[V UIT DEN GOEDEN OUDEN TIJD
Tweede Kamer
m\ 4rLaal\^nVjndaaq
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
WOENSDAG 14 OCTOBER 1931
DERDE BLAD PAG. 9
WIJZIGING DER L.O.-WET
Interpellaties Ontwerp-verdragen
UITKEERINGEN AAN MOBILISATIE-
SLACHTOFFERS
Het rapport-Aalberse
Ruimer toepassing gevraagd - Kosten
te laag geraamd
Vergadering van 13 October 1931
OVERZICHT
Dy Kamer is haar wintercampagne begon
nen, Een negental weken van ingespannen
arbeid en zware, allerminst rustige, debatten
wachten haar. Reeds eer de begrooting voor
1932 aan de orde zal zijn, zullen Regeering
en een deel der Kamer in strijdpositie tegen
over elkaar staan. We denken o. a. aan de
crisisinterpellatie van den heer v. d. Tem
pel, al zal daarbij misschien de bezonnen
heid iets grooter blijken dan zij op het Rot-
terdamsche crisiscongres van S. D. A. P. en
N. V. V. was.
Een klein voorproefje kregen we gister
middag reeds bij het wetsontwerp betreffen
de de uitkeeringen aan de z.g. mobilisatie
slachtoffers. Aan de behandeling daarvan
ging een debatje vooraf over al of niet pu
blicatie van het rapport-Aalberse over deze
aangelegenheid. Met name van soc.-dem.
zijde werd vrij vinnig opgetreden tegenover
den Minister van Defensie, die zich niet be
reid verklaard had om dat aan de Regee
ring uitgebrachte rapport openbaar te ma
ken, maar het alleen ter inzage voor de Ka
merleden had gedeponeerd ter griffie.
De minister had openbaarmaking van dat
rapport niet nuttig geoordeeld, nu hij een
geheel ander uitgangspunt voor zijn nieuwe
regeling gekozen had, mede omdat de ver
wezenlijking van de denkbeelden der com
missie aan 's Rijks kas zeker 3 millioen zou
kosten, wat 2millioen meer is dan wat
de Regeering met het oog. op den toestand
van 's lands financiën meent beschikbaar te
kunnen stellen.
De heer ter Laan wenschte, evenals de
heer Ketelaar die ter zake een motie in
diende het aan de orde gestelde wetsont
werp liefst niet te behandelen zonder dat
daarbij het rapport in het debat kon worden
gebruikt. Hij steide zich op het standpunt,
dat als de Kamer publicatie wil, de minisier
slechts aan dien wensch heeft te gehoor
zamen.
Op staatsrechtelijke gronden meende mi
nister Deckers echter, dat aan deze somma
tie niet behoeft te worden voldaan.
Sommigen wonden zich over deze kwestie
nogal erg op. Mr. Heemskerk wees echter
op het gevaarlijke van het volharden bij de
zen wensch. Immers de minister wenscht
den grondslag van het rapport niet te
vaarden en zou de Kamer hem dien toch op
dringen, dan is het gevaar zeer -groot,-dat-
hij zijn voorstel niet handhaaft en dan ra
ken de menschen, die men helpen wil, nög
verder van huis. De verbeteringen, die thans
geboden worden, blijven dan achterwege.
De Kamer stelde zich in meerderheid op
dit practische standpunt en verwierp met 50
tegen 38 stemmen rechts plus den heer
y. Rappard tegen links de motie-Ketelaar.
Daarna werd het wetsontwerp in behande
ling genomen.
Indertijd was een commissie ingesteld om
omtrent een regeling voor het verleenen van
uitkeeringen aan z.g. mobilisatieslachtoffers
aan de Regeering advies uit te brengen.
Haar voorstellen vonden speciaal ook wat
de financieele strekking er van aangaat, bij
de Regeering niet veel instemming. Door
haar wetsontwerp beoogde de Regeering aan
de uitkeeringsregcling een wettelijken grond
slag te geven. Het beloop der uitkeeringen
wordt overgelaten aan een algemeenen maat
regel van bestuur.
De nieuwe regeling nal ongeveer f 300.000
meer kosten dan de f 200.000, die voor 1931
uitgetrokken zijn, en er zullen ongeveer 2000
menschen meer geholpen worden. De raming
der meerdere kosten is zeer aan den krap
pen kant; het moet in werkelijkheid belang
rijk meer kosten.
De omschrijving van wie als mobilisatie
slachtoffers kunnen worden aangemerkt is
eenigszins ruimer gesteld dan in de bestaan
de wet en wel ten opzichte van de volgende
twee categorieën:
a. Zij, die in militairen dienst zijn geweest
tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920
en die na 31 December 1922 (de thans be
staande grens) doch vóór 1 Januari 1925 ter
zake van ziels- of lichaamsgebreken zijn
ontslagen, alsmede hun weduwen en wee
zen, en
b. zij, die in militairen dienst rijn geweest
tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920,
en die vóór 1 Januari 1925 ter zake van ziels
of lichaamsgebreken in het genot van pen
sioen zijn gesteld, alsmede weduwen en wee
zen van militairen, die pensioen genieten.
achtte hl) verkeerd.
