De groote verkeerswegen DE PAREL VAN VEERE KUNST EN LETTEREN OUDERS „PRINSESJE STERREMUUR" Wetenschap. WOENSDAG 2 DECEMBER 1931 VIERDE BLAD PAG. 11 DE OVERBRUGGING VAN HET HOLLANDSCH DIEP BLJ WILLEMSTAD OF MOERDIJK Da oisch van 't sue., oi keer. De kortste weg niet altijd de beste. Kort gezegd zou deze brug oorzaak zijn van twee nieuwe bruggen: die bij Baren- drecht en over de Dortusche kil; de laatste in bet belang van Dordrecht, dat anuers vrij geïsoleerd zou komen te liggen. Zorg voor de eilanden. het i nadeelen. Wie een heirbaan voor doorgaand Natuurlijk wel; doch dat komt van zeil als verkeer legt door de prairie, trekt deze i de Moeruijkbrug gereed is. De op zich zelf langs een liniaal; doch in een bevolkte j uitnemenue ponum, welke daar liggen, streek moet het wel eens zigzag gaan om gaan dan naar NumansdorpWillemstad; belangrijke plaatsen in de route op te ne- ne toestand zal daar veel beter worden, men. J>och het is wel merkwaardig, dat 90 Amsterdam—Antwerpen zou ook j procent van de belanghebbende bevolking Hierover bestaat twijfel noch verschil 0_,utJ meening, dat de overbrugging onzer groote doch het zou een dwaze consekwentie zijn j centrum rieieren op de plaatsen, waar ze door groo- van de wijze regel: de kortste weg is de telijk deel te wegen gekruist worden, absoluut urgent beste weg. is. Het snelverkeer van vandaag den dag Geldt die redeneering ook voor Willem kan zich niet vergenoegen met een pontje, stad? Neen, immers; en daarom kan men dat aan een ketting op het water dobbert, het streven d&ar niet anders dan stedelijk en van oever tot oever zwiept; zelis nietpatriotisme noemen, waarvoor men ach- met een stoompont van gigantische afme- j ting kan hebben, doch dat niet mag be tingen, welke last van hoog water, mist slissen in een nationale zaak. Het gaat of storm kan nebben. Tijd is geld, en als eenvoudig niet aan om zich van Dordt en verloren tijd wegehs ihét overzetten dan nog Breda maar niets aan te trekken; alleen het extra geld kost voor auto' dubbel erg en klinkt er maar één roep: overbrug de klove, welke scheiding maakt tusschen Nederland boven en beneden de Moerdijk. Maar, daar zit hem nu juist do kneep: over het Hollandseh Diep moet een brug geslagen worden, doch waarom nu juist bij de Moerdijk. Omdat Jan Willem tri so daar verdronken is, of omdat men altijd spreekt van hoven en beneden de Moerdijk? Het worde toegegeven, dat is geen vol doende reden. En, t is dus de moeite waard om aandacht te wijden aan het adres, duo. eenige bewoners van Willemstad, onder aan voering van Mr. iten, tot de Tweede Ka mer richtten, en aarin betoogd wordt, dat het veel beter is om de brug bij Willemstad te slaan, dan op de filèats, waaraan ïedei- een onmiddellijk denkt: de Moerdijk. De Willemstedelingen voeren vojr hun wensch achtenswaardigo motieven aan: de weg Rotterdam—Antwerpen zou er door be- kort.worden; het zou aan de eilandenstrook ten Westen van Willemstad ten goede ko men en doch dat behoeft niet gezegd te worden Willemstad zou tot grooter stad uitgroeien- Deze argumenten hebben waarde; dat zal ieder gereedelijk toestemmen, 't Is maar de vraagd, of ze beslissend zijn in de keuze: Moerdijk of Willemstad. En dan wen söhen we vooraf te behandelen de preala bele kwestie, of het verstandig is thans met dit nieuwe voorstel te komen. Immers, de overbrugging van het Hol landseh Diep heeft iedereen zich gedacht bij de Moerdijk en Waterstaat heeft onge twijfeld niet anders geoordeeld. Derhalve zal het tusschenschuiven van een nieuw plan op zijn minst tijdverlies beteelcenen; vertraging en stagnatie, welke nu wel zeer ongelegen komen. De brug bij Nijmegen is daarvan een sprekend voorbeeld. Deze stad zeurde te lang over de plaats, waar de brug zou ko men, waarvoor het geld disponibel was; het gaf haken en oogen tusschen de Regeering en het gemeentebestuur en toen werd het geld maar gebruikt voor de brug bij Kei- zersveer. Anders zou Nijmegen voorgegaan zijn; nu komt het later in de rij. Afgezien van andere argumenten