TWEEDE KAMER
Radio Nieuws.
Nabij het Macedonische front
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9
WATERSTAAT 1932
REGELING
VAN WERKZAAMHEDEN
Vergadering van 24 November 1931
OVERZICHT
Den geheelen dag Waterstaat.. Het is niet
te zeggen hoe amusant het was om 's mid
dags maar weer van een groot aantal spre
kers en spreeksters hetzelfde te ihooren als
■waarnaar we Vrijdagmiddag al^ uit den
treure 'hadden moeten „luisteren".
Slechts een der ingeschrevenen zag van het
■woord af. Het was de oud-minister v. Dijk.
We waardeeren zijn daad. Gelukkig hebben
daarna vele orators zich wat beiperkt, zoo
dat ook de minister nog aan het woord kon
k Nieuwe dingen brac-ht zijn rede niet. We
verwijzen daarom naar het verslag.
's Avonds Luchtvaart en Spoorwegen met
opnieuw tientallen van redenaars.
VERSLAG
Mr. Deurvorst boëedtsd
De heer DROP (S.D.) a/prak ln ffelljken geeat
en behandelde nog enkele andere peraooneele
belangen.
MINISTER RBYMER dankte voor de Instem,
min gr met de Instelling der studleoommlselo.
In de dilenst- en rusttijden sou do minister
gaarne verbetering brengen; maar er sljn th&ni
financieel# bezwaren. Ernstige uitwaseen zul.
lei werden weggenomen.
Inzake «alairleering wordt gewacht op een
rapport van de commissie voor Georg. overleg.
Bij een volgend artikel betoogde de heer DE
ring der Overljselsche Vecht
do heer KRIJGER (C.H."
i ln. De MINISTER
llchtLn-
ioo ene"
l1s de beschikbare flnan-
iTr zoo goed rnogelljl
verdoelen
Apeidoornsoh Kanaal, zonder overleg me
anghebbenden of de betrokken
'rof'. v^d. I3ILT TubA sloot zich daarbij t
Dr. BEUMER (A.R.) bracht
grafische, topografische en
van den heer Snoock Henk'
fëef^opg..^
bruggen weer voor de boeren beschikbaar
DoSMINISTER meende, dat de kosten hek
er bruggen niet
ns goam kijken.
huB»sJ„ris'
■ettigden. Maar
DUTMABR VAN
TWIST erop. dat over de omlegging vaj
Noord-Hollandsch Kanaal bij Buiksloot
'erleg is gepleegd met de schlpp*
schrapt. Gehoopt werd. dat de f 100.000 volgend
ar weer zullen worden uitgetrokken.
De MINISTER wees op de bezuinlgingsnood-
BLJ art. 86 vroeg de heer v. d. WAERDEN
„JJD.) wanneer de tweede pont bij Velsen wser
gaat varen; hot verkeer ondervindt nu veel
'tDe1^MI<NISTER antwoordde, dat de pont nl
tan de verwachtingen voldoet;
>ld. In d.
EINDE VAN DE ..NAUTILUS"
De „Nautilus" waarmede de Amerikaan Sir Hubert Wilkins getracht heeft de Noord
pool te bereiken, is na het volkomen mislukken van deze pogingen aan de Noorsche
kust tot zinken gebracht.
nu gekoppeld aan het algemeen econo-
itblijven van tariefsverlaging schaadt
wijze naar het buitenland
wordt hea
t drie ponten
"^BifheTvelg-end art. drong de heer KRIJGER
(C.H.) aan op rudme verbetering van het Ka
naal van Torneuzen. Terneuzen verdient dien
De MINISTER antwoordde, dat door de be
zuiniging niet meer gedaan kan worden. Maar
gegeven belofte is ingelost
>e heer VAN DIJK (A.R.) beaprak de verbe
tering van het verkeer over het Walcherenaohe
kanaal bij het station te Middelburg. De ver
leden Jaar aangebrachte verbetering ls onvol
doende, wat ook de minister erkent. Voor de
noodzakelijke nieuwe brug zijn echter geen gel
den aangevraagd. Waarom niet? Kon de minis
ter geen spoed toezeggen met de voorbereiding
Ook adeehêeiren KRIJGER
(S.G.P.) en v. d. BILT (Lib.)
zaak.
