[~[et Communisme in de Practijk DINSDAG 8 DECEMBER 1931 Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen zijn, dat met al dit «men er zeker Naast het prijzencomité, dat onlangs het praa* ^ete woratbereikt Gelijk het resül- bevei uitgaf tot herziening van de vrije taat tijdelijk hij de kolenmijnen is verkre- prijzen, is thans hij den raad van arbeid 'n 6en zoo kan het ook hier bereikt worden: verdediging ingesteld 'n brandstoffencomité ronselen van arbeidskrachten op Voorzitter Is lioeibishet, letten Lomof, Mtro- t"" "'"H.l.nH «i of m.t h«. nof, Kossior en Lobof, allen personen, die reeds hooge functies bekleeden in het eco nomische ieven der sowjet-unie, gedeeltelijk in de kolemindustrie. Een nieuwe instantie dus, die naast de reeds bestaande alge- meene voorschriften zal geven over de brand stoffenindustrie en liet verbruik, en de ver warring nog grooter zal maken. De leden der commissie zijn zonder uitzondering ook lid van het dagelij'kseh bestuur der commu nistische partij en hebben in die functie dus reeds alles over de brandstoffen verteld wat er te vertellen is. Wanneer diezelfde men- schen nu nogmaals als brandstoffencomité bij elkaar gaan zitten vinden ze natuurlijk terstond een oplossing voor alle moeilijk heden. DE IJZERINDUSTRIE. Achtereenvolgens hebben we dit jaar de meeste industrieën der sowjet-unie in een dergelijk treurigen toestand gezien, dat dc sowjet-bladen eerst alarmberichten plaatsen en vervolgens overgingen tot dagelijksche mededeeling van de bedrijfsresultaten- Merk waardigenvijze hielp dit middel altijd; na eenigen tijd kon men mededeelen, dat de industrie „rich beterde", verrichtte hetgeen volgens de plannen moest gebeuren en daarmee was dan het verhaal uit. Men hoor de niets meer van deze bedrijfstak en de aanval werd geconcentreerd op een andere, waar onrustbarende teekenen aan heb licht kwamen. Zoo hebben we achtereenvolgens gehad de papierindustrie, de kolendelving, het spoor wegtransport, de bouw van standaardhuizen uit houten onderdeelen voor arbeiders in de mijnstreken, en nog vele dergelijke meer. Thans is de metallurgie aan de beurt, waar op de aanval reeds is begonnen. Uit de verstrekte gegevens blijkt inder daad, dat er wel het een en ander hieraan ontbreekt. De productie van gietijzer was in September slechts 5 pet. hooger dan verleden jaar (404.500 ton en 421.000 ton), terwijl deze in October gestegen was tot 444.000 ton. De ze vermeerdering is bereikt door in werking stellen van een tweetal nieuwe hoogovens, waaraan reeds jaren werd gebouwd en die in den loop van dezen zomer gereed zijn ge komen. Deze twee ovens gaven in November 1165 ton per dag of 35.000. ton per maand. De geheele toename van de ijzerproductie blijkt derhalve het gevolg te zijn van deze beide nieuwe aggregaten, die als nieuwe, Amerikaansqhe worden gequalificeerd. Op zich zelf behoeft het geen verbazing te wek ken, dat nieuwe, Amerikaansche installaties ook in Rusland goed werken en men daar door de productie omhoog brengt. Intus- schen is het zeer duidelijk, dat voor de rest der bedrijven eir van eenige toename der productie geen sprake is in vergelijking met verleden jaar, alhoewel er toch de noo- dige millioenen nog aan vele andere fabrie ken ten koste zijn gelegd. Er wordt voorts gesproken over de moei lijkheden met de bramdstoffenvoorziening en het transport in het eerste 'kwartaal van dit jaar, waardoor het achterblijven der pro ductie zou worden verklaard. Het is maar de vraag in hoeverre