De steun, welke dit wetsontwerp bedoelt
te geven, zal zich niet uitstrekken tot hen,
die wel is waar in het mobilisatietijdvak of
kort daarna zijn afgekeurd, maar wier be
hoefte aan financieele hulp eerst in de laat
ste jaren is ontstaan, omdat in zulke geval
len niet meer valt uit te maken of die be
hoefte is ontstaan als gevolg van den mili
tairen dienst, dan wel uit anderen hoofde.
Zouden deze personen, d. w. z. allen die wel
vóór 1 Januari 1925 zijn afgekeurd, maar die
zich tot dusver nog niet om hulp hebben
aangemeld of hebben kunnen aanmelden,
thans binnen de werkingssfeer der wet val
len, dan zou zulks zeer onbillijk zijn tegen
over derden, die ook in moeilijke omstandig
heden verkeeren, doch niet werden afge
keurd.
Bij het debat was natuurlijk de heer K.
ter Laan het meest onbevredigd; hij kon
digde voor de toekomst zelfs reeds een in
terpellatie aan. De soc.-dem., die geenerlei
rantwoordelijkheid dragen, kunnen zich
ze critiek veroorloven. Hun positie is een
zeer gemakkelijke. Droegen ze wel verant
woordelijkheid, ze zouden vele tonen lager
zingen, gelijk hun elders regeerende geest
verwanten ook doen.
Intusschen waren ook elders nog onver
vulde wenschen. Zoo vroeg de heer Duy-
maer v. Twist een ruime toepassing der wet
en ook ten aanzien van hen, die formeel
thans nog buiten do wet vallen, omdat zij
voor 1 Jan. 1920 nooit om steun hebben ge
vraagd, wijl ze zich zelf konden redden.
Ook de heer Tilanus sprak in dezen geest
Deze Chr.-hist afgevaardigde had, evenals
later de heer Schaepman ernstige beden
king tegen 's ministers methode om den
maatschappelijken welstand der betrokkenen
van invloed te doen zijn op de uitkeeringen.
Beter ware geweest een regeling, waarbij de
graad van invaliditeit zou worden vastge
steld, om te dienen als maatstaf voor de uit-
keeri'ng. Beide sprekers achtten de kosten
raming een slag in de lucht
Heden wordt het debat voortgezet
Bij den aanvang der vergadering werden
le heeren Jan ter Laan (vac.-Brautigam) en
H. Maenen (vac.-Nolens) als lid geinstal-
leDehnterpellatie-v, d. Waerdkm over de uit
gifte der Zuiderzeegronden werd opgenomen
in de behandeling van de begrooting van
het Zuiderzeefonds.
De heer Wijnkoop vroeg een interpellatie
öan in verband met de politieke bezoeken,
die Fransche autoriteiten aan Inddë brengen.
Aan de agenda der Kamer werden toege
voegd de ontwerpen-verdrag met Oslo en ae
Militaire Ambtenarenwet
behoefde niet la,na te zijn.
hij de cljfei
oet, kan daarna desnoods plaats
De heer SCHAEPMAN (R.K.)
Kamer he
leen. Maar
angeboden.
op. di
i het rapport.
dè zaak dei
BIH. van meening, dat
de RegeerLng staatsrechtelijk
voegd Is om uit te maken
Als zij publicatie wil.
wil slechts uit I
minister niet
bit een oogpunt van Deieio De
lublicatie over te gaaa.
hear KNOTTENBEL/T (V.L..
te dure baiie
De Ki
'óèr dt_
De heer SURING (R.K.) meende, dat n
minister niet kan dwingen. HIJ gelooft
Na opening der
VERSLAG
ngaderlng worder
en* j|BH. Maenen als leden der
Kamer gelnstaUeerd.
Lng«-OnderwlJ»we
Besloten word het nieuwe wetsontwerp Do
wijziging der UO.-wet naar oencammlssleva
Jorbereidlng te verzenden. In deze commlsel
orden benoemd de heeren Ketelaar. K. te
ian. Van Wijnbergen, Beuxnor, Sunlng, Tlianu
i mej. W es torman.
- Interpellatie
Do hoor WIJNROOT (CJP.rrcM
mogen interpelloeren over de politieke vernou
ding van Nederland tot Frankrijk, naar aanlel-
d nl van de menigvuldige politieke bezoeken,
die den laatste» tijd plaats hebben aoowol hder
alOpt'dUl(verzoek wordt heden beslljrt.
De VOORZITTER gaf vervolgens <len
Wa/erden In overweging zijn lnterpellatde-
jrzoek over de uitgifte var
i te trekken, omdat dit and
esproken bij de beg rooting
d. WAERDEN (S.D.)
