MAANDAG 26 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 Kerknieuws. PREDIKANTEN CONFERENTIES Te H a r 1 i n g e n is de jaarvergadering gehouden van de Broederschap van Baptis ten-Predikanten onder leiding van Ds. J. W. Weenink van Stadskanaal die de aanwe zigen bepaalde bij de „eenheid, die onont beerlijk is bij onze verscheidenheid". Hij verwelkomde Ds- C. Nolte. predikant der Evang. Luth. Gemeente te Harlingen. Na een korten bidstond, waarin velen voorgingen, sprak Ds. Nolte een opwek kend woord, uitgaande van 1 Petr. 5 5: „Ziit met ootmoedigheid bekleed". Na afdoening van huishoydelijke zaken, sprak Ds. J. H u i z i n g a, van Hengelo (O.) over: „Open of gesloten Avondmaal". Het bleek duidelijk, dat de meeningen zeer uiteenloopen. Sommigen zijn voor strenge toepassing van. anderen voor een soepele toepassing van het' geslóten beginsel. Weer anderen willen alle geloovigen tot de ge meentelijke Avondmaalsviering toelaten, zoo als de General Baptisten in Engeland. In een openbare avondsamenkomst spra ken gemelde Ds. Huizinga en, Ds. J- van der Schors, van Haarlem. Den volgenden dag refereerde Ds. F. E. Huizinga, van Leeuwarden over: „Gemeente en Staat". Vervolgens leidde Ds. K. Reiling, van Nieuw-Weerdinge: „Het godsdienst onderwijs in onze Gemeenten" in. De be spreking leidde tot de benoeming van oen commissie die voor de uitgaven van go- schikte handleidingen zal zorg dragon. D- J. van der Schors vroeg aandacht voor „Ar menzorg in het Nieuwe Testament" en be handelde daarbij de vraag of Je Gemeente alleen haar hulpbehoevenden nceft t« on dersteunen. Des namiddags maakte de Broederschap een uitstapje naar le Zuiderzee-werkeu- TE VEEL VACANTIE In „Het Kerkblad van de Geref. kerken in Ned. Oost-Indië" klaajgt Ds. A. Ringnalda, de hoodredacteur, Geref. predikant te Soerabaja over de door Nederlandsch verlof herhaal delijk groote onvolledigheid van het predi kantercorps in Ind'ë. Met name doet zich dit bij de Hollandsche kerken (in onderscheiding van de zendingskerken) gevoelen. „Zoo leven we thans'", aldus de hoofdredacteur van het Indische orgaan, ,jn de moeilijke driejarige periode, waarin telkens een vijfde deel van 't predikantencorps met verlof in Holland is. Men kan wel spreken van tien predikanten der Hollandsche kerken, maar practisch zijn het er deze jaren ten hoogste telkens acht. Een vraag, die met het oog op de tijden al lengs wel eens mag overwogen worden en die dUn ook hier en daar wel eens aangeroerd wordt is deze, of men nieuwe predikanten niet op langer termijn zal moeten laten uit komen, bv. op zes jaar. Den thans aanwezige predikanten, die op andere voorwaarden wor den beroepen, zou men bv. na ommekomst van een verlof, in overweging kunnen geven zich vrijwillig bij deze nieuwe regeling aan te sluiten. Door het grooter aantal valt de wisseling van missionaire predikanten niet zoo op. Ook bliiven zij gewoonliik meerdere jaren langer in Tnd'ë dan de predikanten der Hollandsche kerken". „PREDIKANT EN DOKTER" Nummer 4 en 5 van de eerste jaargang van bovengenoemd twee-maandelijksch tijdschrift biedt met name voor de in de titel genoemde belanghebbende personen veel dat lezing, be- studeering en verdere overweging ongetwijfeld waard is. De voor een goede behandeling z< noodige juiste kyk op allerlei „gevallen" waarvoor speciaal zij die geestelijke leiding moeten geven, gedurig komen te staan, zal er door worden bevorderd en ook kan het in dit tijdschrift gebodene in het algemeen een in vloed ten goede uitoefenen op de methode die men by de geestelijke verzorging volgt. Prof. Dr. Ph. Kohnstamm oordeelt in genoemd num mer dat er hiertoe in de opleiding van den predikant veel meer dan tot nu toe aandacht moet worden besteed aan wat de moderne psychologie en paedagogiek voor den zielszor- ger hebben te bieden. In dit opzicht vooral moet die opleiding meer gericht zijn op de practijk. Hij oordeelt dat wat ieder predikant van de toepassing van psychologisch-paedago- gische methoden op zijn gebied kan en moet weten, kan worden verkregen zonder een stu die van grooten omvang. Er is daarvoor slechts een kleine studie-verandering noodig, mogelyk binnen het raam der wettelijke bepa lingen. Verder zo-.i hy een dieper gaande studie verandering in deze richting wenschen enkelen die zich hierop specialiseeren. Hij laat uitvoerig zien hoe hy een en ander in de pre dikantsopleiding zou willen zien ingepast. Prof. Dr. L. Bouman geeft een artikel over het in de psycho-analyse als „overdracht" be kend staande verschijnsel. Hy komt tot de con clusie dat in bepaalde gevallen, wanneer de analyticus tot in de diepe lagen is doorgedron gen en bij de „infantiele" wortels is aange land, bij dit aanraken van de laatste diepten der menschelyke ziel, de medicus het terrein moet ruimen, en h|j spreekt uit, dat zeker predikanten niet kunnen blijven buiten ernsti ge en kritische bestudering der Freudsche psycho-analyse. Daardoor zyn vraagstukken van den eersten rang aan de orde gesteld, waarbij de moeilijkheden van erotischen aard wegvallen en fundamer.teele problemen over blijven, die voor predikant en dokter beide van het grootste gewicht zijn. Dr. H. J. Schou van Dianalund (Denemarken) zegt niet veel goeds van de mentaliteit van wat hy noemt de Barthiaansche jeugd, die z.L gevaar loopt voor psychische depressies, waartegen hy echter ook wegen ter genezing aanwijst. Het uitne mend verzorgde nummer eindigt met een be spreking door Dr. A. Hutter van „Het wonder in de geneeskunde" door Dr. Envin Liek, ver taald door Dr. W. Schuurmans Stekhoven. MAG DAT ZOO MAAR? Ds. D. Hogenbirk vraagt in de Kerk bode die voor de Geref. Kerk te Charlois uit gegeven wordt, gaven voor het nieuwe kerk gebouw dat daar verrijst. Op enkele zaken ves tigt hy de aandacht en gaat dan als volgt „Men heeft onder de broederen wel paar toga's genoemd. Maar daarover zijn de meeningen niet gelijk. Sommige broeders voe len wel wat voor hét deftig zyn in het kleed, maar anderen leggen meer nadruk op tigheid in de leer. hierbij smadelijk sprekende over de gestalte der togatorsende preekhee- ren als over „het geslacht der vleermuizen", Neen, menschen, geeft geen toga's. De eer waarde heeren, wier begeerte naar deze ijdel-1 heden in der vromen tent uitgaat, moeten ze zelf maar betalen. Deftig zyn op andermans kosten, komt niet te pas" Wy zouden zooiets niet durven schrijven. Is het niet te kras? Een predikant is het, die in een Kerkbode aldus zich over toga's en toga-geschenken uit. Mag dat zoo maar? „KERKHERSTEL" EN ..KERKOPBOUW". Prof. Dr. Th. L. Haitjenia, van Groningen, en Prof. Dr. A. M. Brouwer, van Utrecht, heb ben in een buitengewone Classicale Vergade ring der Ned. Herv. Kerk te Am hem, die door 51 Kerkeraadsleden uit de Classis en doorvan menschen die niet weten hoe het eigenlijk van een beduidend groot aantal sollicitanten 24 geïntroduceerden bezocht werd, gesproken is. I voor de vacante betrekking. Wanneer men dat de bewegingen die zij leiden. I Voorts wenschen we niet te ontkennen dat dikwijls ziet en ook opmerkt, dat nog jonge- waar de Geref. Kerken van Rotterdam ten lieden al een paar jaren zonder vaste aanstel- koste van zware offers het werk ter hand ge- ling met hun akte in de zak loopen, komt on- nomen hebben, die Kerken nu ook het eerst willekeurig de gedachte op, dat er een recht hebben op de hulp van ons Geref. volk. Wanneer dan ook bij on de vraag zou ryzen, welke ik steunen, want ik kan slechts steun geven aan één, dan aarzelen we niet en wyzen G.E. Nadat Prof. Haitjema den oorsprong en de principes van „KerkhersteT- had toegelicht en Prof. Brouwer die van „Kerkopbouw", kwa men bij monde van Ds. N. de Jong, van Velp; ouderling Willemse, van Arnhem; Ds. N. Becht, van Arnhem; Ds. Mudde, van Bram men; ouderling Loman, van Dieren; en Ds. van Leeuwen, van Arnhem; de volgende pun ten in discussie: Zullen vrijzinnigen niet te rugdeinzen voor een centrale belijdenis van C.S. Christus als Kurios zooals ^Opbouw" dat meeste vrijmoedigheid aankloppen poneert kan „Herstel" zorgen, dat er geen J en hulp bij ons Geref. volk, offervaardigheid compleet aan onderwijzers en onderwij; bestaat, en dat als gevolg daarvan ook wel Geref. menschen mag overwogen worden, of er niet te veel ti deze twee moet j kweekelingen zijn. De heer A. de Jong Ezn., directeur der Ver eniging van Chr. Onderwijzers en Onderwij- als het adre". 't Anker kan met de steun j blad' t het „Correspondentie- i, schrijft nu als volgt: „In verband met de voorgestelde bezuini- ongelukkén gebeuren wanneer ouderlingen minder bij elke andere Kerk. G.E.O.S. moet ging wordt thans ook weer de aandacht toezicht gaan houden op de leer is het j het alleen juist, dat „Herstel" juridische, „Opbouw" dische tucht wil?; is het niet de taak Kerkeraden in plaats gen de gemeente te activeeren? Men zoeke tusschen „Herstel" en „Opbouw'' het gemeen schappelijke. In zijn repliek heeft Prof. Haitjema gewe zen op het volgende: in art. 9 van het reorga nisatievoorstel is de hartader der belijdenis weergegeven: Jezus Christus, Gods eengeboren Zoon. In de praktijk blijken vrijzinnigen hier tegen geen bezwaar te hebben. Het recht der ouderlingen toezicht te houden op de leer is het reorganisatievoorstel gehandhaafd. „Her :1" wil de juridische èn de medische weg niet leiden naar een tweede Assen. Het