„DER ALTE HERR" DINSDAG 6 OCTOBER 1931 DERDE BLAD PAG. 9 VAN ONZEN DUITSCHEN CORRESPONDENT) Hindenburg's 84ste geboortedag Dagelijksch werkprogram Blijft hij tot nader order president? Officieel blijft men beweren, dat Hinden burg ook dit jaar zijn geboortedag buiten Berlijn vertoefde. Meestal begaf de rijks president zich een dag van tevoren naar zijn jachthuis op de .Scliorfheide. Nog de vorige week Vrijdag werd hier jloor hem een hert neergeschoten. De jacht blijft zijn beste ontspanning. Voor de ontvangst der Fran- sche gasten keerde hij Zondag naar Berlijn terug en Dinsdag wilde hij reeds weer naai de Schorfheide terugkeeren. Hier vierde lit in engen familiekring de laatste drie jaar zijn verjaardag, onttrok hij zich aan feli citatie^ en ovaties. Door dringende stauts- aangelegenheden werd hij echter op 't laatste nippertje genoodzaakt, dit voornemen prijs te geven en moest hij in Berlijn blijven. Gelukwenschen van allen kant. Rijkskanselier Brüning, de rijksregeering 'en de vertegenwoordigers der staatsregee- ringen schreven hun naam in de gereed liggende lijsten. De leden van het corps di plomatique verschenen tot hetzelfde doel in den loop van den namiddag en hun voor beeld werd door vele toonaangevende heeren uit de kringen van handel- industrie en weten schap gevolgd. Tot de eersten, die persoonlijk komen ge lukwenschen, behoort de laatste jaren een oude heer van ruim 90 jaar; hij brengst een boeket herfstasters en plaatst die op een dei- gereedstaande tafels. Hij wekt den portier uit zijn nachtrust, want hij wil nummer één zijn! Kort voor zeven komen twee boys in livrei uit het dichtbij liggende hotel Kai- serhof. Ze weten, dat de portier dezen dag over een speciaal konto beschikt en ver heugen zich reeds op een goede fooi. In wit-linnen pak komt op een fiets een ban- ketbaikker de eerste feesttaart brengen. De schupo's buiten letten op zijn fiets en hij gaat 't open hek binnen om de t^art af te geven. Hij zegt tot de gereedstaande lakeien: „Ik feliciteer met den Sisten verjaardag van den president en misschien mag ik de doos weer dadelijk meenemen- want die hebben we vandaar nog een paai- maal r/odig!" Een mokkataart wordt op een der tafels gede poneerd en aan het verzoek wordt voldaan. Natuurlijk wordt de fooi niet vergeten. De toeloop is begonnen. Ononderbroken worden brieven, manden, doozen en kisten binnengebracht en het personeel hooft de handen vol. Schilderijen, boeken waaronder biografieën van Hin denburg uit alle landen der wereld klok ken, vazen, schrijfgereedschap, wijnzendT gen maken uit de hall een warenhuis. De meeste pakjes en kisten worden straks door het „Geburtstaglcind" persoonlijk openge maakt. Vier brievenbestellers Komen met twee zware manden aandragen, 2978 docu menten zijn reeds gesorteerd, maar het totaal wordt op 1000 getaxeerd en dit is pas de eerste postzending. Vijf schoolmeisjes in wit costuum, een bloemenkransje in de blonde haren, komen verlegen binnen en vragen, of ze een verjaardagsliedje mogen zingen. Dat wordt vriendelijk toegestaan. Ze zingen ,-Gott grüsse Dich!" De leeren tasch van den telegrambesteller is propvol. Uit de eerste boeket zijn 't er thans tachtig geworden en naast die eerste mokkataart telt men er veertien. Buiten staan de nieuwsgierigen, die het liefst allen naar binnen zouden gaan, om den geëerden president de hand te drukken. Hindenburg stelt het niet erg op prii wanneer er over hem en zijn particuliere leven wordt gesproken of geschreven. Men beweert, dat enkele jaren geleden een totaal onjuiste weergave der feiten hiertoe aan leiding heeft gegeven. Hoe dit zij door geen