deze moeilijkheden thans overwonnen zijn. Er is een nieuwe leiding gekomen aan het hoofd van het volkscommissariaat van spoorwegen en vol gens de officieele gegevens beginnen de kolenmijnen van het Dongebied nu, juist gedurende de laatste weken, min of meer h_n plicht jegens het land te vervullen. Het is duidelijk, dat slechts een verwonderlijk juist werken van mijnen en spoorwegen de metaalnijverheid in staat zal kunnen stellen niet meer om den achterstand in te halen, doch om tegen het eind van dit jaar teir- miinste ongeveer het cijfer te bereiken, dat was voorgeschreven en dus den achterstand niet al te zeer te vergrooten. Vraagt men echter naar de middelen, waarmede4 dit bereikt zal moeten worden dan vindt men slechts de afgezaagde stok paardjes: loondifferentiatie, stukloonen, ver antwoordelijk stellen van bepaalde perso nen voor zekere machines, enz. en' dan kan het platteland, al of niet met dwang. Het echter duidelijk, dat men hierdoor tijdelijk de toestand in de metaalbedrijven kan ver beteren, om ze echter op andere plaatsen slechter te maken. Vooral komt dit duidelijk naar voren indien men nagaat, dat er even- vens voorschriften bestaan om de kleine plaatselijke industrie te bevorderen en de overtollige krachten der koilectieve boeren bedrijven daarvoor te gebruiken. Hoe gaarne de sovjet-regeermg het ook anders zou wil len zij heeft nog niet kunnen veranderen, dat iemand maar op een plaats tegelijk kan werken. Of in een bedrijfje van lokale be- teekenis in de omgeving van zijn dorp, óf ver weg in een mijn of fabriek. Als het presidium van den oppersten eco- nomischen raad in de Federatie Rusland er dan ook over klaagt, dat die plaatselijke in dustrie vooral in verschillende nationale republieken en rayons zich zoo slecht ont wikkelt, b.v. in Tartarië, in de Kirgiezen- republieken, enz. is dit zeer logisch. Van daaruit heeft men juist onlangs misschien meer dan 100.000 arbeidskrachten aangewor ïn voor de industrie. De moeilijkheden liggen in den grond hierin, dat men veel en veel meer arbeiders noodig heeft voor het uitvoeren van ieder werk dan volgens de berekeningen toege staan zou zijn. Wil men nu toch het werk in zijn vollen omvang uitvoeren dan heeft men meer arbeidskrachten noodig. Vandaar de jacht op menschen, die erger vormen heeft aangenomen dab het ronselen door landverhuizersagenten voor de Vereenigde Staten ooit heeft getoond. En zelfs deze jacht op menschen vermag ten slotte niets anders dan de moeilijkheden van de eene tak of groep op de andere af te wentelen; hoe meer het gebrek in omvang toeneemt des te dui delijker zal de volslagen ondoeltreffendheid der tegenwoordige maatregelen worden ge ïllustreerd. Kerknieuws. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Amsterdam-West, A. H. Hilbers te Enschedé. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Voorthuizen, H. J. Jager te Jutrijpp-Hommerts. {Bedankt: Voor Beetgum, E. I. F. Na- wijn te Geesteren-Gelselaar. EVANG. LUTH. KERK Bedankt: Voor Nijmegen, H. L, G Ouwerkerk te Purmerend. GEREF. KERKEN IN HERST. VERBAND Aangenomen: Naar Middelburg, can- didaat L. Nieuwpoort te Den Haag. NED. HERV. KERK Aangenomen: Naar Wemeldinge (als hulppred.), cand. C. Warmolts te Scherpen- zeel (G.) GERÉF. GEMEENTEN Bedankt: Voor Vlaardingen, M. Heij- koop te Utrecht, AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Ds. LBoersma, gekomen van Oude- ga (W.), deed Zondag zijn intrede bij de Ned Herv. Gemeente te Harich (Fr.) na beves tigd te zijn