AAL
DINSDAG 20 OCTOBER 1931
TWEEDE BLAD PAG. 6
HAARLEMMERSTR. 130-136
Jongens Pantalons en Borstrokken
821/2, 9», 971/2, 1021/2, 140, 1.1714
Jeager Tricot Heeren Pantalons en Borst
rokken, fabr. Jansen Tilanus 1.85
Geplatteerde ZIJDEN TRICOT DAMES-
DIRECTOIRS 1.75, 1.40, MZ& 0 95
Bijpassende ONDERJURK met ronde hals
2.70, 2.25, 1.75, 1.40
Jaeger TRICOT HEEREN PANTALONS
en BORSTROKKEN 0.58.
Gemoltonneerde Meisjes-Directoires
2 4 6 8 10 12 14 jaar
16 21 27 32 38 44 53
Gemoltonneerde Dames-Directoires
I.371/2 1-17^2 0.95 0.75 0.65
Gebreide Kinderborstrokken
2 4 6 8 10 jaar
37»/2 421/0 47 521/2 571/2
Wollen Dames-Hemden, wit en gekl.
speciale reclame 0.92i/2
TRICOTAGES
zijn bij ons
GOEDKOOP
UIT DE LEIDSCHE RAADSZAAL
RONDOM HET STADHUIS
VRAAGSTUK
NOG GEEN BESLISSING
Voorzitter de burgemeester Mr. A. v. d.
Sande Bakhuyzen.
Afwezig met kennisgeving de heer Vos.
Dat liet een historische zitting zou worden
was reeds duidelijk uit de belangstelling op
de publieke tribune, die lang voor den aan
vang van de vergadering al geheel bezet
was. De stadhuiskwestie trekt
Deze beroemde kwestie komt echter pas
later aan de orde. Voorloopig hadden wij ons
bezig te houden met eenige ingekomen stuk
ken, die meérendeols in handen van B. en
W. werden gesteld om prao-advies.
De Zondagswet.
De Voorzitter deelt daarna mede, dat
het college van. B. en W. besloten heeft van
het hepaalde bij de Zondagswet in art. 4 als
regel afwijking toe te staan en voortaan
tooneel-uitvoeringen, bioscoopvoorstellingen
en muziekuitvoeringen op Zondagmiddag en
op den middag van Hemelvaartsdag toe te
laten, behalve op den geheelen lsten Kerst
dag, le Paaschdag en ie Pinksterdag, wan
neer deze voorstellingen ook 's avonds ver
boden zullen zijn.
De heer v. Eek is B. en W. erkentelijk
voor deze miktere toepassing van de Zon
dagswet, doch hij behoudt zich de vrijheid
voor op verdere verzachtingen aan te drin
gen. Hij trekt zijn motie dienaangaande in.
(Punt 17 vervalt daarmede.)
De heer Bergers spreekt mede namens
enkele andere katholieke raadsleden zijn
voldoening uit over dit besluit Spr. vraagt
hoe het staat met den Goeden Vrijdag.
De Voorzitter: De Goede Vrijdag is
geen Zondag.
De heer Wilbrink spreekt zijn teleur
stelling uit over dit besluit en wenscht nog
eenige beschouwingen er aan vast te knoo-
pen, waarin hij door den voorzitter wordt
verhinderd. Debat is niet toegestaan.
De heer v. E s spreekt eveneens zijn teleur
stelling uit namens de A.-R. fractie.
Daarna wordt overgegaan tot behandeling
van de agenda.
De agenda.
1. Benoeming van een lid der Gemeente
lijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp
betoon.
Benoemd wordt de heer P. C Labrijn.
2. Benoeming van een lid van da Noorder-
eommissie tot wering van schoolverzuim.
Benoemd wordt dp heer W. Caro.
Ter vervulling van die vacature bieden B.
en W., na raadpleging van de Commissie
voor den Geneeskundigen- en Gezondheids
dienst, de volgende aanbeveling aan: lo Mej.
dr. C. Hovens Greve; 2o. Mevr. R. Th. van
Bockel—Verdam.
a. Benoemd wordt de heer W. A. Muyzert.
b. Benoemd wordt mej. dr. C. Hovens Greve.
3. Prae-advies op het verzoek van M. J.
Krop, om eervol ontslag als hoofd bij het
openbaar vervolgonderwijs.
Goedgekeurd.
4. Prae-advies op het verzoek van M. van
Zalingen, om eervol ontslag als onderwijzer
aam de opleidingsschool voor Gymnasium en
Hoogcre Burgerscholen.
Goedgekeurd.
5. Voorstiel:
a. tot verhuring van de perceelen Dien
derspoort Nos. 1 en 2, aan de Vereeniging
tot stichting en instandhouding van een In
stituut voor Indische Archaeologie, genaamd
„Instituut Kern";
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor
het aanbrengen van eenige voorzieningen
aan de sub a, genoemde perceelen.
Goedgekeurd.
6. Voorstel lot verhuring van het winkel
huis aan de Vischmarkt no. 5, aan de firma
van Zwieten Co.
Goedgekeurd.
7. Voorstel:
a. tot verhuring van de perceelen weiland
in den Boschhuizerpolder, Sectie O nos. 663,
665, 666 en 667 ged. aan de „Leidsche Foot
ball Club;
b. tot verhuring van een gedeelte van het
weiland in den Boschhuizerpolder, Sectie O
No. 667, aan de R. K. Hoogere Burgerschool.
Goedgekeurd'.
8. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van een
10-tal strookjes grond gelegen aan de
Cronesteinkade het Utrechtsche Jaagpad,,
den Morschweg. de Koolstraat, de Gabriel
Metzustraat en de Janvossensteeg.
Goedgekeurd.
9. Prae-advies op het verzoek van de
Leidsche Speeltuinvereeniging „Zuiderkwar
tier", om het kosteloos gebruik van de
.Stads-Gehoorzaal, voor het houden van een
ontspannings- of St. Nicolaasavond.
Goedgekeurd.
10. Prae-advies op het verzoek van het
Medisch Consultatiebureau, om toeken
ning van een jaarlijksche subsidie.
De heer v. Eek zou niet gaarne subsidie-
verleening afhankelijk willen zien gesteld
van de vraag of particulieren een bepaalde
instelling wel voldoende steunen. spr. zou
gaarne zien, dat het Consultatiebureau
contact zou zoeken met de Vereeniging
voor Drankbestrijding. Overigens gaat
Spr. mee met het voorstel van B. en W.
De heer Coster meent dat dergelijke
bureaux best hun eigen kosten kunnen be
strijden. Daarna aangenomen.
11. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de aansluiting van
wijk X aan de Centrale rioleering.
Goedgekeurd.
12. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van den aanleg van
straten op gemeentegronden nabij de Gro-
nsteinkade.
Goedgekeurd.
13. Interpellatie van den heer Schüller,
in zake den verkoop van Provinciale gron
den aan het Rijn- en Schiekanaal.
De heer Schüller legt B. en W. de
volgende vragen voor:
1. Is het juist dat Ged. Staten der Prov.
Zuid-Holland in 1929 of 1930 aan B. en W.
de gronden gelegen aan het Rijn- en Schie
kanaal te koop hebben aangeboden en B.
en W. op deze aanbieding niet zijn inge
gaan.
2. Hebben B. en W. zich bij schrijven
d.d. 20 Juli 1931 tot Ged. Staten van Zuid
Holland gewend met verzoek de gronden
langs het Rijn- en Schiekanaal welke in
de vergadering der Provinciale Staten van
Zuid Holland d.d. 22 Juli 1931 aan een par
ticulier verkocht zonden worden, niet
aan particulieren te verkoopen, maar aan
de gemeente Leiden.
3. Indien de vraag 1 en 2 bevestigend moet
worden beantwoord, wat was dan de reden
dat in 1929 of 1930 van het aanbod door
Ged. Staten gedaan, geen gebruik werd ge
maakt en op 20 Juli 1931 door B. en W.
dc eerst geweigerde gron'den, spoedeischend
worden te koop gevraagd?
Wethouder Splinter antwoordt, op
vraag 1 ontkennend, op vraag 2 bevestigend.
Op vraag 3 antwoordt spr. dat geen for
meel aanbod is gedaan noch een formeele
weigering is gevolgd.
De heer Schüller ontkent dat laatste;
waarbij hij zich grondt op het verslag van
de zitting van de Provinciale Staten. Er
pr is wel degelijk een aanbieding gedaan.
Welke rede is er geweest dat men toen
niet op dat aanbod is ingegaan?
Wethouder Splinter legt de zaken
nog eens uitvoerig uit De bedoelde grond
stond te koop en dat was voor ons aan
leiding om bij den hoofdingenieur eens te
informeeren wat de Provincie met dezen
grond van plan was. Toen heeft de hoofd
ingenieur gezegd: „Als Leiden eens 2 ton
wil bieden, zal ik dat aanbod overwegen".
Verder is er geen aanbieding^gedaan. Twee
ton kwam neer op 4 de M2. en dat vond
het college van B. en W. te duur voor een
speelterrein. Dit gezegde in het verslag van
Prov. Staten is dus onjuist.
De heer Schüller: De wethouder be
schuldigt derhalve een lid van Gedep.
staten
Wethouder Splinter: Ik beschuldig
niemand ik constateer slechts, dat dit lid
niet op de hoogte is geweest.
De heer Schüller vindt dit onbegrij
pelijk. Hij kan zich niet indenken, dat dit
lid van Ged. Staten niet op de hoogte was.
Wethouder Splinter interrumpeert.
De heer Schüller: Als u iets te zeg
gen heeft kunt u dat straks doen. Ik laat
mij niet van de wijs brengen. Ik stel op
uw onzin toch geen prijs meer.
De Voorzitter roept den heer Schül
ler tot de orde.
De heer Schüller meent, dat de wet
houder van fabricage zijn waardigheid be
ter moet ophouden en niet moet komen
met kinderachtige interrupties. Laat de
wethouder tegenover mijn officieele gege
vens andere officieele gegevens stellen.
Maar het gaat hier weer als in andere
gevallen (bijv. Zuiderzicht), de rechterzijde
gaat toch door dik en dun met B. en W.
mee. In het verslag van Prov. Staten, staat
woordelijk dat B. en W. van Leiden een
zeer laksche houding hebben aangenomen.
Ook deze zaak zal wel weer worden afge
stemd. De macht gaat boven het recht.
Wethouder Splinter: Hoe kan ik of
ficieele stukken overleggen die ik nimmer
heb gehad. Wanneer u de leden van Ged.
Staten meer wil gelooven dan het college
van B. en W. dan staat dat voor uw ver
antwoording. -
De Voorzitter bevestigt de voorstel
ling van zaken, welke de wethouder heeft
gegeven. Wanneer bedoeld lid van Ged.
