DINSDAG 3 NOVEMBER 1931 EERSTE BLAD PAG. 3 'S-GRAVENHAGE GEMEENTERAAD Een groot deel van de middag- en de go- heele avondvergadering heeft de Raad nog besteed aan het prae-advies van B. en W. inzake ontslag van de gehuwde ambtena- 's Middags was het de heer Duymaer van Twist, die zich op principieele gron den voor het voorstel verklaarde. De over heid behoort het gezin in zijn aard en so ciale beteekenis te erkennen. Dart; is in t waarachtig belang van gezin en maat schappij. Het gaat niet aan degenen, die deze principieele gedachte aanvaarden te beschuldigen van reactionaire neigingen en meer van die leelijke dingen. Men er- kenne liever, dat op dit punt bepaalde be ginselen met elkaar botsen. Het viel den atnti-rev. woordvoerder niet moeilijk om aan te toonen, dot Mevr. de Vries-Bruins verleden week zich ten on rechte op minister Talma en op Prof. Ba- yiinick beroepen had. Citaten, die wij verle den week reeds gaven, bewijzen afdoende, dat Mevr. de Vries op zeer tendentieusc wijze gebruik gemaakt had van uit hun yenband genikte uitspraken. Ook werd er op gewezen, dat onder libe ralen en soc.-dom. lang niet allen het op nemen voor de gehuwde vrouw in Over heidsdienst. Zoo is b.v. de soc.-dem. Henri Polak van oordeel, dat het heilige huisje zijner partij, gelijk hij haar opkomen voor den beroepsarbeid der gehuiwde vrouw noemt, niets anders is dan het verdedigon van een brok burgerlijk feminismé. In de avonduren sloten de heeren Moo- nen en Snoeck Henkemans, Michon dn mej. Loeff zich aan bij de principieele Op vatting van den heer Duymaer v. Twist; ce deden het elk naar eigen trant Als bestrijders van de gezonde voorstel len van B. en W. traden op mej. Blaauw cn de heeren Luberti, die Visser, Josephus Jitta en Vliegen. Mej. Blaauw deed het met een aftandsch beroep op de vrijheid, die door de liberalen 100 jaar lang zou zijn hooggehouden. Te recht interrumpeerde de heer v. d. Loo: Daar hebben we pret van gehad! Inderdaad, liberalen moeten niet te veel over vrijheid spreken. Dat bewijst de geschiedenis en ook het heden in geestelijke en school- zaken. De heer Luberti, die het geluk had, dat hij behoorlijk kon uitspreken en niet weg- gefloten, weggehoond en met de Internatio nale weggezonden werd, gelijk hem Zater- dagmididlag in het Gebouw overkwam, wierp het over dien boeg van de rechtspositie en Verviel verder in zuiver Iiberalistisch-indi- Vidualistische beschouwingen. Het meest principieel was de heer De Visser, die eenvoudig het beginsel ver wierp, waarvan het door, hem bestreden voorstel wemsoht uit te gaan. De verdediging van het voorstel van B. en W. geschiedde door wethouder De Vrie3, die vooral in de practische zijde van zijn betoog sterk stond. De cijfers toonen on weerlegbaar aan, dat de gehuwde ambte nares tot groote schade van de gemeente is en doen voorts tot de overtuiging nei gen, dat onder haar het kindertal op niet- natuurlijke wijze zeer klein is. De neuzen waren echter geteld. Niemand ïs door het debat van inzicht veranderd. Met 25 tegen 17 stemmen, zuiver rechts te- gien links, werd de voordracht van B. en W. verworpen; ook een der moties van don heer Moonen onderging dit lot met dezelf de stemmenverhouding. Toen stelde de .Voorsteller geen prijs meer op stemming over zijn tweede motie. Vastgesteld kan dus, dat door heel de linkerzijde, ook door den Vrijheidsbond, de belangen der gemeente zijn opgeofferd aan het persoonlijk voordeel van een bepaalde categorie ambtenaren in dienst der ge meente. We hopen nu, dat B. ten W. (waar dat binnen hun bevoegdheid ligt, met hun eigen inzichten rekening zullen houden en de belangen der gemeente zul Jen doen do lmineeren. Met het geld der belastingbeta lende burgerij mag niet roekeloos en op onverantwoordelijke wijze worden omge- ROTTERDAM GEMEENTERAAD 't Was dicht bij middernacht, toen de Baad gereed was met het voorstel tot grond- uitgifte in Blij dorp; maar de zaak was een lange vergadering waard, want ten slotte heeft, hoewel met de geringe meerderheid van 22 tegen 20 stemmen, het gezond ver stand de overwinning behaald op het dogma. Dat dogma moet men natuurlijk zoeken bij de S.D.A.P., die zelfs in deze tijden van inzinking nog met halsstarrigheid vasthoudt aan hetgeen ongetwijfeld zeer gewenscht, doch en niet alleen in zeer moeilijke tij den onmogelijk is. We spreken in dit verband maar niet van het revolutionaire trioZij