[V UIT DEN GOEDEN OUDEN TIJD Tweede Kamer m\ 4rLaal\^nVjndaaq KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT WOENSDAG 14 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 WIJZIGING DER L.O.-WET Interpellaties Ontwerp-verdragen UITKEERINGEN AAN MOBILISATIE- SLACHTOFFERS Het rapport-Aalberse Ruimer toepassing gevraagd - Kosten te laag geraamd Vergadering van 13 October 1931 OVERZICHT Dy Kamer is haar wintercampagne begon nen, Een negental weken van ingespannen arbeid en zware, allerminst rustige, debatten wachten haar. Reeds eer de begrooting voor 1932 aan de orde zal zijn, zullen Regeering en een deel der Kamer in strijdpositie tegen over elkaar staan. We denken o. a. aan de crisisinterpellatie van den heer v. d. Tem pel, al zal daarbij misschien de bezonnen heid iets grooter blijken dan zij op het Rot- terdamsche crisiscongres van S. D. A. P. en N. V. V. was. Een klein voorproefje kregen we gister middag reeds bij het wetsontwerp betreffen de de uitkeeringen aan de z.g. mobilisatie slachtoffers. Aan de behandeling daarvan ging een debatje vooraf over al of niet pu blicatie van het rapport-Aalberse over deze aangelegenheid. Met name van soc.-dem. zijde werd vrij vinnig opgetreden tegenover den Minister van Defensie, die zich niet be reid verklaard had om dat aan de Regee ring uitgebrachte rapport openbaar te ma ken, maar het alleen ter inzage voor de Ka merleden had gedeponeerd ter griffie. De minister had openbaarmaking van dat rapport niet nuttig geoordeeld, nu hij een geheel ander uitgangspunt voor zijn nieuwe regeling gekozen had, mede omdat de ver wezenlijking van de denkbeelden der com missie aan 's Rijks kas zeker 3 millioen zou kosten, wat 2millioen meer is dan wat de Regeering met het oog. op den toestand van 's lands financiën meent beschikbaar te kunnen stellen. De heer ter Laan wenschte, evenals de heer Ketelaar die ter zake een motie in diende het aan de orde gestelde wetsont werp liefst niet te behandelen zonder dat daarbij het rapport in het debat kon worden gebruikt. Hij steide zich op het standpunt, dat als de Kamer publicatie wil, de minisier slechts aan dien wensch heeft te gehoor zamen. Op staatsrechtelijke gronden meende mi nister Deckers echter, dat aan deze somma tie niet behoeft te worden voldaan. Sommigen wonden zich over deze kwestie nogal erg op. Mr. Heemskerk wees echter op het gevaarlijke van het volharden bij de zen wensch. Immers de minister wenscht den grondslag van het rapport niet te vaarden en zou de Kamer hem dien toch op dringen, dan is het gevaar zeer -groot,-dat- hij zijn voorstel niet handhaaft en dan ra ken de menschen, die men helpen wil, nög verder van huis. De verbeteringen, die thans geboden worden, blijven dan achterwege. De Kamer stelde zich in meerderheid op dit practische standpunt en verwierp met 50 tegen 38 stemmen rechts plus den heer y. Rappard tegen links de motie-Ketelaar. Daarna werd het wetsontwerp in behande ling genomen. Indertijd was een commissie ingesteld om omtrent een regeling voor het verleenen van uitkeeringen aan z.g. mobilisatieslachtoffers aan de Regeering advies uit te brengen. Haar voorstellen vonden speciaal ook wat de financieele strekking er van aangaat, bij de Regeering niet veel instemming. Door haar wetsontwerp beoogde de Regeering aan de uitkeeringsregcling een wettelijken grond slag te geven. Het beloop der uitkeeringen wordt overgelaten aan een algemeenen maat regel van bestuur. De nieuwe regeling nal ongeveer f 300.000 meer kosten dan de f 200.000, die voor 1931 uitgetrokken zijn, en er zullen ongeveer 2000 menschen meer geholpen worden. De raming der meerdere kosten is zeer aan den krap pen kant; het moet in werkelijkheid belang rijk meer kosten. De omschrijving van wie als mobilisatie slachtoffers kunnen worden aangemerkt is eenigszins ruimer gesteld dan in de bestaan de wet en wel ten opzichte van de volgende twee categorieën: a. Zij, die in militairen dienst zijn geweest tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920 