De sfructuur van het BrifscheRijk Nabij hel Macedonische front DINSDAG 8 DECEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN DE DRIJFVEEREN TOT KOLONISEEREN Zelfs iemand, die niet zijn speciale werk ervan maakt om de economische wereld-situatie geregeld te volgen, kan duidelijk bemerken, dat er zich op eco nomisch gebied groote gebeurtenissen afspelen, die van vèrstrekker.den in vloed zullen zijn op het handelsverkeer in de naaste toekomst. De gewijzigde handelspolitiek van Engeland heeft een nieuwe stoot gegeven in de nationalisti sche opvattingen der andere landen. Er bestaat een algemeene tendenz voor het nemen van repressaille-maatregelen, wanneer de Engelsche mentaliteit niet verandert en hier doet het huichelach tige karakter van de internationale po litiek zich gevoelen. Immers Amerika, Frankrijk en ook Duitschland hebben hun tolmuren al jaren geleden verhoogd en dit als een zeer gewone zaak be schouwd, omdat immers hun belang er mede gemoeid was en dat van de andere landen hen niet raakte. Nu Engeland dit voorbeeld gaat volgen, komt er een krachtig protest. Dat landen als Neder land hun stem ertegen verzetten, is ra tioneel; Nederland heeft immers aan dat protectie-gedoe nimmer medege daan, integendeel. Het was plus royaliste que le roihet vond goed, al mopperden vele belanghebbenden er tegen, dat onze markt met büitenlandsche goederen werd overstroomd en het buitenland dankbaar gebruik maakte van de gebo den gelegenheid om op die wijze vol waardige guldens te verkrijgen. Een onsympathiek protest. Maar dat de protectionisten bil uitne mendheid (Frankrijk en Amerika; Duitschland ging daartoe over uit bit teren nood ten einde aan zijn verplich tingen te kunnen voldoen) hun stem te gen Engelands politiek verhieven, kan niet anders dan onsympathiek worden genoemd. Hetzelfde is het geval met het loslaten van het goud door Engeland, wat op het moment op een depreciatie van het Pond met circa 30 uitkomt. Hier is het ook logisch, dat Nederland deze daad niet goedkeurt, al neemt ons land o. i. té weinig de gebiedende nood zakelijkheid om dusdanig te handelen, au sérieux. Doch dat Frankrijk en Duitschland hun stem ertegen verzetten, is op zijn minst genomen onkiesch. Duitschland heeft zich niet ontzien (la ten wij ook hier aannemen, dat het niet anders kon) zijn Mark geheel waarde loos te maken, terwijl Poincaré den franc op 1/5 van zijn vóór-oorlogs- waarde verminderde, hetgeen op een depreciatie van niet minder dan 80 uitkwam. België ging nog verder en kwam op een waarde-vermindering van 85 Voorzoover ons bekend, is Italië niet in een ongunstig commentaar van Engelands houding getreden; dit land deed zijn munteenheid deprecieeren met ongeveer 75 Doch hoe het ook zij, wij hebben met de bittere realiteit rekening te houden. En deze realiteit doet vermoeden, dat de wereld geleidelijk zal worden ver deeld in verschillende economische groe pen, t. w. de Engelsche groep met ver moedelijk de Dominions en de landen, die hun belang erin zien, hun economisch lot aan Brittannië te verbindeneen Fransch georiënteerde combinatie (het is typeerend, dat onlangs in het Belgi sche Parlement een combinatie Frank rijk, België er. Nederland ter sprake kwam) Rusland en de Amerikaan- sche invloeds-sfeer. Misschien zien wij de naaste toekomst onjuist in, doch wij kunnen ons niet losmaken van de ge dachte, dat hierin de kiem van een wereld-herstel zou kunnen liggen. Wjj zien tenminste voorloopig nog geen an dere mogelijkheid, dat aan de dolle ta rief-verhooging een einde komt anders dan via deze zich vormende groepen, die binnen hun groep allicht tot mildere douane-regeling zullen komen. In dit verband is het interessant te vermelden, dat tot nu toe de Britsche Dominions