hangen een gansch ander dogma aan, n.l. hoe kunnen wij het maatschappelijk leven het best in de war sturen. We zouden echter onbillijk zijn, als we hier niet direct de opmerking maakten, dat de heer Brautigam bij de stemming over de moties zijn gezond verstand even uit wande len heeft gestuurd, doch dat hij ongetwijfeld voldoende werkelijkheidszin heeft om straks de raadsbesluiten eerlijk en behoorlijk uit te voeren. Dat bleek wel uit de bijkans ver rassende erkenning, dat de smalle verkave ling niet bevorderlijk is voor de bouw van moderne arbeiderswoningen, zooals hij zich die denkt en wenscht. Daarmee kwam hij feitelijk geheel in de lijn van de motie-Diemer en het was eigen lijk onbegrijpelijk, dat hij deze motie, al thans dit deel, niet namens B. en W. over- Hij kon ook niet ontkennen, dat de heer Diemer c.s. hem zoover mogelijk tegemoet gekomen waren. Ondanks alle demagogie van den heer Ter Laan, die vergeefs poogde iets van zijn verloren prestige te herwinnen (waarover straks), was het voor ieder eerlijk hoorder klaar als de dag, dat de motie-Die mer in geen geval bedoelde om het oude en veroordeelde alcovenstelsel (de dubbele al- coof) te doen herleven. Daarover was geen twijfel mogelijk. Van 't begin af was uit drukkelijk gestipuleerd: niemand zal het in zijn hoofd halen om op deze dure grond. fSO en hooger, alcoofwoningen te bouwen; het gaat alleen om de vrijheid in sommige straten met smalle en diepe verkaveling, woningen met tusschenkamer te bouwen, welke alleen dienen (het gebruik bevestigt dat) om de nuttige woonruimte te vergroo- Zelfs waren de heeren Diemer en Kraayvanger, om toch maar alle schijn van dwingelandij te vermijden, zoo ver ge gaan, om in hun moties, welke nu op dit punt volkomen gelijk waren, op te nemen, „dat bij de uitgifte van gemeentegrond in Blij dorp voor sommige straten, door Burge meester en Wethouders aan te wijzen, kan toegelaten worden de bouw van woningen met één tusschenkamer". Ziedaar de grootst mogelijke inschikkelijk heid. Wethouder Brautigam, die zeven keer zooveel taktiek aan den dag legt als zijn partijgenoot Ter Laan, wees deze motie wel af, doch niet met groote woorden; en het scheen ons toe, dat hij nog meer bezwaar had tegen de wijze van uitvoering, dan te gen het beginsel. Het was ten minste een openhartige verklaring, toen hij constateer de, dat de opdracht moeilijk is en dat de eventueele beslissingen van B. en W. zoo licht een politiek element in het debat brengen. We zouden die vrees deelen, als op zijn plaats een rechtsch wethouder zat en b.v. do heer Ter Laan tot de oppositie behoorde; nu is de vrees denkbeeldig. Dat heeft de heer Diemer ten duide lijkste bewezen met zijn vermaning, zoowel aan den wethouder als aan de bouwers, om de komende beslissing van den raad te eer biedigen. Eindelijk wordt nu het bestem mingsplan ter plaatse, waar het behoort, be handeld en na de beslissing, hoe die ook mocht vallen, moet er rust en samenwerking zijn. Aan de goede wil van wethouder Brauti gam werd niet getwijfeld; ook als onze mo tie aangenomen wordt, zei de heer Diemer, b 1 ij f t hij. Dat heb ik niet gezegd, merkte de heer Brautigam op, doch hij liet er later, even wijsgeerig arts taktisch op volgen: Ik zal voorzichtig zijn en in dergelijke gevallen nooit overhaaste conclusies trekken. Neen, hij gaat niet heen en hij zal de mo tie loyaal uitvoeren; daarvan zijn wij over tuigd. Een volkomen bevredigend antwoord gaf hij ook op een pertinente vraag van den heer Diemer, of het nu behandelde be stemmingsplan alleen en uitsluitend geldt voor dit deel van Blij dorp. Het is goed, voor al met het oog op het opschuivingssysteem, dat hier thans woningen voor middenstan ders en gezeten arbeiders gebouwd worden; maar daarop is toch het wachten niet Er zijn in Rotterdam arbeiderswoningen noodig als brood en de mogelijkheid moet open blijven, dat ook een stuk van Blij dorp daarvoor bestemd wordt. Die mogelijkheid b 1 ij f t open, zei de wet houder; dit bestemmingsplan geldt alleen voor het deel, waarvan thans sprake is. En daarmee weersprak, misschien ongewild, de heer Brautigam absoluut en afdoende, wat de heer Ter Laan nogmaals vuistslaand be weerd had: op 27 Maart is het bestemmings plan van heel Blijdorp vastgelegd. De heer de Jon ge heeft nog eens de technische kant van deze dingen in het licht gesteld en aangetoond, dat de bouwers geen voorliefde