De MINISTER erkende het onvoldoende van
den toestand, maar za.g niet in waarom Middel
burg voor moet gaan.
De 'heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) vroeg
overleg met de schlppersbonden over den bouw
van de sluis bij Overtoom.
De MINISTER zegde toe. dat met de belan
gen van de scheepvaart zal worden gerekend.
Bij de afd. „Luchtvaar" besprak de heer VAN
BRAAMBEEK (S.D.) de enorm gestegen subsi
die voor de KJL.M. De tonnen zijn tot miUloenen
r de K.L.M.
en 30 sprekers in
den bij „Water-
De Keer KAMPSCHOëR (R.K.)
BRAND IN DE „BERMUDA"
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
0.1510.45 Korte ziekend!
De. J v d Woude.
iursus fr'i
G. Ably,
(fid.)
Laatstgenoemde bestreed z«n partijgenoot v.
Braambeek, dat de tarieven, die de spoorwegen
aan de electrische centrales moeten betalen.
bouwd.
De heer BOON (lib.) diende een motie I
waarin den Minister wordt gevraagd, dat oc
ln de toekomst de dienst op de tramwegen
Flakkee niet wordt gestaakt.
De heer KNOTTENBELT f
heer D. van Twist
de mee:
natuur door*
HU hoopt r
tigd zal v«
(11b.) bestreed den
menschen biedt de Zondag
de eenlge gelegenheid een dag bultei
natuur door te brengen of familie te b
HU hoopt dan ook, dat de Minister zich krach,
tlgd zal verzetten tegen de pogingen het ver
keer op Zondag nog meer te beperken.
Daarna behandelde htJ de moeiltJkheden,
welke vele tramwegen ondervi-*- -
currentie van autobussen en
gens en daardoor Ir
dreigd. De minister
Prof. v d BILT (11b) behandelde oa. de ai
matlsohe en eindellik behandelde de heer DE
VISSER (comm.) van alles en nog wat om U
besluiten met een niet ondersteunde motie.
Het was half drie. De Kamer was vrijwel
leeg, toen deze „vergadering" van het Neder,
landsche parlement werd verdaagd.
DE MAGISTRATUUR
ORGAAN VAN DE VEREENIGING
GROEN VAN PRINSTERER
Voorin ditmaal het baardige, burgervader-
lyke gelaat van den heer J. v. d. Molen Tzn,
burgemeester van Renkum.
In de Rondblik wordt allereerst gepro
testeerd tegen de wijze, waarop Gedep. Staten
van Friesland omspringen met de gemeente
Engwirden. De redactie stelt zich geen partij
in de kwestie der annexatie, doch wijst wel
op de felle, jarenlang volgehouden campagne
om zelfstandig te blijven, wat wel bewijst, dat
de noodzakelijkheid der samenvoeging nog niet
wordt ingezien door de belanghebbenden.
Inzake de korting op de uitkeeringen heeft
de vereeniging een adres aan de Tweede
Kamer gezonden, waarin op de groote onbil
lijkheid gewezen wordt. De korting dient ir
geen geval aan het peil der loonen en sala
rissen, noch aan eenig onderdeel van het ge
meentelijk budget gebonden te worden; in 't
uiterste geval worde een gelijk percentage
op de door elke gemeente te vorderen uit-
keering gekort. Dat is rechtvaardig.
ZORG VOOR WERKLOOZEN
Wij hebben sedert jaren niet zooveel
doen gehad met de werkloozen als in de laat
ste maanden. Het aantal arbeiders die geen
emplooi kunnen vinden, stügt met den dag.
En het hopelooze van het geval is, dat men
niet kan verwachten deze menschen met
enkele weken weer aan het werk te zien
Want het aantal werkloozen is geklommen tot
circa dertig duizend en de gewone winter
werkloosheid moet nog komen. Eer deze
greep, eer een belangrijk deel van deze groep
eer aan den arbeid kan gaan, zal er heel
'at water door den Amstel stroomen.
Nu mag, al ontkennen wij niet de moeilijke
omstandigheden, voor hen, die steun ont
vangen, toch met dankbaarheid geconstateerd
worden, dat er in materieel opzicht veel voor
de door de crisis getroffenen wordt gedaan.