DUYMAER VAN TWIST (AR.)
eende. dat het wetsontwerp, dat allerlei ver-
ïterlngen brengt, voor behandeling geschikt
ook zonder het openbaar gemaakte rapport.
De heer KETELAAR (V.D.) achtte de for
eele bestrijding d<
,erk. De Kamer k;
ite twee sprekers niet
zelf bepalen hoe zij t
H,et publier■-
De heer KNOTTENBELT (Lib.)
eten hoe de minister ovnBÉMMjl
MINISTER DECKERS
de mini ster dien
Radio Nieuws.
Donderdag 15 October.
HUIZEN (1875 M.) NCRV. 10 Tijdsein. 10
10.ló Gramofoon. 10.1510.45 Korte ziekendteust
te lelden door Ds. J v d. Woude, Geref. Pred.
(H.V) te Hilversum. 10.46—11 Gramofoon. 8
Tijdsein 2—8 Cursus fraaie handwerken, te
geven door Mej. G. Ably te Hilversum. 5 T|Jd-
,.On8 Hutshoudoi
te leiden door
Geref. Predtks
Zeist Onderwerp:
irwtjs". 3.454 Verzorging
TUdseln 4—6 Zieki
irlton H. Smit Duyzt
leiding. 5 TUdsein. 55.45 Curg
dun karton". 6.45—6.45 Planorec
door Mej Bep TJomsma. te Amst
Cursus knippen en atofversleren,
net Instituut EN SAID. Tolsctet
Utrecht. 7 Tüds<
7.30—7,45 T
ïst, harmonlumbege
Elch_wat_Wil5I
Syrië
naar "t Heilige Land". 8.45—9 Zang. 9—9.30
Spreker; de heer H. Dlemer te Rotterdar
Zang. 1010.10
10,10—10.30 Zang.
KRO. 8—9.15 1
mofoon. 11.30—12
Tijdsein.
kj,30 Gramofoon.
ncert 11—11.30 Gra
nstig halfuurtje. i:
1212,16 Politieberichten, 12.162
HILVERSUM (298.8 M AVRO. 8 TtJdseln. 3.01
—10 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.0110,16 Mor
genwijding. 10,1510,30 Gramofoon. 10 3011
Voorlezen. 11—l Het Winkels-Trio. 1—1.15 Gra-
ïofoon. 1,152 Van Dük's orlglneele Volen-
ammara, 22.30 Verzorging van den zender.
30>3 Gramofoon. 33.45 Knipcursus. 3.454
Gramofoon. 45 Ziekenuur. 66 Concert 66.30
Sportpraatje 6.30—7,15 Kinderkoor. 7,167.45
spreker 7.45—8.15 Muziek. 8.158.30 Praatje.
8.30—9 30 Orkest 9.309.45 Zang. 9.4610.05
Orkest.' 10.01—10.15 Nieuwsberichten van Vaz
Dlaa 10,1510,30 Orkest 10.3012 Gramofoon
heeft eohter zelf aangedrongen
iteJlen der commissie en daarom ls het
logisch, dat het rapport gepubliceerd wordt Hij
De MINISTER
afwijken, dan i
•apport
behoeft men
at te houden,
inde, dat het geen ge-
Mx. HEEMSKERK (A.R.) was van oordeel,
at ieder lid der Kamer een beter grondslag
an aanwijzen; waar hij die wetenschap van-
aan haalt doet niet ter zake. Als we publlca-
e van het rapport afwachten de Regeering
Dr. SCHOICKING nam wljwea hetzelfde etend
STIJN STREUVELS 60 JAAR.
Stijn Streuvels is j.L 4 October 60 jaar ge
worden. Stijn Streuvels is het pseudoniem
van Frank Lateur es werd geboren te Heule
bij Kortrijk. .Gelijk men weet is hij een neef
van Guido Gezelle, die hem ten doop heeft
gehouden.
motle-K s t e 1 a
Eerste spreker
het nltkeeringsontwerp
afdoende,
missie zou 2% mlllloi
do heer Ter Laai
■stelling alsof hU
nterpellatie over do onvoldoende bedragen wo
len aangevraagd
Gevraagd ward naar den -Inhoud van dat b«
iluit v
Den termijn voor aanmelding achtte de hee
rer Laan te eng gesteld. Hoe komt het, zo
roeg hfl verder, dat onder de bestaande w
liet vallen, de 2000, die onder do nieuwe rege
Ine meer verwacht worden.
Do Bond van Moblllsatteslachtoffers ls ln den
aatsten tUd op weinig sympathieke wUzo op
getreden, maar hU kon hot begrijpen dat
deze menschen meer rechts-
beroepsln:
i hot wetsontwerp behoort terug-
zekerheid. in den
werkende kracht te ontvangen"vanaf 1 Januari
1981.
beriep
De" VOORZITTER relde voornemens te «IJn
,n zoodanlgen spreektijd
de heer v. d. r"
De hear v. d!' WAERDEN trok zijn verzoek ln.
