ZONDAIGSBLAD SCHAAKRUBRIEK. a m M li i M i k m k a m B i fi li is Redacteur: W. J. H. CARON, Haarlemmermeerstraat 168, Amsterdam-W Men wordt verzocht correspondentie over deze rubriek Probleem no. 274 Van: V. VAN WARDENER i bovenstaand adres te richten. ia Q fli SSI 1 ut i II II Wit begint en geeft in twee zetten mat Wit (8): Kd8, Dh3, Th4, Tc7, Lg5, Pa5, pi.c5, c2 Zwart (4): Kd4, Lg7, pi.dö, e4 Probleem no. 275 Van: A. BALJEU, Delft Wit begint en geeft in d r i o zetten mat Wit (13): Ka4, Dhl, Tb4, Lli4, Pa2, Pc5, pi.aG, b3, c3, e7, f3, f5, g4 Zwart (6): Ke5, Dg8, Lb8, pi.a7, d3, f7 Een bekoorlijk probleem met goeden sleutelzet. Er zitten een paar geraffineerde varianten in. We Vonden geen nevenoplossing. Evenwel Oplossing van probleem no. 272 Van: AL BARULIN Wit (8): KcG, Da7, Tf8, Tl.5, Lal, Le2, Pd7, Pf3 Zwart (11): Kei, Tfl, Tg5, Lr3. Lg6, PI.3, pi.bi, cl, e3, f4, g3 Mat in twee zetten Sleutelzet: 1. Pf3—e5 Oplossing van probleem no. 273 Van: A. BALJEU. Delft .Wit (11): Ka8, DhG, Tul, Tel, Le5, Lli7, Pb5, Pb8, pi b3, c2, gi Zwart (10): Kd5, Tg3, LoO. PfG, Ph3, pi.bi, b7, c3, c5, cd Mat in d r i o zetten. Do autcursoplossing is 1. Le5d6. liet zwakke van den sleutelzet is, dat een looper, die „en prise" staat wordt weggespeeld en tevens een vluchtveld aan den koning afsnijdt. De afwikkeling van het probleem is echter zeer interessant: er dreigt na 1. I-df mat door 2. Tadlt Ld2 of d4 3. Tc5*. Varianten: 1TXg4 2. DXe3 Te4 3. DXc5* of 2.eö 8. DXc5$ of 2Pd7 3. DXcG* of 2Peil- 3. Dd3!-t; 1Ld4 2. TXeGI- KXeG 3. Lg8* nf 2 I.d4 speelt 3. Tcó* of 2Pe8 3. Lc4f; 1PXh7 2. Dg7! Kei 3. DXb7* of 2 ea 3. De5t; 1Pei 2. Dg71 PXdG 3. P,c7!$; 1Pf2 2. Dg5f enz. Jammer dat er toch een nevenoplossing bij dit in gewikkeld' probleem mogelijk is, nl.: L TadlfKXeö 2. PdG! .en zwart kan niet verhinde ren, dat liij mat gaat op den derden zet. Oplossing van probleem no. 270 Van: A. BALJEU, Delft. Wit (9): Khl, Da5, Te2, Lg6, LhG, Pc8, Pd8, pi.ci, d3 Zwart (5): Kdi, Pd5, Pfi, pi.d7, e5 Mat in twee zotten Sleutelzet: L Te2Xe6! Oplossing van probleem no. 271 Van: A. MARI Wit (10): Kd3, DaG, Tfi, Th7, Lal, Lf5, Pd 4, Pf3, p!.h5, cl Zwart (6): KfG, De5, Td8, Tf8, PdG, pi.eS Mat in twee zetten Sleutelzet: L PdicG! Goede oplossingen ontvangen van: A. Baljeu (alle) Delft; F. van den Berg (270, 271) Zwijndrecht; J. van Dijk (270) Haarlem; G. G. den Hollander (272. 273) Harderwijk; Ph. J. van der Linden (272) Leiden; L. Mol (271, 272, 273) Loosduinen; H. T. Nieuwhuis (270, 271, 273) Amersfoort; M. Opbroek (270, 271), II. C. J. Spier (270, 271, 272) en G. Trap man (270) Den Haag; A. A. Verwaal (271) Schie dam. CORRESPONDENTIE. H. C. J. S. te D. H. Zeker erg: er waren er twee! G. G. de H. te H. Uw vraag is boven reeds beant woord. GEWEIGERD DAMEGAMBIET Gespeeld in het landentournooi te Praag, Jnli 1931 Wit: MIKENAS (Litaucn) Zwart: KASIIDAN (Amerika) 1. d2—di 2. c2—ci 3. Pbl—c3 Pg8—fG cle6 d7—d5 Door omwisseling van zetten is nu de gewone stel ling van het Orthodox Damegambiet ontstaan. 4. Lel—g5 Pb8—d7 Dit of 4Le7 geeft weinig verschil in de orthodoxe verdediging. De tekstzet is iets soepeler, daa zwart nu nog de mogelijkheid openhoudt met Lb4 in de Cambridge Springsvariant te geraken. 5. e2c3 Lf8—e7 De Cambridge Springsvariant staat voor zwart in beleren roep dan de Orthodoxe verdediging. Niette min ktcst zwart voor de laatste. G. Pgl—f3 d5Xc4 Het is moeilijk uit te maken, of dit werkelijk tempoverlies is. Het schijnt haast wel zoo, wanneer rnen de voortzetting 0. 