WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931
TWEEDE BLAD PAG. 5
EERSTE KAMER
ONDERZOEK CRISISWETTEN
DE DRANKWET
Kleina wetsontwerpen
Vergadering van 24 Novenmber 1931
Do Eerste Kamer vergaderde gistermiddag.
De agenda vermeldde een twintigtal kleine
wetsontwerpen en de herziening der Drankwet
Do VOORZITTER deelde mede, dat na do
openbare vergadering en eventueel heden ln do
afdeelingen zulli
ïtjzon-der In'
Rijk en eenlge klelnei
wetsontwerpen.
Verschillende onderwerpen.
varen o.a. de volgende wets-
^Goedkeuring van het op 11 Maart 1931 to
Den Haag tusachen Nederland en Zuid-Slavlë
ff Rechtspraak, arbitrage j
i sl
llchtlngssystec
rt bü Molcko.
Goedkeuring van het op den 16en
ber 1930 te Londen gesloten verdrag
het onderhoud van vuurtorens op de
istiglng
ilcka.
Wijziging van artikel 191,
artikel 193, vijf lid, van de L
wet 1920.
Goedkeuring
onderhandschen ver-
Derceelen weiland in den^Rtwljkeroorderpol-
der onder Nieuwer-Amstel.
den aanieg en de
in Eindhoven naar
en Eindhoven en
'yeldhoven.
Onteigeningsontwerp voor verbetering van
het gedeelte Beverwijk—Alkmaar van den rijks
weg VelsenAlkmaar.
Onteigeningsontwerp
een weg langs de Oostzijde van 1
met verbreeding van het Aarkanaal aan
Oostzijde tusschen den Rijn en Aardam en
bouw van een nieuwe brug over 't Aarlcar
vorvjintrine1 van de Rifnihrug, éên en an
i den Rijn en
Alphen
ilgeningsontwerp
de°gemeenten Wijk aan" Zee
Duin, Heemskerk en Uitgeest.
Onteigeningsontwerp voor de verbetering
den weg van Hilversu
Raarn, on_der_de
j|S"""!
gemeente Haarlem, met een zijtak naar aen
rijksweg Haarlem—Amsterdam, onder de ge.
meenten Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en
Spaarnwoude en Haarlem.
Onteigeningsontwerp voor den aanleg en
de verbetering van een weg van het Nledorper
Verlaat naar Aartswoud, onder de gemeenten
Oude Niedorp, Nieuwe Nledorp, Winkel en Hoog-
Onteigeningsontwerp voor den aanleg en
de verbetering van een weg van Koedijk
'(Noordeinde) naar het Niedorper Verlaat onder
de gemeenten Koedijk. Warmenhuizen. Oud-
Karspel, Noord Scharwoude, Harenkarspel en
HOnteliIenin|so'ntwerp voor de verbetering van
den provincialen weg van Poffert naar Friesche
Palen naar Oostwold (gemeente Leek).
■-ShiSfSÏÏ ve vaststelling van het slot der reke
ning der Ned—Indlë over 1926.
Al deze wetsontweri
en z.h.st goedgekeurd
DE UITKEERINGEN AAN DE
GEMEENTEN
den aanleg
verbetering van een weg van Beverwijk
Uitgeest. 3jggljf~ "ru1
richting van
Onteigeningsontwerp voor den aanleg
een weg van het kruispunt van den Spar-
wouderweg en den_ Spier in gwegrtb de_geme^
l werden zonder debat
de Drankwet,
^De hee^RINK (lib.)', die steeds in de politiek
de pleitbezorger der caféhoudei's ls geweest,
herinnerde aan zijn verzet tegen de Drankwét-
Kuyper, die in 1904 met 52 tegen 42 stemmen
^Ookadezeewet6gi'ng hem veel te ver. Zijn con
clusie was, dat de fouten, welke de wet van
Kuyper aankleefden, ln nog sterkere mate in
dit wetsontwerp voorkomen en hü vreesde, dat
hij, gelijk destijds, ook ditmaal afwijzend er te-
g0Den heer HERMANS (s.'d.) ging de wet lang
niet ver genoeg. Hü wil drankloosheid er
sprak uitvoerig de plaatselüke ke.uze.
Den Heer HEERICENS THIJSSEN (r.k.)
heugde het echter, dat die uit de wet gebleven
'WDe onduidelijkheid van allerlei wetsartikel
gaf hü echter toe. Ook de heer v. SASSE VAN
IJSSELT (rk) wees daar op.
Het ontwerp bevat eemge harmonica-artikelen
waaruit geen harmonische klanlter
Voorts mist het schier alle rechti
zal tegenstemmen in de hoop, d;
^OTee4.?0ew
WETSONTWERP TOT TIJDELIJKE
KORTING
VOORLOOPIG VERSLAG
Verschenen is het voorloopig verslag inzake
het wetsontwerp tijdelijke korting op de uit-
keeringen aan de gemeenten, waaraan wij het
volgend# ontleenen
Bij vele leden, die bereid waren, in deze
moeilijke tijdsomstandigheden de leiding der
regeering zooveel mogelijk te volgen,beston
den tegen dit wetsontwerp zóó ernstige be
denkingen, dat zij vreesden, daaraan hun stem
niet te zullen kunnen geven.