Staten niet aanwezig is kan moeilijk hier
worden uitgemaakt, wie de juiste voorstel
ling van zaken geeft
De heer Schüller wil een commissie
van onderzoek doen instellen.
De heer Schüller: Neen, ik heb liever
een officieel onderzoek.
De heer Van Eek acht het niet ge-
wenscht dat deze zaak zóó afloopt. spr. en
de heer Bosman bevonden zich in de zitting
van Prov. Staten in een vervelende positie.
Wij werden door den heer Borghols als lid
van Ged. Staten min of meer in een hoek
gedrukt.
Het* gemeentebestuur van Leiden kwam
er niet te best af. Spr. acht het dus van
belang, dat B. en W. officieel opheldering
vragen van Gedep. Staten,
De heer Bosman sluit zich bij den heer
Van Eek aan. Spr. heeft ook met den hoofd
ignenieur gesproken en van hem vernomen,
dat hij met Leiden in onderhandeling was
getreden. Ook hij dringt op onderzoek aan.
Verder meent spr. dat er alsnog aanleiding
is voor B. en W. om in onderhandeling te
treden met Prov. Staten, om te trachten den
bedoelden grond in bezit te krijgen.
De heer Huurman drukt zijn spijt er
„ver uit, dat B. en W. over zoo'n belang
rijke kans om grond aan te koopen niet
eens gesproken hebben in den Raad Spr.
dringt er eveneens op aan om nadere in
formaties bij Ged. Staten in te winnen;
wellicht is de grond nog te krijgen voor
een niet te duren prijs.
De heer Wilbrink betreurt het dat
er verschil bestaat tusschen de verklarin
gen van B. en W. en van Ged. Staten. Er
is z.i. wel aanleiding om dit verschil op
te helderen. Spr. wijst er nog eens op dat
als er ooit critiek werd uitgeoefend op het
beleid van B. en W. inzake grondaankoop,
dit steeds kwam van de rechterzijde.
De Voorzitter vindt na al het ge
sprokene dat het nu ook beter is de zaak
op te helderen. De eenige die inlichtingen
kan geven is de hoofdingenieur, omdat hij
de eenige is. die met B. en W. gesproken
heeft Spr. is bereid, Ged. Staten bericht
te zenden van het verschil en het ant
woord daaromtrent den raad mede te dee-
len.
De stadhuiskwestie.
14. Prae-advies op het voorstel van de hee
ren Wilmer, Huurman en Wilbrink, inzake
het ontwerpen van nieuwe plannen voor den
houw van het nieuwe Raadhuis en de aan
wijzing van de plaats voor dat Raadhuis.
De heer v. E c k vindt het verloop van de
plannen tot wederopbouw van het Raadhuis
onbevredigend. Iedereen begrijpt, dat er ge-
ruimen tijd verloopcn moest voordat het
nieuwe raadhuis er zou staan, maar dat het
meer dan 2 jaar zou duren, voordat een be
slissing over hot maken van plannen zou
vallen, zal wel niemand gedacht hebben.
Spr. schrijft dit toe aan een gebrek van een
vaste leiding van B. en W. Wij voelden wel,
dat in een zekere richting werd gestuurd,
maar dat ging niet openlijk. Spr. karakteri
seert de houding van B. en W. als .slinger-
politiek". Wat tot nu toe tot stand is ge
bracht, moet weer worden afgebroken. B. en
W. stellen thans voor, opheffing van het
raadsbesluit om aan den heer Dudok op te
dragen een plun te maken zonder den ouden
gevel. Op het oogenblik komt er een „sterke
man", dc minister van onderwijs, die B. en
W. dankbaar aan hun zijde kunnen stellen.
B. en W. stellen thans voor, een meervou
dige opdracht te geven, nadat vroeger be
sloten, was om een enkelvoudige opdracht
te geven. B. en W. geven in dit opzicht toe
aan een verlangen van enkele rechtsche
raadsleden, terwijl zij toch vroeger zeer ster
ke tegenstanders daarvan waren. Hoe zijn
zij zóó meegaande geworden? Hebben de
vroegere argumenten hun waande verloren?
Spr. constateert, dat de S.D.A.P. nimmer aan
die „slingerpolitiek" heeft meegedaan, doch
steeds één lijn heeft gevolgd. Het is voor
den raad zeer moeilijk om te oordeelen over
de plannen maar wel is het mogelijk te
oordeelen over de bekwaamheid van een
bouwmeester. Zoodoende hebben wij ons
steeds gehouden aan den heer Dudok, alleen
verschillen wij met hgm van meening om
trent de bouwplaats, omdat wij meenen, dat
Leidsche ingezetenen daarover ook kunnen
oordeelen.
De heer Knuttel heeft een voorstel inge
diend om een open prijsvraag in te stellen.
Met dit voorstel kan spr. niet meegaan. De
raad is over 't algemeen onbevoegd om over
teekeningen te oordeelen.
Omtrent het schrijven van den minister
van Onderwijs zegt spr., dat de minister met
den bouw van het raadhuis niets te maken
heeft
De minister kan zich bemoeien met den
ouden gevel als monument, maar hij heeft
er niets over te vertellen of wij er een raad
huis aan zullen bouwen. De pil wordt een
beetje verguld door financieele toezeggingen
maar dpzo zijn zóó voos, zóó vaag, dat wij er
moeilijk rekening mee kunnen houden. De
minister wil ook onderhandelen met de pro
vincie, maar het is zeer de vraag of Ged.
Staten er ooren naar zullen hebben.
Daarna behandelt spr. het plan van de
S.D.A.P. inzake den bouw van het raadhuis.