enkelen journalist liet hij zich ooit interviewen en op de samenkomsten der Duitsche of buitenlandsche pers zagen we hem nooit. Toch zal „der alte Herr" zoo als hij door zijn naaste omgeving met eer bied wordt genoemd onze oprechte belang stelling en hooge waardeering begrijpe: want hij wordt immers door de groote meer derheid van zijn volk geëerd als de harde werker, wiens leven ruim tachtig jaar een aaneenschakeling van moeite en arbeid ge- Veel meer dan de buitenwereld vermoedt is hij van alles op de hoogte, wat er in de buitenwereld gaande is. Nog dezer dagenl hoorde ik door een hoogen ambtenaar uit zijn directe omgeving Hin denburg's „kolossale Pflichttreue und Gc- nauigkeit" prijzen. Onlangs verscheen in een krant 't bericht- dat de rijkspresident van de duizenden kranten, die in Duitschland dagelijks het licht zien, slechts een enkel rechtsstaand orgaan „unausgeschnitten vor- gelegt" krijgt. Men bedoelt hiermede hoogst waarschijnlijk Hugenberg's „Lokalanzeiger" het partijorgaan der Duitsch-nationalen. Dat was voor mij een reden, om op infor matie uit te gaan en ik stel er prijs op, deze hoogst onwaarschijnlijk aandoende bewe ring door een juiste weergave der feiten van de hand te wijzen. In werkelijkheid leest Hindenburg een reeks vooraanstaande or ganen en hieronder bevinden zich ook meer dere links staande bladen. Het spreekt van zelf, dat er op de door hem goedgekeurde en persoonlijk aangevulde lijst ook rechts ge oriënteerde organen hieronder de „Lo kalanzeiger" voorkomen. Dit feit brengt men graag met 's presidenten persoonlijke politieke zienswijze in samenhang maar men zal zich de teleurstelling der Duitsch- nationalen herinneren, toen de door hen kan didaat gestelde generaal-vcldmaarschallc aan de door hen gekoesterde verwachtingen tij dens zijn presidentschap allerminst voldeed. Wie de arbeidsmethode van Hindenburg met opmerkzaamheid volgde, die moet mei waardeering erkennen- dat hij er steeds op uit was „allen Seelen gerecht zu werden" aan iederen Duitscher en iedere partij recht te doen. Hindenburg heeft den moed gehad een streep te trekken tusschen het heden en het verleden, de president is niet dezelfde als de generaal-veldmaarschalk! „Der aite Herr" beschouwt het als een eet'tp voorwaarde voor vruchtbaar werk dat men hem van a'len kant en uit al.f partijen van alles gerege'd op de hoogt' houdt Eiken morgen den Zondag uitge zonderd, want dan begeeft hij zich bij mooi en bij leelijk weer naar de Gamisonskirchc —-wordt het werk klokslag tien uur aange vangen. Staatssecretaris Dr. Meissner brengt verslag uit van de belangrijkste gebeurtenis sen, van kabincisziltingen, wetsontwerpen en wat verder met het bewind van rijk er. staat samengaat. Om elf uui komt de Reichs piossechef (over den titel ligt men juist in Berlijn c-verhoop, want de pers beweert, dat zij geen pers-clief kan erkennen- hoogstens een ambtenaar, die aan Hindenburg alle ge- wenschte informaties verstrekt) dr. ZechMn. Beide hecren stonden reeds bij Ebert" in dienst en tc-hooi-en tot de socialistische par tij. Door Zechïin wordt alles behandeld, wat in de pers \an den dag de aandacht van der president verdient. Uitknipsels uit de „Uote Fahne", den „Völkischen Beobach- ter" of dr. ('cebbels herhaaldelijk verboden „Angriff" ontbreken hierbij niet. Het komt voor, dat Hindenburg op de marge aantee- keningen maakt of nadere informatie ver langt. Dr. Zerhlin heeft mij eens verzekerd, dat hij vaak opkijkt van de georienteerdheid van den president- die steeds direct weet, waar het om gaat en de situatie volkomen overziet. Hij roemde de „üetailliertheit des alten