[~[et Communisme in de Practijk
DINSDAG 8 DECEMBER 1931
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
zijn, dat met al dit
«men er zeker
Naast het prijzencomité, dat onlangs het praa* ^ete woratbereikt Gelijk het resül-
bevei uitgaf tot herziening van de vrije taat tijdelijk hij de kolenmijnen is verkre-
prijzen, is thans hij den raad van arbeid 'n 6en zoo kan het ook hier bereikt worden:
verdediging ingesteld 'n brandstoffencomité ronselen van arbeidskrachten op
Voorzitter Is lioeibishet, letten Lomof, Mtro- t"" "'"H.l.nH «i of m.t h«.
nof, Kossior en Lobof, allen personen, die
reeds hooge functies bekleeden in het eco
nomische ieven der sowjet-unie, gedeeltelijk
in de kolemindustrie. Een nieuwe instantie
dus, die naast de reeds bestaande alge-
meene voorschriften zal geven over de brand
stoffenindustrie en liet verbruik, en de ver
warring nog grooter zal maken. De leden
der commissie zijn zonder uitzondering ook
lid van het dagelij'kseh bestuur der commu
nistische partij en hebben in die functie dus
reeds alles over de brandstoffen verteld wat
er te vertellen is. Wanneer diezelfde men-
schen nu nogmaals als brandstoffencomité
bij elkaar gaan zitten vinden ze natuurlijk
terstond een oplossing voor alle moeilijk
heden.
DE IJZERINDUSTRIE.
Achtereenvolgens hebben we dit jaar de
meeste industrieën der sowjet-unie in een
dergelijk treurigen toestand gezien, dat dc
sowjet-bladen eerst alarmberichten plaatsen
en vervolgens overgingen tot dagelijksche
mededeeling van de bedrijfsresultaten- Merk
waardigenvijze hielp dit middel altijd; na
eenigen tijd kon men mededeelen, dat de
industrie „rich beterde", verrichtte hetgeen
volgens de plannen moest gebeuren en
daarmee was dan het verhaal uit. Men hoor
de niets meer van deze bedrijfstak en de
aanval werd geconcentreerd op een andere,
waar onrustbarende teekenen aan heb licht
kwamen.
Zoo hebben we achtereenvolgens gehad de
papierindustrie, de kolendelving, het spoor
wegtransport, de bouw van standaardhuizen
uit houten onderdeelen voor arbeiders in de
mijnstreken, en nog vele dergelijke meer.
Thans is de metallurgie aan de beurt, waar
op de aanval reeds is begonnen.
Uit de verstrekte gegevens blijkt inder
daad, dat er wel het een en ander hieraan
ontbreekt. De productie van gietijzer was in
September slechts 5 pet. hooger dan verleden
jaar (404.500 ton en 421.000 ton), terwijl deze
in October gestegen was tot 444.000 ton. De
ze vermeerdering is bereikt door in werking
stellen van een tweetal nieuwe hoogovens,
waaraan reeds jaren werd gebouwd en die
in den loop van dezen zomer gereed zijn ge
komen. Deze twee ovens gaven in November
1165 ton per dag of 35.000. ton per maand.
De geheele toename van de ijzerproductie
blijkt derhalve het gevolg te zijn van deze
beide nieuwe aggregaten, die als nieuwe,
Amerikaansqhe worden gequalificeerd. Op
zich zelf behoeft het geen verbazing te wek
ken, dat nieuwe, Amerikaansche installaties
ook in Rusland goed werken en men daar
door de productie omhoog brengt. Intus-
schen is het zeer duidelijk, dat voor de rest
der bedrijven eir van eenige toename der
productie geen sprake is in vergelijking
met verleden jaar, alhoewel er toch de noo-
dige millioenen nog aan vele andere fabrie
ken ten koste zijn gelegd.
Er wordt voorts gesproken over de moei
lijkheden met de bramdstoffenvoorziening
en het transport in het eerste 'kwartaal van
dit jaar, waardoor het achterblijven der pro
ductie zou worden verklaard. Het is maar
de vraag in hoeverre deze moeilijkheden
thans overwonnen zijn. Er is een nieuwe
leiding gekomen aan het hoofd van het
volkscommissariaat van spoorwegen en vol
gens de officieele gegevens beginnen de
kolenmijnen van het Dongebied nu, juist
gedurende de laatste weken, min of meer
h_n plicht jegens het land te vervullen. Het
is duidelijk, dat slechts een verwonderlijk
juist werken van mijnen en spoorwegen de
metaalnijverheid in staat zal kunnen stellen
niet meer om den achterstand in te halen,
doch om tegen het eind van dit jaar teir-
miinste ongeveer het cijfer te bereiken, dat
was voorgeschreven en dus den achterstand
niet al te zeer te vergrooten.