hebben voor tusschenkamers, maar dat dieze, bij de smal-diepe verkave ling economisch noodzakelijk zijn. Anders zou men de grond met verlies moeten ver koopen en dat schijnt thans voor Rotterdam nu niet zoo bar aanbevelenswaardig te zijn. Ook heeft hij een krachtig pleidooi ge voerd tegen de dictatoriale macht van één welstandsarchitect. Want niet alleen moet vrije architectenkeuze in 't algemeen, mo gelijk zijn, ook de voorloopige eindbeslissing mag niet liggen in die handen van één per soon. Men informeere maar eens in Den Haag, wat daarvan het gevolg is. Ten slotte pleitte hij, zoowel als vele an deren, voor een geheel nieuwe inschrijving Het is toch klaar als de dag, diat het onb'il lijk is tegenover de Rortterdamsche bouwers die met wethouder Ter Laan niet in zee konden gaan, hen nu uit te sluiten voor de uitgifte op soepeler voorwaarden. Een radicale herziening was noodig; dus ook een radicale methode nu er gebouwd kan worden. Alleen op dit laatste punit heeft het ge zond verstand nog niet de overwinning be haald op het dogma. Over het deel der motie-Diemer, dat thans tot nieuwe inschrij ving voor al den grond op dit bestemmings- plan van woningbouw aangewezen, dient te worden overgegaan, staakten de stemmen VLUCHT UIT MANDSJOERIJE met 21 tegen 21. En de vraag van Debora kwam ons op de lippen: Waarom, meneer Hoebe, bleeft gij, die de motie mee-onder- teekend had, aan gene zijde van d<e Cool- singel? Was er zoo dringende verhindering? De heer de Jonge heeft ook nog eens duidelijk gemaakt, dat een slaapkamer op de vierde verdieping, mits met afzonder lijke trap, toelaatbaar is. En dit deel der motie- Kraayvanger, waarbij woningen, met een afgesloten zolderslaapverdieping, slechts te bereiken door vrije trappen, toegelaten worden, werd ook aangenomen met 22 tegen 20 sternen. De oogst was dus goed. Juridisch debat. Tusschen de heeren Dutilh eenerzijds, en de Voorzitter en Mr. Donker anderzijds, is een juridisch debat gevoerd over de vraag of de gemeente, als zy eigen grond uitgeeft, naast publiek-rechterlijke ook privaat-rechtelijke voorwaarden mag stellen. We zwijgen daarover, doch merken slechts op, dat er alleszins reden is om de waarschuwing van den heer Dutilh tegen de combinatie dezer twee methoden ter harte te nemen. De gèmeente, die monopo list is, moet wel zeer voorzichtig zijn om geen misbruik van macht te maken en zelf de Bouw- en Woon verordening, waaraan anderen zich houden moeten, op zij te schui ven. De heer Dutilh had al weer naar Den Maag kunnen verwijzen, waar complete veldslagen geleverd worden tusschen de diensten. De raad zij ook in dezen diligent in 't be lang der burgerij; onze tijd kweekt licht dictators. Tamme Jan. De heer Ter Laan was boos op den heer Diemer, omdat deze op zijn wanbeleid ge wezen had. En hij verweerde zich. Maar de heeren Diemer en Van Burink hadden schoon gelijk, toen zij opmerkten, dat het voor den heer Ter Laan heter ware geweest om deze dagen in Tuindorp-Vreewijk te blij ven. Men kan niet met een handomdraaien \an rol verwisselen: vandaag verongelukt stadsbestuurder en morgen groot-criticus. Even laten overwinteren; zelden onze Ge reformeerde vaderen terecht. Maar de heer Ter Laan moest weer oppo sitie-leider zijn en is daardoor van een kou de kermis thuis gekomen. We zullen het niet erger maken, dan het reeds is. Doch zijn verklaring, dat hij niet als wethouder in Blijdorp verongelukt is, hebben we met de noodige reserves aan vaard. De heer Van Burink zei zelfs: dart gelooft niemand, noch in, noch buiten de raad, en hij beriep zich terecht op een in terruptie van wethouder-de Zeeuw, waaruit het duidelijk bleek, dat men den heer Ter Laan verzocht had om heen te gaan. Trouwens, men leze Het Volk van 2 Sept. 1.1. en men weet genoeg: „Als wethouder van Sociale Zaken en Volkshuisvesting koos onze partijgenoot en. lijstaanvoerder in zoo menigen zwaren stem busstrijd, een beetje onvoorzien een richting, die hem bij nadere beschouwing toch niet zoo goed lag. Als aanvoerder in den politieken strijd bij de stembus, als leider van de oppositie In den raad, als woordvoerder van het rijks personeel in de Kamer, zijn andere kwali teiten vereischt dan die van wethouder in een groote stad." En verder: „Hij voelde zich als wethouder minder op zijn plaats". Dat is andere taal, df*n waarmee de heer Ter Laan in de roode verkiezingsblaadjes werd