van de verhoogde Engelsche invoerrech ten zijn vrijgesteld, hetgeen een aanwij zing zou kunnen worden genoemd voor een mogelijke richtlijn voor hen, die zich het meeste tot de Engelsche com binatie voelen aangetrokken. De structuur van het Britsche Rijk. Van deze praemisse uitgaande, lijkt het ons nuttig, de structuur van het huidige Britsche Rijk aan een bespre king te onderwerpen. Er is immers den laatsten tijd in dit opzicht veel ver anderd en de evolutie staat nog pas in haar beginstadium. Ook zal de houding, die de nationalistische Britsch-Indische partijen ten opzichte van het Moeder land zullen aannemen, een doorslag- gevenden invloed hebben op het prestige van Engeland en de waarde van een Engelsche economische eenheid. Wij kunnen dan ook niet anders dan toe juichen, dat Ghandi een frontverande ring voorbereidt; een bloedelooze agita tie in Indië tegen het Engelsche gezag kan o. i. niet anders dan op een gewel- dadige revolutie uitloopen, want is een maal de hartstocht van de massa ont ketend, dan is het uiterst moeilijk deze te stuiten. Hopelijk deinst Ghandi voor de consequenties van zijn eventueel te nemen besluit terug. In enkele artikelen zullen wjj het Britsche Rijk bespreken. Grepen uit het verleden. Verschillende drijfveeren hebben van oudsher de menschheid de richting van koloniseeren doen inslaan. In de aller eerste plaats kunnen wij het economi sche motief noemen; door overbevol king of handelsgeest gedrongen zoekt het land nieuwe gebieden (Cartago Nederland in den Indischen archipel). DE OOSTZEE-HAVENS DICHTGEVROREN De winter heeft de scheep vaart in de Oostzeehavens gestremd. De bergingsarbcid pan het Deensche schip Havetdat vorige maand bij Swinemünde zonk, ïhoest ten gevolge van de vorst worden Ten tweede kan de godsdienst een reden tot koloniseeren zijn, hetgeen bijv. gold voor Portugal in de 15de en 16de eeuw en in niet mindere mate voor Spanje waar de bekeering der heidenen tot het Christendom als doel der kolonisatie werd opgevat. Een niet minder groote rol heeft ten derde het politieke element gespeeld, waarbij wij Frankrijk als voorbeeld kunnen aanhalen, dat uitge strekte koloniale gebieden wenschte ter versterking van het aanzien en de machtspositie van het Moederland. Als laatste drijfveer is volledigheidshalve te vermelden het stichten van kolonies als deportatie-gebied voor ongewenschte elementen in het Moederland (Austra lië). Bii het nagaan van de Britsche Kolo niale Geschiedenis zien wij, dat deze vier redenen alle invloed op de geste van Engeland hebben uitgeoefend. Bij het vestigen van het Engelsche gezag in Voor-Indië is het economisch motief van overwegend belang geweest; de Engelsche Oost-Indische Compagnie (zooals trouwens alle compagnieën uitj dien tijd) beoogde een zuiver commer cieel doel n.l. het maken van handels winsten. Daarentegen zijn de eerste ko loniën in Amerika oorspronkelijk uit godsdienstigen drang gesticht (de be kende Quakers-beweging) terwijl Enge land uit politiek oogpunt, niet zoozeer kolonies als wel belangrijke punten (Gi braltar, Suez, Aden, Malta, Kaap de Goede Hoop etc.) heeft ingenomen ter bevestiging van zijn hegemonie ter zee Ten slotte kan Australië als voorbeeld dienen van een kolonie, die als verban ningsoord dienst moest doen en het is typisch, dat de geborneerde Engelsch- man nog altijd van den Australiër spreekt als afstammeling van gedepor teerden Als vorm van beheersching der Kolo niën diende algemeen het principe van exploitatie der gebieden ten behoeve van het moederland en pas na de werking der Fransche revolutie komt een mil dere geest op koloniaal gebied tot uiting en overweegt niet alleen het belang van het moederland. Hierop komen wjj uit voeriger terug. HET PALEIS VAN