Japans actie in het Verre Oosten De internationale ontwapenings demonstratie te Parijs DINSDAG 1 DECEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 Mandsjoerije als Japansche opmarsch- basis Vicieuse cirkel Petroleum Indië's veiligheid Mandsjoerije. Wat is Japans bedoeling met dit gebied? Reeds jarenlang redeneeren de Japanners als volgt: Japan is een land met sterke over bevolking (thans ongeveer 72 millioen inwo ners) en bijna niet meer in staat aan allen arbeid te verschaffen, waarom naar een ge bied gezocht wordt om het bevolkingssur- plus te loozen. Een dergelijk gebied zou dan dun bevolkt en rijk aan natuurlijke hulp bronnen fhoeten zijn en klimatologisch onge veer met Japan overeenstemmen. Aan deze voorwaarden nu voldoet Mandsjoerije in alle opzichten: van de oorspronkelijke bevolking, de Mandsjoeren, zijn er nog slechts een klei ne 800.000 over op een oppervlakte van 30 maal Nederland, er bevinden zich voorts rijke steenkoollagen te Toesioen en in de prov. Kirin, ijzerertslagen te Anajan, goud mijnen in de prov. Heiloengkiang, ook zijn de mogelijkheden op het gebied van land bouw en veeteelt aanzienlijk. Ondanks deze natuurlijke voordeelen en ondanks het feit dat China door afgedwon gen verdragen Japan (op annexatie en ff1"1" taire bezettingen na) zoo goed als geheel de vrije, hand in Mandsjoerije had gelaten: Ja- pansche onderdanen konden zich er naar be lieven vestigen en land in eigendom verkrij gen, ondanks dit alles bedroeg de Japansclie bevolking in Mandsjoerije na jarenlange propaganda en subsidies nog slechts 203.0UU zielen, waarvan er 196.000 in het district Kwantoeng wonen en 7000 over de groote rest van Mandsjoerije verdeeld zijn, terwijl daarentegen de Chineesche bevolking door sterke immigratie in 1928 geklommen is tot 24 millioen zielen. Hieruit blijkt ten eerste dat de Japanner zeer hokvast is en ten tweede dat de Japan sche regeering het overbevolkingsgeval han dig exploiteert tot het verkrijgen eerst van economische en daarna ook van politieko concessies. De hoofdbedoeling van Japan met Mand sjoerije is dan ook van politiek-strategischen aard n.l. Mandsjoerije in aansluiting nxet Korea te maken tot opmarschbasis, voorbe- reidingsgebied en rugdekking van de Japan sclie troepen bij een omzwaai in de richting van de groote Chineesche laagvlakte. Wat Japan vandaag in Mandsjoerije doet is niets anders dan de militaire consolidatie van een opmarschbasis. Duidelijk is dit te zien aan het karakter van de punten die Japan bezet heeft Eerst M o e k d e n, het eindpunt van de Zuid-Mandsjoerijsche spoorweg, vanwaar een lijn ombuigt naar Centraal- en Zuid- China. vervolgens vanuit Moekden via een gedeelte van den Chineeschen Oosterspoor weg de bezetting van Tsjang-tsjoen. Eindelijk de bezetting van het spoorweg knooppunt A g a n t s j i aan de Nonnirivier en het iets noordelijker gelegen station Tsitsikar, via een zijlijn vanuit Moek- den. De bezetting van de twee laatste plaatsen is zuiver als rugdekking bedoeld. Vermoede lijk zullen de Japanners niet verder in de richting van Siberië marcheeren dan strikt noodig is voor deze rugdekking, want prac- tisch hebben zij nu reeds de ruggegraat van Mandsjoerije, de hoofdspoorweg n.l., in hun macht. Heeft zich de militaire consolidatie van Mandsjoerije voltrokken, dan vloeit daar lo gisch uit voort een étappegewijze door- marsch naai' het Zuiden via de lijnen van het Trans-Chineesche spoorwegnet, dat op zijn beurt de ruggegraat van China vormt Voorboden van een dergelijke poging heeft men reeds kunnen bespeuren in de diverse pogingen