bezongen en waaraan de heer Die mer onder veler instemming herinnerde: Hij nam de lichtende fakkel in zijn sterke handen en weerde de alcoven uit Blijdorp. Dat is waar, want hij weerde er de wo ningen ook door zijn wanbeleid; de sterke handen hangen nu slap neer: het is tamme Jan. Sic transit gloria mundi? Kerknieuws. INTERN. THEOLOGEN-CONFERENTIE Na het succes van de internationale theolo gen-conferentie te Canterbury heeft de Euro pean Student Council besloten weer zulk eer conferentie by een te roepen, onder de auspi ciën der Wereldfederatie, van 4—9 Januari e.k. te Bazel. In het middelpunt der behan deling zal staan de vraag der openbaring. De onderwerpen luiden als volgt: Openbaring en algemeene religiositeit door Dr. M. C. Slote- maker de Bruine, Openbaring en geschiedenis, door Dr. Hans Lilje (Duitschland), Openbaring en Bijbel door Rev. Cockin (Engeland), Open baring en Kerk door Pierre (Maury (Frankrijk) en Openbaring en Geloof door Prof. Karl Herin (Duitschland), De avonden zullen gewijd worden aan min der officieele inleidingen over de theologische situatie in verschillende landen van Europa en de beteekenis van de Christen-studenten-be dezen. TOENEMENDE BREUK MET DE KERK Het aantal personen in Berlijn, dat de band met de kerk heeft doorgesneden, is sinds 1925 onrustbarend gestegen. En al moet men hier voorzichtig zijn met generaliseeren op het platteland en in kleine steden zijn er zoovele verhoudingen en banden die een pu blieke breuk met de kerk tegenhouden toch zal hieruit wel eenigszins een conclusie mogen worden opgebouwd ook voor andere deelen van Duitschland, waarbij men bijzonder kan denken aan de links georiënteerde industrie gebieden. Het aantal uitgetredenen bedroeg In de Evangelische kerk in 1925 27.621, in 1926 40.549 en in 1930 59.255. Voor de Roomsch- kath. kerk zijn deze cijfers 2741, 4233 en 6794. Stelt men het aantal uitgetredenen in 1925 op 100, dan steeg het voor de Evangelische Kerk tot 214.5 in 1980 en voor de Roomsche Kerk tot 247.9. Het gemiddeld aantal uittre dingen per jaar van 1925 tot 1930 was bij de Evang. Kerk 43.438 en bij de Roomsche Kerk 5079, of resp. 1.41 en 1.26 pet. van het totaal aantal leden in 1925. Dit alles by een toe name van het aantal inwoners van by na 4 millioen op 1 Jan. 1925 tot ruim 4.3 millioen op 1 Jan. 1931, Van de uitgetredenen zijn on geveer 44 pet. vrouwen. Over de redenen van dit breken met de kerk wordt natuurlijk verschillend geoor deeld. Met zekerheid is hier moeilijk te spreken. Maar de oorzaak moet niet alleen worden gezocht in de stelselmatige felle actie en propaganda tegen de kerk. Wel wordt doze fanatiek gevoerd, met aanplakbiljetten, vlugschriften, tractaten, enz., die alle op wekken: „ga de kerk uit!" In dit verband dient genoemd de invloed der commuistische partij, die van haar leden verlangt, dat ze zullen breken met elke gods dienstige gemeenschap. Aan deze en soortgelijke actie zal wel voor een belangrijk deel de toenemende afkeer van de kerk moeten worden toegeschreven, maar de Tagl. Rundschau maakt ook nog opmerk zaam op andere factoren. Verschillenden be weren namelijk, dat men dikwijls de kerk laat omdat deze aan een verdiept geestelijk leven geen bevrediging meer kan bieden. An deren doen het om te ontkomen aan de ker kelijke belastingen. Zulken breken wel de uiterlijke band met de kerk, maar blijven toch de godsdienstoefeningen bijwonen, en voelen zich nog wel aan haar verbonden. Dit alles neemt echter niet weg, dat het ge noemde verschijnsel er een is van zeer on rustbarenden aard. ZONDAGSHEILIGING Ds. B. T e 1 d e r, van Breda, schrijft in de „Geref. Kerkbode voor Noord-Braibant en Limburg" het volgende: Van verschillende zijden hoorde ik, dat men ergernis nam aan de door steeds meerderen gevolgde gewoonte, om per auto of fiets naar de kerk te komen. Daarom wil ik over deze zaak wel mijn persoonlijke meening zeggen. En dan begin ik met de raadgeving, die aan bovengenoemde gewoonte ergernis neemt, voorzichzelf eens naga, wat daarin het punt van ergernis is. Dit toch kan zeer verschillend zijn. Het kan zijn de gemakzucht van vele, vooral jonge menschen, die voor iedere kleine afstand nog het rijwiel pakken. Het kan zijn de pronkzucht, die men veronderstelt 'bij sommige auto-bezitters de aanleiding te zijn voor hun rijden per auto naar de Kerk. Het kan zijn de vrijheidszucht van do moderne jeugd, die