DINSDAG 15 DECEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 De 3 pCt. korting Op de uitkeeringen van het Rijk aan Gemeenten en Provinciën Men schrijft ons van deskundige zijde; Nu de rijksambtenaren een korting op hun salaris krijgen van 5 pCt. met een ze kere degressie, hetgeen neerkomt op een ge middelde korting van 3 pCt., kan de billijk heid niet ontkend worden, dat de provin ciale en gemeente-ambtenaren een zelfde korting op hun salaris zullen ondervinden. Gelijke monniken, gelijke kappen. Een wet,.welke pertinent voorscurijft aan de provinciën en de gemeenten, de tracte- menten met een seker percentage te vermin deren, zou de autonomie van provincie en gemeente aantasten, vandaar dat de Regee ring een voorstel indiende, hetwelk de ge meenten vrijliet al of niet de salarissen te verlagen maar alleen een indirecte drang Uitoefende om tot die verlaging te komen en wel door op de uitkeering van het Kijk aan Provincie en Gemeente een bedrag van 3 pet van de totale salarislast dier Pro vincie of Gemeente te korten. Wat betreft de gemeenten wordt deze korting toegepast op de uitkeering uit het gemeentefonds. Destijds zijn ten opzichte van de wet van 1929 op de financieele verhouding o.m. de volgende bezwaren genoemd; a. De eene gemeente betaalt mee vooreen andere gemeente, zonder medezeg gingschap. b. Het Rijk keert een twintig millioen meer uit aan de gemeenten, zonder mede zeggingschap. c Het Rijk garandeert voor 5 jaar een vaste uitkeering aan de gemeenten per in woner zonder medezeggings cha p. De uitkeering voor 5 jaar vast te .stellen had de strekking, dat 't natuurlijke accres van de opbrengst van de fondsbelasting een spaarpotje werd voor de gemeenten en dat de gemeenten het natuurlijk accres der uitgaven zouden opvangen door bezuini- ging(!U), omdat zij anders tot verhooging der opcenten op de fondsbelasting zouden moeten overgaan. Deze door Minister De Geer met veel succes toegepaste tactiek op de rijksfinan ciën, werd daardoor voor de gemeenten omgezet in een wet. Naast het maximum van 80 opcenten, één der grootste verdien sten vah de wet van '29. Nu is er plotseling een dalende conjunc tuur gekomen, het verwachte spaarpotje wordt een suppleeren door het Rijk, het geen nooit de bedoeling is geweest, waar door de gemeenten op den oud'en voet zouden kunnen blijven voortleven, terwijl het Rijk sterk moet bezuinigen. Het getij verloopt. Minister De Geer wil de Holland- sche bakens verzetten, nu het de tijd is en niet, zooals is geschied met de Engelsche bakens, welke eenige jaren telaat verzet 't Gemeentefonds zou voor 1932 eenzelfde tekort opleveren als de korting op de sala rissen van de Rijksambtenaren bedroeg, n.l. een 7millioen. Een korting op de Rijks ambtenaren, om den gemeenteambtenaren hun tractement te laten behouden bij een gedaald indexcijfer. Op deze wijze is de onbillijkheid het scherpst naar voren ge komen. Het wetsvoorstel van 27 October 1931 tracht deze uit de wet van 29 voortvloeien de ongelijkheid te herstellen. Het buitengewoon moeilijke voor de Regee ring was om op zeer korten term ij n een wetsvoorstel tot stand te brengen, het welk zonder aantasting van de autonomie van provincie en gemeente, de rijksuit gaven verminderde en de Rijksambtenaren niet achterstelde bij de provinciale en ge meenteambtenaren. De vraag kan gesteld worden: Voldoet t wetsontwerp aan deze vereischten zonder tot grove onbillijkheden aanleiding te geven, of is het doel op andere wijze beter te bereiken, zoo ja, op welke wijze. a. Op zeer korten termijn moet het wets voorstel tot stand komen. De hier te lande