De uitkeering aan de gemeenten op grond
der wet van 1929 uit het Gemeentefonds kan
bezwaarlijk „Ttijksgeld" worden genoemd en
is in de plaats gekomen van de eigen inkom
stenbelasting der gemeenten voordien.
Naar de hier aan het woord zijnde leden
opmerkten, is de wet van 1929 uiteraard even
als elke andere voor wijziging vatbaar. Echter
zou daarbij in verband met de zoozeer ge-
wenschte stabiliteit in de gemeentefinanciën
wel moeten worden geëischt, dat de noodzake
lijkheid der voorgedragen wijziging zeer dui
delijk zou blijken.
Ten aanzien van het onderhavige wetsont
werp nu is volgens de hierbedoelde leden aan
dezen eisch in het minst niet voldaan.
De werkelijke strekking is anders dan de
gemeenten tot verlaging van de salarissen
van haar personeel te nopen.
Tegen een wijziging van de wet van 1929
op dezen grond bestond bij de leden, die deze
beschouwingen hielden, zeer ernstig bezwaar.
Als het landsbelang salarisverlaging in som
mige gemeenten eischt en als de wetgever
tusschenbeide moet komen, dan mag daarvoor
toch in geen geval de wet van 1929 worden
gebi-uikt. Die wet toch is niet in het leven
geroepen om aan de regeering een middel in
handen te geven, waarmee zij de gemeenten
kan dwingen, haar wil te doen. De wet van
1929 strekte uitsluitend om de financieele
Verhouding tusschen Rijk en gemeenten beter
te regelen. Als de regeering tracht, haar macht
tegenover de gemeente-besturen te vergrooten
door - wijziging van de wet van 1929, maakt
zij van die wet een gebruik, dat als misbruik
bestempeld moet worden.
Naast dit principieele bezwaar bestaan bij
de hierbedoelde leden belangrijke practische
bezwaren, loo zal in verband met het verschil
in grootte van het personeel in de verschil
lende gemeenten de werking van de in art. 4
der wet neergelegde formule een aanzienlijke
wijziging ondergaan, die groote onbillijkheden
kan veroorzaken.
En alle gemeenten, die niet meer dan 40
opcenten op de foiidsenbelasting heffen zul
len haar uitkeering zien verminderen, ook al
hebben zij 3 pet. korting op de salarissen van
haar personeel toegepast. De uitvoering van
de desbetreffende bepaling kan een straf be-
teekenert op goed en voorzichtig financieel
beleid. Het heffen van niet meer dan 40 op
centen toch kan het gevolg van verschillende
omstandigheden zijn.
Verscheiden gemeenten, die voor groote
financieele moeilijkheden staan, zien de voor-
deelen van de salariskorting niet aan haar
eigen gemeentelijke, "'doch aan 's rijks schat
kist ten goede komen, 'wat voor deze leden
5n derde practisch bezwaar is. En een vierde
dat de centrale overheid het loonpeil in
;n gemeente in het -meerendeel der gevallen
niet met een redelijke kans op juistheid kan
beoordeelen. Bovendien zal menige gemeente
de salarissen niet verlagen, zoodat het middel
srd de vergadering verdaagd tot he
RIJKSBEGR00TING 1932
HOOFDSTUK FINANCIEN
DE FRAUDE AAN 'T DEPARTEMENT
MEMORIE VAN ANTWOORD.
Aan de Memorie van Antwoord op het Voor'
loonis: Verslag der Tweede Kamer over het
hoofdstuk Financiën der Rijksbegrooting 1932
ontleenen wij het volgende:
De mogelü'kheid, door internationale
Werking een einde te maken aan het ontgaan
van belasting door personen, die. geregeld van
land tot land trekken zonder ergens éen vaste
woonplaats te hebben, heeft meermalen een
punt van onderzoek uitgemaakt bü de deskun
digen, die door den Volkenbond sun be aat
met het bestudeeren van de vraagstukken
der dubbele belasting en der belastlngontd"'
king. Dit onderzoek heeft telkens geleid
do conclusie, dat maatregelen tegen het
doelde euvel zoo noodig door lederen Staat
zichzelf zouden moeten worden getroffen.
den handeldrüvenden i
bevoordeeling zün tegenov.
belasting kan de
Kostelooze rijwielmcrken.
De fraude aan het departement.
