iter tkVraa^ Handwerken Het jongemeisjes kamertje MODE - VAKSCHOLEN VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931 j. r '(Vervolg). '(He! eerste stuk van dit artikel plaatsten we 14 dagen geleden). En nu moeten moeders niet zeggen: och, wat al die onzin!, een slaapkamer is en blijft een slaapkamer, maar waarom, als er maar een tafel en een stoel staat en het er netjes is, zou een kind er niet evengoed kunnen huiswerken? Want, al een heel jong meisje, soms zelfs nogmaar een kind van 'n jaar of twaalf, er zooveel meer schik in heeft het huiswerk te maken in een gezellkr knus hokje, in plaats van in een gewone slaapkamer, of de drukke huiskamer dan kan het toch van veel invloed zijn op het werk, als men aan zulke redelijke verlangens tegemoet komt. natuur lijk alleen als de resultaten aantoonen dat p.r niet geknoeid wordt en het niet gaat om alleen en vrij te zijn, voor andere dingen danswerken. Maar men zij hier vooral ook voorzichtig met-wantrouwen. Een beetje afzondering yrvor kinderen die daar soms behoefte aan hebben, kan menigmaal de huiselijke vrede redden. Daarom is er veol voor to zeggen aan-redelijke natuurlijk niet aan buiten sporige wenschen een weinig toe te geven. Vergeten we toch niet, dat het eigenlijk 'een aardige trek is in een jong meisje, als zij plezier heeft in het aanklemden van een Jtnus eigen kamertje er zijn al te veel vervelende en verveelde kinderen, die het heelemaal niet hebben, en nergens voor warm loopen of het moeton uithuizige pret jes zijn. Wel, ik zou joggen: de begeerte raar een eigen interieur met non zelfee kweekte sfeer, belooft méér voor de toe komst van het kind. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat zoo'n aanleg persé zal moeten aangewakkerd en anders zal doodgaan, maar.... voor eigen kinderen heeft men toch graag wat over ZELFGEMAAKTE SCHAALLAMP. Bij het opknappen van het eigen kamertje tnag het meisje vooral wel niet. vergeten Ivoor een passende lamp te zorgen. Ook hier aan is wel goedkoop te komen als ze zelf de handen uit de mouwen steekt Wat is gezelliger dan het gedempte licht yan een schaallamp? O. we weten wel, dat die juist niet zoo goedkoop zijn, maar we gaan immers zelf aan het werk en dan wordt 't wel goedkoop, 't Is namelijk volstrekt niet noodig. hiervoor een gekochte lamp of zelfs om enkel een hangende schaalkap te .koopen, wanneer we genoegen nemen met een lamp als we hieronder op ons plaatj-e Ook deze is niet moeilijk na te maken. Van stevig iizerdraad buigen we twee hoe peltjes, de een iets kleiner dan de ander Om ze goed in cirkelvorm te houden, om winden we de plaats waar de uiteinden bij eenkomen goed met dun ijzerdraad of touw. Door dwars draden houden we de hoepeltjes op den gewenschten afstand van elkaa' maar zorgen, dat de kleinste bovenkomt. Dan maken we aan den bovensten cirkel de touwen of koorden vfist, waaraan we de lamp zullen ophangen. We kunnen hiervoor koord nemen in de kleur van onze lampe zijde, of anders de .touwen omwinden met de zij. Dan overtrekken wa de kap met een breede strook zijde, die we eerst om den bovensten hoepel vastnaaien en zorgen, dat !de ruimte overal, gelijkelijk is .verdeeld. Op den tweeden hoepel hechten we de zijde ook rondom vast en halen den onderrand dan in waar we een rozetje bevestigen ter afsluiting en een kwast maken. De aanhechtingen worden verborgen onder een ruche zijde, een galonnetje of andere liefst