DE KONINGIN-MOEDER EN DE DELFTSCHE POORT TE ROTTERDAM Men zal misschien bij het lezen van dit opschrift zeggen: wat een vreemde combi natie is dat; welk véiiband bestaat er nu tusschen deze twee zoo uiteenloopende ge bouwen. hoe kunnen die in één adem ge noemd worden? Dit verband bestaat alleen hierin, dat deze voorname bouwwerken denzelfden bouwmeester tot ontwerper hadden en beide kenmerikemde voorbeelden zijn van den stijl, die toen de heerschende was. Den Haag is rijk aan statige, deft'ge woonhuizen uit de XVIIIe eeuw, waarvan vele wel den naam van woonpaleizen ver dienen. Een van die gehouwen, die ik on langs nog behandeld heb, is het voormalige huis van Groen van Prinsterer. In düen tijd had men gebroken met de traditioneele Hollandsohc bouwkunst en een geheel nieuwe kunstuiting was daa:1- voor in de plaats gekomen. Ons land was evenals geheel Europa, gekomen onder den invloed, heter gezégd onder de overheer- sching van de Fransche kunst, die in haar achtereenvolgende perioden genoemd wordt naar de koningen Lodewijik XIV, XV en XVI, onder wier regeeringen zij waren ont staan; gezamenlijk dragen zij dan ook den naam van L o d e w ij k s t.ij 1 e n. Droegen de eerste twee een buitengewoon weelde rig ja wulpsch karakter, waarop de yer- fijnde wufte, overprikkelde en zinnelijke tijd zijn stempel had gedrukt, zoo keerde men in het laatst van de XVIIIe eeuw tot de strengere, aan de klaissieken ontleende vormen terug, terwijl de gebouwen, althans wat het uitwendige betreft, een eenvoudig ja sober aanzien kregen. Dat was het ken merk van den zjg. s t ij 1-Lod e wij k XVI. In dezen stijl zijn hier te lande verschei dene merkwaardige gebouwen verrezen. Ik behoef slechts te noemen het gemeentehuis tè Westzaan, de Hersteld Luthersche Kerk op den Kloveniersburgwal te Am sterdam, het gebouw van de Holland- sche Maartschappij voor Wetenschappen aan het Sipaarne te Haarlem, het gebouw Felix Meritis te Amsterdam, de stad huizen te Weesp en te Groningen, het Kantongerecht te Schiedam, de St. Rosaliakerk te Rotterdam, het gebouw van de Tweede Kamer en het voormalige paleis van den prins van Nassau-Weilburg, thans schouwburg, beide in Den Haag. niet te spreken van talrijke groot pre of kleinere deftige of meer eenvoudige woonhuizen te Amsterdam, 's-Qravenhage i elders. In dezen stijl is ook gebouwd het Pa leis van de Koningi n-M oeder, ge legen aan het Lange Voorhout in Den Haag Het is een niet groot maar deftig voornaam en vorstelijk gebouw, dat wat de ligging het uitzicht betreft, een vrij wat gun stiger plaaits inneemt dan het paleis van de Koningin in het Noord einde. Het paleis van de Koningin-Moeder is gebouwd omstreeks het jaar 1760 voor An tony Patras, een vermogend burger en beiwdndhebber vaai de Oost-Indische Corn- lie. Later is het bewoond door den heer laerts heer van Wieldrechï, secretaris van de Rekenkamer van Holland. In 't begin van de XlXe eeuw ging het huis i<n eigendom over aan den bekenden Ara sterdamschen bankier Hope, denzelfde, die het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem heeft, laten bouwen. Deze stelde het in 1811 ter beschikking'van keizer Napoleon I, die er dan ook gedurende zijm bezoek aan Den Haag met zijn gemalin heeft vertoefd Daarna werd eigenaar van het gebouw ba ron Verstolk van Soelen, van wien het gekocht werd door Prins Hendrik, zoon van koning Willem II Deze liet het tot paleis inlichten en betrok het daar na met zijn gemalin Prinses A m a 1 i a van S a k s e n-W e i m a r, met wie hij 19 Mui 1803 was gehuwd. Dezen waren dus de eer ste vorstelijke personen uit het Oranjehuis, die bezitters waren van dit gebouw en sindsdien is het 't eigendom van lieden van dit vorstenhuis gebleven. Nadat Prins Hendrik den len