MAANDAG 26 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9
Kerknieuws.
PREDIKANTEN CONFERENTIES
Te H a r 1 i n g e n is de jaarvergadering
gehouden van de Broederschap van Baptis
ten-Predikanten onder leiding van Ds. J. W.
Weenink van Stadskanaal die de aanwe
zigen bepaalde bij de „eenheid, die onont
beerlijk is bij onze verscheidenheid". Hij
verwelkomde Ds- C. Nolte. predikant der
Evang. Luth. Gemeente te Harlingen.
Na een korten bidstond, waarin velen
voorgingen, sprak Ds. Nolte een opwek
kend woord, uitgaande van 1 Petr. 5 5:
„Ziit met ootmoedigheid bekleed".
Na afdoening van huishoydelijke zaken,
sprak Ds. J. H u i z i n g a, van Hengelo (O.)
over: „Open of gesloten Avondmaal".
Het bleek duidelijk, dat de meeningen zeer
uiteenloopen. Sommigen zijn voor strenge
toepassing van. anderen voor een soepele
toepassing van het' geslóten beginsel. Weer
anderen willen alle geloovigen tot de ge
meentelijke Avondmaalsviering toelaten, zoo
als de General Baptisten in Engeland.
In een openbare avondsamenkomst spra
ken gemelde Ds. Huizinga en, Ds. J- van
der Schors, van Haarlem.
Den volgenden dag refereerde Ds. F. E.
Huizinga, van Leeuwarden over: „Gemeente
en Staat". Vervolgens leidde Ds. K. Reiling,
van Nieuw-Weerdinge: „Het godsdienst
onderwijs in onze Gemeenten" in. De be
spreking leidde tot de benoeming van oen
commissie die voor de uitgaven van go-
schikte handleidingen zal zorg dragon. D-
J. van der Schors vroeg aandacht voor „Ar
menzorg in het Nieuwe Testament" en be
handelde daarbij de vraag of Je Gemeente
alleen haar hulpbehoevenden nceft t« on
dersteunen.
Des namiddags maakte de Broederschap
een uitstapje naar le Zuiderzee-werkeu-
TE VEEL VACANTIE
In „Het Kerkblad van de Geref. kerken in
Ned. Oost-Indië" klaajgt Ds. A. Ringnalda, de
hoodredacteur, Geref. predikant te Soerabaja
over de door Nederlandsch verlof herhaal
delijk groote onvolledigheid van het predi
kantercorps in Ind'ë. Met name doet zich dit
bij de Hollandsche kerken (in onderscheiding
van de zendingskerken) gevoelen. „Zoo leven
we thans'", aldus de hoofdredacteur van het
Indische orgaan, ,jn de moeilijke driejarige
periode, waarin telkens een vijfde deel van 't
predikantencorps met verlof in Holland is.
Men kan wel spreken van tien predikanten
der Hollandsche kerken, maar practisch zijn
het er deze jaren ten hoogste telkens acht.
Een vraag, die met het oog op de tijden al
lengs wel eens mag overwogen worden en die
dUn ook hier en daar wel eens aangeroerd
wordt is deze, of men nieuwe predikanten
niet op langer termijn zal moeten laten uit
komen, bv. op zes jaar. Den thans aanwezige
predikanten, die op andere voorwaarden wor
den beroepen, zou men bv. na ommekomst
van een verlof, in overweging kunnen geven
zich vrijwillig bij deze nieuwe regeling aan
te sluiten. Door het grooter aantal valt de
wisseling van missionaire predikanten niet
zoo op. Ook bliiven zij gewoonliik meerdere
jaren langer in Tnd'ë dan de predikanten der
Hollandsche kerken".
„PREDIKANT EN DOKTER"
Nummer 4 en 5 van de eerste jaargang van
bovengenoemd twee-maandelijksch tijdschrift
biedt met name voor de in de titel genoemde
belanghebbende personen veel dat lezing, be-
studeering en verdere overweging ongetwijfeld
waard is. De voor een goede behandeling z<
noodige juiste kyk op allerlei „gevallen"
waarvoor speciaal zij die geestelijke leiding
moeten geven, gedurig komen te staan, zal er
door worden bevorderd en ook kan het in dit
tijdschrift gebodene in het algemeen een in
vloed ten goede uitoefenen op de methode die
men by de geestelijke verzorging volgt. Prof.
Dr. Ph. Kohnstamm oordeelt in genoemd num
mer dat er hiertoe in de opleiding van den
predikant veel meer dan tot nu toe aandacht
moet worden besteed aan wat de moderne
psychologie en paedagogiek voor den zielszor-
ger hebben te bieden. In dit opzicht vooral
moet die opleiding meer gericht zijn op de
practijk. Hij oordeelt dat wat ieder predikant
van de toepassing van psychologisch-paedago-
gische methoden op zijn gebied kan en moet
weten, kan worden verkregen zonder een stu
die van grooten omvang. Er is daarvoor
slechts een kleine studie-verandering noodig,
mogelyk binnen het raam der wettelijke bepa
lingen. Verder zo-.i hy een dieper gaande studie
verandering in deze richting wenschen
enkelen die zich hierop specialiseeren. Hij laat
uitvoerig zien hoe hy een en ander in de pre
dikantsopleiding zou willen zien ingepast.