door zijn broeder Ds. G. Boersma, van Silvolde. De bevestiger had tot tekst Luc. 15 20 en 28 en liet toezingen Ps. 134: 3. Des middags verbond da nieuwe predikant zich aan de nieuwe gemeente met een preek over 1 Cor. 2 2. Alle ringbroeders, behalve Ds, Feijkes, van Oudega, die een vacature beurt had te vervullen, waren aanwezig. De consulent, Ds. J. A. Buiskool, van (Balk, Ds. B. Bruins, van Hemelum, ringpraetor, ouderl. Hielkema spraken den leeraar har telijk toe. Deze liet Ps. 86 6 zingen. In beide diensten was de kerk yol. VOOR AFBRAAK VERKOCHT Ds. D. v. E n k, die het beroep aan vaardde naar Smilde, heeft Zondag afscheid genomen van de Geref. Kerk te Zweeloo, bij welke gelegenheid hij het Woord bediend* uit Hand. 20 31 en 32a. Namens Kerkeraad en gemeente sprak ouderling Fransen den scheidenden predikant toe. Uit naam der Classis voerde Ds. M. Uijtenhoudt, van Coe- vorden, het woord. Ook spraken de afgevaar digden van de genabuurdie kerken Schoon oord en Gees een woord van dank voor al hetgeen ten dienste hunner gemeente was bewezen. Ds. J. Overduin, van Sleen, als col lega en de heer J. B. Beuring, hoofd der Chr. School, als vriend, spraken woorden van vriendschap en waardeering. Ds. v. Enk werd toegezongen Ps. 121 4. Ds. H. G. v. i Hoek heeft Zondag wegens vertrek naar Daerle (Ov.) afscheid genomen van de Ned. Herv. Gemeente te Driesum (Fr.), met een predikatie over Hand. 4 12, handelende over de zaligheid in Christus. Na afloop der predikatie volgden de gebrui kelijke toespraken tot de Kerkeraad, Ring, consulent, cathechisanteai, Hoofd Chr. School, Kerkvoogdij en andere functionarissen in de gemeente. Toespraken werden gehouden door ouderling Hoekstra namens den Kerke raad en Ds. J. Bus, van Wouterswoüde, na mens de Ring en als consulent. Er werd toe gezongen Psalm 121 vers 4. De kerk was meer dan vol. Vele gemeenteleden kwamen na afloop van den dienst den predikant de hand ten afscheid drukken. Ds. J. Koopmans, overgekomen van Eikerzee, werd Zondag als predikant bij de Ned. Herv. Gemeente te 's-Heer Hendriks- kinderen bevestigd door Ds. J. H. C. Kam steeg, van Gorsssel, die voor deze gelegenheid tot tekst had gekozen 1 Sam. 3 17a. Des middags deed Ds. Koopmans zijn intrede met een predikatie over 2 Cor. 13 8: „Wam wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid"; waarop de ge bruikelijke toespraken volgden tot den be vestiger, consulent, ringcollega's, Burgemees ter, kerkelijke colleges, het Hoofd der Chr School en de gemeente. Ten slotte sprak Ds T. G. A. v. Dijk, van Wolfaartsdijk, de con sulent, nog enkele hartelijke woorden na mens Kerkeraad en gemeente en liet den nieuwen leeraar toezingen Gez. 96 (gewij zigd). Beide keeren was het vriendelijk kerkgebouw overvoL Ds. J. W. v. Petegem, tevoren te Dinxperlo, werd Zondag bevestigd als pre dikant bij de Ned. Herv. Gemeente te den Hoorn Texel) door Ds. A. Oskamp, vain Ha ren (Gron.), met een predikatie over de hoofdgedachte van de tweede helft van Ex. 3, n.l. Ik ben de Heere uw God. Na de bevesti ging werd Ds. v. P. Gezang 215 4 staande toegezongen, 's Middags deed Ds. v. P. z'n intrede met een preek over Micha 7 7. Van de ambtsbroeders warén aanwezig Ds. Vis ser, Den Burg; Ds. M. Groenenberg, Oos terend; Ds. W. A. Plug, de Cocksdorp; en verder nog Dr. Vis en de burgemeester van Texel. Na de preek werd Ds. v. Petegem toegesproken door Ds. Visser namens de Ker keraad, Kerkvoogden en gemeente en als consulent Tot slot verzocht hij de gemeente