Ter beantwoording van de vraag naar nat
keurige en volledige inlichtingen omtrent de
betreurenswaardige fraude, welke aan het de
partement gepleegd ls. voegt de minister ao-
de Memorie toe een Nota, welke eenigen tv
geleden op zün verzoek ls opgesteld door vli
ambtenaren (twee van zün departement
twee van de Algemeene Rekenkamer), die g
heel objectief tegenover deze zaak staan
haar nauwkeurig hebben onderzocht.
Bü het onderzoek is geblekei
ls verduisterd een bedrag
s,i. uu.h ..i totaal
j i 160.Gil.04.
t rapport zün t
meening, dat betreffende referendaris in
geheel geen toezicht oefende op de handelingen
van den commies en. daar laatstgenoemde be
voegdheid tot teekenen bezat, was hü door dit
volslagen gemis aan toezicht ln de gelegenheid
zich zoo veel gelden toe te eigenen als hü maar
'WTen aanzien van de vraag, hoe het mogelük
ls geweest, dat voor de Algemeene Rekenk:
de gepleegde verduisterlnge:
vebleven, merkt het
o.m. op,g di
ist te staan, dat ln de recapitulatie
iitgavt
mies opzettelük telfouten
einde de gepleegde fraude
te doen komen. Deze recapitulatie werd als
regel niet door de Algemeene Rekenkamer ge
teld en dientengevolge Is de onjuistheid, dli
de telling Inhield, onopgemerkt gebleven.
Het rapport oordeel het niet-tellen der reca.
pitulatle als een ernstige leemte in de controle
van de Algemeene Rekenkamei
sumeerende, tot do conclusie, dat het feit, dat
de gepleegde fraude jarenlang kon plaats vin
den zonder te worden opgemerkt, eenerzüds
moet worden toegeschreven aan ernstige plicht-
Verzaking van den chef van het bureau RUks.
betallngsdienst en anderzüds In eenlge leem
ten in de controle der Algemeene Rekenkamei
waarvan de commies op zeer sluwe wüze heeft
gebruik gemaakt
der regeering- in vele gevallen niet het ge-
wenschte effect zal hebben.
Verscheidene andere leden verklaarden even
zeer ernstig bezwaar te hebben tegen dit
wetsontwerp, waarvan met leedwezen en ver
bazing was kennis genomen.
Zij achtten het niet gewenscht, dat de kor
ting, ten onrechte op de Rijkssalarissen toe
gepast, nu óok nog tot de gemeenteambte
naren zal worden uitgebreid.
Eenige leden, die evenzeer de regeerings-
methode ten strengste afkeurden, konden zich
niet geheel vereenigen met de uitspraak, dat
de autonomie der gemeenten zou worden aan
getast. Die aantasting heeft reeds plaats
gehad bij de 'artt. 125 en 126 der Ambtenaren
wet 1929, welke de bezoldigingen tot een
zaak van zelfbestuur maakt, maar een groote
bevoegdheid voor hooger gezag reserveert.
Juist op grond daarvan bepleitten deze leden
het achterwege laten van den voorgestelden
maatregel.
Verscheidene leden gaven als hun meening
te kennen, dat aan algemeene verlaging van
de gemeentesalarissen geen behoefte bestaat,
wijl in vele gevallen deze salarissen verre
blijven beneden die, welke het rijk betaalt.
Een deel dezer leden merkte op, dat er ge
meenten zijn, waar de salarissen voor vermin
dering vatbaar zijn, en dat men, indien
noodig, voor die gemeenten een speciale rege
ling dient te treffen.
Volgens alle der hier aan het woord zijnde
leden echter is in haar algemeenheid niet
juist de opvatting, dat de gemeentesalarissen
'hooger zijn dan die van het rijk.
Een der leden juichte de indiening van het
ontwerp toe als een bewijs van doortastend
heid. Zijn eenige bezwaar is, dat de korting
tot slechts 3 pet. is beperkt.
In de vele bezwaren vonden zeer vele leden
aanleiding als hun meening te kennen te
geven, dat het gewenscht is, dat, indien niet
in ruime mate aan die bezwaren wordt tege
moet gekomen, het ontwerp door de regeering
worde ingetrokken'.
DE TOL' BIJ KORTENHOEF
Omdat de concessie van den tol die op den
Loosd'rechtschen Weg te 's Graveland staat
op 6 November jl. reeds afgeloopen was en
autobestuurders hevig protesteerden tegen
het gesloten houdén van dien tol, heeft het
Polderbestuur dat eigenaar is van dien tol
ten slotte gistermorgen de tolboomen weer
opengezet.
Naar wij vernemen zijn de autobestuur
ders, waarvan na 6 November tolgelden ge
vorderd werden voornemens bij de Justitie
voor het h. i. onbevoegd! gesloten houden
van de tolboomen een aanklacht in te die-
AANBESTEDING
Aann.bedrijf vh. P.
dreoht, f 143.200; P.
i Wijnen, Dordrecht,
direcht, f 147.870; J. T.
teweg- Wzn,, Ro-tterdam, f 148.500; D. in 't Veld,
Dordrecht, f 148.800; N.V. Bo-uw- en Beton-Mij.
vh. P. van Driél, Dordrecht, f 149.300: N.V.