Dit plan verdient niet de bestrijding, die het
heeft ondervonden; het plan verdient zelfs
de voorkeur, omdat er aan de Lammermarkt
gelegenheid bestaat tot eventueele uitbrei
ding. Wanneer men het raadhuis op de Bree-
straat neerzet, weet men, dat iedere meter
uitbreiding met goud zal moeten worden be
taald. Men bouwt een raadhuis niet voor
enkele jaren, maar voor een verre toekomst.
De heer Knuttel: F.n is er dan nog pri
vaat bezit? (Gelach).
De heer v. E c k zegt verder, dat een raad
huis moet worden gebouwd in de ruimte,
niet aan een nauwe straat, welke de Bree-
straat toch eigenlijk is. Er is geen plaats
voor auto's, noch voor rijtuigen.
Spr. noemt de wijze, waarop het voorstel
der S.D.A.P. op zij wordt gezet, onbehoorlijk.
Het socialistische voorstel is verreweg het
goedkoopste. Niemand schenkt daar eenige
aandacht aan. Wij zullen het bij de begroo
ting onze tegenstanders wel inpeperen, dat
zij anders altijd op bezuiniging aandringen
als wij met voorstellen komen; terwijl aan
deze bezuiniging geen aandacht wordt ge
schonken. Een raadhuis aan de Breestraat
kost ontzaggelijke sommen, welke grooten-
deels worden weggeworpen. De plaats aan
de Breestraat is geen ideale plek; de ruimte
is te beperkt Wij hebben ons moeten vast
klampen aan een voorstel van de rechter
zijde, waarmede wij het niet eens waren,
alleen om niet onder de voet te worden ge-
loopcn.
Ten slotte spreekt spr. als zijn meening
uit., dat de heer Dudok zeer onbillijk wordt
behandeld, temeer waar hij bereid is, zijn
plan te wijzigen. Omdat B. en W. nu dén
ken, dat de Raad anders wil, wordt gezegd
dat het werk van Dudok onvoldoende is.
Degenen die critiek laten hooren, moeten
niet vergeten, dat Dudok beperkt wordt in
de ontplooiing van zT. kunnen, men wenscht
dat hij de oude gevel handhaaft
Geleid door deze overwegingen meent spr.
te moeten blijven bij het oorspronkele stand
punt van z'n fractie, n.l. een stadhuis op de
Lammermarkt.
Hierna is het woord aan den heer S c h 1-
1 e r, die niet beter weet te doen dan oude
koeien uit de sloot te halen en in pape-
gaaien-latijn de woorden van z'n partijge
noot voornoemd weer te geven. Hoezeer de
belangstelling naar hem uitgaat blijkt wel
uit het feit, dat de stilte tijdens de woorden
van den heer Van Eek wordt omgezet in een
geroezemoes van stoelengeschuifel en onder
linge conversaties.
Op een vraag uit de vergadering hoe lang
hij nog denkt bezig te blijven meent hij te
moeten antwoorden, dat, waar B. en W.
reeds maanden aan het praten zijn, hij het
zeker wel anderhalf uur mag doen.
Met het oog op de kwaliteit volstaan we
hiermede.
De heer M e y n e n (c.h.) zegt hierna, dat
hij evenmin als de heer Van Eek met het
voorstel Knuttel mee kan gaan. Hij wil ech
ter de drie rechtsche raadsfracties vragen
of zij genegen zijn een offer te hrengen en
de oude gevel los te laten.
Mr. Beekenkamp houdt vervolgens
een pleidooi voor het behoud van de oude
gevel en wel om tweeërlei redenen. In de
eerste plaats is ons land toch al niet rijk
meer aan historische gebouwen, terwijl het
bovendien niet van voel eerbied zou getui
gen tegenover het voorgeslacht, zonder meer
de oude gevel prijs te geven.
Nog wil spr. een antwoord geven aan die
leden, die meenen, dat de minister wel een
woordje mee mag spreken inzake de gevel,
doch niet wat betreft de plaats waar het
Raadhuis zal komen te staan. De minister
heeft herhaaldelijk gezegd, dat het ook in
het algemeen belang kan zijn oude monu
menten te handhaven. Zelfs verkeersbelan-
gen moesten vaak daarvoor wijken. De heer
Van Eek zegt, dat de minister vaag is in z'n
mededeelingen. Dat ligt naar spr.'s meening
nogal voor de hand, daar hij met de juiste
aanduiding van z'n oordeel zijn bevoegdheid
te buiten zou gaan.
Voorts wil spr. nog mededeelen, dat „den
sterken arm" niet door het College van B.
en W. om hulp is gevraagd, doch dat hij uit
zichzelf te voorschijn is gekomen.
De Raad, zoo besluit spr. na het opsom
men van verschillende voorbeelden waarbij
de historie is geëerbiedigd, zal karakter too-
ncn, indien hij de oude gevel handhaaft
Nog even komt de heer S i m 0 n i s (r.k.)
aan het woord, die een heel andere oplos
sing aan do hand wil doen. Hij stelt voor,
dat de Regeering de oude gevel in stand
houdt en er b.v. een universiteitsgebouw
tegen opricht. Dan is de gemeente verder
vrij wat betreft de keuze van den Stadhuis-
Hicrna wordt de zitting verdaagd tot
8.15 n.m.
AVONDVERGADERING
Om 8.15 opent de voorzitter de vergadering
door het woord te verlecnen aan den heer
Knuttel (comm.). Evenals in de middag-
zitting ontbreekt het ook nu weer niet aan
publieke belangstelling.
