus ting. En zoo ondernamen we den verderen tocht iri den stikdonkeren nacht Zooals afgesproken was, gingen zes gen darmen voorop met geladen geweren, dan kwam do ossenwagen, waarachter wij lie pen terwijl de zes anderen volgden. Op de ze wijze trokken we uren voort; de eti-lte word alicen verbroken door het geluid der zware, Krakende wielen, den rustigen gang der ossen en de onverstaanbare gesprèkken uer mannen. Het was een zeer vreemde, oiuewimo tucht Af en toe wisselden wij or k eens een paar woorden en keken ter sluiks naar boven naar de donkere bergen, •vaarvan de puntige uitsteeksels ons sche nen ai-n fe staren cn wanraohter de roover- bende zien wel eens zou kunnen verschui len. Zoo galgen wij een geruiraen tijd ver der. Dooh wat beteekende dat opeens? In de Verte zagor, wij ejn groot houtvuur bran e.^n de he^'e omveviing fantastisch ver lichtte cn waaromheen minstens twaalf man gehurkt zaten. De gendarmen fWister- tsn, trokken zióh als één man te zaraen eD legden bun geweren aan. De mannen, die om het vuur geschaard zalen, sr.i-nden beboe-d-zaara op en maakten zich tegelijkertijd eveneens tot vuren ge reed. Het waren angstige oogenblikken. waarin we niel *ot spreken in staat wapep en nauwóli)ks de gedachten konden concen- treeren. De wj!tu eenen de waanschuwmgen va.n oen ingenieur en de ernst, waarmede dp manuien aan bedde zijden de geweren in orde brachten en zich lot den aanval go reed maakten, waren voldoende, om ons ie doen ge ooven. dat we werkelijk in handen der roovers gevallen waren. „Ja," zei de dokter met een ijzige kalmte, „we zijn gewaarschuwd; nu is het oogen hl-'k aarigcbroken." Dit waren nu niet bepaald opwekkende woorden I Langzaam, behoedzaam slopen de mannen nader tot elkander en wisselden eenige voor ons onverstaanbare woorden. Na dit korte oonderhoud namen zij aan beide zijden al lengs weer een meer vredelievende houding aan; onze geleiders maakten ons nu dui delijk. dat de mannen, die om het houtvuur hadden gezeten, boeren waren, die met hun ossen den dageraad afwachtten. Opgelucht door dit verblijdend nieuws, konden we onzen tocht gelukkig weer vrr- volgen en kwamen zonder verdere emoties des morgens om zes uur te Mitrowitza aan. Na hen te hebben bedankt en beloond voor de goede diensten, ons bij dien tocht bewe zen, groetten we de flinke kerels, die wosr dadelijk den terugweg ondernamen. Onze trein vprtrok om half zeven naar IJskub; we hadden nauwelijks den tijd iets te gebruiken in de wachtkamer van het kleine, onzindelijke stationnetje. Aangezien de hotels daar overvol wa ren, begaven we ons, nadat wij bij parti culieren een onderdak gevonden hadden, naai- het Amerikaansche Roode Kruis, om besprekingen te houden; de chef, een ko lonel, bleek echter niet aanwezig, omdat hij toevallig vopr eenige dagen nijar het hoofdbureau te Parijs was vertrokken, vanwaar hy échter spoedig zou terugkee- Geduldig wachtten wij zijn komst af. Binnen eon week ontving do dokter een schrijven, waarin het tijdstip, waarop net onderhoud zou plaats hebben, bepaald werd. Na de noodige besprekingen werden we met de anderen uit Prijepolje in dienst van het Amerikaansche Roode Kruis aan gesteld door de kolonel, die toevallig van Nederlandsche afkomst bleek te zijn. Ofschoon men bij het A-R-K. reeds vele steden ziekenhuizen had ingericht, waar hun eigen leden arbeidden, maakte men er dadelijk werk van, voor ons een geschikt station uit te kiezen. Intusschen werden de anderen gewaar schuwd en dezen zouden trachten zich zoo spoedig mogelijk bij ons te voegen, in af wachting van ons vertrek naar de plaats, die ons zou worden aangewezen. Aangezien ik de eenige van dit groepje was, dia in 1916—1917 te Monastir was werkzaam ge weest. hoopte ik opnieuw, dat deze stad ons arbeidsterrein zou worden; in de eerste plaats omdat ik er zoo van overtuigd was, dat men daar onze hulp zeker op prijs zou stellen, en tevens, omdat ik verlangde het hospitaal, dat we tegen onzen zin hadden verlaten en eveneens mijn oude patiënten, terug te zien; We waren echter gedwóngen dit besluit aan de autoriteiten over te laten. Al spoedig werd ons medegedeeld, dat ons als arbeidsveld Prilep werd aangewe zen, een stad niet zoo heel ver van Mona.s- •tlr verwijderd, waar de bevolking echter geheel van goede hulp verstoken bleek en het daarom zeer noodig was, dat daar een hospitaal werd ingericht, om de vele na- oorlogsgewonden en ernstige zieken to kun nen opnemen on behandelen. Zoo vlug mogelijk reisden we af naar