{-Jet Communisme in de Practijk
aaa
VRIJDAG 9 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9
Nadruk verboden
Objectieve meaedeelingen en critische beschouwingen
Wij helbbe" reerie vroeger gewezen op de
toenemende belangrijkheid der oonserven-
industrie *'oor den 60wjet-export. De stands
der 60v j-tö °P de internationale jaarmark
ten" «.o Ledpzrig en te Milaan b.v. toonden,
de regeering te Moskou veel werk
maakt van den ujtvoer dezer producten.
Dodli dit allies i6 ,nog slechte een began De
belde leiders den eovvj et-indiusbrie, Molotof
èn Staliin, helbbe n thans een decreet gepu-
blioeerd met uit/gewerkte voorschriften over
de ontAvükketong van déze tak van nijver
heid gedurende de jaren 1931, '32 en '33
waaruit blijkt, dat men in dit opzicht ver-
etrekkende plannen heeft.
In de inleiding wordt erop gewezen, dat
op dit oogerabliik zoowed het slachten van
vee, de vischvangst als de giroenten- en
vruchtencultuur, op een zeer laag pe>iQ staat
in de sow jet-unie. Men as nog niet in staat
gebruik te me/ken van afval-producten in
die bedrijven, men heeft geen koelruimten
en koelwagens voor het transport genoeg,
zoodat het bederf schrikbarend is, ja. zelfs
in de groote steden hebben de abattoirs
vaak niet eens een waterleiding. Dit alles
is natuurlijk geen nieuws, het toont slechts
voor de zooveelste maal aan, hoe de regee
ring de ontwikkeling tot nu toe eenzijdig
heeft geleid in de banen van uitbreiding
der zware industrie, met verwaarloozing
van alles, dat in de richting ging van be
hartiging der industrieën, d'ie nooddg wa
ren voor de behoeften den* bevolking.
Men wil dit thans in ieder geval goed
maken in de®en tak van bedrijf, en waar
lijk op groote schaal, hetgeen kan blijken
uit de volgende cijfers:
Gedurende de eerstvolgende jaren zufllejj
57 nieuwe vTeeeohfobrieken worden ge
bouwd met een capaciteit van 1.5 millioen
ton vleeedh per jaar bij het werk dn één
ploeg. Daarvan zal ruim «en derde gekoeld
en bevroren vleeedh zijn, bijna een derde
worst en andere rookwaren, en de rest blik
jes en vet. De beteekeniis van deze uitbrei
ding is zeer belangrijk. De landelijke bevol
king zal deze producten nagenoeg niet ver
bruiken, doair de boeren wed altijd voor
verreweg het grootste gedeelte eigen ge
slacht vfieesch zuller, gehyrjjfên SHuit men
bovendien de jdnge kilideren uit, dan be
draagt d£ pevol'kiing, die voor dit vleesch-
veihrnuK m aanmenking komt, ten hoogste
V^dlioen zieden. Dit geeft derhalve een
V0rTrudlosmogalij'kheid va* 20 K.G. Vleeeoh-
P^iucten per hoofd en per jaar.
uaarnaast zullen ook andere industrieën
"V°^r geconsarveerde levensmiddelen wor-
aangepakt In 1933 zal de productie
y[aTl vleesch in iblikken bedragen 450 mil-
,0en stuks, van vieoh echter 600 millioen
6iuks, van groenten 730 millioen stuks, van
rucfhten 200 miHlioen en van tomaten 420
millioen, totaal 2400 millioen stuks, waar
hij elke eenheid op 400 gram, ongeveer één
Russisch pand, is gesteld. Op dezelfde basis
als het vleeedh verbruik berekend, zou dit
geven een beschikbare hoeveelheid per
hoofd der bevolking van: visch, ruim 3 K.G.,
groenten en vruchten 7 Kg. per jaar. Men
ziet deihalve dat de basis voor deze inidus-
trieele ontwikkeling niet overdreven is, in
tegendeel wijst op een alleszins bescheiden
gebruiik van vleesch en groente dn blik door
de massa der bevolking.
Het regeeringöbesluit bevat voorts nog
nauwkeurige gegevens over de ontwikke
ling, die hert gevolg zal zijn van deze uit
breiding der industrieën van geconserveer
de levensmiddelen. Zoo zal de fahri-oage
van vertinde Mikken moeten worden uit
gebreid en eveneens die van flessdhen,
daar een zoo groot mogelijk deel der pro
ducten in glas zal warden bewaard. Voorts
staat een groote uitbreiding van de indu
trie voor koelappa raten hiermede dn ve.
binding, en even-eens de bouw van koel
gene voor de spoorwegen, die van spec
auto's voor het vervoer van vee naar 1
Bla.chtplaatsen, enz.
Tenslotte zal er een organisatie wo-iv'
gesticht voor het ontwerpen en den boiw
van dergelijke fabrieken, benevens w
•koelpaikhuizen en allee, wat hiermede
verbinding staat.