gebruikelijke wijze zou geweest zijn, eerst een Staatscommissie in het leven roepen, die zou moeten onder zoeken of de salarissen van de provinciale en gemeente-ambtenaren hooger of lager waren dan bij het Rijk. Met deze wijze van handelen zou twee j'aar gemoeid zijn geweest. Die weg kon dus niet gevolgd worden en dientengevolge moest de Regeering komen met de fictie dat het salarispeil van rijks-, provinciale- en, gemeenteambtenaren gelijk was. Het tegenbewijs wordt thans aan de ge meentebesturen overgelaten, wat betreft "t aantoonen, dat de salarissen lager zijn dan bij het Rijk en derhalve niet voor inkorting vatbaar. Het bewijs, dat er salarissen zijn van ge meenteambtenaren, die aanzienlijk hooger zijn dan bij het Rijk, wat natuurlijk nage noeg ieder gemeentebestuur betwist, valt buiten het kader van dit wetsontwerp. Het kon wel eens gebeuren, dat Mr. Van Door- ninck, gezeten op het rijksrijwiel, de ge meentelijke automobiel niet kon bijhouden. Als men te hard rijdt, wordt het rijbewijs afgenomen. Dat kon er in de toekomst voor sommige gemeenten ook wel eens van komen, al was het rijbewijs voorzien van een stempel van Gedep. Staten. Tot op heden is het alleen nog maar voor sommige gemeenten, welke om kasgeld verlegen zijn: Niet parkeeren voor de Nederlandsche Bank, doorrijden tot de Kneuterdijk. b. De autonomie mocht niet worden aan getast. Voorop kan gesteld worden het beginsel, dat de I-Ioogere Overheid steeds het uitzonderlijk recht heeft, haar eigen wetten te veranderen, waarbij zij verordeningen vaststelt aangaande de Lagere Over heid. De provinciën en de gemeenten behoeven de korting niet over te brengen op haar personeel, zij kunnen ook op andere wijze bezuinigen of hun belastingen verhoogen. Een groote verdienste van het wetsvoor stel is, dat het een zeer bezuinigende strek king heeft, want wanneer een gemeente, welke meer dan 40 opcenten op de fonds belasting heft, de korting op haar perso neel toepast, kan zij van de rijkskorting worden ontheven, alzoo 2x3pet. is 6 pet. voordeel vopr die gemeente. Stel, dat de korting in een gemeente van een 30.000 zielen oplevert f30.000. Wanneer zij nu de korting toepast, meer dan 40 op centen heft en overigens valt onder de uit zondering van al. 2, van art. I der wet, dan krijgt zij een overschot van f 30.000. Past zij de korting niet toe, dan krijgt zij een tekort op de begrooting van f 30.000, geven de alzoo een verschil van 2xf30.000 is f 60.000. De vraag kan gesteld worden of dit stel sel niet voor uitbreiding vatbaar is en toe gepast kan worden, door het stellen van normen, op het totaal der uitgaven van iedere gemeente. Op grond van het wegnemen van de on gelijkheid met de salarissen van de Rijks ambtenaren, de niet aantasting van de provinciale en gemeentelijke autonomie en den tot bezuiniging strekkenden tendens, zouden we kunnen komen tot de conclusie dat het principe van 't wetsontwerp juist is. Tot onbillijkheden geeft het wetsontwerp echter aanleiding. Mogelijk kunnen deze onbillijkheden worden weggenomen. Hierover in een volgend artikel. BINNENLAND. STEUN AAN DE VLASTEELT COMMISSIE MET REGELING BELAST ƒ960.000 uitgetrokken In een derde nota van wijziging op de be- grooting van binnenlandsehe zaken en land bouw is f 960.000 uitgetrokken voor steun aan de vlasteelt. Daaromtrent wordt nog gezegd: De minister stelt zich voor de uitvoering van de steunregeling te doen geschieden naar een bepaald schema, waarin o.a. het volgende vastgesteld is: Een centrale commissie wordt onder toe- zioh der regeering met de uitvoering van deze steunregeling belast volgens algemeene