DINSDAG 3 NOVEMBER 1931 EERSTE BLAD PAG. 3
'S-GRAVENHAGE
GEMEENTERAAD
Een groot deel van de middag- en de go-
heele avondvergadering heeft de Raad nog
besteed aan het prae-advies van B. en W.
inzake ontslag van de gehuwde ambtena-
's Middags was het de heer Duymaer
van Twist, die zich op principieele gron
den voor het voorstel verklaarde. De over
heid behoort het gezin in zijn aard en so
ciale beteekenis te erkennen. Dart; is in t
waarachtig belang van gezin en maat
schappij. Het gaat niet aan degenen, die
deze principieele gedachte aanvaarden te
beschuldigen van reactionaire neigingen
en meer van die leelijke dingen. Men er-
kenne liever, dat op dit punt bepaalde be
ginselen met elkaar botsen.
Het viel den atnti-rev. woordvoerder niet
moeilijk om aan te toonen, dot Mevr. de
Vries-Bruins verleden week zich ten on
rechte op minister Talma en op Prof. Ba-
yiinick beroepen had. Citaten, die wij verle
den week reeds gaven, bewijzen afdoende,
dat Mevr. de Vries op zeer tendentieusc
wijze gebruik gemaakt had van uit hun
yenband genikte uitspraken.
Ook werd er op gewezen, dat onder libe
ralen en soc.-dom. lang niet allen het op
nemen voor de gehuwde vrouw in Over
heidsdienst. Zoo is b.v. de soc.-dem. Henri
Polak van oordeel, dat het heilige huisje
zijner partij, gelijk hij haar opkomen voor
den beroepsarbeid der gehuiwde vrouw
noemt, niets anders is dan het verdedigon
van een brok burgerlijk feminismé.
In de avonduren sloten de heeren Moo-
nen en Snoeck Henkemans, Michon dn
mej. Loeff zich aan bij de principieele Op
vatting van den heer Duymaer v. Twist;
ce deden het elk naar eigen trant
Als bestrijders van de gezonde voorstel
len van B. en W. traden op mej. Blaauw
cn de heeren Luberti, die Visser, Josephus
Jitta en Vliegen.
Mej. Blaauw deed het met een aftandsch
beroep op de vrijheid, die door de liberalen
100 jaar lang zou zijn hooggehouden. Te
recht interrumpeerde de heer v. d. Loo:
Daar hebben we pret van gehad! Inderdaad,
liberalen moeten niet te veel over vrijheid
spreken. Dat bewijst de geschiedenis en
ook het heden in geestelijke en school-
zaken.
De heer Luberti, die het geluk had, dat
hij behoorlijk kon uitspreken en niet weg-
gefloten, weggehoond en met de Internatio
nale weggezonden werd, gelijk hem Zater-
dagmididlag in het Gebouw overkwam, wierp
het over dien boeg van de rechtspositie en
Verviel verder in zuiver Iiberalistisch-indi-
Vidualistische beschouwingen.
Het meest principieel was de heer De
Visser, die eenvoudig het beginsel ver
wierp, waarvan het door, hem bestreden
voorstel wemsoht uit te gaan.
De verdediging van het voorstel van B.
en W. geschiedde door wethouder De Vrie3,
die vooral in de practische zijde van zijn
betoog sterk stond. De cijfers toonen on
weerlegbaar aan, dat de gehuwde ambte
nares tot groote schade van de gemeente
is en doen voorts tot de overtuiging nei
gen, dat onder haar het kindertal op niet-
natuurlijke wijze zeer klein is.
De neuzen waren echter geteld. Niemand
ïs door het debat van inzicht veranderd.
Met 25 tegen 17 stemmen, zuiver rechts te-
gien links, werd de voordracht van B. en
W. verworpen; ook een der moties van don
heer Moonen onderging dit lot met dezelf
de stemmenverhouding. Toen stelde de
.Voorsteller geen prijs meer op stemming
over zijn tweede motie.
Vastgesteld kan dus, dat door heel de
linkerzijde, ook door den Vrijheidsbond, de
belangen der gemeente zijn opgeofferd aan
het persoonlijk voordeel van een bepaalde
categorie ambtenaren in dienst der ge
meente.
We hopen nu, dat B. ten W. (waar dat
binnen hun bevoegdheid ligt, met hun
eigen inzichten rekening zullen houden en
de belangen der gemeente zul Jen doen do
lmineeren. Met het geld der belastingbeta
lende burgerij mag niet roekeloos en op
onverantwoordelijke wijze worden omge-
ROTTERDAM
GEMEENTERAAD
't Was dicht bij middernacht, toen de
Baad gereed was met het voorstel tot grond-
uitgifte in Blij dorp; maar de zaak was een
lange vergadering waard, want ten slotte
heeft, hoewel met de geringe meerderheid
van 22 tegen 20 stemmen, het gezond ver
stand de overwinning behaald op het dogma.
Dat dogma moet men natuurlijk zoeken
bij de S.D.A.P., die zelfs in deze tijden van
inzinking nog met halsstarrigheid vasthoudt
aan hetgeen ongetwijfeld zeer gewenscht,
doch en niet alleen in zeer moeilijke tij
den onmogelijk is.