D§. v. Petegem Gezang 205 1 staande toe te zingen. Ds. Jas. Vermaas, Ned. Herv. pred. te Ter Aar hoopt aldaar afscheidspredikiing te houden 14 Februari 1932 en 21 Februari intrede te doen te Hoogeveen, na bevestigd te zijn door Ds. J. A. van Nie, van Hooge veen. Ds. A. W. F. W a a r d e n b u r g, tevoren te Wezep (Gld.), werd Zondagvoormiddag bevestigd als predikant bij de Vrije lische Gemeente te Oldebroek door Ds. A. Winckel, Docent aan de Theologische School der Vrij Ev. Gemeenten, te Apeldoorn. Deze hield daarbij een predikatie over Marcus 1 3945. Des namiddags aanvaardde Ds. Waar denburg zijn ambt met een predikatie, waar bij hij zijn gehoor speciaal bepaalde bij Jo hannes 3 30: „Hij moet wasst en, maar ik minder worden". In deze samenkomst ging ouderling Hk. Flier voor in dankgebed. Tij dens dezen dienst werden door het een tweetal liederen ten gehoore gebracht Bij beide diensten was het kerkgebouw goed JUBILEA Ds. C. J. v. P a a s s e n, Ned. Herv. pred. te Haarlem, heeft Zondag bij. gelegenheid van zijn veertigjarig ambtsjubileum vele fe licitaties in ontvangst moeten nemen. Tal rijke personen hebben hem ten zijnen huize hun gelukwenschen aangeboden. Behalve al lerlei officieele kerkelijke personen en ver tegenwoordigers, waren aanwezig de Com missaris der Koningin in de provincie Noord-Holland jhr. mr. D. A. Röell, de bur gemeester van Haarlem de heer C Maar schalk, de oud-burgemeester van Haarlem jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, de wethouder van onderwijs de heer W. Roo- denburg en leden van vele besturen, waarin de jubilaris zitting heeft Ook waren vele telegrafische en schriftelijke gelukwenschen ingekomen. Ds. C. TH. SCHARTEN. Ds. G Th. Schartem, emeritus Evang. Lu- thersch predikant, die 1 November j.l. af scheid nam van de Ev. Luth. Gemeente te Doesburg, maar voorloopig de zorg voor de Gemeente Apeldoorn nog zou waarnemen, werd daarin door een ernstige keelaandoe ning verhinderd. Naar men ons meldt, Ds. Schartem opgenomen in de Luthersche Diakonesseninrichting te Amsterdam, hij een ernstige keeloperatie onderging, die VERKIEZINGEN. ïn de Ned. Herv. Kerk: Ter Aar. Voor het Kiescollege. Gekozen zijn met 156 stemmen de 14 candidaten van den Geref. Bond tegen 144 stemmen op die van „Kerkelijk leven" (confess, en ethisch). Wassenaar. Voor het Kiescollege is bij herstemming gekozen Dr. Ph. J. Idenburg (ethisch) met 438 stemmen tegen 422 op de candidaten der Confessioneelen. vaag westeinde. De verkiezing voor twee ouderlingen en één diaken had tot re sultaat, dat gekozen werden de heeren E. Baarsma en J. van der Meer als ouderlingen die heer F. Brouwer als diaken. Hiermede is dat deel der Gemeente, dat het met Ds. H. W. M. Hupkes niet eens is, eer in den Kerkeraad vertegenwoordigd. Wij vernemen voorts, dat het College van Toezicht de onlangs gehouden verkiezing een notabel, waarbij een deel der kies gerechtigden zijn stem niet mocht uitbren gen, omdat ze hun kerkelijke belasting nog niet geheel hadden betaald, ongeldig ve klaard is, onder mededeeling dat binnen vi< weken een nieuwe verkiezing moet worden gehouden. KERKVOOGDIJEN. De afdeeling Friesland van de Vereenigin; van Hervormde Kerkvoogdijen kwam t Leeuwarden in vergadering bijeen on der voorzitterschap van den heer J. A. Bak ker te Menaldum, lid van de Tweedie Kamer der Staten-Generaal. In zijn openingswoord zei de Voorzitter, dat bij vele Kerkvoogdijen onrust heerscht tengevolge van de verhoogde aanslagen den Raad van