Aatwi.-Mlj. vh. H. en F. Voormolen, Ro-tterdam,
f 149.475; N.V. Mabuwat, Willemstad, f 149.83S;
Gebr. J. en P. van der Merwe, Dordrecht,
f 1-19.900; N.V. Robteird. Aann.-Mij., Rotterdam,
f 149.900; J. H. Ni-eoiwenhuizen, Rotterdam,
ZUSTER S.G. HEIDEMA t
EEN RIJK BEWOGEN LEVEN
GEËINDIGD
Haar arbeid voor Ziekenverpleging
en Chr. Sociale actie
Na een smartelijk lijden is ziuster S. G.
Heidema van ons heengegaan.
Er was, na de zware operatie, die zij on
geveer een half jaar geleden onderging,
aanvankelijk eenige hoop, dat zij haar ar
beid als directrice der Gereformeerde Zie
kenverpleging zou mogen voortzetten. God
heeft het andei's besloten en baar t.ot Zich
geroepen. Zuster Heidema verlangde do
poort der eeuwige gelukzaligheid binnen
te treden en Jezus, haar Zaiigmakar en Ver
losser te zien. Zij mocht gedurende haar
lijden Gods genade in ruime mate ervaren
Bij de smartelijke pijn die zij leed, vlooide
haar hart over van dankbaarheid jegens
Gods weldaden.
Zuster Heidema laat niet alleen bij de
Geref. Ziekenverpleging een ledige plaats
achter. In den kring van de Ghristelïjk-So-
ciale beweging heeft zij langen tijd een
vooraanstaande plaats ingenomen. Haar
werk wa6 veelomvattend, doch met onge
kende wilskracht en energie, vatte zij dat
aan. En vele malen mocht zij de goede
resultaten van haar arbeid aanschouwen.
Haar organisatorisch talent stelde haar in
de gelegenheid het werk te doen, waarvoor
zij geroepen werd. Tot kort voor haar over
lijden, heeft zij haar werk bij de Geref. Zie
kenverpleging verricht, totdat de krachten
haar begaven. Het leven van zuster Heide
ma stond immer in het teeken van nauw
gezette plichtsbetrachting. Dat eischte zij
ook van anderen, die aanvurende door zei.'
voor te gaan.
Zuster Heddema werd 29 November 1-393
te Heinenoord geboren, als dochter van Ds
Heideina, gereformeerd predikant aldaar.
Deze grijze dienaar des Woords is than6
emeritils, en woont met zijn gade te Soest-
dijk. Voor deze ouders is het verlies wel
f 150,680; F. Cam
Dordrecht, f 151.0C
den Ouden. Gouda, f 151.300; J. Schotel, Rottei
f 152.700: P. Ohristlaamse';
wbedrijf, Den Haag:, f 153.000; N.V. Aan.-Mlj.
- -n. Rotterdam, f 155.700;
f 159.S00; N.V. Mij.
zwaar, al worden zij getroost door de ge
dachte aan een zalig wederzien.
Nadat zuster Heidema de studie voor on
derwijzeres had volbracht, en eenigen tij a
bij het lager onderwijs werkzaam wa6 ge
weest, volgde zij den lang gekoeeterden
wensoh om verpleegster te worden. Na de
opleiding in de Valeriuskliniek behaalde
zij het diploma voor krankzinnigen-verple
ging (diploma B) Daarna kwam zij als leer
ling-verpleegster in het Wilheimina-Gast
huis te Amsterdam, waar zij het diploma
voor ziekenverpleging (diploma A) behaal
de.
Zij nam al spoedig deel aan de Chr. Soc.
beweging. Bij de oprichting van den Ned.
Chr. Bond van Verplegenden in Juli 1918
trad zij toe als lid en werd alras secreta
resse der afd. Amsterdam. Op 2 April 1919
werd zij tot lid van het hoofdbestuur geko
zen en zag zich de functie van 2e secreta
resse toegewezen. In 1920 werd zij le secre
ts ress-e. Na enkele maanden uit het hoofd
bestuur te zijn getreden, werd zij op de Alg.
Vergadering van 5 April 1921 opnieuw ge-
Nadat op 1 Aug. 19A1 de Ned. Chr. Bond
van Verplegenden fuseerde met den Alg.
Ned. Ohr. Amhtenaarsbond, maakte zij deel
uit van het hoofdbestuur van laatetgenoem
den bond.
Op de eerste Internationale Arbeidsters-
conferentie, welke van 11 tot 13 Sept. 1921
te Brussel plaats bad, vertegenwoordigde
zij het Chr. Nat. Vakverbond en refereerde
over „Moed erschapsz o-rg". Haar referaat
trok de aandaoht en zij verdedigde met
vuur haar conclusies, welke door het con
gres werden aanvaard. Voorts maakte zij
deel uit van de delegatie van het Chr. Nat.