Wie de crisisregelingen beziet, de ontwikke
ling van de werkloosheidverzekering, de rege
lingen die door Maatschappelijke steun wor
den toegepast, en eens terugdenkt aan wat
er in vroeger jaren werd gedaan voor de
werkloozen die er toen toch ook waren, die
kan niet anders dan van vooruitgang spreken,
zelfs in dezen tijd van geweldige crisis.
Ook in ander opzicht wordt er meer ge
daan dan voorheen. De sociale organisaties en
de vakvereenigingen hebben sinds jaren het
ontwikkelingswerk, intensief ter hand geno
men. Toch vraagt deze tijd wel bijzondere
voorzieningen, die zeker niet uitsluitend door
de Vakvereenigingen kunnen worden getrof-
lmmers de Vakvereenigingen hebben ir
dezen tijd naast hun gewoon werk, zich in te
spannen, en ze hebben daaraan alle kracht
te geven, om hun sociale groep zoo veel moge
lijk te schutten.
Als men daarbij dan alleen zou moeten
zorgen voor de duizenden werkloozen,
zou dit waarschijnlijk de finantieele kracht
dezer organisaties te boven gaan, maar men
zou ook niet de krachten daarvoor kunnen
vrijmaken.
Meer zijn trouwens ook andere kringen be
langhebbend. Wij denken aan de Kerken, aan
de jeugdvereenigingen, aan de sociale ver-
eenigingen. Zij hebben ook met de werkloos
heid en met de werkloozen te maken en hunne
kring overschrijdt die van de Vakvereenigin
gen in ruime mate.
Wordt er veel gedaan, met name in dv
groote steden? Tot heden toe meenen wij, is
er van de zijde van ons protestantsch christe
lijke volksdeel niet zoo heel veel gedaan, ln
Amsterdam hebben wel de R. Kath. hun Te
huis voor Werkloozen, maar wij hadden zoo
iets althans tot heden niet.
Nu komt er hopen wij binnen enkele dagen
ook een Tehuis voor onze christelijke arbei
ders. Het initiatief is daartoe genomen door
de Vereeniging tot verbreiding der Waarheid,
die bij haar socialen arbeid ook te doen heeft
met demoraliseerenden invloed van de werk
loosheid.
Ter zake heeft zich een comité gevormd
waarin natuurlijk plaats is gegeven aan de
sociale organisaties, maar ook aan een ver
tegenwoordiger van de christelijke Jonge-
Mannenvereeniging;
Wat wil men bereiken? Zeker allereerst
ln de komende maanden, met de kans op voch
tig weer, op barre koude, een plek te geven,
waar de werkloozen die in de stad rondzwer
ven, zich even kunnen verpoozen. Een droge
warme plek, waar zy een kop warm drinken
kunnen krijgen en zich met een en ander di-
verteeren.
In dit Tehuis zou men ook het ontwikkelings
werk kunnen organiseeren. Men kan daar le
zingen doen houden, van vaktechnischen-aard
en algemeen ontwikkelende lezingen, bedrijfs-
filmen laten zien en dergelijke.
Maar men zal inzonderheid met de jonge
werkloozen moeten rekenen. En nog weer eens
ln het bijzonder met hen, die geen eigen
thuis hebben in de stad.
Ze lijden meer dan de ouderen. Die hebben
hun thuis, met de zorgen, maar ook met het
licht. Zy hebben in de jaren van hun jonkheid
het vak geleerd, zij verspelen in dit opzicht
minder dan hun jonge collega's. Zij hebben
meer gezien en meer geleerd in de school van
het leven. Zy hebben ook een levenservaring
gewonnen en een leven van strijd en gebed.
Maar de jongeren met hun bruischend bloed
_i hun idealen, die geen weg weten met hun
ledematen en hun leegen tijd, die aan vakop
leiding nog zoo veel te kort komen, zy hebben
het zeker in moreelen zin zwaarder dan elk
Voor hen zal men zorgen moeten en voor
hen bezigheid zoeken en mogelijk ook vakop
leiding. Dat vraagt heel veel zorg en tijd. Dat
vraagt de inspanning van velen.
Het begin is er. Daarin verblijden wij ons
we hebben de verwachting dat dit werk
door een breeden kring uit onze burgerij zal
worden gedragen.
AREND VAN AMSTEL.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
NAAR INDIE
VOORLICHTING Dr. J. STROOMBERG.