Van de agenda afgevoerd
Begoten werd van de agenda af te
het ontwerp betreffende bescherming teg
gevallen van arbeiders, werkzaam bij het
«n lossen van sohepen.
Aan de orde werd daarna gesteld het
ontwerp voorbehoud der bevoegdheid t«
treding tot het ontwerp-verdrag betreffende de
aanduiding van
De heer KNOTTENBEL/T (Lib.) maakte en
kele. vrijwel onverstaanbare,, opmerkingen. HIJ
scheen gevaren te duahten voor onze In tenia-
MI NI STE R1 rVE R S C H U U R «telde hem geniet
en deelde mede, dat Bpoedlg
een nieuwe .Veiligheidswet
ral worden Ingediend.
Z. h g. werd het wetsontwerp goedgekeurd
evenals dot betreffende goedkeuring van het
op 11 Maart 1931 te 's-Gravenhage
rechtspraak, arbitrage en verzoening.
Nadat een tweetal ooncluoleo waren aange
houden, was de Kamer genaderd tot hot wets
ontwerp betreffende de
verder Bullen aanduiden met t
TWIST (a
weringen van
Laan als zouden hu en anderen
i z.g. M.S. steeds gezwegen hebben.
behandeling van de i
heer DUYMAER
zich op de HaDdelingi
onjuistheid van de bev.
otle^Staalman
dat de heer Ter Laan zich a&n onbe'
schuldlglngen te bulten ls gegaan.
Tot de zaak komende, werd alle
ln den laataten tijd gevoerde propaganda door
den Bond v. Mobillsatiealachtoffers afgekeurd;
I gaat de perken van het fatsoen te bulten.
Hef u:,,elnerkt dR
orden uitgekeerd.
- „rscht*
keering het voornaamste
brengt groote
BSSSK,"
Er zullen M.S. buiten de w«t vallen en wel
menschen, die niet begonnen tt)n met de hand
op te houden, maar getracht hebben zichzelf
te helpen, doch thans worden afgewezen, omdat
zü niet onder de vlgeerende wet vallen. Zoo
moet het niet zUn. Gevraagd werd of voor de
hier bedoelde menschen da wet ook zal kun-
,S'
Hef uitgangspunt der regeling besprekende,
werd opgemerkt, dat terecht geen rechtsgrond
voor uitkeering aanwezig ls. Dat recht ls ook
ilet te bewijzen; er behoort naar
leden te worden uitgekeerd.
Ook de heer Ter Laan zwljkt over
ring. Ook
!°zünVgewe1
zullen gelden,
53*?
autoriteit het onderzoek zal lnsi
nister geve aan de wet een ruime toepassl
en zorge op milde wijze voor de betrokken
zorge op milde wijze
besloot de heer Du,..
De heer TILANUS (c.h.)
werking van het wetsontwerp, dat mogelijk
maakt aan gepenslonneerden ook nog een uit
keering te geven. In aanmerking kunnen ko
men allen, die zich voor 1 Januari 1925 al
eens hebben aantremeld
of het geld daar
gende regeling zal wel
zelfs niet door r
en zlji
lndle
z|Jn. De Bond
K' ^de^uUvt
loblllsatleslacht-
en eerlijke uit;
Kunst en Letteren.
het toezicht verscherpen, en ware men
slechts daaraan getrouw gebleven, dan zou
het niet noodig geweest zijn een branrtp-
wijnverkooper ie ordouneeren, zich van het
doen der tappersnering en het brandewijn-
schenken te onthouden, „om deszelfs on
ordentelijk en ergerlijk huishouden",
zy geen uuaieiuiu»eu ecu ci.iaii6tu Beter waakte men
dat het hoog noodig is voor de strengelden zooals die veelal in de drankhulzen
handhaving der eenmaal gemaaJrie bepalin- voorkomen. In 1763 moesten de droegen,
gen te blijven waken. Terecht heeft men om verregaande ongeregclolieden, te 10 uur
gezegd, dat de meerdere of mindere wer- sluiten, en nog in het begin van de von^e
king der wet voor een groot deel afhanke-eeuw zorgde men daarvoor, zooals blijkt uit
lijk is van het al of niet getrouw nalevende straf aan zekere kroeghouders^oPSC'ej".
van haar eischen. Indien men zich altijd d.e weeens plaats gehad hebbende onRero-
stipt gehouden had aan de voorschriften, geldheden gedurende zes weken sluiten
Het i® geen bemoedigende opmerking.dat
het drankmisbruik als een oude en ingewor
telde kwaal moet beschouwd worden, die
men niet zoo spoedig uitroeien zal. Leert de
geschiedenis, dat men, reeds voor eeuwen,
maatregelen nemen moest, ten einde een
algemeen heersc'iend kwaad tegen te gaan,
zij geeft daarenboven een ernstigen wenk,
moest met ontzegging van alle nering.
