De sfructuur van het BrifscheRijk
Nabij hel Macedonische front
DINSDAG 8 DECEMBER 1931
DERDE BLAD PAG. 9
ECONOMISCHE WERELDPROBLEMEN
DE DRIJFVEEREN TOT
KOLONISEEREN
Zelfs iemand, die niet zijn speciale
werk ervan maakt om de economische
wereld-situatie geregeld te volgen, kan
duidelijk bemerken, dat er zich op eco
nomisch gebied groote gebeurtenissen
afspelen, die van vèrstrekker.den in
vloed zullen zijn op het handelsverkeer
in de naaste toekomst. De gewijzigde
handelspolitiek van Engeland heeft een
nieuwe stoot gegeven in de nationalisti
sche opvattingen der andere landen. Er
bestaat een algemeene tendenz voor het
nemen van repressaille-maatregelen,
wanneer de Engelsche mentaliteit niet
verandert en hier doet het huichelach
tige karakter van de internationale po
litiek zich gevoelen. Immers Amerika,
Frankrijk en ook Duitschland hebben
hun tolmuren al jaren geleden verhoogd
en dit als een zeer gewone zaak be
schouwd, omdat immers hun belang er
mede gemoeid was en dat van de andere
landen hen niet raakte. Nu Engeland dit
voorbeeld gaat volgen, komt er een
krachtig protest. Dat landen als Neder
land hun stem ertegen verzetten, is ra
tioneel; Nederland heeft immers aan
dat protectie-gedoe nimmer medege
daan, integendeel. Het was plus royaliste
que le roihet vond goed, al mopperden
vele belanghebbenden er tegen, dat onze
markt met büitenlandsche goederen
werd overstroomd en het buitenland
dankbaar gebruik maakte van de gebo
den gelegenheid om op die wijze vol
waardige guldens te verkrijgen.
Een onsympathiek protest.
Maar dat de protectionisten bil uitne
mendheid (Frankrijk en Amerika;
Duitschland ging daartoe over uit bit
teren nood ten einde aan zijn verplich
tingen te kunnen voldoen) hun stem te
gen Engelands politiek verhieven, kan
niet anders dan onsympathiek worden
genoemd. Hetzelfde is het geval met het
loslaten van het goud door Engeland,
wat op het moment op een depreciatie
van het Pond met circa 30 uitkomt.
Hier is het ook logisch, dat Nederland
deze daad niet goedkeurt, al neemt ons
land o. i. té weinig de gebiedende nood
zakelijkheid om dusdanig te handelen,
au sérieux. Doch dat Frankrijk en
Duitschland hun stem ertegen verzetten,
is op zijn minst genomen onkiesch.
Duitschland heeft zich niet ontzien (la
ten wij ook hier aannemen, dat het niet
anders kon) zijn Mark geheel waarde
loos te maken, terwijl Poincaré den
franc op 1/5 van zijn vóór-oorlogs-
waarde verminderde, hetgeen op een
depreciatie van niet minder dan 80
uitkwam. België ging nog verder en
kwam op een waarde-vermindering van
85 Voorzoover ons bekend, is Italië
niet in een ongunstig commentaar van
Engelands houding getreden; dit land
deed zijn munteenheid deprecieeren met
ongeveer 75
Doch hoe het ook zij, wij hebben met
de bittere realiteit rekening te houden.
En deze realiteit doet vermoeden, dat
de wereld geleidelijk zal worden ver
deeld in verschillende economische groe
pen, t. w. de Engelsche groep met ver
moedelijk de Dominions en de landen,
die hun belang erin zien, hun economisch
lot aan Brittannië te verbindeneen
Fransch georiënteerde combinatie (het
is typeerend, dat onlangs in het Belgi
sche Parlement een combinatie Frank
rijk, België er. Nederland ter sprake
kwam) Rusland en de Amerikaan-
sche invloeds-sfeer. Misschien zien wij
de naaste toekomst onjuist in, doch wij
kunnen ons niet losmaken van de ge
dachte, dat hierin de kiem van een
wereld-herstel zou kunnen liggen. Wjj
zien tenminste voorloopig nog geen an
dere mogelijkheid, dat aan de dolle ta
rief-verhooging een einde komt anders
dan via deze zich vormende groepen,
die binnen hun groep allicht tot mildere
douane-regeling zullen komen. In dit
verband is het interessant te vermelden,
dat tot nu toe de Britsche Dominions
van de verhoogde Engelsche invoerrech
ten zijn vrijgesteld, hetgeen een aanwij
zing zou kunnen worden genoemd voor
een mogelijke richtlijn voor hen, die
zich het meeste tot de Engelsche com
binatie voelen aangetrokken.