We spreken in dit verband maar niet van
het revolutionaire trioZij hangen een
gansch ander dogma aan, n.l. hoe kunnen
wij het maatschappelijk leven het best in de
war sturen.
We zouden echter onbillijk zijn, als we
hier niet direct de opmerking maakten, dat
de heer Brautigam bij de stemming over de
moties zijn gezond verstand even uit wande
len heeft gestuurd, doch dat hij ongetwijfeld
voldoende werkelijkheidszin heeft om straks
de raadsbesluiten eerlijk en behoorlijk uit
te voeren. Dat bleek wel uit de bijkans ver
rassende erkenning, dat de smalle verkave
ling niet bevorderlijk is voor de bouw van
moderne arbeiderswoningen, zooals hij zich
die denkt en wenscht.
Daarmee kwam hij feitelijk geheel in de
lijn van de motie-Diemer en het was eigen
lijk onbegrijpelijk, dat hij deze motie, al
thans dit deel, niet namens B. en W. over-
Hij kon ook niet ontkennen, dat de heer
Diemer c.s. hem zoover mogelijk tegemoet
gekomen waren. Ondanks alle demagogie
van den heer Ter Laan, die vergeefs poogde
iets van zijn verloren prestige te herwinnen
(waarover straks), was het voor ieder eerlijk
hoorder klaar als de dag, dat de motie-Die
mer in geen geval bedoelde om het oude en
veroordeelde alcovenstelsel (de dubbele al-
coof) te doen herleven. Daarover was geen
twijfel mogelijk. Van 't begin af was uit
drukkelijk gestipuleerd: niemand zal het in
zijn hoofd halen om op deze dure grond.
fSO en hooger, alcoofwoningen te bouwen;
het gaat alleen om de vrijheid in sommige
straten met smalle en diepe verkaveling,
woningen met tusschenkamer te bouwen,
welke alleen dienen (het gebruik bevestigt
dat) om de nuttige woonruimte te vergroo-
Zelfs waren de heeren Diemer en
Kraayvanger, om toch maar alle schijn
van dwingelandij te vermijden, zoo ver ge
gaan, om in hun moties, welke nu op dit
punt volkomen gelijk waren, op te nemen,
„dat bij de uitgifte van gemeentegrond in
Blij dorp voor sommige straten, door Burge
meester en Wethouders aan te wijzen, kan
toegelaten worden de bouw van woningen
met één tusschenkamer".
Ziedaar de grootst mogelijke inschikkelijk
heid.
Wethouder Brautigam, die zeven keer
zooveel taktiek aan den dag legt als zijn
partijgenoot Ter Laan, wees deze motie wel
af, doch niet met groote woorden; en het
scheen ons toe, dat hij nog meer bezwaar
had tegen de wijze van uitvoering, dan te
gen het beginsel. Het was ten minste een
openhartige verklaring, toen hij constateer
de, dat de opdracht moeilijk is en dat de
eventueele beslissingen van B. en W. zoo
licht een politiek element in het debat
brengen.
We zouden die vrees deelen, als op zijn
plaats een rechtsch wethouder zat en b.v.
do heer Ter Laan tot de oppositie behoorde;
nu is de vrees denkbeeldig.
Dat heeft de heer Diemer ten duide
lijkste bewezen met zijn vermaning, zoowel
aan den wethouder als aan de bouwers, om
de komende beslissing van den raad te eer
biedigen. Eindelijk wordt nu het bestem
mingsplan ter plaatse, waar het behoort, be
handeld en na de beslissing, hoe die ook
mocht vallen, moet er rust en samenwerking
zijn.
Aan de goede wil van wethouder Brauti
gam werd niet getwijfeld; ook als onze mo
tie aangenomen wordt, zei de heer Diemer,
b 1 ij f t hij.
Dat heb ik niet gezegd, merkte de heer
Brautigam op, doch hij liet er later,
even wijsgeerig arts taktisch op volgen: Ik
zal voorzichtig zijn en in dergelijke gevallen
nooit overhaaste conclusies trekken.
Neen, hij gaat niet heen en hij zal de mo
tie loyaal uitvoeren; daarvan zijn wij over
tuigd.
Een volkomen bevredigend antwoord gaf
hij ook op een pertinente vraag van den
heer Diemer, of het nu behandelde be
stemmingsplan alleen en uitsluitend geldt
voor dit deel van Blij dorp. Het is goed, voor
al met het oog op het opschuivingssysteem,
dat hier thans woningen voor middenstan
ders en gezeten arbeiders gebouwd worden;
maar daarop is toch het wachten niet Er
zijn in Rotterdam arbeiderswoningen
noodig als brood en de mogelijkheid moet
open blijven, dat ook een stuk van Blij dorp
daarvoor bestemd wordt.
Die mogelijkheid b 1 ij f t open, zei de wet
houder; dit bestemmingsplan geldt alleen
voor het deel, waarvan thans sprake is. En
daarmee weersprak, misschien ongewild, de
heer Brautigam absoluut en afdoende, wat
de heer Ter Laan nogmaals vuistslaand be
weerd had: op 27 Maart is het bestemmings
plan van heel Blijdorp vastgelegd.