Vraagt men echter naar de middelen,
waarmede4 dit bereikt zal moeten worden
dan vindt men slechts de afgezaagde stok
paardjes: loondifferentiatie, stukloonen, ver
antwoordelijk stellen van bepaalde perso
nen voor zekere machines, enz. en' dan kan
het platteland, al of niet met dwang. Het
echter duidelijk, dat men hierdoor tijdelijk
de toestand in de metaalbedrijven kan ver
beteren, om ze echter op andere plaatsen
slechter te maken. Vooral komt dit duidelijk
naar voren indien men nagaat, dat er even-
vens voorschriften bestaan om de kleine
plaatselijke industrie te bevorderen en de
overtollige krachten der koilectieve boeren
bedrijven daarvoor te gebruiken. Hoe gaarne
de sovjet-regeermg het ook anders zou wil
len zij heeft nog niet kunnen veranderen,
dat iemand maar op een plaats tegelijk kan
werken. Of in een bedrijfje van lokale be-
teekenis in de omgeving van zijn dorp, óf
ver weg in een mijn of fabriek.
Als het presidium van den oppersten eco-
nomischen raad in de Federatie Rusland er
dan ook over klaagt, dat die plaatselijke in
dustrie vooral in verschillende nationale
republieken en rayons zich zoo slecht ont
wikkelt, b.v. in Tartarië, in de Kirgiezen-
republieken, enz. is dit zeer logisch. Van
daaruit heeft men juist onlangs misschien
meer dan 100.000 arbeidskrachten aangewor
ïn voor de industrie.
De moeilijkheden liggen in den grond
hierin, dat men veel en veel meer arbeiders
noodig heeft voor het uitvoeren van ieder
werk dan volgens de berekeningen toege
staan zou zijn. Wil men nu toch het werk
in zijn vollen omvang uitvoeren dan heeft
men meer arbeidskrachten noodig. Vandaar
de jacht op menschen, die erger vormen
heeft aangenomen dab het ronselen door
landverhuizersagenten voor de Vereenigde
Staten ooit heeft getoond. En zelfs deze jacht
op menschen vermag ten slotte niets anders
dan de moeilijkheden van de eene tak of
groep op de andere af te wentelen; hoe meer
het gebrek in omvang toeneemt des te dui
delijker zal de volslagen ondoeltreffendheid
der tegenwoordige maatregelen worden ge
ïllustreerd.
Kerknieuws.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Amsterdam-West, A. H.
Hilbers te Enschedé.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Voorthuizen, H. J.
Jager te Jutrijpp-Hommerts.
{Bedankt: Voor Beetgum, E. I. F. Na-
wijn te Geesteren-Gelselaar.
EVANG. LUTH. KERK
Bedankt: Voor Nijmegen, H. L, G
Ouwerkerk te Purmerend.
GEREF. KERKEN IN HERST. VERBAND
Aangenomen: Naar Middelburg, can-
didaat L. Nieuwpoort te Den Haag.
NED. HERV. KERK
Aangenomen: Naar Wemeldinge (als
hulppred.), cand. C. Warmolts te Scherpen-
zeel (G.)
GERÉF. GEMEENTEN
Bedankt: Voor Vlaardingen, M. Heij-
koop te Utrecht,
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. LBoersma, gekomen van Oude-
ga (W.), deed Zondag zijn intrede bij de Ned
Herv. Gemeente te Harich (Fr.) na beves
tigd te zijn door zijn broeder Ds. G. Boersma,
van Silvolde. De bevestiger had tot tekst
Luc. 15 20 en 28 en liet toezingen Ps. 134: 3.
Des middags verbond da nieuwe predikant
zich aan de nieuwe gemeente met een preek
over 1 Cor. 2 2. Alle ringbroeders, behalve
Ds, Feijkes, van Oudega, die een vacature
beurt had te vervullen, waren aanwezig. De
consulent, Ds. J. A. Buiskool, van (Balk, Ds.