ideaal van „Herstel" is niet een belijdenis van onvermogen zonder actief optreden. Prof. Brouwer zeide, dat „Opbouw" aan een samenspreking met vrijzinnigen Jphu 17 3 „Jezus Christus als den van God gezondene" ten grondslag had gelegd, maar deze formule is niet te beschouwen als een eindpunt van belijdenis. Als samenwerking met vryzinnigen hoe belangrijk ook niet lukt, dan moet ieder eigen weg gaan. „Opbouw" moest eigen lijk een vereeniging zijn op korten termijn, want de kerkeraden en niet de ver'eenigingen moeten de gemeente actief maken. Er is tus schen „Opbouw'' en „Herstel" een contact commissie. We willen gaarne bewaard blij- strijd, maar beide moeten scherp for muleeren uil liefde tot de waarheid. „Opbouw" n het reorganisatierapport meer de leer dan de persoon van Chrisuts zelf gepo neerd. Van ouderlingen wil hy geen kwaad zeggen, overtuigd als hy is van veler dragen de liefde. Doch als het reorganisatievoorstel aangenomen ware, zouden vele leertuchtproce- dures in de praktijk schade hebben gebracht. „HET ANKER" EN „G.E.O.S." Ds. J. Versteegt, predikant der Geref. Kerk te Nieuwerkerk a. d. IJssel, deelt ons, als lei- van het Evangelisatiewerk in de havens Rotterdam, namens „G.E.O.S.", het vol gende mede: Van verschillende kanten is my verzocht ins bekend te maken hoe het nu eigenlijk staat tusschen 't Anker en G.E.O.S. Daar zyn de Gereformeerden hebben het moet de eere der Gereformeerden zijn dit oie werk Gods onder onze varensmenschen stand te houden. ZENDING IN CHINA. Wil men dat er bij de leden der kerk liefde en offervaardigheid zy voor de zending, dan is vooral noodig, te zorgen dat ze op de hoogte zijn met wat er op de verschillende zendings terreinen gebeurt, allereerst natuurlijk op die, voor welke ze zelf meer direct verantwoorde lijk zijn. De Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika doet er daarom goed aan, zoo nu en dan eens een speciaalnummer van baar organen (De Wachter en The Banner) te wijden aan de zendingsarbeid die door deze kerk wordt ver richt. Nog niet lang geleden heeft ze dit ge daan voor de Indianenzending, en thans ont vingen we een nummer dat voor het grootste deel is samengesteld uit artikelen en foto's in verband met de zending die door deze kerk wordt gedreven in China. De artikelen zijn vlot en oriënteerend geschreven, door men schen die in de China-zending werkzaam zyn. Er arbeiden daar thans vijf zendelingen (de predikanten A. H. Smit, H. A. Dijkstra, S. A. Dijkstra, J. C. de Korne en A. H. Selles), één missionair-arts (Dr. Lee S. Huizenga), twee Amerikaansche en één Chineesehe vrou welijke helpster (de dames W. Kalsbeek, L. Bode en Ruby Liu. Aanvankelijk begon men in 1920 in Sjan ghai; twee jaar later begon men te Jukao, Ku, thans het centrum van de arbeid van de Chr. Geref. Kerk in het verre Oosten. Het is een genoegen de werkers en werksters te hooren vertellen over hun arbeid, en we kunnen ons dan ook voorstellen dat men in Amerika deze extra nummers zeer op prijs zal stellen en dat ze ook de zending zelve profijt zullen brengen. Schoolnieuws. „CHRISTENDOM EN CULTUUR". Een thcol >gen-confcrentic. De vereeniging van studenten in de theo- logische faculteiten in Nederland heeft een nog al wat menschen die denken dat het een c0„ferentie belegd tegen 18—20 Jan. e.k., die is. Die dus hun bydragen geven aan een of j zaj worden gehouden op kasteel „Harden- ander en dan zeggen, het komt toch alles in J broek" bij Driebergen en waarvoor als onder dezelfde beurs. Dat is niet het geval. werp is gekozen: „Christendom en Cultuur Laten we de zaak even mogen duidelijk ma-1 Eerst zal een historische inleiding worden ken. I gegeven in het onderwerp, door Dr. W. Th. Het verschil is al terstond zichtbaar als i Boissevain van Leiden, daarna wil men eet» e zien dat 't Anker is een Vereeniging die Gereformeerd theoloog (wie, staat nog niet Evangelisatréwerk doet en G.E.O.S. is een ar-j tast) laten refereren over Calvimsme ei. beid der Kerk. Dit is dus een verschil van be- wetenschap. Prof. Dr. J. Lmddnom ™Gro- teekenis. De Heere Jezus heeft niet aan «n «mg™ tal vervolgens apn=ken_ Vereeniging maar aan Zyn Kerk schonken aan de opleiding van onderwij Men vraagt zich dan af, of er op dit terrein niet bezuinigd dient te worden. Men meent nl. dat er te veel leerkrachten in opleiding zijn. Nu sta op den voorgrond, dat, indien zulks het geval mocht zyn, de daaruit voortvloeien de bezuiniging bij vermindering van het aan tal kweekelingen o.i. wel niet veel om 't lyf zou hebben. Een paar honderd meer of minder kweeke lingen over 't geheele land heeft al weinig in vloed op de onderwijs-uitgaven. Dat zet geen zoden aan