Herrn". Wat zal er volgend jaar gebeuren? Met dikke letters las men op zijn 84ste geboortedag in een Berlijnsch blad: Hinden burg soli Prasident bleiben! Bestaat hiertoe de mogelijkheid en is de hoogbejaarde hier voor te vinden? Den 12den Mei 1925 heeft Hindenburg den eed van trouw aan de grond wet afgelegd. Met dezen dag begon dus zijn ambtelijke periode als rijkspresident. Een andere uitlegging noemt den 5den Mei 1925 toen het resultaat der verkiezingen bekend werd maar meestall wordt de week van 512 Mei als de overgang van zijn benoe ming tot het aanvaarden van zijn hoog ambt beschouwd. In ieder geval scheidt ons nog slechts een half jaar van de nieuwe verkiezingen voor den zetel van het presi dentschap. Het rijksministerie voor binnen- landsche zaken heeft reeds 100.000 mark op de begrooting 1931 „zur Vorbereitung der Wahl des Reichpriisidenten" genoteerd. Be gin April 1932 gaan de verkiezingen begin nen. Steeds meer hoort men fluisteren, dat het algemeen belang een verlenging van minstens twee jaar van Hindcnburgs presi dentschap met zich meebrengt. Mei 1932 worden ook de verkiezingen voor een nieuw Pruisisch parlement uitgeschreven. Twee maal zouden dus dicht op elkaar de poli tieke hartstochten ontvlammen en dat kan de staat onder de tegenwoordige omstandig heden nauwelijks dragen. Hindenburg moet zelf voor deze voorloo- pige oplossing weinig voelen, het liefst zou hij heengaan, maar wellicht zou een alge meen appèl hem op andere gedachten kun nen brengen. De zevenjarige ambtsperiode van den president is vastgelegd in artikel -43 van de grondwet. Volgens artikel 76 zou twee derde meerderheid van den rijks dag noodig zijn, voor een wijziging van de grondwet in oezen zin. Den 24 October 1922 kwam zulk een meerderheid ten gunste van Ebert tot stand. Op initiatief van de toen malige coalitiepartijen werd de beslissing van de nationale vergadering van 1919 var. een provisorische tot een definitieve beslis sing verheven cn hiermede Ebcrt's president schap verlengd tot 30 Juni 1925. Een kwart jaar eerder kwam Ebert te overlijden. Nie mand kan thans reeds zeggen, of Hinden burg op zoo hoogen leeftijd tot zulk een verlenging bereid zal wezen. Het Duitsche volk en de staat zouden er wel bij varen, want de strijd om dezen hoogsten zetel zal ong"twijfeld een storm teweeg brengen en niemand kan een kandidaat noemen, die met Hindenburg in een adem genoemd zou kunnen worden! Berlijn, 5 October 1931. BEHOUDEN THUISKOMST Radio Nieuws. Geref. Gisteravond, is de bemanning van het s.s. Johannavan de reederij Jqp van Poorten te Rotterdam, dat met erts geladen nabij Brestop tegen de rotsen liep en zonk, behouden per trein te Rotterdam aangekomen. Kerknieuws. Rijkspresident Von Hindenburg in zijn werkkamer. NED. HERV. KERK. 1 Beroepen: Te Almkerk (toez.), W. Kool te Beesd. Te Emmercompascuum, cand. P. Bouw, hulppred. te Utrecht. GEREF. KURKEN. Tweetal: Te Pijnacker-Nootdorp, cand. X, ten Hove te Zalk en cand. W. J. van Otterloo te Hilversum. Beroepen: Te IJmuiden, .T. W. Esselink te Doorn. Te Treebeek, cand. H. Bouma te Haren (Gr.). VRIJE EVANG. GEMEENTEN. Beroepen: Te Ierseke, J. Vasseur, hulp pred. aldaar. BEROEPINGSWERK. Te Amsterdam kwam gisteravond het kiescollege, dat 1 Nov. a.s. zal moeten ver dwijnen, weer bijeen om te voorzien in de predikantsvacature-Prof. Dr. A. H. de Hartog. Daar echter het vereischte aantal j leden niet aanwezig was, kon de verkiezing niet doorgaan. Het college is nu tegen a.s. Maandag opnieuw bijeengeroepen. Te Treebeek stond bij de Geref. Kerk met den beroepene, H. Bouma te Haren, op tweetal Ds. J. M. Kroes te Tienhoven (UD. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Ds. J. C. A a 1 d e r s, overgekomen van Amsterdam-Centrum, deed Zondag te En schedé in de gehoorzaal vaai de Volksuniver siteit, waar ze geregeld vergadert, intrede bij de Gereformeerde Kerk in Hersteld Ver band, na bevestigd te zijn door Ds. T. v. d. Vloed, van Arnhem, met een predikatie over Col. 4 3a, waarin de heerlijkheid van het predikambt uitkomt, niettegenstaande de moeiten die eraan zijn verbonden. Aan het einde van den dienst werd staande gezon gen lied 17 3. Des avonds deed Ds. Aalders zijn intrede. Hy werd op zeer waardeerende wyze welkom geheeten .dor den heer Riemer- sma, die uitsprak dat men beseft dat het komen van Ds. Aaldèrs naar Enschedé een ofer inhoudt. Aan het slot van den dienst werd gezongen lied 51 4, waarna er gele genheid werd geboden Ds. Aalders persoon lijk te begroeten. Ds. F. van A sch tevoren te Randwijk, werd Zondag door zijn broeder, Ds. E. van Asch, van Somelsdijk, bevestigd als predi kant bij de Ned. Herv. Gemeente te Wierden, met een predikatie over en. 24 7 en S. Toe gezongen werd Ps .134 3. Ds. Van Asch had tot tekst vor zijn intrede gekozen Ps. 119 vers 116a, waaruit blijkt de kennis van elende van den dichter en zijn geloof en hoop. De nieuwe predikant werd toegespro ken door ouderling Bartels, dor Dr. W. Wes- seldyk, van den Ham, waar Ds. Van Asch vroeger 7 jaar predikant was, en door den consulent, Ds. L. S. van Zwet, van Almelo, die liet toezingen Ps. 121 4. Mede door de aanwezighe id van velen uit Den Ham en uit Daerle, waar Ds. E. van Asch heeft ge staan, was de kerk beide malen geheel bezet Ds. O. B o e r s m a, Gereformeerd predi kant te Koudum, wien op verzoek eervol eme ritaat verleend werd. nam Zondagmiddag onder groote belangstelling afscheid van zijn gemeente met een predikatie over 1 Petri 5 i 10 i 11. •oorafspraak zeide de scheidende pre dikant dat een geknakt zenuwgestel hem reeds sedert 1926 zich onwel had doen gevoe len. Gaarne had hij tot zijn 70ste levensjaar den pastoralen arbeid willen blijven verrich ten. maar de lichaamsomstandigheden hadden dit verhinderd. In zijn predikatie handelde spr. over gebed en dankzegging, waarbij hij stilstond bij a. des dienaars bede in viervoudigen wenscli en b. dank aan God van leeraar en gemeente, die zoovele jaren tot den arbeid had bekwaamd. Na den dienst des Woords gaf Ds. Boersma een overzicht van de 1312 jaar die hij de ge meente van Koudum heeft mogen dienen. Hij richtte zich verder in het bijzonder tot tie jeugd, tot de catechisanten, tot de verschil lende vereenigingen tot vroegere en tegen woordige leden van den kerkeraad, tot den consulent, tot voorganger Kuiper van Hin- defó'open, welke gemeente Ds. Boersma jaren lang als consulent diende, tot de leden van het schoolbestuur, tot de onderwijzers en de ouders, en tot burgemeester Krol, die met zijn echtgenoote tegenwoordig was. Na de ernstige en weemoedige predikatie richtte ouderling A. Harkema als scriba van den Kerkeraad namens kerkeraad en gemeente woorden van dank tot den scheidenden pre dikant; toegezongen werd Ps. 134 3. Namens de classis Workum voerde de consulent Ds. B. E. van Buuren van Hemelum het woord. De heer R. Kuiper uit Hindeloopen dank! voor den arbeid daar verricht, terwijl de burgemeester, de heer J. Krol, namens het Chr. schoolbestuur woorden van vriendschap en waardeering tot den scheidenden predikant richtte. Toegezongen werd de zegenbede uit Ps. 121. Na den dienst was er gelegenheid persoon lijk afscheid te nemen, waarvan een druk gebruik gemaakt werd. Velen uit Hindeloopen en ook vele leden van de Ned. Herv. Gemeente