B. Bruins, van Hemelum, ringpraetor,
ouderl. Hielkema spraken den leeraar har
telijk toe. Deze liet Ps. 86 6 zingen. In beide
diensten was de kerk yol.
VOOR AFBRAAK VERKOCHT
Ds. D. v. E n k, die het beroep aan
vaardde naar Smilde, heeft Zondag afscheid
genomen van de Geref. Kerk te Zweeloo, bij
welke gelegenheid hij het Woord bediend*
uit Hand. 20 31 en 32a. Namens Kerkeraad
en gemeente sprak ouderling Fransen den
scheidenden predikant toe. Uit naam der
Classis voerde Ds. M. Uijtenhoudt, van Coe-
vorden, het woord. Ook spraken de afgevaar
digden van de genabuurdie kerken Schoon
oord en Gees een woord van dank voor al
hetgeen ten dienste hunner gemeente was
bewezen. Ds. J. Overduin, van Sleen, als col
lega en de heer J. B. Beuring, hoofd der Chr.
School, als vriend, spraken woorden van
vriendschap en waardeering. Ds. v. Enk
werd toegezongen Ps. 121 4.
Ds. H. G. v. i Hoek heeft Zondag wegens
vertrek naar Daerle (Ov.) afscheid genomen
van de Ned. Herv. Gemeente te Driesum
(Fr.), met een predikatie over Hand. 4 12,
handelende over de zaligheid in Christus.
Na afloop der predikatie volgden de gebrui
kelijke toespraken tot de Kerkeraad, Ring,
consulent, cathechisanteai, Hoofd Chr. School,
Kerkvoogdij en andere functionarissen in de
gemeente. Toespraken werden gehouden
door ouderling Hoekstra namens den Kerke
raad en Ds. J. Bus, van Wouterswoüde, na
mens de Ring en als consulent. Er werd toe
gezongen Psalm 121 vers 4. De kerk was
meer dan vol. Vele gemeenteleden kwamen
na afloop van den dienst den predikant de
hand ten afscheid drukken.
Ds. J. Koopmans, overgekomen van
Eikerzee, werd Zondag als predikant bij de
Ned. Herv. Gemeente te 's-Heer Hendriks-
kinderen bevestigd door Ds. J. H. C. Kam
steeg, van Gorsssel, die voor deze gelegenheid
tot tekst had gekozen 1 Sam. 3 17a. Des
middags deed Ds. Koopmans zijn intrede
met een predikatie over 2 Cor. 13 8: „Wam
wij vermogen niets tegen de waarheid,
maar voor de waarheid"; waarop de ge
bruikelijke toespraken volgden tot den be
vestiger, consulent, ringcollega's, Burgemees
ter, kerkelijke colleges, het Hoofd der Chr
School en de gemeente. Ten slotte sprak Ds
T. G. A. v. Dijk, van Wolfaartsdijk, de con
sulent, nog enkele hartelijke woorden na
mens Kerkeraad en gemeente en liet den
nieuwen leeraar toezingen Gez. 96 (gewij
zigd). Beide keeren was het vriendelijk
kerkgebouw overvoL
Ds. J. W. v. Petegem, tevoren te
Dinxperlo, werd Zondag bevestigd als pre
dikant bij de Ned. Herv. Gemeente te den
Hoorn Texel) door Ds. A. Oskamp, vain Ha
ren (Gron.), met een predikatie over de
hoofdgedachte van de tweede helft van Ex. 3,
n.l. Ik ben de Heere uw God. Na de bevesti
ging werd Ds. v. P. Gezang 215 4 staande
toegezongen, 's Middags deed Ds. v. P. z'n
intrede met een preek over Micha 7 7. Van
de ambtsbroeders warén aanwezig Ds. Vis
ser, Den Burg; Ds. M. Groenenberg, Oos
terend; Ds. W. A. Plug, de Cocksdorp; en
verder nog Dr. Vis en de burgemeester van
Texel. Na de preek werd Ds. v. Petegem
toegesproken door Ds. Visser namens de Ker
keraad, Kerkvoogden en gemeente en als
consulent Tot slot verzocht hij de gemeente
D§. v. Petegem Gezang 205 1 staande toe
te zingen.