om in Tientsin, Tsinanfoe, Sjanghai en Hankau ongeregeldhe den te provoceeren teneinde deze plaatsen uit „politioneele" ovenvegingen te kunnen bezetten. Te Hankau, hoewel pl.m. 700 K.M. stroomopwaarts de Yang-tsé toch bereikbaar voor zeeschepen en daarbij knooppunt van spoorwegen in de richtingen Tientsin en Kanton, is reeds een Japansche kruiser ver schenen. Wanneer men de hier gespatieerd gedrukte steden op de kaart nagaat, dan ziet men van Noord tot Zuid door het cen trum van China een halver cirkel van Ja pansche bezettingen en voorgenomen bezet tingen getrokken die aansluiting vindt aan den reeds gevormden halven cirkel van ma ritieme steunpuntenPort Arthur Dairen Kiautsjau (Tsingtou Sasebo Bioe Kioe eil. For mosa Pescadores. Zal Japan thans door een omzwaai door China en door een run op de Chineesche ha vens de sluiting van den cirkel tot stand brengen, welke China geheel in de macht van Japan brengt en het eerste groote deel van Japans imperialistische ideaal tot wer kelijkheid maken? De Janansche zeestrijdkrachten liggen ge- vechtsklaar in hun diverse bases, de Japan- I stond in ons blad van Zaterdag j.l. sche troepen staan gereed voor den op- marsch! Het. is niet te verwachten dat de Westcr- sche mogendheden dit zullen toelaten. Zou Jaoan hard tegen hard doorzetten dan is een Pacific-conflict geboren waarbij de belangrijkste staten dei wereld betrokken zijn. Voor Japan is dit oogenblik echter niet ongunstig, omdat het weer een onbewaakt oogenblik is. Ame rika en Europa worden zoodanig door de economische crisis in beslag genomen, dat zij, evenals tijdens den wereldoorlog, weinig aandacht aan het Verre Oosten kunnen be- De Engelsphe en Amerikaansche vloot- «enheden in het Oosten zijn in vergelijking met die van Japan uiterst gering. Een Engel- sche of Amerikaansche vloot van voldoende sterkte heeft een kleine drie weken noodig om op het terrein van actie aan te komen. Vooral de Amerikaansche vloot verkeert in een ongunstige positie, in de eerste plaats omdat zij bij haar sprong over den oceaan na Hawaï geen enkel marinesteunpunt meer ontmoet waar zij stookolie kan bijladen en derhalve verplicht is een enorme vloot van tankers mee te voeren, welke op hun beurt weer nabij bescherming tegen mogelijke on- derzeebootaanvallen noodig hebben. Een be langrijk deel van het lichtere materieel zou hierdoor worden gebonden en ontnomen aan het verkenningsorgaan van de eigenlijke slagvloot Ten tweede is het materieel aan jagers en onderzeebooten verre van modern meer tengevolge van seriebouw in 't laatst van den oorlog (een oorlogschip is geen Ford). De meeste andere mogendheden ver- cteelen n.l. den bouw over een 15 of 20-ta' jaren en hebben daardoor steeds modern materiaal bij de hand. Ten derde heeft Ja pan z'n quota toegestaan bij het Londensche verdrag volgebouwd en Amerika bij lange na nog niet. Ook de positie van de Britsche vloot is tengevolge van de crisisbezuinigingen niet zoo bijster gunstig. Een en ander zou Japan wel eens in de groote verleiding kunnen brengen om alles r-p alles te zetten en thans z'n kans te wa gen. de petroleumkwestie. Zonder petroleum kan men heden ten dage geen oorlog van beteekenis meer voeren, om dat de geheele moderne oorlogvoering geba seerd is op de petroleum en z'n derivaten*, zware olie voor de marine, lichtere soorten voor tanks, auto's en vliegtuigen, andere oliederivaten voor de springstoffabricage. Japans jaarproductie aan petroleum be draagt pl.m. 2 millioen barrels, wat juist ge noeg is om alleen de vloot een paar w e- k e n in zee te houden afgezien