De structuur van het Britsche Rijk.
Van deze praemisse uitgaande, lijkt
het ons nuttig, de structuur van het
huidige Britsche Rijk aan een bespre
king te onderwerpen. Er is immers den
laatsten tijd in dit opzicht veel ver
anderd en de evolutie staat nog pas in
haar beginstadium. Ook zal de houding,
die de nationalistische Britsch-Indische
partijen ten opzichte van het Moeder
land zullen aannemen, een doorslag-
gevenden invloed hebben op het prestige
van Engeland en de waarde van een
Engelsche economische eenheid. Wij
kunnen dan ook niet anders dan toe
juichen, dat Ghandi een frontverande
ring voorbereidt; een bloedelooze agita
tie in Indië tegen het Engelsche gezag
kan o. i. niet anders dan op een gewel-
dadige revolutie uitloopen, want is een
maal de hartstocht van de massa ont
ketend, dan is het uiterst moeilijk deze
te stuiten. Hopelijk deinst Ghandi voor
de consequenties van zijn eventueel te
nemen besluit terug.
In enkele artikelen zullen wjj het
Britsche Rijk bespreken.
Grepen uit het verleden.
Verschillende drijfveeren hebben van
oudsher de menschheid de richting van
koloniseeren doen inslaan. In de aller
eerste plaats kunnen wij het economi
sche motief noemen; door overbevol
king of handelsgeest gedrongen zoekt
het land nieuwe gebieden (Cartago
Nederland in den Indischen archipel).
DE OOSTZEE-HAVENS
DICHTGEVROREN
De winter heeft de scheep
vaart in de Oostzeehavens
gestremd. De bergingsarbcid
pan het Deensche schip
Havetdat vorige maand bij
Swinemünde zonk, ïhoest ten
gevolge van de vorst worden
Ten tweede kan de godsdienst een reden
tot koloniseeren zijn, hetgeen bijv. gold
voor Portugal in de 15de en 16de eeuw
en in niet mindere mate voor Spanje
waar de bekeering der heidenen tot het
Christendom als doel der kolonisatie
werd opgevat. Een niet minder groote
rol heeft ten derde het politieke element
gespeeld, waarbij wij Frankrijk als
voorbeeld kunnen aanhalen, dat uitge
strekte koloniale gebieden wenschte ter
versterking van het aanzien en de
machtspositie van het Moederland. Als
laatste drijfveer is volledigheidshalve te
vermelden het stichten van kolonies als
deportatie-gebied voor ongewenschte
elementen in het Moederland (Austra
lië).
Bii het nagaan van de Britsche Kolo
niale Geschiedenis zien wij, dat deze
vier redenen alle invloed op de geste
van Engeland hebben uitgeoefend. Bij
het vestigen van het Engelsche gezag in
Voor-Indië is het economisch motief
van overwegend belang geweest; de
Engelsche Oost-Indische Compagnie
(zooals trouwens alle compagnieën uitj
dien tijd) beoogde een zuiver commer
cieel doel n.l. het maken van handels
winsten. Daarentegen zijn de eerste ko
loniën in Amerika oorspronkelijk uit
godsdienstigen drang gesticht (de be
kende Quakers-beweging) terwijl Enge
land uit politiek oogpunt, niet zoozeer
kolonies als wel belangrijke punten (Gi
braltar, Suez, Aden, Malta, Kaap de
Goede Hoop etc.) heeft ingenomen ter
bevestiging van zijn hegemonie ter zee
Ten slotte kan Australië als voorbeeld
dienen van een kolonie, die als verban
ningsoord dienst moest doen en het is
typisch, dat de geborneerde Engelsch-
man nog altijd van den Australiër
spreekt als afstammeling van gedepor
teerden
Als vorm van beheersching der Kolo
niën diende algemeen het principe van
exploitatie der gebieden ten behoeve van
het moederland en pas na de werking
der Fransche revolutie komt een mil
dere geest op koloniaal gebied tot uiting
en overweegt niet alleen het belang van
het moederland. Hierop komen wjj uit
voeriger terug.
HET PALEIS VAN DE KONINGIN-MOEDER
EN DE DELFTSCHE POORT TE ROTTERDAM
Men zal misschien bij het lezen van dit
opschrift zeggen: wat een vreemde combi
natie is dat; welk véiiband bestaat er nu
tusschen deze twee zoo uiteenloopende ge
bouwen. hoe kunnen die in één adem ge
noemd worden?
