„DER ALTE HERR"
DINSDAG 6 OCTOBER 1931
DERDE BLAD PAG. 9
VAN ONZEN DUITSCHEN CORRESPONDENT)
Hindenburg's
84ste geboortedag
Dagelijksch werkprogram
Blijft hij tot nader order president?
Officieel blijft men beweren, dat Hinden
burg ook dit jaar zijn geboortedag buiten
Berlijn vertoefde. Meestal begaf de rijks
president zich een dag van tevoren naar
zijn jachthuis op de .Scliorfheide. Nog de
vorige week Vrijdag werd hier jloor hem een
hert neergeschoten. De jacht blijft zijn beste
ontspanning. Voor de ontvangst der Fran-
sche gasten keerde hij Zondag naar Berlijn
terug en Dinsdag wilde hij reeds weer naai
de Schorfheide terugkeeren. Hier vierde lit
in engen familiekring de laatste drie jaar
zijn verjaardag, onttrok hij zich aan feli
citatie^ en ovaties. Door dringende stauts-
aangelegenheden werd hij echter op 't laatste
nippertje genoodzaakt, dit voornemen prijs
te geven en moest hij in Berlijn blijven.
Gelukwenschen van allen kant.
Rijkskanselier Brüning, de rijksregeering
'en de vertegenwoordigers der staatsregee-
ringen schreven hun naam in de gereed
liggende lijsten. De leden van het corps di
plomatique verschenen tot hetzelfde doel in
den loop van den namiddag en hun voor
beeld werd door vele toonaangevende heeren
uit de kringen van handel- industrie en weten
schap gevolgd.
Tot de eersten, die persoonlijk komen ge
lukwenschen, behoort de laatste jaren een
oude heer van ruim 90 jaar; hij brengst een
boeket herfstasters en plaatst die op een dei-
gereedstaande tafels. Hij wekt den portier
uit zijn nachtrust, want hij wil nummer
één zijn! Kort voor zeven komen twee boys
in livrei uit het dichtbij liggende hotel Kai-
serhof. Ze weten, dat de portier dezen dag
over een speciaal konto beschikt en ver
heugen zich reeds op een goede fooi. In
wit-linnen pak komt op een fiets een ban-
ketbaikker de eerste feesttaart brengen. De
schupo's buiten letten op zijn fiets en hij
gaat 't open hek binnen om de t^art af te
geven. Hij zegt tot de gereedstaande lakeien:
„Ik feliciteer met den Sisten verjaardag van
den president en misschien mag ik de doos
weer dadelijk meenemen- want die hebben
we vandaar nog een paai- maal r/odig!" Een
mokkataart wordt op een der tafels gede
poneerd en aan het verzoek wordt voldaan.
Natuurlijk wordt de fooi niet vergeten. De
toeloop is begonnen.
Ononderbroken worden brieven, manden,
doozen en kisten binnengebracht en het
personeel hooft de handen vol. Schilderijen,
boeken waaronder biografieën van Hin
denburg uit alle landen der wereld klok
ken, vazen, schrijfgereedschap, wijnzendT
gen maken uit de hall een warenhuis. De
meeste pakjes en kisten worden straks door
het „Geburtstaglcind" persoonlijk openge
maakt. Vier brievenbestellers Komen met
twee zware manden aandragen, 2978 docu
menten zijn reeds gesorteerd, maar het totaal
wordt op 1000 getaxeerd en dit is pas de
eerste postzending. Vijf schoolmeisjes in
wit costuum, een bloemenkransje in de
blonde haren, komen verlegen binnen en
vragen, of ze een verjaardagsliedje mogen
zingen. Dat wordt vriendelijk toegestaan. Ze
zingen ,-Gott grüsse Dich!"
De leeren tasch van den telegrambesteller
is propvol. Uit de eerste boeket zijn 't er
thans tachtig geworden en naast die eerste
mokkataart telt men er veertien. Buiten
staan de nieuwsgierigen, die het liefst allen
naar binnen zouden gaan, om den geëerden
president de hand te drukken.