regelen en nadere instructiën, door den mi nister van binnenlandsehe zaken en land bouw vastgesteld. De steunverleening geschiedt aan een ver- eeniging van telers ten bc/.oeve van erkende telers, welke hun door de vereeniging toege wezen deel der voornoemde oppervlakte uit zaaien en de voorwaarden door den minister en de centrale commissie gesteld, naleven. De plaatselijke commissie maakt een ont werp teeltplan op in overleg met de plaatse lijke gegadigden op grond van alle haar ten dienste staande gegevens over den uitzaai in de drie voorgaande jaren, zoo billijk moge lijk den uitzaai verdeelende onder de ge gadigde telers en binnen de grenzen, voor den kring door de centrale commissie ge steld. Steunuitkeering aan telers, die tevens vlasser zijn, vereïscht de bijzondere goed keuring der centrale commissie. Onder goed keuring van den minister kan hiervoor een bijzondere regeling gemaakt worden. De steun voor het repelen wordt uitbe taald aan den teler na het repelen of na verkoop van een erkenden vlasser. De steun voor de verdere verwerking wordt uitgekeerd na de afwerking: a. aan den teler, die zglf zijn vlas tot lint ver werkt; b. aan den teler, die zijn vlas in looncontract door een vlasser doet verwer ken; c. aan den vlasser, die het vlas koopt van een teler. Voor het repelen wordt uitgekeerd in to taal f 50 per uitgezaaide H.A. aan de telers- vereeniging. Voor de verdere bewerking wordt uitgekeerd aan de telersvereeniging een premie van f 110 per H.A. van den tota len uitzaai. De centrüle commissie bestaat uit 7 leden, waarvan 2 aangewezen door de telersver eeniging, 2 aangewezen door de vlasser .ver eeniging, 2 door den minister van binnen landsehe zaken en landbouw en 1 door den minister van financiën. Uit deze leden wor den voorzitter en secretaris door den minis ter van binnenlandsehe zaken en landbouw benoemd. DE AMSTERDAMSCHE PALEIS- KWESTIE EEN PALEIS-RAADHUIS-CQMMISSIE De burgemeester -van Amsterdam de heer W. de Vilugt, heeft gisteren een commis sie geïnstalleerd voor onderzoek inzake de Pel eis-Ra a dihu is-k w eeti e. Zooals bekend is de taak dezer commissie te onderzoeken, of het Paleis op den Dam voor een of meer gemeentelijke doeleinden bruikbaar is te maken. De installatie-rede van den burgemeester werd door dir. F. M. Wibaut, als voorzit ter der onderzoek-commissie., beantwoord. DE GROOTE STAKING IN TWENTE DE NOODTOESTAND IN HET VEEHOUDERSBEDRIJF OM STEUN VERZOCHT Het Kon. Ned. Landbouw-Comité, de Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland en de Ivath. Ned. Boeren- en Tuinderspond hebben aan den minister van Binnenland sehe Zaken een schrijven, betreffende steun maatregelen ten behoeve van het veehou- dersbedrijf gezonden. ITet is van algeipeene bekendheid, aldus luidt het in het adres, dat de geldelijk^ uit komsten van het veehoudersbedrijf den laat- sten tijd op onrustbarende wijze zijn tcrug- geloopen, zoodat zonder eenige overdrijving kan worden gezegd, dat ook deze tak van het landbouwbedrijf door de crisis zwaar wordt geteisterd. Zelfs wordt de toestand nog bijna met den dag slechter, zoodat het ten hoogste tijd wordt, dat middelen worden toegepast om een ontreddering te voorkomen De oorzaken van de crisis in onze veehou derij het welk een exportbedrijf is, zijn voor al gelegen in het steeds moeilijker worden van het internationaal ruilverkeer. Onzerzijds moeten maatregelen werden getroffen om aan den toestand het hoofd te bieden. Tot overmaat van ramp blijkt onze nog steeds koopkrachtige markt een sterke aantrekkingskracht uit te oefenen op aller lei producten, die door andere landen