Mei 1872 zijn gemalin door den dood had verloren, hertrouiwde hij den 24 Augustus 1878 met Prinses Maria van Pruisen, een doch ter van Prins Friedrich Carl. Dit huwelijk was echter van zeer korten duur, want noe trpo- -nf TP-'~i h'nr n.l. den 13 Januari 1879 stierf de Prins te Wolferdange ia j-uAeiuuiug, over v.eiK laad raus Hen drik voor zijn broeder Koning Willem III den groothertog van dit rijk, etadhoudei Het paleis ging nu in eigendom over aan Koning Willem III, maa,r de weduwe van Prins Hendrik bleef het bewonen tot 1885, toen zij een tweede huwelijk aanging mei Prins Albrecht van Saksen-Alten burg, waarna zij weer naar Duitschland terugkeerde, waar zij al spoedig, dm 2d Juni 1888, overleden is. Na den dood van Koning Willem III op 20 November 1890 kiwam het paleis in het bezit van de Koningin-weduwe Emma, aan wie de Koning het had vermaakt. De ze is nog altijd de eigenares er van en be woont het geregeld als zij in de Residentie verblijf houdt. Koningin Emma liet nu de vorstelijke woning inwendig geheel restaureeren, waar bij men zich zoo trouw mogelijk hield aan den stijl, die het gebouw kenmerkt, en waarbij de decorateur E. W. F. K e r 1 i n g als adviseur voor het schilder- en decoratie- werk optrad. De voorgevel van het paleis is met hard steen bekleed en versierd met een driehoe kig gebeeldhouwd fronton in het midden van de kroonlijst. Boven dm hoofdingang is een balkon met gesmeed ijzeren hek. In tegenstelling met den voorgevel is de ach tergevel op eenvoudige wijiz© van baksteen ngin-Moeder te s-Gravenhage In het inwendige van het gebouw maakt een statigen indruk het fraaie trappenhuis, gelegen in het centrum van de vorstelijke woning, waarop de kamers van de verschil lende verdiepingen uitkamen. De trap en de zich daar bevindende deuren zijn voorzien van kunstig snijwerk en met smaak gepoly chromeerd. De zalen met haar sierlijke stuc- plafonds en wandbekleedingen in één zaal bestaat deze uit goudleeren behangsel haar betimmeringen, marmeren schoor steenmantels en verdere stoffeering verraden een aangename intimiteit en dragen toch een voornaam karakter. Sommige van deze zalen, als de baleaal achter in het gebouw, de vertrekken links, en de balkonkamer aan de voorzijde, zijn in den stijl Lodewijk XVI behandeld; beneden rechts is de stijl Lodewijk XV toegepast, ter wijl de kamers op de verdieping, waartoe ook de bibliotheek behoort, weer in den stijl Lodewijk XIV zijn gehouden. Men ziet, dat in dit gebouw de weelderige XVIIIde eeuw- sche vormen cn versieringen hoogtij vieren. De meubels zijn van verschillenden aard en uit onderscheidene tijdperken. Verder bevat het paleis tal van merkwaardige schilderijen, waaronder vele portretten van Oranje vorsten en andere vorstelijke personen, men vindt er o.a. werken van M. J. v a n Mi e re velt, J. de Baan, J- F. A. Fisch- bein e.a, De tuin achter het paleis is aangelegd in den stijl le Nötre, den beroemden Fran- schen tuinarchitect, die zijn park- en tuin- aanlagen een geometrischen grondvorm gaf, en die een®even groote omwenteling in de tuinarchitectuur teweeg heeft gebracht als de Lodewijkstijlen die in de bouw- en sier kunst hadden gedaan. Het is wel de moeite waard om kennis i maken met den bouwmeester van dit statelijke gebouw. Zijn naaim is P. de S w art Deze was een man van groote ver diensten en buitengewone bekwaamheden, die zijn talent in verschillende steden heeft doen schitteren. Hij was architect van Prins Willem IV, voor wien hij het paleis der Friesche stadhouders verbouwde aan den Langen Vijverberg; thans is het verminkt tot drie woonhuizen. In den Haag heeft hij voorts in gemeenschap met den architect Hoeneker de Luthersche Kerk verbouwd van 1759 tot 1761. En te Leeuwarden, 's Prin