Beheer. Spr. herinnerdie voorts aan de pogingen om tot fusie te geraken met de Vereeniging van Protesteerende Kerkvoogdijen en drong op algemeene aan sluiting aan. Mr. Vixseboxse handelde daarop over de vraag, waarom organisatie voor Kerkvoog dijen noodig is. TRACTEMENTEN EN PENSIOENEN Naar aanleiding van het gister gepubl' ceerde bericht, dat de predikanten der Geref. Kerk v. Delft afstand hebben gedaan van 5 procent van hun tractement ten behoeve van de Kerk, wordt ons thans nog mee} aeeld, dat een emeritus-predikant der Geref. Kerken, wien een bedrag van 1600 emeritaatsgeld toekomt, reeds een zestal ja ren steeds 10 procent vam genoemd bedraj niet heeft willen in ontvangst nemen, maar aan de kleine Gemeente, die hij laatstelijk diende, heeft afgestaan. GODSDIENSTONDERWIJS Door het Class. Bestuur van Amsterdam der Ned. Hervormde Kerk is na exannnatie het diploma van godsdienstonderwijzer(es) uitgereikt aan de dames G. P. van Beekum, J. Th. II. Willemse, M. E. Rooda. G. van den Brink. L. Huisman en J. van de Casteelen en de heeren J. F. ter Haar, J. de Leeuw, Joh. Mensink en C de Boer, allen te Am sterdam. RUSTHUIZEN. Te Nijmegen i£ de Stichting „Levens avond". in eigendom en exploitatie van de Diaconie der Ned. Hervormde Gemeente te Nijmegen, welke stichting bedoelt huisves ting en verzorging te verleenen aan minder gegoede ouden van dagen (ook van andere Protestantsche gezindten), met 'n nieuwen vleugel uitgebreid, waardoor meer inwonen- den "opgenomen kunnen worden. Zaterdag a.s. zal "deze vleugel in gebruik worden ge nomen met eenige plechtigheid. Ds. G. van Ramshorst en Ds. E. D. Spelberg, beiden van de Ned. Herv. Gemeente, zullen resp. een openings- en een slotwoord spreken, terwijl de heer J. Welling, voorzitter van het Col lega van Diakenen, een overzicht zal geven van het doel en de geschiedenis der stichting. Bovendien is nog in aanbouw de stichting „Juliana-oord", die bestemd is voor meer gegoede ouden van dagen. EVANGELISATIE De heer W. G. d e J o n g e te Boskoop, be noemd tot Godsdienstonderwijzer te Ter Wolde (Gld.), hoopt op Zondag 28 Febr. in het gebouw Salvatori der Herv. Gem. al- scheid te nemen. UIT HET SOCIALE LEVEN EUROPA'S GROOTSTE LOCOMOTIEFFABRIEK De fabrieken der fa. Henschel Zn. te Kassei zullen worden stop gezet, bij gebrek aan orders. Vroeger werden hier per jaar een 700 locomotieven vervaardigd. BÓVEN: een terrein-overzicht. ONDEReen interieur-kiek. DE GEHEIMZINNIGE MUZELMAN Een verhaal uit den tijd der Kruistochten, [(Slot vervolgverhaal Jeugdrubriek Zondagsblad). Arend zocht nu zoo spoedig mogelijk Graaf Willem op. Dat viel echter niet mee in de r.ixht. De soldaten waren overal in de stad verspreid, bezig met plunderen o'schoon ze daarmee zeer voorzichtig te werk moesten gaan, omdat de pest in de stad heerschte- Maar na veel gezoek en gevraag had Arend toch eindelijk den graaf ontdekten nu vroeg hij hem vertof, om nog vóór het aanbreken van de dag naar de hoeve van Ismaël al Selef te vertrekken, om daar z'n broer op te sporen. De Graaf gaf onmiddellijk toestem ming en zoo trok Arend aan het hoofd van hen ruiters in gestrekte draf naar het land huis van Ismaël. De kolonie was daar nog niet eens ont waakt. toen de ruiters van hun dampende paaiden sprongen. Na eenig lawaai te heb ben gemaakt, verscheen de kroeskop van llazo om den hoek, en vroeg wat er toch gaande was. „Damiate is vannacht in de handen van de Christenen gevallen" zei Arend, „en nu worden alle schurken opgehangen. Zeg aan je