wor- den geweerd. Betrekt dit dan bovendien artikelen, waar van ons eigen land reeds een overschot be zit, dan is zulks voor onze eigen producen ten i.e. de veehouders, niets minder dan noodlottig. Onze landbouwbevolking in het algemeen en inzonderheid voorzoo veel zij de zandge bieden van ons vaderland bewoont, gehecht als zii is aan het voorvaderlijk bedrijf en traditie, zal niet spoedig tot een ander over gaan. Men zij echter zeer voorzichtig met daarop te veel te bouwen, ook in dit opzicht wijzigt zich de mentaliteit der boerenbe volking. De kans is groot, dat bij een herhaling van de zeer moeilijke omstandigheden tij dens vroegere crises, een groote trek naar de stad zal ontstaan, zoodra in handel en in dustrie eenige opleving komt. Laat men de crisis ongehinderd doorwer ken dan zou de aandrang om het platte land te verlaten vermoedelijk niet meer zijn te stuiten waardoor aan onze toekomstige volkskracht een onherstelbare slag zoude worden toegebracht. Moge ook onze regeering op het voorbeeld van andere landen^ die ons in dit opzicht reeds voorgingen, haar taak in deze begrij pen en spoedig tot daden overgaan. In ver band hiermede brengen adr. ter aanvulling van het reeds eerder verschenen urgentie programma de navolgende tijdelijke maatregelen lot steun aan het veehoudersbedrijf onder de aan dacht der regeering. I. Verbetering van den afzet in het bui tenland. a. De handelspolitieke bevoegd heden der regeering dienen uitgebreid te worden en dienen te worden aangewend om .onzen export gaande te honden. b. Voorzoover het buitenland ertoe over gaat den invoer van onze exportproducten aan 'n con tingen teering of soortgelijke be perking te onderwerpen, dient de export van de betreffende producten uit ons land onder cpntrqle gesteld te worden van een lichaam, dat over. uitgebreide bevoegdheden moet be schikken. Een dergelijk lichaam moet zoo veel mogelijk met medewerking der organi saties van belanghebbenden tot stand wor den gebracht, doch dient een semi-officieel karakter te dragen. Voorzoovér het land bouwproducten betreft dient daarbij op den voorgrond te worden gesteld, dat de land bouwers in de eerste plaats de belangheb benden zijn, zoodat de landbouworganisa ties in het bijzonder bij de samenstelling van dergelijke lichamen betrokken dienen te worden. Daarnaast dient ook de medewer king te worden ingeroepen van de organisa ties dergenen, die den export regelen. (Ex- portvereenigingen, particuliere exporteurs). c. Bevordering van den afzet onzer zui velproducten. Ten behoeve van den afzet on zer zuivelproducten in het buitenland zal een reclamefonds moeten worden gevormd. II. Verbetering van den afzet in het bin nenland. a. Een tijdelijk invoerverbod of ingrijpende invoerbeperking voor producten die plotseling op onze markt geworpen wor den doordat andere landen die onder nor male omstandigheden deze producten opna men. plotseling de grenzen sluiten of wel den invoer ernstig belemmeren. b. Een fiscaal recht op gebruiksartikelen van agrarische herkomst en op agrarische grondstoffen, die tot'verbruiksartikellen ver werkt worden. c. Voorschriften Inzake het verbruik van inheemsche landbouwproducten door alle overheidsorganen en instellingen die afhan kelijk zijn van de overheid, d. Het ken baar maken van het buitenlandsch vleesch als zoodanig aan de verbruikers, dient een wettelijk voorschrift te worden, e. Ter be vordering van de binnenlandsehe boter- consumptie legge de regeering aan fabri cage van margarine eenige beletselen in den weg. De verschillende maatregelen, om welke is verzocht, zijn van een uitvoerige