Op verzoek en in overleg met het bestuur
van de Vereeniging „Nederlandsch Fabri
kaat" stelt <fr. J. Stroomberg, hoofd van de
afdeeling Handel van het departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel in Ned.-
Indië, thans met verlof in Nederland, zich
beschikbaar voor het geven van inlichtingen
en voorlichting ter zake van uitvoer van
Nederlandsche artikelen naar Ned.-Indië.
Fabrikanten, die omtrent de mogelijkheid
van uitvoer hunner artikelen naar Ned.-
Indië voorlichting en inlichtingen wenschen
wordt verzocht allereerst schriftelijk zich tot
den heer Stroomberg te wenden, met nauw
keurige opgave van de inlichtingen, welke
zij zoo mogelijk wenschen te ontvangen met
daarbij gevoegden doorslag van dien brief.
Voor zoover de gevraagde inlichtingen niet
schriftelijk kunnen worden gegeven, stelt de
heer Stroomberg zich voor, in verschillende
steden hier te lande op nader te bepalen
data, waaromtrent dan de belanghebbenden
tijdig van te voren nader bericht ontvangen,
zittingsdagen te houden tot het geven van
inlichtingen.
Wie voorlichting, als hierboven genoemd,
wenschen te ontvangen, worden verzocht
zich schriftelijk te richten tot dr. J. Stroom
berg. p.a. de Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat", Bezuidenhout 97, Den Haag.
ONGELOOFLIJK
WAT DE HEER OUDEGEEST SPRAK
Volgens de soc. dem. pers heeft de beer
Oudegeest, te Den Haag sprekend op een
crisismeeting, o.m. over de salaris-verlaging
gezegd:
Niet worden verlaagd de loonen van
de leden van het Koninklijk Huis. Zij kun
nen niets missen
Nu heeft min. de Geer bij de algemeen#
beschouwingen precies en uitvoerig het tegen
deel medegedeeld.
Hij noemde: laten staan van 10 pet. door
de Koningin-tMoeder en Prinses Juliana en
belangrijke vermindering van hetgeen uit het
Kroondomein kon worden verkregen door de
Koningin, waardoor verre de tien procent
van grondwettelijk inkomen en opbrengst
Kroondomein wordt overtroffen.
Wij weigeren, zegt de Nederlander,
voorshands te gelooven, dat de heer Oude
geest de afgedrukte woorden heeft gebezigd.
Want anders
FEUILLETON
Door IVANK£
We zouden nu eerst SaHoni'ki eens gaan
bezien. Interessant was deze stad ongetwij
feld. Een heel groot stadscentrum bestond
er niet; over het algemeen waren de winkel
straten email en verre van frieoh te noemen.
Om en bij „Flocca", een der drukste cafés,
kon men altijd de meeste militairen waar
nomen; daar heereohte de aTengrootste
drukte. Ooik. op de kade, langs de havens,
was veel vertier. Beihalve de wandelaars zag
men van 's morgens vroeg tot avonds Ja at
de vdl-e sjouwers aan den arbeid, mot een
veel te groote en te zware lading op hun
dubbel gevouwen ruggen, waardoor men
dan ook altijd geneigd wee meer een last
dieren <Ian aan meneohen te denken, zoo lat
men vaak vol afschuw en medelijden het
hoofd wende.
Aan diezeMde ka die, waar tevens de be
kende „Tour Manche" gelegen is, vanwaar
de seinen naar de schepen werden gegevon,
had ellken Zondagmiddag het „coiso" plaors,
waaraan meerendeels Grieksche edhoonen
en jongelingen, met hun mooiste kHeeron
getooid, waarmede zij elkander den loef
trachtten af te steken, deeJ naimen.
In de buitenwijken ontdekte men de veefl
breedere straten met de groote, mooie rente
niers- en koopmanshuizen, waar ai les veel
rustiger \va6 en beter onderhouden leek. De
EngeJeche en Franeohe kampen lagen ge
heel! bulten SalonlkL
Wij maakten kennis met een journalist,
een Hollander, die ons de bezienswaardig
heden van de stad liet zien. 0.a. bezochten
wij de plaats, waar eiken avond na zons
ondergang door den Hadji hoofd dei
moskee het gehed werd uitgesproken en
Allah aangeroepen en verheerlijkt wand.