nog van land- en luchtmacht. De eenige plek in Oost- Azië waar overigens petroleum aanwezig is en waarvan de jaarproductie voldoende is om een groote vloot als de Japansche per manent in zee te houden en bovendien ook land- en luchtmacht te voorzien, is Ne- derlandsch-lndië en Britsch-Borneo. Zonder de Indische petroleum is de ver werkelijking van het einddoel der Japansche politiek, de oppermacht in Oost-Azië en in den Stillen Oceaan, onmogelijk. Zou ter kwa der ure Japan de gelegenheid gunstig achten om in het Verre Oosten een greep naar de oppermacht te wa*en, dan zou een van z'n eerste maatregelen kunnen zijn behalve een run op de Chineesche havens en een vermeesteren van de Philippijnen ook een bezetting van de Nederlandseh-Indi- sche oliehavens, in eenige snelle en verrassende slagen. Het zou struisvogelpoli tiek van de ergste soort zijn deze eventuali teit niet nuchter onder de oogen te zien. De verantwoordelijkheid ten opzichte van het welzijn en de veiligheid van eigen rijk zoowel als ten opzichte van den wereldvrede heeft de regeering er toe gebracht om aan de zeestrijdkrachten in onze Oost de meesi noodige aanvullingen toe te voegen (vloot- plan Deckers) en had de Indische regeering het voornemen doen opvatten om over tt» gaan tot bezetting van de oliehavens Tara- kan en Balikpapan met artillerie en infan terie. Helaas heeft de Indische regeering in verband met de crisis dit voornemen weer laten varen, is zelfs nog verder gegaan door dc toch al op de minimumsterkte staande 2 Java-divisiën van het Indische leger, wel ke dienen om de vlootbasis Soerabaja *1 tegen onverhoedsche landingen te bescher men, met 4 infanterie-bataljons in te krim pen. Dit geeft een besparing van eenige mil- lioenen. Doch het is een zuinigheid, die juist voldoende is om de wijsheid te bedriegen en die wel eens als een verlies van Indië en de opoffering van tallooze menschenlevens op een onverwacht oogenblik meer dan duizend voudig zou kunnen terugkomen. De vlam, die uitslaat in Mandsjoerije, is slechts een acte de présence van het overal rond de Pacific, smeulende vuur. Zal de Vol kenbond in staat zijn de vlam met vuur definitief te dooven? Of zal de bond zich met. schijnoplossingen tevreden stellen? Wat dit laatste betreft, laten we hopen van niet! GOEDGESLAAGDE TOLACTIE TE MAARTENSDIJK EEN AUTO MET EEN PAARD ERVOOR Was 't een mechanisch voortbewogen voertuig of niet? HET APPELTJE VOOR DEN DORST VAN DEN TOLGAARDER URENLANG GEWELDIGE VERKEERS- STAGNATIE DE MISLUKTE OPENBARE BETOOGING EEN GROOTE FOUT DER ORGANISATIE (Van een specialen correspondent). PARIJS, 28 November. Wat velen hehben gevreesd, is geschied: de massale betooging tegen de voortduren de bewapening en voor een spoedige ont wapening is verloopen op een wijze, welke in volkomen strijd is met het ideaal en zeker ook niet. het minst met de waardig heid van de stad Parijs. Toen op den eer sten dag der conferentie tegen het ednde der zitting naar aanleiding van de rede, die Painlevè daar meende te moeten houden hij was voor die studie-conferentie niet als spreker uitgenoodigd! het reeds ge melde incident, plaats had, nam de bezorgd heid voor den goeden afloop der conferentie ernstig toe. Reeds geruimen tijd voordat de Openbare Conferentie, die Vrijdagavond te half negen in het Trocadero was georganiseerd, aan ving, was het rumoerig in de omgeving van het gebouw. Tot deze slotzitting werden niet alleen d)a ongeveer duizend gedelegeer den, gekomen uit 30 verschillende landen, toegelaten, doch werden ook ruim vierdui zend plaatsen tegen betaling van