meester, dat hem dat lot ook wacht als hij niet onmiddellijk Wulfert hier brengt, de slaaf, dien hij onlangs nog weer van Reingout heeft teruggekocht!" „Zon, maan en sterren!" zei Dazo ver schrikt, „is er vannacht zoo iets ontzettends gebeurd, dan begrijp ik dadelijk hoe het komt, dat ik vannacht zoo slecht heb ge slapen". „Daar hebben we niets mee to maken, kroeskop, ga jij maar als de wind mijn boodschap aan heer Ismaël al Selef over brengen". „Dat beloof ik u en ik zal het goed doen ook", en weg was Dazo. Het duurde geruimen tijd voor Ismaël ver scheen en Arend begon al te vreezen, dat de kerel niet voor de dag wilde komen. Menschen, wat zat hij hoog in de boon* „Ik ben een vrije Egyptenaar", zoo begon hij, „onderdaan van den machtigen Su'ltan..." Maar Arend maakte dadelijk een eind aan deze redenatie. „Kerel laat naar je kijken", zei hij, „de Sultan heeft vandaag niets te vertellen! De Christenen zijn nu baas in Egypteland en als je hoofd je lief is, zorg dan dadelijk dat die jongen hier komt 't Is m'n broer en ik heb hem in zeven jaar niet gezien; je Ingrijpt dus. dat ik naar hem verlang". liter Ismaël begreep nu toch eindelijk, dat de tijden veranderd waren en beloofde den jongen te zul'len brengen. „Tk heb er nog kort geleden vijf en tachtig goudstukken voor aan Reingout betaald." kermde hij. „Die 5ie je d^*> maar weer van Reingout terug te krijgen". „Dazo ga den jongen halen!", beval hii tien neger- Nu dal deed de neger graag, want hij had een goed hart en hij was blij, als hij een ander mensch een pleizier kon doen. Geen tien minuten later kwaim hij met den ontstelden Wulfert terug. „Wulfert, jongen, ken je me nog?", vroeg Maar de knaap herkende in den stoeren krijgsman, die daar voor hem stond, niet z broer, die hij in Utrecht in het pothuis van z'n vader bezig gezien had, met schoenen maken. 't Was ook zeven jaar geleden. Doch toen het eindelijk tot hem doorge drongen was. kende z'n vreugde geen grenzen. Dus toch waar! Hij was nu vrij. Hij kon nu naar Moeder. De Heere had dan toch zijn gebeden ver hoord en de kruisvloot, waarop hij onder het palmenhoschje zijn hoop had gevestigd, had hem dus niet teleurgesteld- „Ik wil m'n broer niet van je stelen, heer Ismaël", zeide Arend en hij telde den ver wonderden Egyptenaar vijf en twintig goud stukken od de hand. Wulfert naan afscheid van den goeden Dazo en voor op het paard bij Arend gezeten ging het toen spoorslag naar het kamp der kruisvaarders. Wat 'n vreugde toen Wulfurt daar Qui rijn Mijndert en Lize Bauimgarten terug vonden-.. tot zijn groote verbazing ook de beide beest- Hij bekeek de dieren nu met andere oogen en toen Arend hem verteld had, hoe die beesten hier gekomen waren, vroeg hij, of hij ze mocht oppassen, zoolang ze nog in het kamp waren. Hij wilde ze graag nog vergoeden al de klappen, die ze van hem gehad hadden. Nu dat was-.natuurlSjk goed, Arend liet de jongelui aan zichzelf over want hij had nog heel wat te doen. Vooreerst wilde hij afrekenen met de boos wichten. Ze werden onder streng geleide naar het kamp gebracht en aan Graaf Wil lem overgeleverd. De zaak van Reingout, Willem Poreus en Hugo Ferrens werd nauwkeurig onderzocht. Al spoedig kwam vast te staan dat men hier in handen had, de slavenhandelaars, die zooveel duizenden kinderen in de ellende hadden gestort. Voor de kinderen, die zij verhandeld hadden waren er achttien in Bagdad doodgemarteld, omdat zii geweigerd hadden hun christelijk geloof te verlooche nen. Vierhonderd anderen waren