Verder was het verboden drank te ver»
koopen aan „iemand van den armen trek
kende of gealimenteerd wordende, om bul
ten de kroegen te worden geconsumeerd,
boven en behalve dat de kroeghouder bij
wanbetaling van 't geen door gemelde per
sonen ten zijnen huize zou worden gecon
sumeerd, deswegens geen de minste artie
in rechten valideerende ten recouvre van
het gecrediteerde ooit zal vermogen te in-
at I stitueeren, en opdat dezelve zouden kunnen
i, d, "'stedelijke "oraoM^ntiën"vinGoes geïnformeerd jp m van denjannen tre£
■ArH nr%crpteplrpnd I ken- 201 door dp d,akon,e armbestuurders
Het zal wel tengevolge van voorkomende tweemalen 's jaars. na het formeeren der
misbruiken geweest zijn, dat het voorge-
die in ouden tijd gegeven werden, misschien
zou bet kwaad niet in zoo grooten omvang
zijn toegenomen. En ofschoon menige °ude
verordening met den geest van onzen tijd
weinig strooken zou, is het toch wel zeker,
dat men reeds in zeer oude tijden bepalin
gen had. die tot groot nadeel van de maat
schappij in onbruik geraakten.
Het kan altijd zijn nut hebben, nog eens
naar de oude huishouding terug te wijzen,
en ik vertrouw dat men met belangstelling
kennis nemen zal van een en ander.
slacht reeds een wakend oog hield
koffiehuizen, kroegen en dergelijke, niette
genstnande de eerste nauwkeurig onder
scheiden werden van de laatsten, en eerst
later begonnen ook drank te verkoopen. In
1668 werd hier een koffiehuishouder geoc-
troieerd. onder de uitdrukkelijke bepaling,
dat hij thee, koffie of „soccelaet" schenken
mocht, mits in ziin huishouding een goede
en burgerlijke orde ware en „hij alle cpmde.
ontijdige en ongeoorloofde geselschappen
weerde". Des zomers mocht hij niet na ne
gen en des winters niet na aoht uur schen
ken. Men scheen reden te hebben om goed
toe te zien, want reeds twee jaren te voren,
1666, was er besloten, ter besnoeiing vandc
hrandewijnverkoopers en kroegen, die te
houden voor gemortificeerd en bepaald, dat
de overblijvende!) telken jare consent moes
ten vragen. Aan deze laatste bepaling
schijnt echter de hand niet gehouden te zijn,
want een zestig jaren later, 1727. was de
menigte kroegen en brandewijnwinkels
weder zoo toegenomen, dat men verordende
ze tot een getal van 40 te laten uitsterven,
een getal, dat waarlijk groot genoeg was,
als men de bevolkine van dien tijd in aan
merking neemt; er bleef altijd nog één kroeg
op de 75 zielen.
Inmiddels hadden in den aanvang der
18e eeuw de brandewijnverkooopers en kroeg
houders een gilde opgericht, dat weldra in
een bloeienden toestand verkeerde. De
dranknegotie werd beide door vrouwen en
door mannen gedreven, want wat bij de
bescheiden der oude gilden nergens aange
troffen wordt, vindt men bij dit gilde, te
weten een naamlijst van gildebroeders en
-zusters. Van tijd tot tijd eohter moest men
Streuvels, die met Timmermans de in
NoordJNederland meest gelezen en populair
ste Vlaamsche romancier is, heeft een rij
werken op zijn naam staan, die eerbied af
dwingt.
In 1894 debuteerde! hij met de novelle
..NovemJber-Idylle" in De Jonge Vlaming.
Tot zijn bekendste en gaafste werken be-
hooren de aangrijpende schets van jongens
leed „Oogst", de boerenroman „De Vlas-
het vela geld. waarover beschikt werd. mis
schien nuttiger kunnen besteden. Onaange
naam doet ook aan het optreden der Christe
lijke organisatie van M. S.
De heer Tilanus zou een verruiming van het
wetsontwerp wenschen ln ^dle °na
Voorts wilde hö het karakter van M. S. scher-
per omschreven zien; het verband met de mo
bilisatie moet aannemelijk *|Jn. De uitkeeringen
zullen geregeld worden analoog aan die yoor
de oud-gepensionneerden. Er kon dus verdub
beling van uitkeering komen. Toch ls het de
vraag of deze regeling wel deugdzaam Is
de M. S. De minister zal zeker met 5 ton
toekomen. Zuiverder Is een parallel
met ds Ongevallenwet of de In
do Rijksverzekeringsbank zou de
validiteit kunnen bepalen.
De vermoedelijke kosten der wet rullen be
langrijk hooger zUn dan da minister aanneemt.