De heer Knuttel begint met te zeggen,
dat hij zeer sceptisch tegenover het stad
huisvraagstuk staat. Als er zekerheid be
stond dat men iets wilde, had het geen 2y2
jaar geduurd dat we er over praatten. Dat
zit 'm in de tactiek der bourgeoisie. De posi
tie van het raadhuis is niet meer die, welke
het innam in den tijd van de jonge bour
geoisie. Na nog enkele oogenblikken te
hebben .geschermd met woorden, waarmee
een geestverwant van de Sovjets nu een
maal schennen moet, kwam hij tot het plan-
Dudok.
Spr. wil de kwaliteiten er van niet ontken
nen, doch toch ook maar ten deele. Zulk een
oude gevel handhaven bij een nieuw ge
bouw acht spr. niet bevredigend. Aan den
anderen kant wil spr. er evenwel op wijzen,
dat Dudok's plan meer is aangevallen om
z'n kwaliteiten dan z'n gebreken. Een aantal 1
mannen op het gebied van kunst, weten
schap eruz., heeft als z'n oordeel uitgespro
ken, dat het plan-Dudok niet past in de
omgeving, waardoor een oppositie tegen
hem in den Raad is ontstaan.
1 e het betoog van den- heer Van
F is.d.), die zeide dat het plan van de
S.D.A.P. zooveel goedkooper is, merkt spr.
op, dat waar het hier een zaak van eeuwen
betreft, niet mag worden gedaan alsof men
met een fonds te doen heeft. Als er voor
andere dingen bovendien nog geld noodig is,
en natuurlijk is dat zoo, moet het er ook
komen. (Gelach).
Spr. heeft de heer Van Eek niets hooren
zeggen over de omgeving. De plaats van de
S.D.A.P., de Lammerenmarkt, vindt 6pr. niet
erg aanlokkelijk. Wat Duiiok's plaats be
treft, nl. Steenstraat—N. Beestenmarkt, heeft
Spr. geen bezwaren doch vóór alles acht hij
de oude plaats de meest geschikte. Het is
daar niet te smal, zooals de heer Van Eek
zeide. Zoo druk is het meestal voor een
stadhuis niet.
Het lcanitalisme is hier weer de oorzaak
van het lange aarzelen. Men moet rekening
houden mef het privaat bezit, de aangren
zende perceelen. (Gelach).
Daar moeten de heeren nu niet om lachen,
het is een feit.
Spr. vraagt vervolgens aan den voorzit
ter, wat de bedoeling is van een meervoudige
opdracht Wil men twee of drie architecten
uitnoodigen?
Architect Kropholler, wiens naam in deze
is genoemd, heeft z'n tijd gehad, wat hij
bewezen heeft met z'n stadhuis te Waalwijk.
Voorts kunnen hij het aanwijzen van be
paalde architecten politieke richting e.d.
een rol spelen. Daarom wil Spr. een prijs
vraag uitschrijven. Dan krijgt het College
alleen te .maken met concrete dingen, de
teekeningen.
Om alle misvenstand te voorkomen wil
spr. er nor even op wijzen dat, indien er
met de oude gevel inderdaad nog iets be
reikt zou kunnen worden, hij er niet tegen
zou zijn, doch naar spr.'s meening hebben
de resten practisch geen waarde meer.
Het woord is thans aan den heer Wil
mer (r.k.).
Spr. herinnert er aan, dat wat betreft de
vragen over de plaats, een enkel- of meer
voudige opdracht en wat die opdracht moet
zijn, de drie rechtsche raadsfracties in den
zelfden geest denken als het College van
B. en W.
Wat Spr. in de rede van den heer Van
Eek getroffen heeft is. dat de S.D.A.P., die
het niet eens is met den heer Dudok, over
de plaats desnoods t.o.v. hem wil heenstap
pen. Jegens het College van B. en W., dat
ook de oude plaats wil behouden, is de S.
D.A.P. niet bereid haar meegaandheid te
toonen. Spr. is het eens met een ingezonden
stuk van de soc.-democraat Schaper in „Het
Volk", waarin gezegd wordt, dat de S.D.A.P.
ten onrechte de politiek in deze kwestie be
trokken heeft.
Voorts is spr. met den heer Knuttel van
oordeel, dat de Breestraat niet te smal is.
De bewering, als zouden B. en W. eerst
voor een enkelvoudige opdracht zijn geweest
en nu voor een meervoudige is nimmer met
bewijzen gestaafd.
Wat spr. zelf betreft, hij was eerst voor
een enkelvoudige opdracht, doch na hetgeen
er hierover gezegd en gesproken is, heeft hij
den indrlk gekregen, dat een enkelvoudige
opdracht niet meer mogelijk is.
Over de vraag, wat die opdracht moet zijn,
zijn de drie rechtsche fracties het niet heele
maal eens met B. en W. -Aangetoond moet
worden het nut van de oude gevel.
De opmerking van den heer Simonis om
tegen de oude gevel een universiteitsgebouw
(aula) te bouwen en zoodoende de handen
vrij te krijgen voor den stadhuisbouw vindt
spr. niet zoo gek .Deze gedachte is echter
niet nieuw. En hoe staat de Raad daar thans
tegenover? Als B. en W. er tegen zijn is de
kans van slagen wel heel gering. Resumee-
rende zal Spr. staan aan de zijde van
B. en W.
Na een kort betoog van den heer Baars
die zeide, dat we dichter bij de oplossing
zijn als ooit komt de heer Bosman (v.b.)
aan het woord.