De heer de Jon ge heeft nog eens de
technische kant van deze dingen in het licht
gesteld en aangetoond, dat de bouwers geen
voorliefde hebben voor tusschenkamers,
maar dat dieze, bij de smal-diepe verkave
ling economisch noodzakelijk zijn. Anders
zou men de grond met verlies moeten ver
koopen en dat schijnt thans voor Rotterdam
nu niet zoo bar aanbevelenswaardig te zijn.
Ook heeft hij een krachtig pleidooi ge
voerd tegen de dictatoriale macht van één
welstandsarchitect. Want niet alleen moet
vrije architectenkeuze in 't algemeen, mo
gelijk zijn, ook de voorloopige eindbeslissing
mag niet liggen in die handen van één per
soon. Men informeere maar eens in Den
Haag, wat daarvan het gevolg is.
Ten slotte pleitte hij, zoowel als vele an
deren, voor een geheel nieuwe inschrijving
Het is toch klaar als de dag, diat het onb'il
lijk is tegenover de Rortterdamsche bouwers
die met wethouder Ter Laan niet in zee
konden gaan, hen nu uit te sluiten
voor de uitgifte op soepeler voorwaarden.
Een radicale herziening was noodig; dus
ook een radicale methode nu er gebouwd
kan worden.
Alleen op dit laatste punit heeft het ge
zond verstand nog niet de overwinning be
haald op het dogma. Over het deel der
motie-Diemer, dat thans tot nieuwe inschrij
ving voor al den grond op dit bestemmings-
plan van woningbouw aangewezen, dient
te worden overgegaan, staakten de stemmen
VLUCHT UIT MANDSJOERIJE
met 21 tegen 21. En de vraag van Debora
kwam ons op de lippen: Waarom, meneer
Hoebe, bleeft gij, die de motie mee-onder-
teekend had, aan gene zijde van d<e Cool-
singel? Was er zoo dringende verhindering?
De heer de Jonge heeft ook nog eens
duidelijk gemaakt, dat een slaapkamer op
de vierde verdieping, mits met afzonder
lijke trap, toelaatbaar is. En dit deel der motie-
Kraayvanger, waarbij woningen, met een
afgesloten zolderslaapverdieping, slechts te
bereiken door vrije trappen, toegelaten
worden, werd ook aangenomen met 22
tegen 20 sternen. De oogst was dus goed.
Juridisch debat.
Tusschen de heeren Dutilh eenerzijds,
en de Voorzitter en Mr. Donker
anderzijds, is een juridisch debat gevoerd
over de vraag of de gemeente, als zy eigen
grond uitgeeft, naast publiek-rechterlijke
ook privaat-rechtelijke voorwaarden mag
stellen.
We zwijgen daarover, doch merken
slechts op, dat er alleszins reden is om de
waarschuwing van den heer Dutilh tegen
de combinatie dezer twee methoden ter
harte te nemen. De gèmeente, die monopo
list is, moet wel zeer voorzichtig zijn om
geen misbruik van macht te maken en zelf
de Bouw- en Woon verordening, waaraan
anderen zich houden moeten, op zij te schui
ven.
De heer Dutilh had al weer naar Den
Maag kunnen verwijzen, waar complete
veldslagen geleverd worden tusschen de
diensten.
De raad zij ook in dezen diligent in 't be
lang der burgerij; onze tijd kweekt licht
dictators.
Tamme Jan.
De heer Ter Laan was boos op den heer
Diemer, omdat deze op zijn wanbeleid ge
wezen had. En hij verweerde zich. Maar de
heeren Diemer en Van Burink hadden
schoon gelijk, toen zij opmerkten, dat het
voor den heer Ter Laan heter ware geweest
om deze dagen in Tuindorp-Vreewijk te blij
ven. Men kan niet met een handomdraaien
\an rol verwisselen: vandaag verongelukt
stadsbestuurder en morgen groot-criticus.
Even laten overwinteren; zelden onze Ge
reformeerde vaderen terecht.
Maar de heer Ter Laan moest weer oppo
sitie-leider zijn en is daardoor van een kou
de kermis thuis gekomen.
We zullen het niet erger maken, dan het
reeds is. Doch zijn verklaring, dat hij niet
als wethouder in Blijdorp verongelukt
is, hebben we met de noodige reserves aan
vaard. De heer Van Burink zei zelfs:
dart gelooft niemand, noch in, noch buiten
de raad, en hij beriep zich terecht op een in
terruptie van wethouder-de Zeeuw, waaruit
het duidelijk bleek, dat men den heer Ter
Laan verzocht had om heen te gaan.
Trouwens, men leze Het Volk van 2
Sept. 1.1. en men weet genoeg:
„Als wethouder van Sociale Zaken en
Volkshuisvesting koos onze partijgenoot en.
lijstaanvoerder in zoo menigen zwaren stem
busstrijd, een beetje onvoorzien een richting,
die hem bij nadere beschouwing toch niet
zoo goed lag.
Als aanvoerder in den politieken strijd bij
de stembus, als leider van de oppositie In
den raad, als woordvoerder van het rijks
personeel in de Kamer, zijn andere kwali
teiten vereischt dan die van wethouder in
een groote stad."
En verder: „Hij voelde zich als wethouder
minder op zijn plaats".
Dat is andere taal, df*n waarmee de heer
Ter Laan in de roode verkiezingsblaadjes
werd bezongen en waaraan de heer Die
mer onder veler instemming herinnerde:
Hij nam de lichtende fakkel in zijn sterke
handen en weerde de alcoven uit Blijdorp.