zwarte, garneo- ring, die langs beide hoepels wordt gezet Nu nog de draad met het electrische lampje erin geleid en onze gezellige lamp is klaar en het jongmeisje dat er een eigen kamer op na houdt, hoeft nu niet meer met een ontevreden gezicht naar haar ongezellige lamp of flodderig kapje te kijken. Ais ze er wat moeite en tijd voor over heeft, kan ze binnenkort in 't bezit zijn van de gezelligste lamp, die ze zich wenschen kan. Zorgt men nu maar dat het snoer, waar het lampje aan hangt lang genoeg is (de lamp kan toch rusten op den bodem van de kap) dan kan men, als er eens wat meer licht noodig is bij het kappen bijv., of bij het maken van huiswerk eenvoudig het lampje even uit de kap lichten en er naast laten hangen, zoolang men bezig is. Een vierde -handigheid voor het meisjes kamertje is het veranderen van een ouder wetsch, ongezellig ledikant. Natuurlijk gelden deze bezwaren voor het bed, althans niet in die mate, wanneer de kamer uitsluitend als slaapkamer wordt gebruikt, maar hindert het pas bh gebruik als zit- en studeerhokje. Zie nu bijv, op het eerste plaatje zoo'n echt forsch ledikant dat een meisje op haar kamertje wel weg zou willen kijken, terwijl het moeder toch maar niet dadelijk schikt voor haar een divan- of opklapbed te koopen. Het is dan, wamneer het een houten ledi kant is, niet zoo'n groot kunststuk voor een handdgen knutselaar om er de ééne staande kant af te zeggen. Het meisje zelf, kan dan wel zorgen dat de andere tegen den muur wordt geschoven en bekleed wordt met een aardige cretonne, zooals die tegen woordig wezenlijk goedkoop genoeg te ver krijgen is. Een groote losse lap, zoo mogelijk met een rand, wordt dan bij wijze van divan kleed, overdag eroverheen gelegd. Kan men het zoo schikken, dat hier een rand van hetzelfde patroon is op te werken of te stikken, en dat er óók zoo'n rand komt op de bekleeding van de eene nog opstaande kant, dan staat het wel zoo aardig. Voor die bekleeding is het wel aan te bevelen om boven tussohen de knoppen van het bed nog een verbindingslat te spijkeren, dan ziet de stof strakker en staat he.t solider. Men zal het misschien jammer van een ledikant vinden er een stuk af te zagen, maar als het nu jaren achtereen een kamer ongezel lig maken zal, als men het héél laat en om gekeerd evenveel jaren plezier geven kan, na de verandering? Als we eene kant laten blijven is het bed altijd zonder eenig be zwaar later weer uitsluitend als ledikant tp gebruiken, want dan kan men ook de lage kant tegen den muur zetten en als hoofd eind grebruiken zoodat er dan toch altijd nog een voetbord overblijft. EEN INTERESSANT BORDUUR WERK EN TOCH GEMAKKELIJK! Tasch voor breiwerk. Hier nog een tasch! Maar heel iets anders dan anders! Het is een flinke, praktische maar toch smaakvolle handwerktasoh. te gebruiken in de warme winteravonden (zijn ze niet war mer dan onze zomers van tegenwoordig?) maar die door haar fleurige bloemgar- neering, gedachten oproept aan nazomer- bloei. De tasch is bedoeld voor het bewaren en natuurlijk ook voor het meenemen van de eene naar de andere kamer, zoowel als naar gezellige praatavondjes waar men tevens handwerkt van omvangrijk breiwerk, zooals frocks, kinderbroekjes, spreitjes, e.a. We zullen de tasch beschrijven zooals het model gemaakt werd, hoewel men natuur lijk in vele onderdeelen kan wijzigen naar helieven en naar omstandigheden. Maar zelfs voor degenen die heel geen plan heb ben