een ge ringen entree-prijs voor het publiek beschik baar gesteld. De eerste fout van hen. die deze conferentie hebben geor- eaniseerd en die moesten weten hoe de stemming in zekere Fransche kringen ten opzichte van deze demonstratie vooj- cte ont wapening was, is geweest, dat er geen enkele controle op den verkoop van deze kaarten was en dat dus iedereen, die er op uit was de conferentie te saboteeren, op zeer wijze een toegangsbiljet kon RISICO OP ZEE De bemanning van het zinkende Luitsche zeilschip Harmannihowordt door het Engelsche sa: gSicilian Princegered: krijgen. Had men deze toegangskaarten via eenige organisaties, die zich althans niet tegen het denkbeeld van ontwapening ver zetten, onder het publiek gebracht, dan had men voorkomen, dat honderden kwaadwilli gen in het gebouw waren gekomen. Van Engelsche zijde was reeds tevoren aanmerking op de organisatie gemaakt Met name Mr. Robinson had, naar wij verne men, het Fransche Organisatie-comité ver zocht er voor te willen zorgen, dat zich in de zaal tusschen het publiek voldoende politie in buigerkleeding zou bevinden om eventueele onruststokers onmiddellijk te kunnen verwijderen. Het Fransche comité achtte dit evenwel niet noodig! Van dezelfde zijde was verzocht in de zaal een goede luid sprekers-installatie te doen plaatsen. Eerst ongeveer een uur nadat de conferentie was aangevangen, werden de luidsprekers aan- gezpt Intusschen hadden de camelots van de Action Frangaise en andere nationalisten, versterkt ook door een aantal communisten, gelegenheid gekregen tumult te veroorzaken, waartegen de president Herriot absoluut niet opgewassen bleek. Reeds zijn korte openingsrede ging half verloren onder het lawaai. Van de galerijen werd aangevangen herhaald geroep „Viv® la France", hetgeen uit de zaal beantwoord werd met een „Vive la Paix!" De aartsbisschop van Parijs kardinaal Ver- dier was geheel onverstaanbaar. Daar de luidsprekers toen nog niet werkten, kon de kardinaal zich met geen mogelijkheid ver staanbaar maken. Slechts korten tijd was het vrij rustig: eerst toen Lord Robert Cecil begon te spreken en een beroep op de Fran sche hoffelijkheid deed, en daarna toen Pain levè het woord voerde. Bij dezen laatsten spreker zwegen de elementen, die die onrust veroorzaakten, omdat zij van Painlevè ver wachtten, dat hij geen pleidooi voor onmid dellijke ontwapening zou 'houden en de goed- willigen in de zaal wenschten niet het ver keerde voorbeeld te volgen en bij dezen spreker moeilijkheden te veroorzaken. President Herriot trachtte de lijst van sprekers af te werken en ook de radio-toe spraak van Senator Borah zou voortgang vinden. Het lawaai en het tumult wenden echter steeds heviger: anti-Doitsche uitroepen werden afgewisseld met het „Vive la France" en plotseling werden boven in de zaal de opschriften, vermeldende dat meer dan dui- zen*I gedelegeerden van ruim dertig landen de ontwapening eischen, afgescheurd. Eenige oogenblikken schorste Herriot de zitting voor een bespreking met de gedele geerden van de Vlaamsche oud-strijders. Het tumult duurde echter voort en in enkele loges ontstonden vechtpartijen. Het gelukte een aantal herrieschoppers uit de zaal te werken, doch aan de andere zijde kwamen zij weer binnen. Buiten het Trocadero bleef het rumoerig. De politie, die in allerijl versterking had gekregen, sloot de hekken in de doorgangen van het gebouw om verderen aandrang van het publiek te voorkomen. Een groote fout was echter, dat te ruim negen uur, toen de conferentie reeds lang begonnen was, nog mensohen toegelaten werden. Alle