Het geheefle beriluit geeft een goed va'
beeld van hetgeen productie volgens en
vjua plan if<*t«wkent en welke cooah-en-
ties het met zich Jjrorusf
ZooalB vanzelf spreekt zullen oak hier weer
d<- nieuwe fabrieken warden ingericht op
>lfd« wijze als de groote slachterijen te
•■oago, met transportbanden, automati-
t he zagen en booimachines, schrapmachi-
nes en alle chemische apparaten voor de
verwerkipg'van afval.
Hetgeen echter in dit geciteerde besluit
zorgvuldig wordt verzwegen, doch voor het
buitenland van het allergrootste belang is,
ligt hierin, dat natuurlijk deze gan&dhe reu6
achtige hoeveelheden niet voor de Russi
sche bevolking bestemd zijn. Deze is nog
in geen jaren toe aan spek, blikjes oompóte
en dergelijke lekkernijen. Doch deze mil-
liarden blikjes, die reeds binnen eenige ja
ren zullen worden geproduceerd, zullen
grootemdeels op de buitenlandsche mark
ten worden gespuid; daarbij ds -het duide
lijk genoeg, dat de eowjet-regeering niet
van plan is hierbij te blijven stilstaan,
maar in hetzelfde of in nog sneller tempo
van plan is door te gaan in deze richting.
Het is hierbij totaal onverschillig, of de
plannen voor 100% worden uitgevoerd of
niet. Het gaat om de lijn der ontwikkeling.
Komt het in 1933 zoo ver of een paatr jaar
later, dat doet. aa.n de beteekenris
alles niets toe of af.
Bij het bestaan van deze tendensen in de
60wjet-unie is het waarlijk dwaasheid voor
de overige wereld om te trachten de tegen
woordige moeilijkheden van overproductie
te boven te komen en daarbij de sowjet-unie
buiten beschouwing te laten. Alles wat men
hier bedenkt en tracht ten uitvoer te bren
gen zal door de Russische plannen/machine
grondig worden verpletterd, wanneer de
overige wereld niet maatregelen neemt,
waardoor de ontwikkeling der Russische
plannen wordt geleid in banen, waarbij ook
de rest van de wereld kan profdteeren van
de ontwikkeling, die de sowjet-regeering
projecteert
DE TOESTAND DER INTELLECTUEELEN
De commissie van uitvoering bij den raad
van volkscommissarissen heeft in haar
jongste zitting nagegaan, hoe de nieuwe be
palingen ter verbetering van de positie der
intefllectueelen warden ten uitvoer gebracht
Daarbij werd vastgesteld, dat hier in het al
gemeen van onvoldoende toepassing gespro
ken moet worden. De hoafdorbeidens on Ier
vinden over het algemeen moeilijkheden
'1.' -verkrijgen van voedealkaarten op
deceit^ baéif als de gewone arbeiders en
hun v.>rzo0^.n oni 'het verkrijgen van meer
dene 'woonruimte, aarop zij volgens de
jongste besluiten recht hebben, warden veel
al g<jweigerd. De commissic heeft besloten,
dat over een maand de aituetie nogmaals
zal worden bestudeerd en zal «-orden ne-
gegaqjl of de toepassing der regtaringsbe-
dliuiite in diien tijd verbeterd.
'V'vf van Moekou en Lening-ad heb
estate n een krachtige ei tie te
begin verbetering van de p oei ie der
inted'L - speoiaal ook de ^-sndenen
,olen, in toinderbe.aairplaat
n op gelijl' schaal met
art
4T00KVERB0D
i'' -uf van den Maekouechen sow jet
h. -.ar dagen een verbod uitgevaardigd
vt* >t stoken d'er kachels in alle huizen
i, totdat de algemeene vergunning
zou warden verleend. Dit verbod
.t, onaflhankelij k van het verwarmings-
s.'steem der huizen. In gevallen van ziekte
of voohtige woningen kunnen de districts-
♦owjetB bijzond-ere vergunningen verleenen
ou tot stoken over te gaan. Op overtreding
v-11 dit verbod wordt een boete van 100 roe-
be ^teld.
-bod is uitgevaardigd wegens het
,de gebrek aan brandstoffen, het-
-owel voor hout als voor kolen geldt,
a verdacht rookwolkje uit een schoorr-
en men ie er bij voor 100 roebel.
Gemengd Nieuws.
>p de metaalfóhriek te Tagil bij Jekate-
inenburg (Oeral) kreeg één der Duiteche
ingenieure ruzie met een stoker. De overi-
~e arbeidere kwamen op het lawaai toege-
Joopen en dreigden den buitenlander te mis
handelen, hetgeen door ingrijpen van de
militairen werd voorkomen. De zaak is nu
in behandeling bij de G.P.Oe.