en die na 31 December 1922 (de thans be staande grens) doch vóór 1 Januari 1925 ter zake van ziels- of lichaamsgebreken zijn ontslagen, alsmede hun weduwen en wee zen, en b. zij, die in militairen dienst rijn geweest tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920, en die vóór 1 Januari 1925 ter zake van ziels of lichaamsgebreken in het genot van pen sioen zijn gesteld, alsmede weduwen en wee zen van militairen, die pensioen genieten. achtte hl) verkeerd. De steun, welke dit wetsontwerp bedoelt te geven, zal zich niet uitstrekken tot hen, die wel is waar in het mobilisatietijdvak of kort daarna zijn afgekeurd, maar wier be hoefte aan financieele hulp eerst in de laat ste jaren is ontstaan, omdat in zulke geval len niet meer valt uit te maken of die be hoefte is ontstaan als gevolg van den mili tairen dienst, dan wel uit anderen hoofde. Zouden deze personen, d. w. z. allen die wel vóór 1 Januari 1925 zijn afgekeurd, maar die zich tot dusver nog niet om hulp hebben aangemeld of hebben kunnen aanmelden, thans binnen de werkingssfeer der wet val len, dan zou zulks zeer onbillijk zijn tegen over derden, die ook in moeilijke omstandig heden verkeeren, doch niet werden afge keurd. Bij het debat was natuurlijk de heer K. ter Laan het meest onbevredigd; hij kon digde voor de toekomst zelfs reeds een in terpellatie aan. De soc.-dem., die geenerlei rantwoordelijkheid dragen, kunnen zich ze critiek veroorloven. Hun positie is een zeer gemakkelijke. Droegen ze wel verant woordelijkheid, ze zouden vele tonen lager zingen, gelijk hun elders regeerende geest verwanten ook doen. Intusschen waren ook elders nog onver vulde wenschen. Zoo vroeg de heer Duy- maer v. Twist een ruime toepassing der wet en ook ten aanzien van hen, die formeel thans nog buiten do wet vallen, omdat zij voor 1 Jan. 1920 nooit om steun hebben ge vraagd, wijl ze zich zelf konden redden. Ook de heer Tilanus sprak in dezen geest Deze Chr.-hist afgevaardigde had, evenals later de heer Schaepman ernstige beden king tegen 's ministers methode om den maatschappelijken welstand der betrokkenen van invloed te doen zijn op de uitkeeringen. Beter ware geweest een regeling, waarbij de graad van invaliditeit zou worden vastge steld, om te dienen als maatstaf voor de uit- keeri'ng. Beide sprekers achtten de kosten raming een slag in de lucht Heden wordt het debat voortgezet Bij den aanvang der vergadering werden le heeren Jan ter Laan (vac.-Brautigam) en H. Maenen (vac.-Nolens) als lid geinstal- leDehnterpellatie-v, d. Waerdkm over de uit gifte der Zuiderzeegronden werd opgenomen in de behandeling van de begrooting van het Zuiderzeefonds. De heer Wijnkoop vroeg een interpellatie öan in verband met de politieke bezoeken, die Fransche autoriteiten aan Inddë brengen. Aan de agenda der Kamer werden toege voegd de ontwerpen-verdrag met Oslo en ae Militaire Ambtenarenwet behoefde niet la,na te zijn. hij de cljfei oet, kan daarna desnoods plaats De heer SCHAEPMAN (R.K.) Kamer he leen. Maar angeboden. op. di i het rapport. dè zaak dei BIH. van meening, dat de RegeerLng staatsrechtelijk voegd Is om uit te maken Als zij publicatie wil. wil slechts uit I minister niet bit een oogpunt van Deieio De lublicatie over te gaaa. hear KNOTTENBEL/T (V.L.. te dure baiie De Ki 'óèr dt_ De heer SURING (R.K.) meende, dat n minister niet kan dwingen. HIJ gelooft Na opening der VERSLAG ngaderlng worder en* j|BH. Maenen als leden der Kamer gelnstaUeerd. Lng«-OnderwlJ»we Besloten word het nieuwe wetsontwerp Do wijziging der UO.