00 7. Tel c6 8. Ld3 dXc 9. LXc4 beschouwt. Immers na den tekstzet kan wit ineens nemen op c4 cn is dus de zet Ld3 niet eerst noodig. Hiertegenover staat echter, dat zwart straks cl c5 kan spelen eveneens zonder een tussohenzot (n.l.: c7- -cG). De rekening staat dan gelijk. Het ecnige nadeel, dat wij dan ook van 6. d5Xc4 kunnen zie:: is wel, dat zwart nu ook zichzelf gebonden heeft om de variant met c7c5 to spelen. 7. LflXci 8. 0—0 9. Lc4d3 10. Ddle2 a7—aG b7b5 c7—c5 Lc81)7 Zwart neemt niet op d4; dit zou slechts een wit stuk op een gunstige plaats brengen (PXd4). Om dezelfde reden (mutatis mutandis) slaat op c5, tenzij er gewichtige reden voor is. Tl. Tfl—dl Dd8bG 12. Tal—cl 0—0 13. Pf3e5 Stand na 13TfS—e8 voor hem gunstige corn- Zwart moet wel op fG nemen; na PXd3 zou vol gen 16. LXg7 en de Dame komt op g4 en zwart staat slecht 16. Ld3Xh7f! Is zwart nu beter af? Men oordeele echter niet te vlug. 16. Kg8Xh7 17. Dc2h5f Kh7h8 18. Dh5Xf7f KgSh7? Dit is een fout, maar wit ziet het niet; KhS moest geschieden. 19. Df7h5f en wit hield remise door eeuwig schaak of f7 cn h5. De vraag blijft over, waarom 18Kh7? wit goed was. Het antwoord geeft ons Janowski, die een bijzonderen prijs verdiende op het toumooi te New- Yorlc 1916 met als volgt voort te zetten in zijn partij tegen Chajos: 19. Pc5—d7! Pc5Xd7 20. TdlXI d7 (dreigt TXb7 en tevens DXfG) Lc6 21. Pe4 LXb2 22. Pe4—g5f Kh7—h6 23. g2—g4! (dreigt mat) g7— g6 24. 1)2h4 Te8h8 25. Df7—h7f Th8Xh7 20. Td7Xh7*. ONS RUILBUREAU TE SOEST. De lezers van ons blad zijn In do gelegenheid over tollige bonner plaatjes enz. in te ruilen aan Ons Ruilbureau te Soes;. Geruild -vorden: Verlsade-plaatjes. Klaverblad plaatjes. Bussin.:'-plnaties. Tieleman en Dros-plaat* fes. v. Delft Vogel-plaatjes, enz. Voorwaarden: Wat u ons toezendt moet onbeschadigd. de bons geldig en alles voldoende gefrankeerd zijn. 2e. Wij bepalen do waarde van het toogezondeno en hpf -i«w»v.-aagde. 3e Wonneer u aan Ons Ruilbureau wilt rullen, fs het noodig als minimum-bedrag 20 cL aan postzegels bil elke zending in te sluiten ter tegemoetkoming ln de onkosten. 4e. Wanneer a lets aanvraagt wat niet ln voorraad Is zullen wij u er iets anders voor in de plaats zenden. Maak gebruik van Ons Ruilbureau en lees s.v.p. go£d en nauwkeurig do voorwaarden. Correspondeer er over met Ons Ruilbureau te Soest. GLIMLACHJES. MISVERSTAND Ilij: „De keukenmeid heeft do dienst opgezegd, omdat je per telefoon zoo grof tegen haar gesproken hebt." Zij: „O, was dat de keukenmeid? Ik dacht, dat ik tegen jou sprak." ZATERDAG 26 SEPTEMBER No. 39 JAARGANG 1931! belioorendeJt^rx bü L NIEUWE LEIDSCHE COURANT DE HEERE REGEERT De HEERE regeert, HU is met hoogheid be kleed! de HEERE is bekleed met sterkte; HU heeft zich omgord. Ook is de wereld bevestigd; ZU zul niet wankelen. Psalm 93 1. Hoezeer hebben wij ten allen tijde noodig te geloo- 9,-en, dat de Heere regeert. Te allen tijde, maar toch meer dan gewoonlijk in tijden van verwarring, hebben wij dat geloof noodig zullen wij niet vertwijfelen. Als in ons leven en in de samenleving der men- schc-n alle dingen hun voo» ons gewonen gang gaan. als de regelmaat der gangen van het Godsbestuur voor ons duidelijk waarneembaar is, dan is het niet zoo moeilijk te erkennen, dat Hij regeert. Alleen opzettelijk ongeloof en moedwillige verblin ding kan in die vaste regelmaat God verloochenen en spreken van eeuwige en onveranderlijke wetten. Maar waarom toch eeuwig? Vanwaar dan toch die onveranderlijkheid? Hier kan ons denken en vragen niet ophouden. En ons hart laat er ons geen rust bij, dat wij bij een ding zouden moeten stilstaan. Alleen in den eeuwigen cn onvcranderlijken leven den God vindt ons gemoed cn ons verstand rust. En het geloof in Hem is een stellig weten zoowel als eon vast vertrouwen. 