DAMES! HOE MOOI
kunt U zijn zonder
OVERTOLLIG HAAR
Al hebben anderen U ook teleurgesteld,
twijfelt niet, maar komt vol vertrouwen bij:
Mevr. LOUISE C. GIMBER
(Gediplomeerd
g hoar door o
'ratten, lidteekens, rimpels
lassage. (Vele
No. 36 GRATIS EN FRANCÓ
FRANSCHE TRAWLER
GEZONKEN
Men meldt ons uit IJmuiden d.d. 8 Oct.:
Vannacht omstreeks drie uur is de Fran-
sche trawler „Nicolas Pierre" B. 1373 bij
Haaksvuurschip op de Noordcee door een
tot nu toe onbekend driemastibarkschip
overstoomd en onmiddellijk gezonken. Het
gelukte de uit 14 koppen bestaande beman
ning zich te redden in een scheepsboot. Na
vele uren te hebben rondgedreven werd de
bemanning hedenmorgen 10 uur opgepikt
door den IJmuider trawler Y 330. de „Flan-
Nog in den loop van den avond is de
„Flandria" te IJmuiden binnengeloopen.
Van de Fransche bemanning waren drie
personen licht gewond. De stoker was or
het ergst aan toe en moest in het St. Anto-
niusziekenhuis te IJmuiden worden opge
nomen. Naar omstandigheden ls zijn toe
stand redelijk wel. Een machinist en een
matroos waren licht gewond en werden on
der geneeskundige behandeling geste'd.
De „Nicolas Pierre" is afkomstig uit Bou
logne en had voor het ongeval reed* 240
kisten visch aan boord.
Radio Nieuws.
ERNSTIGE AUTOBOTSING.
Op den Haarlemmerweg te Amsterdam
bij de eerste moleu is een auto op een stil-
staanden wagen gereden, met hit gevolg
dat beide voertuigen ernstig werden be
schadigd. De chauffeur werd gewond en is
door den geneeskundigen dienst naar het
Tesselschadeziekenhuis vervoerd. Na ver
bonden te zijn kon hij huiswaarts keeren.
HET HOOFD VERMORZELD.
De heer B., fruitkoopman to Oosterbeek,,
viel, toen hij te Elden met paard en wagen
uit een boomgaard reed. van den wagen,
De vielen gingen den onge'ukkige over/het
hoofd. De dood trad onmiddellijk in.
DDODELIJKE VAL.
De 69-jarige bewoonster van de le Con-
stantijn Huygenstraat te Amsterdam, die
op October 1.1. in haar woning van de trap
gevallen was, is op 5 dezer in het Wilhel-
mina-Gasthuis overleden.
GRONINGEN IN HET DONKER
Donderdagavond heeft door tot nu toe on
bekende oorzaak omstreeks zes uur een ont
ploffing plaats gehad van geringen aard in
de electrische centrale te Groningen.
Het gevolg was, dat de geheele stad op
een d'er drukste uren stroomloos was. Het
spreekt van zelf dat dit heel wat stagnatie
in het verkeer bracht, vooral in het midden
der stad en in het Zuid-Westen. Een elec-
trisch bediende brug kon niet naar beneden
worden gebracht, zoodat de groote stroom
van fabrieks- en kantoorpersoneel langs an
dere wegen moest worden geleid Om 7 uur
was het ongeval weer verholpen, en had
Groningen weer stroom en licht. Persoon
lijke ongevallen hadden niet plaats.
KON ZIJN SOKKEN NIET AANKRIJGEN.
Had een hall uur noodig om op te ataan.
Al vijftig jaar rheumatiek.
Vijftig jaar verdroeg deze man uit Dor
drecht zijn pijnentoen ontdekte hij dat hij
.1 een paar maanden af kon zijn. Uit
brief, die hij schrijft, kunt U aien dat
zijn rheumatiek zeer ernstig was.
,Van mijn 11e tot mijn 60e jaar werd ik
steeds door hevige pijnen gekweld. Mijn
werkzaamheden brachten mede. dat ik
's morgens heel vroeg op moest, maar het
gebeurde vaak, dat ik alleen voor het uit
bed komen meer dan een half uur noodig
had. Verder moest ik net als een kind ge
holpen worden om mijn sokken aan te trek
ken enz. Thans, na het gebruik van slechts-
3 flesschen Kruschen, beveel ik het uit
dankbaarheid voor mijn genezing iedereen,
die aan dezelfde kwaal lijdt, ten zeerste
aan".
Dordrecht J. F.
U moet de rheumatiek dooden, voordat
het U neervelt Zorg dat de rheumatiek U
met steeds erger in zijn klauwen krijgt, zoo
dat Uw gepijnigde gewrichten U ten slotte
noodzaken het bed te houden. Zoek de
grondoorzaak van Uw rheumatiek. NU. en
neem maatregelen dip oorzaak te verwijde
ren. Rheumatiek is het gevolg van een te
veel aan urinezuur in het licnaam. Twee
bestanddeeien in lö-uschen Salts hebben het
•ermogen urinezuur op te lossen. Andere
bestanddeeien van dit zout helpen de na
tuur deze opgeloste kristallen door de na
tuurlijke kanalen te verwijderen. Verder
zijn er weer andere zouten in Kruschen die
gisting van, het voedsel in de ingewanden
voorkomen en /houden daarbij niet alleen
de vorming van urinezuur tegen, doch ook
van andere lichaamsgiften die de gezond
heid ondermijnen. Onthoudt dus dat net „de
kleine, dagelijksche dceis" Kruschen Salts
is die Uw lichaam bevrijd van urinezuur
en U verre houdt van de ketenen der rheu
matiek.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten k 0.90 en
1.60 per flacon.