Ds. Jas. Vermaas, Ned. Herv. pred.
te Ter Aar hoopt aldaar afscheidspredikiing
te houden 14 Februari 1932 en 21 Februari
intrede te doen te Hoogeveen, na bevestigd
te zijn door Ds. J. A. van Nie, van Hooge
veen.
Ds. A. W. F. W a a r d e n b u r g, tevoren
te Wezep (Gld.), werd Zondagvoormiddag
bevestigd als predikant bij de Vrije
lische Gemeente te Oldebroek door Ds. A.
Winckel, Docent aan de Theologische School
der Vrij Ev. Gemeenten, te Apeldoorn. Deze
hield daarbij een predikatie over Marcus 1
3945. Des namiddags aanvaardde Ds. Waar
denburg zijn ambt met een predikatie, waar
bij hij zijn gehoor speciaal bepaalde bij Jo
hannes 3 30: „Hij moet wasst en, maar ik
minder worden". In deze samenkomst ging
ouderling Hk. Flier voor in dankgebed. Tij
dens dezen dienst werden door het
een tweetal liederen ten gehoore gebracht
Bij beide diensten was het kerkgebouw goed
JUBILEA
Ds. C. J. v. P a a s s e n, Ned. Herv. pred.
te Haarlem, heeft Zondag bij. gelegenheid
van zijn veertigjarig ambtsjubileum vele fe
licitaties in ontvangst moeten nemen. Tal
rijke personen hebben hem ten zijnen huize
hun gelukwenschen aangeboden. Behalve al
lerlei officieele kerkelijke personen en ver
tegenwoordigers, waren aanwezig de Com
missaris der Koningin in de provincie
Noord-Holland jhr. mr. D. A. Röell, de bur
gemeester van Haarlem de heer C Maar
schalk, de oud-burgemeester van Haarlem
jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, de
wethouder van onderwijs de heer W. Roo-
denburg en leden van vele besturen, waarin
de jubilaris zitting heeft Ook waren vele
telegrafische en schriftelijke gelukwenschen
ingekomen.
Ds. C. TH. SCHARTEN.
Ds. G Th. Schartem, emeritus Evang. Lu-
thersch predikant, die 1 November j.l. af
scheid nam van de Ev. Luth. Gemeente te
Doesburg, maar voorloopig de zorg voor de
Gemeente Apeldoorn nog zou waarnemen,
werd daarin door een ernstige keelaandoe
ning verhinderd. Naar men ons meldt,
Ds. Schartem opgenomen in de Luthersche
Diakonesseninrichting te Amsterdam,
hij een ernstige keeloperatie onderging, die
VERKIEZINGEN.
ïn de Ned. Herv. Kerk:
Ter Aar. Voor het Kiescollege. Gekozen
zijn met 156 stemmen de 14 candidaten van
den Geref. Bond tegen 144 stemmen op die
van „Kerkelijk leven" (confess, en ethisch).
Wassenaar. Voor het Kiescollege is bij
herstemming gekozen Dr. Ph. J. Idenburg
(ethisch) met 438 stemmen tegen 422 op de
candidaten der Confessioneelen.
vaag westeinde. De verkiezing voor
twee ouderlingen en één diaken had tot re
sultaat, dat gekozen werden de heeren E.
Baarsma en J. van der Meer als ouderlingen
die heer F. Brouwer als diaken.
Hiermede is dat deel der Gemeente, dat
het met Ds. H. W. M. Hupkes niet eens is,
eer in den Kerkeraad vertegenwoordigd.
Wij vernemen voorts, dat het College van
Toezicht de onlangs gehouden verkiezing
een notabel, waarbij een deel der kies
gerechtigden zijn stem niet mocht uitbren
gen, omdat ze hun kerkelijke belasting nog
niet geheel hadden betaald, ongeldig ve
klaard is, onder mededeeling dat binnen vi<
weken een nieuwe verkiezing moet worden
gehouden.
KERKVOOGDIJEN.
De afdeeling Friesland van de Vereenigin;
van Hervormde Kerkvoogdijen kwam t
Leeuwarden in vergadering bijeen on
der voorzitterschap van den heer J. A. Bak
ker te Menaldum, lid van de Tweedie Kamer
der Staten-Generaal.
In zijn openingswoord zei de Voorzitter,
dat bij vele Kerkvoogdijen onrust heerscht
tengevolge van de verhoogde aanslagen
den Raad van Beheer. Spr. herinnerdie voorts
aan de pogingen om tot fusie te geraken
met de Vereeniging van Protesteerende
Kerkvoogdijen en drong op algemeene aan
sluiting aan.