Saloniki, waar eveneens een onderdeel van het A.R.K. gevestigd was; daar zouden we onze verdere instructies ontvangen en zouden tevens de lijsten voor het noodige materiaal en de voedingswaren worden oopgemaakt Eenifze dagen zouden vrij nu te Saloniki verblijven, waai' door de dok toren alvast een regeling zou getroffen worden, om een gedeelte van den grooten voorraad mede te nemen, zoodat we bij on ze aankomst te Prilep dadelijk een aan vang met het werk zouden kunnen ma- Nadat we eindelijk te Saloniki gearri veerd waren, begaven we ons allereerst naar het A.RJv. ter kennismaking. Daarna namen we in fiacres plaats, om te trach ten een goed onderkomen te vinden. Ik verzocht den koetsier mij naar het hotel „Royal' te brengen, dat in het cen trum der stad gelegen was en waar ik vroeger met de andere leden der missie ge woond had. De koetsier scheen echter zeer verwonderd over mijn vraag, mompelde eenige onverstaanbare woorden en bracht mij stilzwijgend naar een mij totaal onbe kend hotel aan het andere eindo der stad. Daarmede in het geheel niet tevreden, trachtte ik den koetsier zoo goed als het ging duidelijk te maken, dat ik niet den minsten lust gevoelde in dit vreemdhotel mijn intrek te nemen, en zeide nogmaals, doch nn mot klem, dat ik do voorkeur gaf aan het mij bekende hotel. Opnieuw haal de hij de schouders op en deed mij oen lang verhaal, waarvan ik niets verstond. Inziende dat ik zijn bedoeling niet begreep, maakte ik uit de wijze, waarop hij zijn betoogen voortzette, op. dat hij in elk ge val genegen was aan mijn verzoek te vol- Laiigzaarn reden we door de stad, om ein delijk in dat deel te belanden, dal mij in 1916—1917 zoo goed bekend \\..a geweest Hoe vreerad scheen mij echter nu alles toe; hoeveel was er veranderd! Van alle be kende hotels om en nabij de kade stond er geen enkel meer overeind. TW hoele cen trum, waarbij het bekende café Flocca, in welks omgeving vroeger het meest drukke verkeer plaats had; waar de vele troepen voorhij marcheerden, begeleid door militaire muziek; waar de generaals, officieren en manschappen In hun kleurige uniformen zich heen en weer bewogen en waar we zoo vaak op onze wandelingen door de stad hadden vertoefd', dit alles was verdwenen. Ook een gi-oot deel der Grieksche Turksche en Joodscho winkelwijken was veranderd in eèn uitgebreide,, kale aschvlakte. Slechts hier en daar zag men nog een overeind gebleven stukje muur van het een of andere bankgebouw of huis. Het was mij wel bekend, dat enkele maanden na ons ver trek naar Nederland in 1917 een groot deel der stad door een verschrikkelijke», zich snel uitbreidenden brand was verwoest, doch dat het juist dit deel was, had ik niet vermoed. De koetsier Stopte op de plek, Vaar een maal hotel „RoyAl" gestaan had. Rustig grinnikend eèn sigaret aanstekend, zei hij: „Hier zijt go nu bij dc puinhoopen van uw hotel", waarop een woordenvloed volgde, waaraan geen eindo scheen to komen. Stil bleef ik oven romlstaren op do plaats, waaraan zoovele herinneringen verbonden waren. Hoe kort was het geleden, doch hoexpcl was er veranderd! Hoe dui delijk sprak hier de vergankelijkheid van alles! Ik vroeg den koetsier mij naar een ander hotel te rijden, onverschillig waar. Deze scheen maar al to verheugd mij einde- Ik ergens te kunnen deponeeren. Toen de zaken geheel geregeld waren, vertrokken we naar Prilep. Op deze reis werd ik ieder oogenblik her innerd aan den tijd toen we onderweg waren naar Monastir zoo dicht bij het front; toen we probeerden in te sluimeren op de harde koude granaten waarvan de inhoud bestemd was om de vele jonge levens te vernietigen en geheele gezinnen in diepen rouw te dompelen. Hoe gehcej anders zag alles er nu uit! De treinen on wegen be vonden zich nog wel in denzelfden varwaar loosden toestand doch daarin zou nu spoe dig verandering komen. De huizen hospi talen en kerken moesten overal opnieuw worden opgebouwd. Doch hoeveel tijd en welk een omvangrijke arbeid was daarmee gemoeid! We zouden nu echter in volkomen rust .kunnen werken en niet ieder oogenblik, des daags en des nachts, worden opge schrikt door het geluid der aansuizendo granaten en hot vreesdijk angstgoroep onzer patiënten. We zouden geen rijen van slachtoffers, ouden van dagen, vrouwen en kinderen, meer voor ons zien. wier ontjet- Icnd .lijden en doodstrijd ons destijds zoo zeer had. aangegrepen cn wier levens door gruwzame uitvindingen te vroeg waren af gesneden. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9