sen bakermat, heeft de Swart in 1760 het stadhuis met een nieuwe raadzaal verrukt Ook in Rotterdam heeft P. de Swart zijn sporen nagelaten en wel in de mooie statige Delftsche Poort Ten allen tijde heeft men hier te lande veel zorg besteed aan de stadspoorten. Ze pasten in het stelsel van de verdedigings werken, maar tevens maakte men ze dienst baar aan de verfraaiing van de steden. Meestal werden deze bouwwerken, die toch eigenlijk slechts een practisch doel beoogden, tot ware kunststukken verheven. Uit een bouwkundig oogpunt dragen ze in hooge mate bij tot het schilderachtige uiterlijk van onze steden, terwijl ze ook als historische monumenten groote belangrijkheid bezitten. Jammer dat zoovele van die mooie ge wen zijn opgeofferd aan de eischen van het verkeer of om andere oorzaken zijn afge broken; die er nog zijn mogen daarom wel !n waarde worden gehouden. Rotterdam bezat eertijds niet minder dan tien poorten; de Delftsche Poort is de eenige die er van overgebleven is. Deze poort dan is gebouwd naar het ont werp van P. de S w ar t en is uitgevoerd door den luitenant-ingenieur A. H a 11 i n g a. Den 11 April 1768 werd zij aanbesteed en tot 1772 heeft men er aan gebouwd. Zij is echter niet de eerste poort van dien naam; vóór haar hebben nog twee andere poorten op die plaats gestaan, de eerste dagteekende waar schijnlijk van 1344, de tweede van om streeks 1550. De tegenwoordige poort, die geheel met na tuursteen is bekleed, bezit zeer verdienste lijk beeldhouwwerk, dat vervaardigd is door de beeldhouwers J. M. Cresant en Keer bergen; de laatste is ook de vervaardiger van den preekstoel in de Doopsgezinde Kerk in de Laurensstraat te Rotterdam. Aan den kant van het Haagsche Veer vertoont dit beeldwerk de Rotterdamsche stedemaagd met een pijlbundel in de linkerhand. Aehter haar troont Mercurius met zijn door slangen omwoelden staf; aan haar voet ziet men een der stroomnimfen van de Rotte of de Schie, die haar wateren afvoert naar den stroom god van de Maas Sierlijke wapentropeeën flankeeren aan weerszijden deze groep. Aan de Schiezijde ziet men een groot stads-wapen tusschen twee leeuwen als schildhouders en aan iederen kant ook weer een wapentropee. De bouwmeester P. de Swart, die ver diende dat zijn naam minder in het ver geetboek was geraakt, is waard door de Hagenaars zoowel als door de Rotterdam mers en door allen- die de kunst beminnen, in ©ere te worden gehouden. E .D. J. DE JnNGH Jr. DE OPPOSITIE IN DE S. D. A, P. SCHMIDT UIT HET PARTIJ-BESTUUR. Het P. B. acht het begrijpelijk, dat ten- gevolige van toevallige besprekingen onder pari ij genoot en wel eens gezamenlijk voor stellen van gelijke strekking in verschil lende affleelingen worden ingediend, maar het acht het ontoelaatbaar wijl voor de partijdiscipline schadelijk en voor de partij- eeniheid gevaarlijk - dat een groep partij genoten regelmatig bijeenkomt om, als ge organiseerde opipositie in de partij, afspra ken te maken en tegenleidnng te geven. Dat dit laatste onmiskenbaar het geval is alit uit, in verschillende plaatsen in meer dere afdeelingen, ingediende moties en bij het partijbestuur ingekomen mededeelingen af te leiden. Het P. B. verklaart dit optre den als ongeoorloofd en zal over de maat regelen, die dienen te worden genomen om de partij tegen de uit dit deeorganiseerend optreden ontsaande gevaren te bescher men, met de betrokken afdeelingen inover- lee treden. Ten aanzien van de in het textielconflict Radio Nieuws. DECEMBER Middelbui 9.30—10.30 Hulzen N.C.R.V.: Zang v jeskoor St. Laurens, Middelburg. Conceirt Mole- 12.60 Parijs: Gramofoonmuziek. 13.25 Parijs: Gramofoonmuziek. 13.60 Daven try: Solistencoicert. 