Dit verband bestaat alleen hierin, dat
deze voorname bouwwerken denzelfden
bouwmeester tot ontwerper hadden en beide
kenmerikemde voorbeelden zijn van den stijl,
die toen de heerschende was.
Den Haag is rijk aan statige, deft'ge
woonhuizen uit de XVIIIe eeuw, waarvan
vele wel den naam van woonpaleizen ver
dienen. Een van die gehouwen, die ik on
langs nog behandeld heb, is het voormalige
huis van Groen van Prinsterer.
In düen tijd had men gebroken met de
traditioneele Hollandsohc bouwkunst en
een geheel nieuwe kunstuiting was daa:1-
voor in de plaats gekomen. Ons land was
evenals geheel Europa, gekomen onder den
invloed, heter gezégd onder de overheer-
sching van de Fransche kunst, die in haar
achtereenvolgende perioden genoemd wordt
naar de koningen Lodewijik XIV, XV en XVI,
onder wier regeeringen zij waren ont
staan; gezamenlijk dragen zij dan ook den
naam van L o d e w ij k s t.ij 1 e n. Droegen
de eerste twee een buitengewoon weelde
rig ja wulpsch karakter, waarop de yer-
fijnde wufte, overprikkelde en zinnelijke
tijd zijn stempel had gedrukt, zoo keerde
men in het laatst van de XVIIIe eeuw tot
de strengere, aan de klaissieken ontleende
vormen terug, terwijl de gebouwen, althans
wat het uitwendige betreft, een eenvoudig
ja sober aanzien kregen. Dat was het ken
merk van den zjg. s t ij 1-Lod e wij k XVI.
In dezen stijl zijn hier te lande verschei
dene merkwaardige gebouwen verrezen. Ik
behoef slechts te noemen het gemeentehuis
tè Westzaan, de Hersteld Luthersche
Kerk op den Kloveniersburgwal te Am
sterdam, het gebouw van de Holland-
sche Maartschappij voor Wetenschappen aan
het Sipaarne te Haarlem, het gebouw
Felix Meritis te Amsterdam, de stad
huizen te Weesp en te Groningen,
het Kantongerecht te Schiedam, de St.
Rosaliakerk te Rotterdam, het gebouw
van de Tweede Kamer en het voormalige
paleis van den prins van Nassau-Weilburg,
thans schouwburg, beide in Den Haag.
niet te spreken van talrijke groot pre
of kleinere deftige of meer eenvoudige
woonhuizen te Amsterdam, 's-Qravenhage
i elders.
In dezen stijl is ook gebouwd het Pa
leis van de Koningi n-M oeder, ge
legen aan het Lange Voorhout in Den Haag
Het is een niet groot maar deftig voornaam
en vorstelijk gebouw, dat wat de ligging
het uitzicht betreft, een vrij wat gun
stiger plaaits inneemt dan het paleis van
de Koningin in het Noord einde.
Het paleis van de Koningin-Moeder is
gebouwd omstreeks het jaar 1760 voor An
tony Patras, een vermogend burger en
beiwdndhebber vaai de Oost-Indische Corn-
lie. Later is het bewoond door den heer
laerts heer van Wieldrechï,
secretaris van de Rekenkamer van Holland.
In 't begin van de XlXe eeuw ging het huis
i<n eigendom over aan den bekenden Ara
sterdamschen bankier Hope, denzelfde,
die het Paviljoen „Welgelegen" te Haarlem
heeft, laten bouwen. Deze stelde het in 1811
ter beschikking'van keizer Napoleon I, die
er dan ook gedurende zijm bezoek aan Den
Haag met zijn gemalin heeft vertoefd
Daarna werd eigenaar van het gebouw ba
ron Verstolk van Soelen, van wien
het gekocht werd door Prins Hendrik,
zoon van koning Willem II Deze liet
het tot paleis inlichten en betrok het daar
na met zijn gemalin Prinses A m a 1 i a van
S a k s e n-W e i m a r, met wie hij 19 Mui
1803 was gehuwd. Dezen waren dus de eer
ste vorstelijke personen uit het Oranjehuis,
die bezitters waren van dit gebouw en
sindsdien is het 't eigendom van lieden van
dit vorstenhuis gebleven.