Vakverbond naar het Tweede Congres van
het Intern. Chr. Vakverbond te Innebriick
in 1921, alsmede van een delegatie van het
Chr. Nat. Vakverb. naar Weenen, om 'n on
derzoek in te stellen naar de Kinderverzor
ging van de Zentral Verein für Innere M's-
sion. Ingevolge bet door haar opgestelde rap
port omtrent genoemden arbeid, werd door
liet Chr. Nat Vakverbond een steunbewe
ging bevorderd. In 1923 werd zij door de
Oostenrijkscbe Regeering benoemd tot rid
der van het Oostenrijkscbe Roode Kruis.
Op 6 April 1922 werd zuster Heidema tot
vrijgestelde van den Alg Ned. Chr. Amhte
naarsbond benoemd.. In deze functie heeft
zij belangrijk werk verricht Naast de finan
cieele administratie van den bond was zij
hoofdzakelijk werkzaam voor de groep ver
pl-egenden. Zij is vooral dn dit werk eer
baanbreekster geweest voor een juiste waar
deering van de beroepsverpleging. De
1921 tot stand gekomen wet tot bescherming
van het diploma voor ziekenverpleging had
niet alleen haar aandadht, doch gaf haar
veel werk, in h-et bijzonder de ministerieele
beschikkingen, die op grond van die wet
moesten tot stand komen. Haar adviezen
hadden zeer veel waarde.
In Augustus 1924 werd zuster Heidema
voor een moeilijke keuze gesteld, toen zij
aangezocht werd voor directrice van de Ge
ref. Ziekenverpleging te '6-Gravenhage. Het
aanvaarden van die functie ging niet
der innerlijken strijd. Haar liefde voor den
practischen verplegingsaibeid gaf tenslotte
den doorslag.
Na enkele maanden in de<ze functie werk
zaam te zijn geweest, werd zij aangezocht
om te 6olliciteeren naar de betrekking van
directrice van bet Academisch Ziekenhuis
te Lei-den. Zij trad aldaar in dienst met in
gang van 1 December 1924. Wij meenen in
den gee6t van zuster Heidema te handelen,
over het ruim 1 y2 jaar in die functie werk
zaam zijn, niet te schrijven. Slechts moge
dit opgemerkt, dat haar warm sociaal ge
voel voor alles wat verdrukt werd, haar af
schuw van intriges, haar streven naar het
omihoog voeren van de verpleging niet door
allen werd begrepen. Dit heeft liaar zeer
veel leed bezorgd en haar ernstig aange
grepen. Tijdens haar arbeid te Leiden trad
OUDSTE
BIJBEL-HANDSCHRIFTEN
GEVONDEN
Kort geleden sprak ik het vermoeden uit,1
dat er nog wel verborgen handschriften des
Bijbels aan het licht zouden komen x); en
zie, nu komt uit Londen het voor allen, die
Gods Woord liefhebben, verheugend bericht,
dat een belangrijk aantal handschriften,
meest ouder dan de oudste, die wij thans
bezitten, gevonden is. 2)
In The Times van verleden week Donder
dag staat een zeer uitvoerig bericht van de
hand van Sir Frederic Kenyon, waarin hij
mededeelt, dat de welbekende verzamelaar
van Oostersc-he en Westersohe handschrif
ten, Dr. A. Chester Beatty de hand heeft
gelegd op een Grieksch handschrift van
niet minder dan 190 bladzijden, ieder van
twee koloms schrift, dat gedeelten bevat
van 19 hoeken des Bijbels, en waarvan een
giedeeilte behoort tot het midden der tweede
'eeuw, terwijl de andere stukken uit de derde
en vierde eeuw dagteekenen.
Het oudste Grieksche handschrift, dat we
bezitten, is udt de vierde eeuw. Het is de
beroemde codex Sinaitious (een handschrift
door Prof. Tischendorf in een klooster op
Sinai ontdekt in 1844 en in 1S59), die thans
nog in de bibliotheek te Petersburg Lewaard
wordt, 3)
De gevonden bladzijden zijn dus van ouder
dagteekaniing, en afkomstig van een klooster
of kerk in Egypte, vanwaar ze door dieven
of opkoopers, die den buit onder elkaar ver
deeld hebben, verkocht zijn aan verschillen
de koopers, zoodat behalve de 190 bladzijden
er nog andere zijn terecht gekomen in de
bibliotheek van Michigan (N.A.), terwijl een
deel nog zoek is.