moet het dus betreurd worden, dat er thans weer stagnatie in de afdoening der plannen dreigt; dat men het dus de Regeering moei lijk maakt om met kracht door te zetten. Want, nietwaar, ernstige plannen vorderen ernstig onderzoek. We hebben echter in i een persconferentie gehoord, dat) er ook" gansch andere bezwa- ren zijn tegen het Willemsteedsche plan. Er heeft zich nl. een comité gevormd, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Ka mers van Koophandel en Fabrieken te Bre da, Delft, Dordrecht, Eindhoven, 's-Graven- hage, 's-Hertogenbosch, Middelburg, Rotter dam, Tilburg, Venlo, Vlaardingen en Waal wijk, en dat een actie voert voor een over brugging van het Hollandseh Diep bij Moer dijk. Voorzitter van het Uitvoerend Comité uit dit groote comité is de heer W. G. A. M. v. d. Lugt, ondervoorzitter van de K. v. K. te Rotterdam, en secretaris is Mr. H. J. D, van Lier, secretaris van die Kamer. En dit comité riep de pers bij elkaar om deze aan gelegenheid te bespreken. De voorzitter der Rotterdamsche K. v. K., de heer W. A. Engelhrecht, leidde de bijeenkomst e« de heer v. d. Lugt verstrekte inlichtingen. In een woord vooraf schetste deze spre ker de groote nationale heteekenis van de overbrugging, welke de eenheid der elf provinciën zal bevorderen; doch evenzeer werd volle nadruk gelegd op het feit, dat de groote stroomen gëen hinderlijke schel ding mogen blijven tusschen het hoogst- belangrijke industriegebied dat beneden de Moerdijk ligt en de havens aan de Noord- Het vervoer is nu eenmaal een zeer be langrijke factor in de productiekosten en moet dus zoo goedkoop mogelijk zijn. Om de snelheid wordt steeds meer van auto's gebf-uik gemaakt en men behoeft geen ex pert op dit gebied te zijn om te verstaan, hoezeer de trage ponten een duur obstakel zijn op de weg der auto's. Een obstakel, omdat het veel oponthoud geeft; en duur, omdat het per auto f 1 of f 2 kost (resp. personen- of vrachtauto) plus 10 ets. per persoon. Men voelt dus, hoezeer hier periculam in mora is en er behoeft geen enkel woord meer over gezegd te worden. Wil het Bra- bantsche industriegebied zijn producten via Rotterdamsche of andere havens vervoeren, dan mag het Hollaindsch Diep geen diepte zonder brug blijven. Doch dan komt ook de vraag aan de orde: waar zal de brug komen: Willemstad of Moerdijk? De twaalf genoemde Kamers, en waarbij men speciaal heeft te letten op die in Bra bant en Zeeland, deskundige en tevens be langhebbende lichamen, zijn eenparig van oordeel, dat de Moerdijk verre en verre te verkiezen is boven Willemstad. De argu menten zijn vele en velerlei. Er mag op gewezen worden, dat de Moer dijk het meest centrale punt is. Men trekke slechts een lijn van Middelburg naar Venlo en haaks daarop een lijn van Rotterdam naar het Zuiden, dan ligt de Moerdijk in een gunstig knooppunt. Hier ligt de bests verbindingsschakel tusschen het industrie gebied en de havens en elke verlegging zou schade doen. De brug bij Keizersveer, hoe belangrijk op zich zelf, bet eekent voor deze verbinding niets. Het zou de mijl op zeven zijn om van Noord-Brabant van deze brug gebruik maken en dan over Gorkum naar Rotter dam te gaan. Ware zulks een geschikte ver binding. dan zou men nu de pont van de Moerdijk wel links laten liggen en via het Keizersveer gaan; maar zelfs auto's hou den niet van omwegen. om een paar kilometers uit te sparen. Doch bovendien: wie streeft naar de aller kortste weg zonder meer, moet deze niet van Willemstad over Bergen op Zoom, doch over Rozendaal leiden, want anders wijkt men weer van het goede en goedkoope paa af, waarop benzine te besparen is; en daar uit blijkt wel duidelijk, dat het kortheids argument eigenlijk meer pour besoin de la cause aangevoerd wordt en dat het eigen belang, hoe achtenswaardig ook, de hoofd rol speelt. Kortheid en kostbaarheid. Echter, naast de kortheid staat de kost baarheid. En in dat opzicht is de Moerdijk verre te verkiezen boven Willemstad. Zal de eerste brug naar raming een tien mil- lioen vorderen; de