Nadat Prins Hendrik den len Mei 1872
zijn gemalin door den dood had verloren,
hertrouiwde hij den 24 Augustus 1878 met
Prinses Maria van Pruisen, een doch
ter van Prins Friedrich Carl. Dit huwelijk
was echter van zeer korten duur, want
noe trpo- -nf TP-'~i h'nr n.l. den 13
Januari 1879 stierf de Prins te Wolferdange
ia j-uAeiuuiug, over v.eiK laad raus Hen
drik voor zijn broeder Koning Willem III
den groothertog van dit rijk, etadhoudei
Het paleis ging nu in eigendom over aan
Koning Willem III, maa,r de weduwe van
Prins Hendrik bleef het bewonen tot 1885,
toen zij een tweede huwelijk aanging mei
Prins Albrecht van Saksen-Alten
burg, waarna zij weer naar Duitschland
terugkeerde, waar zij al spoedig, dm 2d
Juni 1888, overleden is.
Na den dood van Koning Willem III op
20 November 1890 kiwam het paleis in het
bezit van de Koningin-weduwe Emma,
aan wie de Koning het had vermaakt. De
ze is nog altijd de eigenares er van en be
woont het geregeld als zij in de Residentie
verblijf houdt.
Koningin Emma liet nu de vorstelijke
woning inwendig geheel restaureeren, waar
bij men zich zoo trouw mogelijk hield aan
den stijl, die het gebouw kenmerkt, en
waarbij de decorateur E. W. F. K e r 1 i n g
als adviseur voor het schilder- en decoratie-
werk optrad.
De voorgevel van het paleis is met hard
steen bekleed en versierd met een driehoe
kig gebeeldhouwd fronton in het midden
van de kroonlijst. Boven dm hoofdingang
is een balkon met gesmeed ijzeren hek. In
tegenstelling met den voorgevel is de ach
tergevel op eenvoudige wijiz© van baksteen
ngin-Moeder te s-Gravenhage
In het inwendige van het gebouw maakt
een statigen indruk het fraaie trappenhuis,
gelegen in het centrum van de vorstelijke
woning, waarop de kamers van de verschil
lende verdiepingen uitkamen. De trap en de
zich daar bevindende deuren zijn voorzien
van kunstig snijwerk en met smaak gepoly
chromeerd. De zalen met haar sierlijke stuc-
plafonds en wandbekleedingen in één
zaal bestaat deze uit goudleeren behangsel
haar betimmeringen, marmeren schoor
steenmantels en verdere stoffeering verraden
een aangename intimiteit en dragen toch
een voornaam karakter.
Sommige van deze zalen, als de baleaal
achter in het gebouw, de vertrekken links,
en de balkonkamer aan de voorzijde, zijn in
den stijl Lodewijk XVI behandeld; beneden
rechts is de stijl Lodewijk XV toegepast, ter
wijl de kamers op de verdieping, waartoe
ook de bibliotheek behoort, weer in den stijl
Lodewijk XIV zijn gehouden. Men ziet, dat
in dit gebouw de weelderige XVIIIde eeuw-
sche vormen cn versieringen hoogtij vieren.
De meubels zijn van verschillenden aard en
uit onderscheidene tijdperken. Verder bevat
het paleis tal van merkwaardige schilderijen,
waaronder vele portretten van Oranje
vorsten en andere vorstelijke personen, men
vindt er o.a. werken van M. J. v a n Mi e
re velt, J. de Baan, J- F. A. Fisch-
bein e.a,
De tuin achter het paleis is aangelegd in
den stijl le Nötre, den beroemden Fran-
schen tuinarchitect, die zijn park- en tuin-
aanlagen een geometrischen grondvorm gaf,
en die een®even groote omwenteling in de
tuinarchitectuur teweeg heeft gebracht als
de Lodewijkstijlen die in de bouw- en sier
kunst hadden gedaan.
Het is wel de moeite waard om kennis
i maken met den bouwmeester van dit
statelijke gebouw. Zijn naaim is P. de
S w art Deze was een man van groote ver
diensten en buitengewone bekwaamheden,
die zijn talent in verschillende steden heeft
doen schitteren. Hij was architect van Prins
Willem IV, voor wien hij het paleis der
Friesche stadhouders verbouwde aan den
Langen Vijverberg; thans is het verminkt
tot drie woonhuizen. In den Haag heeft hij
voorts in gemeenschap met den architect
Hoeneker de Luthersche Kerk verbouwd
van 1759 tot 1761. En te Leeuwarden, 's Prin
sen bakermat, heeft de Swart in 1760 het
stadhuis met een nieuwe raadzaal verrukt
Ook in Rotterdam heeft P. de Swart
zijn sporen nagelaten en wel in de mooie
statige Delftsche Poort
Ten allen tijde heeft men hier te lande
veel zorg besteed aan de stadspoorten. Ze
pasten in het stelsel van de verdedigings
werken, maar tevens maakte men ze dienst
baar aan de verfraaiing van de steden.