'Als alles zijn vasten en gewonen gang gaat dan vindt dit geloof dus geen bestrijding die het zou doc'n wankelen, geen bestrijding in de feiten die het heeft te verwerken. Maar als de wateren nu eens niet zachtkens meer vloeien? Als de rivieren, zooals het in dezen psalm heet (vs. 3), zich gaan verheffen? Als ze haar bruisen en haar aanstooting verheffen, zoodat ze wilde scluimende zeeën gelijken? Of, om het buiten beeldspraak te zoggen, als de vaste regelmaat wordt verstoord, als verdervende en vernielende machten worden losgelaten in de natuur om ons heen of in het leven der menschen, wat dan? Als de vastigheden i>- het leven waar alles op steunde losgewrikt worden, als de fundamenten die alles moeten dragen door de golven ontbloot en ge beukt cn onderwoeld worden, zoodat het gebouw zelf dreigt ineen to storten? Als ge die vaste rogeering van uw God, die tevoren alles zoo zegenrijk liet verloopcn, niet maar in de verschijnselen weervindt; dan lijdt het gemakkelijke geloof dat weinig moer is dan een godsdienstig ge kleurd optimisme toch wel schade. En zelfs het ware geloof wordt dan geteisterd cn beproefd. Nochtans is hot dan de juiste tijd om het geloof te baat to nemen als een vaste grond der dingen die men hoopt, als een bewijs der zaken die men niet ziet En zoo het geloof maar van echten oorsprong en van zuiver gehalte is, zoo het maar steunt op den eenigen onvvrikbnrcn grondslag, dan houdt het stand, dan komt het gelouterd en bevestigd uit de beproe ving te voorschijn. Indien het zijn zeiverheid alleen heeft in wat de ervaring leert dan zinkt het ook weg, zoodra die ervaring een ander wordt. Het is dan slechts een natuurproduct, dat aan alle wisselingen der natuur onderhevig is. Maar indien het zijn oorsprong heeft in God zelf, 'die zich in zijn Woord ons geopenbaard heeft, in dien het aan dat Woord georiënteerd is, indien liPt steunt»op 1-Iem die vóór en boven de wereld en nochtans ook allerwege met en in haar is, dan vindt het in Hem ook zijn vastigheid. God is dan niet een denkbeeld van ons, maar de levendo God. Hij doet zich golden. Hij spreekt en handelt. I-Iij liccft zich geopenbaard. Hij maakt zich aan ons bekend, zoodat wij weten wie Hij is. Hij heeft zich genoemd. Hij is niet de naamlooze afgod van de wijsbegeerte die zijn Woord niet ge looft. Hij is niet de afgod van het heidendom, dat zelf zijn goden namen geeft. Maar Hij heeft zelf zijn naam ons voorgezegd en op onze lippen gelegd. Daarom roemt zijn volk, wiens God Hij is, niet alleen: God regeert; maar: de Heere regeert. En met het noemen van dien naam HEERE treedt op eens voor ons zielsoog de luister van al zijn deugden, de roem van al zijn daden, de rijkdom van al zijn werken. De Heere regeert. Dat is ITcm eigen. Omdat Hij de Heere is. Het vloeit uit zijn eigen wezen voort Of neen, zoo is het tóch weer te on-persoonlijk gezegd: Hij brengt dat uit zijn eigen wezen te voorschijn. Daarom zegt de psalmist: Hij is met hoogheid be kleed, de Heere is bekleed met sterkte, maar ook: Hij heeft zich omgord. En het kleed is hier niet een uiterlijk omgehangen gewaad, maar de verschijning waarin blijkt wie Hij is: de hoogheid en de sterkte zijn zijne; Hij is zeer verheven cn almachtig. Hij zelf. Dit, en dit alleen is het, waardoor do wereld be vestigd is. Daarom en daarom alleen wordt ze niet bewogen, wat ook op haar verandere. Daaraan alleen danken we do vastheid en de regelmaat van de