door ver schillende kaliefs gekocht en ontvingen meer milde behandeling. Ook in Alexan- drië waren er honderden verkocht. Vier slachtoffers waren nu gered, maar Graai Wlilem gaf bevel aan zijn hoofdlieden, dat overal een streng onderzoek moest worden ingesteld, naar christenslaven. Waar men ze vond, moesten ze worden vrijgekocht of met geweld worden bevrijd- Door al deze misdaden hadden de kinder dieven dubbel en dwars de dood verdiend. Toen echter na verloop van tijd bleek, dat ze ook nog de hand hadden gehad in een complot, dat ten doel had keizer Fre- derik II aan den Rmiir te verraden, was hun lot beslist Ze werden veroordeeld óm onthoofd te worden en zulks is enkele maanden later ook geschied. Jurriën kwam er met een flinke geeseling af. Hij was niet anders ge weest dan het werktuig van den hoozen Reingout. HOOFDSTUK XXI. Eindelijk naar huls terug. Toen de eerste drukte na de verovering van Damiate voorbij was, kwam natuurlij L de vraag aan de orde: wat nu? Hierover waren de gemoederen verdeeld. Er was een groep onder de kruisvaarders, die het nu weliletjes vond en oordeelde, dat het nu tijd werd om naar huis te gaan. Anderen waren van meening, dat de kruistocht nu pas begon en dat op dit eerste groote succes nog vele andere zouden volgen- In hun verbeelding zagen ze Palestina alweer geheel in de macht van de chris tenen. Onder hen behoorde ook Graaf Willem. Hij dacht er nog niet aan naar Holland terug 'e keeren, maar bleef vooreerst nog in het Oosten. In Portugal en Egypte had hij zich met roem overdekt, ook in Palestina wilde hij lauweren behalen. Maar Arend Evaers dacht er niet over. Hij voor zich had goed zijn bekomst; hij had zijn doel bereikt, zijn broeder was ge vonden en hij deed nu niets liever dan zoo spoedig mogelijk naar huis terug keeren en in het pothuis te Utrecht nog eens rustig over zijn avontuurlijke tocht nadenken. Hiremee waren het de drie jongens goed eens en Lize wilde ook maar liefst gauw naar de „heimat" terug. De kans kwam, want een groot aantal Friezen waren van plan om zich in te schepen en naar het vaderland terug te keeren. Voor geld en goede woorden kreeg Arend gedaan, dat hij met zijn gezelschap mee mocht varen. Aan geld had hij geen gebrek, daarvoor had de goede Ibrahim ben Kali gezorgd- Op een avond, toen ze gezellig bij elkaar in de tent zaten, bracht Quirijn de beide Ibrahims ter sprake. „Nu weet ik nog niet, of er één of twee Ibrahims zijn geweest", zei de jongen. ..Arend hoe zit dat eigenlijk?" Toen begon Arend smakelijk te lachen en vertelde dat hij de geheimzinnige Muzelman was geweest Maar 't ging alles met mede weten van den echten Ibrahim. En dat deze bij de poort beweerd had, dat zijn talisman hem ontstolen was, had hij met opzet ge daan, om de menschen in Damiate te doen gelooven, dat men hem een leelijke poets gebakken had. 't Plan was niet heelemaal gelukt, want Ibrahim had verscheiden da gen in de gevangenis gezeten. „Maar", zei hij lachend, „dat heb ik graag voor de geheimzinnige Muzelman over ge had, want die kerel heeft mij eens in Por tugal het leven gered, en daarvoor blijf ik hem altijd dankbaar. Toen de tijd van vér- trek gekomen was, namen ze hartelijk afscheid van den echten Ibrahim. Deze bleef natuurlijk in Egypte, hij was een Oosterling en wilde in zijn vaderland sterven. Arend deed hem de drie kameelen present en Wul fert verzocht hem toch vooral goed voor Farao en Pyramide te zorgen, omdat het toch in de grond van de zaak zulke lieve beesten