zoo'n tasch te maken, mag ik er hier v/el eens apart op wijzen, dat we hier een eigenaardig borduurwerk beschrijven gaan. dat zeker wel op andere manieren, kussen of zoo, is toe te passen. Ook zal men het idee kunnen gebruiken voor andere bloem- teekeningen dan de hier aangegevene. Hier werd de tasoh gemaakt uit raffia- linnen men kan ook gewoon handwerk gaas nemen of gewoon fijner linnen of geheel andere stof. Er was hier: ongeveer 75 c.M. van de stof breed ongeveer een el. Verder strengetjes borduurwol als volgt: drie str. in drie verschillende tinten geel, twee str. in twee tinten groen, een str. bruin. Dan ongeveer driekwart meter satinet voor voering, een halven meter kleermakerslin nen, een maatje uit zaoht bordpapier geknipt en metende: 10 c.M. lang en iy2 a 2 c.M breed, tenslotte nog een flinke haaknaald. Geheel afgewerkt meet de tasch ruim 60 c.M. in omtrek en ongeveer 35 c.M. diep. En nu het werk: Knip een ovaal uit papier als patroon voor de twee helften der tasch: ongeveer 35 c.M. lang en een kleine 25 c.M. breed in het midden. Knip twee stukken van de linnen stof hiernaar na, en zorg aan alle kant een in slag van goed ee.i centimeter eraan te knippen. Knip verder twee reepen van de zelfde «tof elk ongeveer een el lang en 7 10 c.M. breed. Ook van de voeringsatinet twee zulke precies eendere reepen en bovendien twee ovalen van de voeringstof, eveneens met Inslagen aangeknipt. Dan uit 't kleermakerslinnen twee ovalen zonler daar naden aan te knippen. Nu het borduurwerk. Ga over het bordpapieren maatje met de lichtste kleur geel 50 stokjes haken, schuif ze van de maat af, haak ze tot een rondje door het eerste stokje in te steken en breek dan den draad af en haal die door en hecht af. Nu wordt dit rondje in een keurig precies cirkeltje opgenaaid op de ovaal van raffialinnen precies om het middelpunt van de ovaal heen (dat men dus eerst bepalen moet) door een lengte- en breedtevouw. Dit cirkeltje nu is de buitenste gele rand van de zonnebloem. Ga nu met de volgende kleur geel (mid- dengeel) over het maatje 40 st. haken, sluit ze weer na het afschuiven tot een rondje, en naai dit rondje nu ook in een mooi cir keltje, binnen het vorige op de stof. Dan met det donkerste geel 30 st. over het bordpapier, afschuiven, sluiten tot een rondje, opnaaien binnen het vorige cirkeltje. Nu wordt het middelste ronde vakje dat op de stof nog bloot blijft binnen het geel, geheel gevuld met groote knoopsteken (men slaat nl. de draad niet drie maar zes maal voor elke steek om de naald heen) van de bruine wol. Trek verder met een potlood een gebogen lijn op de stof die van boven uit de bloem komende ongeveer 8 cM. tang wordt en de steel voorstelt, die den knep draagt. Daarvoor worden weer stokjes over het maatje gehaakt nu 10 en van het donkerste geel, schuif ze af, breek draad af, vouw het reepje even in de helft om het midden te vinden, dat ge nu speldt, precies op de top van de pas geteekende bloemsteel, en naai het reepje nu in eenigszins gebogen lijn (zie afb.) op de stof vast. Met het donker ste groen worden nu spansteken gewerkt van, de top van de steel af, naar den onder rand van de zoo pas opgenaaide gele reep dit is dus de kelk van de bloemknop. Ga nu met smalle dwarse steekjes de steel bor duren naar de groote bloem toe (stelen met het lichtere groen, ook nerf). Trek met potlood een gebogen lijn op de stof vanuit de bloem naast de steel van de knop, en