Prof. Dr. L. Bouman geeft een artikel over
het in de psycho-analyse als „overdracht" be
kend staande verschijnsel. Hy komt tot de con
clusie dat in bepaalde gevallen, wanneer de
analyticus tot in de diepe lagen is doorgedron
gen en bij de „infantiele" wortels is aange
land, bij dit aanraken van de laatste diepten
der menschelyke ziel, de medicus het terrein
moet ruimen, en h|j spreekt uit, dat zeker
predikanten niet kunnen blijven buiten ernsti
ge en kritische bestudering der Freudsche
psycho-analyse. Daardoor zyn vraagstukken
van den eersten rang aan de orde gesteld,
waarbij de moeilijkheden van erotischen aard
wegvallen en fundamer.teele problemen over
blijven, die voor predikant en dokter beide van
het grootste gewicht zijn. Dr. H. J. Schou
van Dianalund (Denemarken) zegt niet veel
goeds van de mentaliteit van wat hy noemt de
Barthiaansche jeugd, die z.L gevaar loopt voor
psychische depressies, waartegen hy echter
ook wegen ter genezing aanwijst. Het uitne
mend verzorgde nummer eindigt met een be
spreking door Dr. A. Hutter van „Het wonder
in de geneeskunde" door Dr. Envin Liek, ver
taald door Dr. W. Schuurmans Stekhoven.
MAG DAT ZOO MAAR?
Ds. D. Hogenbirk vraagt in de Kerk
bode die voor de Geref. Kerk te Charlois uit
gegeven wordt, gaven voor het nieuwe kerk
gebouw dat daar verrijst. Op enkele zaken ves
tigt hy de aandacht en gaat dan als volgt
„Men heeft onder de broederen wel
paar toga's genoemd. Maar daarover zijn de
meeningen niet gelijk. Sommige broeders voe
len wel wat voor hét deftig zyn in het kleed,
maar anderen leggen meer nadruk op
tigheid in de leer. hierbij smadelijk sprekende
over de gestalte der togatorsende preekhee-
ren als over „het geslacht der vleermuizen",
Neen, menschen, geeft geen toga's. De eer
waarde heeren, wier begeerte naar deze ijdel-1
heden in der vromen tent uitgaat, moeten ze
zelf maar betalen. Deftig zyn op andermans
kosten, komt niet te pas"
Wy zouden zooiets niet durven schrijven. Is
het niet te kras?
Een predikant is het, die in een Kerkbode
aldus zich over toga's en toga-geschenken uit.
Mag dat zoo maar?
„KERKHERSTEL" EN ..KERKOPBOUW".
Prof. Dr. Th. L. Haitjenia, van Groningen,
en Prof. Dr. A. M. Brouwer, van Utrecht, heb
ben in een buitengewone Classicale Vergade
ring der Ned. Herv. Kerk te Am hem, die
door 51 Kerkeraadsleden uit de Classis en doorvan menschen die niet weten hoe het eigenlijk van een beduidend groot aantal sollicitanten
24 geïntroduceerden bezocht werd, gesproken is. I voor de vacante betrekking. Wanneer men dat
de bewegingen die zij leiden. I Voorts wenschen we niet te ontkennen dat dikwijls ziet en ook opmerkt, dat nog jonge-
waar de Geref. Kerken van Rotterdam ten lieden al een paar jaren zonder vaste aanstel-
koste van zware offers het werk ter hand ge- ling met hun akte in de zak loopen, komt on-
nomen hebben, die Kerken nu ook het eerst willekeurig de gedachte op, dat er een
recht hebben op de hulp
van ons Geref. volk.
Wanneer dan ook bij on
de vraag zou ryzen, welke
ik steunen, want ik kan slechts steun geven
aan één, dan aarzelen we niet en wyzen G.E.
Nadat Prof. Haitjema den oorsprong en de
principes van „KerkhersteT- had toegelicht en
Prof. Brouwer die van „Kerkopbouw", kwa
men bij monde van Ds. N. de Jong, van Velp;
ouderling Willemse, van Arnhem; Ds. N.
Becht, van Arnhem; Ds. Mudde, van Bram
men; ouderling Loman, van Dieren; en Ds.
van Leeuwen, van Arnhem; de volgende pun
ten in discussie: Zullen vrijzinnigen niet te
rugdeinzen voor een centrale belijdenis van C.S.
Christus als Kurios zooals ^Opbouw" dat meeste vrijmoedigheid aankloppen
poneert kan „Herstel" zorgen, dat er geen J en hulp bij ons Geref. volk,
offervaardigheid compleet aan onderwijzers en onderwij;
bestaat, en dat als gevolg daarvan ook wel
Geref. menschen mag overwogen worden, of er niet te veel
ti deze twee moet j kweekelingen zijn.
De heer A. de Jong Ezn., directeur der Ver
eniging van Chr. Onderwijzers en Onderwij-
als het adre". 't Anker kan met de
steun j blad'
t het „Correspondentie-
i, schrijft nu
als volgt:
„In verband met de voorgestelde bezuini-
ongelukkén gebeuren wanneer ouderlingen minder bij elke andere Kerk. G.E.O.S. moet ging wordt thans ook weer de aandacht
toezicht gaan houden op de leer is het j het alleen
juist, dat „Herstel" juridische, „Opbouw"
dische tucht wil?; is het niet de taak
Kerkeraden in plaats
gen de gemeente te activeeren? Men zoeke
tusschen „Herstel" en „Opbouw'' het gemeen
schappelijke.
In zijn repliek heeft Prof. Haitjema gewe
zen op het volgende: in art. 9 van het reorga
nisatievoorstel is de hartader der belijdenis
weergegeven: Jezus Christus, Gods eengeboren
Zoon. In de praktijk blijken vrijzinnigen hier
tegen geen bezwaar te hebben. Het recht der
ouderlingen toezicht te houden op de leer is
het reorganisatievoorstel gehandhaafd. „Her
:1" wil de juridische èn de medische weg
niet leiden naar een tweede Assen. Het
ideaal van „Herstel" is niet een belijdenis van
onvermogen zonder actief optreden.