-wet naar oencammlssleva Jorbereidlng te verzenden. In deze commlsel orden benoemd de heeren Ketelaar. K. te ian. Van Wijnbergen, Beuxnor, Sunlng, Tlianu i mej. W es torman. - Interpellatie Do hoor WIJNROOT (CJP.rrcM mogen interpelloeren over de politieke vernou ding van Nederland tot Frankrijk, naar aanlel- d nl van de menigvuldige politieke bezoeken, die den laatste» tijd plaats hebben aoowol hder alOpt'dUl(verzoek wordt heden beslljrt. De VOORZITTER gaf vervolgens <len Wa/erden In overweging zijn lnterpellatde- jrzoek over de uitgifte var i te trekken, omdat dit and esproken bij de beg rooting d. WAERDEN (S.D.) DUYMAER VAN TWIST (AR.) eende. dat het wetsontwerp, dat allerlei ver- ïterlngen brengt, voor behandeling geschikt ook zonder het openbaar gemaakte rapport. De heer KETELAAR (V.D.) achtte de for eele bestrijding d< ,erk. De Kamer k; ite twee sprekers niet zelf bepalen hoe zij t H,et publier■- De heer KNOTTENBELT (Lib.) eten hoe de minister ovnBÉMMjl MINISTER DECKERS de mini ster dien Radio Nieuws. Donderdag 15 October. HUIZEN (1875 M.) NCRV. 10 Tijdsein. 10 10.ló Gramofoon. 10.1510.45 Korte ziekendteust te lelden door Ds. J v d. Woude, Geref. Pred. (H.V) te Hilversum. 10.46—11 Gramofoon. 8 Tijdsein 2—8 Cursus fraaie handwerken, te geven door Mej. G. Ably te Hilversum. 5 T|Jd- ,.On8 Hutshoudoi te leiden door Geref. Predtks Zeist Onderwerp: irwtjs". 3.454 Verzorging TUdseln 4—6 Zieki irlton H. Smit Duyzt leiding. 5 TUdsein. 55.45 Curg dun karton". 6.45—6.45 Planorec door Mej Bep TJomsma. te Amst Cursus knippen en atofversleren, net Instituut EN SAID. Tolsctet Utrecht. 7 Tüds< 7.30—7,45 T ïst, harmonlumbege Elch_wat_Wil5I Syrië naar "t Heilige Land". 8.45—9 Zang. 9—9.30 Spreker; de heer H. Dlemer te Rotterdar Zang. 1010.10 10,10—10.30 Zang. KRO. 8—9.15 1 mofoon. 11.30—12 Tijdsein. kj,30 Gramofoon. ncert 11—11.30 Gra nstig halfuurtje. i: 1212,16 Politieberichten, 12.162 HILVERSUM (298.8 M AVRO. 8 TtJdseln. 3.01 —10 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.0110,16 Mor genwijding. 10,1510,30 Gramofoon. 10 3011 Voorlezen. 11—l Het Winkels-Trio. 1—1.15 Gra- ïofoon. 1,152 Van Dük's orlglneele Volen- ammara, 22.30 Verzorging van den zender. 30>3 Gramofoon. 33.45 Knipcursus. 3.454 Gramofoon. 45 Ziekenuur. 66 Concert 66.30 Sportpraatje 6.30—7,15 Kinderkoor. 7,167.45 spreker 7.45—8.15 Muziek. 8.158.30 Praatje. 8.30—9 30 Orkest 9.309.45 Zang. 9.4610.05 Orkest.' 10.01—10.15 Nieuwsberichten van Vaz Dlaa 10,1510,30 Orkest 10.3012 Gramofoon heeft eohter zelf aangedrongen iteJlen der commissie en daarom ls het logisch, dat het rapport gepubliceerd wordt Hij De MINISTER afwijken, dan i •apport behoeft men at te houden, inde, dat het geen ge- Mx. HEEMSKERK (A.R.) was van oordeel, at ieder lid der Kamer een beter grondslag an aanwijzen; waar hij die wetenschap van- aan haalt doet niet ter zake. Als we publlca- e van het rapport afwachten de Regeering Dr. SCHOICKING nam wljwea hetzelfde etend STIJN STREUVELS 60 JAAR. Stijn Streuvels is j.L 4 October 60 jaar ge worden. Stijn Streuvels is het pseudoniem van Frank Lateur es werd geboren te Heule bij Kortrijk. .Gelijk men weet is hij een neef van Guido Gezelle, die hem ten doop heeft gehouden. motle-K s t e 1 a Eerste spreker het nltkeeringsontwerp afdoende, missie zou 2% mlllloi do heer Ter Laai ■stelling alsof hU nterpellatie over do onvoldoende bedragen wo len aangevraagd Gevraagd ward naar den -Inhoud van dat b« iluit v Den termijn voor aanmelding achtte de hee rer Laan te eng gesteld. Hoe komt het, zo roeg hfl verder, dat onder de bestaande w liet vallen, de 2000, die onder do nieuwe rege Ine meer verwacht worden. Do Bond van Moblllsatteslachtoffers ls ln den aatsten tUd op weinig sympathieke wUzo op getreden, maar hU kon hot begrijpen dat deze menschen meer rechts- beroepsln: i hot wetsontwerp behoort terug- zekerheid. in den werkende kracht te ontvangen"vanaf 1 Januari 1981. beriep De" VOORZITTER relde voornemens te «IJn ,n zoodanlgen spreektijd de heer v. d. r" De hear v. d!' WAERDEN trok zijn verzoek ln. Van de agenda afgevoerd Begoten werd van de agenda af te het ontwerp betreffende bescherming teg gevallen van arbeiders, werkzaam bij het «n lossen van sohepen. Aan de orde werd daarna gesteld het ontwerp voorbehoud der bevoegdheid t« treding tot het ontwerp-verdrag betreffende de aanduiding van De heer KNOTTENBEL/T (Lib.) maakte en kele. vrijwel