gebruik deze lijn (ongeveer 7 c.M. lang), als hoofdnerf voor het groene blad, dat ge nu in spansteken gaat borduren. Onder de bloem zien we ook twee stelen, een van de bloem en de andere denke men zich als verlengd (onder de bloem door) tot aan de knop. Het is this volstrekt niet noo dig dat de gegeven teekening precies even redig vergroot nageteekend wordt, men tee kent vrij en zorgt alleen maar niét iets on mogelijks te krijgen Ook die onderste Stelen worden nu met groen geborduurd, daarna werkt men ter weerszijden van de knoop waar de stelen sa- menloopen een groen blad in spansteken. Pers het borduurwerk ten slotte op aan den achterkant van het raffialinnen. Men kan nu naar oelieven het andere ovaal ook bewerken of vrijlaten. Neem nu de ovaalstukken van het kleer makerslinnen en leg de raffiastof erop, sla de randen van het laatste om het eerste heen en zoom ze voorzichtig vast zonder door te steken op den rechterkant. Verbind nu met gewone Engelsohe naadjes de twee smalle einden van raffiastof tot een rondje en sla de rafelkanten 1 c.M. in, rijg die even vast. Zoek precies het midden van den bodem van het gewerkte ovaal (dit doet men door even een lengte vouw te leggen) en speld daai dan op vast één van de naadjes van de reep en zoom zoo de twee randen van de reep en van ovaal aan den averechtschen kant tegen elkaar, rechts en links naar boven gaande, waar men onge veer 27 c.M. loslaat voor de opening van de Naai nu de tweede ovaal, die ook vooraf op het stijve kleermakerslinnen is gezoomd eveneens aan den anderen kant van de reep, weer natuurlijk precies op het naadje van de reep. Nu worden de twee smalle reepen voering ook aan elkaar genaaid tot een ring, ook ingeslagen langs de randen en dan aan de ovalen van de voering. Pers dit geheel een beetje plat met een lauwwarm ijzer en schuif dan de vooraf apart klaar gemaakt voeringtasoh erin en hecht die op de enkele plaatsen aan den bo dem en aan de zijkanten vast, zoodat alles netjes op de plaats blijft. Sla de overgebleven einden van de voe- ringreepen in en voor zoover dit nog niet is gebeurd zoomt ge die met nette steekjes in dezelfde kleur tegen. Doe zoo ook met de bovenranden van de voeringtasoh en dan zijn we „eindelijk" klaar. Deze tasch kan nu een flink breiwerk ber gen, waarbij de naalden niet dadelijk door heen zullen steken, en ook zal ze voor jonge huishoudens praktisch kunnen blijken voor verstelwerk bijv. van enkel kousenstoppen of zoo, dat men wel eens 's zomers mee neemt als men naar bosch of naar „de bui ten" gat. Ze is wel wat „reusachtig" maar zonder dat dit grof aandoet. We hebben het werk nu weer eens voor een keer zoo uitvoerig besproken, dat ook dames, die geen handwerken gewoon zijn er geen moeiten mee behoeven te hebben, maar kunnen dit natuurlijk lang niet altijd, of met alle werkjes doen. Daarom wijs ik or hier nog in het bijzonder op, dat men dit borduurwerk ook zou kunnen toepassen in het klein op kleiner taschjes of in het groot op kussens of dergelijke handwerken NOG EEN GROOTE TASCH Een soortgelijke, wellicht voor sommigen iets gemakkelijker te werken tasoh is de volgende, die men ook met raffia borduren kan, wat in het voorbeeld is gedaan. Hier neemt men grof handwerkgaas, voe- riiragsatin-et- liefst in een mooie warme kleur, donker oranje verder weer kleer makersgaas voor stevigheid en strengen wol of raffia om mee ie borduren. Het gaas moet van die grofte