Mr. Vixseboxse handelde daarop over de
vraag, waarom organisatie voor Kerkvoog
dijen noodig is.
TRACTEMENTEN EN PENSIOENEN
Naar aanleiding van het gister gepubl'
ceerde bericht, dat de predikanten der Geref.
Kerk v. Delft afstand hebben gedaan van 5
procent van hun tractement ten behoeve
van de Kerk, wordt ons thans nog mee}
aeeld, dat een emeritus-predikant der Geref.
Kerken, wien een bedrag van 1600
emeritaatsgeld toekomt, reeds een zestal ja
ren steeds 10 procent vam genoemd bedraj
niet heeft willen in ontvangst nemen, maar
aan de kleine Gemeente, die hij laatstelijk
diende, heeft afgestaan.
GODSDIENSTONDERWIJS
Door het Class. Bestuur van Amsterdam
der Ned. Hervormde Kerk is na exannnatie
het diploma van godsdienstonderwijzer(es)
uitgereikt aan de dames G. P. van Beekum,
J. Th. II. Willemse, M. E. Rooda. G. van den
Brink. L. Huisman en J. van de Casteelen
en de heeren J. F. ter Haar, J. de Leeuw,
Joh. Mensink en C de Boer, allen te Am
sterdam.
RUSTHUIZEN.
Te Nijmegen i£ de Stichting „Levens
avond". in eigendom en exploitatie van de
Diaconie der Ned. Hervormde Gemeente te
Nijmegen, welke stichting bedoelt huisves
ting en verzorging te verleenen aan minder
gegoede ouden van dagen (ook van andere
Protestantsche gezindten), met 'n nieuwen
vleugel uitgebreid, waardoor meer inwonen-
den "opgenomen kunnen worden. Zaterdag
a.s. zal "deze vleugel in gebruik worden ge
nomen met eenige plechtigheid. Ds. G. van
Ramshorst en Ds. E. D. Spelberg, beiden van
de Ned. Herv. Gemeente, zullen resp. een
openings- en een slotwoord spreken, terwijl
de heer J. Welling, voorzitter van het Col
lega van Diakenen, een overzicht zal geven
van het doel en de geschiedenis der stichting.
Bovendien is nog in aanbouw de stichting
„Juliana-oord", die bestemd is voor meer
gegoede ouden van dagen.
EVANGELISATIE
De heer W. G. d e J o n g e te Boskoop, be
noemd tot Godsdienstonderwijzer te Ter
Wolde (Gld.), hoopt op Zondag 28 Febr.
in het gebouw Salvatori der Herv. Gem. al-
scheid te nemen.
UIT HET SOCIALE LEVEN
EUROPA'S GROOTSTE LOCOMOTIEFFABRIEK
De fabrieken der fa. Henschel Zn. te Kassei zullen worden stop gezet, bij gebrek
aan orders. Vroeger werden hier per jaar een 700 locomotieven vervaardigd. BÓVEN:
een terrein-overzicht. ONDEReen interieur-kiek.
DE GEHEIMZINNIGE MUZELMAN
Een verhaal uit den tijd der Kruistochten,
[(Slot vervolgverhaal Jeugdrubriek
Zondagsblad).
Arend zocht nu zoo spoedig mogelijk Graaf
Willem op. Dat viel echter niet mee in de
r.ixht. De soldaten waren overal in de stad
verspreid, bezig met plunderen o'schoon ze
daarmee zeer voorzichtig te werk moesten
gaan, omdat de pest in de stad heerschte-
Maar na veel gezoek en gevraag had Arend
toch eindelijk den graaf ontdekten nu vroeg
hij hem vertof, om nog vóór het aanbreken
van de dag naar de hoeve van Ismaël al
Selef te vertrekken, om daar z'n broer op te
sporen. De Graaf gaf onmiddellijk toestem
ming en zoo trok Arend aan het hoofd van
hen ruiters in gestrekte draf naar het land
huis van Ismaël.
De kolonie was daar nog niet eens ont
waakt. toen de ruiters van hun dampende
paaiden sprongen. Na eenig lawaai te heb
ben gemaakt, verscheen de kroeskop van
llazo om den hoek, en vroeg wat er toch
gaande was.