tweede, welke twee keer dat niet alleen het Brabant, maar ook het Wes- Dinteloord, Etten, Fijnaart, Klundert, St Filipsland, Zevenbergen, Wouw enz., zij allen steunen het adres üer Twaalf en bij die twaalf behoort ook Middelburg en zelfs de burgerij van Bergen op Zoom denkt er zoo over. Naar het Oosten en Zuiden. Dan nog het volgende: Er is ook gedacht aan een verbinding van Rotterdam met het Oosten; een aftakking van de groote weg bij Rijsuord, over een betere weg door de Alblasserwaard naar Lent in de Beiuwe. Ook dit plan hangt met de brug over de Moerdijk samen. En ten slotte nog dit. Brabant heeft over Breda een veel gemakkelijker verbinding met Antwerpen dan met het Noorden. Ge volg daarvan is, dat 15 pet. van de Neder- lanüsche in- en uitvoer over Antwerpen gaat; doch via Rotterdam of Amsterdam gaat er niets over België. Dit mankement zal beteren, als de verzen dkosten naai Rotterdam veel goedkooper worden, door dat men waarschijnlijk in één dag heen en terug kan; wat nu onmogelijk is. Eindelijk zit er wellicht ook nog een politiek kantje aan. Zander onze eigen wel- vaartsarmen te amputeeren, stellen dat rijk, provincie en gemeente hebben in gezien dat hier voor de opewbai kas sen dier overheden een taak was weg-, gelegd en zooals bekend, zijn aanzienlijke bedragen door diie lichamen beschikbaar Seteld. Als eere-voorzitter van het Restauratie- comité ie het mij een voorrecht u allen te .ogen begroeten en mijn vreugde er over uit te spreken, dat gij door uw tegenwoor digheid blijk geeft van uw belangstelling de restauratie van een bouwwerk waar van het behoud voor Veere, voor deze pro vincie en voor heel ons vaderland van zoo groot belang is te achten. Laat ook ik mogen eindigen met de aan haling van de woorden, voorkomende op de voorzijde van den bouwpenning „Huis en goed i6 een erve van de vaderen". Die 6preuk wijze een ieder onzer op zijn plicht. Aan die spreuk indachtig, zal ons Nedor- landsche Volk niet talmen om mede te wer ken tot het behoud van Veere's grootsohe bouwwerk. Nadat de officieels plechtigheden waren afgeloopen, verlieten wij het Raadhuis, ten erode ons te begeven naar een tweetal pronk juweelen van bouwkunst te Veere, n.l de- huizen „De Struijs" en „Het Lammetje", die in den volksmond „de Schot6ohe Huizen" genoemd worden. In het bezoeken dezer ge bouwen Ligt 6teeds een groote bekoring én lang moet zijn, is waarschijnlijk niet goede nabuurschap van België op hooge met vijftien te betalen; een niet te ver- j prijs. Welke indruk zou het daar maken, wanneer er door het plan-Willemstad twee smaden verschil, zal zelfs de Ned. Bank zeggen. Hier komt echter nog één en ander bij. Het lijkt logisch, dat men bij het leggen van een brug ook rekening houdt met de groote verkeerswegen, welke er al zijn; en in dit geval is een platgetreden pad te ver kiezen boven een versche weg. Bjj Moerdijk zijn de wegen; bij Willemstad niet. Behalve brugbouw krijgt men dus wegenaanleg op zijn rekening; zou dat meevallen? Doch dan is men er nog niet Want kleine, doch ook groote oorzaken, zooals de brug bij Willemstad hebben vaak groote gevolgen. bruggen gelegd werden in de vaart Ant werpen—Rijn en Antwerpen—Rotterdam; al zouden het dan ook hooge bruggen zijn. Praktisch is het bezwaar misschien minder groot, maar politieke voelhorens trillen gauw. Al met al schijnt het een uitgemaakte zaak, dat het Moerdijkplan verre te verkie zen is boven de „luchtbrug", welke Willem stad zich fantaseerend bouwt en het ge rucht moge waar zijn, dat Waterstaat zon der weifeling aan Moerdijk vasthoudt. Wij gelooven, dat het adres der „twaalf stammen" ernstige overweging waard is. DE NOODKLOK WORDT GELUID DE OFFICIEELE ACTIE INGEZET De Commissaris der Koningin reikt den eersten afslag af der Bouwpenning Onze Zeeuwsche medewerker meldt ons: De klokken luiden! Wij doelen hier niet op de film der N.C.R.V. die thans op onder scheiden plaatsen in Zeeland draait, maar op het luiden der Noodklok van Veere. Im mers een van de mooiste gebouwen van Veere, stond op