waren- „Maar", zeade hij, „verkoop ze alstublieft niet weer aan heer Ismaël, want die is alles behalve vriendelijk voor hen". De vrienden maakten een voorspoedige zeereis. Lang viel de reis heelemaal niet. want ze hadden elkander zoo verbazend veel te vertellen van alles wat ze in die jaren hadden beleefd. Hoe dichter ze bij Holland kwamen, hoe sterker ze naar huis begonnen te verlangen. Eindelijk na een lange reis werd Utrecht bereikt. Ze gingen door dezelfde poort naar binnen, waardoor zij zeven jaar geleden de stad hadden verlaten. Werkelijk zat oude Teunis nog te dom melen in zijn poorthuisje. „Die moeten we toch even goeden dag zeggen", meende Quirijn, en daar stormden ze het huisje van den ouden man binnen Wat schrok die goede poortwachter „Jongens, jongens", zeide hij „zijn jullie daar nu toch werkelijk weer terug? Wat kerels zijn jullie geworden. Ik weet het nog alsof het gisteren gebeurd is, dat je de poort uitstapte met het zadel tusschen je in. Dat is me een reisje geworden" „Weet je wat jongens", zeide Arend „nu blijven jullie hier maar even bij Teunis praten, dan ga ik thuis vertellen dat we er zijn". Heel bedaard stapte Arend het pothuis binnen. Hare Evaers zat nog op z'n oude plaats te hameren, wat hij kon. „Zoo vader, altijd nog druk aan 't klop pen?" zei hij, het pothuis binnentredend „Hè jongen, je doet me schrikken, wat zie ik, ben jij het Arend?" „Ja vader, dat ziet u goed en hoe maakt moeder het?" „Best, heel best, maar zeg me eerst eens, heb je nog iets van Wulf kunnen ontdekken in dat verre land? Neen zeker hè? Ach, die arme jongen". „Die arme jongen?", lachte Arend, „zeg dat nu maar niet, want de kerel is grooter dan u en ik vader- lik heb hem springlevend bij me". „Wat zeg je daar Arend", gilde moeder Brechte, die juist het pothuis binnen stapte, „heb je Wulfert heusch gevonden?" „Werkelijk moeder, ik heb hem gezond en wel meegebracht". „God zij gedankt, mijn gebeden zijn ver- Zij moest zich vast houden aan Arend, anders was ze van ontroering ineen gezegen In haar blijdschap vergat ze zelfs dat Arend ook meer dan twee jaar weg was geweest en wonder hoven wonder weer heelhuids terug was gekeerd. „En Quirijn?" vroeg Hare. „Die is er ook. wacht ik zal eens even 1 kijken, waar ze blijven" Dit zeggende stapte hij de straat op. om dadelijk weer terug te keeren. „Daar komen ze al hoor", riep hij, „ik loop even naar Aagt Aamouds om haar het groote nieuws te vertellen. Geen vijf minuten later was de mutsen- waschter ook in het pothuis. De beide moeders vielen elkaar schreiend om de hals. Toen zoenden ze haar jongens, dat het klapte- Mijndert ging den anderen dag naar huis terug. I.ize bleef nog enkele, dagen bij Hare Evaers en werd toen door Arend naar huis gebracht Quirijn verloor Lize niet uit het oog. Een of wat later is hij naar Duitschland gegaan om Lize op te zoeken, en toen hij bij Baum- garten gekomen was heeft hij daar enkele dagen vertoefd en aan de menschen ge vraagd of ze 't goed vonden, dat Lize met hem meeging naar Utrecht Baumgarten en zijn vrouw stemden toe en in de bissehopstad zijn Quirijn en Lize getrouwd. Ondanks de blijde terugkomst van zijn heide zonen, bleef ITarc toch z'n heele leven foeteren over de kruistochten en Teunis de poortwachter en I.eunis de lnk*nbereidor waren het hartelijk met hem eens. dat het de grootste dwaasheid was, die er ooit door de christenheid was uitgehaald. Heelemaal ongelijk hadden de drie man nen niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3