Hindenburg stelt het niet erg op prii
wanneer er over hem en zijn particuliere
leven wordt gesproken of geschreven. Men
beweert, dat enkele jaren geleden een totaal
onjuiste weergave der feiten hiertoe aan
leiding heeft gegeven. Hoe dit zij door
geen enkelen journalist liet hij zich ooit
interviewen en op de samenkomsten der
Duitsche of buitenlandsche pers zagen we
hem nooit. Toch zal „der alte Herr" zoo
als hij door zijn naaste omgeving met eer
bied wordt genoemd onze oprechte belang
stelling en hooge waardeering begrijpe:
want hij wordt immers door de groote meer
derheid van zijn volk geëerd als de harde
werker, wiens leven ruim tachtig jaar een
aaneenschakeling van moeite en arbeid ge-
Veel meer dan de buitenwereld vermoedt
is hij
van alles op de hoogte,
wat er in de buitenwereld gaande is. Nog
dezer dagenl hoorde ik door een hoogen
ambtenaar uit zijn directe omgeving Hin
denburg's „kolossale Pflichttreue und Gc-
nauigkeit" prijzen. Onlangs verscheen in een
krant 't bericht- dat de rijkspresident van
de duizenden kranten, die in Duitschland
dagelijks het licht zien, slechts een enkel
rechtsstaand orgaan „unausgeschnitten vor-
gelegt" krijgt. Men bedoelt hiermede hoogst
waarschijnlijk Hugenberg's „Lokalanzeiger"
het partijorgaan der Duitsch-nationalen.
Dat was voor mij een reden, om op infor
matie uit te gaan en ik stel er prijs op, deze
hoogst onwaarschijnlijk aandoende bewe
ring door een juiste weergave der feiten van
de hand te wijzen. In werkelijkheid leest
Hindenburg een reeks vooraanstaande or
ganen en hieronder bevinden zich ook meer
dere links staande bladen. Het spreekt van
zelf, dat er op de door hem goedgekeurde en
persoonlijk aangevulde lijst ook rechts ge
oriënteerde organen hieronder de „Lo
kalanzeiger" voorkomen. Dit feit brengt
men graag met 's presidenten persoonlijke
politieke zienswijze in samenhang maar
men zal zich de teleurstelling der Duitsch-
nationalen herinneren, toen de door hen kan
didaat gestelde generaal-vcldmaarschallc aan
de door hen gekoesterde verwachtingen tij
dens zijn presidentschap allerminst voldeed.
Wie de arbeidsmethode van Hindenburg
met opmerkzaamheid volgde, die moet mei
waardeering erkennen- dat hij er steeds op
uit was „allen Seelen gerecht zu werden"
aan iederen Duitscher en iedere partij recht
te doen. Hindenburg heeft den moed gehad
een streep te trekken tusschen het heden en
het verleden, de president is niet dezelfde
als de generaal-veldmaarschalk!
„Der aite Herr" beschouwt het als een
eet'tp voorwaarde voor vruchtbaar werk
dat men hem van a'len kant en uit al.f
partijen van alles gerege'd op de hoogt'
houdt Eiken morgen den Zondag uitge
zonderd, want dan begeeft hij zich bij mooi
en bij leelijk weer naar de Gamisonskirchc
—-wordt het werk klokslag tien uur aange
vangen. Staatssecretaris Dr. Meissner brengt
verslag uit van de belangrijkste gebeurtenis
sen, van kabincisziltingen, wetsontwerpen
en wat verder met het bewind van rijk er.
staat samengaat. Om elf uui komt de Reichs
piossechef (over den titel ligt men juist in
Berlijn c-verhoop, want de pers beweert, dat
zij geen pers-clief kan erkennen- hoogstens
een ambtenaar, die aan Hindenburg alle ge-
wenschte informaties verstrekt) dr. ZechMn.
Beide hecren stonden reeds bij Ebert" in
dienst en tc-hooi-en tot de socialistische par
tij. Door Zechïin wordt alles behandeld,
wat in de pers \an den dag de aandacht
van der president verdient. Uitknipsels uit
de „Uote Fahne", den „Völkischen Beobach-
ter" of dr. ('cebbels herhaaldelijk verboden
„Angriff" ontbreken hierbij niet. Het komt
voor, dat Hindenburg op de marge aantee-
keningen maakt of nadere informatie ver
langt. Dr. Zerhlin heeft mij eens verzekerd,
dat hij vaak opkijkt van de georienteerdheid
van den president- die steeds direct weet,
waar het om gaat en de situatie volkomen
overziet. Hij roemde de „üetailliertheit des
alten Herrn".
Wat zal er volgend jaar gebeuren?