Prof. Brouwer zeide, dat „Opbouw" aan een
samenspreking met vrijzinnigen Jphu 17 3
„Jezus Christus als den van God gezondene"
ten grondslag had gelegd, maar deze formule
is niet te beschouwen als een eindpunt van
belijdenis. Als samenwerking met vryzinnigen
hoe belangrijk ook niet lukt, dan moet
ieder eigen weg gaan. „Opbouw" moest eigen
lijk een vereeniging zijn op korten termijn,
want de kerkeraden en niet de ver'eenigingen
moeten de gemeente actief maken. Er is tus
schen „Opbouw'' en „Herstel" een contact
commissie. We willen gaarne bewaard blij-
strijd, maar beide moeten scherp for
muleeren uil liefde tot de waarheid. „Opbouw"
n het reorganisatierapport meer de leer
dan de persoon van Chrisuts zelf gepo
neerd. Van ouderlingen wil hy geen kwaad
zeggen, overtuigd als hy is van veler dragen
de liefde. Doch als het reorganisatievoorstel
aangenomen ware, zouden vele leertuchtproce-
dures in de praktijk schade hebben gebracht.
„HET ANKER" EN „G.E.O.S."
Ds. J. Versteegt, predikant der Geref. Kerk
te Nieuwerkerk a. d. IJssel, deelt ons, als lei-
van het Evangelisatiewerk in de havens
Rotterdam, namens „G.E.O.S.", het vol
gende mede:
Van verschillende kanten is my verzocht
ins bekend te maken hoe het nu eigenlijk
staat tusschen 't Anker en G.E.O.S. Daar zyn
de Gereformeerden hebben
het moet de eere der Gereformeerden zijn dit
oie werk Gods onder onze varensmenschen
stand te houden.
ZENDING IN CHINA.
Wil men dat er bij de leden der kerk liefde
en offervaardigheid zy voor de zending, dan is
vooral noodig, te zorgen dat ze op de hoogte
zijn met wat er op de verschillende zendings
terreinen gebeurt, allereerst natuurlijk op die,
voor welke ze zelf meer direct verantwoorde
lijk zijn. De Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika
doet er daarom goed aan, zoo nu en dan eens
een speciaalnummer van baar organen (De
Wachter en The Banner) te wijden aan de
zendingsarbeid die door deze kerk wordt ver
richt. Nog niet lang geleden heeft ze dit ge
daan voor de Indianenzending, en thans ont
vingen we een nummer dat voor het grootste
deel is samengesteld uit artikelen en foto's in
verband met de zending die door deze kerk
wordt gedreven in China. De artikelen zijn
vlot en oriënteerend geschreven, door men
schen die in de China-zending werkzaam zyn.
Er arbeiden daar thans vijf zendelingen (de
predikanten A. H. Smit, H. A. Dijkstra, S. A.
Dijkstra, J. C. de Korne en A. H. Selles),
één missionair-arts (Dr. Lee S. Huizenga),
twee Amerikaansche en één Chineesehe vrou
welijke helpster (de dames W. Kalsbeek, L.
Bode en Ruby Liu.
Aanvankelijk begon men in 1920 in Sjan
ghai; twee jaar later begon men te Jukao, Ku,
thans het centrum van de arbeid van de Chr.
Geref. Kerk in het verre Oosten. Het is een
genoegen de werkers en werksters te hooren
vertellen over hun arbeid, en we kunnen ons
dan ook voorstellen dat men in Amerika deze
extra nummers zeer op prijs zal stellen en dat
ze ook de zending zelve profijt zullen brengen.
Schoolnieuws.
„CHRISTENDOM EN CULTUUR".
Een thcol >gen-confcrentic.
De vereeniging van studenten in de theo-
logische faculteiten in Nederland heeft een
nog al wat menschen die denken dat het een c0„ferentie belegd tegen 18—20 Jan. e.k., die
is. Die dus hun bydragen geven aan een of j zaj worden gehouden op kasteel „Harden-
ander en dan zeggen, het komt toch alles in J broek" bij Driebergen en waarvoor als onder
dezelfde beurs. Dat is niet het geval. werp is gekozen: „Christendom en Cultuur
Laten we de zaak even mogen duidelijk ma-1 Eerst zal een historische inleiding worden
ken. I gegeven in het onderwerp, door Dr. W. Th.
Het verschil is al terstond zichtbaar als i Boissevain van Leiden, daarna wil men eet»
e zien dat 't Anker is een Vereeniging die Gereformeerd theoloog (wie, staat nog niet
Evangelisatréwerk doet en G.E.O.S. is een ar-j tast) laten refereren over Calvimsme ei.
beid der Kerk. Dit is dus een verschil van be- wetenschap. Prof. Dr. J. Lmddnom ™Gro-
teekenis. De Heere Jezus heeft niet aan «n «mg™ tal vervolgens apn=ken_
Vereeniging maar aan Zyn Kerk
schonken aan de opleiding van onderwij
Men vraagt zich dan af, of er op dit terrein
niet bezuinigd dient te worden. Men meent nl.
dat er te veel leerkrachten in opleiding zijn.
Nu sta op den voorgrond, dat, indien zulks
het geval mocht zyn, de daaruit voortvloeien
de bezuiniging bij vermindering van het aan
tal kweekelingen o.i. wel niet veel om 't lyf
zou hebben.