den rand van totalen onder j. De stad zelve met haar 1000 inwo ners is arm en niet bij machte het herstel ter hand te nemen. Zou het dan ook ten onder gaan, evenals zoovele andere Kunst schatten? Zooa-ls de Lieve Monster van Zierikzee en het Stadhuis van Vlissingen, die helaas ook verloren gingen? Gezwegen van het prachtige Kasteel Zandenburg te Veere! Gelukkig, zoover is het niiet gekomen! Het heeft wei veel ingehad eer de Overheid toe over kon gaan het gedenkwaardig monument, dat een wereldvermaardheid heeft, te doen restaurearen. Het was ons dan ook een ooi-zaak van groote vreugde, toen in Juli 1930 de Raad van Veere besloot dat tot de Restauratie zal worden overge gaan. Hoe vaak hadden wij te Veere ver toevend in gezelschap van wijlen den heer PerreJs, het Stadhuis bezichtigd, en telkens trof het ons, dat de toestand ver ergerde. Gelukkig dat Minister Terpstra er voor te vinden was, een ruime bijdrage voor herstel toe te zeggen. Maarvan Regeering en de stad Veere kan in dezen malaisetijd niet alles komen. Een Restauratie Commissie werd inge steld, die thans dapper aan het werk is ge togen. Zij deed een bouwpenning ontwer pen, ten einde daardoor een deel der on kosten te dekken. Voorts noodigde zij de Nederland6Che pers uit op heden, om door haar organen, de noodklok van het Veer- sche Stadhuis te doen beieren. Het was den ook met dit doel dat wij ons aar Veere begaven. Dit stadhuis i6 een der mooiste over blijfselen uit den tijd toen Veere nog een RAADHUIS VAN VEERE bloeiende handelsstad was en tot uitgaven voor groote bouwwerken in staat. Toen bouwde men van 1170—77 dit stadhuis. Het werd gebouwd door meester Evert, vrijwei naar het voorbeeld van het Middeleeuwsch stadhuis te Middelburg, dooh kleiner en rustiger. Onder auspiciën van Hendrik var Bonsellen, die toentertijd op het slot Zan denburg woonde, werd het Raadhuis opge trokken met den toren, welke om zijn sier lijkheid en slankheid een der schoonste one land is. De spits begint na den vierkanten loop met een aohtihoekigen lantaarn, waar in later het klokkenspel aangebracht werd. De lantaarn gaat over in een sierlijken peer spits en daarboven draait de windwijzer, een scheepje, dat de glorie van Veere, toen de stad nog den titel voerde van Markizaat, in aandenken houdt. De fagade van het gebouw, welke tw»e hoektorentjes flankeeren, wordt bekroond door de geestige slanke topgevelties Een dubbele rij van rhythmisch herhaalde dak vensters siert het zoo typisch Midiel- eeuwsch leien dak. Van IJ z e w ij n kreeg bij den bouw op dracht 7 vergulde beelden te maken van d> Heeren en Vrouwen van Veere, n.l. in de eerste nis Hendrik van Boreellen en naasi hem Janne van Halewijn, zijn vrouw, Voorts Wolfaart van Boreselen, Anna van Borsselen, Adolf van Bourgondië. De beel den werden geplaatst in den wit arduinen gev-el tusschen de ramen, terwijl Andivas Keldtrmans te Meohe.en de tabernake'en bouwde. Het klokkenspel bestond uit 36 klokken, welke door den beroemden klokkengiete Van Gijn zijn vervaardigd. Door hoevelen is dit Stadhuis in Icn loop der jaren bezocht? Dit is bij benadering met op te gaven, maar duizenden Enge»- 60hen hebben in hun woning er een auuarel of photo van. Wie eenigszins thuis is in de Penning kunde, weet dat het al een heele tijd ge leden is, dat Zeeuwsche Gedenkpenningen werden g.slagen. 'tWas derhalve een mooie gedachte, om dit bij deze gelegenheid ook te doen. Wij bezichtigden de fraaie penning die door den bekwamen graveur Etienne ontworpen is. Voor daadAv erkelij ken steun ontvangt ieder die f 6 bijdraagt in de heretelling een afslag in brons en hij die een briefje van ™°r over heeft, een afslag in zilver. bestelde een zilver exemplaar, ter wijl H.M. Koningin Moeder een mooie bij drage gaf. Rede burgemeester van Veore De heer Henri Donkere, voorzitter van de restauratie-commissie, richtte zich tot de aanwezigen met een rede, waarin spr. na een welkomstwoord, ervan gewaagde hoe dringend noodzakleijk de restauratie van Veeres Raadhuis is. De Gemeente Veere