onverstaanbare,, opmerkingen. HIJ scheen gevaren te duahten voor onze In tenia- MI NI STE R1 rVE R S C H U U R «telde hem geniet en deelde mede, dat Bpoedlg een nieuwe .Veiligheidswet ral worden Ingediend. Z. h g. werd het wetsontwerp goedgekeurd evenals dot betreffende goedkeuring van het op 11 Maart 1931 te 's-Gravenhage rechtspraak, arbitrage en verzoening. Nadat een tweetal ooncluoleo waren aange houden, was de Kamer genaderd tot hot wets ontwerp betreffende de verder Bullen aanduiden met t TWIST (a weringen van Laan als zouden hu en anderen i z.g. M.S. steeds gezwegen hebben. behandeling van de i heer DUYMAER zich op de HaDdelingi onjuistheid van de bev. otle^Staalman dat de heer Ter Laan zich a&n onbe' schuldlglngen te bulten ls gegaan. Tot de zaak komende, werd alle ln den laataten tijd gevoerde propaganda door den Bond v. Mobillsatiealachtoffers afgekeurd; I gaat de perken van het fatsoen te bulten. Hef u:,,elnerkt dR orden uitgekeerd. - „rscht* keering het voornaamste brengt groote BSSSK," Er zullen M.S. buiten de w«t vallen en wel menschen, die niet begonnen tt)n met de hand op te houden, maar getracht hebben zichzelf te helpen, doch thans worden afgewezen, omdat zü niet onder de vlgeerende wet vallen. Zoo moet het niet zUn. Gevraagd werd of voor de hier bedoelde menschen da wet ook zal kun- ,S' Hef uitgangspunt der regeling besprekende, werd opgemerkt, dat terecht geen rechtsgrond voor uitkeering aanwezig ls. Dat recht ls ook ilet te bewijzen; er behoort naar leden te worden uitgekeerd. Ook de heer Ter Laan zwljkt over ring. Ook !°zünVgewe1 zullen gelden, 53*? autoriteit het onderzoek zal lnsi nister geve aan de wet een ruime toepassl en zorge op milde wijze voor de betrokken zorge op milde wijze besloot de heer Du,.. De heer TILANUS (c.h.) werking van het wetsontwerp, dat mogelijk maakt aan gepenslonneerden ook nog een uit keering te geven. In aanmerking kunnen ko men allen, die zich voor 1 Januari 1925 al eens hebben aantremeld of het geld daar gende regeling zal wel zelfs niet door r en zlji lndle z|Jn. De Bond K' ^de^uUvt loblllsatleslacht- en eerlijke uit; Kunst en Letteren. het toezicht verscherpen, en ware men slechts daaraan getrouw gebleven, dan zou het niet noodig geweest zijn een branrtp- wijnverkooper ie ordouneeren, zich van het doen der tappersnering en het brandewijn- schenken te onthouden, „om deszelfs on ordentelijk en ergerlijk huishouden", zy geen uuaieiuiu»eu ecu ci.iaii6tu Beter waakte men dat het hoog noodig is voor de strengelden zooals die veelal in de drankhulzen handhaving der eenmaal gemaaJrie bepalin- voorkomen. In 1763 moesten de droegen, gen te blijven waken. Terecht heeft men om verregaande ongeregclolieden, te 10 uur gezegd, dat de meerdere of mindere wer- sluiten, en nog in het begin van de von^e king der wet voor een groot deel afhanke-eeuw zorgde men daarvoor, zooals blijkt uit lijk is van het al of niet getrouw nalevende straf aan zekere kroeghouders^oPSC'ej". van haar eischen. Indien men zich altijd d.e weeens plaats gehad hebbende onRero- stipt gehouden had aan de voorschriften, geldheden gedurende zes weken sluiten Het i® geen bemoedigende opmerking.dat het drankmisbruik als een oude en ingewor telde kwaal moet beschouwd worden, die men niet zoo spoedig uitroeien zal. Leert de geschiedenis, dat men, reeds voor eeuwen, maatregelen nemen moest, ten einde een algemeen heersc'iend kwaad tegen te gaan, zij geeft daarenboven een ernstigen wenk, moest met ontzegging van alle nering. Verder was het verboden drank te ver» koopen aan „iemand van den armen trek kende of gealimenteerd wordende, om bul ten de kroegen te worden geconsumeerd, boven en behalve dat de kroeghouder bij wanbetaling van 't geen door gemelde per sonen ten zijnen huize zou worden gecon sumeerd, deswegens geen de minste artie in rechten valideerende ten recouvre van het gecrediteerde ooit zal vermogen te in- at I stitueeren, en opdat dezelve zouden kunnen i, d, "'stedelijke "oraoM^ntiën"vinGoes