Een paar honderd meer of minder kweeke
lingen over 't geheele land heeft al weinig in
vloed op de onderwijs-uitgaven. Dat zet geen
zoden aan den dijk.
Natuurlijk is een andere vraag, of we moeten
aanmoedigen de kinderen voor het onderwijl
te doen opleiden, of dat we zulks zouden moe
ten afraden. Ons dunkt, dat er van a f r a
en nog lang geen sprake is, met het oog
een eventueele benoeming.
Het spreekt vanzelf, dat onmiddellijk na de
ramens er heel wat leerkrachten met de be
voegdheid voor het geven van onderwijs los
komen. Maar van een overcompleet, zelfs,
wanneer onverhoopt de 45-schaal wordt door
gevoerd, is, naar we meenen, geen sprake''.
De heer De Jong tracht dan dit aan te too-
nen. Het spijt ons, dat we de ruimte missen,
om zijn uiteenzetting hier verder te laten vol
gen.
Echter geven we hier nog weer de conclu
sie, waartoe hij komt:
„In verband met hetgeen we hierboven
meedeelden omtrent de behoefte aan nersoneel,
komt het mij voor, dat we bij het Christelijk
Onderwijs veel eerder kunnen spreken van een
tekort dan van een overcompleet aan leer
krachten, met name van mannelijke. Stel dat
het een bezuinigingsobject was, dan zou
nog de toestand van dien aard zijn, dat op
ïge beperking in de opleiding van leerkrach
ten niet mag worden aangestuurd, althens
liet voor de Christeliike Scholen. Zelfs zou
'ermeerdering van het aantal opleidingsinrich
tingen geen overbodige weelde zyn."
O TEMPORA O MORES!-
Over sollicitaties en benoemingen
het Evangelie te verkondigen. Zoolang
Kerk in gebreke bleef, haar roeping te ver
vullen, was 't Anker een aanklacht tegen de
Kerk, die van het lot van ons varensvolk zich
bitter weinig aantrok. Nu echter de Geref.
Kerken in Rotterdam het werk ter hand ge
nomen hebben moet in dit opzicht de aan
klacht verstommen.
Het verschil komt voorts uit in het uit
gangspunt. 't Anker is een interkerkelijke Ver
eeniging, staat op algemeen Christelijk stand
punt en heeft in haar midden plaats voor per
van allerlei Kerken, mits zij Jezus
Christus belyden als Heiland en Zaligmaker.
Dus het standpunt van 't Anker is dan ook
niet Confessioneel. Als dan ook in het Jaar
boek der Geref. Kerken 't Anker als Geref.
Vereeniging is aangegeven, dan is dat minder
juist. Als bestuurslid van het Anker, is mij
niet anders bekend dan het feit, dat 'in die
Vereeniging Geref. menschen samenwerken
met anderen, doch dat zegt niets voor het
standpunt der Vereeniging.
Wat G.E.O.S. betreft hier is het standpunt
duidelijk en klaar. G.E.O.S. is een werk der
Kerk. Is niet alleen een werk der Gerefor
meerden, maar is ook Gereformeerd.
nu ook verschil wat het finan-
cieele betreft, 't Anker kan om steun by
haar werk zich wenden tot schier elke Kerk
van ons in dit opzicht zoo jammerlijk ver
deeld Vaderland. Omdat by haar plaats is
allen, heeft zij ook recht en aanspraak
op steun van allen.
Geheel anders is dat weer by G.E/D.S.
Geref. in uitgangspunt, werkwijze en doel,
moet zy ook haar inkomsten uitsluitend ver
krijgen van de Gereformeerden. Wel worden
door haar de gaven van anderen niet gewei
gerd, doch voor haar inkomsten wacht zy het
geheel van ons Gereformeerde volk. Een ver
wachting die wel eens wat veel van ons ge
loof vraagt, m.iar toch telkens weer blijkt
goede gronden te hebben.
Ook is er verschil wat werkwijze betreft,
't Anker heeft in haar dienst twee broeders,
gewone leden der Gemeente. Menschen die
zich gaarne aan het werk geven. Maar men
schen zonder eenige ambtelijke zending, wat
ook niet kan, omdat ze uitgaan van een Ver
eeniging.
G.E.O.S., uitgaande van de Geref. Kerken
van Rotterdam, heeft in haar dienst Dienaren
des Woords. dus menschen van Gods wege ge
roepen en belast met het uitdragen van het
Evangelie. Hier hebben we de gehoorzaam
heid aan Gods bevel om het werk der Evan
gelisatie door de Kerk te doen geschieden.
Het terrein van arbeid is voorts verschil
lend. 't Anker werkt niet in een bepaalde ge
meente en in enkele havens, doch door het
geheele land. Daardoor gaat zeer veel tyd
verloren, die door het blijven in één haven
benut kon worden voor het eigenlijke werk.
Vaartochten van enkele uren komen vaak
voor. Een betrekkelijk voordeel
het geheele land ziet en zich zelf kan laten
zien. Het nadeel is, dat men veel tyd
liest.
G.E.O.S. werkt in Rotterdam en in de Ha
vens van Rotterdam konden wel drie booten
werken zonder dat ze elkander zouden hinde
ren. De Adelaar verlaat alleen de haven van
Rotterdam als het noodig is voor propaganda.
Zoo heeft men al het voordeel van het
traliseeren van het werk. geen tijdver!»
veel werk. Immers de schippers behoeft men
niet te gaan zoeken, door het geheele land, zt
komen vanzelf in de groote havens. In Rotter
dam komen in één jaar meor dan twee hon
derd duizend schepen. In Amsterdam zeker
ook eenige duizenden.
Zijn dus 't Anker en G.E.O.S concurrenten?