Hollandsche verpakking waarborgt echt
heid. (Adv.)
11.30 Gramofc
uurtje. 1212.15 Politieberichten. 12.151.16
Lunchconcert 1.452.30 Gramofoon. 2.304 Kin.
-7,30 Spreker. 7.80
HILVERSUM (298.8 M.) VARA. 6 46—7 en 7.30
7.45 Lichaamsoefeningen. 8 Tijdsein. 8.Ul Gra
mofoon. VPRO 10 Morgenwijding. VARA. 10.14
Uitzending voor Arbeiders In de Contlnu-BedrU
ven. 12 Ttldsoln. 12.01 Concert. AVRO. 1—1.45
Orkest. 1.452 Zang. 22.30 Omroeporkest. 2.30
—2.45 Zang. 2.453 Orkest. 3 Sluiting. VARA.
3 Concert. 3 46 Cooperatle-kwartlertje. 4.01 Zang
met Mandollnebegeleldlng. 4.30 SDAP-kwartler
tje. 4.45 Concert. 6 Gramofoon. 7 Literair Half
uurtje. 7.30 Beoefening der huismuziek. 7.5
Berichten van het dagblad .Het Volk". 7 5
Gramofoon. 8 Btl de pomp. WekeltJksch nieuw
van Teun de Klepperman. 8.16 Concert. 8.4
VARA-Tooneel. 9.16 Bestuursmededeellngen e
VA"RA-Varia. 9.30 Vervolg Concert. 10 Persbei
en Voetbalmededeelingen. 10.15 Vervolg Concert
11 Levensliedjes. 11.30 Gramofoon. 12 TUd:
en sluiting.
.KANNIBALISME" Op EEN BRUILOFT
Tijdens een bruiloft te Bathmen (O.)
werd een familielid van den jonggehuwde
door een der gasten een flink stuk uit het
oor gebeten.
OP HEETERDAAD BETRAPT
Te Tilburg hebben twee mannen door het
indrukken van een ruit zich toegang ver
schaft tot het leegstaande landhuis „Den
nenheuvel". aan den Bredasohen weg. Een
der omwonenden zag licht branden, vond
dit verdacht en waarschuwde een toevallig
in de buurt wonenden politieagent. Deze
slaagde er met de hulp van den burger in
de beide mannen op heeterdaad te betrap
pen. Zij bleken te zijn zekere H. J., uit Rot
terdam en B. v. d. L., uit Pijnacker. Zij
hebben het huis van onder tot boven door
zocht, doch slechts bleek een weinig jam
uit den kelder te zijn ontvreemd. Op een
der mannen werd een driekantige vijl ge
vonden. Bij hun verhoor verklaarden zij,
door langdurige werkloosheid tot hun daad
te zijn gekomen. Zij werden naar het Huis
van Bewaring te Breda overgebracht
WEER HET WASSCHEN MET BENZINE.
Dat men met benzine uiterst voorzichtig
moet zijn, ondprvond een juffrouw, die in
de Frans Halsstraat te Haarlem boven een
garage woont. Zij wilde in de kruken, waar
een petroleumtoestel stond te branden, een
japon in benzine wasschen. Plotseling vIqüs
de benzine in brand, waardoor de juffrouw
brandwonden aan gezicht, armen en han
den kreeg. Een houten schot en de gordij
nen in de keuken vatten vlam, doch buren
wisten het vuur te dooven. De juffrouw is
door leden van den ongevallendienst ver
honden.
ONS NIEUWE FEUILLETON
Reeds meermalen werd in ons blad de
aandacht gevestigd op de gebeurtenissen, die
honderd jaar geleden heel ons land in span
ning hielden. Wij bedoelen den Belgischen
opstand van 1830.
Het geslacht, dat dien bewogen tijd heeft
meegemaakt, is heengegaan. En ieder, die
omtrent de verwikkelingen van 1830—1832
iets meer weten wil, is aangewezen de ge-
schiedboeken te raadplegen.
Dat was een dertig, veertig jaar geleden
nog anders. Toen leefden ze nog de grijs
aards, die als jongelingen waren meegetrok
ken naar het Zuiden om te helpen het uit
gebroken oproer te onderdrukken.
Wat konden ze vertellen wie hoorde
er nooit van gewagen? van de gevechten
in Brussel en Antwerpen, van den roem
rijken Tiendaagschen Veldtocht en dte ver
dediging van Antwerpens Citadel. Onze va
ders en moeders vergeten nooit met hoeveel
spanning ze naar die verhalen luisterden.
Wat een van die oud-strijders ervaren had
is, nu ongeveer dertig jaar geleden, nauw
keurig opgeteekend. Hij was toen een
grijsaard van negejntig jaar en woonde bij
zijn kinderen op het eiland Texel.