Dat is waar, want hij weerde er de wo
ningen ook door zijn wanbeleid; de sterke
handen hangen nu slap neer: het is tamme
Jan.
Sic transit gloria mundi?
Kerknieuws.
INTERN. THEOLOGEN-CONFERENTIE
Na het succes van de internationale theolo
gen-conferentie te Canterbury heeft de Euro
pean Student Council besloten weer zulk eer
conferentie by een te roepen, onder de auspi
ciën der Wereldfederatie, van 4—9 Januari
e.k. te Bazel. In het middelpunt der behan
deling zal staan de vraag der openbaring. De
onderwerpen luiden als volgt: Openbaring en
algemeene religiositeit door Dr. M. C. Slote-
maker de Bruine, Openbaring en geschiedenis,
door Dr. Hans Lilje (Duitschland), Openbaring
en Bijbel door Rev. Cockin (Engeland), Open
baring en Kerk door Pierre (Maury (Frankrijk)
en Openbaring en Geloof door Prof. Karl
Herin (Duitschland),
De avonden zullen gewijd worden aan min
der officieele inleidingen over de theologische
situatie in verschillende landen van Europa
en de beteekenis van de Christen-studenten-be
dezen.
TOENEMENDE BREUK MET DE KERK
Het aantal personen in Berlijn, dat de
band met de kerk heeft doorgesneden, is sinds
1925 onrustbarend gestegen. En al moet men
hier voorzichtig zijn met generaliseeren op
het platteland en in kleine steden zijn er
zoovele verhoudingen en banden die een pu
blieke breuk met de kerk tegenhouden toch
zal hieruit wel eenigszins een conclusie mogen
worden opgebouwd ook voor andere deelen
van Duitschland, waarbij men bijzonder kan
denken aan de links georiënteerde industrie
gebieden.
Het aantal uitgetredenen bedroeg In de
Evangelische kerk in 1925 27.621, in 1926
40.549 en in 1930 59.255. Voor de Roomsch-
kath. kerk zijn deze cijfers 2741, 4233 en 6794.
Stelt men het aantal uitgetredenen in 1925
op 100, dan steeg het voor de Evangelische
Kerk tot 214.5 in 1980 en voor de Roomsche
Kerk tot 247.9. Het gemiddeld aantal uittre
dingen per jaar van 1925 tot 1930 was bij de
Evang. Kerk 43.438 en bij de Roomsche Kerk
5079, of resp. 1.41 en 1.26 pet. van het totaal
aantal leden in 1925. Dit alles by een toe
name van het aantal inwoners van by na 4
millioen op 1 Jan. 1925 tot ruim 4.3 millioen
op 1 Jan. 1931, Van de uitgetredenen zijn on
geveer 44 pet. vrouwen.
Over de redenen van dit breken met de
kerk wordt natuurlijk verschillend geoor
deeld. Met zekerheid is hier moeilijk te
spreken. Maar de oorzaak moet niet alleen
worden gezocht in de stelselmatige felle actie
en propaganda tegen de kerk. Wel wordt
doze fanatiek gevoerd, met aanplakbiljetten,
vlugschriften, tractaten, enz., die alle op
wekken: „ga de kerk uit!"
In dit verband dient genoemd de invloed
der commuistische partij, die van haar leden
verlangt, dat ze zullen breken met elke gods
dienstige gemeenschap.
Aan deze en soortgelijke actie zal wel voor
een belangrijk deel de toenemende afkeer van
de kerk moeten worden toegeschreven, maar
de Tagl. Rundschau maakt ook nog opmerk
zaam op andere factoren. Verschillenden be
weren namelijk, dat men dikwijls de kerk
laat omdat deze aan een verdiept geestelijk
leven geen bevrediging meer kan bieden. An
deren doen het om te ontkomen aan de ker
kelijke belastingen. Zulken breken wel de
uiterlijke band met de kerk, maar blijven toch
de godsdienstoefeningen bijwonen, en voelen
zich nog wel aan haar verbonden.
Dit alles neemt echter niet weg, dat het ge
noemde verschijnsel er een is van zeer on
rustbarenden aard.
ZONDAGSHEILIGING
Ds. B. T e 1 d e r, van Breda, schrijft in de
„Geref. Kerkbode voor Noord-Braibant en
Limburg" het volgende:
Van verschillende zijden hoorde ik, dat
men ergernis nam aan de door steeds
meerderen gevolgde gewoonte, om per auto
of fiets naar de kerk te komen.
Daarom wil ik over deze zaak wel mijn
persoonlijke meening zeggen.
En dan begin ik met de raadgeving, die
aan bovengenoemde gewoonte ergernis
neemt, voorzichzelf eens naga, wat daarin
het punt van ergernis is.
Dit toch kan zeer verschillend zijn.
Het kan zijn de gemakzucht van vele,
vooral jonge menschen, die voor iedere
kleine afstand nog het rijwiel pakken.
Het kan zijn de pronkzucht, die men
veronderstelt 'bij sommige auto-bezitters
de aanleiding te zijn voor hun rijden per
auto naar de Kerk.