De 190 bl. bevatten gedeelten van Genesis
s, -4 - M
j -rvd
gêêkiz
f Ppt. -rit.MJ6T«T* I '^1
t 'K.fiw" T
r&p* - r 1 ka
J 3f i «js Jt
:L Kffkf va-ID-J »-v-! p-P.y'
i - f„j6«db-? -A- i-
U - t r 1w - f'J „j
P I\ VfPPP- 'lp
1
IVf" ''lp
i- - -
Een blad van de pas ontdekte papyri waarover heden een artikel in ons blad voor
komt, waaruit blijkt dat deze ontdekking door sommigen van groot belang wordt geacht
voor de vaststelling van de tekst der SeptuagintBovenstaand blad bevat Bom. 112432
naar de Grieksche vertaling (de Septua
ginta) en wel hoofdstukken 941, en een
ander deel hoofdstukken 2446, resp. dag-
teekenend uit de derde en de vierde eeuw;
Numeri 5 12 8 19 en gedeelten van 22
11 34 8; Deuteronomium 11 207 18
en 28 43—60 (het andere gedeelte is in
Michigan); voorts kleine gedeelten van
Jesaia en een blad van Jeremia, dagteeke-
nend uit de eerste helft der derde eeuw;
Ezechiël 9 25—17 21, terwijl op diezelfde
bladzijden van Esther 2 20 7 9 staan,
waarin ook voorkomt dat go eelte, hetwelk
niet in dan Hebreeuwschen, wel in den
Griekschen tekst is te vinden, alle dagteeke-
nend uit het begin der derde eeuw.
Het belangrijkste gedeelte evenwel dezer
handschriften, wat het Oude Testament aan
gaat, is wat van den profeet Daniël is gevon
den, n.l. 3 72—6 18 en 7 11—8 27. Van
de oorspronkelijke Grieksche vertaling was
tot dusver slechts een enkel handschrift be
kend, dat dateerde uit de elfde eeuw en
bewaard wordt in de Chigi-bibliotheek te
Rome. Wat thans tot de Chester Beatty-
verzameling behoort, dagteekent uit de eer
ste helft der derde eeuw. Hoewel een ge
deelte er van dus niet tot die verzameling
behoort., blijkt dat het andere deel er
met geweld is afgescheurd, en dus
bij de verdeeling van den buit in andere
handen gekomen is, zoodat waarschijnlijk
ook dat deel wel gevonden zal worden.
Het gedeelte der handschriften, dat
schillende boeken van het Nieuwe Testa
ment bevat, is niet minder merkwaardig dan
dat van het Oude.
Reeds dadelijk hierom, dat zij, die hun
aanvallen tegen" het N.T. gericht hebben,
steeds beweerden dat het totaal uitgesloten
was, dat de vier evangeliën in één band
reeds zouden samengevat zijn vóór de vierde
eeuw. Thans bevat de Chester Beatty-ver-
zameling de vier evangeliën met de Hande
lingen in één band, terwijl het. handschrift
eerder geschreven moet zijn dan de derde
eeuw. Het bevat gedeelten van Mattheus
20—26, voorts Markus 4 36 9 31, Lukas
9 26 14 33 (het best bewaarde gedeelte
van het boek), Johannes 10 7 11 56 en
Handelingen 4 27 17 17 4). Vooral dit
boek der vier evangeliën en Handelingen
in één band is van het allergrootste belang,
daar het waarschijnlijk behoort tot dje soort
handschriften, welke van de gróote school
van Caesarea afkomstig waren, waaraan de
namen der kerkvaders Origenes (in zijn
latere jaren), Pamphilus, Eusebius en Hie-
ronvmus verbonden zijn.
Het andere gedeelte der handschriften van
het Nieuwe Testament schijnt oorspronke
lijk al de brieven van Paulus bevat te heb
ben; overgebleven zijn alleen fragmenten
van de brieven aan de Romeinen, Filippen-
sen, Collossensen en I Thessalonicensen,
alsmede een gedeelte van het Openbarings-
boek, n.l. 9 10 17 2.
Bovendien behooren bij de gevonden hand
schriften ook het apocryphe boek van
Henoch, en een of meer christelijke ver
handelingen.
Het boek van Henoch, hetwelk in de
verzameling van Chester Beatty genoemd
wordt de „Brief van Henoch", en hoofdstuk
ken 97107 bevat, is een verzameling van
wat Henoch zou ondervonden hebben in
1 zijn leven, wat hij zou hebben geprofeteerd
en welke openbaringen Gods hem ten deel
zouden gevallen zijn. Zooals men weet komt
er een aanhaling uit dien brief van Henoch
voor in den brief van Judas 14 en 15. Dit
apocryphe boek was vroeger alleen bekend
in een Aethiopische vertaling, totdat in 1892
de Grieksche text der eerste 35 hoofdstuk
ken gevonden zijn in Egypte. Daar Judas
14 en 15 in ieder geval geen letterlijke ver
taling uit den Brief van Henoch is, wel
zakelijk er mede overeenkomt, kan dit
gevonden handschrift er wellicht meer licht
over verspreiden 5).
Uit alles blijkt, dat deze Chester Beatty-
verzameling van groote beteekenis is voor
de studie der Heilige Schriften.