aangekondigde sprekers hebben ge tracht het woord te voeren, doch zij waren geen van allen geregeld te volgen. Machteloos zat daar op het podium het Fransche comité: Mile Weiss en Henry de Jouvenel naast Herriot. Niets anders viel er te doen, dan te trachten tot een goed einde te komen van een conferentie, die een jam merlijke mislukkig werd, ten aanschouwe van meer dtui duizend gedelegeerden, ook van zeer vele goed-gezinde Franschen die zich schaamden voor hun landgenooten. Ten aanschouwe ook van vertegenwoordi gers van andere mogendheden, onder wie de Nederlandsche gezant Jhr. dr. J. Loudon. Inleiding. Vanuit Hilversum hadden wij een uit- noodiging gekregen om eens te gaan zien Maandagmiddag bij den Maartensdijkschen tol, waar een bijzondere soort van tolactie zou plaats vinden. Het toltarief van Maar tensdijk is namelijk iets heel bijzonders in ons land, en de wijze waarop dit tarief is geredigeerd mag niet gelukkig heeten al pleit ter verontschuldiging, dat de opstel lers van 't tarief bij hun werk wel niet ge dacht zullen hebben aan een tijd, die kon komen, waarin de menschen een broertje dood zouden krijgen om tol te betailen en van alles zouden verzinnen om er onder uit te komen. In het toltarief staat, dat voor een me chanisch voortbewogen voertuig moet wor den betaald f 0.20 tolgeld, voor een met paard bespannen voertuig zeven en een Op advies nu van Mr. P. J. J. Westrik werd besloten om een samenkomst van auto's uit te schrijven bij den Kei te Hil versum, om vandaar te gaan naar den tol te Maartensdijk, waar eenige paarden zonden staan en dan zou de „zwarte" voor de auto wor den gespannen en zoo zou men de tol pas- seeren, met één P.K. dus door den tol, waar bij men maar f 0.07behoefde te betailen. Een groot aantal autobezitters en -be stuurders had aan den oproep gevolg ge geven, zoodat tegen kwart voor een bii de Kei aan den 's-Gravelandschen Weg c.a. honderd vijftig auto's gToot en klein, en motorrijwielen vereenigd waren. Voorafgegaan door een autobus, die het opschrift droeg „Volgt mij niet", welk plak kaat nu alle autobussen van den dienst Hilversum—Utrecht voeren, ging de stoet naar de richting Maartensdijk. De burge meester van Maartensdijk, de heer Van der Voort van Zijp, had maatregelen genomen en verschillende manschappen. politietroepen, waren op den weg geposteerd of surveil leerden aldaar, in afwachting van de din gen die komen zouden. De beide tolbazen waren mi in actie. Worden anders de twee tolboomen door één man bediend, nu werd elke tolboom bewaakt door een man. Te ongeveer kwart voor twee kondigde een laid getoeter de komst van de verwachte gasten aan. Een eindje vocy den tol werd halt en front gemaakt en ging men krijgsraad houden. De leider van de actie, de heer P. van den Hoek Jr., reed in zijn auto, waarin ook Mr. Westrik was gezeten, vooraar.. Nadat was uitgestapt klom de heer van den Hoek op een vrachtauto en sprak vandaar do automobilisten toe, hun o.a. meedeelend dat op 14 Dec. as. een protestvergadering tegen de Maartensdijksche tollen in Hilver sum gehouden wordt Mr. Westrik sprak ook de menigte toe en daarop werd het paard uit het weiland gehaald en onder hoerageroep voor de auto gespannen. De heer Van den Hoek werd gepromoveerd tot koetsier, hij greep de teugels en mende den i nant tot voor den tol. Er ontstond toen een groot geroep om den tolgaarder, maar de brave man kon bijna niet door dc volte heenkomen. De be langstelling op den weg was zoo reusachtig groot, dait mannetje aan mannetje stond, en men zich bijna niet kon wenden of kee Ook Mr. J. Limburg, die