Met dikke letters las men op zijn 84ste
geboortedag in een Berlijnsch blad: Hinden
burg soli Prasident bleiben! Bestaat hiertoe
de mogelijkheid en is de hoogbejaarde hier
voor te vinden? Den 12den Mei 1925 heeft
Hindenburg den eed van trouw aan de grond
wet afgelegd. Met dezen dag begon dus zijn
ambtelijke periode als rijkspresident. Een
andere uitlegging noemt den 5den Mei 1925
toen het resultaat der verkiezingen bekend
werd maar meestall wordt de week van
512 Mei als de overgang van zijn benoe
ming tot het aanvaarden van zijn hoog
ambt beschouwd. In ieder geval scheidt ons
nog slechts een half jaar van de nieuwe
verkiezingen voor den zetel van het presi
dentschap. Het rijksministerie voor binnen-
landsche zaken heeft reeds 100.000 mark op
de begrooting 1931 „zur Vorbereitung der
Wahl des Reichpriisidenten" genoteerd. Be
gin April 1932 gaan de verkiezingen begin
nen. Steeds meer hoort men fluisteren, dat
het algemeen belang een verlenging van
minstens twee jaar van Hindcnburgs presi
dentschap met zich meebrengt. Mei 1932
worden ook de verkiezingen voor een nieuw
Pruisisch parlement uitgeschreven. Twee
maal zouden dus dicht op elkaar de poli
tieke hartstochten ontvlammen en dat kan
de staat onder de tegenwoordige omstandig
heden nauwelijks dragen.
Hindenburg moet zelf voor deze voorloo-
pige oplossing weinig voelen, het liefst zou
hij heengaan, maar wellicht zou een alge
meen appèl hem op andere gedachten kun
nen brengen. De zevenjarige ambtsperiode
van den president is vastgelegd in artikel
-43 van de grondwet. Volgens artikel 76
zou twee derde meerderheid van den rijks
dag noodig zijn, voor een wijziging van de
grondwet in oezen zin. Den 24 October 1922
kwam zulk een meerderheid ten gunste van
Ebert tot stand. Op initiatief van de toen
malige coalitiepartijen werd de beslissing
van de nationale vergadering van 1919 var.
een provisorische tot een definitieve beslis
sing verheven cn hiermede Ebcrt's president
schap verlengd tot 30 Juni 1925. Een kwart
jaar eerder kwam Ebert te overlijden. Nie
mand kan thans reeds zeggen, of Hinden
burg op zoo hoogen leeftijd tot zulk een
verlenging bereid zal wezen. Het Duitsche
volk en de staat zouden er wel bij varen,
want de strijd om dezen hoogsten zetel zal
ong"twijfeld een storm teweeg brengen en
niemand kan een kandidaat noemen, die
met Hindenburg in een adem genoemd zou
kunnen worden!
Berlijn, 5 October 1931.
BEHOUDEN THUISKOMST
Radio Nieuws.
Geref.
Gisteravond, is de bemanning van het s.s. Johannavan de reederij Jqp van Poorten
te Rotterdam, dat met erts geladen nabij Brestop tegen de rotsen liep en zonk, behouden
per trein te Rotterdam aangekomen.
Kerknieuws.
Rijkspresident Von Hindenburg in zijn werkkamer.
NED. HERV. KERK. 1
Beroepen: Te Almkerk (toez.), W. Kool
te Beesd. Te Emmercompascuum, cand. P.
Bouw, hulppred. te Utrecht.
GEREF. KURKEN.
Tweetal: Te Pijnacker-Nootdorp, cand.
X, ten Hove te Zalk en cand. W. J. van
Otterloo te Hilversum.
Beroepen: Te IJmuiden, .T. W. Esselink
te Doorn. Te Treebeek, cand. H. Bouma te
Haren (Gr.).
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Beroepen: Te Ierseke, J. Vasseur, hulp
pred. aldaar.
BEROEPINGSWERK.
Te Amsterdam kwam gisteravond het
kiescollege, dat 1 Nov. a.s. zal moeten ver
dwijnen, weer bijeen om te voorzien in de
predikantsvacature-Prof. Dr. A. H. de
Hartog. Daar echter het vereischte aantal
j leden niet aanwezig was, kon de verkiezing
niet doorgaan. Het college is nu tegen a.s.
Maandag opnieuw bijeengeroepen.
Te Treebeek stond bij de Geref. Kerk
met den beroepene, H. Bouma te Haren, op
tweetal Ds. J. M. Kroes te Tienhoven (UD.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. J. C. A a 1 d e r s, overgekomen van
Amsterdam-Centrum, deed Zondag te En
schedé in de gehoorzaal vaai de Volksuniver
siteit, waar ze geregeld vergadert, intrede
bij de Gereformeerde Kerk in Hersteld Ver
band, na bevestigd te zijn door Ds. T. v. d.
Vloed, van Arnhem, met een predikatie over
Col. 4 3a, waarin de heerlijkheid van het
predikambt uitkomt, niettegenstaande de
moeiten die eraan zijn verbonden. Aan het
einde van den dienst werd staande gezon
gen lied 17 3. Des avonds deed Ds. Aalders
zijn intrede. Hy werd op zeer waardeerende
wyze welkom geheeten .dor den heer Riemer-
sma, die uitsprak dat men beseft dat het
komen van Ds. Aaldèrs naar Enschedé een
ofer inhoudt. Aan het slot van den dienst
werd gezongen lied 51 4, waarna er gele
genheid werd geboden Ds. Aalders persoon
lijk te begroeten.