heeft met algemecne stemmen besloten voor de restaurate f 10.000 beschikbaar te stellen. Nu heeft tut groote vreugde de Provincie Zeeland f 10.000 voor de restauratie uitgetr kken, en ook de Regeering verstrekt een belang rijke som daarvoor, maar de zedelijke en geldelijke steun van het Nederlandsche volk is der regeering daarbij onontbeerlijk. sprekers vertrouwen en geloof in den kunstzin van tallooze Nederlanders is te groot, dat hij het niet zou wagen een „of fer te vragen, ten einde Veeres aloude Raadhuis voor verder verval, ja voor ver nietiging te bewaren. Nadat de heer Donkere Jhr. Quarles Van Ufford den in een eenvoudig etui vervatten zilveren penning had overgereikt, richtte üb Commissaris der Koningin zioh met een toespraak tot de commissie, eere comité on pers, waaraan het volgende is ontleend. Rede Commissaris der Koningin Nu met de uitvoering der werkzaamhe den een aanvang is gemaakt aldus spr. tot den burgemeester moge ik u hulde brengen voor de door u betoonde activiteit en de hoop uitspreken, dat het u geg moge zijn binnen afzienbaren tijd in een, overeenkomstig de plannen, grondig her steld raadhuis de op u als hoofd" der meente rustende taak te vervullen. Met voldoening mag nu worden gezien voor museum-liefhebbere is het hier eldo- Na deze historische rondgang, begaf het gezelschap zich nar den z.g. Campveerschen toren. Steeds boeit 't fraaie panorama, dat men van het dak heeft over het z.g. Veer- sche gat, thans verzand, waar vroeger de diepgeladen kielen in- en uitvoeren. Voorts; heeft men een prachtig gezicht op Noord- Beveland. Thans is deze toren in een her berg herschapen, in welke de Restau ratie-commissie het gezelschap thee aanbood Bij het hooren van de belangstelling van Koninklijke zijde, drong zich de vraag op bij ons, heeft men ook te Veere zijn bemoeiingen uitgestrekt tot het Deensche vorstenhuis! Immerehos hechte band is er niet tusschen de Stad Veere en het Deensche Vorstenhuis? Was het het rij k e Veere niet eenmaal, dat de Deensche Koning bescherming bood, toen deze door zijn volk werd uitgebannen? En zou thans een rijke Koning het arme Veere ook niet willen helpen? Wij twijfe len er geen oogenblik aan, of een goed ge documenteerde missive zou goed ten voordeele van het Stadhuis kunnen werken. Mogen de pogingen der Restauratie-Com missie met een goeden uitslag bekroond worden, opdat Zeeland weer een van zijn kunstschatten in éere hersteld zie. A. M. WESSELS. STIJN STREUVELS „De Dietsche Warande" huldigt hem. De Antwerpsche afd. van het Willemsfonds heeft een avond georganiseerd ter huldiging van Streuvels by gelegenheid van zyn 60ste jaardag. Op deze feestavond waar de jubilaris zelf ontbrak werd een brief voorgelezen van Streuvels, waarin hij de nadeelen van officiëele plechtigheden, als voor hem op touw gezet, uiteenzette. Paul Kenis hield de gelegenheidsrede en Rikke Schmitz droeg uit Streuvels' werk voor. Het mooie Vlaamsche tijdschrift „Dietsche Warande en Belfort1) heeft een heel num mer aan de beteekenis van Styn Streuvels en zijn werk gewijd. Prof. Persijn wijst op de zuiverheid en vast heid van Streuvels' kunst. By voorkeur schryft I Streuvels' laatste werk de toon der huldiging I van deze katholieke medewerkers heeft aan- j gegeven. Wy herhalen, wat we onmiddeilyk na het verschijnen van het boek schreven: j „Hier is nu een roman, welke als proeve van i literatuur volkomen gelijkwaardig is aan het vroegere werk van deze Vlaamsche schrij ver, kan wedyveren in zuiver- en wellthdend- ht-id van taal, in compositie, in psychologische j diepte en echtheid van gevoel, in plastiek met I het beste van onze hedendaagsche letterkunde, I doch daarby een zoo zuiver en orthodox, roomsch-katholieke inslag heeft, als men maar een hoogst enkele maal in de literatuur aantreft". Wy mogen echter ook niet om dit ééne boek vergeten de rijke pracht van Streuvels' prozakunst van vroeger. Wat dan ook door ,.De Dietsche Warande" niet gedaan is. STIJN STREUVELS Streuvels niet over abnormale en pathologi