en van de omliggende Geref. Kerken woon den mede den dienst bij. Ds. Boersma zal zich te Velp metterwoon vestigen. Ds. L. J. S. Crousaz hoopt Zondag 29 Nov. a.s. van de Ned. Herv. Gemeente, te Stryen afscheid te nemen en Zondag 6 December d.a.v. te 's-Graveland intrede te doen, na bevestiging door Ds. Ph. Peter, van Rynsburg. De heer W. F. Dankbaar, cand. tot den H. Dienst, hoopt Zondag 26 October a.s. intree te doen ir. de Ned. Herv. Gemeente te Kuinre, na bevestigd te zijn door Ds. J. C. van Dijk t.e Bloemendaal. Ds. N. R. Hefting, die een beroep naar Eelde heeft aangenomen, nem Zondag- midag afscheid van de Ned. Hen-. Gemeente van Nieuwe Schans met een predikatie over 1 Tim. 12b. Hem werd de zegenbede uit Ps. 121 toegezongen. Ds. Th. Hettinga, overgekomen van Duntumawoude, deed Zondagmiddag zijn in trede bij de Ned. Herv. Gemeente te Streef kerk, waardoor de vacature van 31i> jaar weer werd vervuld. Des morgens was bevestigd door zijn zwager, Ds. S. Kooistra van 's-Gravenzande, die tot tekst had geko zen Gen. 24 61b: „En die knecht nam Rebelcka en toog heen", waarin de predikant als bruidswerver werd geteekend tusschen Christus den Eruidegom en Zijn Gemeente, de Eruid. Toegezongen werd Gez. 77 1. Ds. Hettinga hield zijn intreepredikatie over 2 20-22, waarbij hij stilstond bij. 1. het fundament van het huis Gods, 2. de opbouv eu 3. de steenen. In de voorafspraak spraX hij enkele gloedvolle woorden gewijd aai nagedachtenis van zijn voorganger te Streef kerk, Ds. Poort. Toegezongen werd Ps. 134 3, op verzoek van den consulent, Ds. J. Lekker- kerker van Molenaarsgraaf. De gebruikelijke toespraken werden gehouden. Aanwezig waren behalve de consulent en bevestiger, Ds. J. H. Gunning E.Bzn. van Schoonhoven en Ds. A. Hoekert van Voorburg. Het kerkge bouw was vooral des middags geheel met belangstellenden gevuld. Ds. A. de Voogd van Vlissingen hoopt Zondagavond 18 Oct. intrede te doen bij de Ned. Herv. Gemeente te Delft (vac. J. 11. Rooseboom) in de Oude Kerk, na des morgens in de Nieuwe Kerk te zijn bevestigd door Ds: H. P. Brandt aldaar. Cand. L. K p i e r, van Leeuwarden, werd gistermorgen bij de Ned. Herv. Gemeenten van Birdaard en Janum bevestigd door Dr. J. C. Kromsigt, van Rinsumageest, met een predikatie over 1 Samuël 3 veis 20, waarbij er op gewezen werd 1e. waarin de ware be vestiging van den Dienaar des Woords be staat, 2e. hoe zij door 's Heeren kerk wordt erkend, en 3c. wat het doel daarvan is. Ds. Knier deed des namiddags intrede spre kende over 2 Corinthe 5 vers 20: „Zoo zijn wij dan gezanten van Christus' wege, alsof God door ons bade: wij bidden van Christus' wege, laat U met God verzoenen". Na de predikatie richtte de jeugdige leeraar zich tot zijn bevestiger, Dr. Kromsigt, wien hij tevens dankte voor zijn arbeid als consulent der gemeente verricht, tot zjn collega's uit den ring, tot kerkeraad, kerkvoogden en no tabelen, tot organist en koster, tot familie en vrienden, die mede aanwezig waren. Dr Kromsigt sprak daarna den nieuwen predi kant toe. Namens den kcrkeraad-verwelkonv de ouderling F. Vogel hem, namens den ring i Tijdsein. 10 r 10.30—11 Korte D3. J. Orfers. niumbespeling t 5 Hilvers ■nOnger ;rllkum. 11 Tüdsc den heer M. F. evr. L. J. A. sopraan. 12—12.15 Po- 2.30 Gramofoon. 12 30—2 Middagconcert; Mevr. O. van J! ivonzwaaü— Müllenkamp, zang. H. Hermann, viool. H. v. d. orst jr., cello. Mevr. R. A. v. d- Horst—Bleek- >de, piano. 2 Tijdsein. 22.30 Gramofoon. Mej. M. Wei 1.30 Conce 5 Tijdsein. 3G Kim Mej. C- J. A. Gelden,-.: leiden door ht. Znn aan. uit Utrecht. 6 Tl'dse landbouwers. Spreker: te te Ulntelo. Onderwer Nederland. 