11.20 Kal undbors: Orkest 11.30-15.00 Hulzen N.C.R.V.: Harmoniegeael- 15.00°HU v e rs u m V.A.R.A.: Gramof.muziek 15.50 Daven try: Concert 15.00—15.30 H u 1 z e n N.C.R.V.: Meisjeskoor Middelburg 16.30^ HJ 1 v e r a u m VARA.: PJanostukjee voor j ..AdoIIo" 17.05 Da 17.20 Brussel: Gramofoonmuziek. 17.45 Hilversum: VARA: Gramofoonmuziek. 13.00—18.30 Hulzen N.C.R.V.: Harmoniegezel- söhap „Apollo". 18.30 Milaan: Gramofoonmuziek 18.50 Warschau: Gramofoonmuziek. 18.50 Brussel: Gramofoonmuziek 19.05 Hilversum VARA.: Amsterd. Joodaoh V.A.R.A.Orkest .8 a e 1: G rschau: 21.45 H 1 1 .55 Wei 22.00 Hamburg: Popula ngenberg: Concert 22.20 Warsch au: Muziek 22.40—23.30 Hul* e n N.C.R.V.: Gramof.platen V.A.R.A: Gramof.muziek 8.00—8.16 Hulzen N.C.R.V.: Bijbellezing, Da. Blaauwendraad, Vlfssingen. 9.80—10.30 Hui ze n N.C.R.V.: Wijdingadlenst, Ds. D. Scheele, Mirtdel burs. :0.00 Hilversum V.PiR.O.: Morgenwijding;. .5.0017.00 Hulzen N.C.R.V.Zlekenuurtje* Ds. van Voorst Vader, Middelburg. Lezingen. Cursussen, enz. 11.00—11.30 Hulzen N.C.R.V.: Lezing van W. J. van Schelven over Schouwen en Dulve- 0—14.00 Hulzen N.C.R.V.: Lezing van H. Dronkers over het Raadhuis van Veere. 14.00—14.30 Hulzen N.C.R.V.: Lecing van W. L. Pel over medilsch owdei 15.30—16.00 H u z e n N.C.R.V.: Lezing va Huizinga over Zeeland ln de gcschie< 17.30-18.00 Hulzen N.C.R.V.: Lezing v. iche landbou' IM^iWhuT zen" n!c! R.V.t Lezl ng"Va n' M. A. van Varlk over Coöperatie in Zeeland 20.00—22.30 Hulzen N.C.R.V.: Openbare same komst Zeeuwsche Da« Middelburg. 22.3032.40 H u Persberichten. door de bevoegde besturen gegeven leiding sprak hei P B. uit, dat eventueel© critiek op deee leading thans van uit de partij niet dient te wondén geoefend en dat daarover tihans ook in „De Sociaal-Democraatniet behoort te worden geschreven. Een motie van afkeuring tegen de leden van den V.A.R.A.-omroepraad werd door het P. B. met op twee na algemeene stem men verworpen, op grond van de overwe ging dat de omroepraad slechts heeft ge daan wa; zijn taak was, n.l. te verhinderen, dat voor de V.A.R.A-microfoon, in zake be ginsel- en tactièkyragen, meeningen worden gepropageerd, die niet ais de moei ringen van onze sociaal-democratische arbeidersbe weging gelden. Met censuur in dezen zin, dat afwijkende meepingen in de partij niet tot uiting zouden mogen komen, heeft dit niets te maken. Na deze beslissing van het P. B. deelde p.g. P. J. Schmidit mede, dat hij als lid van het Partijbestuur bedankte. Door IV ANK A (13 De Prefect kwam binnen, doch bij den eereten aanblik keerde hij terug. Zulk een lijden was niet aan te zien; zooiets had hij hier onder de burgers nog niet medege maakt. Voortdurend werden zij weggedragen, wier doodsstrijd gestreden was, en steeds werden nieuwe slachtoffers aangevoerd. Stil zwijgend ging alles in z'n werk. Voor zoo iets kon men geen woorden vinden! De avond viel. Van al deze mensehen, ruim tweehonderd in getal, waren er slechts eenige overlevenden. Het woe één familie- Zoo snel mogelijk hadden zij zich nog bij tijds kunnen wegspoeden van de plaats dés onheils en daardoor waren zij de eeni- gen, die weinig gifgas hadden ingeademd. Z(j hoestten en braakten allen, doch zoo goed als zeker waren zij nog te redden. De anderen had men reeds weggedragen. F-én dag tevoren hadden zij zich als één groote familie vereenigd gevoeld, troost zoe kend bij elkander, misschien reeds plannen beramend voor den volgenden dag; ieder zoozeer vervuld van eigen, dagelijks terug- keerendë zórgen, en nu, één dag later, zijn zij allen weer vereenigd, doch nu voorgoed ónder de aarde. De6 avonds was het zeer stil in onze ka mer; bet bonsde en hamerde in onze hoof den. Wij gevoelden on6 als gebroken Niet in staat tot spreken, was ieder met eigen, sombere gedachten vervuld. Wij wis ten het: deze