breken wil miet een traditie, die voor ons een min of meer godsdienstige waarde verkregen heeft Het kan ook zijn een geringschatten van de Zondagsrust, die men terecht oordeelt als noodzakelijk voor die Zondagsheiliging Ja, zeggen misschien velen, dat laatste is het Niet zoozeer die gemakzucht en die pronk zucht en die vrijheidszucht, maar het in breuk maken op de Zondagsrust, daaraan stoot ik mij; daarin irie ik een overtreding van hiert gebod des Heeren. Wordt nu inderdaad het gebod des Heeren, dat ten behoeve van de Zondags heiliging ook de Zondagsrust voorschrijft, door het rijden naar de Kerk per auto of fiets overtreden? Zoo ja. dan heeft ieder gemeentelid, dio zulk een gebodsovertreding constateert, zijn medebroeders of medezusters daarop met ernst en liefde te wijzen. Maat zoo eenvoudig ligt hi&r die zaak niet Voor mij moet het antwoord gezocht worden in deze richting. Is het gebruik maken van fiets of auto, om daarmede ter kerk te gaan, al of niet bevorderlijk aan het kerkbezoek? En dan oordeel ik, dat iemand, die door allerlei omstandig heden moeilijk langdurig van huis kan gaan; dat iemand, die een zwakke gezond heid bezit; dart. iemand die op verren afstand van de Kerk woont; dat iemand voor wien het loopen moeilijk valt verstandig doet om niet te loopen, maar te rijden. Zijn kerk bezoek zal er rustiger, minder bezwaarlijk, alleen mogelijk of meer doeltreffend door worden. Hierin moeten wij niet te haastig en te lichtvaardig anderen willen oordee- len en veroordeelen. Wij mogen anderen niot al te precies naar ons zelf afmeten. En meenen, dat hun gébruik maken van fiets of auto geen reden heeft. Bovendien moet een andere factor niet vergeten worden. Vele oudere en jongere menschen maken in de week geregeld ge bruik van hum fiets. Zij doen dit voor hun gerief en gemak, het spant lichamelijk minder in. Waarom zouden ze dat giemak- kelijk instrument des Zondags ongebruikt, laten, en in ptrijd met Sabbatsrust en Sab- batsonrtspanming minder rustig en meer in spannend werk doen met hun loopen. Natuurlijk zijn hier grenzen. Als vader en moeder zou ik des Zondags nigt gaarne mijn kinderen puur voor ont spanning een fietstochtje toestaan. Niet omdat een dusdanige ontspanning apzich- zelf zondig is. Maar omdat zij dam in de verleiding komen om onmoodig ver van huis te gaan, en bij het in ongereede raken van hun rijwiel anderen tot niet noodzakelijken Zondagsanbeid verplichten. Immers onze Zondagsrust mag niet zoo maar ten kosio van anderen gaan. En wat het autorijden betreft, wie door het gebruik maken van zijm auto gainage- arbeid van anderen vraagt, 9telt zich bij on gemotiveerd autorijden schuldig aan niet noodzakelijken beroepsarbeid op Zondag door anderen, voor wie toch ook het sab- Ik zou nog breeder over dit onderwerp kunnen uitwijden. Er zit aan de wijze waarop wij den rustdag heiligen niet alleen een godsdienstige, maar ook een opvoed kundige kant En daarom is het zoo uiterst moeilijk om algemeen geldende regels voor te sohrijven. Ook mogen wij niet vergeten, dat wij in Breda leven te midden van een overwegend Roomsch-Ka/thoriieke bevolking, die er een zeer eigenaardige Zondagsheili ging op na houdt. Omze jongens en meisjes ondergaan daar ongemerkt den invloed van. En de ouders hebben door verstan dige leiding mee te helpen hun kinderen in de rechte koers te houden. Niet door te zeggen: autorijden en fietsrijden op Zondag is zonide en daarmee uit! Want daarmee helpen we die opgroeiende jeugd niet in het zoeken om Gods geboden te verstaan. Maar door hen verstandig en ernstig voor te houden, waarom het autorijden en fiets rij den im het eene geval miel, in het andere geval niet zondig is. En dat bij het doen o' laten vam iets in gehoorzaamheid aan Gods wil een ieder in zijn eigen gemoed tenvolle verzekerd moet zijn. ,HET TABOE" Een congregationalistisch predikant in Engelamd berispte onlangs zijn Gemeente leden, omdat menigeen liever een detec tiveroman van Edgar Wallace las dan don Bijbel. Dit kwam den romanschrijver ter oore, die zei dat niet de Bijibel daarvan de schuld droeg maar de wijze waarop de predikant zijn ambt uitoefende wel de oorzaak moest zijn. De predikant gaf hierop in het publiek antwoord waarbij hij zei dat het door Edgar Wallace genoemde toch niet de eenige oor zaak was, maar dat heit euveJ veeleer hier aan was te wijten, dat men de Bergrede niet kan