Het mocht ons gelukken over dit oude
handschrift de beschikking te krijgen. En
dezer dagen beginnen we hét als feuilleton
in ons blad af te drukken.
We willen voor dit boeiende verhaal
want dat is 't inderdaad d<e volle belang
stelling onzer lezers vragen.
Met name onze lezeressen behoeven niet
bang te zijn, dat we met een dorre kroniek,
vol cijfers en feiten komen aandragen. Ook
zij zullen ongetwijfeld wel iets meer willen
weten van de gebeurtenissen, die. nu hon
derd jaar geleden, elke Hollandsche vrouw
met spanning en vaak bange vrees in 't
hart van dag tot dag met de grootste belang
stelling volgde.
De band aan. de historie moet steeds door
ons bewaard.
Ook aan de historie, die onze grootouders
hebben doorleefd.
We durven gerust voorspellen: de oud-
strijder, wiens herinneringen wij gaan pu-
bliceeren. zal nooit hebben vermoed, dat hij
nog eens zooveel dankbare lezers en lezeres-
zou vinden.
wat Wils.
EEN BRIEF UIT RUSLAND
Het Zendingsbureau „Licht im Qsten" ver
zoekt ons opname van den volgenden ont
róerenden brief:
Lieve vrienden!
Ik zit op Archangelsch grondgebied aan
de Witte Zee, aan het graf van mijn lieven
man en wil beproeven of ik in staat ben
iets van onze laatste wederwaardigheden op
te schrijven. Mijn hart is één wonde en mijn
zenuwen zijn geheel in de war.
Ge weet, dat mijn man den 15en Maart
gevangen werd genomen. Niemand wist
waarom. Er was geen beschuldiging inge
komen. De politie kwam midden in de nacht
en begon met een huiszoeking. Het maakte
den indruk, dat men naar goud of naar
brieven zocht, maar we merkten al spoedig,
dat dit maar voor de vorm was.
Toen ze niets konden vinden, namen ze
mijn man mee. Ik vroeg, hoe lang hij zou
wegblijven. Om mij wat gerust te stellen,
antwoordden ze, dat hij wel binnen twee uur
terug zou zijn. Onze oudste zoon liep ze ter
stond achterna en zag. dat een groot aantal
mannen in de binnenplaats bij de molen bij
elkaar gebracht waren. Hij bleef wachten
en zag toen dat ze in auto's naar S. ge
transporteerd werden.
Wij hoopten nog steeds dat de gevangenen
weer vrijgelaten zouden worden. Wij moch
ten hen levensmiddelen brengen, maar ik
mocht niet met mijn man spreken. Dat was
heel moeilijk. Alle naties waren daar verte
genwoordigd, en ze werden ala vee, in kud
den samengedreven. Ik maakte mij zeer on
gerust over het lot van mijn man. Iemand
moest hem belasterd hebben, anders kon ik
het geval niet verklaren. En werkelijk werd
hij, zonder gerechtelijk vonnis, verbannen!'
Toen het hem, op onverklaarbare manier,
gelukte mij een brief te schrijven, wist hij
reeds, dat hij verbannen zou worden. Hij
vroeg mij een pak voor hem te naaien uit
grove linnen zaicken. Ach, dat waren moei
lijke dagen voor ons. Ik zei wel eens. dat
ik niet meer tranen had kunnen schreien,
wanneer ik zijn lijkkleed had genaaid. Ik
reed zelf naar S. om het pak te brengen,
maar ik had het gevoel, dat ik naar een be
grafenis reed.
Toen ik thuis kwam, had de politie al op
mij gewacht. Wij vernamen, dat wij ook
weggezonden zouden worden. We mochten
meenemen, wat we wilden, men verhinder
de ons dit niet. 's Nachts om 12 uur reden
we weg en om 5 uur 's morgens kwamen
we in B. Wij werden allen opgesloten, terwijl
onze bagage buiten in den regen moest blij
ven staan. Den volgenden morgen wilden
wij ons goed wat laten drogen, maar dit
werd verboden. Alles werd nog eens door
zocht en alle levensmiddelen werden eruit
genomen, zelfs het brood. Geen smeeken
hielp ons iets. Men zei, dat wij meel zouden
krijgen op de plaats van onze bestemming
en dat wij daar ook onze mannen zouden
terugvinden
Twee dagen later pas werden wij in goe
derenwagens geladen, die men afsloot. Toen
een van ons vroeg, waarheen wij gingen,
antwoordde men ons, dat niemand dat wist.
Eerst zes dogen later kwamen wij hier in
N. aan. Hier wist men niets van onze komst,
en we kwamen met eenige duizenden men-
schen tegelijk aan. Er stonden barakken,
maar er was geen brood. Er werd over meel
gesproken, maar die beambten waren zoo
dronken, dat er niets gedaan kon worden.
Wat wij bij ons hadden, werd op 6leden
in het woud vervoerd, de menschen gingen
allen te voet De wegen waren moerassig en
die stoet leverde een treurigen aanblik. Toen
wij ongeveer 7 Kilometer geloopen hadden,
stuitten wij op een paar barakken, die na
tuurlijk dadelijk vol waren. Aan slapen viel
niet te denken, alleen de kinderen werden
ter ruste gelogd, 's Morgens gingen een paar
mannen de bagage halen, maar ziet
alle manden en zakken waren leeggehaald!