Meestal werden deze bouwwerken, die toch
eigenlijk slechts een practisch doel beoogden,
tot ware kunststukken verheven. Uit een
bouwkundig oogpunt dragen ze in hooge
mate bij tot het schilderachtige uiterlijk van
onze steden, terwijl ze ook als historische
monumenten groote belangrijkheid bezitten.
Jammer dat zoovele van die mooie ge
wen zijn opgeofferd aan de eischen van het
verkeer of om andere oorzaken zijn afge
broken; die er nog zijn mogen daarom wel
!n waarde worden gehouden.
Rotterdam bezat eertijds niet minder dan
tien poorten; de Delftsche Poort is de eenige
die er van overgebleven is.
Deze poort dan is gebouwd naar het ont
werp van P. de S w ar t en is uitgevoerd
door den luitenant-ingenieur A. H a 11 i n g a.
Den 11 April 1768 werd zij aanbesteed en tot
1772 heeft men er aan gebouwd. Zij is echter
niet de eerste poort van dien naam; vóór haar
hebben nog twee andere poorten op die
plaats gestaan, de eerste dagteekende waar
schijnlijk van 1344, de tweede van om
streeks 1550.
De tegenwoordige poort, die geheel met na
tuursteen is bekleed, bezit zeer verdienste
lijk beeldhouwwerk, dat vervaardigd is door
de beeldhouwers J. M. Cresant en Keer
bergen; de laatste is ook de vervaardiger
van den preekstoel in de Doopsgezinde
Kerk in de Laurensstraat te Rotterdam. Aan
den kant van het Haagsche Veer vertoont
dit beeldwerk de Rotterdamsche stedemaagd
met een pijlbundel in de linkerhand. Aehter
haar troont Mercurius met zijn door slangen
omwoelden staf; aan haar voet ziet men een
der stroomnimfen van de Rotte of de Schie,
die haar wateren afvoert naar den stroom
god van de Maas Sierlijke wapentropeeën
flankeeren aan weerszijden deze groep. Aan
de Schiezijde ziet men een groot stads-wapen
tusschen twee leeuwen als schildhouders en
aan iederen kant ook weer een wapentropee.
De bouwmeester P. de Swart, die ver
diende dat zijn naam minder in het ver
geetboek was geraakt, is waard door de
Hagenaars zoowel als door de Rotterdam
mers en door allen- die de kunst beminnen,
in ©ere te worden gehouden.
E .D. J. DE JnNGH Jr.
DE OPPOSITIE IN DE S. D. A, P.
SCHMIDT UIT HET PARTIJ-BESTUUR.
Het P. B. acht het begrijpelijk, dat ten-
gevolige van toevallige besprekingen onder
pari ij genoot en wel eens gezamenlijk voor
stellen van gelijke strekking in verschil
lende affleelingen worden ingediend, maar
het acht het ontoelaatbaar wijl voor de
partijdiscipline schadelijk en voor de partij-
eeniheid gevaarlijk - dat een groep partij
genoten regelmatig bijeenkomt om, als ge
organiseerde opipositie in de partij, afspra
ken te maken en tegenleidnng te geven.
Dat dit laatste onmiskenbaar het geval is
alit uit, in verschillende plaatsen in meer
dere afdeelingen, ingediende moties en bij
het partijbestuur ingekomen mededeelingen
af te leiden. Het P. B. verklaart dit optre
den als ongeoorloofd en zal over de maat
regelen, die dienen te worden genomen om
de partij tegen de uit dit deeorganiseerend
optreden ontsaande gevaren te bescher
men, met de betrokken afdeelingen inover-
lee treden.
Ten aanzien van de in het textielconflict
Radio Nieuws.
DECEMBER
Middelbui
9.30—10.30 Hulzen N.C.R.V.: Zang v
jeskoor St. Laurens, Middelburg.
Conceirt Mole-
12.60 Parijs: Gramofoonmuziek.
13.25 Parijs: Gramofoonmuziek.
13.60 Daven try: Solistencoicert.
11.20 Kal undbors: Orkest
11.30-15.00 Hulzen N.C.R.V.: Harmoniegeael-
15.00°HU v e rs u m V.A.R.A.: Gramof.muziek
15.50 Daven try: Concert
15.00—15.30 H u 1 z e n N.C.R.V.: Meisjeskoor
Middelburg
16.30^ HJ 1 v e r a u m VARA.: PJanostukjee voor
j ..AdoIIo"
17.05 Da
17.20 Brussel: Gramofoonmuziek.
17.45 Hilversum: VARA: Gramofoonmuziek.
13.00—18.30 Hulzen N.C.R.V.: Harmoniegezel-
söhap „Apollo".