Het kan zijn de vrijheidszucht van do
moderne jeugd, die breken wil miet een
traditie, die voor ons een min of meer
godsdienstige waarde verkregen heeft
Het kan ook zijn een geringschatten van
de Zondagsrust, die men terecht oordeelt
als noodzakelijk voor die Zondagsheiliging
Ja, zeggen misschien velen, dat laatste
is het
Niet zoozeer die gemakzucht en die pronk
zucht en die vrijheidszucht, maar het in
breuk maken op de Zondagsrust, daaraan
stoot ik mij; daarin irie ik een overtreding
van hiert gebod des Heeren.
Wordt nu inderdaad het gebod des
Heeren, dat ten behoeve van de Zondags
heiliging ook de Zondagsrust voorschrijft,
door het rijden naar de Kerk per auto of
fiets overtreden?
Zoo ja. dan heeft ieder gemeentelid, dio
zulk een gebodsovertreding constateert, zijn
medebroeders of medezusters daarop met
ernst en liefde te wijzen.
Maat zoo eenvoudig ligt hi&r die zaak
niet
Voor mij moet het antwoord gezocht
worden in deze richting. Is het gebruik
maken van fiets of auto, om daarmede
ter kerk te gaan, al of niet bevorderlijk
aan het kerkbezoek? En dan oordeel ik,
dat iemand, die door allerlei omstandig
heden moeilijk langdurig van huis kan
gaan; dat iemand, die een zwakke gezond
heid bezit; dart. iemand die op verren afstand
van de Kerk woont; dat iemand voor wien
het loopen moeilijk valt verstandig doet om
niet te loopen, maar te rijden. Zijn kerk
bezoek zal er rustiger, minder bezwaarlijk,
alleen mogelijk of meer doeltreffend door
worden. Hierin moeten wij niet te haastig
en te lichtvaardig anderen willen oordee-
len en veroordeelen. Wij mogen anderen
niot al te precies naar ons zelf afmeten.
En meenen, dat hun gébruik maken van
fiets of auto geen reden heeft.
Bovendien moet een andere factor niet
vergeten worden. Vele oudere en jongere
menschen maken in de week geregeld ge
bruik van hum fiets. Zij doen dit voor hun
gerief en gemak, het spant lichamelijk
minder in. Waarom zouden ze dat giemak-
kelijk instrument des Zondags ongebruikt,
laten, en in ptrijd met Sabbatsrust en Sab-
batsonrtspanming minder rustig en meer in
spannend werk doen met hun loopen.
Natuurlijk zijn hier grenzen.
Als vader en moeder zou ik des Zondags
nigt gaarne mijn kinderen puur voor ont
spanning een fietstochtje toestaan. Niet
omdat een dusdanige ontspanning apzich-
zelf zondig is. Maar omdat zij dam in de
verleiding komen om onmoodig ver van huis
te gaan, en bij het in ongereede raken van
hun rijwiel anderen tot niet noodzakelijken
Zondagsanbeid verplichten. Immers onze
Zondagsrust mag niet zoo maar ten kosio
van anderen gaan.
En wat het autorijden betreft, wie door
het gebruik maken van zijm auto gainage-
arbeid van anderen vraagt, 9telt zich bij on
gemotiveerd autorijden schuldig aan niet
noodzakelijken beroepsarbeid op Zondag
door anderen, voor wie toch ook het sab-
Ik zou nog breeder over dit onderwerp
kunnen uitwijden. Er zit aan de wijze
waarop wij den rustdag heiligen niet alleen
een godsdienstige, maar ook een opvoed
kundige kant En daarom is het zoo uiterst
moeilijk om algemeen geldende regels voor
te sohrijven. Ook mogen wij niet vergeten,
dat wij in Breda leven te midden van een
overwegend Roomsch-Ka/thoriieke bevolking,
die er een zeer eigenaardige Zondagsheili
ging op na houdt. Omze jongens en meisjes
ondergaan daar ongemerkt den invloed
van. En de ouders hebben door verstan
dige leiding mee te helpen hun kinderen
in de rechte koers te houden. Niet door te
zeggen: autorijden en fietsrijden op Zondag
is zonide en daarmee uit! Want daarmee
helpen we die opgroeiende jeugd niet in het
zoeken om Gods geboden te verstaan. Maar
door hen verstandig en ernstig voor te
houden, waarom het autorijden en fiets rij
den im het eene geval miel, in het andere
geval niet zondig is. En dat bij het doen o'
laten vam iets in gehoorzaamheid aan Gods
wil een ieder in zijn eigen gemoed tenvolle
verzekerd moet zijn.
,HET TABOE"
Een congregationalistisch predikant in
Engelamd berispte onlangs zijn Gemeente
leden, omdat menigeen liever een detec
tiveroman van Edgar Wallace las dan don
Bijbel.
Dit kwam den romanschrijver ter oore,
die zei dat niet de Bijibel daarvan de schuld
droeg maar de wijze waarop de predikant
zijn ambt uitoefende wel de oorzaak moest
zijn.
De predikant gaf hierop in het publiek
antwoord waarbij hij zei dat het door Edgar
Wallace genoemde toch niet de eenige oor
zaak was, maar dat heit euveJ veeleer hier
aan was te wijten, dat men de Bergrede
niet kan lezen, terwijl men gummi kauwt
en in een hangmat schommelt, maar dat
men in zulk een positie de romans van
Wallace niet alleen kan genieten, maar
zelfs ook begrijpen.