Spr. kan de houding der rechtsche frac
ties niet bewonderen, doch ze brengt het voor
deel niet, dat het karretje weer op gang
komt.
De heer Mijnen echter loopt wel wat hard
van stapel, als hij als eerste eiseh stelt een
goed stadhuis met goede lokaliteiten. Dat
mag de eerste eisch niet zijn. Het oude stad
huis was een trots. Dat moet het nieuwe
evenzeer zijn. Daarom moet niet te haastig
worden gehandeld.
Wat betreft de plannen van den minister
om aan de oude gevel een nieuw stadhuis te
plakken deelt Spr. in de critiek van den heer
Van Eek.
Spr. wil wel zoo veel mogelijk het oude
behouden, doch het past den minister niet,
een bepaalde plaats on te dringen en boven
dien gelooft spr. niet te veel waarde meer
te moeten hechten aan de oude gevel. Ook
Dr. Berlage en Pit, leden van de desbetref
fende commissie, hebben zich duidelijk tegen
de oude gevel uitgesproken. Zij beschouwen
het behouden er van onder deze omstandig
heden een overdreven piëteit voor het ver
leden.
De meerderheid der commissie echter laat
dweepende taal hooren over eerbied. Voor
een oude gevel bij een nieuw stadhuis voelt
spr. erg weinig. Spr. noemt het architecto
nische hocus-pocus.
De Lammcrenmarkt vindt spr. ook niet
een erg geschikte plaats, doch zou hij een
keus moeten doen tusschen het'plan van do
S.D.A.P. en de Breestraat, dan kiest sp.r het
eei'ste.
Spr. was eerst voor een enkelvoudige op
dracht, doch na van het plan Dudok kennis
te hebben genomen, is hij van meening
veranderd.
De heer Groeneveld (s.d.), die nu
spreekt, noemt het woord „slingerpolitiek"'
dat de heer Van Eek gebezigd heeft jegens
het College van B. en W. veel te zwak. Hij
zou willen spreken van een salto mortale.
Het college staat op zijn kop.
Aanvankelijk heeft Dudok een meervou
dige opdracht geweigerd. B. en W. gingen
STADSNIEUWS
DE STATIONS-TRAMHALTE DER H. T. M.
Aan de directie der H.T.M. is door oen
groot aantal ingezetenen van Wassenaar
een schrijven gericht, waarin zij wijzen op
den levensgevaarlijken toestand voor ph-
sagiers. die te Leiden op het Stationsplein
voor de richting Wassenaar instappen. Zoo-1
als bekend is, moest men tot nog toe instap-1
pen aan de zijde van den rijweg, waarop
het gewone verkeer doorgaat.
De directie heeft, naar men ons mededeelt,
aldus de L. Crt.. geantwoord, dat de vlucht
heuvel ook niet steeds een rustige plaats
zou zijn, omdat er tusschen' de wagenbak
ken van haar tram en de in de tegenover
gestelde richting rijdende rijtuigen van de
N.Z.H.T.M. 1.40 M. afstand is. Het leek haar
daarom niet onmogelijk, dat ook bij inwil
liging van het gedaan verzoek om links in
te stappen klachten over onveiligheid zou
den voorkomen. Echter wil zij het links
instappen voorloopig bij wijze van proef in
voeren.
Op de plaats van instappen stopt ook do
blauwe tram. -zoodat die. tram weinig ge
vaar oplevert. De ruimte van 1.40 M. is niet
groot, maar veel reinigers zijn daar niet in
den regel. In elk geval is men nu niet meer
genoodzaakt, om van het trottoir van „Zo-
merzorg" op het laatste oogenblik over te
steken, dan wel om. na te hebhec gewacht
op den vluchtheuvel, vóór om de gfele tram
heen te loopen, met kans, door een voorbij
jakkerende guto of fiets te worden aange
reden.
De tramrails van de H.T.M. op het tra;
ject Den HaagLeiden, zullen, naar wij
vernemen worden vernieuwd en verzwaard,
zoodat de gemiddelde snelheid met 10 K.M
per uur zal kunnen worden opgevoerd.
Op 'het traject dep DcijlLeiden heeft
men reeds een aanvang hiermede gemaakt.
Men hoopt hierdoor het hinderlijk schud-
dden uit den wog te kunnen ruimen.
JUBILEUM.
Heden was het 25 jaar geleden, dat do
heer A. Jansen, thans conducteur bij de
Ned. Spoor «vegen, bij genoemde maatschap
pij in dienst trad.
GEDERAILLEERD
Tengevolge van verkeerden wisselstand is
gistermorgen omstreeks 11.20 uur een wagen
van de Haarlemsche Stooomtram vlak voor
het emplacement der N.Z.H.T.M. aan den
RijnSburgerweg uit de rails geloopen. Na
tien minuten had men den wagen in het
rechte spoor gebracht.
daarmee accoord. Dan gaat het niet op, nu
een gegeven woord te verbreken.
B. en W. kunnen alleen op een fatsoen
lijke manier van den heer Dudok afkomen
als de raad zijn plan verwerpt
De kern van spr.s betoog kwam hierop
neer, dat hij de houding van B. en W. zeer
onrechtvaardig vond. Een gegeven woord
moet men gestand doen.
De heer Beekenkamp zeide, dat de kroon
de autonomie van Leiden niet heeft aange
tast. Dat kan de heer Beekenkamp gemak
kelijk zeggen, nu de minister in rijn geest
spreekt.