Ds. F. van A sch tevoren te Randwijk,
werd Zondag door zijn broeder, Ds. E. van
Asch, van Somelsdijk, bevestigd als predi
kant bij de Ned. Herv. Gemeente te Wierden,
met een predikatie over en. 24 7 en S. Toe
gezongen werd Ps .134 3. Ds. Van Asch had
tot tekst vor zijn intrede gekozen Ps. 119
vers 116a, waaruit blijkt de kennis van
elende van den dichter en zijn geloof en
hoop. De nieuwe predikant werd toegespro
ken door ouderling Bartels, dor Dr. W. Wes-
seldyk, van den Ham, waar Ds. Van Asch
vroeger 7 jaar predikant was, en door den
consulent, Ds. L. S. van Zwet, van Almelo,
die liet toezingen Ps. 121 4. Mede door de
aanwezighe id van velen uit Den Ham en
uit Daerle, waar Ds. E. van Asch heeft ge
staan, was de kerk beide malen geheel bezet
Ds. O. B o e r s m a, Gereformeerd predi
kant te Koudum, wien op verzoek eervol eme
ritaat verleend werd. nam Zondagmiddag
onder groote belangstelling afscheid van zijn
gemeente met een predikatie over 1 Petri 5
i 10
i 11.
•oorafspraak zeide de scheidende pre
dikant dat een geknakt zenuwgestel hem
reeds sedert 1926 zich onwel had doen gevoe
len. Gaarne had hij tot zijn 70ste levensjaar
den pastoralen arbeid willen blijven verrich
ten. maar de lichaamsomstandigheden hadden
dit verhinderd.
In zijn predikatie handelde spr. over gebed
en dankzegging, waarbij hij stilstond bij a. des
dienaars bede in viervoudigen wenscli en b.
dank aan God van leeraar en gemeente, die
zoovele jaren tot den arbeid had bekwaamd.
Na den dienst des Woords gaf Ds. Boersma
een overzicht van de 1312 jaar die hij de ge
meente van Koudum heeft mogen dienen. Hij
richtte zich verder in het bijzonder tot tie
jeugd, tot de catechisanten, tot de verschil
lende vereenigingen tot vroegere en tegen
woordige leden van den kerkeraad, tot den
consulent, tot voorganger Kuiper van Hin-
defó'open, welke gemeente Ds. Boersma jaren
lang als consulent diende, tot de leden van
het schoolbestuur, tot de onderwijzers en de
ouders, en tot burgemeester Krol, die met
zijn echtgenoote tegenwoordig was.
Na de ernstige en weemoedige predikatie
richtte ouderling A. Harkema als scriba van
den Kerkeraad namens kerkeraad en gemeente
woorden van dank tot den scheidenden pre
dikant; toegezongen werd Ps. 134 3. Namens
de classis Workum voerde de consulent Ds.
B. E. van Buuren van Hemelum het woord.
De heer R. Kuiper uit Hindeloopen dank!
voor den arbeid daar verricht, terwijl de
burgemeester, de heer J. Krol, namens het
Chr. schoolbestuur woorden van vriendschap
en waardeering tot den scheidenden predikant
richtte. Toegezongen werd de zegenbede uit
Ps. 121.
Na den dienst was er gelegenheid persoon
lijk afscheid te nemen, waarvan een druk
gebruik gemaakt werd. Velen uit Hindeloopen
en ook vele leden van de Ned. Herv. Gemeente
en van de omliggende Geref. Kerken woon
den mede den dienst bij.
Ds. Boersma zal zich te Velp metterwoon
vestigen.
Ds. L. J. S. Crousaz hoopt Zondag
29 Nov. a.s. van de Ned. Herv. Gemeente, te
Stryen afscheid te nemen en Zondag 6
December d.a.v. te 's-Graveland intrede te
doen, na bevestiging door Ds. Ph. Peter, van
Rynsburg.
De heer W. F. Dankbaar, cand. tot
den H. Dienst, hoopt Zondag 26 October a.s.
intree te doen ir. de Ned. Herv. Gemeente te
Kuinre, na bevestigd te zijn door Ds. J. C.
van Dijk t.e Bloemendaal.
Ds. N. R. Hefting, die een beroep
naar Eelde heeft aangenomen, nem Zondag-
midag afscheid van de Ned. Hen-. Gemeente
van Nieuwe Schans met een predikatie over
1 Tim. 12b. Hem werd de zegenbede uit Ps.
121 toegezongen.