In geen enkel opzicht. Bewys is wel het feit,
dat de Leider var. hrt werk van G.E.O.S. ook
bestuurslid is van 't Anker.
Dat we het verschil aangeven is op verzoek
dom en Humanisme, terwijl als slotonderwerp
is gekozen „Christelijk Leven", waarvoor nog
geen inleider ""TV"v,li"oc"'a
i gepubliceerd.
„vox THEOLOGICA"
„Vox Theologica» ging haar derde jaargang
Dit tijdschrift, dat zes maal per jaal-
verschijnt, (by de N.V. Van Croikum en Co.
te Assenj m xie. orgaan van de verenig ng
van studenten in de Theologische Faculteiten
in Nederlamv TydischiLft en vereeniging
willen „alle Nederlandsche theologen in
wetenschapelyke werkgemeenschap vereeni-
Zulk een streven kan de beoefening
de theologie in het algemeen en de stu
die van ieder student afzonderlijk, zeer ten
goede komen. En de wyze waarop deze Vox
wordt geredigeerd, kan daaraan o.i. uitne
mende diensten bewijzen. De bedoeling
vooral, te oriënteeren en te stimuleeren. Ge
durig worden van bevoegde hand overzichts
artikelen opgenomen.
Zoo in de afgesloten jaargangen, om
slechts enkele te noemen, over de ontwikke
ling en toestand van de ethische theologie,
door Dr. O. Noordmans; over de kerkhistori
sche 6tudie in Nederland in de laatste kwart-
door Prof. Dr. A. Eekhof; over de
ambtelijke theologie in Nederland in de laat
ste kwart-eeuw, door Prof. Dr. T. Hoekstra;
over de stand der theologie in Duitschland,
rloor G. Meyer; over de beoefening der Zen
dingswetenschap in Nederland, door Dr, H.
in het laatst verschenen nummer, over Oc
tober, geeft Prof. Dr. W. J. Aalders een
overzicht van de beoefening der godsdienst-
wijsbegeerte in Nederland. Zulke artikelen
zyn voor het doel, dat deze organisatie zich
voorstelt, van groote waarde.
In het nummer, dat we thans bedoelen,
komt verder voor een artikel van R. Houwink
over Paul Tillich's „Religiose Verwirkli-
chung", geeft Ds. A. J. Rasker een van veel
studie getuigend artikel over Brunners theo
logie als theologische kenleer, biedt T. Dok
ter in fynen vorm een indruk, opgedaan in
de wetenschappelyk-theologische wereld van
de universiteit van Berlijn, geeft de redactie
in een speciaal artikel met zeer veel beharti
genswaarde opmerkingen de nieuwe studen
ten verschillende aanwijzingen voor de „aan
pak" van hun studie, en oriënteert de chroni
queur, H. Faber, over wat er de laatste tijd
aan belangrijks voor den theoloog gebeurde
en werd gepubliceerd. We vermelden verder
nog, dat genoemde vereeniging zich ook tot
taak stelt, buitenlandsche professoren uit te
noodigen tot het houden van lezingen, wat
voor een faculteitsvereeniging alleen te kost
baar zou zijn.
We meenen, dat de vereeniging door haar
verdere arbeid en door haar orgaan den
theologischen student uitnemende diensten
by zyn studie kan bewijzen, en dat z
door dit eerste nummer van den derden jaar
gang weer duidelijk heeft getoond.
VACANTIE-CURSUSSEN
Te Parijs zullen aan de Sorbonne gedu
rende vier maanden te beginnen 3 Nov.
a.s. cursussen in de Fransche beschaving
voor niet-Franschen worden gegeven. Een be
hoorlijke kennis van het Fransch is vereischt
De inschrijving geschiedt bij het „Bureau des
Rerseignements de l'Université de Paris la
Sorbonne".
HUWENDE ONDERWIJZERESSEN
Te Sch a gen heeft de Raad een voorstel
van een zijner leden, om een onderwijzeres,
die vóór haar 45«tê jaar in bet huwelijk treedt
te ontslaan, met 8 tegen 3 stemmen verworpen
TE VEEL KWEEKELINGEN?
We ontvangen bii de berichten van benoe
ming van onderwijzers en onderwijzeressen
aan Chr. Scholen nog al eens mededeeling
'erhaa aaq
Elch wat WilsJÏ1
WONDERLIJK BEWAARD
heer A. D. Litto(
de wil ze vs
irklngen door der
n het. „Corr.-blad"
wli In ons
lotendeels
noodig Is;
Is het
j meent,
ivelonne
follo-vel in eroote
tnen zal er va..
denkt aan een brief i
Maar verder oordeelt hli. dat bet Scho<
tuur recht heeft od een mnol nfeewe
loiiicltarle
htt wtlst
bejegening
recht hebben
ztlde
urantenherichti
en Is mil bekend"
er ..dat ze bti het
n het betreffende
nlg antwoord ont-
teleurstellend voor
olllcltatlebrleven, die
voord. kan. naar hl1
or niet als excuus
et hö. wanneer een
evolge een bepaling
want den volgenden
Hendrik Bieze en zijn vrouw waren oor
spronkelijk wel kerksche menschen, maar
zij zochten niet de volle waarheid van ge
nade; menschen, zooals er een honderd jaar
geleden zoovele waren, die zich met een pre
diking van God, deugd en onsterfelijkheid
wel konden tevreden stellen, maar die geen
behoefte gevoelden aan een Borg. Toch be
hoorden zij tot het getal van Gods verkore
nen en op Zijn tijd werden ze door den
Heere op geheel eigenaardige wijze in het
hart gegrepen en tot bekeering gebracht.