Spr. protesteert evenals de heer v. Eek
tegen de wijze! waarop de plannen van
de sterkste fractie zijn gefnuikt. Deson
danks ziet spr. het s.d. plan nog steeds als
het beste.
De heer Manders (r.k.) wil voor het
voorstel van B. en W. stemmen. Hij ziet
het voordeel der Lammermarkt niet in. Over
het voorstel van den heer Knuttel zegt spr.
dat het niet kwaad was. als het twee jaar
geleden was ingediend.
De heer W i 1 pi e r begint met z'n waar
deering uit te drukken t.a.v. het voorstel
van B. en W.
Ook heeft spr. respect voor de houding
dei- s.d.a.p. die in "elk geval heeft geloond,
de kwestie tot een goed eind te willen bren
gen. Dat sluit natuurlijk niet in dat spr.
het met de s.d.a.p. eens is. Hun plan ont
moette bijval wegens de goedkoopte doch
de plaats heeft spr. doen afschrikken, daar
de omgeving zich heelemaal niet aanpast
bij een stadhuis.
Het wil er bij spr. niet in, dat de gemeente
er nu zoo slecht voorstaat, dat ze zich tot
deze aan bouwgrond zooveel goedkooper
plaats moet bepalen, temeer waar het hier
een stuk werk geldt van langen tijd.
Spr. begrijpt het fulmineeren der S.D.A.P.
slechts in zooverre, dat hij de oorzaak daar
van zoekt in het feit, dat zij hun zin niet
krijgen.
Én al kSst het afscheid nemen van
heer Dudok nu een 6000, beter ten halve
gekeerd d'an ten heelc gedwaald.
Dudoks plan zou onbevrfedieend zijn voor
het grootste deel der gemeente.
Het is spr. voorts een raadsel waarom de
S.D.A.P. zich zoo aan Dudok vastklampt,
terwijl de heer Dudok zelf een andere plaats
De brief van den minister heeft de goede
gang van zaken niet bevorderd. De minister
had beter 200.000 beschikbaar kunnen
stellen voor de oude gevel. Indien nu een
besluit genomen wordt, bestaat het gevaar,
dat de minister van financiën slechts een
gering bedrag of heelemaal niets zal uit
trekken.
Om dit gevaar te ontloopen adviseert spr.
zijn voorstel te aanvaarden en zoowel het
plan met als zonder de oude gevel te laten
uitwerken.
De heer De Ree de (c.h.) meent, dat al
leen bij uiterste noodzaak de oude gevel
mag worden losgelaten. Spr. zegt dat de
raad niet krachtig genoeg tegen de inmen
ging van den minister kan protesteeren.
Komt het Stadhuis op de oude plaats, dan
behoort de oude gevel om historische en
aesthetische redenen behouden te blijven.
Hoewel Spr. is voor een éénvoudige opdracht
zal hij tcch, gezien de houding van de raads-
meerderheid, voor een meervoudige opdracht
stemmen..
De heer Huurman (a.r.) zegt reeds 2
jaar geleden voor een meervoudige opdracht
te hebben gestreden. Daarom kan Spr. zich
bij het voordel van het college neerleggen,
Evenals vorige spr. is hij tegen uitbreiding
tot aan de Korenbrugsteeg, daar dan de oude
gevel in het geheel niet zou aanpassen. Spr.
wenscht twee plannen nl. een met een oude
een met een nieuwe gevel.
Spr. dringt er op aan nog dezen avond een
besluit to nemen wat betreft de plaats.
De heer Vcrmey (s.d.) die nu aan het
woord komt, zegt dat reeds voor den brand
van een stadhuis-vraagstuk sprake was. Zal
de nieuwe ruimte thans voldoende groot
De heer Donders (r.k.) is sterk voor
een meervoudige opdracht doch even sterk
tegen uitbreiding tot aan de Korenbrugsteeg
Met het oog op den tijd besluit d<c voor
zitter de vergadering voort te zetten, over 14
dagen waarschijn F jk.
DS. H. J. KOUWENHOVEN DZN. t
Dr. M. H. A. van der Valk van Hillegers-
berg schrijft ons:
Met ontroering is in den kring zijner vroe
gere Gemeenteleden in de versci)ilende plaat
sen, waar hij de Geref. Kerken gediend heeft,
het bericht ontvangen van het plotseling
overlijden van Ds. J. H. Kouwenhoven. Maar
niet minder in den kring zijner vrienden, die
hem in zijn jeugd hebben gekend, als ik.
De Kouwenhovens behoorden in de zesti
ger jaren der vorige eeuw tot de Kohlbrug-
gianen in Delft, en zijn met vele andere
families aldaar kort nadat mijn vader te
Delft predikant werd, tot de toenmalige Chr.
Geref. Kerk overgegaan, hoewel de Kohlbrug-
gianen in den heer Heumen een ijverig voor
ganger hadden. Sommige gebruiken der Kohl
bruggianen hebben deze families langen tijd
gehouden, als z.g. Doopmalen enz.
Toen de jonge Kouwenhoven' de lagere
school met den bijbel verlaten had, is hij op
aanraden van mijn vader, die den jongen
altijd prees om zijn bijbelkennis en zijn voor
beeldig gedrag, naar het Delftsch Gymnasium
gegaan, waarheen myn oudste broeder, wijlen
Dr. J. van der Valk, en ik hem enkele jaren
later volgden. Op dat gymnasium was hij
toen dé eenige uit Christelijke kringen, en
dat wilde in dien tijd wat zeggen, vooral
omdat Kouwenhoven ook daar de in alles
oorbeeldige knaap bleef, die echter als
„fijne" eerbied afdwong door zijn beslistheid
overtuiging, zijn leergierigheid en zijn
kennis.