In den tekst van dit artikel wordt een
gedeelte van de gevonden handschriften
afgedrukt. In The Time s, waaraan we
deze plaat ontleenen, staat als onderschrift
dat het een gedeelte van Paulus' brief aan
de Filippensen is. Dit bleek me echter niet
juist. Het is Romeinen 11 24—32. Voor zoo
ver leesbaar heb ik dit stuk vergeleken met
den besten grondtext van den Romeiner-
brief, en zag slechts een kleine afwijking.
Deze n.l. in vers 27, waar wij naar den ons
tot dusver bekende* grondtext vertaalden:
„en dit is hun een verbond van Mij", ter
wijl in de Chester Beatty verzameling staat:
„en dit is van Mij het verbond", waarbij
dus in de laatste lezing de nadruk gelegd
wordt dat het een verbond van God is,
terwijl bij de ons bekende lezing de nadruk
valt op het verbond. Het verschil is niet
groot en verandert in geen geval iets aan
wat onze Hollandsche Bijbel zegt
M. H. A. VAN DER VALK.
Mozes' boeken in Egyptisch licht p. 19.
2) Het oudste handschrift van het Oude
Testament is slechts een klein papyrus-
etrookje met gedeelten van Deut 5 en 6 uit
de tweede eeuw; dan volgt er een van de
Boeken van Mozes uit 734, en een van het
geheele Oude Testament uit 1020. De Sep
tuaginta, de zoogenaamde vertaling der
Zeventigen, ook wel Grieksche of Alexan-
drijnsehe geheeten, die reeds twee en een
halv eeuw vóór Christus' geboorte is ont
staan, was de eigenlijke Bijbel der eerste
christenen, zoodat in het Nieuwe Testament
meest aanhalingen voorkomen niet uit den
Hebreeuwschen tekst, maar uit die Griek
sche vertaling.
3). In 1842 kwam het Britsch museum in
bezit van een handschrift, dat de oudo
Syrische vertaling der vier evangeliën be
vatte; in 1892 ontdekten Lewis en zijn vrouw
het Sinaïtisch handschrift van de oude
Syrische vertaling. Sedert 1906 then C. L
Freer merkwaardige handschriften in Egyp
te vond, waarvan wel het belangrijkste was
een apocryphe aanhang van liet evangelie
van Markus, was niets meer van belang
ontdekt
4). Ook een merkwaardigheid van deze
handschriften is, dat zij niet geschreven zijn
op perkamentrollen, maar in den vorm van
onze hedendaagsche boeken. Tot dusver was
de algemeene gedachte der geleerden, dat
de boekvorm, die in de plaats der perka
ment-rollen gekomen was, niet van zulk een
oude dagteekening was dan thans is geble
ken. Wel stond vast, dat de (4iristenen den
boekvorm al gebruikten, toen de heidenen
nog de perkament-rollen hadden.
5). Opmerkelijk fs dat de profeet
Mormonen in zijn wonderbare theorieën ook
veel heeft ontleend aan het apocryphe bo k
van Henoch, een bewijs voor mijn reeds
lang uitgesproken stelling, dat hij sterk
onder Joodschen invloed heeft gestaan.
zij ai als penningmee6teresse van den Alg.
Ned. Ohr. Ambtenaarebond. Daarbij heeft
zij een huldiging in ontvangst mogen ne
men, die haar het bewijs gaf, dat haar werk
hoog el ijk werd gewaardeerd.
Na haar ontslag als directrice besloot zij
de aanteekening voor kraamverpleging te
verkrijgen en trad voor dit doel in dienst
bij het Wilheimina Gasthuis te Amsterdam
Voordat zij deze aanteekening verkreeg,
werd zij voor de tweede maal benoemd ais
directrice der Geref. Ziekenverpleging te
's-Gravènhage, en aanvaardde die functie
in November 1929.
Een rijk bewogen leven in dienst van
Gods koninkrijk.
God sterkte haar in haar lijden. Geduren
de haar ziekte moolit zij veel bezoek ont-i
vangen van haar vrienden in de Chr. Soc.
beweging. Dan werden oude herinneringen
opgehaald en spoedig ging het gesprek over
in een lof jegens haar God. Zij was vervuld
dankbaarheid en het onwrikbaar ge
loofsvertrouwen: „Want na den dood wordt
't leven mij bereid, God neemt mij op in
Zijne heerlijkheid." Eenmaal voegde zij
daaraan lachend toe: „Daar is geen plaats
voor misverstanden en elkaar niet begrij-.
Wij zijn God dankbaar, dat Hij ons zus-i
ter Heidema gaf in den strijd voor verhei-
f:n-g van den arbeidenden stand. Zij ging er
trots op, dat zij geboren werd in het dorp,
waar Talma predikant wa6 en daar zich
gaf voor de armen en ellendigen, doch bo
venal predikte voor de bevordering der so
ciale gerechtigheid.
Haar naam zal in dankbare herinnering
blijven.