„Damiate is vannacht in de handen van
de Christenen gevallen" zei Arend, „en nu
worden alle schurken opgehangen. Zeg aan
je meester, dat hem dat lot ook wacht als
hij niet onmiddellijk Wulfert hier brengt,
de slaaf, dien hij onlangs nog weer van
Reingout heeft teruggekocht!"
„Zon, maan en sterren!" zei Dazo ver
schrikt, „is er vannacht zoo iets ontzettends
gebeurd, dan begrijp ik dadelijk hoe het
komt, dat ik vannacht zoo slecht heb ge
slapen".
„Daar hebben we niets mee to maken,
kroeskop, ga jij maar als de wind mijn
boodschap aan heer Ismaël al Selef over
brengen".
„Dat beloof ik u en ik zal het goed doen
ook", en weg was Dazo.
Het duurde geruimen tijd voor Ismaël ver
scheen en Arend begon al te vreezen, dat de
kerel niet voor de dag wilde komen.
Menschen, wat zat hij hoog in de boon*
„Ik ben een vrije Egyptenaar", zoo begon
hij, „onderdaan van den machtigen Su'ltan..."
Maar Arend maakte dadelijk een eind aan
deze redenatie.
„Kerel laat naar je kijken", zei hij, „de
Sultan heeft vandaag niets te vertellen! De
Christenen zijn nu baas in Egypteland en
als je hoofd je lief is, zorg dan dadelijk
dat die jongen hier komt 't Is m'n broer
en ik heb hem in zeven jaar niet gezien; je
Ingrijpt dus. dat ik naar hem verlang".
liter Ismaël begreep nu toch eindelijk, dat
de tijden veranderd waren en beloofde den
jongen te zul'len brengen.
„Tk heb er nog kort geleden vijf en tachtig
goudstukken voor aan Reingout betaald."
kermde hij.
„Die 5ie je d^*> maar weer van Reingout
terug te krijgen".
„Dazo ga den jongen halen!", beval hii
tien neger-
Nu dal deed de neger graag, want hij had
een goed hart en hij was blij, als hij een
ander mensch een pleizier kon doen.
Geen tien minuten later kwaim hij met
den ontstelden Wulfert terug.
„Wulfert, jongen, ken je me nog?", vroeg
Maar de knaap herkende in den stoeren
krijgsman, die daar voor hem stond, niet z
broer, die hij in Utrecht in het pothuis van
z'n vader bezig gezien had, met schoenen
maken.
't Was ook zeven jaar geleden.
Doch toen het eindelijk tot hem doorge
drongen was. kende z'n vreugde geen
grenzen.
Dus toch waar!
Hij was nu vrij.
Hij kon nu naar Moeder.
De Heere had dan toch zijn gebeden ver
hoord en de kruisvloot, waarop hij onder
het palmenhoschje zijn hoop had gevestigd,
had hem dus niet teleurgesteld-
„Ik wil m'n broer niet van je stelen, heer
Ismaël", zeide Arend en hij telde den ver
wonderden Egyptenaar vijf en twintig goud
stukken od de hand.
Wulfert naan afscheid van den goeden
Dazo en voor op het paard bij Arend gezeten
ging het toen spoorslag naar het kamp der
kruisvaarders.
Wat 'n vreugde toen Wulfurt daar Qui rijn
Mijndert en Lize Bauimgarten terug vonden-..
tot zijn groote verbazing ook de beide beest-
Hij bekeek de dieren nu met andere oogen
en toen Arend hem verteld had, hoe die
beesten hier gekomen waren, vroeg hij, of
hij ze mocht oppassen, zoolang ze nog in
het kamp waren. Hij wilde ze graag nog
vergoeden al de klappen, die ze van hem
gehad hadden. Nu dat was-.natuurlSjk goed,
Arend liet de jongelui aan zichzelf over
want hij had nog heel wat te doen.
Vooreerst wilde hij afrekenen met de boos
wichten. Ze werden onder streng geleide
naar het kamp gebracht en aan Graaf Wil
lem overgeleverd.
De zaak van Reingout, Willem Poreus en
Hugo Ferrens werd nauwkeurig onderzocht.