Het ertnde van de briefwisseling was, dat
de predikant den schrijver een preekbeurt
aanbood om een toespraak te houden over
„het groote taboe", d.w.z. over de menschen
die Zondags naar de kerk igaan, maar qp
de zes werkdagen de godsdienst eigenlijk
boycotten.
Kunst en Letteren.
NOG IETS OVER „DUIVEKATER".
M9n schrijft ons:
In één der laatste nummers van dit blad
besprak de heer Wirtz de serie leesboeken
voor de lagere school: „Nederlandsche Volks
kunde". Terloops roert hij in zijn artikel
aan de vermoedelijke afleiding van het
woord „duivekater". Hij kemt tot de con
clusie, dat het woord in verband zou staan
met het Fransche: „deux fois quatre".
Misschien is het wel goed hier even de
aandacht te vestigen op een artikel van Dr.
C Catharina van de Graft: „Kerstgebak en
Kerstgebruiken" in het Winternummer van
de Haagsche Post, Kerstmis 1928.
Uit dit interessante, geillustreerde opstel
haal ik liier het volgende aan:
„Een allermerkwaardigst oud offerbrood
bezitten wij in onzen duive(l) kater of deuve-
kater, die volgens Jan ter Gauw, „den ge
leerden zooveel hoofdbrekens heeft gekost
en waar ze allerlei vernuftige gissingen over
gerfiaakt, ja zelfs de réfugiés bij gehaald
hebben". „Het was Bilderdijk, die, nu juist
honderd jaar geleden, de gekke verklaring
bedacht, waarvan ieder wel eens gehoord
heeft (slechte etymologieën gaan or altijd
goed in): „deuvekater, verbasterd uit deux
(ois quatre, Fransche naam aan onze bollen
knijpen, doch de ambtenaar ontkende
hardnekkig.
Hij stolde daarom zijn beschermer voor
den ambtenaar strafrechtelijk te latem ver
volgen. Dit zou natuurlijk koeten met zich
medebrengen, omdat er bij zulke zaïteti
heel wat komt kijken. Er zou een advo
caat noodiig zijn, er zouden k aten van
de griffier te betalen zijn, en nog veel
meer. O. verzocht hem daarom het bemoe
digde geld te willen leenen, omdat de zaak
toch goed af moest loopen en er niet het
minste gevaar te duchten was.
Onze tsadgenoat vermoedde van dan
prins geen kwaad en stelde het gevraagde
geld ter beschikking. Eerst kleine sommen,
langzamerhand ook grootere. Natuurlijk
werd hij ook als belanghebbende voortdu
rend op de hoogte gehouden van de proce
dure, welke alle instanties doorliep en ten
slotte op niets uitdraaide- De koopman toon
gegeven, ais dubbele quatres, dat is viertjens de, om geen argwaan te wekken, dan ge-
namelijk een brood in vieren doorsneden".
Dat de 18e eeuw het wonderlijke woord
niet begreep, ligt voor de hand, daar de op
lossing hier alleen te vinden is langs den
weg der folklore of liever der volkspsycho
logie, een wetenschap, die toen nog in haar
windselen lag.
Want de deuvekater gaat terug op den
oudsten vorm van het offer, het magische
offer, uit dien allereersten tijd van den
akkerbouw. De mensch, die nog niet op
eigen krachten durfde steunen, riep de mede
werking in van den vruchtbaarhoidsdemon,
dien men zich steeds dacht ais een manne
lijk dier: een bok, wolf, zwijn, haas, haan
of kater. Men offerde hean het dier, waar in
hij zijn intrek genomen had, onder het
uitspreken van een bezweringsformule, die
macht gaf over den demon en hem dwong
tot een tegendienst, hier het schenken van
vruchtbaarheid. In ons land schijnt het
meest de kater als vruchtbaarheidsdemon
vereerd te zijn, dit was de demon of duivel
als kater, de duivelkater, aan wlen men zijn
evenbeeld offerde, dat, als alle bloediee
offers, tenslotte door een broodnabootsing
is vervangen. Toen de diervorm bij ons ver
dween, werd de naaim overgedragen op
verschillende broodsoorten, die in den mid
wintertijd, dus met Kerstmis, Nieuwjaar en
Driekoningen gebakken worden. Ook met
St. Nicolaas, want aan dezen heilige wijdde
men het voor-feest van het groote mid-win-
terfeest, welk voorfeest, eveneens tot de
Nieuwjaarsdagen werd gerekend".
Tot zoover de aanhaling uit dit artikel,
waarin Dr. van de Graft o.a. ook meedeelt,
dat de duivekater nu nog gebakken wordt,
met St. Nicolaas of met Kerstmis en Nieuw-
jaar, te 's-Gravoland, Hulst, Vlissingen, Roe-
lofs Arendsveen, in de provincie Groningen
en te Nieuwendam (bij Amsterdam).
Duidelijk is dus wel, dat de verklaring,
die duivekater doet ontstaan uit „deux fois
quatre", niet de wetenschappelijk juiste is.