A.-R. RAADSLErEN
DE VEREENIGING IN FRIESLAND
De vereeniging van A.R. raadsleden in
Friesland komt Vrijdag 11 Dec. a.s. te Leeu
warden in vergadering bijeen.
Na afhandeling van de huishoudelijke
agenda, waarop o.a. vaststelling van de sta
tuten voorkomt, spreekt de heer T. Nauta,
burgemeester van Dantumadeel over het
Werkloosheidsvraagstuk.
TEGEN SENSATIE-
JOURNALISTIEK
EEN VERKLARING VAN DEN N. J. K.
Naar aanleiding van hetgeen gesproken
is hij de behandeling der Justitie-begrooting
over het puibliceeren van moord- en rooi-
verhalen, heeft het bestuur van den Ned.
Journalisten Kring een verklaring afgege
ven, waarin er tegen gewaarschuwd wordt
om toch niet den weg der sensatie-journa
listiek op te gaan.
Het bestuur verzoekt de journalisten drin
gend bij de vermelding en de reportage van
de hoven bedoelde gebeurtenissen zooveel
mogelijk matiging en soberheid te willen
betrachten. Er staan hier hooge belangen
op het spel, die wij gezamenlijk, zegt net
bestuur, moeten dienen, en nu een deel der
pers de goede richting op dit gebied ver
laat, zal niemand het ons euvel mogen dui
den, dat wij een waarschuwend woord doen
hooren, te meer noodig in een tijd, waarin
toch reeds zooveel bewogenheid en verwar
ring heersohen en dus dès te sterker voor
de ideëele waarden dient te worden ge
waakt.
Aan den anderen kant zal van de zijde
de politie en justitie ten aamzien van do
pers die mededeelzaamheid en medewer
king betracht moeten worden, welke mo
gelijk zijn zortdey het publiek belang te
schaden en waarop d.e pers krachtens haar
natuurlijke taak recht heeft.
Vraag en Antwoord.
1665 G. K. te A. Bedoelt U de Ned Her
vormde Kerk? Alleen wanneer hier een Kies
college gevormd is, bestaande uit mannelüke
stemgerechtigd inzake ket
Lctijk de i
serlü-
an de inrichting van het vroegere Romcin-
sche Rük. Ontegenzeggelük heeft het huidige
fascisme in Italië bü al de bezwaren welke wtj
er tegen hebben, ook zeer veel goeds tot stand
gebracht
Het socialisme wil komen tot een toestand,
waarbü alle productiemiddelen zün ln handen
van de gemeenschap. Voor zoover men beproefd
heeft één stap verder te komen ter verwerke-
lüking van dit socialistisch ideaal, is wel ge
bleken, dat de menschelüke natuur zich nim
mer hlerbü zal aanpassen.
Het Bolsjewisme is de uiterste consequentie
Hlerbü vraagt men in 't
de
ichtei
vandaar het brute atheïsme ln Rusland.
II. Het fascisme ls slechts door te voeren
ln landen waar de bevolking er voor geschikt
is. De Italiaansche fascisten denken er niet
aan, hun stelsel aan de geheele wereld op te
leggen. Het spreekt vanzelf, dat in andere
landen ook wel fascisten optreden, doch deze
hebben meer een nationaal dan een interna
tionaal doel.
III. Het fascisme ln Italië verdraagt zich
heel goed naast het koningschap.
IV. Het zwarte hemd bü do Italiaansche fas
cisten valt altüd goed op. De wapenen worden
heeft heel weinig
een parlement voor
len opelschen. Een
van het woord ls s
having van do wettelijke
koning c
VII. De Roomschen in Italië staan nu eena
op gespannen voet met de fascisten en dan
weer vindt men elkanr. Op dit moment ls er
dra echter de Roomschen zich verzetten tegen
het stelsel der fascisten, nl. dat de Staat bo
ven alles gaat, zal de tweedracht weer te
voorschün worden geroepen.
VIII. De Nederlandsche Fascisten streven een
het Italiaansche fascisme. Het
van geheel ander
Nederlandscho volk
niet voor geschikt zün.
1667 S. «e A. Tot dusverre bestaat er
geen opleidingsschool voor het vak van goud-
zoeken. Het waren meestal avonturiers die op
marach gingen naar do goudvelden, büv. die
van Afrika en Klondyke. 't Is ook te begrij
pen dat men voor dit vak niet opgeleid kon
worden, omdat slechts enkelen op deze wüzo
hun fortuin konden vinden. W(J gelooven ook
elke regeering ook. subsidie zou
dergelüko opleiding. Of do
bü het zoe-
nlet, dal
wichelroede oen"
ken naar goud ls
WU weten büna
goudzoekers
bü om
1668. S. te St M Voor Immigratie
aar Argentinië kunt u inlichtingen bekomen
U het Bureau voor Inlichtingen: Stationsplein
latle" Deze
Oct. 1931.
De weduwer
echter eerder.