op den eersten dag der conferentie gesproken had, zat op het podium en zag een goed-bedoelde demon stratie voor ontwapening mislukken door het optreden van een aantal extremisten, zonder eenige verantwoordlelijkheid! In de kringen der Nederlandsche gedele geerden ter conferentie was men zeer teleur gesteld Dr. J t Meulen uit Den Haag schreef de mislukking de in de voor-conferenties behandelde resolutie werd niet eens in stem ming gebracht, omdat de heer Herriot. daar toe naar het schijnt geen kans meer zag in de eerste plaats toe aan dc slechte orL nisatie. Ds. J. B. Th. Hugenholtz, die als secretaris was opgetreden van de Neder landsche commissie van voorbereiding voor deze conferentie, was zeer ontdaan; Toch moet men verklaarde hij den moed niet verliezen. De tegenstanders van de ontwa peningsidee hadden zich tien jaar geleden om een dergelijke demonstratie niet druk gemaakt. Maar de idee wint veld ei tracht, men te Hetzelfde geldt voor de pers. Tien jaar leden zou indien destijds een dergelijke conferentie mogelijk zou zijn geweest de rechtsche pers de conferentie doodgezwegen hebben. Thans hebben „Ami du Peuple (van Coty). de „Action Fran<jaise", waarmede studenten druk langs de boulevards colpor teerden, de „Echo de Paris" en andere bla den de zaak eerst belachelijk trachten te maken. Na het gebeurde in Trocadero ver heugen zij zich over den gang van zaken. Het Fransche satyrieke weekblad „Le Coup de Patte" stelde Lord Robert Cecil deze week als een roofvogel voor, die naar Parijs komt om de Franschen iets af te nemen. De haat keert zich bij allen tegen Duitschland in de eerste plaats, welk land men er van be schuldigt zich steeds sterker te bewapenen De actie van de nationaal-socialisten in Duitschland is hierbij koren op den molen der Fransche rechtsche extremisten. De linksche „l'Oeuvre" en „Republique" keuren het optreden der aanhangers van de „Action Frangaise" enz. ten sterkste af. Er is echter niets meer aan te doen: het jam merlijke is geschied en de goed bedoelde demonstratie der volken voor ontwapening is door het optreden van een handjevol on ruststokers zonder resultaat geëindigd. Zij, die vertrouwen hebben in de toekomst, zul len zich echter door deze mislukking niet uit het veld laten slaan en hun werk in het belang v«i den vrede voortzetten! Radio Nieuws. ren. Eindelijk had hij zich geworsteld door de drukte heen tot bij den „met-een-paard- bespannen-vagen" welke de auto nu eens klaps geworden was, en toen kwam het groote moment waarop ieder wachtte. De heer Van den Hoek vorderde een tolkaartje van zeven en een halve cent, omdat zijn voertuig een voertuig met een paard bespannen was. De tolgaarder zeide, dat het een auto was en dat twintig cent moest worden betaald en dat zijn opdracht was om voor auto twintie cent te innen. Er volgde eenige discussie, waarna Mi Westrik vvorlas het toltarief van Maartens dijk en daaruit aantoonde, dat daarin niet werd gesproken van „auto", maar van een „mechanisch voortbewogen voertuig". Wel nu, de motor was afgezet, het voertuig werd dus niet mechanisch voortbewogen maar door een paard, en dies behoefde men slechts drie vierduiten te betalen. De tolgaarder weigerde evenwel dit be drag in ontvangst te netnen, ook weigerde hij om de tolboom open te doen, zoolang geen twintig cent betaald was. „Waar ls de veldwachter?' Nu ontstond er een groot geroep om poli tie, want de politie zou proces-verbaal moe ten opmaken van dit feit, dat de voor den tol staanden wèl tol betalen wilden, en nog wel het volgens het toltarief verschuldigde wilden