Al spoedig kwam vast te staan dat men
hier in handen had, de slavenhandelaars,
die zooveel duizenden kinderen in de ellende
hadden gestort. Voor de kinderen, die zij
verhandeld hadden waren er achttien in
Bagdad doodgemarteld, omdat zii geweigerd
hadden hun christelijk geloof te verlooche
nen. Vierhonderd anderen waren door ver
schillende kaliefs gekocht en ontvingen
meer milde behandeling. Ook in Alexan-
drië waren er honderden verkocht. Vier
slachtoffers waren nu gered, maar Graai
Wlilem gaf bevel aan zijn hoofdlieden, dat
overal een streng onderzoek moest worden
ingesteld, naar christenslaven. Waar men
ze vond, moesten ze worden vrijgekocht of
met geweld worden bevrijd-
Door al deze misdaden hadden de kinder
dieven dubbel en dwars de dood verdiend.
Toen echter na verloop van tijd bleek,
dat ze ook nog de hand hadden gehad in
een complot, dat ten doel had keizer Fre-
derik II aan den Rmiir te verraden, was hun
lot beslist
Ze werden veroordeeld óm onthoofd te
worden en zulks is enkele maanden later
ook geschied. Jurriën kwam er met een
flinke geeseling af. Hij was niet anders ge
weest dan het werktuig van den hoozen
Reingout.
HOOFDSTUK XXI.
Eindelijk naar huls terug.
Toen de eerste drukte na de verovering
van Damiate voorbij was, kwam natuurlij L
de vraag aan de orde: wat nu?
Hierover waren de gemoederen verdeeld.
Er was een groep onder de kruisvaarders,
die het nu weliletjes vond en oordeelde, dat
het nu tijd werd om naar huis te gaan.
Anderen waren van meening, dat de
kruistocht nu pas begon en dat op dit eerste
groote succes nog vele andere zouden volgen-
In hun verbeelding zagen ze Palestina
alweer geheel in de macht van de chris
tenen.
Onder hen behoorde ook Graaf Willem. Hij
dacht er nog niet aan naar Holland terug
'e keeren, maar bleef vooreerst nog in het
Oosten.
In Portugal en Egypte had hij zich met
roem overdekt, ook in Palestina wilde hij
lauweren behalen.
Maar Arend Evaers dacht er niet over.
Hij voor zich had goed zijn bekomst; hij
had zijn doel bereikt, zijn broeder was ge
vonden en hij deed nu niets liever dan zoo
spoedig mogelijk naar huis terug keeren en
in het pothuis te Utrecht nog eens rustig
over zijn avontuurlijke tocht nadenken.
Hiremee waren het de drie jongens goed
eens en Lize wilde ook maar liefst gauw
naar de „heimat" terug.
De kans kwam, want een groot aantal
Friezen waren van plan om zich in te
schepen en naar het vaderland terug te
keeren.
Voor geld en goede woorden kreeg Arend
gedaan, dat hij met zijn gezelschap mee
mocht varen.
Aan geld had hij geen gebrek, daarvoor
had de goede Ibrahim ben Kali gezorgd-
Op een avond, toen ze gezellig bij elkaar
in de tent zaten, bracht Quirijn de beide
Ibrahims ter sprake.
„Nu weet ik nog niet, of er één of twee
Ibrahims zijn geweest", zei de jongen.
..Arend hoe zit dat eigenlijk?"
Toen begon Arend smakelijk te lachen en
vertelde dat hij de geheimzinnige Muzelman
was geweest Maar 't ging alles met mede
weten van den echten Ibrahim. En dat deze
bij de poort beweerd had, dat zijn talisman
hem ontstolen was, had hij met opzet ge
daan, om de menschen in Damiate te doen
gelooven, dat men hem een leelijke poets
gebakken had. 't Plan was niet heelemaal
gelukt, want Ibrahim had verscheiden da
gen in de gevangenis gezeten.
„Maar", zei hij lachend, „dat heb ik graag
voor de geheimzinnige Muzelman over ge
had, want die kerel heeft mij eens in Por
tugal het leven gered, en daarvoor blijf ik
hem altijd dankbaar. Toen de tijd van vér-
trek gekomen was, namen ze hartelijk
afscheid van den echten Ibrahim. Deze bleef
natuurlijk in Egypte, hij was een Oosterling
en wilde in zijn vaderland sterven. Arend
deed hem de drie kameelen present en Wul
fert verzocht hem toch vooral goed voor
Farao en Pyramide te zorgen, omdat het
toch in de grond van de zaak zulke lieve
beesten waren-
„Maar", zeade hij, „verkoop ze alstublieft
niet weer aan heer Ismaël, want die is alles
behalve vriendelijk voor hen".