den dijk. Natuurlijk is een andere vraag, of we moeten aanmoedigen de kinderen voor het onderwijl te doen opleiden, of dat we zulks zouden moe ten afraden. Ons dunkt, dat er van a f r a en nog lang geen sprake is, met het oog een eventueele benoeming. Het spreekt vanzelf, dat onmiddellijk na de ramens er heel wat leerkrachten met de be voegdheid voor het geven van onderwijs los komen. Maar van een overcompleet, zelfs, wanneer onverhoopt de 45-schaal wordt door gevoerd, is, naar we meenen, geen sprake''. De heer De Jong tracht dan dit aan te too- nen. Het spijt ons, dat we de ruimte missen, om zijn uiteenzetting hier verder te laten vol gen. Echter geven we hier nog weer de conclu sie, waartoe hij komt: „In verband met hetgeen we hierboven meedeelden omtrent de behoefte aan nersoneel, komt het mij voor, dat we bij het Christelijk Onderwijs veel eerder kunnen spreken van een tekort dan van een overcompleet aan leer krachten, met name van mannelijke. Stel dat het een bezuinigingsobject was, dan zou nog de toestand van dien aard zijn, dat op ïge beperking in de opleiding van leerkrach ten niet mag worden aangestuurd, althens liet voor de Christeliike Scholen. Zelfs zou 'ermeerdering van het aantal opleidingsinrich tingen geen overbodige weelde zyn." O TEMPORA O MORES!- Over sollicitaties en benoemingen het Evangelie te verkondigen. Zoolang Kerk in gebreke bleef, haar roeping te ver vullen, was 't Anker een aanklacht tegen de Kerk, die van het lot van ons varensvolk zich bitter weinig aantrok. Nu echter de Geref. Kerken in Rotterdam het werk ter hand ge nomen hebben moet in dit opzicht de aan klacht verstommen. Het verschil komt voorts uit in het uit gangspunt. 't Anker is een interkerkelijke Ver eeniging, staat op algemeen Christelijk stand punt en heeft in haar midden plaats voor per van allerlei Kerken, mits zij Jezus Christus belyden als Heiland en Zaligmaker. Dus het standpunt van 't Anker is dan ook niet Confessioneel. Als dan ook in het Jaar boek der Geref. Kerken 't Anker als Geref. Vereeniging is aangegeven, dan is dat minder juist. Als bestuurslid van het Anker, is mij niet anders bekend dan het feit, dat 'in die Vereeniging Geref. menschen samenwerken met anderen, doch dat zegt niets voor het standpunt der Vereeniging. Wat G.E.O.S. betreft hier is het standpunt duidelijk en klaar. G.E.O.S. is een werk der Kerk. Is niet alleen een werk der Gerefor meerden, maar is ook Gereformeerd. nu ook verschil wat het finan- cieele betreft, 't Anker kan om steun by haar werk zich wenden tot schier elke Kerk van ons in dit opzicht zoo jammerlijk ver deeld Vaderland. Omdat by haar plaats is allen, heeft zij ook recht en aanspraak op steun van allen. Geheel anders is dat weer by G.E/D.S. Geref. in uitgangspunt, werkwijze en doel, moet zy ook haar inkomsten uitsluitend ver krijgen van de Gereformeerden. Wel worden door haar de gaven van anderen niet gewei gerd, doch voor haar inkomsten wacht zy het geheel van ons Gereformeerde volk. Een ver wachting die wel eens wat veel van ons ge loof vraagt, m.iar toch telkens weer blijkt goede gronden te hebben. Ook is er verschil wat werkwijze betreft, 't Anker heeft in haar dienst twee broeders, gewone leden der Gemeente. Menschen die zich gaarne aan het werk geven. Maar men schen zonder eenige ambtelijke zending, wat ook niet kan, omdat ze uitgaan van een Ver eeniging. G.E.O.S., uitgaande van de Geref. Kerken van Rotterdam, heeft in haar dienst Dienaren des Woords. dus menschen van Gods wege ge roepen en belast met het uitdragen van het Evangelie. Hier hebben we de gehoorzaam heid aan Gods bevel om het werk der Evan gelisatie door de Kerk te doen geschieden. Het terrein van arbeid is voorts verschil lend. 't Anker werkt niet in een bepaalde ge meente en in enkele havens, doch door het geheele land. Daardoor gaat zeer veel tyd verloren, die door het blijven in één haven benut kon worden voor het eigenlijke werk. Vaartochten van enkele uren komen vaak voor. Een betrekkelijk voordeel het geheele land ziet en zich zelf kan laten zien. Het nadeel is, dat men veel tyd liest. G.E.O.S. werkt in Rotterdam en in de Ha vens van Rotterdam konden wel drie booten werken zonder dat ze elkander zouden hinde ren. De Adelaar verlaat alleen de haven van Rotterdam als het noodig is voor propaganda. Zoo heeft men al het voordeel van het traliseeren van het werk. geen tijdver!» veel werk. Immers de schippers behoeft men niet te gaan zoeken, door het geheele land, zt komen vanzelf in de groote havens. In Rotter dam komen in één jaar meor dan twee hon derd duizend schepen. In Amsterdam zeker ook eenige duizenden. Zijn dus 't Anker en G.E.O.S