De bekende gegevens wUzen dat onmiskenbaar
UlE!genl|jk ls het ontwerp een slag In de
lucht. En daarom Is het niet gemakkelijk om
ontworpen regeling maar
omdat zU uitgaat
het verkeerde beginsel
i gaan van den graad van Invaliditeit der
•etrokkenen en er moet verband ztJn tusschen
nllltalren dienst en Invaliditeit.
Do wet zal stellig meer kosten dan het ge-
aamde hall millioen. Echter zal de heer Scu-
Heden voortzetting
chaard" en h«t diepe hafri<*rafische werk
„Alma met de vlassen haren".
Streuvels is een door en door Vlaamsche
persoonlijkheid, een kenner van het Vlaam
sche speciaal ook landelijke leven, een
noest werker. De eere-titel „Grootmeester
van het Vlaamsche proza" komt hem ongo-
twijfeld toe.
De jubilaris woont in de stilte van het
Vlaamsche land, op zijn landhuis „Het Lijs
ternest" te Inghooighem,
somer- en winterrollen, aan den boekhou
der van het gilde worden ter hand gesteld
eene lijst der personen die wekelijks wor
den bedeeld of in het gasthuis gealimen
teerd, door welken boekhouder de grossiers
en kroeghouders zullen worden geïnfor
meerd".
Toen in 1799 de burgers geroepen werden
wachten te betrekken, werd afgekondigd dat
aan de wachthebbenden geen drank mocht
worden verkocht. En ongeveer in denzelf
den tijd maakte men een bepaling, dat na
uur des avonds aan geen militairen drank
mocht worden verkocht
Nog in het begin der vorige eeuw werd
it voorschrift gehandhaafd, dat op den
dag des Heeren geen gelagen mochten wor
den gesteld of «brandewijn verkocht worden,
en op alle mogelijke wijoe het verkoopen
van sterken drank, ook op andere dagen,
boperkt Men liet niet meer dan vijftien
grossiers toe; de wijnstekers mochten niet
minder dan 6 stoop te gelijk verkoopen,
tenzij op order van doctoren; en den aan-
gestelden proevers (keurmeesters) was ten
strengste verboden iets te verkoopen van
hetgeen eij ontvingen om «te proeven. Die
proevers schijnen wel noodig te rijn gerweest,
want de pachter van den brandewijn-impost
klaagde eens, dat sommigen van het gilde
wel een derde water in den brandewijn
mengden.
Niet alle wetten echter getuigden van de
wijsheid der voorvaderen. Zij reglementeer
den wel eens te veel, b.v. els zij de kroeg
houders dwongen hun dranken niet van bui
ten in te slaan, maar bij de grossiers te
koopen en tevens bepaalden, hoeveel, boven
inkoop en impost, op iedere stoop mocht
gewonnen worden. En zeker was het niet
zeer consequent, als men de bewoners van
gast- of manhuis van de accijnsbetaling vrij
stelde. ..mits men die bij den vader van
het gesticht kocht".
Als wij nu in aanmerking nemen, dat een
en ander aan de geschiedenis van drie
eeuwen ontleend ls, dan mogen wij wel zeg
gen, dat er voortdurend geworsteld te tegen
een kwaad, dat ondanks alle tegenwerking
eer toe- dan afnam. Maar wij worden ook
versterkt in de overtuiging, dat verslapping
van het toezicht, het niet stevig vasthouden
aan eenmaal gegeven wetten, daartoe veel
heeft bijgedragen.
101. Een eindje verder was namelijk
mat poos bezig, de reeling te verv en en daar
hij juist was gaan schaften, stond de verf
pot onbeheerd. In 'n wip was de pot ge
haald, en nu begon Koos, die beelist talent
voor kunstschilder had, 'n prachtig gezicht op
den kalen schedel van zijn oom te schilderen.
102. 't Was zeker niet erg netjes wat hij
deed, maar je moet rekenen, dat hij in
maanden geen kattekwaad had kunnen uit
halen. In elk geval, het resultaat was ver
rassend, zoodat de negerjongen, die even later
met thee voorbij kwam, van schrik het heele
theeblad liet vallen en luid gillend op de
vlucht sloeg.
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
DE CITADEL VAN ANTWERPEN
Verhaal van een Oud-Strijder
Naverteld door R. BOON
Adhter in het kamp, het gedeelte dat het
iverst van de stadswallen verwijderd is, be
vinden zioh de tenten der recruten en der
vrijwilligers. In geval van onraad of bij mo
gelijken overval zullen zij zioh niet behoeven
te haasten en kunnen zij tijd genoeg vinden
Km hun gelederen in slagorde te scharen.
De soldaten, die hier om het kampvuur
gezeten zijn, zij.n allen vrijwilligere en vor-
imen met elkander de tiende afdeelinig der
iflankeur-ibataljone. Het is het korps der
tiroiilleure, der vebkennere. Tenednde hen
Ibij mogelijke onderzoekingstoohten weer
spoedig te verzamelen, hebben zij afzonder
lijke lessen ontvangen' betreffende de sig
nalen, die meermalen op de seinhoorno wor
don geblazen.