betalen, maar de tolboom niet opend werd. Dat was dus belemmering van het verkeer door den tolgaarder. Onze lezers verstaan, dat dit gedaan werd een rechterlijke beslissing uit te lokken herhaaldelijk werd gezegd, dat het niet ging tegen den tolgaarder of de gemeente politie of de gemeentelijke overheid, maar tegen de tol'len. De gemeenteveldwachter Klaassen stond voor den tolboom. Toen men hem kwam halen, schoot hij als een snoek eronder dooi en onder hoerageroep verdween hij. Wat nu te doen? Er werd luid geclaxonneerd en gesignaleerd. De auto's standen in een onafzienbare rij. Er ontstonden steeds meer opstoppingen. Van dein Utrechtschen kant kwam een Ford Je, dat gebrek aan adem scheen te hebben. Telkens stond de Ford stil. De motor wei gerde, zei de bestuurder. Telkens moest cr gezwengeld worden, want de starter leek wel niet te werken. En als dan na veel gewurm eindelijk de auto weer ging, stond hij eenige oogenblikken later weer stiit Er werden goede raadgevingen vanuit h«t publiek. „Beur de motorkap op". Je hebt geen water in den radiateur, je bougies zijn vet, enz. enz. ..Daar moet je een Ford voor wezen", zei n kenner en een ander mebkte op, toen de auto weer ging: „Nou gaat het appa raat" weer. Maar even later stond het ap paraat weer, stil en onbeweeglijk. De ser- van de militaire politie, die het spel letje allang „door" had, zou toen beminnen om den naam en adres enz. van den be stuurder op te nemen, maar toen zette de ze den motor van zijn wagen aan en onder hoerageroep schoot de wagen weg naar Hilversum heen. Sommatie tot ontruiming. Het was echter duidelijk, dat de stagna tie, wélke ontstaan was, niet zonder meer kon voortduren. Onder de bestormers be vonden zich Floras Vos en Cllnge Dooren- bos. De mensohenmenigte op den weg was bij de tollen zoo dicht, dait er geen muis meer doorheen kon. Toen kwam de veld wachter en deze gelastte aan Mr. Westrik om uit den volksoploop te gaan, welke door hem veroorzaakt was. „Hoe moet ik dat dan doen?" vroeg Mr. Westrik, want het was hem totaal onmo gelijk om heen te gaan. moet van den weg af', commandeerde de veldwachter en toen stapte Mr. Westrik Ln zijn auto en was hij dus gevangene in zijn eigen wagen. De sergeant van de militaire politie, een kalme verschijning, klom daarna op da treeplank van de auto, die tot .gevangen wagen' was gemetamorfoseerd en hield van daar af een toespraak tot de menigte, ge lastend, dat men den rijweg zou vrij ma ken. Het was komisch om te hooren hoe er gediscussieerd werd tusschen den pol tieman eenerzijds en de heeren v. d. Hoek en Westrik anderzijds, maar toen de heer Westrik op de treeplank was gestapt en gezegd had, dat de menschen moesten vol doen aan de sommatie tot ontruiming, werd daaraan voldaan. Men kortte zich onderwijl den tijd met het zingen van schoone liederen als „In naam van Oranje doe open de poort" en „We gaan nog niet naar huis, nog lange Onderhond met den burgemeester. Ondertusschen wachtte men steeds en Mr. Westrik had een onderhoud gevraagd met den burgemeester. De boodschap kwam of Mr. Westrik maar op het raadhuis wou komen. „Maar ik mag niet op den weg ko men", zei hij. .jwant dan word ik gearres- tered als een oproerkraaier". Dc politie HUIZEN (1875 M.) NCRV. 8 Tijdsein. 8—8.15 Schriftlezing. 8.15—9.45 Morgenconcert. 10 TtJd- lein. 1010.30 Zang door het NCRV.-Dames- R. r Münhout—Ral zwaaU-Möllenkarr H. v. cL Honst Jr —Bleekrode, piai M. Wentlnk Plano: Mej. To Stel iterdam. Ondei ln dien tUd" V. De i 7,307.45 i'olitieberich i van het Ned. Chr Per erwerp; „UUi nderwüa en peling te ge' ger Onderwijs 9,3010.30 Orgelbe- Lilehaj on. VPRO. 10 Mc.;_ nding voor arbeider 12 Tijdsein. 