zijn, dat met drie gaatjes ongeveer een centimeter vol is. Wol of raffia van deze kleuren: bruin, wit, groen, geel, donker-rood, donker-oranje, oud goud) vain alles bijv. één strengetje. Men gebruikt een lap gaas van ongeveer 70 c.M. lang en 30 a 35 c.M. breed, een 30 c.M. kleermakerslinnen (stijf voering gaas), een halven meter voeringsatinet. De tasch zal afgewerkt, (dubbel) meten: ongeveer 30 bij 35 c.M., dus een flinke bood- schappentasch voor de huisvrouw, als men er niet een handwerktasoh van maken wil. Vcoral in den zomer, staan zulke kleurige tasschen zoo leuk, maar ook 's winters wil men wel zoo'n fleurighendje. Daarom rekene men ermee dat er veel van de gekleurde voering door het grof gaas heen komt kijken. Afwerking van de tasch, voering enz. komt zooveel overeen met die van de eerder behandelde, dat we dit niet hoeven te herhalen. Ook de dubbele zijreepen worden hier toegepast, die de tasch zooveel inhoud geven. Wat het borduren betreft: men werkt ver schillende bloemtakjes-composieten in ver; schillende kleuren, elk met een klein steeltje en daartegenover een paar groene blaadjes. Het aardige is hier nu, dat ze in bonte afwisseling, zcowel wat kleuren aangaat, als stand, over de tasch liggen verspreid. Men teekent ze uit de hand en zorgt dat er geen twee eender zijn of eender geplaatst staan. Borduur telkens eerst de bloem, begin met de stralen in platte, niet al te gelijk matige steken te werken rond een open cirkelvlakje, dat later gevuld wordt met knoopsteken in bruin, een enkele maal des noods met het donker-oranje. Voor de blaad jes gebruikt men cok platte steken, hier dichter op elkaar. Werk vooral niet te stijf, laat de steken als goed losse lussen boven blijven liggen, vooral voor raffia geldt dit nog sterker. Op het origineel werden 17 bloemen ge plaatst ove>r de heele lap dat is de twee helften samen verdeeld (z>ie afb. die één kant vertoont). Wie het verkieselijker vindt, kan echter cok deze tasch in twee helften afwerken, wat een weinig andere, misschien gemakke lijker verdeeling der bloemen geeft, en dan de dubbele zij-reep hier ook laugs onderzijde laten doorloopen. Voor deze afwerking zie men bij de vorige tasoh (zonnebloem). Alleen het hengsel is hier nog iets bijzon ders. Werk als volgt daarvoor: Knip twee reepen kleermakerslinnen van 50 c.M. lang en 21/s c.M. breed, bedek die geheel met een dubbel zoobreede reep (plus inslagen), sta de kanten in en zoom die met nette steekjes MARIA MAGDALENA „Ach 't helder licht, dat gaat ten Oosten Hoe zal ik wéér den luiden dag verdragen? Mij gruwt het licht, en 't bont gewoel der dagen. Straks glinsteren de gouden tempeldaken, Dan zal met dof rumoer de stad ontwaken En 't wufte nachtgespeel ten einde raken. Zóó zag ik menigmaal de zonne rijzen Bij zoet gevlei van zangerige wijzen Op 't rijk getooide dak van mijn paleizen. O, dat ik steeds den weg, dien 'k heb getreden, Terugga in gedachten, en 't verleden Blijft kloppen aan de poorten van het heden! Och, dat de Heiige, Dien ik zag geheven Aan 't bloedig kruis, weer sprak: ,,'t Is u vergeven." O God, mijn God, zoo duister is mij 't leven. 