Ds. Th. Hettinga, overgekomen van
Duntumawoude, deed Zondagmiddag zijn in
trede bij de Ned. Herv. Gemeente te Streef
kerk, waardoor de vacature van 31i> jaar
weer werd vervuld. Des morgens was
bevestigd door zijn zwager, Ds. S. Kooistra
van 's-Gravenzande, die tot tekst had geko
zen Gen. 24 61b: „En die knecht nam
Rebelcka en toog heen", waarin de predikant
als bruidswerver werd geteekend tusschen
Christus den Eruidegom en Zijn Gemeente, de
Eruid. Toegezongen werd Gez. 77 1. Ds.
Hettinga hield zijn intreepredikatie over
2 20-22, waarbij hij stilstond bij. 1. het
fundament van het huis Gods, 2. de opbouv
eu 3. de steenen. In de voorafspraak spraX
hij enkele gloedvolle woorden gewijd aai
nagedachtenis van zijn voorganger te Streef
kerk, Ds. Poort. Toegezongen werd Ps. 134 3,
op verzoek van den consulent, Ds. J. Lekker-
kerker van Molenaarsgraaf. De gebruikelijke
toespraken werden gehouden. Aanwezig
waren behalve de consulent en bevestiger, Ds.
J. H. Gunning E.Bzn. van Schoonhoven en
Ds. A. Hoekert van Voorburg. Het kerkge
bouw was vooral des middags geheel met
belangstellenden gevuld.
Ds. A. de Voogd van Vlissingen hoopt
Zondagavond 18 Oct. intrede te doen bij de
Ned. Herv. Gemeente te Delft (vac. J. 11.
Rooseboom) in de Oude Kerk, na des morgens
in de Nieuwe Kerk te zijn bevestigd door Ds:
H. P. Brandt aldaar.
Cand. L. K p i e r, van Leeuwarden, werd
gistermorgen bij de Ned. Herv. Gemeenten
van Birdaard en Janum bevestigd door Dr.
J. C. Kromsigt, van Rinsumageest, met een
predikatie over 1 Samuël 3 veis 20, waarbij
er op gewezen werd 1e. waarin de ware be
vestiging van den Dienaar des Woords be
staat, 2e. hoe zij door 's Heeren kerk wordt
erkend, en 3c. wat het doel daarvan is.
Ds. Knier deed des namiddags intrede spre
kende over 2 Corinthe 5 vers 20: „Zoo zijn
wij dan gezanten van Christus' wege, alsof
God door ons bade: wij bidden van Christus'
wege, laat U met God verzoenen". Na de
predikatie richtte de jeugdige leeraar zich
tot zijn bevestiger, Dr. Kromsigt, wien hij
tevens dankte voor zijn arbeid als consulent
der gemeente verricht, tot zjn collega's uit
den ring, tot kerkeraad, kerkvoogden en no
tabelen, tot organist en koster, tot familie en
vrienden, die mede aanwezig waren. Dr
Kromsigt sprak daarna den nieuwen predi
kant toe. Namens den kcrkeraad-verwelkonv
de ouderling F. Vogel hem, namens den ring
i Tijdsein. 10
r 10.30—11 Korte
D3. J. Orfers.
niumbespeling t
5 Hilvers
■nOnger
;rllkum. 11 Tüdsc
den heer M. F.
evr. L. J. A.
sopraan. 12—12.15 Po-
2.30 Gramofoon. 12 30—2
Middagconcert; Mevr. O. van J! ivonzwaaü—
Müllenkamp, zang. H. Hermann, viool. H. v. d.
orst jr., cello. Mevr. R. A. v. d- Horst—Bleek-
>de, piano. 2 Tijdsein. 22.30 Gramofoon.
Mej. M. Wei
1.30 Conce
5 Tijdsein. 3G Kim
Mej. C- J. A. Gelden,-.:
leiden door
ht. Znn
aan. uit Utrecht. 6 Tl'dse
landbouwers. Spreker:
te te Ulntelo. Onderwer
Nederland. 7.30—7.45 Pol
Persberichten van het Ne
Tijdsein. S—9.30 Kerkcone
Kon. Chr. Oratorium-Vere
onder leiding van Huberl
wi'i king van; Suze Ludger
orgel, en een solo-kwarte
wijding. VARA. 10.1S
rbeiders in de continu-bedrü-
ven. 12 Concert. 1.45 Onderbreking voor ver
zorging van den zender. '-'.15 Onze Keuken. 3
Maak het zelf. Cursus. 0.30 Voor de kinderen.