lezen, terwijl men gummi kauwt en in een hangmat schommelt, maar dat men in zulk een positie de romans van Wallace niet alleen kan genieten, maar zelfs ook begrijpen. Het ertnde van de briefwisseling was, dat de predikant den schrijver een preekbeurt aanbood om een toespraak te houden over „het groote taboe", d.w.z. over de menschen die Zondags naar de kerk igaan, maar qp de zes werkdagen de godsdienst eigenlijk boycotten. Kunst en Letteren. NOG IETS OVER „DUIVEKATER". M9n schrijft ons: In één der laatste nummers van dit blad besprak de heer Wirtz de serie leesboeken voor de lagere school: „Nederlandsche Volks kunde". Terloops roert hij in zijn artikel aan de vermoedelijke afleiding van het woord „duivekater". Hij kemt tot de con clusie, dat het woord in verband zou staan met het Fransche: „deux fois quatre". Misschien is het wel goed hier even de aandacht te vestigen op een artikel van Dr. C Catharina van de Graft: „Kerstgebak en Kerstgebruiken" in het Winternummer van de Haagsche Post, Kerstmis 1928. Uit dit interessante, geillustreerde opstel haal ik liier het volgende aan: „Een allermerkwaardigst oud offerbrood bezitten wij in onzen duive(l) kater of deuve- kater, die volgens Jan ter Gauw, „den ge leerden zooveel hoofdbrekens heeft gekost en waar ze allerlei vernuftige gissingen over gerfiaakt, ja zelfs de réfugiés bij gehaald hebben". „Het was Bilderdijk, die, nu juist honderd jaar geleden, de gekke verklaring bedacht, waarvan ieder wel eens gehoord heeft (slechte etymologieën gaan or altijd goed in): „deuvekater, verbasterd uit deux (ois quatre, Fransche naam aan onze bollen knijpen, doch de ambtenaar ontkende hardnekkig. Hij stolde daarom zijn beschermer voor den ambtenaar strafrechtelijk te latem ver volgen. Dit zou natuurlijk koeten met zich medebrengen, omdat er bij zulke zaïteti heel wat komt kijken. Er zou een advo caat noodiig zijn, er zouden k aten van de griffier te betalen zijn, en nog veel meer. O. verzocht hem daarom het bemoe digde geld te willen leenen, omdat de zaak toch goed af moest loopen en er niet het minste gevaar te duchten was. Onze tsadgenoat vermoedde van dan prins geen kwaad en stelde het gevraagde geld ter beschikking. Eerst kleine sommen, langzamerhand ook grootere. Natuurlijk werd hij ook als belanghebbende voortdu rend op de hoogte gehouden van de proce dure, welke alle instanties doorliep en ten slotte op niets uitdraaide- De koopman toon gegeven, ais dubbele quatres, dat is viertjens de, om geen argwaan te wekken, dan ge- namelijk een brood in vieren doorsneden". Dat de 18e eeuw het wonderlijke woord niet begreep, ligt voor de hand, daar de op lossing hier alleen te vinden is langs den weg der folklore of liever der volkspsycho logie, een wetenschap, die toen nog in haar windselen lag. Want de deuvekater gaat terug op den oudsten vorm van het offer, het magische offer, uit dien allereersten tijd van den akkerbouw. De mensch, die nog niet op eigen krachten durfde steunen, riep de mede werking in van den vruchtbaarhoidsdemon, dien men zich steeds dacht ais een manne lijk dier: een bok, wolf, zwijn, haas, haan of kater. Men offerde hean het dier, waar in hij zijn intrek genomen had, onder het uitspreken van een bezweringsformule, die macht gaf over den demon en hem dwong tot een tegendienst, hier het schenken van vruchtbaarheid. In ons land schijnt het meest de kater als vruchtbaarheidsdemon vereerd te zijn, dit was de demon of duivel als kater, de duivelkater, aan wlen men zijn evenbeeld offerde, dat, als alle bloediee offers, tenslotte door een broodnabootsing is vervangen. Toen de diervorm bij ons ver dween, werd de naaim overgedragen op verschillende broodsoorten, die in den mid wintertijd, dus met Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen gebakken worden. Ook met St. Nicolaas, want aan dezen heilige wijdde men het voor-feest van het groote mid-win- terfeest, welk voorfeest, eveneens tot de Nieuwjaarsdagen werd gerekend". Tot zoover de aanhaling uit dit artikel, waarin Dr. van de Graft o.a. ook meedeelt, dat de duivekater nu nog gebakken wordt, met St. Nicolaas of met Kerstmis en Nieuw- jaar, te 's-Gravoland, Hulst, Vlissingen, Roe- lofs Arendsveen, in de provincie Groningen en te Nieuwendam (bij Amsterdam). Duidelijk is dus wel, dat de verklaring, die duivekater doet ontstaan uit „deux fois quatre", niet de wetenschappelijk juiste