Vandaar had men tevens een schitterend
uitzicht over de stad en de haai, waar voort
durend de aankomende en vertrekkende
kruisers en transportschepen elkander af
wisselden.
Daarna bezochten wij een bijeenkomst
der Denvischen, volgens den journalist de
laatst overgebleven groep in die stad. Na
dat wij nu onze schoenen hadden uitge
trokken, traden wij heel zadhtjes en ge-
ruischloos binnen, zetten ons neder op d«
banken en stoeien, die achter een hek ge
plaatst waren, vanwaaruit men het geheel
goed kon overzien.
De moskee was behangen en belegd met
mooie tapijten, waarop de zonnestralen do
kleuren zoo goed tot haar recht deden ko
men. In het midden bevond zich een groep
mannen, met gekruiste beenen op den grond
zittend en een kring vormend, hetgeen wei
een zeer geheimzinnigen indruk op ons
maakte.
Daarop nam de eigenaardige ceremonie
een aanvang.
Om de beurt brachten de mannen vreemd
klinkende geluiden voort, gepaard gaande
met vele gebaren, welke steeds heftiger
werden, totdat ze, rood van opwinding,
weer opstonden en daarna eentonige dan
sen uitvoerden, welke in een langzaam
tempo aanvingen, doch steeds sneller wer
den, waarbij de afgrijselijkste kreten wor
den ultgeetooten.
We hadden reeds vernomen, dat het bij
hun fa natieken godsdienst behoorde, elkan
der met scherpe voorwerpen wonden toe
te brengen, doch we zorgden er wel voor,
vóór dien tijd verdwenen te zijn.
Buiten gekomen, waren we werkelijk Mij
weer frissche lucht te kunnen inademen.
Een der grootste bezwaren was voor ons
het slapen, of beter gezegd het nièt-slapen
in deze half Oostersche hotels. Zooels men
gewoonlijk pleegt te doen, tracht men in te
sluimeren, dooh. spoedig is men het bed
weer uit. Het licht wordt weer ontstoken,
want men is wel gedwongen inspectie te
houden. Het zijn de beruchte wandluizen,
waardoor men wordt gekweld. ZoodTa de
kamer in duisternis is gehuld, wordt men
als 't ware van alle kanten zoo meedoogen-
loo6 aangevallen, dat men er nerveus van
Zooiets is eenvoudig niet te beschrijven,
daarover kan men alleen oordeeflen, wan
neer men het zeftf aan den lijve heeft onder
vonden.
Met ons drieën haddon wij één kamer
betrokken, doch reeds spoedig bleek, dat
twee onzer het. in het bijzonder moesten
ontgelden. Op de derde scheen het gedierte
ln het geheel niet gesteQ'd te zijn. Het wekte
tenminste altijd haar boosheid op, wanneer
het licht opnieuw ontstoken werd en wij
beiden aan het zoeken en tellen begonnen.
Het was dan ook geen uitzondering, wan
neer wij het tot veertig, ja zelfs wel eens
tot vijftig brachten. Het werd een wanho
pige toestand, waartegen wij niets vermoch
ten te doen. Naar een nader hotel behoef
den wij ook al niet om te zien, aangezion
i dit niet zou baten. Alle hotels waren ont
zettend vuil en daardoor konden deze mon
sleis er zoo ongehinderd voortwoekeren.
Uit ervaring wisten we eohter, dat men het
ongedierte alleen door voortdurende zinde
lijkheid op een behoorlijken afstand kon
houden en deze wetenschap is ons later
heel goed van pas gekomen.
Ook de voeding leverde in den beginne
vale bezwaren voor ons op. Behalve dat er
aan de toebereiding weinig aandacht werd
besteed, was het materiaal veel te vet en
te zwaar. Daardoor hadden wij dikwijls mot
maag6toorniesen te kampen en er werd
zoo goed als niets meer verorberd.
Wij waren dan ook niet weinig verrast,
toen we op een onzer wandelingen door de
stad des middags in een van de winkel-
etalages een Edammer-kaasje zagen prijken
de ons zoo bekende vorm en frisoh-roode, op
vallende kleur had ons direct staande ge
houden en doen watertanden. Begeerig stap
ten we naar binnen, om te trachten den ge
heelen voorraad op te koopen, welke echter
bij nader inzien slechts uit twee stuks bleek
te bestaan. We moeeten ons hiermede te
vreden stellen, doch sloegen verder de noo-
dige Hollandsche biscuits en augurken in,
die wij des avonds eerlijk verdeelden.