Daarna werd hy student aan de Theol.
School te Kampen, en toen hy het preekcon-
sent kreeg wat toen aan studenten na één
een kwart jaar studie reeds gegeven werd
heeft hy op een avond ten huize zijns
vaders, waar ook zijn grootouders van vaders
zijde inwoonden, een preek gedaan, daar de
grootouders te oud waren om hem in de kerk
te gaan hooren. Ik herinner mij dien avond
nog levendig: daar zaten in de ruime kamer
de familieleden zijn vader was ouderling,
zijn neef diaken en met hen mijn vader,
myn oudste broeder en ik, benevens enkele
andere genoodigden. Zijn tekst was Jozua
1:5: „Ik zal u niet begeven en u niet ver
laten", welke woorden hy in het slot onder
begrij'pelyke ontroering tot zijn oude groot
ouders en verdere familie richtte, waarbij
ook zijn aanstaande schoonvader, de heer
Post, insgelijks ouderling in de Gemeente
mijns vaders, aanwezig was. Later, toen ik
hoofdredacteur was van de „Nieuwe Provin
ciale Groninger Courant", was ik steeds in
de Parklaankerk der Geref. Kerk te Gronin
gen opder het gehoor van zijn best verzorgde
K. VAN K. RIJNLAND
HANDELSREGISTER
W ij z i g i n g e n:
C. Bloot en Zoon, Limonadefabriek, bier-
wijnhandel, Kloksteeg 7, Leiden. Tevens
wordt de handelsnaam gevoerd: Peka-Fa-
brieken Leiden (fabricatie en engroshandel
in puddingsausen, enz.)
Wed. A. Ciere, slagerij (gemengd be
drijf), Lammermarkt 30, Leiden. Overleden
gevoljmachtigde: L. Ciere, Leiden, dd. 15
Sept. 1931.
Joh. Choufour, heerenmode-artikelen.
Hoofdstraat 79, Noordwijk aan Zee. Boven
genoemde handelszaak is met ingang van
1 October 1931 omgezet in een vennootschap
onder firma onder den naam: fa. Choufour
en Grootenboer. Venn.: J. Choufour, Noord-
wijk aan Zee en J. M. Grootenboer, Noord-
wijk aan Zee,
Opheffing:
Firma J. G. van Dijk (N. Bakhuyzen),
Nieuwsteeg 17, Leiden. Boekhandel enz.
Leesbibliotheek.
Nieuwe I n s c h r ij v i n g:
Nieuwveensche Eierveiling (Hotel D.
Schreuder). Nieuwveen. Voorzitter: D. T.
Joha, Secretaris: J. H. van Leeuwen; pen
ningmeester: J. Zekveld, 2e voorzitter: J.
C. Bulk, allen te Nieuwveen; Commissaris:
P. J. Wijfje, Leimuiden.
BEGRAFENIS EDISON
De secretaris van de stedelijke installa-
teursvereeniging verzoekt ons mede te dee-
len, dat met het oog op de begrafenis van
den grooten uitvinder Edison allo installa
teurs de vlag half stok zullen hangen.
AANGEHOUDEN
Te Den Haag is gister aangehouden als
verdacht van diefstal van een auto d"e 28-
jarige B. F. uit Leiden.
HERSENSCHUDDING OPGELOOPEN
Gistermorgen is in de conservenfabriek
van de firma Tieleman en Dros de 31-jarige
toswerkman G. K. uitgegleden over een hoop
groentenafval, waardoor hij met het achter
hoofd op een steehen vloer viel en een her
senschudding bekwam. De eerste hulpdienst
heeft hem ter observatie naar het Acade
misch ziekenhuis overgebracht.
UITSLAG AANBESTEDINGEN
Door den directeur van Gemeentewerken
is hedenmorgen namens B. en W. aanbe
steed het leveren van rioolbuizen en -stuk
ken van beton en gewapend beton in twee
perceelen.
Er was als"volgt ingeschreven:
Firma Boot (Öude-Wetering): peroeei
1242.perceel I en II in massa 1374.—.
F. P. Bos en Zonen (Alphen a. d. Rijn):
perceel I 1154.20, perceel II 144.—; per
ceel I en II in massa 1303.20.
Oosthoek en Zonen's Industrie- en Han
dels Mij. (Den Ilaag): perceel I 1219.6S.
N.V. Wernink's Beton Mij. (Leiden):
perceel I 1223.04, perceel II 268.30, perceel
I en II in massa 1491.34.
Van Dijk en Zn#(Alphen a. d. Rijn): per
ceel I 1154.40, perceel II 151.66, perceel
I en II in massa 1306.04.
N.V. Beton Mij. Grotius (Gorinchem): per
ceel I 1300.—.
N.V. Kon. Rotfcerd. Betonijzer Mij. v.h. Van
Waning (Rotterdam): perceel I en II in
massa 1321.91.
N.V. Betondak (Arkel): perceel I 1226.40,
N.V. Beton Mij. De Peel (Neerkant, gem.
Deurne, N.-Br.): perceel I 1209.60, perceel
II 225.—, perceel I en II in massa 1434.60
ORGELCONCERT
De organist Hennie Schouten zal op Vrij
dag 23 October een concert in de Luthersche
Kerk geven. Het programma vermeldt wer
ken van Bach, Brahms, Mendelssohn, Saint-