4.20 Gramofoon. 4.30 Voor de kinderen. 5.30 Gra
mofoon. 6 Uitzending Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart. 6.30 Gramofoon. 6.40 Toespraak. I
Concert. 7.-15 Berichten ui het dagblad ..Het
Volk". 7.45 Gramofoon. 8.3o Concert. 9.30 Klucht
spel. 10.15 Vervolg Concert 11 Gramofoon. 12
Tijdsein en sluiting.
Dokkum Ds. J. Visser, van Aalsum. Als col
li-ga, vriend en buurman voerde Ds. P. A. A.
Klüsener, van Wanswerd, het oord. Toege
zongen werd Ps. 121 vers 4.
NIEUWE PREDIKANTSPLAATSEN.
Te Vlagtwedae Gr.) besloot de Geref.
Ds. G. A. DEN HERTOG
Naar de „Stand.'- meldt, zal Ds. G. A. den
Hertog, pred. der Ned. Herv. Gemeente te
Amsterdam, binnenkort zich aan een operatie
moeten onderwerpen, ten gevolge waarvan hij
gedurende eenigen tijd zyn ambtswerk niet
zal kunnen verrichten.
Ook zyn ambtgenoot Ds. Chr. Schweitzer,
zal op medisch advies voor eenigen tyd rust
moeten nemen.
OUDERLINGENCONFERENTIES.
Te Leeuwarden wordt Donderdag 22
October a-s. in de Noorderkerk de ^aarlijksche
conferentie van ouderlingen der Geref. Ker
ken in Friesland gehouden. In de morgen
vergadering zal Ds. S. W. Bos, van Leeu
warden, handelen over: „Zondagsrust", ter
wijl in de middagvergadering het woord
gevoerd zal worden door Prof. Dr. G. Ch.
Aalders, van Hilversum. Deze heeft tot
onderwerp gekozen: „Hoe de ouderlingen
naarstig Gcds Woord hebben te onderzoeken
Te Dordrecht zal Woensdag 21 Oct.
a.s. de tweede Classicale Geref. Ouderlingen
conferentie plaats hebben.
KERKGEBOUWEN.
Te Borne heeft zich een comité gevormd,
dat gelden zal inzamelen om in het bezit te
komen van een luidklok voor de nieuwe
(tweede) Ned. Herv. kerk, gelegen „over
't Spoor".
DE KINDERMOORD TE WATERINGEN
FEUILLETON
DE STER VAN HALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
(73
„En ook op u ruete voil genade het oog
dies Heeren," antwoordde Abiud. Na dien
groet ©pra'k hij vriendelijk: „Ik zag uit
uw blik, -dat -gij mij verlangde te ©preken.
Ik ben uw dienaar!"
„Vebgeef mij, 0 vorstenzoon, wanneer ik
een onbescheiden vraag tot u richt!"
„Vrees niet! Spreek! Abiud wees nog
nooit iemand af, waarneer hij diens wenech
kon bevredigen."
„Welnu dan; ik zai spreken. Ik kwam
met een karavaan uit Egypte om weer to
gaan wonen in het land mijner vaderen ge
lijk de anderen, die met mij van den terug
keer de6 volks hoorden. Want weet. dat ik
eens een beambte van den Babywsc'ncn
stadhouder Ged-elja, hier te Jerusalem «as;
ik nam deel aan een oproer tegen de Babc
ïoniëns met Joarib, mijn broeder, en nog
meer anderen en'vluchtte, toen ons leger
veiölagen werd, naar Egypte. Mijn broeder
keerde enkele jaren daarna met zijn beide
kinderen Gaddis en Reeplia uit Memphis,
waar het heimwee naar het vaderland hem
ziök maakte, terug en zocht wederom hei
land Kanaan op. Een reizend koopman,
dien hij eenig bericht meegaf, bra oh t. mij we
tijding, dat hij te Bethlehem woonde
Nu vernam uk gisteren 'in. het ©tod-elf.-,
dat beide kinderen, meer dan een jaar ge
ieden, dit tand verlaten hadden. Naar me:.
my zci-de, weren zij naar Babyion vertrok-
uon. '»ok hoorde ik daar, dat een jongeling,
met name Abiud, daar raar meerdere za
ken onderzoek gedaan had. Ik bil u, mij
te zoggen, of gij deze jongeling waart en
of ge iets omtrent de kinderen weet."
Ilad de vreemdeling wat nauwkeuriger
op den jongeling gelet, dan zou hem do ver
andering in de gelaatstrekken niet ontgaan
zijn. Doch nu had Harmaza gelegenheid
gehad zijn ontroering te verb ;rgen, terwijl
r.ij bijna onhoorbaar zeide „Dan is zij dus
ireér dochter van Abinrrims broeder en bij-
i,e"olg ook niet van Suu.mil."