toelich ting DE RAMP VAN DE ..OOIEVAAR' EVERT VAN DIJK GEÏNTERVIEWD. MEDAN, 14 Dec. (Anete). De Deli-Courant had een interview met den piloot var Raaf, Van Dijk, over de ramp van de Ooievaar. De heer Van Dijik verwerpt de theorie els zou het openstaande in ilk de oor zaak van de ramp geweest zijn. Deze oorzaak kan slechts gelegen zijn in de weigering van een der drie motoren op het kritieke moment waarop van den grond moet wordien losgekomen, terwijl een vlieg tuig als „de Ooievaar" met een lading van 5100 kilogram na zeetienhonderd meter over het veld getaxied te hebben, bij weigering van een deir motoren niet los kan komen, hetgeen met een lading van -1750 kilogran nog mogelijk zou zijn geweest De Ooievaar had een zware lading, dioch van overbeilas ting is geen sprake, daar een ladine van 5250 kilogram geoorloofd was. De omstan digheden wijzen uit, dat de snelheid van de Ooievaar ongeveer 120 kilometer bedroeg, hetgeen de vliegsnalhedd is, terwijl weige ring van een motor op 't kritieke oogenblik, waarop het vliegtuig van den grond moet loskomen, ingrijpen uitsluit. De meening van den heer Van Dijk is, dat wijlen Wiersma volstrekt onschuldig it Deze had geen andere keuze dan te trachten alsnog dos te komen, hetgeen even moet z:jn gelukt, daar het vliegtuig over een vier me ter breede sloot werd gebracht Hét neerstor ten was echter onafwendbaar, daar de in- vaishoek te groot was. De motoren van de Ooievaar zullen voor onderzoek naar Ba tavia worden overgebracht DE GROOTE STAKING IN TWENTE De Duitsche arbeiders, die thans te Enschedé aan 'f werk zijn, gaan 's middags 12 uur schaften. Maar ook dan zijn ze niet te zien: door middel van groote stukken linnen is 't terrein aan 'f oog van de buitenwereld onttrokken. TIJDELIJK INVOERRECHT IN NEDERL. INDIE BEDREIGING VAN ONZE INDUSTRIE BRIEF VAN HET VERBOND VAN NED. WERKGEVERS Het Veihond van Nederlandsche Werk gevers heeft dén volgendien brief aan de Tweede Kamer gezonden: Toen een jaar geleden bij uwe Kamer het wetsvoorstel tot tijdelijke (heffing van tien opcenten op de Indische invoerrechten aan hangig was, heeft ons Verbond uwe Kamer verzocht, dat voorstel niet aan te meanen, en wel op de volgende gronden: de export van de Nederlandsche industrie zou er een nieuwen terugslag van onder vinden; de als „tijdelijk" voorgestelde heffing kon zoo gemakkelijk bestendigd worden. Tot ons leedwezen moeten wij thans ech ter constateeren, dat beide voorspellingen Zijn uitgekomen. En niet alleen, dat de op centen bestendigd worden, zij zullen zelfs nog wordén verdubbeld. Hier wreekt zich nu 't bedenkelijke systeem van heffing van opcenten op de invoerrechten als sluitpost van de Indische begrooting. Het nadeel, dat onze export-industrie van de tegenwoordige opoénten-heffing onder- ivindt, dreigt dus het volgend jaaT nog te ivorden vergroot. j! Dat onze uitvoer naar Indië reeds st.eTk )<n beteekenis i6 afgenomen, moge blijken hit het volgende staatje, waarin achter de absolute cijfers zijn vermeld de percentages van onzen totalen uitvoer: Uitvoer van Nederland naar Nederlandse h-I n d i (zonder gouden en zilveren munt en munt 1930 Jan-iSept. '30 Jan-Sept '31 waarde 1000 fl. 136.279 7.93 112.135 8.5 72.296 7.2 lil 1000 kg. 236.543 1.42 186.824 1.5 137.622 1.1 Uit deze cijfers spreekt duidelijk niet alleen de absolute achteruitgang in waarde en dn gewicht ven onzen uitvoer naar Indiö vooral bij vergelijking van de eerste negen maanden van 1930 en 1931 doch ook, dat de reHatieve beteeknis van Indiië hls afzetgebied voor ons land danig minderd is. Terwijil Indié toob in de eerste drie kwarta/Len