concurrenten? In geen enkel opzicht. Bewys is wel het feit, dat de Leider var. hrt werk van G.E.O.S. ook bestuurslid is van 't Anker. Dat we het verschil aangeven is op verzoek dom en Humanisme, terwijl als slotonderwerp is gekozen „Christelijk Leven", waarvoor nog geen inleider ""TV"v,li"oc"'a i gepubliceerd. „vox THEOLOGICA" „Vox Theologica» ging haar derde jaargang Dit tijdschrift, dat zes maal per jaal- verschijnt, (by de N.V. Van Croikum en Co. te Assenj m xie. orgaan van de verenig ng van studenten in de Theologische Faculteiten in Nederlamv TydischiLft en vereeniging willen „alle Nederlandsche theologen in wetenschapelyke werkgemeenschap vereeni- Zulk een streven kan de beoefening de theologie in het algemeen en de stu die van ieder student afzonderlijk, zeer ten goede komen. En de wyze waarop deze Vox wordt geredigeerd, kan daaraan o.i. uitne mende diensten bewijzen. De bedoeling vooral, te oriënteeren en te stimuleeren. Ge durig worden van bevoegde hand overzichts artikelen opgenomen. Zoo in de afgesloten jaargangen, om slechts enkele te noemen, over de ontwikke ling en toestand van de ethische theologie, door Dr. O. Noordmans; over de kerkhistori sche 6tudie in Nederland in de laatste kwart- door Prof. Dr. A. Eekhof; over de ambtelijke theologie in Nederland in de laat ste kwart-eeuw, door Prof. Dr. T. Hoekstra; over de stand der theologie in Duitschland, rloor G. Meyer; over de beoefening der Zen dingswetenschap in Nederland, door Dr, H. in het laatst verschenen nummer, over Oc tober, geeft Prof. Dr. W. J. Aalders een overzicht van de beoefening der godsdienst- wijsbegeerte in Nederland. Zulke artikelen zyn voor het doel, dat deze organisatie zich voorstelt, van groote waarde. In het nummer, dat we thans bedoelen, komt verder voor een artikel van R. Houwink over Paul Tillich's „Religiose Verwirkli- chung", geeft Ds. A. J. Rasker een van veel studie getuigend artikel over Brunners theo logie als theologische kenleer, biedt T. Dok ter in fynen vorm een indruk, opgedaan in de wetenschappelyk-theologische wereld van de universiteit van Berlijn, geeft de redactie in een speciaal artikel met zeer veel beharti genswaarde opmerkingen de nieuwe studen ten verschillende aanwijzingen voor de „aan pak" van hun studie, en oriënteert de chroni queur, H. Faber, over wat er de laatste tijd aan belangrijks voor den theoloog gebeurde en werd gepubliceerd. We vermelden verder nog, dat genoemde vereeniging zich ook tot taak stelt, buitenlandsche professoren uit te noodigen tot het houden van lezingen, wat voor een faculteitsvereeniging alleen te kost baar zou zijn. We meenen, dat de vereeniging door haar verdere arbeid en door haar orgaan den theologischen student uitnemende diensten by zyn studie kan bewijzen, en dat z door dit eerste nummer van den derden jaar gang weer duidelijk heeft getoond. VACANTIE-CURSUSSEN Te Parijs zullen aan de Sorbonne gedu rende vier maanden te beginnen 3 Nov. a.s. cursussen in de Fransche beschaving voor niet-Franschen worden gegeven. Een be hoorlijke kennis van het Fransch is vereischt De inschrijving geschiedt bij het „Bureau des Rerseignements de l'Université de Paris la Sorbonne". HUWENDE ONDERWIJZERESSEN Te Sch a gen heeft de Raad een voorstel van een zijner leden, om een onderwijzeres, die vóór haar 45«tê jaar in bet huwelijk treedt te ontslaan, met 8 tegen 3 stemmen verworpen TE VEEL KWEEKELINGEN? We ontvangen bii de berichten van benoe ming van onderwijzers en onderwijzeressen aan Chr. Scholen nog al eens mededeeling 'erhaa aaq Elch wat WilsJÏ1 WONDERLIJK BEWAARD heer A. D. Litto( de wil ze vs irklngen door der n het. „Corr.-blad" wli In ons lotendeels noodig Is; Is het j meent, ivelonne follo-vel in eroote tnen zal er va.. denkt aan een brief i Maar verder oordeelt hli. dat bet Scho< tuur recht heeft od een mnol nfeewe loiiicltarle htt wtlst bejegening recht hebben ztlde urantenherichti en Is mil bekend" er ..dat ze bti het n het betreffende nlg antwoord ont- teleurstellend voor olllcltatlebrleven, die voord. kan. naar hl1 or niet als excuus et hö. wanneer een evolge een bepaling want den volgenden Hendrik Bieze en zijn vrouw waren oor spronkelijk wel kerksche menschen, maar zij zochten niet de volle waarheid van ge nade; menschen, zooals er een honderd jaar geleden zoovele waren, die zich met een pre diking van God, deugd en onsterfelijkheid wel konden tevreden stellen, maar die geen behoefte gevoelden aan een Borg. Toch be hoorden zij tot het getal van Gods verkore nen en op Zijn tijd werden ze door den Heere op geheel eigenaardige wijze in het hart gegrepen en tot bekeering gebracht. Op een keer waren Bieze en zijn