sche gevallen. Zyn oeuvre is nagenoeg „do literaire encyclopedie van het Vlaamsche land en volk". Traditietrouw is hem een deugd. Hy vertoont overeenkomst met Vondel: „ln beide polst en bloost het warme bloed, in beide deint en hijgt het groote ritme, dat de werkelijkheden doorzindert met mysterie; in beide bloeit en schittert de soliede en tce- dere pracht der groote vizioenen, die der theologie by Vondel, die der Vlaamsche na tuur bij Streuvels: maar beider stijl weer kaatst de glanzing van dezelfde Godheid, en van dezelfde geloovige menschenziel". Dit laatste geldt in geen geval voor al Streuvels werken, moet hierbij worden aangeteekend. Felix Timmermans brengt vervolgens een feestgroet, waarna Herman de Man „de zuivere weg" van Streuvels, „myn grooten Vlaamschen meester en voorganger" scheLst. De Man vestigt evenals Joris Eeckhout en Aug. van Cauwelaert, van wie de volgende bijdragen zyn, vooral aandacht op Streuvels' laatste boek, het by zijn verschijning door ons uitvoerig besproken heiligen leven „Alma". Er is over dit werk nog al wat te doen ge weest. Er is allerlei op aangemerkt, men heeft de schrijver van zekere zijde er om gesmaad: Streuvels is vroom geworden! De vromigheid is in de letterkunde teruggekeerd! In vroeger tijd heeft deze Vlaamsche auteur ook wel het leven van kerkelijk vrome menschen beschreven, maar meer objectief, evenals, naar De Man opmerkt, een ongel oovig kunsthistoricus tien deelen kan vol schrijven over Mariakunst zonder dat zijn logebroedere 't hem verwijten zullen. „Eerst was Streuvels een objectieve waar nemer, die nog niet toe was aan de dramatiek van het stelling nemen, van het strijdvaardig zyn. Daarom ontbrak ook in zyn schildering het element der actieve en der mystieke devotie. Hy beeldde koel een altaar, waar het devote volk voor neergeknield lag. Eerst later knielde hy met het volk op eendere vrome wijze mede. en weefde hy mede in zijn werk het barre gevecht van de ziel (zyn eigen ziel) die door Gods genade tot knielen gedreven wordt". Joris Eeckhout heeft „Alma" innig lief, al ziet hy de fouten van 't boek niet vooibij des schrijvers eruditie wordt hem soms te machtig; de jonge kapelaan neemt zyn toe vlucht tot verkeerde auteurs, de kermistent en kluizenaars doen wat onnatuurlijk aan in het verhaal: „wy gaan vanzelf een beetje peuteren aan de waarschijnlijkheid van het Deze bezwaren echter „dooven niet den gloed die van uit Alma's leven het onze legen- slaat". „Of men dan om niet behoort tot dien stoeren, van kristelijke levenssappen gistenden Gezellestam?" vraagt Eeckhout. Van Cauwelaert wyst vooral op de stijl- vereenvoudiging, die in de gang van Streuvels' werk is waar te nemen. Streuvels' vroegere romans hadden „de weidschheid van een ilu- bensiaansche renaissance", in Alma i3 er „een^ Uchtheid en ontdaanheid van eene liooga Alma is voor de feestredenaars van „De Dietsche Warande" juist op tyd verschenen. Zonder dit boek zouden zij niet zoo sterk en overtuigend hebben kunnen beklemtonen het katholiek karakter van Streuvels' kunst. Kunst, zuivere kunst, sterke kunst heeft do zestigjarige met deze moderne hagiografie aan de Vlaamsche literatuur, aan ons a»ien, geschonken. Wij kunnen het begrijpen, dat het heugelijke feit van de verschijning van U 31e Jaargang, no. 10. Paul Brand. Vaart- weg, Hilversum. DE NIEUWE TAALGIDS. De 1 bestelt nog heden voor Uw kinderen voor het a.s. St. Nioolaasfeest ons premieboekje PRIJS 0.50. HAAST U want onze voorraad ia bijna uitverkocht DE ADMINISTRATIE aflevering van de 25e Jaargang bevat artt. van M. J. Langeveld over de zoo genaamde „tussenwerpsels", van N. van Wijk over taalbond en taalfamilie, van A. J. Schneiders over Literatuur en middelbaar onderwijs n. a. v. Enjoying Poetry in School, van J. E. van der Laan over Vos- maer's Reisdagboeken, van A. W. de Groot over Phonologie en Phone- t i e k. Verder aankondigingen, boekbeoor- deelingen en tijdschriftenschouw. Prof. de Vooys beantwoordt de vraag „Bestaat er een spelling-Terpstra?" ontkennend. Het