'k Heb U gezien, verscheurd door 'k Heb U gezien, te zwèk om 't kruis te dragen, Ik hoorde U droevig tot den Vader klagen! Rabbonil zagen uw verduisterde oogen Mij in het stof vóór 't kruishout neergebogen, Waart Gij toen nóg voor mij vol mededoogen? Of zaagt Gij in de bitterheid dier stonde Tè goed den trotsohen waan van mijne zonde, En dat geen boete die verdelgen konde?.... En wordt mij daarom ook de troost ontnomen Om nog een laatste maal tot U te komen O Heer, mijn Heer, wiè heeft U weggenomen? Waart gij het? Ach zoo voer mij toch tot Hem" In zoet verbazen blijft zij roerloos staren, Een morgenwindje ritselt door de blaren, „Maria 1" zegt de wèlbeminde stem. ALB. STEENHOFF—SMULDERS. Uit: „Holland", 1909. in de kleur, tegen elkaar langs den rand. Maak dan twee smalle ringetjes van dub bel kleermakerslinnen 1 c.M. breed en 7 wijd in de rondte, schuif die over de twee afgewerkte reepen, om daarmee de hand vaten of slingers bij elkaar te houden en de tasch te helpen sluiten; het staat heel aar dig, zoo men ziet. De bovenrand der tasch wordt na het afwerken (d.i. inslag over het stijf gaas tegenzoomen der voering) nog steviger maakt door ze met steken van drie of vier draden diep, om te naaien (als ge raffia bruikt) of met w 0 1 om te festonneeren. vond toen, dat ze maar onschuldig zijn, maar ja, het is natuurlijk niet prettig ze in je huis teveel te zien loopen. Zelf heb ik er ook een jaar last van gehad in een huis waar vóór onze komst niet zoo erg schoon gemaakt was, maar ze verdwenen met het geregeld stofzuigeren, 't Zijn heel smalle, heele vlugge diertjes met lange glanzende staartjes waarmede ze zich sturen en waarom ze ook „zilvervischjes" heel»n. „Boeken- vreters" noemt u ze niet ten onrechte, omdat ze veel op oud papier voorkomen, maar er zijn evenzeer soorten, die je in oude matten enz vindt (of meebrengt) en er zijn er ook, die het speciaal op de provisiekasten hebbei voorzien, en geregeld tusschen je borden enz. kruipen (rennen of schaatsenrijden is hier een beter woord dan kruipen). Dat natuurlijk een nare ontdekking, hoewel laten we dat maar niet vergeten toch oneindig veel onschuldiger zijn dan de meer gedulde (wijl meer gewende) vliegen, omdat de laatsten speciaal op aas, en op rottende, bedorven stoffen vastgezeten heb ben eer ze weer in onze huizen komen. De zilvervischjes leven alleen van plantaardige stoffen en komen niet op vleesch enz. Een bepaald middel weet ik niet: groote zindelijkheid natuurlijk, maar van men- schen die raad vragen voor deze dingen kunnen we natuurlijk die zindelijkheid bij voorbaat veronderstellen. Zooals ik een vorig maal reeds schreef: doe je bij avond zoo'n donkere kast of zoo open, en belicht fel met een electrisch licht bijv. dan zie je er in eens een massa wegschuiven, Te vangen zijn ze moeilijk; 0, zoo vlug zou je ze dan met de hand moeten neerrukken. Maar ze geregeld j verontrusten helpt ook veel. Als u dan met een zachtharige veger plotseling goed langs alle kieren en naden gaat, (waar ze subiet in wegkruipen), en dat geregeld telkens weer doet, dan verdwijnen ze vanzelf zonder oen bepaalde bestrijding, en zoeken plaatsen op waar ze meer kans en meer rust krijgen dat is mijn ervaring. Dat verontrusten gaat het best en gemakkelijkst met een stofzuiger. Daarom heb ik ook aangeraden: huur eens af en toe een stofzuiger (wat dan toch met een voor kleeden enz. zijn geld wel waard is, als ge er (reen bezit). Dit is de eenige raad die ik er toen voor heb gegeven. Drogistenbrieven. Veel dank. Volgende week, daar bovenstaande corresp. reeds stond te wachten. Ook nog enkele vragen- brieven volgende week. CORRESPONDENTIE Aan Mw, V. Over het wasschen van hand schoenen zonden we vorige week reeds een