vemschrikkelijkete aller dagen, die hartverscheurende tooneelen en wan hoopskreten, zouden ons ons heele leven bij blijven. Deze trieste herinnering zou ons nimmer meer verlaten! MET VERLOF Stil, ineengedoken stond bij vóór ons. Hij was met eenige dagen verlof van het front gekomen. Reeds lang had hij d'len tijd verlangd en nu waren die dagen dan ook eindelijk voor hem aangebroken. In gedachten had hij zich reeds temidden zij ner familie gewaand, omringd door de zor- Een van de zusters voelde zich plotseling gen, die hij zoo lang had moeten ontberen, doodziek. Haar groene gelaatskleur was ons i Toen drong bij zijn thuiskomst de vreese» welreeds opgevallen, doch we schreven de-lijke, harde werkelijkheid tot hem door dat aan overspanning toe. Even later alles, wat hem liet en dierbaar was, hem echter begon het hoesten en braken; de ademhaling werd snel, terwijl de thermo- meter hooge koorts aanwees. Hoewel in een I lichten graad, vertoonde zij zeker alle 6ymp tomen van gasvergiftiging. Een groote angst maakte zich begrijpelij kerwijze van ons meester. Wij wilden eT niet aan denken, dat de mogelijkheid niet j uitgesloten zou zijn, dat ook z ij als slacht- offer zou kunnen vallen. Nadat wij dien nacht in de grootste zorg I en spanning hadden doorgebracht, 6cheen j haar toestand 's mongens gelukkig weer van dien aard, dat we hoopten haar spoedig j genezen te zien. j De nieuwe dag brak aan! Het leven ging j weer z'n gewonen gang, alsof er niets bij- zenders was gebeurd. Échter, buiten onze kamer gekomen, werden we overweldigd I door de herinnering aan den vorigen dag. I Voortdurend moesten wij terugdenken aan 'het doongestane leed dier arme onschuldi- gcn. Met alle kracht moesten wij on6 zien ontnomen. Zij allen waren gestikt door het moordend gas. Zij hadden zich den vo rigen dag onder de slachtoffers bevonden. Plij stond daar, gebroken door 6mart! Met een starren, droeven blik zag hij ons aan. Hij 6cheen het nog niet geheel te willen ge- looven. Alles kwam hem ook zoo onbegrijpe liik voor. Het was. alsof hij in een afschu welijke droom leefde. Zijn eerste gang was naar zijn huisje ge weest, de plaats, waaraan hij zoovele goede herinneringen had; waar hij hen allen had achtergelaten, zijn reeds bejaarde ouders, vrouw en zes kinderen. Doch zijn hui6je stond er niet meer. Een hoopje asch, een stukje muur vond hJj terug als eenig over blijfsel. Toen hoorde hij van de ramp, die over hem gekomen was. „Ach," snikte hij, „hoe heb ik mijn beet gedaan, om zelf het moordend lood te ont wijken. Hoe dikwijls was ik in het vuur en heb ieder oogenblik den dood vlak voor nogen gezien. Vaak gewond, ben ik er altijd weer bovenop gekomen. Voortdurend aan los te maiken van deze droeve gebeurtenis,hen allen denkend, was ik zoo dankbaar wilden wij in staat zijn den zwaren arbeidgestemd hun het droeve leed te kunnen te kunnen voortzetten. sparen van aan het front te sneuvelen. A gezin aan hun lot te moeten overlaten, heeft j lijk zich te beheenschen en hij was zeker mij altijd de allergrootste zorgen gebaard, j niet de geschiikte persoon, om zijn patiënten Doch hoe geheel andere ziet het er nu voorj cp te beuren en er den moed in te houden, mij uit! Nu zijn zij allen in mijn plaats ge- wat toch zoo noodig was. gaan! Verbaasd vroeg hij ons al dadelijk: „Wat Ik dacht reeds zooveel voor mijn vader- j heeft u allen er toch toe bewogen hier aan land te hebben gedaan, door dag en nacht het Macedonische front te komen arbei- mijn eigen leven in de waagschaal te stel- den?" len. Nu sta ik alleen! Hoe zal ik dien bit- Dat men daartoe speciaal uit Holland teren tijd doorkomen? Verlangens naar hen; kwam, vond hij toch wel zeer onbegrijpelijk die mij ïoo dierbaar waren, behoef ik nu i Hij 6cheen