nummer wordt geopend door een stu die van Prof. Albert Verwey over De be teekenis v.an J. Koopmans, n. a, v. diens algemeen geprezen Letterkun dige Studiën. Jan Koopmans, met Prof. de Vooys jaren lang redacteur van De Nieuwe Taal gids, heeft vooral studie gemaakt, achter eenvolgens van de Middeleeuwen, de Renais sance, de Verlichting, de Romantiek. Over zijn eigen tijd heeft hij weinig of niet ge schreven. Verwey noemt Koopmans een nazaat van Potgieter en Huet, in zooverre hij in het let terkundig essay, de teekening aan de kritiek verbond. Koopman's beste werk is het werk van een fijnzinnig kunstenaar. Hij was niet aka- demisch, niet literair gevormd, maar een autodidact met scherpe opmerkingsgave, diep inzicht en fijn invoelingsvermogen. Daarbij, de studie der literatuur waaraan hij een groot deel van zijn leven heeft gewijd, beschouwde hij niet als iets, dat waarde had op zichzelf: „waarde verkreeg ze eerst als ze ging leven onder de adem van zijn idee". J. B. Wolters, de uitgever van De Nieu we Taalgids, heeft bij het einde van de loopende jaargang, de royale gedachte ge had aan de lezers aan te bieden het regis ter der vijfentwintig verschenen Jaargan gen. Dit register door te lezen alleen maar, vervult met eerbied voor al de wetenschap pelijke en populair-wetenschappelijke, voor al de kritische en opbouwende arbeid op taalkundig en literair gebied door dit tijd schrift verricht Er zijn weinig periodieken J. KOOPMANS aan te wijzen, die zooveel baanbrekend werk hebben verricht als De Nieuwe Taal gids. Wij hopen, dat de nieuwe kwarteeuw, die het blad onder de energieke leiding van prof. de Vooys is ingegaan, nieuwe ontplooi ing, nieuwe bloei te zien zal geven. En dat velen, ook uit onze kring, aan deze mooie arbeid zullen deelnemen en er van profi- teeren. EEN MOMENT VAN BETEEKENIS VOOR DE NEDERLANDSCHE SPREKENDE FILM H. K. H. Prinses Juliana heeft het goedge vonden dat door de filmfabriek Polygoon te Haarlem een geluidsfilmopname vervaardigd werd van de installatie van het Crisis-comité door de Prinses. Polygoon heeft vanzelfspre kend van deze uitnoodiging gaarne gebruik gemaakt en was bij de plechtigheid met haar geheele geluidsfilminstallatie aanwezig. Danik zij een voortreffelijke microfoon-opstelling, waartoe de Prinses eveneens de gelegenheid had gegeven, is de vervaardigde opname ge slaagd. RESTAURATIE RAADHUIS veere. h. M. de Koningin-Moeder heeft [door een ruime gift, en ook nog op andere wijze, van Haar voortdurende belangstelling in de restau ratie van het Raadhuis te Veere doen blijken, terwyl de commissie ook van Z.K.H. Prins Hendrik blyken van instemming met haar ar beid mocht ontvangen, o.a. door het bestellen van een zilveren Bouwpenning. Het Museum-H. W. Mesdag te Den Haag, heeft bericht, dat het bereid is in Den Haag een 5-tal schilderijen uit de Veersche oudheid kamer door den restaurateur J. C. Fraas te doen behandelen. De „Nederlandse Kwekelingenbond" heeft een drietal wandversieringen uitgegeven, waar van de opbrengst ten bate van de verschillen de jeugdbonden zal komen. De platen, vervaardigd door den kunstschil der Willy Broggel, zijn zoowel wat uitvoering als voorstelling betreft, zeer aantrekkelijk te noemen. Er is keuze uit een drietal onderwer pen: een duinlandschap met sparren, een knoestige wilg by een verweerd hek en een karakteristiek bruggetje. De platen worden verkocht tegen 50 cent per stuk en f 1.20 per serie. De bond zal met deze uitgave ongetwijfeld succes oogsten. Aanbidding, lied voor zangstem met klavierbegeleiding, gedicht van Dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, muziek van B. P. Hansum, Rotterdam. De heer Hansum heeft eenigen tijd ge leden een „Paaschzang" gecomponeerd, die zeer in den smaak is gevallen. Thans biedt hij ons publiek dit lied „Aanbidding" aan, dat o.i. nog beter geslaagd is en dat we dus een minstens even goede ontvangst mogen voorspellen. Het gedicht van Dr. de Lind van Wijngaarden is een ware lofver heffing: taal die onmiddellijk weerklank