Gemengd Nieuws.
regeld brieven en bescheiden, die den
diruk bevestigd/n, dat zij vain verschillende
rechtbanken en gerechtshoven afkomstig
waren. Al deze documenten waren ver-
valscht
Toen de zaak op niets uitliiep, stelde O.
zijm geldschieter voor een civiele procedure
aan te vangen. Ook daan-oor had hij gela
noodiig en steeds weer werd dit ter beschik
king gesteld. Zijm beschermer koesterde
echter miert de minste argwaan, omdat hem
telkens stukken werden voorgelegd, die
blijkens hoofd en onderteckening afkomstig
waren van de griffie van het gerechtshof
te Leeuwarden.
Ten slotte kwam de koopman echter met
een voninas, waarin bepaald werd dat de
ambtenaar veroordeeld werd tot het beta
len van een bedrag van f 4800. Het was
eigenlijk maar f 2400, maar, zoo zei-de de
koopmam, oondat de ambtenaar in Indnë
verbleef, meest het bedrag dubbel gestort
worden! Nu was het zoo moeilijk voor hem
op dfit bedrag te blijven wachten. Daarom
I vmocht hij de f 4800 zoolan gvoor te schie
ten.
Ook nu vermoedde de Rotterdammer niet
het minste kwaad en hij betaalde het be
drag uil
Doch toen de zaak in dit stadium was
gekomen kreeg de politie er lucht van.
Een nauwkeurig onderzoek werd ingesteld
Zaterdagmiddag jl. werd O. door een twee
tal rechercheurs, toen hij van zijn bescher
mer vandaan kwam, gevolgd. Deze zagen,
dat hij eenige stukken papier verscheurde
en in het water wierp. De wimd deed ech
ter de snappers de verkeerde kant opvlie
gen en deze werden ijlings door de recher
cheurs opgeraapt O. we>rd aangehouden en
overgebracht naar het bureau aan die Witte
de Wiihstraat Hij is daar aan een scherp
verhoor onderworpen en door de mand ge
vallen. Gebleken is, dat hij alle valsche
stukken onmiddellijk na zijn bezoeken aan
den geldschieter vernietigde cn im het water
wierp. De snippers van jl. Zaterdag konden
echter bij elkander worden gevoegd en toen
kwam de heele zaak uit Zijn aanhouddn
leidde bovendien tot de arrestatie van den
4ó-jarigen A. W. Ie R., den 46-jarigen boek
drukker L. H. K. en den 44-jarigen kan
toorbediende A. L, W.
Le R. heeft in het begin van de kennis
making in het café den Rotterdammer per
telefoon te woord gestaan en rich vervol
gens als de advocaat uitgegeven, die O.'s
zaken behartigde. De boekdrukker heeft de
gerechtelijke stukken gedrukt, die door den
laatste verdachte, die klerk op een advo
catenkantoor was, opgesteld werden. Van
daar, dat deze zoo geraffineerd in elkander
gezette oplichting zoo goed kon slagen. Het
viertal zal vermoedelijk nog heden of mor
gen naar het Huis vam Bewaring wordlen
overgebracht
Rechtzaken.
OPLICHTING VAN f 70.000
VIER DADERS IN BEWARINO GESTELD
Men meldt ons uit Rotterdam:
Dezer dagen kwam de politie uit de Witte
de Withstraat ter oore, dat een bekend stad
genoot voor een groote som gelds zou zijn
opgelicht Zij stelde onmiddellijk een uit
gebreid onderzoek in. Dit leidde tot resul
taat dat nog in den loop van jl. Zaterdag
werd aangehouden de 36-jarige A. O., een
koopman van beroep. Hij werd aan een
scherp verhoor onderworpen en dit had ten
gevolge dat hier ter stede werd aan
gehouden de 46-jarige koopman A. W. Ie R.
Nu de zaak eenmaal aan het rollen was
gegaan, volgden al spoedig meerdere arresta
ties, zoodat zich thans op genoemd politie
bureau een viertal personen in verzekerde
bewaring bevinden. De twee naderhand ge
arresteerden zijn de 47-jarige boekdrukker
L. H. K. en de 44-jarige kantoorbediende A.
L. B. Uit het onderzoek, dat momenteel nog
in vollen gang is, is wel vast komen te staan,
dat de oplichtingen hebben plaats gehad ge
durende de jaren 1926 en vervolgens tot op
heden. Het totale bedrag moet de 70.000
passeeren.
Voorts is gebleken, dat de opHohtingen
zijn gepleegd door middel van valsch opge
maakte gerechtelijke stukken betreffende
civiele procedures, die plaats vonden tus
schen O. en andere tot nu toe onbekend ge
bleven personen te dezer stede. De koopman
O. schijnt het plan in elkander te hebben
gezet en op kleine schaal, nl. met bedragen
van 300 te zijn begonnen. De stukken wer
den dan gedrukt bij den boekdrukker.
De hoofddader v. O. heeft reeds bekend
aan de oplichtingen schuldig te zijn.
Nader meldt men ons:
Omtrent de brutale opldchtfimg voor een
bedaag vam f 70.000, gepleegd ten nadeele
vam een stadgenoot, waarvan wij reeds gis
teravond eeniige bijzonderheden meldden,
kam nog het volgende worden medegedeeld:
Een vijftal jaren geleden is de geoirreeteer
de koopman A. O., de hoofddader in deze
zaak, im kenmris gekomen met een stadge
noot, wien hij wijs maakte, dat hij reeds
gerudmen rijd zonder werk was geweest. Hij
kom echter niu als kellner im betrekking ko
men en vroeg daarom gelden te leen, om
dat hij een tedlmere costuum noodiig had.