„lioe is uw naam?" vra-óg hij op luider
Lom
J'phda.1, zoon van Ethoi.''
Wilt gij met mij gaan, Ophiai? Gij kunt
mij d.na nog meer ophelderingen geven! Ik
v-m mijn kant, weet u v/e.nif nieuws te
vertollen.'
Harma-za liep zoo haastig, dat Je vreem-
iel.i-g hem slechts met moeite kon volgen.
Zij hielden stil bij een groot gebouw.
Den dienaar trad hen tegemoet
„Neem het dier, Sisamvi. breng het bij
onze kameelen en geef het te eten!"
Toen gaf hij Ophia.1 een wenk, hem l?
volgen.
Dij luisterde aan een deur.
„Zij as daar binnen," zeide hij cn opende
[>e meisjes zaten bij elkander; zij zagen
vreemd op, dat Harmaza in de deur s!
A bind bleef ©taan en sprak tot den man.
dl? hem vergezelde: „Verhaal deze meisjes,
wat ik van u gehoord heb; want zi-e, daar
is Re©ph-a!"
Na deze woorden verliet hij het vertrek.
De vreemdeling 11aderdie zijn nicht cn be
richtte haan-, wat hij Abiud bereide had
medegedeeld.
Deze onverwachte onthullingen maakten
een geweldigen indruk op het meisje. Zij
was nauwelijks in staat te ademen en een
gloeiend rood kleurde haar wangen. Zon
der een enikeil woord te zeggen, zonder iets
te vragen, bleef zij met gebogen hoofd luis
teren, zélfs nadat de vreemdeling reeds ge
ëindigd had.
De vorst van Ju da trad in het. vertrok.
Abiud had zijn vader met het voorgeval
lene in kennis gesteld.
„Respha," ©prak Zerubhabel, „iik wil u
niet uit ons huis, waarin gij zoolang ge
woond 'hebt, verdrijven; moor ale uw oora
het verlangt, moet gij met hem vertrekken."
Het meisje zag den vorst angstig aan.
De oom antwoordde voor de nicht.
Zooals gij beveelt, 0 vonst," sprak hij.
„Waak nog zoolang over het kind, bid i!k
u, tot ik het huis, hetwelk iik vroeger in
deze stad bewoonde, weer hersteld heb!
Ikm mag Respha haar oom de laatste da-
pen zijns levens opvroolijken!'
De vreemdeling nam af60heid. Hij liep
door de straten tot lr.j jen oud, zeer ver
vallen gebouw -vidoid- M-.ar naar 'het
scheen was het b0«»if«ul.
Een grijsaard osn-lc.
„Zijl gij de eerag'-' bewoner van dit hnis?"
vroeg Ophiai.
„Mijn vrouw be-.vont lie. iet mij." nnt
woorddie de ©prank'..-!me oude. „Doch vóór
het volk terugkei'de, dient-» het menigeen,
die de ©tad bezocht tit hert-' -g 1 ik voor
name gasten heeft het onderdak verleend,
niettegenstaande hot er erg hav-lo s uit
zift Het is reeds velo m:\anlen geleden,
dat een jongeling bij mij kwam Hij e'.i.-p
hier, in deze kamer. Mos-illam ni-em le hij
zich, cn zijn au Ier mott eon zcon Davids
geweest zijn. Ook ander bezoek ontving- n
wij. Zoo ©tierf hier, kijk i-n dit vertrek
waar wij wonen een jonge vrouw, Sula-
mith geheeten. De man, die haar vergezel
de, bracht haar mee uit Babylon en zeide,
dat cLe zieke zijn vrouw was. Maar het was
niet zoo. Kort voor haar sterven bekende
zij, die gemalin van Juda's vorst te zijn. De
re-is had haar al te zeer vermoeid; zij wild®
verder trekken, maar was genoodzaakt in
Jerusalem te blijven. Wij begroeven haar
in d-e nabijheid van die 6tad, bij de poort."
In den beginne had de bezoeker met wei
nig aandacht geluisterd. Maar wat hij la
ter hoorde, trok zijn opmerkzaamheid.
„I-Iëbt gij het den \-orst medegedeeld?"
„Zoudt gij 'denken, dat het dezelfde is, die
met zijn volk naar deze stad trok?"
„Ga cn tracht -hem te ©preken. Hij zal u
dankbaar zijn, zoo gij hem alles verhaalt
Weet overigens, dat ik aangaande iets an
dere hier gekomen ben! Dit huis, waar gij
nu woont, behoorde mij een dertig jaren
geleden."