van verleden jaar nog 8." procent van onze uitvoerwaarde afnam, i ,dit percentage in 1931 gedaald tot 7.2. Dit is een zeer bedenkelijk verschijnsel. Het is ons zeer wel bekend, dat Indië door .zijn groote afhankelijkheid van de cultures waarin juist de prijsvel zeer sterk is ge weest veel aan koopkracht heeft inge boet. Doch de verleden jaar met 10 pet, ver hoogde invoerrechten hebben het hunne daartoe ongetwijfeld bijgedragen en wij zijn er van overtuigd, dat de koopkracht der Indische bevolking in verband met de prij6 verhoogende tendenz, die van verdubbeling der opcenten uitgaat, nog meer zal af nemen. In het bijzonder onze katoenindus trie, waar toch het aantal werkloozen ail voortdurend toeneemt, zal daar opnieuw onder komen te lijden. De metaalindustrie '6 hoofdzakelijk afhankelijk van bestellin gen der cultuurmaatschappijen en van het Gouvernement. Beide afnemers beperken thans hun aanknopen tot bet uiterste mini mum en het spreekt vanzelf, dat naarmate de metaalwaren door hooger invoerrechten duurder werden, nog minder zal worden besteld. De benarde toestand, waarin onze metaalindustrie, evenals trouwens vele andere bedrijven, verkeert, moge daarom, een waarschuwing zijn dezen industrieën geen nieuwe belemmeringen in den weg te leggen. Het aantal invoerbeperkingen in het bui tenland i6 al tot een onrustbarende hoogte gestegen. Ook uwe Kamer beeft zich meer malen beziggehouden met de vraag, op welke wijze in dien noodtoestand zou zijn to voorzien. Hier beeft uwe Kamer nu zelve het middel in handen een dreigende tariefc verhooging te voorkomen. Ons verbond veroorlooft zich daarom uw hooge vergadering ernstig te verzo-eken aan het desbetreffende wetsvoorstel uwe goedkeuring te onthouden. BEZUINIGING DE KRUISER „SUMATRA" BATAVIA, 14 Dec. (Aneta). De terugzen ding van den kruiser Sumatra naar Neder land, zooals die wordt voorgesteld, dus in clusief inkrimping van het Europeesch per soneel, beteekent een bezuiniging van l1/, millioen gulden. DE STRIJD IN DE TEXTIEL INDUSTRIE PER WEEK EEN TON UITKEERING Uit Enschedé wordt aan het Vad. gemeld: Bij het Twentsche textielconflict zijn twee fabrikantenvereeni gingen betrokken, de Enschedesche en de TwentschGeldersche. Bij de eerste ligt vrijwel alles stil. Bij de TwentschGeldersche is de toe stand anders. Daar staken slechts ongeveer 2000 van de 5 a 6000 arbeiders. Dit verschil in het textielgebied heeft di verse oorzaken. De vakbonden hebben zich daarginds, zij het schoorvoetend, neergelegd zelfs bij de loonsverlaging van 10 pCt., aan gezien zij meenen, dat anders verscheidene fabrieken het bijltje er bij neer zouden moe ten leggen. De toestand in de industrie is daar echter niet beter dan hier, maar omdat men hier den laatsten tijd-nog niet is over gegaan „short time" te laten werken, het geen op veel fabrieken buiten Enschede wel het geval was, heeft men daaruit geconclu deerd, dat de loonsverlaging te Enschede niet door economische omstandigheden motiveerd was. De verkorte werkweek heeft bovendien nog een tweede gevolg gehad. De arbeiders, die tengevolge daarvan slechts enkels dagen werkten, kregen voor de rest werkloozensteun uitgekeerd. Allicht zouden de vakbonden, in geval van een staking, be halve het gederfde loon ook een deel van den werkloozensteun als uitkeering hebben moeten uitbetalen, en daartoe is men niet bereid. Dientengevolge Rebben de leiders aï het mogelijke gedaan, om de menschen aan het werk te krijgen, ondanks een even groote verlaging van het loon als te Enschede aangekondigd. Zij hebben zelfs op vergade ringen verklaard, inzage te hebben gehad van de