artikeltje in, dat u dus deze week wel zult zien, en dat we met opzet wat in 't oog vallend zetten en plaatsen omdat daarin tevens het benzine-gevaar (wie ergert zich niet die dagelijks van die roekelooze on ge lukkigen in de krant leest?) er ook uitvoe rig in behandeld Wordt Nu is er ook nog een middel om speciaal vochtvlekken uit glacé te trekken, ik meen dat men de handschoenen ophangt (aan een spijkertje bijv.) midden in een blikken kistje dat men goed afsluiten kan, na op den bodem bijv. op een schoteltje, wat for maline geplaatst te hebben. Nu weet ik niet héél zeker meer of het formaline was, maar geloof het wel en heb ik elk geval vroeger hier dit middel besproken, maar het is nog al ingewikkeld zooals u ziet, men moet dan dagen die handschoenen zoo laten hangen, waarna door de formaiinedampen de vocht- plekken zijn weggetrokken. (Ik zou niet de brutaliteit hebben van hier een middel te noemen, waarvan ik niet absoluut zeker was, ware het niet, dat ik nu bii evcntueele vergissing durf rekenen op vriendelijke hulp van vakmenschen). U schrijft, dat u de handschoenen droog hebt weggelegd en dat het daar dus niet aan kan liggen, dat het eene paar wél vlekken kreeg en het andere niet. Maar de hoofd zaak is niet, dat de dingen droog zijn bij 't opbergen maar schoon. Want waar de ver borgen misschien nog onzichtbare vlekjes zitten, daar grijpt hot vocht ze aan tijdens het stil liggen. Probeer eens of goed in de zon uithangen een paar dagen, en daarna borstelen, niet al voel holpen zaL Aan Mw. v. K. Dat lk een recept voor die beestjes zou gegeven hebben, kan ik me niet herinneren en is ook niet zoo. Ik heb toen naam en levenswijze ragezocht en, HUISHOUDING EN KEUKEN SCHAPENVLEESCH ALS TRACTATIE IN DEN HERFST 1 Martine Wittop Koning) 1 ln Nederland niet 2n er toch ove ook zeker de -eekt vanzelf, dat tets met eei en smaak zich onderscheidt vroolijk gloeiend open vuurGemakkelijk - Zindelijk - veilig en daar bij zuiniger dan eenig pai Vraagt prljsc. met adr. van wederverlc. a.d. Import. MEYER CO. - ENGROS - AMERSFOORT 1 kunnen wijzen op vlsch, op krulden, op z.) en als het gebruik met zich ylpesch en wild opgediend ;pljzen, die den smaak ver sachten of zelfs overheerschen varkensvlecsrh kool of met uien. wild met compöte). zuo len we ook het schapenvleesch laten profl- jn van de bijgerechten de groentei de krulden die w vleesch klat eió'lng 1 1 of ardere si bij De Engelsche keuken, die het schapenvleesch de dagelijks voorkomende levens middelen, weet op dit gebied heel v - jj" te gw -eemd lijken, andere schotels, waarin het scha ;nvleesch een hoofdrol speelt, komen wel doge lk in aanmerking voor een blijvende ploata onze Hollandsche keuken. Als we daarbij weten, dat de herfst be- net de volgende 1 600 Gr. (6 ons) schapenvleesch (niet te vet). 40 Gr. boter, margarine of vet. 1 groote ul, 1 kleine eelderljknol. I groen savoyekooltje, 1 groote wortel (of een twintigtal kleine wor teltjes). 