vindt in het gemoed van den Christen in zijn beste oogenblikken. En de muziek, die de heer Hansum bij deze Godverheerlijken- de woorden schreef, versterkt de kracht daarvan, wat vooral opvalt bij het eerste couplet, welks inhoud wel zeer gelukkig geaccentueerd wordt door den gang der melodie en de zwaartepunten van het rhythme. Door een kleine tekstwijziging, die met een nootje is aangegeven is dit lied ook zeer goed voor het Kerstfeest te gebruiken. Ook voor dat doel kunnen we het van harte aanbevelen. De begeleiding levert voor een gemiddeld speler geen moeilijkheden op. De druk laat niets te wenschen over. Prof. h. U. Sverdrup, die met de duikboot „Nautilus" van Wilkins naar de Poolstreek is geweest, als leider van het wetenschappe lijk werk, schryft in een boek „Waarheen met de Nautilus en waarom?" dat de tocht geheel mislukt is. De oorzaak van deze mislukking was vol gens prof. Sverdfup de ongeschiktheid van de Nautilus voor een dergelijke onderneming. Wilkins kreeg een vaartuig, dat niet voldeed aan de beloften, die men hem te voren ge daan had. De reis over den Atlantischen Oceaan toonde aan, dat het plan, om dwars door de Poolzee te gaan, niet uitgevoerd kon worden. Men wilde toen van Spitsbergen naar de Pool varen en weer terug. Maar tijdens den tocht naar Spitsbergen bleek ook dit plan onuitvoerbaar te zyn. Noch Wilkins noch zyn medewekere wilden de plannen toen geheel opgeven, men zou door kleine tochten onder het ijs de proeven kunnen nemen, dia aanwijzingen zouden geven, hoe een nieuwe .duikboot geconstrueerd zou moeten worden, waarmee te zijner tyd het oorspronkelijke plan verwezenlijkt zou kunnen worden. Den 22en Augustus was alles klaar voor de eerste vaart onder het ijs. Toen bleek het hoogteroer verdwenen te zijn. De Nautilus kon daardoor niet duiken. „Ik wil openlijk bekenen", schryft Sverdrup, „dat ik me zoo teleurgesteld gevoelde, dat ik onmiddellijk be reid f#?wecst zou zyn, om terug te keoren. De schroeven waren zoo gevaarlijk aange bracht, dat wij in het ijs uiterst voorzichtig moesten zijn en de boot had een stoot tegen het ijs niet kunnen verdragen." De uitrusting van de boot voor de vaart onder het ijs was bedroevend slecht, de beroemde ysboren waar over indertijd zooveel geschreven ia, waren „armzalige pinnetjes". Er is gepoogd met de Nautilus onder het ijs te komen, door den boeg onder een ijsvlak te persen. Verder is men niet gekomen. Dank zy' de goede ijs-omstandigheden is de expe« ditie toch niet geheel vergeefsch geweest. Sver drup heeft zes jaar lang met de Maud rond gedreven over de ondiepe wateren, die do diepe Poolzee omgeven, zonder dat hij kans kreeg in het diepe gedeelte te komen. Wil kins' expeditie- gaf hem nu de mogelijkheid daartoe. Sverdrup's instrumenten fungeerden goed en hy was in staat nauwkeurige waar nemingen te doen. Daardoor konden veel ge gevens, die Nansen tijdens, de expeditie met de Fram verzamelde, gecontroleerd worden terwijl 't nieuwe wetenschappelijke materiaal volstrekt niet zonder beteekenis is. Deze ge gevens en die, welke dezen zomer door de /Zweedsch-Noorsche expeditie met de Ouest werden verzameld, geven waarschijnlijk de oplossing van verschillende problemen betref fende den invloed van het Poolijs op den Golfstroom. gezelschap van chr. historici in nederland. Zaterdagmiddag 28 November hield boven genoemd gezelschap zijn najaarsvergadering in het gebouw der Nederlandsche Handels- hoogesehool te Rotterdam. Voordrachten wer den gehouden door Dr. J. C. Rullmann over: „De Mamix-vereeniging en haar wer ken". en door Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink over: „Hedendoagsch catacom ben-onderzoek te Rome" Namens de Commissie van Redactie voor den tweeden Lustrumbundel van het gezel schap werd medegedeeld, dat zij in staat hoopt te zyn dezen bundel, waarvan de uitgave door omstandigheden vertraagd is, nog dit jaar te doen verschijnen. De volgende vergadering zal in het voorjaar te Utrecht worden gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9