boeken en daaruit kennis te hebben geput omtrent de economische noodzakelijk heid van de loonsverlaging. In Enschede, waar de socialistische arbeidere over het al gemeen, al is ook hier de aard van het volk rustig en allerminst revolutionair, vrij links georienteerd zijn, heeft men de staking niet kunnen voorkomen, wilde men de organisa tie zelf niet in gevaar brengen. De Een dracht schijnt toch in de laatste dagen al een belangrijk aantal leden te zijn kwijt ge raakt. Men is op het oogenblik druk bezig met inschrijven van de stakers. Het juiste aantal is nog niet bekeïid, maar volgens de opgave van de zijde van De Eendracht be loopt 't bedrag, dat aan uitkeeringen betaald moet worden, per week niet minder dan t 100.000. Zonder steun van het N.V.V. kan de staking dan ook niet lang duren. Met dezen steun, althans financieel, houden bei de partijen rekening. De werkgevers meenen reden te hebben te meenen, dat aan den moreelen steun van 't N.V.V. wel een en ander zal ontbreken. De staking zal zonder financieele hulp al daarom niet lang duren, omdat de vakbonden wel sterke weerstands- kassen hebben, maar de ongunst des tijds hen evenmin als alle andere kapitalisten heeft gespaard. Tenslotte is het merkwaardig zoo deel de men van werkgeverszijde mede te be merken hoe het gebrek aan karakter bij de leiders van den modernen bond ook den arbeiders niet verborgen is geble ven. Toen De Eendracht teruggekomen op de tevoren afgelegde verklaringen, de vorige week plotseling omzwaaide en afkondigde, dat de stakers, die tegen het advies van het hoofdbestuur in den arbeid hadden neerge legd, tóch gesteund zouden worden, heeft dit op de leden, die aah het werk waren ge bleven, slechts weinig invloed gehad. „Wij hadden gedacht", zoo zeide men „dat den volgenden dag de staking een groote uitbrei ding zou hebben ondergaan, maar dat ls niet het geval geweest". Het is in dit ver band nog in het geheel niet zoo zeker, dat de leiders hun wegvloeiend gezag hebben weten terug te winnen. Zij hebben in den jongsten tijd veel van hun invloed verloren. Het is hun geluk, dat de landelijke federa ties, het N.A.S. en de andere syndicalisti sche en semi- of heel communistische orga nisaties niet over de middelen beschikken, om een staking van dezen omvang en ver- moedelijken duur te financieren. Anders maakten de uiterste linksche organisaties ln Twente op het oogenblik een goede kans. ROFFEL-RIJMEN. ZILVEREN ZORG Pa staat voor z?n Zilvren Bruiloft; Daar zit pa erg over in; Niet om geldelijke reden Of vanwege z'n gezin: Pa mag zeggen dat-ie 't best heeft, En ook moeder maakt het goed; Het gezin, 't is al-met-alles: Koek-en-ei, en: melk-en-bloed. Maar, waar pa zwaar over piekert, Wat hem nachten kost van pijn Dat is dit: dat, veertien dagen!. Hij het feestvarken zal zijn! Pa, die zelf zoo graag mag spreken Als een ander jubileert. Pa, die anderer festijnen Feestlijk ceremonieert, Pa, die machtig declameeren En improviseeren kan, Ziet geen kans, die de lawine Van be-nvensching keeren kan; Pa, die steeds het vrije woord heeft. Met de vastheid van de bank, Zal zich nu moeten beperken Tot een staamlend woord van dank Pa zal dan eens ondervinden Hoe verguld je je gevoelt, Als je met een mond vol tanden Midden in de groen-te stoelt! Als ze 't al met bloemen zeiden Ach, dan zou het nog wel gaan, Maar die opgeprikte speechen, Daar ziet pa erg tegenaan. (Nadruk verboden.) LEO LENS CHR. DEMOCRATISCHE UNIE Nadat op den avond van 11 December een wijd'ingsure was gehouden ter herdenking van ihet vijfjarig bestaan van bovengenoem de Unie, in welke wijdingsure was gespro ken