vrouw op een bruiloft van een paar jonge menschen van hun kennis. Vroolijk ging het er toe. Toen werd daar opeens een deur openge daan cn in de opening verscheen de gestal te van een oud vrouwtje, klein en gebogen, met een korenblauwe omslagdoek om hoofd en schouders. Verbaasd staarde men haar aan, terwijl het feestrumoer verstilde. En in die stilte zelde ze deze boodschap: „Nu gaat het hier nog vroolijk toe, maar over een uur zal het anders zijn". Daarmee Even nog werkte de indruk, dien haar verschijning had gemaakt, na. Even, niet lang. De vroolijkheid; nam weer de over- Maar toen het uur verstreken was, stierf plotseling op het feest, een broer van de bruid; toen werd het woord van de oude vervuld en legden de droefheid en de schrik beslag op aller hart. Dat was de aanleiding, waardoor Bieze zijn vrouw tot nadenken werdfen gebracht en zich een onrust van hen meester maakte, die niet meer bedaarde, totdat zij de rust der zielen in Christus hadden gevonden. Wat zullen wij van dit verhaal zeggen? vraagt ds. D. van Dijk in de „Groninger Kerkbode", waaraan wij deze historische herinneringen ontlecnen. Ik weet het niet. Dat er iets dergelijks is gebeurd staat wel vast; alléén, het is niet zeker wét het ge weest is; cïat zal ook wel niet meer zijn op te lossen. Dit blijkt uit het bovenstaande wel zeer duidelijk, dat God, als Hij een mensch in het hart wil grijpen altijd wel een middel weet te vinden, waardoor dat hart in be weging gezet wordt naar Hem toe. Ock geloof ik, dat de Heere in bijzondere tijden, zooals de tijd der Afscheiding er een was, vaker dan anders bijzondere dingen gebruikte om d'a menschen te ontroeren en tot Christus te leiden. Gelukkig dat de Heere geen bijzondere middelen behoeft en ook door de gewone eenvoudige verkondiging des Woords ons kan brengen binnen de grenzen van het Ko ninkrijk. Toen Hendrik Bieze eenmaal op den _0 des levens was komen te wandelen, werd hij een groot vriend van dominé Hendrik de Cock. Meer dan eenmaal vergezelde hij den dominé als deze in Wildervank en geving kwam preeken. Op een keer zou Ds. cPe Cock weer in de buurt spreken, in de richting van de Wil- dervankster Dallen. Nu wist Bieze zéér goed, dat de menschen daar zeer vijandig waren dat er dus aan zulk een tocht bij duiste- clle niet alle. hadden verrit loluut die zich ook bedrogen te zli trekken In hun studet. kende: ..O ttlden. o zeden!" Een ander geval wordt gereleveerd: „Er werd ln een niet onvermaard dorp In Neder land een onderwUzer of onderwijzeres eevraaad In den oproep konden de sollicitanten lezen, dat de benoeming voor vast zou geschieden. Zo was dan ook een vervulling van een open gevallen plaats. Zeventig sollicitanten mel den zich hiervoor aan. Na de afdoening kre. men bericht, dat „voorlooplg ln de vac ture was voorzien!" Er was n.l. met ingai van 1 Jan. een t d e 1 U k onderwijzer b noemd voor een half Jaar. Bevalt hli goed. d. krijgt hli een vaste aanstelling! Ande heeft een nieuwe oproep plaats!" ichrljver Is van oordeel, di solllcitar jrdt f seld^ i i dat zulk dot noemlnt mag dus proeftijd. „Ook kor handelwijze volgt, i trekking werkelllk Een tüdelijke den gebruikt ren avond door een eenzaam oord gevaren waren verbonden. Terwijl hij daarover dacht voelc>e hij zich (hij had een scheepshelling) de gedachte op de ziel gebonden: „gij moet door uw knech ten een roeischuit naar de Dallen laten bren gen en daar onderstboven, op den kant bij het water laten leggen". Zoo deed hij, al verwonderden zich de knechten ook over die opdracht, 's Avonds trok hij met Ds. de Cock naar de vastgestelde plaats; het Woord werd gesproken en in den donker trokken ze samen weer naar Wildervank. Toen ze waren gekomen in de buurt van de roeischuit, die daar 's morgens was neergelegd, hoorden ze stemmen van mannen die hun op dat eenzame pad tege moet kwamen. Wie die mannen waren wisten ze niet, en dus ook niet of ze met vrienden of vijanden hadden te doen. Voorzichtigheidshalve verscholep ze zich nu onder het schuitje. Nog niet lang hadden ze daar gezeten of de mannen, die ze haötien hooren naderen, waren naast hun schuil plaats gaan zitten op hetzelfde bootje, waaronder zij waren weggedoken. nu bleek het wel duidelijk wat ze in het schild voerden. „Ze kunnen ons niet ontgaan, want dezen weg moeten ze langs komen." „Die Cocksen, wij zullen ze aan riemen snijden." „Ik vind het wel jammer dat mijn baas (Bieze) er bij is." „Ja, ik ook wel, maar wat doet hij ook zich met ctie Afgescheidenen te bemoeien." Zoo praatten ze met elkander en Ds. de Cock en Bieze wisten het, dat maar een paar planken hen scheidden van hun vijanden (onder wie een knecht van Bieze) en den