geïnformeerd jp m van denjannen tre£ ■ArH nr%crpteplrpnd I ken- 201 door dp d,akon,e armbestuurders Het zal wel tengevolge van voorkomende tweemalen 's jaars. na het formeeren der misbruiken geweest zijn, dat het voorge- die in ouden tijd gegeven werden, misschien zou bet kwaad niet in zoo grooten omvang zijn toegenomen. En ofschoon menige °ude verordening met den geest van onzen tijd weinig strooken zou, is het toch wel zeker, dat men reeds in zeer oude tijden bepalin gen had. die tot groot nadeel van de maat schappij in onbruik geraakten. Het kan altijd zijn nut hebben, nog eens naar de oude huishouding terug te wijzen, en ik vertrouw dat men met belangstelling kennis nemen zal van een en ander. slacht reeds een wakend oog hield koffiehuizen, kroegen en dergelijke, niette genstnande de eerste nauwkeurig onder scheiden werden van de laatsten, en eerst later begonnen ook drank te verkoopen. In 1668 werd hier een koffiehuishouder geoc- troieerd. onder de uitdrukkelijke bepaling, dat hij thee, koffie of „soccelaet" schenken mocht, mits in ziin huishouding een goede en burgerlijke orde ware en „hij alle cpmde. ontijdige en ongeoorloofde geselschappen weerde". Des zomers mocht hij niet na ne gen en des winters niet na aoht uur schen ken. Men scheen reden te hebben om goed toe te zien, want reeds twee jaren te voren, 1666, was er besloten, ter besnoeiing vandc hrandewijnverkoopers en kroegen, die te houden voor gemortificeerd en bepaald, dat de overblijvende!) telken jare consent moes ten vragen. Aan deze laatste bepaling schijnt echter de hand niet gehouden te zijn, want een zestig jaren later, 1727. was de menigte kroegen en brandewijnwinkels weder zoo toegenomen, dat men verordende ze tot een getal van 40 te laten uitsterven, een getal, dat waarlijk groot genoeg was, als men de bevolkine van dien tijd in aan merking neemt; er bleef altijd nog één kroeg op de 75 zielen. Inmiddels hadden in den aanvang der 18e eeuw de brandewijnverkooopers en kroeg houders een gilde opgericht, dat weldra in een bloeienden toestand verkeerde. De dranknegotie werd beide door vrouwen en door mannen gedreven, want wat bij de bescheiden der oude gilden nergens aange troffen wordt, vindt men bij dit gilde, te weten een naamlijst van gildebroeders en -zusters. Van tijd tot tijd eohter moest men Streuvels, die met Timmermans de in NoordJNederland meest gelezen en populair ste Vlaamsche romancier is, heeft een rij werken op zijn naam staan, die eerbied af dwingt. In 1894 debuteerde! hij met de novelle ..NovemJber-Idylle" in De Jonge Vlaming. Tot zijn bekendste en gaafste werken be- hooren de aangrijpende schets van jongens leed „Oogst", de boerenroman „De Vlas- het vela geld. waarover beschikt werd. mis schien nuttiger kunnen besteden. Onaange naam doet ook aan het optreden der Christe lijke organisatie van M. S. De heer Tilanus zou een verruiming van het wetsontwerp wenschen ln ^dle °na Voorts wilde hö het karakter van M. S. scher- per omschreven zien; het verband met de mo bilisatie moet aannemelijk *|Jn. De uitkeeringen zullen geregeld worden analoog aan die yoor de oud-gepensionneerden. Er kon dus verdub beling van uitkeering komen. Toch ls het de vraag of deze regeling wel deugdzaam Is de M. S. De minister zal zeker met 5 ton toekomen. Zuiverder Is een parallel met ds Ongevallenwet of de In do Rijksverzekeringsbank zou de validiteit kunnen bepalen. De vermoedelijke kosten der wet rullen be langrijk hooger zUn dan da minister aanneemt. De bekende gegevens wUzen dat onmiskenbaar UlE!genl|jk ls het ontwerp een slag In de lucht. En daarom Is het niet gemakkelijk om ontworpen regeling maar omdat zU uitgaat het verkeerde beginsel i gaan van den graad van Invaliditeit der •etrokkenen en er moet verband ztJn tusschen nllltalren dienst en Invaliditeit. Do wet zal stellig meer kosten dan het ge- aamde hall millioen. Echter zal de heer Scu- Heden voortzetting chaard" en h«t diepe hafri<*rafische werk „Alma met de vlassen haren". Streuvels