is. Gemengd Nieuws. regeld brieven en bescheiden, die den diruk bevestigd/n, dat zij vain verschillende rechtbanken en gerechtshoven afkomstig waren. Al deze documenten waren ver- valscht Toen de zaak op niets uitliiep, stelde O. zijm geldschieter voor een civiele procedure aan te vangen. Ook daan-oor had hij gela noodiig en steeds weer werd dit ter beschik king gesteld. Zijm beschermer koesterde echter miert de minste argwaan, omdat hem telkens stukken werden voorgelegd, die blijkens hoofd en onderteckening afkomstig waren van de griffie van het gerechtshof te Leeuwarden. Ten slotte kwam de koopman echter met een voninas, waarin bepaald werd dat de ambtenaar veroordeeld werd tot het beta len van een bedrag van f 4800. Het was eigenlijk maar f 2400, maar, zoo zei-de de koopmam, oondat de ambtenaar in Indnë verbleef, meest het bedrag dubbel gestort worden! Nu was het zoo moeilijk voor hem op dfit bedrag te blijven wachten. Daarom I vmocht hij de f 4800 zoolan gvoor te schie ten. Ook nu vermoedde de Rotterdammer niet het minste kwaad en hij betaalde het be drag uil Doch toen de zaak in dit stadium was gekomen kreeg de politie er lucht van. Een nauwkeurig onderzoek werd ingesteld Zaterdagmiddag jl. werd O. door een twee tal rechercheurs, toen hij van zijn bescher mer vandaan kwam, gevolgd. Deze zagen, dat hij eenige stukken papier verscheurde en in het water wierp. De wimd deed ech ter de snappers de verkeerde kant opvlie gen en deze werden ijlings door de recher cheurs opgeraapt O. we>rd aangehouden en overgebracht naar het bureau aan die Witte de Wiihstraat Hij is daar aan een scherp verhoor onderworpen en door de mand ge vallen. Gebleken is, dat hij alle valsche stukken onmiddellijk na zijn bezoeken aan den geldschieter vernietigde cn im het water wierp. De snippers van jl. Zaterdag konden echter bij elkander worden gevoegd en toen kwam de heele zaak uit Zijn aanhouddn leidde bovendien tot de arrestatie van den 4ó-jarigen A. W. Ie R., den 46-jarigen boek drukker L. H. K. en den 44-jarigen kan toorbediende A. L, W. Le R. heeft in het begin van de kennis making in het café den Rotterdammer per telefoon te woord gestaan en rich vervol gens als de advocaat uitgegeven, die O.'s zaken behartigde. De boekdrukker heeft de gerechtelijke stukken gedrukt, die door den laatste verdachte, die klerk op een advo catenkantoor was, opgesteld werden. Van daar, dat deze zoo geraffineerd in elkander gezette oplichting zoo goed kon slagen. Het viertal zal vermoedelijk nog heden of mor gen naar het Huis vam Bewaring wordlen overgebracht Rechtzaken. OPLICHTING VAN f 70.000 VIER DADERS IN BEWARINO GESTELD Men meldt ons uit Rotterdam: Dezer dagen kwam de politie uit de Witte de Withstraat ter oore, dat een bekend stad genoot voor een groote som gelds zou zijn opgelicht Zij stelde onmiddellijk een uit gebreid onderzoek in. Dit leidde tot resul taat dat nog in den loop van jl. Zaterdag werd aangehouden de 36-jarige A. O., een koopman van beroep. Hij werd aan een scherp verhoor onderworpen en dit had ten gevolge dat hier ter stede werd aan gehouden de 46-jarige koopman A. W. Ie R. Nu de zaak eenmaal aan het rollen was gegaan, volgden al spoedig meerdere arresta ties, zoodat zich thans op genoemd politie bureau een viertal personen in verzekerde bewaring bevinden. De twee naderhand ge arresteerden zijn de 47-jarige boekdrukker L. H. K. en de 44-jarige kantoorbediende A. L. B. Uit het onderzoek, dat momenteel nog in vollen gang is, is wel vast komen te staan, dat de oplichtingen hebben plaats gehad ge durende de jaren 1926 en vervolgens tot op heden. Het totale bedrag moet de 70.000 passeeren. Voorts is gebleken, dat de opHohtingen zijn gepleegd door middel van valsch opge maakte gerechtelijke stukken betreffende civiele procedures, die plaats vonden tus schen O. en andere tot nu toe onbekend ge bleven personen te dezer stede. De koopman O. schijnt het plan in elkander te hebben gezet en op kleine schaal, nl. met bedragen van 300 te zijn begonnen. De stukken wer den dan gedrukt bij den boekdrukker. De hoofddader v. O. heeft reeds bekend aan de oplichtingen schuldig te zijn. Nader meldt men ons: Omtrent de brutale opldchtfimg voor een bedaag vam f 70.000, gepleegd ten nadeele vam een stadgenoot, waarvan wij reeds gis teravond eeniige bijzonderheden meldden, kam nog het volgende worden medegedeeld: Een vijftal jaren