natuur en van ons mcnschelijk leven. De verwarring komt er alleen door de zonde, die tegen Gods ordeningen ingaat. En ons door de zonde verduisterd verstand vat die ordeningen Gods niet meer op de juiste wijze. Zoo wordt do Goddelijke orde verstoort, in ons en rondom ons. Juist die verstoring en verwarring is cr een be wijs van dat toch de Heere regeert cn blijft regecren, dat Hij blijft handhaven zijn eenmaal gestelde orde ningen. Niemand is in staat deze door andere te ver vangen. Wie het tracht komt met Hemzelf in botsing. Een strijd die hij moet verliezen. Want hoe ook de wild geworden stroomen haar bruisen mogen verheffen en verheffen haar aan slooting, de Heere in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van-groote wateren, dan de geweldige baren der zee (vs. 3, 4). De Heere regeert, Hij blijft regeeren. Er kan in zijn rijk wel revolutie uitbreken, die Hem de rcgccring uil handen tracht te wringen. Maar de strijd is te ongelijk. Hij laat zich niet onttronen. Het blijft zelfs in zijn woeden toch van 1-Iem afhankelijk. En daarom eindigt dit loflied van de regeering onzes Gods in de belijdenis: Uwe getuigenissen zijn zeer getrouw; de heiligheid is uwen huize sierlijk, Heere, tot lange dagen. Uw getuigenissen, dat is hetgeen dc Heere getuigd heeft van zijn raad en wil, van zijn wil en ordenin gen, saamgovat in zijn Woord dat Hij aan Israël hoeft toebctrouwd en in de volheid des tijcis heeft voltooid door zijn heilige apostelen en profeten. Ze zijn zeer getrouw. Dat Woord verandert niet, al veranderen dc tijden, al wisselt alles hier beneden. Daarom zal de "uitkomst altijd weer zijn, dat zijn Woord blijkt waarheid te zijn. Zijn beloften worden vervuld. Ook zijn bedreigingen worden volvoerd. En dc vastheid van zijn hand in het regecren blijkt ook in zijn straffen over een wereld, die zich aan Hem en zijn ordeningen zoekt te onttrekken. Maar heiligheid is dan ook het sieraad van zijn huis. Heiligheid, dat is de overeenstemming met zijn wil. Ze is het sieraad van zijn huis, waar Hij woont onder zijn volk, waar Hij zijn volk tot zich vergadert. 1-Iier trekt wie den Heere vreest zich telkens terug. Hier, in de ontmoeting met Hem die regeert, gevoelt elk die Hem kent zich weer veilig. Hier wordt het geloof weer gesterkt om straks in het moeilijk leven den strijd weer aan te binden met dc bange en benauwende ervaringen. Hier wordt het geloof gericht op zijn getuigenissen. Hier worden wc geoefend in de overeenstemming met zijn wil. Van hier nemen we mede in ons leven de kracht om met zijn getuigenis ons te werpen in den levensstrijd. Hier worden we toebereid tot dat eeuwige leven in zijn eeuwig huis, waar alles heiligheid is, waar alle tegenstand is gebroken. Want do Heere zal tot m eeuwigheid regeeren. Uw God, o Sion, is van ge slachte tot geslachte. DE PERELKENS VAN DE HEI Ginds..., in do heide..., langs poovore pa&n Daar lachen me blozende lievekens aan. Ik weet er hun naanikcns, en 'k noome ze blij: „De pcrelkens van de hei". 't Zijn perclcntrosjes van rozig satijn, 't Zijn Japansche vaasjes van broos porcelijn; Li oil t trillend bij zoentjes van vlinder of bij, Do pcrelkens van de hei. Bijwijlen dan knikken, bij 't windoke kleen, Die schuchtere kopjes van „ja" en van „neen". Dan frazclenstemmig, als klokjes der Mei De pcrelkens van de hei. O wondro juweeltjes, o troosterkes mijn. Geen bloninicko bloeit er met kunstiger lijn! En zijt ge zóó simpeltoch blijft go voor mij De perelUens van de hei. ALICE NAHON. ritseion, fluisteren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11