18.30 Milaan: Gramofoonmuziek
18.50 Warschau: Gramofoonmuziek.
18.50 Brussel: Gramofoonmuziek
19.05 Hilversum VARA.: Amsterd. Joodaoh
V.A.R.A.Orkest
.8 a e 1: G
rschau:
21.45 H 1 1
.55 Wei
22.00 Hamburg: Popula
ngenberg: Concert
22.20 Warsch au: Muziek
22.40—23.30 Hul* e n N.C.R.V.: Gramof.platen
V.A.R.A: Gramof.muziek
8.00—8.16 Hulzen N.C.R.V.: Bijbellezing,
Da. Blaauwendraad, Vlfssingen.
9.80—10.30 Hui ze n N.C.R.V.: Wijdingadlenst,
Ds. D. Scheele, Mirtdel burs.
:0.00 Hilversum V.PiR.O.: Morgenwijding;.
.5.0017.00 Hulzen N.C.R.V.Zlekenuurtje*
Ds. van Voorst Vader, Middelburg.
Lezingen. Cursussen, enz.
11.00—11.30 Hulzen N.C.R.V.: Lezing van W.
J. van Schelven over Schouwen en Dulve-
0—14.00 Hulzen N.C.R.V.: Lezing van H.
Dronkers over het Raadhuis van Veere.
14.00—14.30 Hulzen N.C.R.V.: Lecing van W.
L. Pel over medilsch owdei
15.30—16.00 H u z e n N.C.R.V.: Lezing va
Huizinga over Zeeland ln de gcschie<
17.30-18.00 Hulzen N.C.R.V.: Lezing v.
iche landbou'
IM^iWhuT zen" n!c! R.V.t Lezl ng"Va n' M.
A. van Varlk over Coöperatie in Zeeland
20.00—22.30 Hulzen N.C.R.V.: Openbare same
komst Zeeuwsche Da« Middelburg.
22.3032.40 H u
Persberichten.
door de bevoegde besturen gegeven leiding
sprak hei P B. uit, dat eventueel© critiek
op deee leading thans van uit de partij niet
dient te wondén geoefend en dat daarover
tihans ook in „De Sociaal-Democraatniet
behoort te worden geschreven.
Een motie van afkeuring tegen de leden
van den V.A.R.A.-omroepraad werd door
het P. B. met op twee na algemeene stem
men verworpen, op grond van de overwe
ging dat de omroepraad slechts heeft ge
daan wa; zijn taak was, n.l. te verhinderen,
dat voor de V.A.R.A-microfoon, in zake be
ginsel- en tactièkyragen, meeningen worden
gepropageerd, die niet ais de moei ringen
van onze sociaal-democratische arbeidersbe
weging gelden. Met censuur in dezen zin,
dat afwijkende meepingen in de partij niet
tot uiting zouden mogen komen, heeft dit
niets te maken.
Na deze beslissing van het P. B. deelde
p.g. P. J. Schmidit mede, dat hij als lid van
het Partijbestuur bedankte.
Door IV ANK A
(13
De Prefect kwam binnen, doch bij den
eereten aanblik keerde hij terug. Zulk een
lijden was niet aan te zien; zooiets had hij
hier onder de burgers nog niet medege
maakt.
Voortdurend werden zij weggedragen,
wier doodsstrijd gestreden was, en steeds
werden nieuwe slachtoffers aangevoerd. Stil
zwijgend ging alles in z'n werk. Voor zoo
iets kon men geen woorden vinden!
De avond viel. Van al deze mensehen,
ruim tweehonderd in getal, waren er slechts
eenige overlevenden. Het woe één familie-
Zoo snel mogelijk hadden zij zich nog bij
tijds kunnen wegspoeden van de plaats
dés onheils en daardoor waren zij de eeni-
gen, die weinig gifgas hadden ingeademd.
Z(j hoestten en braakten allen, doch zoo
goed als zeker waren zij nog te redden.
De anderen had men reeds weggedragen.
F-én dag tevoren hadden zij zich als één
groote familie vereenigd gevoeld, troost zoe
kend bij elkander, misschien reeds plannen
beramend voor den volgenden dag; ieder
zoozeer vervuld van eigen, dagelijks terug-
keerendë zórgen, en nu, één dag later, zijn
zij allen weer vereenigd, doch nu voorgoed
ónder de aarde.