Van menschen, die hier al langer vertoeven,
zijn we te weten gekomen, waar ons goed
gebleven is. Nu zijn wij alles kwijt! Onze
kleeren en andere dingen hadden we hior
nog voor wat eten kmxnen inruilen, maar
nu heb ik alleen maar één japon en één
hemd over. De kinderen hebben ook niets
meer. dan wat zo aan hebben. We heibben
nog een beetje geld. om wat eten te koopen
en dan zijn wij straatarme bedelaars en aan
den ondergang prijsgegeven.
Dit alles zouden wij nog wel kunjien dra
gen. als onze lieve vader nog leefde. Maar
het bitterste leed heeft ons getroffen wij
moeten zonder hem leven. Mijn hart heeft
onder deze ellende en smart zeer geleden,
zoodat het met mij ook wel niet lang meer
duren zal. Jziet er heel bleek en slap
uit, ik wilde dat wij beiden maar spoedig
mochten 6terven. Pis verlamd. De groot
ste jongens zijn 50 K.M. van hier aan het
werk gezet, daar krijgen zij beter eten. Als
we nog maar wat meel voor het middag
maal kregen, maarwe zullen toch gauw
niets meer noodig hebben. Wat we hier in
den winter zonder kleeren moeten doen, is
niet onder woorden te brengen.
Toen we hier aangekomen waren, moesten
we aan het werk, want zoo kon het niet
gaan. De mannen moeten barakken bouwen.
De plaats werd aangewezen, er werden hoo
rnen geveld en men zei ons hoe wij het
doen moesten. Allen volgden het voorbeeld
van mijn man, en als al de anderen moede
loos waren, wist hij ze nog op te wekken,
hoewel hij zelf doodmoe was. Toen wij het
bosch ingingen, liep hij vooraan en zong:
„Jesu geh voran". Bij het bouwen ging het
net zoo.
Toen de barakken bijna klaar waren
gingen wij er met ons allen in zitten om
alles eens te bespreken en te overleggen.
Mijn man zag opeens dat er iets begon te
verzakken en riep onmiddellijk: „Er uit, er
uit!" Hij zelf vluchtte het eerst, maar toch
nog niet bijtijds genoeg, want een neer
stortende balk trof en doodde hem op slag.
Hoe het gebeurde kon niemand zeggen,
waarschijnlijk is de bodem te zanderig. Het
gaf een onbeschrijfelijke schrik en voor ons
is het onuitsprekelijk zwaar.
Drie dagen lang hadden zij het hout ver
zameld, waaronder mijn lieve man den dood
moest vinden. Men was met verscheiden ba
rakken begonnen en nu ligt al het werk stil.
Niemand werkt meer. Eindelijk moesten we
aan de begrafenis denken. Vele lieve men
schen deelen hartelijk in ons leed. maar het
is merkwaardig, allen benijden mijn man;
vooral wanneer ze moe van het werk ko
men, waar ze niet bijzonder goed behandeld
worden, dan zeggen ze: „Hij is uit de ver
banning naar zijn eeuwig tehuis gegaan."
Nog den laat6ten avond voor zijn verban
ning, riep men hem apart en zei: „Wij heh
ben net iemand noodig zooals u: als u dit
papier onderteekent, is u dadelijk vrij". Hij
las het stuk door en antwoordde „Dat kan ik
niet doen, dat is niet mijn overtuiging."
„Dan moet u weggezonden worden
„Als het niet anders kan dan moet het
maar; als ik niet heter verdiend heb. zal
het zoo ook goed zijn."
Toen hij terug kwam, vertelde hij mij nog
niets, maar hij ging liggen en zong het lied:
De Heere komt om middernacht
Wel hem, die zich bereidt.
En Hem ontmoeten mag!"
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
97. Na een lange reis, doch zonder verdere
onheilen, bereikten onze Afrika-reizigers
Kaapstad, waar ze de eerste de beste boot
naar Holland namen. Vroolijk tufte het
treintje de loopplank op. „Ziezoo, dat zit er
al weer op", zei de kapitein. Helaas, hij ver
moedde niet, dat het er heelemaal nog niet
„op zat" en dat ze bij hun thuiskomst nog
rare dingen beleven zouden!
98. Zoodra de dierenverzameling aan boord
was. nam de kapitein potlood en papier en
stuurde een radiotelegram naar den burge
meester van Rotterdam, waarin hij zijn
thuiskomst aankondigde. Prompt twee dagen
later kwam er 'n telegram terug. Er stond
in, dat de geheele gemeenteraad bij aan
komst van de boot aanwezig hoopte te zijn.
Wat een eer, wat een 'eer!
(Wordt Maandag vervolgd.)