12.0i 2.15 Onze K 3.30 Kindertoon kuurtje. 5.45 Gre Het Kapitalisme racht. 9.30 Vervolg Muziek van dezen Jitzending voor den Alg. Ned. Bond van en Kantoorbedienden. 10 Persberichten Dias. 10.15 Gramofoon. 10.25 Concert amofoon. 12 Tüdseln stond hem echter toe, dat hij naar het raad huis ging, en toen ging de deur op een kier op en kwam de boodschap, dat Mr. Westrik erin mocht. „Neen, mijn cliënt moet mee", zei Mr. Westrik en toen eerst was gevraagd of dat goed was, mochten beide heeren binnenkomen. Met belangstel ling werd de uitslag van het onderhoud af gewacht. Na ongeveer een kwartier kwa men beide heeren buiten en beklom de heer v. d. Hoek een auto. Hij deelde mede, dat de burgemeester geweigerd had om proces-verbaal op te maken tegen den tol gaarder „omdat ook zijn veldwachter het geweigerd had". Deze mededeeling werd met veel enthousiaste hoeraroepen ontvan gen. Meegedeeld werd. dat men nu maar zou betalen en dan zou wegrijden om een klartit te dienen bij den Officier van Justitie tegen den burgemeester. Meerdere stagnatie was intusschen ontstaan, doordat de be stuurder van een chassis de politie had verschalkt Gevraagd was n.l. ot men door den tol mocht, als men wou betalen en dat werd toegestaan. Maar toen het. chassis ge reden was tot vlak voor de tolboomen, haal de de bestuurder een biljet van dui zend gulden uit zijn portefeuille te voor schijn en bood dait ter betaling aan Daarvan had de tolgaarder in letterlijken zin „niet terug" en hij grinnikte: „Dat ls een mooi appeltje voor de dorst, meneer". „Ja. maar het is voor jou te zuur", ant woordde de chassis-bestuurder en vroolijk zwaaide hij met het biljet van duizend gul den „wie of 't kon wisselen". Men begreep echter zoo niet verder te kun non en besloot toen maar met gepast geld te betalen, want men wnlde nog op tijd bij den Officier van Justitie zijn. Nu kwam echter de politie aan de beurt Wilden de heeren er nu opeens zoo vlug van door welnu de politie had nu den tijd en begju te controleeren. Er werd gevraagd naar wogen belas ting- kaart, naar rij- en nummerbewijs, en de nummers werden gecontroleerd op den kop en op het chassis. Deze dingen hielden natuurlijk ontzaglijk lang op, zeodat hier door het moeilijk werd een stoet te formee- ren. Eindelijk kon men vertrekken, en ei kaar zooveel mogelijk volgend ging men naar het Gerechtsgebouw te Utrechft. waar de Officier Mr. Nyssingh niet aanwezig was. De substitiuut-officier Mr. FaLiius stond Mr. Westrik en den heer v. d. Hoek te woord en de heeren deelden ons mede, dat ze hun beklag hadden ge daan over het feit, dat de burgemeester van Maartensdijk zijn veldwachter niet had willen gelasten proces-verbaal op te maken tegen den tolgaarder en ook een klacht hadden geuit tegen den burgemeester, om dat deze op het raadhuis gezegd had: „als ze het zoo denken te winnen, dan kunnen ze stikken". De beide heeren deelden one mee, dat Mr. Fabius hun gezegd had, dat ze een schriftelijke klacht zouden indienen, hetgeen door hen zou worden gedaan. Met belangstelling mag het verdere ver loop van deze zaak worden afgewacht Het Comité van Actie tegen den tol op den straatweg Hilversum—Utrecht is gisteren zijn strijd tegen den tol bij Maartensdijk be gonnen. Toen de tolgaarder weigerde den tolboom te openen, zongen de honrtrrden geestdriftig „In naam van Oranje.'doe open de poort!" Met als gevolgdat de tolga arder den boom met 'n extra slot verzekerde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9