De6 avonds was het zeer stil in onze ka
mer; bet bonsde en hamerde in onze hoof
den. Wij gevoelden on6 als gebroken Niet
in staat tot spreken, was ieder met
eigen, sombere gedachten vervuld. Wij wis
ten het: deze vemschrikkelijkete aller dagen,
die hartverscheurende tooneelen en wan
hoopskreten, zouden ons ons heele leven
bij blijven.
Deze trieste herinnering zou ons nimmer
meer verlaten!
MET VERLOF
Stil, ineengedoken stond bij vóór ons.
Hij was met eenige dagen verlof van het
front gekomen. Reeds lang had hij
d'len tijd verlangd en nu waren die dagen
dan ook eindelijk voor hem aangebroken. In
gedachten had hij zich reeds temidden zij
ner familie gewaand, omringd door de zor-
Een van de zusters voelde zich plotseling gen, die hij zoo lang had moeten ontberen,
doodziek. Haar groene gelaatskleur was ons i Toen drong bij zijn thuiskomst de vreese»
welreeds opgevallen, doch we schreven de-lijke, harde werkelijkheid tot hem door dat
aan overspanning toe. Even later alles, wat hem liet en dierbaar was, hem
echter begon het hoesten en braken; de
ademhaling werd snel, terwijl de thermo-
meter hooge koorts aanwees. Hoewel in een
I lichten graad, vertoonde zij zeker alle 6ymp
tomen van gasvergiftiging.
Een groote angst maakte zich begrijpelij
kerwijze van ons meester. Wij wilden eT
niet aan denken, dat de mogelijkheid niet
j uitgesloten zou zijn, dat ook z ij als slacht-
offer zou kunnen vallen.
Nadat wij dien nacht in de grootste zorg
I en spanning hadden doorgebracht, 6cheen
j haar toestand 's mongens gelukkig weer
van dien aard, dat we hoopten haar spoedig
j genezen te zien.
j De nieuwe dag brak aan! Het leven ging
j weer z'n gewonen gang, alsof er niets bij-
zenders was gebeurd. Échter, buiten onze
kamer gekomen, werden we overweldigd
I door de herinnering aan den vorigen dag.
I Voortdurend moesten wij terugdenken aan
'het doongestane leed dier arme onschuldi-
gcn. Met alle kracht moesten wij on6 zien
ontnomen. Zij allen waren gestikt door
het moordend gas. Zij hadden zich den vo
rigen dag onder de slachtoffers bevonden.
Plij stond daar, gebroken door 6mart! Met
een starren, droeven blik zag hij ons aan.
Hij 6cheen het nog niet geheel te willen ge-
looven. Alles kwam hem ook zoo onbegrijpe
liik voor. Het was. alsof hij in een afschu
welijke droom leefde.
Zijn eerste gang was naar zijn huisje ge
weest, de plaats, waaraan hij zoovele goede
herinneringen had; waar hij hen allen had
achtergelaten, zijn reeds bejaarde ouders,
vrouw en zes kinderen. Doch zijn hui6je
stond er niet meer. Een hoopje asch, een
stukje muur vond hJj terug als eenig over
blijfsel. Toen hoorde hij van de ramp, die
over hem gekomen was.
„Ach," snikte hij, „hoe heb ik mijn beet
gedaan, om zelf het moordend lood te ont
wijken. Hoe dikwijls was ik in het vuur en
heb ieder oogenblik den dood vlak voor
nogen gezien. Vaak gewond, ben ik er altijd
weer bovenop gekomen. Voortdurend aan
los te maiken van deze droeve gebeurtenis,hen allen denkend, was ik zoo dankbaar
wilden wij in staat zijn den zwaren arbeidgestemd hun het droeve leed te kunnen
te kunnen voortzetten. sparen van aan het front te sneuvelen. A
gezin aan hun lot te moeten overlaten, heeft j lijk zich te beheenschen en hij was zeker
mij altijd de allergrootste zorgen gebaard, j niet de geschiikte persoon, om zijn patiënten
Doch hoe geheel andere ziet het er nu voorj cp te beuren en er den moed in te houden,
mij uit! Nu zijn zij allen in mijn plaats ge- wat toch zoo noodig was.
gaan! Verbaasd vroeg hij ons al dadelijk: „Wat
Ik dacht reeds zooveel voor mijn vader- j heeft u allen er toch toe bewogen hier aan
land te hebben gedaan, door dag en nacht het Macedonische front te komen arbei-
mijn eigen leven in de waagschaal te stel- den?"
len. Nu sta ik alleen! Hoe zal ik dien bit- Dat men daartoe speciaal uit Holland
teren tijd doorkomen? Verlangens naar hen; kwam, vond hij toch wel zeer onbegrijpelijk
die mij ïoo dierbaar waren, behoef ik nu i Hij 6cheen ons min of meer voor dwazen
niet meer te hebben. Neen, verlangens heb, oan te zien! Wanneer hij er goed over na-
ik niet meer. Ik zal terugkeeren naar de nacht, wekte de heele gescheidenis zelfs in
plaats, vanwaar ih gekomen ben. Nu heb I hooge mate zijn ontevredenheid op: hij was
,-b niato toch gezonden, om ons te helpen'; waren wij
ik niets meer te verliezen dan mijzelfl Ik
heh wel zeeT duur betaald.