is een door en door Vlaamsche persoonlijkheid, een kenner van het Vlaam sche speciaal ook landelijke leven, een noest werker. De eere-titel „Grootmeester van het Vlaamsche proza" komt hem ongo- twijfeld toe. De jubilaris woont in de stilte van het Vlaamsche land, op zijn landhuis „Het Lijs ternest" te Inghooighem, somer- en winterrollen, aan den boekhou der van het gilde worden ter hand gesteld eene lijst der personen die wekelijks wor den bedeeld of in het gasthuis gealimen teerd, door welken boekhouder de grossiers en kroeghouders zullen worden geïnfor meerd". Toen in 1799 de burgers geroepen werden wachten te betrekken, werd afgekondigd dat aan de wachthebbenden geen drank mocht worden verkocht. En ongeveer in denzelf den tijd maakte men een bepaling, dat na uur des avonds aan geen militairen drank mocht worden verkocht Nog in het begin der vorige eeuw werd it voorschrift gehandhaafd, dat op den dag des Heeren geen gelagen mochten wor den gesteld of «brandewijn verkocht worden, en op alle mogelijke wijoe het verkoopen van sterken drank, ook op andere dagen, boperkt Men liet niet meer dan vijftien grossiers toe; de wijnstekers mochten niet minder dan 6 stoop te gelijk verkoopen, tenzij op order van doctoren; en den aan- gestelden proevers (keurmeesters) was ten strengste verboden iets te verkoopen van hetgeen eij ontvingen om «te proeven. Die proevers schijnen wel noodig te rijn gerweest, want de pachter van den brandewijn-impost klaagde eens, dat sommigen van het gilde wel een derde water in den brandewijn mengden. Niet alle wetten echter getuigden van de wijsheid der voorvaderen. Zij reglementeer den wel eens te veel, b.v. els zij de kroeg houders dwongen hun dranken niet van bui ten in te slaan, maar bij de grossiers te koopen en tevens bepaalden, hoeveel, boven inkoop en impost, op iedere stoop mocht gewonnen worden. En zeker was het niet zeer consequent, als men de bewoners van gast- of manhuis van de accijnsbetaling vrij stelde. ..mits men die bij den vader van het gesticht kocht". Als wij nu in aanmerking nemen, dat een en ander aan de geschiedenis van drie eeuwen ontleend ls, dan mogen wij wel zeg gen, dat er voortdurend geworsteld te tegen een kwaad, dat ondanks alle tegenwerking eer toe- dan afnam. Maar wij worden ook versterkt in de overtuiging, dat verslapping van het toezicht, het niet stevig vasthouden aan eenmaal gegeven wetten, daartoe veel heeft bijgedragen. 101. Een eindje verder was namelijk mat poos bezig, de reeling te verv en en daar hij juist was gaan schaften, stond de verf pot onbeheerd. In 'n wip was de pot ge haald, en nu begon Koos, die beelist talent voor kunstschilder had, 'n prachtig gezicht op den kalen schedel van zijn oom te schilderen. 102. 't Was zeker niet erg netjes wat hij deed, maar je moet rekenen, dat hij in maanden geen kattekwaad had kunnen uit halen. In elk geval, het resultaat was ver rassend, zoodat de negerjongen, die even later met thee voorbij kwam, van schrik het heele theeblad liet vallen en luid gillend op de vlucht sloeg. (Wordt Vrijdag vervolgd.) DE CITADEL VAN ANTWERPEN Verhaal van een Oud-Strijder Naverteld door R. BOON Adhter in het kamp, het gedeelte dat het iverst van de stadswallen verwijderd is, be vinden zioh de tenten der recruten en der vrijwilligers. In geval van onraad of bij mo gelijken overval zullen zij zioh niet behoeven te haasten en kunnen zij tijd genoeg vinden Km hun gelederen in slagorde te scharen. De soldaten, die hier om het kampvuur gezeten zijn, zij.n allen vrijwilligere en vor- imen met elkander de tiende afdeelinig der iflankeur-ibataljone. Het is het korps der tiroiilleure, der vebkennere. Tenednde hen Ibij mogelijke onderzoekingstoohten weer spoedig te verzamelen, hebben zij afzonder lijke lessen ontvangen' betreffende de sig nalen, die meermalen op de seinhoorno wor don geblazen. Voor zoover dit bij het zwakke schijnsel der kampvuren mogelijk is, herkennen wij an enkele der aanwezigen eendge oude be