Ver van eigen vaderland leert men in
dergelijke gevallen het vele goede, dat ons
aan dat land herinnert, naar waarde sohat-
Inmiddels had onze dokter zich weer
eens naar het „Servische Hoofdkwartier"
begeven.
Reeds eenige malen had hij kolonel Son-
dermayer verzocht ons naar Monastir te
laten vertrekken. Of het gevaarlijk was of
niet, het was ons volkomen hetzelfde:. Wij,
wijden in elk geval gaan en het liefst dAAr
helpen, waar men onze hulp het meest van
noode had. We hadden reeds weken ge
wacht en de rekeningen waren hoog; over
al moest men bespottelijke prijzen betalen
en dat alles werd ons op den duur te be
zwaarlijk. Bovendien waren we gekomen,
om te helpen en niet om op deze wijze on
zen kostbaren tijd zoek te brengen.
Onze energieke dokter kwam echter zeer
moedeloos terug. In geen geval wilde men
ons in dezen haohelijken tijd laten gaan.
De vijand was weliswaar reeds geheel uit
de stad verdreven, doch zat nog bovenop en
acliter de bergen, nauwelijks eenige kilo
meters van Monastir verwijderd. Dagelijks
vielen er vele dooden en gewonden.
„Dacht u werkelijk, dat ik u allen in de
zen gevaarlijken toestand kan laten arbei
den? Neen, dokter, zooiets is absoluut uit
gesloten! Ik zou niet verantwoord zijn on
dat zeker niet tegenover de zustere. Daarbij
willen de Engelsche en Fransdhe autoritei
ten ook deze groote verantwoording zeker
niet op zich nemen.
Wacht u liever nog een korten tijd af;
daarna kunnen wij verder zien," besloot
kolonel Son derma yer.
Wij wisten allen, dat de dokter zich vast
voorgenomen had nog een bepaalden tijd
aan te zien. Indien er dan ook nog bezwa
ren mochten' zijn, zou hij de autoriteiten
voor het feit plaatsen: ons te doen vertrek
ken, of, in geval van een weigering, hun
mede te deelen, dat we onze terugreis nood
gedwongen zouden moeten aanvaarden. Of
schoon dit wel het mes op de keel zetten
zou zijn, zouden we daardoor wel eens een
kleine kans kunnen hebben.
Dien vastgesteldan Uid moesten we dus
nog afwachten.
Het was een tijd van nietsdoen en ver-»
veJing en toch konden we niet anders dan
daarin berusten.
We kenden nu Saloniki wel zoo langza
merhand door en door. We hadden reeds
lang genoeg van het doellooze rondloopcn
door de drukke, stoffige straten. We waren
besloten de omgeving buiten Sodoniki een»
te gaan verkennen. Den eersten, den besten
auto, die ons op den weg passeerde, hie1 den
we aan. De chauffeur vroeg ons, waarh-sen
we wilden gaan. Nadat we hom ons plan
hadden te kennen gegeven, voerde hij on«
een flink eind buiten de 6tad; daar stapten
we uit en togen op onderzoek naar een ge
schikt, stil plekje-. Hier bevonden wij ons
op een zeer groote vlakte, van alle kanten,
dooh geheel in de verte omringd door ver
scheidene Engelsche kampen. De lucht, die
men hier inademde, was in elk geval berer
en zuiverder dan die in het centrum der
stad, in heit geroezemoes der nauwe winkel
straatjes, welke voortdurend bedorven werd
door den geur van 6lechte boter, vet en knot
look. Wij vlijden ons neer op den grond,
want we waren zeer vermoeid door de vel»
slapelooze nachten, in ons- hotel doorge
bracht. We zouden trachten om de beurt
vat uit te rusten. Hier weren tenminste
gcon wandluizen, die aan ons zouden kn.-n
gen. Wanneet niet ieder oogenbli'k de Schot,
sche doedelzakepelens en pijpers, hun
tonig, vredig geluid voortbrengend, ons er
aan herinnerd hadden, waar we ons bevon»
den, hadden wij ons zeker op de Limburg,
sche heide kunnen wanen.
Wordt vervolgd^