God geve mij kracht dit zware krui6 te dm
Zijn inzet was wel heel hoog geweest!
hier niet aanwezig, dan behoefde hij van
zelf dien tijd niet door te maken.
Aan tafel, speciaal des avonds, kregen
wij de griezeligste verhalen van heui te
hooren. Dan zat hij even in gedachten ver
zonken vóór zich uit te staren en begon le
vertellen De griezeligste bijzonderheden uit
zijn vele angstige droomen werden ons ge-
0schilderd. In zijn veiheelding scheen hem
veerd, dokter S., een Griek, een zeer somber altijd iets of iemand op de hielen te volgen
uitziend man van ongeveer vijftig jaren,Die engst, dat nare spook, vergezelde hem
met reeds grijzend haar, ingevallen wangen overal Uit de vele verhalen bleek ons, dat
groote, 6omher blikkende oogen. Zijn snor-; hij bijna niet naar bed durfde gaan en den
baarden, die in overeenstemming warenganschen nacht, in zijn kamer op en neer
met de uitdrukking van zijn gelaat, hingen wandelend, doorbracht.
paar treurwilgen neer. Overigens
maakte hij wel den indruk een sympathiek
mensch te zijn eri toonde zich een zeer goed
chirurg.
Wij geloofden echter niet. dat hij zich ge
heel op zijn plaats gevoelde. De nabijheid
van het front maakte hem nerveus. Bij elk,
geluid van ern aankomenden granaat Wk j *ou gew
gstig om zich heen en zou zich hut I Ook Mad,
Toch mochten we hem allen zeer gaarne
lijden. Hij was hartelijk en behulpzaam;
doch door hem kwamen we wel eens in
een min of meer trieste stemming. Het is
opmerkelijk, hoe vroolijkheid en~ somber
heid aanstekelijk werken. We hoopten ech
ter, dat hij op den duur aan dezen toestand
nneninu angstig om zich heen en zou zich hut Ook Madame la Comlesee de Chabann?
Mijnj liefst ergens venetoppen. Het viel hem moei 1 arriveerde en zou eenige dagen onze gast
zijn. Zij was speciaal uit Saloniki overg2-
komen, om te zien, op welke wijze hei ons
j toegezonden materiaal werd gebruikt en
waarmede men ons nog zou kunnen helpen
En nu zij alles aanschouwde, was zij Ver
rukt over onze keurige ziekenzalen, waar
er alles zoo ordelijk en frisch uitzag, en zij
toonde zich zeer gelukkig en tevreden, dat
het geheel in zulke goede handen was ge
vallen.
Tevens betrof bet doel van haar komst
besprekingen te houden over de kleine wees
jes, meest baby's nog, wier vaders aan bet
front gesneuveld en wier moeders door de
gasbommen en granaten in de oude kerk
waren gedood. Op een dier zaaltjes nu had
zij die kleintjes bij elkander gezien; er wa
ren er veertien. Niet vattend het leed, dat
hun oudere hadden doorgemaakt en tevens
nog onbewust van de onzekere toekomst,
die vóór hen lag, zaten en lagen deze be
klagenswaardige wezentjes bij elkander,
huilend of kraaiend en lachend van p'ei-
zier.
De Gravin was zeer onder den indruk
over hetgeen zij hier waarnam, en beloofde
ons, zoodra zij te Saloniki zou zijn terug
gekeerd, dadelijk maatregelen te treffen
aangaande het lot dier kleintjes. In ieder
geval, zoo verzekerde zij ons, zou voor hun
allen zoo goed mogelijk zorg gedragen wor
den. Zoodra de gelegenheid zich voordeed,
zouden de kindertjes uit Monastir worden
weggevoerd, wanr ze vnnwese het groote
gevaar niet konden blijven. Waarechijo'ljk
zouden ze via Saloniki naar Frankrijk wor
den gebracht, waar men hen in de een of
andere inrichting zou onderbrengen.
f Wordt i
volgdj