7.30—7.45 Pol Persberichten van het Ne Tijdsein. S—9.30 Kerkcone Kon. Chr. Oratorium-Vere onder leiding van Huberl wi'i king van; Suze Ludger orgel, en een solo-kwarte wijding. VARA. 10.1S rbeiders in de continu-bedrü- ven. 12 Concert. 1.45 Onderbreking voor ver zorging van den zender. '-'.15 Onze Keuken. 3 Maak het zelf. Cursus. 0.30 Voor de kinderen. 4.20 Gramofoon. 4.30 Voor de kinderen. 5.30 Gra mofoon. 6 Uitzending Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. 6.30 Gramofoon. 6.40 Toespraak. I Concert. 7.-15 Berichten ui het dagblad ..Het Volk". 7.45 Gramofoon. 8.3o Concert. 9.30 Klucht spel. 10.15 Vervolg Concert 11 Gramofoon. 12 Tijdsein en sluiting. Dokkum Ds. J. Visser, van Aalsum. Als col li-ga, vriend en buurman voerde Ds. P. A. A. Klüsener, van Wanswerd, het oord. Toege zongen werd Ps. 121 vers 4. NIEUWE PREDIKANTSPLAATSEN. Te Vlagtwedae Gr.) besloot de Geref. Ds. G. A. DEN HERTOG Naar de „Stand.'- meldt, zal Ds. G. A. den Hertog, pred. der Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam, binnenkort zich aan een operatie moeten onderwerpen, ten gevolge waarvan hij gedurende eenigen tijd zyn ambtswerk niet zal kunnen verrichten. Ook zyn ambtgenoot Ds. Chr. Schweitzer, zal op medisch advies voor eenigen tyd rust moeten nemen. OUDERLINGENCONFERENTIES. Te Leeuwarden wordt Donderdag 22 October a-s. in de Noorderkerk de ^aarlijksche conferentie van ouderlingen der Geref. Ker ken in Friesland gehouden. In de morgen vergadering zal Ds. S. W. Bos, van Leeu warden, handelen over: „Zondagsrust", ter wijl in de middagvergadering het woord gevoerd zal worden door Prof. Dr. G. Ch. Aalders, van Hilversum. Deze heeft tot onderwerp gekozen: „Hoe de ouderlingen naarstig Gcds Woord hebben te onderzoeken Te Dordrecht zal Woensdag 21 Oct. a.s. de tweede Classicale Geref. Ouderlingen conferentie plaats hebben. KERKGEBOUWEN. Te Borne heeft zich een comité gevormd, dat gelden zal inzamelen om in het bezit te komen van een luidklok voor de nieuwe (tweede) Ned. Herv. kerk, gelegen „over 't Spoor". DE KINDERMOORD TE WATERINGEN FEUILLETON DE STER VAN HALALAT Een verhaal uit den tijd der Babylonische ballingschap (73 „En ook op u ruete voil genade het oog dies Heeren," antwoordde Abiud. Na dien groet ©pra'k hij vriendelijk: „Ik zag uit uw blik, -dat -gij mij verlangde te ©preken. Ik ben uw dienaar!" „Vebgeef mij, 0 vorstenzoon, wanneer ik een onbescheiden vraag tot u richt!" „Vrees niet! Spreek! Abiud wees nog nooit iemand af, waarneer hij diens wenech kon bevredigen." „Welnu dan; ik zai spreken. Ik kwam met een karavaan uit Egypte om weer to gaan wonen in het land mijner vaderen ge lijk de anderen, die met mij van den terug keer de6 volks hoorden. Want weet. dat ik eens een beambte van den Babywsc'ncn stadhouder Ged-elja, hier te Jerusalem «as; ik nam deel aan een oproer tegen de Babc ïoniëns met Joarib, mijn broeder, en nog meer anderen en'vluchtte, toen ons leger veiölagen werd, naar Egypte. Mijn broeder keerde enkele jaren daarna met zijn beide kinderen Gaddis en Reeplia uit Memphis, waar het heimwee naar het vaderland hem ziök maakte, terug en zocht wederom hei land Kanaan op. Een reizend koopman, dien hij eenig bericht meegaf, bra oh t. mij we tijding, dat hij te Bethlehem woonde Nu vernam uk gisteren 'in. het ©tod-elf.