dood. Gelukkig duurde dio benauwde toestand niet lang. Na een poosje wachtens stonden de man nen op en trokken vereïer de Dallen in, in de meening, dat die ze zochten nog in aan- tooht waren. Zij hadden ze immers niet ge zien en zij moesten dien weg langs komen. Nu konden de beide broeders het wagen hun schuilhoek te verlaten. Eerst in gebukte houding, half kruipende om niet af te ste ken tegen de lucht en zoo hun vijanden in 't oog te vallen, straks in flinke pas, zoch ten ze de veiligheid van „thuis". Onderweg vertelde Bieze aan dominé, op diens opmerking hoe gelukkig het was, dat dat bootje daar juist had gelegen, hoe dis boot daar was gekomen, hoe het hem op het hart was gebonden daarvoor te zorgen zonder dat hij nog begreep, waartoe dat moest dienen. Niet graag zou lk willen zeggen dat dt Heere dikwijls op zulk een min of meer „wonderlijke" wijze Zijn volk bewaart De Heere kan het ook anders doen, heel gewoon. Maar het lijkt mij toe, dat Hij in dagen waarin zoo'n felle strijd gestreden wordt, meermalen op zulk een wijte Zijn gunst doet blijken over Zijn volk, dat Zijn zaak voor staat, tot bemoediging van dat volk en tot beschaming en verteedering van de vijanden. schoolleven en van allerlei zaken die met het onderwijs verband houden. Dit beïnvloed na- deelig de liefde tot het onderwijs, waarafit weer voor een niet gering deel zouden zijn te verklaren de vele klachten over de hooge uitgaven hier le lande roor onderwijsdoel einden. Het vele goede, dat er de laatste 25 jaren op onderwijsgebied is tot stand gebracht, is volgens hem buiten de massa omgegaan. Hoeveel Amsterdamsche of Haagsche belas tingbetalers, zoo vraagt hij, hebben ook maar eenig begrip van hetgeen er in hun Van harte hoop ik, dat het niet al te lang zal duren, eer voor de school waarheid wordt: fPsyche nikai: de ziel overwint". VOOR DE OPENBARE SCHOOL Uit Amsterdam schrijft men ons: De Centrale Ouderraad heeft eenigen tijd een orgaan gehad, dat als kop, den weinig- zeggenden naam „De Ouderraad" droeg. Van groote beteekenis was dit blad nimmer, t Is in het voorjaar opgehouden te verschij nen en niemand heeft er, gelooven wy, om getreurd. See"t! r.rdLJ7.ÜLST voorstanders voor hot bied van het voorbereidend (bewaarschool) onderwijs of dat aan de misdeelden? Hoe- velen hebben wel eens een openluchtschool gezien, of weten wat er in een ambachts school of volkshuishoudschool omgaat Ons volk, aldus concludeert hy, kent zyn scho len niet. Hy stelt dan de vraag, of ter bestrijding van dezen ongewenschten toestand niet iets valt te leeren van Amerika, waar door schoolbestuurders en personeel stelesmlatig propaganda voor de scholen wordt gemaakt. Dit geschiedt b.v. door voeling te houden met de pers, deze onderwysberichten en ver dere stof voor haar onderwysrubrieken te verschaffen, of door het houden van lezingen met lichtbeelden, door de radio, ja zelfs door aanplakbiljetten en geïllustreerde cir culaires. Van de furctionarissen op schoolge bied wordt geëischt dat ze met het publiek uitnemend weten om te gaan, en in staat zijn in het openbaar te kunnen spreken, om door het woord propagandisten te kunnen zyn van het onderwijs. Inderdaad is het voor den bloei van het onderwijs zoo gewenscht, dat er het rechte contact en meeleven is met „het publiek". Hieraan in dezen tyd van staatszorg eens te worden herinnerd, is allicht niet overbodig. VRIJHEID VAN ONDERWIJS De heer J. C. Wirtz Czn. schrijft in het maandblad „De Geref. School" o.m. het vol gende Zooals men weet heb ik dadelijk in 1920 na de aanneming der nieuwe Schoolwet op verschillende wijzen als myn meening te ken nen gegeven: Ons wordt recht gedaan, doch ten koste van onze vrijheid. Die gedachte wint gelukkig veld, want alleen zoo kan gestreden worden voor het teruggeven der paedagogi- sche vryheid, die we vóór 18S9 genoten. Da verslagen van Unie en Schoolraad bewijzen, dat de strijd voor die vryheid weer krachtiger gevoerd wordt. Een woord van den oud-strij der Mr. D. P. D. Fabius geeft weer moed. Dat ook onze onderwijzeressen het zien en voelen, maar ook erkennen, las ik in een brief aan myn adres, waarin o.a. stond: „De amb telijke verhouding laat nog geen publiciteit toe, maar de practyk is nog enorm veel ernstiger, erger en ergerlijker dan hetgeen uw critiek voelbaar maakte". Dit strekt tot blijdschap, niet omdat ik ge- lyk krijg, want Dr. A. Kuyper heeft lang "oor mij voorspeld, dat dit de gevolgen moes ten zyn van het stelsel, dat men gekozen heeft. Neen, het verblijdt mij terwille van de school, die alleen door vryheid tot bloei kan komen. Ook in de „School met den Bijbel'' stond kort geleden een stukje om te bewij: ONDERWIJS-CENTRALE Een delegatie uit het Bestuur der Onderwijs Centrale heeft in een onderhoud met een com missie uit de R.K. Tweede Kamerfractie er met een afgevaardigde van de Ohr. Hist.