1 K.G. aardappelen, wat peper en zout, 2 theelepels Maggi's Aroma. Snijd het schapenvleesch ln nette blokjes (als poulet) of laat dit door den slager doen. Wasch het vleesch. zet het op met zooveel ko kend water, dat het even bedekt is en voeg er wat zout bij: laat het In de goed gesloten pan Maak lntusschen de groenten schoon en schil de aardappelen. Leg, nadat het vleesch 1 uur gekookt heeft het ln vieren gesneden kooltje er op. daarop de worteltjes, de in reepjes gesne den selderijknol en de gesnipperde ul. Laat ol ies samen uur zachtjes doorkoken, leg er dan de ln vierdeparten gesneden aardappelen op en onderzoek, of er nog voldoende vocht op den bodem is. Leg bovenop de boter of het vet on laat alles samen verdor gaar worden (nog on geveer h uur). Haak het gerecht op smaak af met de Maggi'B Aroma en misschien wat peper en zout: schop het met een schuimspaan over op den vleeeuh- schotel (of in een dekschaal) en presenteer er het nog ln de pan overgebleven kooknat ln een sauskom bij. GERECHTEN VAN SCHAPENVLEESCH MET TOMATEN (4 personen) 600 Gr. (6 ons) mager schapenvleesch (tot poulet gesneden) 60 Gr. boter, margarine of vet (3 afgestreken eetlepels), 2 groote u-len. 2 dappelen. 4 flinke tomaten (of 4 eet- ten pan ln de boter of het vet gaar smoren (I uur). Voeg er het gewasschen vleesch bij. den azijn en wat peper en zout; laat alles zachtjes in de goed gesloten pan uur smoren, voeg er latenpurée (of de 1 bij. de In vierdepi lorzlen. Laat alles samen nog een goed half uur zachtjes stoven, roer er ten slotte de Mag gi's Aroma door en misschien wat peper en zout en ijlen het gerecht dan op ln een dekschaal. Presenteer er droge rijst, marcaroni of ge kookte aardappelen bij. GESTOOFDE SCHAPENLAPJES (4 personen) 4 schapenlapjes van 150 Gr., ongeveer 10 Gr, (1 afgestreken eetlepel) zout, wat peper, 60 Gr. (3 afgestreken eetlepels) vet. boter of marga rine, 4 eetlepels dikke tomatenpurée. 1 ul. 1 kleine winterwortel, 4 dL. water met 2 Maggi's bouillonblokjes. Wasch de lapjes, droog ze af, wrijf ze In met gesloten pan zachtjes gaar stoven (ongi uur); schik dan de lapjes op een vleeachschotel en presenteer de rest van de saus er afzonder lijk ln een sauskom bij. Geef bij dit gerecht gekookte aardappelen of KOUDE APPELPUDDING rr. zure appelen. 200 gr. suiker. 2 dL. i lepel citroensap, 100 gr. geconfljte w rmen tot de suiker opgelost Is. De appelen schillen, van klokhuis ontdoen, in dunne schljf- o... ilkerstroop toe- i zijn ingekoo appelen tot een jamachtige iskende gerecht te zijn: de voorbeelden oor'het grijpen, dat juist de ..sterlc' remlddelen ter afwisseling genoemde wild- i irkensvleeschsooi Men kan de kei ten, die men zelt weglaten. Men kan ook gedroogde appels iaakt heeft of 2 PRflRFFRT Reclame MAATSCHOENEN I IUULLI vannf f 20 bckro„nd J0H> FFN^ MIIM KNETEMANN Voctkundlge "I' Batavierenstraat 19a fb.d. West Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129 voor DAMES en JONGE MEISJES, te ROTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAGE. aangesloten bij de in 1911 Kon. Goedg. Vereen, v. Modevak scholen in Nederland. Opleidingsscholen voor Examen KNIPPEN, NAAIEN en HANDWERKEN voor eigen gebrnik. OCHTEND-, MIDDAG- en AVOND-, ln CURSUS-, CLUB- en PRIVELESSF.N SCHOLEN te: ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS, Schietbaanlaan 99. Spreekuren Donderdags van 24 en van 7—8 uur; Annastrca\ 5 (bij Av Concordia), Spreekuren Dinsdags van 7-8; Boijerlandschelaan <0, Spreek uren Dinsdags van 4—5 en Vrijdugs van 6-7 uur; Hillegersbsrg, Straat weg 127, Spreekuren 's Maandags van 8—9 uur. Correspondentie-adres: Schietbaan laan 114, Telefoon 33739. Te UTRECHT: Directrice Mejuffrouw J. W. LAGENDIJK, Nieuwe Gracht 74, Spreekuren: Dinsdags- en Donderdags van 4—7 uur. Te 's-GRAVENHAGE: Directr. Mejuftrou' Spreekuren: Dinsdags en Donderdags FROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11