Op een keer waren Bieze en zijn vrouw op
een bruiloft van een paar jonge menschen
van hun kennis. Vroolijk ging het er toe.
Toen werd daar opeens een deur openge
daan cn in de opening verscheen de gestal
te van een oud vrouwtje, klein en gebogen,
met een korenblauwe omslagdoek om hoofd
en schouders. Verbaasd staarde men haar
aan, terwijl het feestrumoer verstilde.
En in die stilte zelde ze deze boodschap:
„Nu gaat het hier nog vroolijk toe, maar
over een uur zal het anders zijn". Daarmee
Even nog werkte de indruk, dien haar
verschijning had gemaakt, na. Even, niet
lang. De vroolijkheid; nam weer de over-
Maar toen het uur verstreken was, stierf
plotseling op het feest, een broer van de
bruid; toen werd het woord van de oude
vervuld en legden de droefheid en de schrik
beslag op aller hart.
Dat was de aanleiding, waardoor Bieze
zijn vrouw tot nadenken werdfen gebracht
en zich een onrust van hen meester maakte,
die niet meer bedaarde, totdat zij de rust
der zielen in Christus hadden gevonden.
Wat zullen wij van dit verhaal zeggen?
vraagt ds. D. van Dijk in de „Groninger
Kerkbode", waaraan wij deze historische
herinneringen ontlecnen. Ik weet het niet.
Dat er iets dergelijks is gebeurd staat wel
vast; alléén, het is niet zeker wét het ge
weest is; cïat zal ook wel niet meer zijn op
te lossen.
Dit blijkt uit het bovenstaande wel zeer
duidelijk, dat God, als Hij een mensch in
het hart wil grijpen altijd wel een middel
weet te vinden, waardoor dat hart in be
weging gezet wordt naar Hem toe.
Ock geloof ik, dat de Heere in bijzondere
tijden, zooals de tijd der Afscheiding er een
was, vaker dan anders bijzondere dingen
gebruikte om d'a menschen te ontroeren en
tot Christus te leiden.
Gelukkig dat de Heere geen bijzondere
middelen behoeft en ook door de gewone
eenvoudige verkondiging des Woords ons
kan brengen binnen de grenzen van het Ko
ninkrijk.
Toen Hendrik Bieze eenmaal op den _0
des levens was komen te wandelen, werd
hij een groot vriend van dominé Hendrik
de Cock. Meer dan eenmaal vergezelde hij
den dominé als deze in Wildervank en
geving kwam preeken.
Op een keer zou Ds. cPe Cock weer in de
buurt spreken, in de richting van de Wil-
dervankster Dallen. Nu wist Bieze zéér goed,
dat de menschen daar zeer vijandig waren
dat er dus aan zulk een tocht bij duiste-
clle niet alle.
hadden verrit
loluut
die zich ook
bedrogen te zli
trekken In hun studet.
kende: ..O ttlden. o zeden!"
Een ander geval wordt gereleveerd: „Er
werd ln een niet onvermaard dorp In Neder
land een onderwUzer of onderwijzeres eevraaad
In den oproep konden de sollicitanten lezen,
dat de benoeming voor vast zou geschieden.
Zo was dan ook een vervulling van een open
gevallen plaats. Zeventig sollicitanten mel
den zich hiervoor aan. Na de afdoening kre.
men bericht, dat „voorlooplg ln de vac
ture was voorzien!" Er was n.l. met ingai
van 1 Jan. een t d e 1 U k onderwijzer b
noemd voor een half Jaar. Bevalt hli goed. d.
krijgt hli een vaste aanstelling! Ande
heeft een nieuwe oproep plaats!"
ichrljver Is van oordeel, di
solllcitar
jrdt f
seld^ i
i dat zulk dot
noemlnt mag dus
proeftijd. „Ook kor
handelwijze volgt, i
trekking werkelllk
Een tüdelijke
den gebruikt
ren avond door een eenzaam oord gevaren
waren verbonden.
Terwijl hij daarover dacht voelc>e hij zich
(hij had een scheepshelling) de gedachte op
de ziel gebonden: „gij moet door uw knech
ten een roeischuit naar de Dallen laten bren
gen en daar onderstboven, op den kant bij
het water laten leggen".
Zoo deed hij, al verwonderden zich de
knechten ook over die opdracht, 's Avonds
trok hij met Ds. de Cock naar de vastgestelde
plaats; het Woord werd gesproken en in
den donker trokken ze samen weer naar
Wildervank. Toen ze waren gekomen in de
buurt van de roeischuit, die daar 's morgens
was neergelegd, hoorden ze stemmen van
mannen die hun op dat eenzame pad tege
moet kwamen.
Wie die mannen waren wisten ze niet, en
dus ook niet of ze met vrienden of vijanden
hadden te doen.
Voorzichtigheidshalve verscholep ze zich
nu onder het schuitje. Nog niet lang hadden
ze daar gezeten of de mannen, die ze haötien
hooren naderen, waren naast hun schuil
plaats gaan zitten op hetzelfde bootje,
waaronder zij waren weggedoken.
nu bleek het wel duidelijk wat ze in
het schild voerden.
„Ze kunnen ons niet ontgaan, want dezen
weg moeten ze langs komen."
„Die Cocksen, wij zullen ze aan riemen
snijden."
„Ik vind het wel jammer dat mijn baas
(Bieze) er bij is."
„Ja, ik ook wel, maar wat doet hij ook
zich met ctie Afgescheidenen te bemoeien."