FEUILLETON
DE STER VAN HALALAT
Een "p-^aal uit den tijd der Babylonisch*
ballingschap
(Slot) (75
Nu reden zij om een hoek. De bung van
Semiramis was ariet ineer zoo levendig als
eertijds. Bn ook zag men in den Euphraat
niet zooveel schiepen als vroeger. Aan de
overzijde storoden echter nog altijd de oude
paleizen. Op een drier gebouwen bleef het
oog des aanvoerders rusten.
„Vriend!" vroeg hij een man, die met een
rwaar pak op het hoofd voorij Liep, „wie is
de eigenaar van de®e woning?"
j. „Daarin woont de zuster van een man,
e, tien jaren geleden, het hoofd van de
etandeliingen was bij een aanslag op den
r?1, ving der Perzen. De aanslag mislukte;
„r in de handen "des konrings en werd
•vei^ noord."
n de naam van den oproerling? Weet
Su'v'e was?"
v '!^n; kkal, de zoon van een voornaam Ba-
iunuren ér' on*i'ar <ie Chaldeeuweche ko-
r>« m ?ouvefpn0ur der stad wa6."
opn ol-ei anin,en neden verder. Zij kwamen op
ln> w-aar vele straten bijeen kwamen,
den we voerde,r bedacht zich niet. Hij kende
ee ^rd'e'r £i,n<? de tocht. Slechts zeüdcn
n enikel persoon te zien,
„HalaHat," sprak de leidsman tot de ove
rigen, „hier woonden eenmaal Juda's zo
nen. Thans i6 het hier still. Die hier bleven,
zullen een andere woning gezooht hebben!"
Een ietwat grooter gebouw dan de andere
huizen, wellke deze straat bevatte, trok hun
opmerkzaamheid. Het zag er vervallen uit.
De eigenaar scheen er zich met om te be
kommeren, dat het huis eon minder net
aanzien had.
De tocht was geëinddgd. Men steeg af. De
aanvoerden: klopte aan.
Een oud man opende en vroeg niet eens
wat men verlangde. Hij zag Joden en dat
was hem genoeg. Zwijgend wenkte hij den
leidsman hem te volgen.
Men kwam in een zeer eenvoudig vertrek
Een grijsaard lag op een oud verkleurd
rustbed uitgestrekt en die deken, welke zijn
lichaam dekte, wa6 versleten. Naast hem
stond een man, drie iets jonger leek en met
den grijsaard sprak. Toen de aanvoerder
binnentrad, zagen beiden naar de deur. De
grijsaard herkomde de bezoekem niet; want
het was tomeflljk donker hier en zijn oogen
waren verzwakt.
„Esm, zie eens, wie het is," sprak hdj.
Deize ging de vreemdelingen enkele schre
den tegemoet en zeilde: ,De zegen des Hec-
ren ruste op hen, die in het hu® des pro
feten komen!"
„En wij brengen zegen en groet van de
Heiflige Stad en het Huis des Hoeren!"
De oogen des grijsaards, bijna uitgedoofd,
schonen nieuwe levenskracht te ontvangen.
„Wat brengt gij uit Jerusalem, de heer
lijke stad des Heeren?"
„Acht jaren staat het Heiligdom des Hee
ren voltooid op den Moria; helaas, niet in
zijn ouden luister, gelijk Salomo den Tem
pel bouwde; daartoe zijn de Joden te arm!"
„En «de Ark des Venbonds? Wat weet ge
van de Heilige Ark?"
„Zij werd niet teruggevonden. Maar toch,
wederom brandt het heilig vuur op het al
taar, dat voor de tempelpoort staat. De
priesters hadden het destijds in een uitge-
dnoogden put verborgen. Men zoCht die put
op. Br was water in. Daarvan werd een
deel genomen en over het hout op bet al
taar geworpen. Het ontvlamde en sedert
diien dag is het vuur inliet uitgedoofd!"
„De hand dies Heeren!" 6prak de profeet
cp zadhten toon.
Af aar, mijn vader, gij weet ongetwijfeld
niet, wie met u spreekt? Herkent gij niet
die stem?"
„Die stem? Ja, zij herinnert mij aan mijn
lieveling Abiud, zoon van den vorst van
„Vader, gij hebt u niet vergist. Ik ben het,
ouder geworden en gebukt gaande ondier
zongen." En hij greep de hand des grijsaards
en drukte ze aan zijn hart.
„Abiud,, mijn lieveling, wat voert u her
waarts?"
„Adlereeret bet verlangen near u en dan
een boodschap aan den koning!"
„Verlangen, zegt gij, mijn zoon?"
„Dat voor alles. Gevoelt gij niet, mijn va
der, hoe ons hart leed, toen wij u verlieten,
en de woestijn, die groote woestijn tusschen
on6 en u trad en wij de hoop, u ooit terug
te zien, voelden zinken?"