ons min of meer voor dwazen niet meer te hebben. Neen, verlangens heb, oan te zien! Wanneer hij er goed over na- ik niet meer. Ik zal terugkeeren naar de nacht, wekte de heele gescheidenis zelfs in plaats, vanwaar ih gekomen ben. Nu heb I hooge mate zijn ontevredenheid op: hij was ,-b niato toch gezonden, om ons te helpen'; waren wij ik niets meer te verliezen dan mijzelfl Ik heh wel zeeT duur betaald. God geve mij kracht dit zware krui6 te dm Zijn inzet was wel heel hoog geweest! hier niet aanwezig, dan behoefde hij van zelf dien tijd niet door te maken. Aan tafel, speciaal des avonds, kregen wij de griezeligste verhalen van heui te hooren. Dan zat hij even in gedachten ver zonken vóór zich uit te staren en begon le vertellen De griezeligste bijzonderheden uit zijn vele angstige droomen werden ons ge- 0schilderd. In zijn veiheelding scheen hem veerd, dokter S., een Griek, een zeer somber altijd iets of iemand op de hielen te volgen uitziend man van ongeveer vijftig jaren,Die engst, dat nare spook, vergezelde hem met reeds grijzend haar, ingevallen wangen overal Uit de vele verhalen bleek ons, dat groote, 6omher blikkende oogen. Zijn snor-; hij bijna niet naar bed durfde gaan en den baarden, die in overeenstemming warenganschen nacht, in zijn kamer op en neer met de uitdrukking van zijn gelaat, hingen wandelend, doorbracht. paar treurwilgen neer. Overigens maakte hij wel den indruk een sympathiek mensch te zijn eri toonde zich een zeer goed chirurg. Wij geloofden echter niet. dat hij zich ge heel op zijn plaats gevoelde. De nabijheid van het front maakte hem nerveus. Bij elk, geluid van ern aankomenden granaat Wk j *ou gew gstig om zich heen en zou zich hut I Ook Mad, Toch mochten we hem allen zeer gaarne lijden. Hij was hartelijk en behulpzaam; doch door hem kwamen we wel eens in een min of meer trieste stemming. Het is opmerkelijk, hoe vroolijkheid en~ somber heid aanstekelijk werken. We hoopten ech ter, dat hij op den duur aan dezen toestand nneninu angstig om zich heen en zou zich hut Ook Madame la Comlesee de Chabann? Mijnj liefst ergens venetoppen. Het viel hem moei 1 arriveerde en zou eenige dagen onze gast zijn. Zij was speciaal uit Saloniki overg2- komen, om te zien, op welke wijze hei ons j toegezonden materiaal werd gebruikt en waarmede men ons nog zou kunnen helpen En nu zij alles aanschouwde, was zij Ver rukt over onze keurige ziekenzalen, waar er alles zoo ordelijk en frisch uitzag, en zij toonde zich zeer gelukkig en tevreden, dat het geheel in zulke goede handen was ge vallen. Tevens betrof bet doel van haar komst besprekingen te houden over de kleine wees jes, meest baby's nog, wier vaders aan bet front gesneuveld en wier moeders door de gasbommen en granaten in de oude kerk waren gedood. Op een dier zaaltjes nu had zij die kleintjes bij elkander gezien; er wa ren er veertien. Niet vattend het leed, dat hun oudere hadden doorgemaakt en tevens nog onbewust van de onzekere toekomst, die vóór hen lag, zaten en lagen deze be klagenswaardige wezentjes bij elkander, huilend of kraaiend en lachend van p'ei- zier. De Gravin was zeer onder den indruk over hetgeen zij hier waarnam, en beloofde ons, zoodra zij te Saloniki zou zijn terug gekeerd, dadelijk maatregelen te treffen aangaande het lot dier kleintjes. In ieder geval, zoo verzekerde zij ons, zou voor hun allen zoo goed mogelijk zorg gedragen wor den. Zoodra de gelegenheid zich voordeed, zouden de kindertjes uit Monastir worden weggevoerd, wanr ze vnnwese het groote gevaar niet konden blijven. Waarechijo'ljk zouden ze via Saloniki naar Frankrijk wor den gebracht, waar men hen in de een of andere inrichting zou onderbrengen. f Wordt i volgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9