Zoo praatten ze met elkander en Ds. de
Cock en Bieze wisten het, dat maar een paar
planken hen scheidden van hun vijanden
(onder wie een knecht van Bieze) en den
dood.
Gelukkig duurde dio benauwde toestand
niet lang.
Na een poosje wachtens stonden de man
nen op en trokken vereïer de Dallen in, in
de meening, dat die ze zochten nog in aan-
tooht waren. Zij hadden ze immers niet ge
zien en zij moesten dien weg langs komen.
Nu konden de beide broeders het wagen
hun schuilhoek te verlaten. Eerst in gebukte
houding, half kruipende om niet af te ste
ken tegen de lucht en zoo hun vijanden in
't oog te vallen, straks in flinke pas, zoch
ten ze de veiligheid van „thuis".
Onderweg vertelde Bieze aan dominé, op
diens opmerking hoe gelukkig het was, dat
dat bootje daar juist had gelegen, hoe dis
boot daar was gekomen, hoe het hem op
het hart was gebonden daarvoor te zorgen
zonder dat hij nog begreep, waartoe dat
moest dienen.
Niet graag zou lk willen zeggen dat dt
Heere dikwijls op zulk een min of meer
„wonderlijke" wijze Zijn volk bewaart
De Heere kan het ook anders doen, heel
gewoon.
Maar het lijkt mij toe, dat Hij in dagen
waarin zoo'n felle strijd gestreden wordt,
meermalen op zulk een wijte Zijn gunst doet
blijken over Zijn volk, dat Zijn zaak voor
staat, tot bemoediging van dat volk en tot
beschaming en verteedering van de vijanden.
schoolleven en van allerlei zaken die met het
onderwijs verband houden. Dit beïnvloed na-
deelig de liefde tot het onderwijs, waarafit
weer voor een niet gering deel zouden zijn
te verklaren de vele klachten over de hooge
uitgaven hier le lande roor onderwijsdoel
einden.
Het vele goede, dat er de laatste 25 jaren
op onderwijsgebied is tot stand gebracht, is
volgens hem buiten de massa omgegaan.
Hoeveel Amsterdamsche of Haagsche belas
tingbetalers, zoo vraagt hij, hebben ook
maar eenig begrip van hetgeen er in hun
Van harte hoop ik, dat het niet al te lang
zal duren, eer voor de school waarheid wordt:
fPsyche nikai: de ziel overwint".
VOOR DE OPENBARE SCHOOL
Uit Amsterdam schrijft men ons:
De Centrale Ouderraad heeft eenigen tijd
een orgaan gehad, dat als kop, den weinig-
zeggenden naam „De Ouderraad" droeg.
Van groote beteekenis was dit blad nimmer,
t Is in het voorjaar opgehouden te verschij
nen en niemand heeft er, gelooven wy, om
getreurd.
See"t! r.rdLJ7.ÜLST voorstanders voor hot
bied van het voorbereidend (bewaarschool)
onderwijs of dat aan de misdeelden? Hoe-
velen hebben wel eens een openluchtschool
gezien, of weten wat er in een ambachts
school of volkshuishoudschool omgaat Ons
volk, aldus concludeert hy, kent zyn scho
len niet.
Hy stelt dan de vraag, of ter bestrijding
van dezen ongewenschten toestand niet iets
valt te leeren van Amerika, waar door
schoolbestuurders en personeel stelesmlatig
propaganda voor de scholen wordt gemaakt.
Dit geschiedt b.v. door voeling te houden
met de pers, deze onderwysberichten en ver
dere stof voor haar onderwysrubrieken te
verschaffen, of door het houden van lezingen
met lichtbeelden, door de radio, ja zelfs
door aanplakbiljetten en geïllustreerde cir
culaires. Van de furctionarissen op schoolge
bied wordt geëischt dat ze met het publiek
uitnemend weten om te gaan, en in staat
zijn in het openbaar te kunnen spreken, om
door het woord propagandisten te kunnen
zyn van het onderwijs.
Inderdaad is het voor den bloei van het
onderwijs zoo gewenscht, dat er het rechte
contact en meeleven is met „het publiek".
Hieraan in dezen tyd van staatszorg eens te
worden herinnerd, is allicht niet overbodig.
VRIJHEID VAN ONDERWIJS
De heer J. C. Wirtz Czn. schrijft in het
maandblad „De Geref. School" o.m. het vol
gende
Zooals men weet heb ik dadelijk in 1920
na de aanneming der nieuwe Schoolwet op
verschillende wijzen als myn meening te ken
nen gegeven: Ons wordt recht gedaan, doch
ten koste van onze vrijheid. Die gedachte wint
gelukkig veld, want alleen zoo kan gestreden
worden voor het teruggeven der paedagogi-
sche vryheid, die we vóór 18S9 genoten. Da
verslagen van Unie en Schoolraad bewijzen,
dat de strijd voor die vryheid weer krachtiger
gevoerd wordt. Een woord van den oud-strij
der Mr. D. P. D. Fabius geeft weer moed.
Dat ook onze onderwijzeressen het zien en
voelen, maar ook erkennen, las ik in een brief
aan myn adres, waarin o.a. stond: „De amb
telijke verhouding laat nog geen publiciteit
toe, maar de practyk is nog enorm veel
ernstiger, erger en ergerlijker dan hetgeen
uw critiek voelbaar maakte".
Dit strekt tot blijdschap, niet omdat ik ge-
lyk krijg, want Dr. A. Kuyper heeft lang
"oor mij voorspeld, dat dit de gevolgen moes
ten zyn van het stelsel, dat men gekozen
heeft. Neen, het verblijdt mij terwille van de
school, die alleen door vryheid tot bloei kan
komen.