Voor zoover dit bij het zwakke schijnsel
der kampvuren mogelijk is, herkennen wij
an enkele der aanwezigen eendge oude be
kenden, die wij reeds op de binnen plaats
cier kazerne te Gorinóhem hebben ontmoet.
Luisteren wij goed toe, dan vernemen wij
uit de gesprekken, dat twee dagen geleden
Oiet oproer te Brussel is uitgebroken en dat
onze brave flankeure, benevens het gehee-
'io verdere garnizoen uit Gori-nolieni, op
boerenwagens naar Brussel zijn vervoert
Gedurende den naciht zoowel ale bij dag
zijn zij doorgereisd in hun rijtuigen en me
nige soldaat was er, die dankbaar het
oogenhlik zegende, waarop zij temidden
oen er vijamdige bevolking werden neerga'et
nu die vervelende tocht op hoosende en
schokkende wagens was geëindigd.
Ons groepje Texelaars zit bij elkaar en
ook de grappige Peters ontbreekt niet Zijn
bekende gewoonte om grappen en kwink
slagen ten bestie te geven, schijnt hem
thans verlaten te hebben, dodh daarvoor is
dan ook een oorzaak.
Flainlkeur Petere is gewond. Korporaal
Baeselet schijnt zijn belofte getrouw ver
vuld te hebben om Petere in het earete ge
vecht dat geleverd moest worden, geheel
vooraan op te stellen.
Des morgens zijn de troepen dadelijk het
oproerige Brussel in gezonden, waar zij
met een hagelbui van kogels werden be
groet.
De andere zoo nette straten van Brussel
leverden ©en ongewoon edhouwtooneel op.
De etinaatetecnen werden uit den grond ge
trokken en op hoopen geworpen. De luiken
der woningen werden geefloten, terwijl de
Relygieche opstandelingen ziich achter ra
men en kozijnen verschansten, vanwaar zij
«»en ware hagelbui van kogels op de troepen
nederzonden, zoo spoedig zij het waagden
rich in Brussels* 6traten te vertoonen.
„Kom op, Jantje Kaas, wij zullen je op
waardige wijze ontvangen!"
„Jantje Kaas, durft niet!"
Dit waren de uitroepen en scheldwoorden
waarmede de Hollandsche soldaten ontvan
gen werden.
Gansche barricaden van straatsteen -n,
deuren en ludken bedekten de straten, waar
achter zich de muitelingen in grooten ge
tale opstelden.
Het marktplein was weldra met een aan
zienlijk aantal gesneuvelden en gekwetsten
bedekt, terwijl de laatsten met hun jammer
klachten en smeekbeden de lucht vervul len.
Het was een afgrijselijk toon eel, dat aan
den beschouwer een verechrikkeldjken aan
blik opleverde.
Prima Willem II wist van geen wijk n.
Op zijn paard gezeten sprong hij over de
barricaden heen en toonde daarbij zooveel
heldenmoed, dat hij zich meermalen alleen
te midden der vijanden bevond, welke daad
hij eenmaal bijna met den dood moest be-
koopen, indien er niet tijdig redding ware
komen opdagen lm de pereoon van een reai6
achtigen tamboer-maitre, die met zijn breed
slagzwaard zwaaiende, overal waar hij
kwam, den vijand terstond deed terugdein-
Bij het vallen van den avond keerden de
troepen weer naar het kamp terug, een
groot aantal gevangenen met rich voeren
de. Aan beide zijden waren de verliezen
groot, doch de Hollanders hadden hun doel
niet kunnen bereiken. De muitelingen wa
ren in Brussel nog heer en meester en het
scheen de Hollandsche officieren bijna een
onmogelijkheid toe, zich in de oproerige
stad zoo te vestigen, dat men de opstande
lmgen de baas werd.
Than6 is het ook Ln Brussel rustig, doch
niettemin men waakt en is er dubbel op
zijn hoede. De gevangen Hollandsohe sol
daten zijn in een ellendige donkere gevan
genis opgesloten en lijden er gebrek aan
alles.
Ons groepje schijnt geheel oompleet te
zijn. Geen hunner wordt vermist. Luide be
spreken rij de gebeurtenissen van den &f-
geloopen dag, waarbij het niet aan allerlei
gewaagde voorstellingen ontbreekt
„Ik bevond mij vlak achter Piet Vermeu
len," zeide een der flankeure, Ln welken wij
dadelijk Pieter Maas, de Texelaar, herken
nen, Juist toen wij die nauwe straat in
sloegen, hield ik mijn hart vast Naast mij
en achter mij vielen ©enigen dood neer en
het akeligste was, dat ik geen enkelen vij
and kon bespeuren."
„Ik ook niet," antwoordt Vermeulen,
„eenmaal zag ik een blauwkiel zijn geweer
op den korporaal aanleggen en toen hij ge
reed 6tond om los te branden, toen gelukte
het mij om hem neer te leggen. Ik dacht
zoo, dat is al weer een der onzen gespaard."