„Geloof mij, mijn zoon, ook mij smartte
het diiep, toen ik u naar het Noorden zag
trekken en de laatste uwer voor mijn blik
ken verdwenen. Het groote, volkrijke Baby
Ion was mij een woestijn en slechts lang
zaam, zeer langzaam gewende ik er mij
aan, u te moeten missen. Dikwijlö vlogen
mijn gedachten over de woestijn naar de
bergen Juda's waar ik u moe6t vinden; ik
volgde ih den geest uw werkzaamheden,
uw zorgen. Slechts de belangen des konrings
wellke mij nu hier, dan daar brachten, rie
pen mij steeds uit mijn overpeinzingen te
rug tot den arbeid. Cyrus wa6 zijn dienaar
genadig en zijn vertrouwen deed mij vaak
vergeten, dat ik nog in het land der balling
6ohap verwijlde. Toen hij enkele jaren later
In het verre Oosten in den strijd vied, en zij
hem in de koningsgraven van Pasargade®
bijzetten, verliet ik den dienst des vorsten
en leefde uitsluitend voor mijn broeders
hier. Het was een moeilijke taak, hen in
den dienst des Heeren te bewaren. Maar
toch hebben mijn bemoeiingen gevolg ge
had; jongere krachten nemen den last op
hun schouders."
„Somwijlen gewerd or® tijding uit bet
verre Babel en van onze verafzijnde broe
deren. Gij hebt hier angstige dagen beleefd
evenals wij ginds te Jerusalem!"
„Veel, mijn zoon, kwam na Cyrus' dood
over Bahylons kinderen. De trotsche stad
verdroeg slechts ongaarne het juk der
vreemden. Nabuchodurosur, de zoon Nabu-
nahids, dien gij te Boreippa hebt gered uit
de handen der moordenaars, stond op, to in
koning Darius, de tweede van dien naam.
afwezig wa6 en het gelukte hem meester
van de stad te worden. Ook in het Oosten
werd het volk oproerig. Maar het duurde
niet lang. Tweemaal overwonnen de Per
zen; twintig maamden lang werd de stad
belegerd. Door geweld konden zij de muren
niet nemen. Slechts een list bracht de Per
zen binnen de stad, en Darius liet de mu
ren en torens, Babylans trots, omverwerpen
De bestraffing «der overwonnelringen was
een vreeselijke."
Abiud bleef eeroigen tijd in Babyion. Het
was een heerlijke avond. Het avondrood
bescheen de reusachtige trappen van den
„toren der zeven lichten", en als een vuur-
spuweniden berg stond hij te midden der
toldooze gebouwen der 6ted.
In het huis va.n den profeet was het stil
Slechts van buiten drongen de geluiden
van het bedrijvige leven der groote stad de
etille woning binnen.
Afgeleefd, met van ouderdom gebleekt
hoofdhaar en den zilvenviften baard om
don tandedoozen mond, leg de profeet op
het rustbed. Zijn oog blikte in de vrije na
tuur; maar het rustte niet op den Tempel
voor hem. De oogen waren wijd geopend
en staarden in de ruimte, de oneindige
ruimte, de ruimte van dew tijd.
„Zeventig weken," murmelden zijn lippen
„na zeventig weken zou Hij komen, de Ver
wadhte der volkeren! Hoevele daarvan zijn
reeds verstreken? Dat zijn geen weken, zoo
els de wereld ze kent; dat zijn weken waar
naar de Eeuwige rekent Ik zal neerdalen
in het graf. Ik hoopte nog de ster te zien.
wellke Hem zou verkondigen. De Heere wil
het nrietl"
Diepe weemoed plooide de voren tn
'6 grijsaards gelaat nog dieper. Maar op
eens werden de trekken levendiger. Hij
blikte scherper. Daar voor hem 6tond de
kolossus met zijn gloeiende top en wierp
den weerschijn van het avondrood op het
uitgemergelde gelaat en de lichte flikkering
speelde over de witte haren van den lan
gen baard.
Een visioen, het laatste des tieners, ver
toonde zich voor zijn blikken.
Boven de pyramvde stond een gesternte,
schitterende in gouden glans en bundels
stralen vielen op den tempel. De spits der
pyramide begon te leven. Een groep man
nen zag met spanning naar de ster, en dt
profeet meende den roep te hooren: „De
ster der Joden! Zaagt ge haar opstijgen uit
Halalat? Erkent gij, hoe zij naar het Wes
ten trekt, naar he«t land der Joden? I-aot
ons de ster volgen en den kamng zoeken,
wei-ken zij verkondigt!" En de profeet zag.
hoe zij ijlingB afstegen, en murmelde: „Daar
trekken zij heen, om den koning te huldi
gen. Laat mij ook met hen meegaan, otn
het aanschijn van den GeeaWde des Heeren
te zien!"
Op dat oogenblik verdoofden de oogen
des grijsaards; een zwakke siddering voer
door al zijn leden. Toen lag hij stil.
Kort daarop verscheen Abiud. Zijn vrien
delijke groet werd rtie«t beantwoord en ont
hutst blikte hij in het gelaat van den d«xHe
De flikkerende glans van de lamp fonkelde
in de tranen, welke uit zijn oogen op de in
gevallen wangen des profeten druppellen.
Abiud knielde neer en had.
Hij keerde naar Jerusalem terug en
bracht daar het treurige bericht van den
dood des zienera.
EINDE