Ook in de „School met den Bijbel'' stond
kort geleden een stukje om te bewij:
ONDERWIJS-CENTRALE
Een delegatie uit het Bestuur der Onderwijs
Centrale heeft in een onderhoud met een com
missie uit de R.K. Tweede Kamerfractie er
met een afgevaardigde van de Ohr. Hist.-frac-
tie de.bezwaren en grieven der onderwijs
krachten tegen de voorgenomen salarigkorting
ïar voren gebracht.
Ook werd besproken de tegenwoordige rege
ling van het Georganiseerd Overleg, waarin
de onderwijzers byna in 't geheel geen invloed
kunnen uitoefenen.
Eveneens werd opnieuw gewezen op de
de onderwijzers zoo ongunstige verlofregeling
bij z'ekte, die zelfs nog achterstaat by die
tijdelijke ambtenaren.
Besprekingen met andere fracties zullen
ONDERWIJZERSSALARISSEN
Het (Bestuur van de (Onderwijs-Centrale te
Amsterdam, heeft aan de Tweede Kamer een
adres gezonden, waarin het zegt, dat het met
groote teleurstelling heeft kennis genomen
de plannen der regeering inzake korting op de
salarissen van het rijkspersoneel en de onder
wijzers; dat het in deze voorgenomen korting
grievend onrecht ziet: dat het z;ch daar-
gewend heeft met een adres tot den Raad
Ministers, door welk adres het bestuur
der Onderwijs-Centrale. op grond van de daar
in tegen de salariskorting ontwikkelde
ernstig beroen doet on de regeering
•enoemde kortingen af te zien
en dat het zich veroorlooft
■rnst'V en dringend beroen te doen op de
Tweede Kamer der Sta ten-Generaal om de door
irgesteide maatregelen betref
fende salariskorting af te wij:
richting ri,„ V1. _^.,VWö
KENT ONS VOTIR ZTJN SCHOLEN? geschreven door J. L., die overigens nog all Wie voor i
Tn h»t ..Alg Weekblad» constateert r>r. 1 tstmelyk tevreden is met de Wet van 1920. wordt, ontvangt elk jaar "de berichten en me-
Pb|Hn .T. Idenhurg, dot or by ons vo'k te j Hoe meer de oogen open gaan, hoe beter het i dedeelingen gratis. Het adres is A, J. Straat
weinig kennis is van het tegenwoordige I Un>' 1
Bijzonder Onderwijs stond het zeker niet best
aangeschreven, omdat het als voertuig diend*
voor de vereenigingen en beweringen van het
Jvomitée voor de Openbare School*', en zonder
critiek of commentaar de sterk gekleurde me-
dedeelingen van deze heeren opnam. Boven
dien kwamen er ook van andere zyde wel uit
latingen, die zeker voor de Bijzondere School
en haar voorstanders grievend waren, zonder
dat de Openbare School daarmede werd ge
diend.
Dat dit wel de voornaamste beteekenis van
het niet betreurde blad is geweest, blijkt uit
een artikel in „Het Amsterdamsche School
blad", dat handelt over de oprichting van een
nieuw orgaan, dat propaganda-orgaan voor de
Openbare School moet worden bi) de ouders.
De Bond van Ned. Onderwijzers, het Am
sterdamsche Comité voor de Openbare School
en de afdeeling van „Volksonderwijs" zullen
nu trachten in de leemte, die h.i. bestaat, te
voorzien en eerstdaags zal het nieuwe blad
„De Openbare School" verschijnen.
De redactie zal worden gevoerd door het
dagelijksch bestuur van het „Komitée voor de
Openbare School". Wy weten wel, dat vóór
de verschijning eerst een reservefonds moet
worden gevormd, maar wy mogen toch niet
aannemen, dat in een stad als Amsterdam,
meermalen het bolwerk voor het Openbaar
Onderwijs genoemd, een vuiltje aan de lucht
Dat komt dus ln orde, en eerlijk gezegd:
wij hopen, dat het slaagt. Want wy zyn heel
nieuwsgierig naar den inhoud van dit nieuwe
blad, en naar de verdediging die men
meent dat de Openbare School dienen kan.
Wy vreezen echter, dat het veel meer een or
gaan zal worden tot bestrijding van de Bij
zondere School. Daarin schijnt nu eenmaal de
grootste kracht voor deze heeren te liggen.
NED. SCHOOLMUSEUM
Het Ned. Schoolmuseum te Amsterdam
hoopt binnen afzienbaren tyd een beter pas
send gebouw te kunnen betrekken, tenminste
als het daartoe financieel in de gelegenheid
wordt gesteld. Het wekt daarom alle perso
neel bij het onderwijs op voor deze instelling
propaganda te maken.
Zoo goed als alle onderwijzenden in ons
land hebben krachtens hun lidmaatschap van
een vakvereeniging, het recht kosteloos het
Museum te bezoeken, er boeken en leermidde
len te radplegen en boeken te leenen voor een
maand. Van dat recht wordt een ruim ge
bruik gemaakt, o.a. door aankomende onder
wijzers, die per jaar ruim 1000 bezoeken
brengen en er een middag of langer zitten,
en er wat raadplegen. Ook ouderen komen
iets bekijken. Groot is het aantal adviezen,
de wetgeving belet proeven te nemen in de dat jaarlijks aan verschillende vragers uit ons
richting van practisch onderwijs. En dit wan creheela lnn/i
het onderwijs.
Seheele ian(j kosteloos gegeven wordt.
gulden per jaar contribuant
Iman, G. Terborgstraat 40, Amsterdam-Z.