-frac- tie de.bezwaren en grieven der onderwijs krachten tegen de voorgenomen salarigkorting ïar voren gebracht. Ook werd besproken de tegenwoordige rege ling van het Georganiseerd Overleg, waarin de onderwijzers byna in 't geheel geen invloed kunnen uitoefenen. Eveneens werd opnieuw gewezen op de de onderwijzers zoo ongunstige verlofregeling bij z'ekte, die zelfs nog achterstaat by die tijdelijke ambtenaren. Besprekingen met andere fracties zullen ONDERWIJZERSSALARISSEN Het (Bestuur van de (Onderwijs-Centrale te Amsterdam, heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden, waarin het zegt, dat het met groote teleurstelling heeft kennis genomen de plannen der regeering inzake korting op de salarissen van het rijkspersoneel en de onder wijzers; dat het in deze voorgenomen korting grievend onrecht ziet: dat het z;ch daar- gewend heeft met een adres tot den Raad Ministers, door welk adres het bestuur der Onderwijs-Centrale. op grond van de daar in tegen de salariskorting ontwikkelde ernstig beroen doet on de regeering •enoemde kortingen af te zien en dat het zich veroorlooft ■rnst'V en dringend beroen te doen op de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal om de door irgesteide maatregelen betref fende salariskorting af te wij: richting ri,„ V1. _^.,VWö KENT ONS VOTIR ZTJN SCHOLEN? geschreven door J. L., die overigens nog all Wie voor i Tn h»t ..Alg Weekblad» constateert r>r. 1 tstmelyk tevreden is met de Wet van 1920. wordt, ontvangt elk jaar "de berichten en me- Pb|Hn .T. Idenhurg, dot or by ons vo'k te j Hoe meer de oogen open gaan, hoe beter het i dedeelingen gratis. Het adres is A, J. Straat weinig kennis is van het tegenwoordige I Un>' 1 Bijzonder Onderwijs stond het zeker niet best aangeschreven, omdat het als voertuig diend* voor de vereenigingen en beweringen van het Jvomitée voor de Openbare School*', en zonder critiek of commentaar de sterk gekleurde me- dedeelingen van deze heeren opnam. Boven dien kwamen er ook van andere zyde wel uit latingen, die zeker voor de Bijzondere School en haar voorstanders grievend waren, zonder dat de Openbare School daarmede werd ge diend. Dat dit wel de voornaamste beteekenis van het niet betreurde blad is geweest, blijkt uit een artikel in „Het Amsterdamsche School blad", dat handelt over de oprichting van een nieuw orgaan, dat propaganda-orgaan voor de Openbare School moet worden bi) de ouders. De Bond van Ned. Onderwijzers, het Am sterdamsche Comité voor de Openbare School en de afdeeling van „Volksonderwijs" zullen nu trachten in de leemte, die h.i. bestaat, te voorzien en eerstdaags zal het nieuwe blad „De Openbare School" verschijnen. De redactie zal worden gevoerd door het dagelijksch bestuur van het „Komitée voor de Openbare School". Wy weten wel, dat vóór de verschijning eerst een reservefonds moet worden gevormd, maar wy mogen toch niet aannemen, dat in een stad als Amsterdam, meermalen het bolwerk voor het Openbaar Onderwijs genoemd, een vuiltje aan de lucht Dat komt dus ln orde, en eerlijk gezegd: wij hopen, dat het slaagt. Want wy zyn heel nieuwsgierig naar den inhoud van dit nieuwe blad, en naar de verdediging die men meent dat de Openbare School dienen kan. Wy vreezen echter, dat het veel meer een or gaan zal worden tot bestrijding van de Bij zondere School. Daarin schijnt nu eenmaal de grootste kracht voor deze heeren te liggen. NED. SCHOOLMUSEUM Het Ned. Schoolmuseum te Amsterdam hoopt binnen afzienbaren tyd een beter pas send gebouw te kunnen betrekken, tenminste als het daartoe financieel in de gelegenheid wordt gesteld. Het wekt daarom alle perso neel bij het onderwijs op voor deze instelling propaganda te maken. Zoo goed als alle onderwijzenden in ons land hebben krachtens hun lidmaatschap van een vakvereeniging, het recht kosteloos het Museum te bezoeken, er boeken en leermidde len te radplegen en boeken te leenen voor een maand. Van dat recht wordt een ruim ge bruik gemaakt, o.a. door aankomende onder wijzers, die per jaar ruim 1000 bezoeken brengen en er een middag of langer zitten, en er wat raadplegen. Ook ouderen komen iets bekijken. Groot is het aantal adviezen, de wetgeving belet proeven te nemen in de dat jaarlijks aan verschillende vragers uit ons richting van practisch onderwijs. En dit wan creheela lnn/i het onderwijs. Seheele ian(j kosteloos gegeven wordt. gulden per jaar contribuant Iman, G. Terborgstraat 40, Amsterdam-Z.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9