kenden, die wij reeds op de binnen plaats cier kazerne te Gorinóhem hebben ontmoet. Luisteren wij goed toe, dan vernemen wij uit de gesprekken, dat twee dagen geleden Oiet oproer te Brussel is uitgebroken en dat onze brave flankeure, benevens het gehee- 'io verdere garnizoen uit Gori-nolieni, op boerenwagens naar Brussel zijn vervoert Gedurende den naciht zoowel ale bij dag zijn zij doorgereisd in hun rijtuigen en me nige soldaat was er, die dankbaar het oogenhlik zegende, waarop zij temidden oen er vijamdige bevolking werden neerga'et nu die vervelende tocht op hoosende en schokkende wagens was geëindigd. Ons groepje Texelaars zit bij elkaar en ook de grappige Peters ontbreekt niet Zijn bekende gewoonte om grappen en kwink slagen ten bestie te geven, schijnt hem thans verlaten te hebben, dodh daarvoor is dan ook een oorzaak. Flainlkeur Petere is gewond. Korporaal Baeselet schijnt zijn belofte getrouw ver vuld te hebben om Petere in het earete ge vecht dat geleverd moest worden, geheel vooraan op te stellen. Des morgens zijn de troepen dadelijk het oproerige Brussel in gezonden, waar zij met een hagelbui van kogels werden be groet. De andere zoo nette straten van Brussel leverden ©en ongewoon edhouwtooneel op. De etinaatetecnen werden uit den grond ge trokken en op hoopen geworpen. De luiken der woningen werden geefloten, terwijl de Relygieche opstandelingen ziich achter ra men en kozijnen verschansten, vanwaar zij «»en ware hagelbui van kogels op de troepen nederzonden, zoo spoedig zij het waagden rich in Brussels* 6traten te vertoonen. „Kom op, Jantje Kaas, wij zullen je op waardige wijze ontvangen!" „Jantje Kaas, durft niet!" Dit waren de uitroepen en scheldwoorden waarmede de Hollandsche soldaten ontvan gen werden. Gansche barricaden van straatsteen -n, deuren en ludken bedekten de straten, waar achter zich de muitelingen in grooten ge tale opstelden. Het marktplein was weldra met een aan zienlijk aantal gesneuvelden en gekwetsten bedekt, terwijl de laatsten met hun jammer klachten en smeekbeden de lucht vervul len. Het was een afgrijselijk toon eel, dat aan den beschouwer een verechrikkeldjken aan blik opleverde. Prima Willem II wist van geen wijk n. Op zijn paard gezeten sprong hij over de barricaden heen en toonde daarbij zooveel heldenmoed, dat hij zich meermalen alleen te midden der vijanden bevond, welke daad hij eenmaal bijna met den dood moest be- koopen, indien er niet tijdig redding ware komen opdagen lm de pereoon van een reai6 achtigen tamboer-maitre, die met zijn breed slagzwaard zwaaiende, overal waar hij kwam, den vijand terstond deed terugdein- Bij het vallen van den avond keerden de troepen weer naar het kamp terug, een groot aantal gevangenen met rich voeren de. Aan beide zijden waren de verliezen groot, doch de Hollanders hadden hun doel niet kunnen bereiken. De muitelingen wa ren in Brussel nog heer en meester en het scheen de Hollandsche officieren bijna een onmogelijkheid toe, zich in de oproerige stad zoo te vestigen, dat men de opstande lmgen de baas werd. Than6 is het ook Ln Brussel rustig, doch niettemin men waakt en is er dubbel op zijn hoede. De gevangen Hollandsohe sol daten zijn in een ellendige donkere gevan genis opgesloten en lijden er gebrek aan alles. Ons groepje schijnt geheel oompleet te zijn. Geen hunner wordt vermist. Luide be spreken rij de gebeurtenissen van den &f- geloopen dag, waarbij het niet aan allerlei gewaagde voorstellingen ontbreekt „Ik bevond mij vlak achter Piet Vermeu len," zeide een der flankeure, Ln welken wij dadelijk Pieter Maas, de Texelaar, herken nen, Juist toen wij die nauwe straat in sloegen, hield ik mijn hart vast Naast mij en achter mij vielen ©enigen dood neer en het akeligste was, dat ik geen enkelen vij and kon bespeuren." „Ik ook niet," antwoordt Vermeulen, „eenmaal zag ik een blauwkiel zijn geweer op den korporaal aanleggen en toen hij ge reed 6tond om los te branden, toen gelukte het mij om hem neer te leggen. Ik dacht