geleden is de geoirreeteer de koopman A. O., de hoofddader in deze zaak, im kenmris gekomen met een stadge noot, wien hij wijs maakte, dat hij reeds gerudmen rijd zonder werk was geweest. Hij kom echter niu als kellner im betrekking ko men en vroeg daarom gelden te leen, om dat hij een tedlmere costuum noodiig had. Informaties konden wouden ingewonnen lm een café, waarvan O. het telefoonnummer opgaf. Onze stadgenoot heeft het café in derdaad opgebeld en ldet rich, waar hij meende door den caféhouder, vertellen, dat de koopman bij hem was geweest en een zeer gunstige indruk had gemaakt, zoodat hij von plan was hem in dienst te nemen. De Rotterdammer, wiens naam wij op verzoek der politie niet vermelden, heeft, door dit gesprek gerustgesteld, aan O. de benooddgde gelden verstrekt, en als gevolg daarvan ontstemd tusschen bedden 'n steeds vastere relatie. De koopman 'hield zijm geld schieter voortdurend op de hoogte van zijn levensomstandigheden en heeft van de steeds betere veretomdhoudring gebruik ge maakt om onzen stadgenoot op geraffineer de wijze op te lichten. Op zekeren dag kwam hij bij hem en zei- de een pension te wijlen beginnen. Hij was daartoe genoodzaakt om beter im zijm leven» onderhoud te kunnen voorzien, maar, had daarvoor natuurlijk geld noodiig. Zélf was hij im bezit van een slordige 500 gulden, dae hij ook toonde, tierwijj hij verder vertelde, dat hij vam een zijner tant.es een aandeel had gekregen, waaraan rich nog een paar coupons bevonden. Hij verzocht zijm vrien- dclijken en innemenden helper deze cou pons voor hem te willen verzilveren. Dez» voldeed aam -dit verzoek volgaarne en hoon de hierna gerudmen tijd niets van zijn be schermeling. Op zekeren dag vervoegde deze rich ech ter plotseling weer te zijnen huize. Daar deed hij een heel verhaal over het aandeel vam zijm tante. Volgens zijn zeggen had hij dit san een Indisch ambtenaar ter hand I n. gesteld, doch nimmer teruggekregen. Zelfs van a. de b.. die door het Hoi had de ambtenaar doodeenvoudig ontkend ln h°ogcr beroep werd veroo.-d ooit het aamtaJ ontvangen te hébben O. finger w^rm^r^ef'H^0^ had aflJes gedaan om het aandeel terug «e j door den Hooien Raad verworg ABT. 45 DER OCTROOIWET. Wegens overtreding van art. 45 der Octrooi» wet is de caféhouder A. V. in hooger beroep door het Gerechtshof te Amsterdam veroor deeld tot f 250 boete. Hij liet geregeld zijn bierleiding schoonmaken met een instrument, waarop een Nederlandsch Octrooi rustte, dat in handen waa van een Duitscher, die liet verkocht aan zekeren B., die het in bracht in de vennootschap B. en I. De caféhouder kwam op de gedachte, zelf zulke instrumenten te laten maken en een fabriek in Dordrecht deed dit voor hem. De toestellen verkocht hy voor 45 gulden per stuk. lu deze zaak concludeerde de advocaat- generaal bij den Hoogen Raad, Mr. W y n- v e 1 d t, tot verwerping van het beroep. Arrest 9 November. MOTOR- EN RIJWIELVERORDENING VAN GRONINGEN. N. C. H., koopman te Groningen, had cas satie aangeteekend van een vonnis der recht bank te Groningen, waarbij hy in hooger beroep, na vernietiging van een vonnis van het kantongerecht te Groningen, strafbaar is geoordeeld wegens overtreding van art. 5 aer motor- en rijwielverordening dier gemeente ter zake van het misbruik maken van gezag door het opzettelyk uitlokken van de overtre ding: met een motorrytuig ryden op een rypad (voetpad) zonder noodzaak. Verdachte had als eigenaar van een auto den bestuurder daarvan order gegeven van de garage uit over het voetpad naar den rijweg te ryden. De Hooge Raad heeft de noodzaak van verdachte's handeling wel aan wezig geacht, geoordeeld dat bovenbedoeld art. 5 klaarblykelijk bedoelt het rijden in de lengterichting van de ryp en den heer H. ont- slugen van rechtsvervolging. RELLETJES TE GELDERMALSEN Wegens geweldpleging bij relletjes te GeJder matsen, verband houdende bij de staking aan de Ghamattefubrleken aldaar, rijn Chr. v. U.. H. rechtshof oger beroep door het Ge- 1 bij dit college rreet: 30 November. tot verwerping Geloen, dl< ilet plakken >eld Is llaad M., H. v. IC. G. J. K.. J H.. O. H. m van U J S, die door heit Hof te Den Haag In hoo- balen Belgische beroep wegens utker. werden i 19 1 Jet. J 1. sonanae n aiu worden, rderde hij dat de «aak niet sou wor- Boad hoeft dit bepa&.d op 16 Nov, DE BRANDSTICHTING TE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3