De vrienden maakten een voorspoedige
zeereis. Lang viel de reis heelemaal niet.
want ze hadden elkander zoo verbazend veel
te vertellen van alles wat ze in die jaren
hadden beleefd. Hoe dichter ze bij Holland
kwamen, hoe sterker ze naar huis begonnen
te verlangen.
Eindelijk na een lange reis werd Utrecht
bereikt. Ze gingen door dezelfde poort naar
binnen, waardoor zij zeven jaar geleden de
stad hadden verlaten.
Werkelijk zat oude Teunis nog te dom
melen in zijn poorthuisje.
„Die moeten we toch even goeden dag
zeggen", meende Quirijn, en daar stormden
ze het huisje van den ouden man binnen
Wat schrok die goede poortwachter
„Jongens, jongens", zeide hij „zijn jullie
daar nu toch werkelijk weer terug? Wat
kerels zijn jullie geworden. Ik weet het nog
alsof het gisteren gebeurd is, dat je de poort
uitstapte met het zadel tusschen je in. Dat
is me een reisje geworden"
„Weet je wat jongens", zeide Arend „nu
blijven jullie hier maar even bij Teunis
praten, dan ga ik thuis vertellen dat we
er zijn".
Heel bedaard stapte Arend het pothuis
binnen.
Hare Evaers zat nog op z'n oude plaats
te hameren, wat hij kon.
„Zoo vader, altijd nog druk aan 't klop
pen?" zei hij, het pothuis binnentredend
„Hè jongen, je doet me schrikken, wat
zie ik, ben jij het Arend?"
„Ja vader, dat ziet u goed en hoe maakt
moeder het?"
„Best, heel best, maar zeg me eerst eens,
heb je nog iets van Wulf kunnen ontdekken
in dat verre land? Neen zeker hè? Ach, die
arme jongen".
„Die arme jongen?", lachte Arend, „zeg
dat nu maar niet, want de kerel is grooter
dan u en ik vader- lik heb hem springlevend
bij me".
„Wat zeg je daar Arend", gilde moeder
Brechte, die juist het pothuis binnen stapte,
„heb je Wulfert heusch gevonden?"
„Werkelijk moeder, ik heb hem gezond
en wel meegebracht".
„God zij gedankt, mijn gebeden zijn ver-
Zij moest zich vast houden aan Arend,
anders was ze van ontroering ineen gezegen
In haar blijdschap vergat ze zelfs dat Arend
ook meer dan twee jaar weg was geweest
en wonder hoven wonder weer heelhuids
terug was gekeerd.
„En Quirijn?" vroeg Hare.
„Die is er ook. wacht ik zal eens even
1 kijken, waar ze blijven"
Dit zeggende stapte hij de straat op. om
dadelijk weer terug te keeren. „Daar
komen ze al hoor", riep hij, „ik loop even
naar Aagt Aamouds om haar het groote
nieuws te vertellen.
Geen vijf minuten later was de mutsen-
waschter ook in het pothuis.
De beide moeders vielen elkaar schreiend
om de hals. Toen zoenden ze haar jongens,
dat het klapte-
Mijndert ging den anderen dag naar huis
terug. I.ize bleef nog enkele, dagen bij Hare
Evaers en werd toen door Arend naar huis
gebracht
Quirijn verloor Lize niet uit het oog. Een
of wat later is hij naar Duitschland gegaan
om Lize op te zoeken, en toen hij bij Baum-
garten gekomen was heeft hij daar enkele
dagen vertoefd en aan de menschen ge
vraagd of ze 't goed vonden, dat Lize met
hem meeging naar Utrecht
Baumgarten en zijn vrouw stemden toe en
in de bissehopstad zijn Quirijn en Lize
getrouwd.
Ondanks de blijde terugkomst van zijn
heide zonen, bleef ITarc toch z'n heele leven
foeteren over de kruistochten en Teunis de
poortwachter en I.eunis de lnk*nbereidor
waren het hartelijk met hem eens. dat het
de grootste dwaasheid was, die er ooit door
de christenheid was uitgehaald.
Heelemaal ongelijk hadden de drie man
nen niet