zoo, dat is al weer een der onzen gespaard." „Maar een, waaraan geen schot verbeurd zou zijn," meent weer een ander. Het is Pe ters, die dus blijkbaar in ni t gunstige po sitie staat tegenover den korporaal. „Ik liep vooraan en het ie alleen maar een won der, dat diezelfde kogel, die mij nu in den arm heeft geraakt, niet in mijn lichaam gedrongen. Au, Au!" laat hij er dadelijk op volgen, als zijn arm, die hij met eenige oude doeken heeft omwonden, hem pijn begint te doen. „Nu." meent een ander, „je hebt slechts je verdiende loon en ik kan er den korpo raal alleen maar om respecteeren, dat hij zoo goed woord heeft gehouden." „A ja, zeker!" klinkt eensklaps de stem van den korporaal, die bij het hooren van zijn naam, dadelijk nedorbij kwam, „wlr sollen sie wahl moree leeren. Nein," ver volgt hij goedsmoeds, „sie ha bon niet Uw deel gebat, maar uneer vriend Timmerman, die ist ja durcih das gespuis gefangen." „Verteil op, Timmerman," werd er dade lijk geroepen, „wat heb jij ondervonden?" „Vlek bij het marktplein op den hoek van die groote kade, werd ik door kapitein Roest op poet gesteld. Ik etond daar nog al tamelijk hoog en kon het geheele markt plein met de aangrenzende straten over zien 't Was aan die zijde van de stad lan gen tijd rustig, tot ik eensklaps een groote schare muitelingen het marktplein zag na- doren, gevolgd door de troepen, onder aan voering van den Kroonprins. De®e leger- madht joeg de bende muitetingen voor z'ch uit, totdat zij op het marktplein weren ge komen. Dadelijk begonnen zij hier barrica des op te werpen om do troepen in hun voortgang te etuiten. Schelden en tioren geen gebrek; hooren en zien verging. De Kroonprins," vervolgde flankeur Tim merman „gaf dadelijk bevel met kracht aan te vallen. Met zijn paard 6prong hij zelf over de barricade heen en maaide vervol gens zoo geducht met zijn slagzwaard in de rondte, dat alle vijanden afdeinsden. Toch zou het met den prins gedaan zijn geweest, indien niet onze tamboer-maitre ter hulp was geschotenWat willde nu echter het geval? Den geheelen dag vertoonden de vijanden op alle plaatsen waar zij klop kre gen, kleine witte vlaggetjes, die „Ja, die hebben wij ook gezien!" riepen verschillende flankeure. „Ja, die vlaggetjes," vervolgde de spreker weer, „zijn een verzoek om wapenstilstand, met het doel om te onderhandelen. Maar nauwelijks hadden onze makkere de mus ketten nederwaarts ger'aht of aanstonds begonnen de blauwkielen weer op verrader lijke wijze te vuren en doodden op die wijze oen groot aantal onzer soldaten." „Ik zag," zoo viel Vermeulen den soreker in de rede, „dat onze tamboer-maitre op een dezer kerete losstormde en hem met zijn breeds sabel een kop kleiner maakte. Het zijn verraders, die niet te vertrouwen zijn." „Ja, goed, maar laat mij uitpraten- Hoe lang dat zoo duurde weet ik niet, maar plot seling begonnen onze troepen te wijken en fw ik het zelf goed wist, hadden een drie tal blauwkielen mij te pakken genomen en mij gekneveld, zoodat iik geen vin kon v r» roeren. Ik durf ronduit verklaren, dat ik Ln doodsangst gezeten heb, net zoolang tot Jul lis mij vonden en meenamen" „En jij Piet," riep er een uit den troep Vermeulen toe, „ben jij nog in een der Brua» 6eleche nesten geweest?" „Gelukkig niet," antwoordde Vermeulen, „het was dan ook een baantje om je Ln eens te hooren aanroepen: Aïla flankeur, naar boven! en dari kon je zoo'n huis, waar achter bijna iedere deur of trap zoo'n blauw kiel met het geladen geweer of een revolver kloair stond, maar binnen stappen. Neen, dan vecht ik liever op straat, dam zoo'n nest binnen te dringen, waar Je bovendien niet eens bekend bont" Onder deze en meer dergelijke gesprek* ken trachtte men den avond te pfleseeren Het sein \.»n slepen zou wellicht niet lang meer uitblijven, want morgen, bij het aan breken van den dag, zou het leven opnieuw weer becrlnnen en voor dien tijd wee het noodzakelijk, dat de troepen eenige rust kregen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9