door Ds. J. Faiber, van Schoonoord, Ds. J. J. Buskes, van Oosterend en Ds. P. Ste- genga Azn., van .Amsterdam, vond in het gebouw van de Chr. Nat. Werkmansbond te Amsterdam, Zaterdagmorgen en -middag de Buitengewone Algemeene Vergadering plaats In een kort inleidend woord schetste de Voorzitter de heer R. van der Brug de om standigheden van dezen tijd, waarin de C. D. U, haar eerste lustrum viert; een tijd al Moedera.... weest op Uvj Voor Engelsche De BngdBObe ziekte bedreigt ook rrx kind. Zorgt dat het gewapend ls en zorgt btJUJdfl, want de Engelsche ziekte ls er vóór ge er aan denkt. „Dohylral"-tabletten bevatten Vitamine-D, het eenige afdoende middel tegen Engelsche ziekte. Dr. W. P. Enklaar, kinderarts «e Amsterdam, schrijft ons: „Dohyfral" beschouw lk als een krachtig en „onschadelijk voorbehoedmiddel en genees- „mlddel tegen Rachitis". Een halve tablet per dag ls voldoende om uw kind tegen Rachitis te beschermen. Phllipe-Van Houten's ,JOohyfral"-tabletten ƒ1.50 per buisje van 10 stuks, voldoende voor 3 weken; per buisje van 20 stuks 2.75. N.V. Pbsrmaceutlsche Producten Mij. PHILIPS—VAN HOUTEN Amsterdam lerminst geschikt om te feesten maar toch wel om te danken Hem, die de C. D. U. droeg en leidde, kracht gaf om te getuigen, juist nü Vervolgens werd overgegaan tot behande ling van een Ontwerp-Program. Uit d'e ingekomen amendementen en voor stellen bleek dat genoemd Ontwerp-Program niet beantwoordde aan het algemeen gevoe len. Besloten werd daarom niet af te dalen tot bijzonderheden en later te komen met een herzien ontwerp-proram. Onder algemeene instemming besloot het congres reeds nü over te gaan tot bekend making van een Beginselverklaring. Na breedvoerige bespreking werd d«e volgende Beginselverklaring met algemeene stemmen aangenomen: „De C. D. U. wil zijn de organisatie van ihen, die, belijden, dat God de Schepper is van hemel en aarde en in Jezus Chris tus en door den Heiligen Geest de Ver losser van de door Hem geschapen, maai* van Hem afgevallen wereld; dat de Bijbel den weg wijst niet alleen in het persoonlijke, maar ook in het we reldleven; dat God de menschen niet als op zich zelf staande individuen, maar in gemeen schap en mede-verantwoordelijk voor el kander in deze wereld geplaatst heeft, lien bindend door Zijn woord': „Gij zult liefhebben den Heere Uw God met geheel Uw hart en met geheel Uw ziel en met geheel Uw verstand." en „Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven" (Math. 22 3739). zich echter bevindend in een wereld, het individualistisch beginsel ieder voor zich echter bevindend in 'n wereld waar in 't individualistisch beginsel „ieder voor zich" in onverzoenlijken strijd is met dit woord van God!, dat „allen voor allen" stelt; zich verbinden in deze wereld door woord en daad te getuigen van wat zij in de concrete situatie van dezen tijd zien als de eischen van God ten opzichte van de maatschappelijke, internationale en koloniale vraagstukken en te streven naar een radicale hervorming van het werelds leven in de richting van de verwezenlij king dezer eischen." Het congres nam op voorstel van het Hoofdbestuur met aller instemming de vol gende motie aan: „De C.D.U. met leedwezen en veront waardiging kennis genomen hebbende van d'e samenstelling der delegatie naar de ontwapeningsconferentie te Genève in Februari 1932, betuigt adhaesie aan de ter zake aangenomen motie van de afd. Hoogeveen der Nooi meer Oorlog Fede ratie". Te ruim 5 uur werd het congres beöin- d'igd met het zingen van Ps. 68 10 „Ge loofd zij God met diepst ontzag".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5