Informaties konden wouden ingewonnen lm
een café, waarvan O. het telefoonnummer
opgaf. Onze stadgenoot heeft het café in
derdaad opgebeld en ldet rich, waar hij
meende door den caféhouder, vertellen, dat
de koopman bij hem was geweest en een
zeer gunstige indruk had gemaakt, zoodat
hij von plan was hem in dienst te nemen.
De Rotterdammer, wiens naam wij op
verzoek der politie niet vermelden, heeft,
door dit gesprek gerustgesteld, aan O. de
benooddgde gelden verstrekt, en als gevolg
daarvan ontstemd tusschen bedden 'n steeds
vastere relatie. De koopman 'hield zijm geld
schieter voortdurend op de hoogte van zijn
levensomstandigheden en heeft van de
steeds betere veretomdhoudring gebruik ge
maakt om onzen stadgenoot op geraffineer
de wijze op te lichten.
Op zekeren dag kwam hij bij hem en zei-
de een pension te wijlen beginnen. Hij was
daartoe genoodzaakt om beter im zijm leven»
onderhoud te kunnen voorzien, maar, had
daarvoor natuurlijk geld noodiig. Zélf was
hij im bezit van een slordige 500 gulden, dae
hij ook toonde, tierwijj hij verder vertelde,
dat hij vam een zijner tant.es een aandeel
had gekregen, waaraan rich nog een paar
coupons bevonden. Hij verzocht zijm vrien-
dclijken en innemenden helper deze cou
pons voor hem te willen verzilveren. Dez»
voldeed aam -dit verzoek volgaarne en hoon
de hierna gerudmen tijd niets van zijn be
schermeling.
Op zekeren dag vervoegde deze rich ech
ter plotseling weer te zijnen huize. Daar
deed hij een heel verhaal over het aandeel
vam zijm tante. Volgens zijn zeggen had hij
dit san een Indisch ambtenaar ter hand I n.
gesteld, doch nimmer teruggekregen. Zelfs van a. de b.. die door het Hoi
had de ambtenaar doodeenvoudig ontkend ln h°ogcr beroep werd veroo.-d
ooit het aamtaJ ontvangen te hébben O. finger w^rm^r^ef'H^0^
had aflJes gedaan om het aandeel terug «e j door den Hooien Raad verworg
ABT. 45 DER OCTROOIWET.
Wegens overtreding van art. 45 der Octrooi»
wet is de caféhouder A. V. in hooger beroep
door het Gerechtshof te Amsterdam veroor
deeld tot f 250 boete. Hij liet geregeld zijn
bierleiding schoonmaken met een instrument,
waarop een Nederlandsch Octrooi rustte, dat
in handen waa van een Duitscher, die liet
verkocht aan zekeren B., die het in bracht in
de vennootschap B. en I. De caféhouder kwam
op de gedachte, zelf zulke instrumenten te
laten maken en een fabriek in Dordrecht deed
dit voor hem. De toestellen verkocht hy voor
45 gulden per stuk.
lu deze zaak concludeerde de advocaat-
generaal bij den Hoogen Raad, Mr. W y n-
v e 1 d t, tot verwerping van het beroep.
Arrest 9 November.
MOTOR- EN RIJWIELVERORDENING
VAN GRONINGEN.
N. C. H., koopman te Groningen, had cas
satie aangeteekend van een vonnis der recht
bank te Groningen, waarbij hy in hooger
beroep, na vernietiging van een vonnis van
het kantongerecht te Groningen, strafbaar is
geoordeeld wegens overtreding van art. 5 aer
motor- en rijwielverordening dier gemeente
ter zake van het misbruik maken van gezag
door het opzettelyk uitlokken van de overtre
ding: met een motorrytuig ryden op een
rypad (voetpad) zonder noodzaak.
Verdachte had als eigenaar van een auto
den bestuurder daarvan order gegeven van
de garage uit over het voetpad naar den
rijweg te ryden. De Hooge Raad heeft de
noodzaak van verdachte's handeling wel aan
wezig geacht, geoordeeld dat bovenbedoeld
art. 5 klaarblykelijk bedoelt het rijden in de
lengterichting van de ryp en den heer H. ont-
slugen van rechtsvervolging.
RELLETJES TE GELDERMALSEN
Wegens geweldpleging bij relletjes te GeJder
matsen, verband houdende bij de staking aan
de Ghamattefubrleken aldaar, rijn Chr. v. U.. H.
rechtshof
oger beroep door het Ge-
1 bij dit college
rreet: 30 November.
tot verwerping
Geloen, dl<
ilet plakken
>eld Is
llaad
M., H. v. IC. G. J. K.. J H.. O. H. m van U
J S, die door heit Hof te Den Haag In hoo-
balen Belgische
beroep wegens
utker. werden i
19 1 Jet. J 1.
sonanae n aiu worden,
rderde hij dat de «aak niet sou wor-
Boad hoeft dit bepa&.d op 16 Nov,
DE BRANDSTICHTING TE