-, dat beide kinderen, meer dan een jaar ge ieden, dit tand verlaten hadden. Naar me:. my zci-de, weren zij naar Babyion vertrok- uon. '»ok hoorde ik daar, dat een jongeling, met name Abiud, daar raar meerdere za ken onderzoek gedaan had. Ik bil u, mij te zoggen, of gij deze jongeling waart en of ge iets omtrent de kinderen weet." Ilad de vreemdeling wat nauwkeuriger op den jongeling gelet, dan zou hem do ver andering in de gelaatstrekken niet ontgaan zijn. Doch nu had Harmaza gelegenheid gehad zijn ontroering te verb ;rgen, terwijl r.ij bijna onhoorbaar zeide „Dan is zij dus ireér dochter van Abinrrims broeder en bij- i,e"olg ook niet van Suu.mil." „lioe is uw naam?" vra-óg hij op luider Lom J'phda.1, zoon van Ethoi.'' Wilt gij met mij gaan, Ophiai? Gij kunt mij d.na nog meer ophelderingen geven! Ik v-m mijn kant, weet u v/e.nif nieuws te vertollen.' Harma-za liep zoo haastig, dat Je vreem- iel.i-g hem slechts met moeite kon volgen. Zij hielden stil bij een groot gebouw. Den dienaar trad hen tegemoet „Neem het dier, Sisamvi. breng het bij onze kameelen en geef het te eten!" Toen gaf hij Ophia.1 een wenk, hem l? volgen. Dij luisterde aan een deur. „Zij as daar binnen," zeide hij cn opende [>e meisjes zaten bij elkander; zij zagen vreemd op, dat Harmaza in de deur s! A bind bleef ©taan en sprak tot den man. dl? hem vergezelde: „Verhaal deze meisjes, wat ik van u gehoord heb; want zi-e, daar is Re©ph-a!" Na deze woorden verliet hij het vertrek. De vreemdeling 11aderdie zijn nicht cn be richtte haan-, wat hij Abiud bereide had medegedeeld. Deze onverwachte onthullingen maakten een geweldigen indruk op het meisje. Zij was nauwelijks in staat te ademen en een gloeiend rood kleurde haar wangen. Zon der een enikeil woord te zeggen, zonder iets te vragen, bleef zij met gebogen hoofd luis teren, zélfs nadat de vreemdeling reeds ge ëindigd had. De vorst van Ju da trad in het. vertrok. Abiud had zijn vader met het voorgeval lene in kennis gesteld. „Respha," ©prak Zerubhabel, „iik wil u niet uit ons huis, waarin gij zoolang ge woond 'hebt, verdrijven; moor ale uw oora het verlangt, moet gij met hem vertrekken." Het meisje zag den vorst angstig aan. De oom antwoordde voor de nicht. Zooals gij beveelt, 0 vonst," sprak hij. „Waak nog zoolang over het kind, bid i!k u, tot ik het huis, hetwelk iik vroeger in deze stad bewoonde, weer hersteld heb! Ikm mag Respha haar oom de laatste da- pen zijns levens opvroolijken!' De vreemdeling nam af60heid. Hij liep door de straten tot lr.j jen oud, zeer ver vallen gebouw -vidoid- M-.ar naar 'het scheen was het b0«»if«ul. Een grijsaard osn-lc. „Zijl gij de eerag'-' bewoner van dit hnis?" vroeg Ophiai. „Mijn vrouw be-.vont lie. iet mij." nnt woorddie de ©prank'..-!me oude. „Doch vóór het volk terugkei'de, dient-» het menigeen, die de ©tad bezocht tit hert-' -g 1 ik voor name gasten heeft het onderdak verleend, niettegenstaande hot er erg hav-lo s uit zift Het is reeds velo m:\anlen geleden, dat een jongeling bij mij kwam Hij e'.i.-p hier, in deze kamer. Mos-illam ni-em le hij zich, cn zijn au Ier mott eon zcon Davids geweest zijn. Ook ander bezoek ontving- n wij. Zoo ©tierf hier, kijk i-n dit vertrek waar wij wonen een jonge vrouw, Sula- mith geheeten. De man, die haar vergezel de, bracht haar mee uit Babylon en zeide, dat cLe zieke zijn vrouw was. Maar het was niet zoo. Kort voor haar sterven bekende zij, die gemalin van Juda's vorst te zijn. De re-is had haar al te zeer vermoeid; zij wild® verder trekken, maar was genoodzaakt in Jerusalem te blijven. Wij begroeven haar in d-e nabijheid van die 6tad, bij de poort." In den beginne had de bezoeker met wei nig aandacht geluisterd. Maar wat hij la ter hoorde, trok zijn opmerkzaamheid. „I-Iëbt gij het den \-orst medegedeeld?" „Zoudt gij 'denken, dat het dezelfde is, die met zijn volk naar deze stad trok?" „Ga cn tracht -hem te ©preken. Hij zal u dankbaar zijn, zoo gij hem alles