.En wilt gij, dat ik het verlaat? Ik h--n
een oud men cn zou moeilijk ergens anders
onderdok vin-den!"
„Ik ral u niet wegjagen. Gij kunt blijven,
ook terwijl het huis vernieuwd wordt."
Ophiai) Avas naar Bethlehem terugeekee- l
waar de karavaan nog altijd vertoefde. Hij
trachtte eenige iinJiototingen omtrent zijn
broeder in te winnen, Spoedig had hij hot
(klein® huisje gevonden, waar J011 rib vroe
ger woonde. TT et was thans weer bewoond.
I Ophiai maakte het lmofd des huis zins
j met het doel zijn-er komst bekend.
I „Wilt gij," vroeg de man angstig, „da',
wij d.c dochter Joarihs den prijs van dit
huisje uitkeereu?"
„Zij heeft uw geld niet noodig;* want ik
ben rijk. Zijt gij al lang in Bethlehem?"
„Wij zijn pas twee dagen hier."
„Goed. Ik wou alleen maar met bemaald
spreken, diie mijn broeder kende!"
„Heer, mijn vrouw vond ergens i-n lit
huisje een geschrift, dat wij benden niet
kunnen lezen. Wellicht is het vam uw broe-
„Laat zien!" sprak Ophiai driftig.
De -ma-n zocht en vond eindelijk een stuk
papyrus. Ophiai zag het haastig in.
„Dat zijn dezelfde schriftteekens als die,
welke in Egypte gebruikt worden!"
Ilij bestudeerde langen tijd het schrijven;
het kostte hem moeite, de hieroglyphcn,
waarvan sommige bijna onleesbaar waren,
te o-ntcijferen. Eindelijk zeide hij: „'t Is
goed. dat gij dit papier hebt bewaard. Woon
jaa«n lang in vrede op d-e bezitting mijns
broedora! Zij zij de uwe!"
Denze-DMrn d :g nog liet de Egyptenaar
bij den voi-st vnn Jiuia om een onderhoud;
verzoeken. D:/.e bemerkte spoedig, dat tie
tij i:ng. Avelke OphHl bracht, een vreugdc-
A-oCile was.
„Twijfri gij nog. o vonst, of Respha het
kind mijns broedens is?"
„Ik tw ij Li n;ci la n gei*. Gij zult de waar
heid gezegd hebben."
„Maar sla een oog op dit schrijven! Tk
ontving het v.-n den 111.111. die thans in het
huis van Jon rib woont!" Met deze woorden
j reikte hij den \-orat het. schrijven over.
I Deze zag verwonderd op.
„Die schriftteekens zijn mij vreemd," zei
de hij oogenblikkelijk.
„Zij wer-Ion in Egypte geschreven, liet is
een koninklijk hes'uit. waarin Joarib, do
'ood, mM Gnddift cn Respha, zijn kinderen,
verlof ontvangt, Memphis te verlaten en
rve.nr het land der Joden terug te keeren,
terwijl hem te\ens de koninklijke bc-eeher-
ining voor de reis verzekerd wordt!"
Dot was of de koning spijt gevoelde.
„Welaan," ©prak de vorst, „noem het kind
dan tot u. Zij is ons allen lief geworden.
Maai gij hebt hooger recht op haar, dan
«ij. Jk geloofde langen tijd, dat zij een
dochter van mijn vrouw was, die mi; voor
ja ïv 11 verliet."
t»p het hooren van die woorden dacht de
Egyptenaar dadelijk aan den spraakzamen
c-ucle.
„Gij zegt, dat uw vivcav u verlateu h«ft?
We-1 gij. v .ar.rhecn zij trok?"
„Ik i-"h 'tui tijdlang gemeen-d, lat zij
naar -leze s* - eken vi.-i Kken was en ik
zeide u immers, dat ik haai' voor de moe
der van i'pe-} pa hie
„Ik zal u zeggen, o a-oist, wat gij niet
schijnt te Aveten: L'w vrouw 6tierf hier
de stad, in het huis. dat ik eens het mijns
noemde. Ik zal de lieden zenden, die haar
bij haar laatste z:-kte verpleegden. Zij kun
nen u meer vertellen!"
Atis. d 1 Baby Ionische, trachtte Respha op
te vroolijken. Maar het gelukte haar niet.
Heden i! ie de oom zijn nicht m de \vo-
nlng, d:e eetreszins opgeknapt wa6 ont
vangen.
„Ga, Respha! Aarzel n et! Ik ga met u,"
©prak do vriendin. „Ik z.al de dagen der
eoii7 inmheid mrt u doelen. Zij znJl-en u dan
mi-ndoo* lang vallen
(Wordt vervolgd)