„Maar een, waaraan geen schot verbeurd
zou zijn," meent weer een ander. Het is Pe
ters, die dus blijkbaar in ni t gunstige po
sitie staat tegenover den korporaal. „Ik
liep vooraan en het ie alleen maar een won
der, dat diezelfde kogel, die mij nu in den
arm heeft geraakt, niet in mijn lichaam
gedrongen. Au, Au!" laat hij er dadelijk op
volgen, als zijn arm, die hij met eenige
oude doeken heeft omwonden, hem pijn
begint te doen.
„Nu." meent een ander, „je hebt slechts
je verdiende loon en ik kan er den korpo
raal alleen maar om respecteeren, dat hij
zoo goed woord heeft gehouden."
„A ja, zeker!" klinkt eensklaps de stem
van den korporaal, die bij het hooren van
zijn naam, dadelijk nedorbij kwam, „wlr
sollen sie wahl moree leeren. Nein," ver
volgt hij goedsmoeds, „sie ha bon niet Uw
deel gebat, maar uneer vriend Timmerman,
die ist ja durcih das gespuis gefangen."
„Verteil op, Timmerman," werd er dade
lijk geroepen, „wat heb jij ondervonden?"
„Vlek bij het marktplein op den hoek
van die groote kade, werd ik door kapitein
Roest op poet gesteld. Ik etond daar nog al
tamelijk hoog en kon het geheele markt
plein met de aangrenzende straten over
zien 't Was aan die zijde van de stad lan
gen tijd rustig, tot ik eensklaps een groote
schare muitelingen het marktplein zag na-
doren, gevolgd door de troepen, onder aan
voering van den Kroonprins. De®e leger-
madht joeg de bende muitetingen voor z'ch
uit, totdat zij op het marktplein weren ge
komen. Dadelijk begonnen zij hier barrica
des op te werpen om do troepen in hun
voortgang te etuiten. Schelden en tioren
geen gebrek; hooren en zien verging.
De Kroonprins," vervolgde flankeur Tim
merman „gaf dadelijk bevel met kracht aan
te vallen. Met zijn paard 6prong hij zelf
over de barricade heen en maaide vervol
gens zoo geducht met zijn slagzwaard in de
rondte, dat alle vijanden afdeinsden. Toch
zou het met den prins gedaan zijn geweest,
indien niet onze tamboer-maitre ter hulp
was geschotenWat willde nu echter
het geval? Den geheelen dag vertoonden de
vijanden op alle plaatsen waar zij klop kre
gen, kleine witte vlaggetjes, die
„Ja, die hebben wij ook gezien!" riepen
verschillende flankeure.
„Ja, die vlaggetjes," vervolgde de spreker
weer, „zijn een verzoek om wapenstilstand,
met het doel om te onderhandelen. Maar
nauwelijks hadden onze makkere de mus
ketten nederwaarts ger'aht of aanstonds
begonnen de blauwkielen weer op verrader
lijke wijze te vuren en doodden op die wijze
oen groot aantal onzer soldaten."
„Ik zag," zoo viel Vermeulen den soreker
in de rede, „dat onze tamboer-maitre op
een dezer kerete losstormde en hem met
zijn breeds sabel een kop kleiner maakte.
Het zijn verraders, die niet te vertrouwen
zijn."
„Ja, goed, maar laat mij uitpraten- Hoe
lang dat zoo duurde weet ik niet, maar plot
seling begonnen onze troepen te wijken en
fw ik het zelf goed wist, hadden een drie
tal blauwkielen mij te pakken genomen en
mij gekneveld, zoodat iik geen vin kon v r»
roeren.
Ik durf ronduit verklaren, dat ik Ln
doodsangst gezeten heb, net zoolang tot Jul
lis mij vonden en meenamen"
„En jij Piet," riep er een uit den troep
Vermeulen toe, „ben jij nog in een der Brua»
6eleche nesten geweest?"
„Gelukkig niet," antwoordde Vermeulen,
„het was dan ook een baantje om je Ln eens
te hooren aanroepen: Aïla flankeur, naar
boven! en dari kon je zoo'n huis, waar
achter bijna iedere deur of trap zoo'n blauw
kiel met het geladen geweer of een revolver
kloair stond, maar binnen stappen. Neen,
dan vecht ik liever op straat, dam zoo'n
nest binnen te dringen, waar Je bovendien
niet eens bekend bont"
Onder deze en meer dergelijke gesprek*
ken trachtte men den avond te pfleseeren
Het sein \.»n slepen zou wellicht niet lang
meer uitblijven, want morgen, bij het aan
breken van den dag, zou het leven opnieuw
weer becrlnnen en voor dien tijd wee het
noodzakelijk, dat de troepen eenige rust
kregen.
(Wordt vervolgd)