verhaalt Weet overigens, dat ik aangaande iets an dere hier gekomen ben! Dit huis, waar gij nu woont, behoorde mij een dertig jaren geleden." .En wilt gij, dat ik het verlaat? Ik h--n een oud men cn zou moeilijk ergens anders onderdok vin-den!" „Ik ral u niet wegjagen. Gij kunt blijven, ook terwijl het huis vernieuwd wordt." Ophiai) Avas naar Bethlehem terugeekee- l waar de karavaan nog altijd vertoefde. Hij trachtte eenige iinJiototingen omtrent zijn broeder in te winnen, Spoedig had hij hot (klein® huisje gevonden, waar J011 rib vroe ger woonde. TT et was thans weer bewoond. I Ophiai maakte het lmofd des huis zins j met het doel zijn-er komst bekend. I „Wilt gij," vroeg de man angstig, „da', wij d.c dochter Joarihs den prijs van dit huisje uitkeereu?" „Zij heeft uw geld niet noodig;* want ik ben rijk. Zijt gij al lang in Bethlehem?" „Wij zijn pas twee dagen hier." „Goed. Ik wou alleen maar met bemaald spreken, diie mijn broeder kende!" „Heer, mijn vrouw vond ergens i-n lit huisje een geschrift, dat wij benden niet kunnen lezen. Wellicht is het vam uw broe- „Laat zien!" sprak Ophiai driftig. De -ma-n zocht en vond eindelijk een stuk papyrus. Ophiai zag het haastig in. „Dat zijn dezelfde schriftteekens als die, welke in Egypte gebruikt worden!" Ilij bestudeerde langen tijd het schrijven; het kostte hem moeite, de hieroglyphcn, waarvan sommige bijna onleesbaar waren, te o-ntcijferen. Eindelijk zeide hij: „'t Is goed. dat gij dit papier hebt bewaard. Woon jaa«n lang in vrede op d-e bezitting mijns broedora! Zij zij de uwe!" Denze-DMrn d :g nog liet de Egyptenaar bij den voi-st vnn Jiuia om een onderhoud; verzoeken. D:/.e bemerkte spoedig, dat tie tij i:ng. Avelke OphHl bracht, een vreugdc- A-oCile was. „Twijfri gij nog. o vonst, of Respha het kind mijns broedens is?" „Ik tw ij Li n;ci la n gei*. Gij zult de waar heid gezegd hebben." „Maar sla een oog op dit schrijven! Tk ontving het v.-n den 111.111. die thans in het huis van Jon rib woont!" Met deze woorden j reikte hij den \-orat het. schrijven over. I Deze zag verwonderd op. „Die schriftteekens zijn mij vreemd," zei de hij oogenblikkelijk. „Zij wer-Ion in Egypte geschreven, liet is een koninklijk hes'uit. waarin Joarib, do 'ood, mM Gnddift cn Respha, zijn kinderen, verlof ontvangt, Memphis te verlaten en rve.nr het land der Joden terug te keeren, terwijl hem te\ens de koninklijke bc-eeher- ining voor de reis verzekerd wordt!" Dot was of de koning spijt gevoelde. „Welaan," ©prak de vorst, „noem het kind dan tot u. Zij is ons allen lief geworden. Maai gij hebt hooger recht op haar, dan «ij. Jk geloofde langen tijd, dat zij een dochter van mijn vrouw was, die mi; voor ja ïv 11 verliet." t»p het hooren van die woorden dacht de Egyptenaar dadelijk aan den spraakzamen c-ucle. „Gij zegt, dat uw vivcav u verlateu h«ft? We-1 gij. v .ar.rhecn zij trok?" „Ik i-"h 'tui tijdlang gemeen-d, lat zij naar -leze s* - eken vi.-i Kken was en ik zeide u immers, dat ik haai' voor de moe der van i'pe-} pa hie „Ik zal u zeggen, o a-oist, wat gij niet schijnt te Aveten: L'w vrouw 6tierf hier de stad, in het huis. dat ik eens het mijns noemde. Ik zal de lieden zenden, die haar bij haar laatste z:-kte verpleegden. Zij kun nen u meer vertellen!" Atis. d 1 Baby Ionische, trachtte Respha op te vroolijken. Maar het gelukte haar niet. Heden i! ie de oom zijn nicht m de \vo- nlng, d:e eetreszins opgeknapt wa6 ont vangen. „Ga, Respha! Aarzel n et! Ik ga met u," ©prak do vriendin. „Ik z.al de dagen der eoii7 inmheid mrt u doelen. Zij znJl-en u dan mi-ndoo* lang vallen (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9