Het Communisme in de Practijk KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT MAANDAG 7 SEPTEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 7 (Nadruk verboden). Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen EEN VROEGE HERFST? ïsoek naar de ligging der lagen en de ex- TT.k x >,ot ploiteerbaarheid, zonder behoorlijke mecha- Uit Saratof wordt aan denische inrichingen, geheel van hout- ook de volgende getelegrafeerd: „Terwijl ^'^"betimmering vin de schacht Kortom, men nog met op schoven gerot is zijn «eens, h0[ujer(je verachillende plaatsen in ingevallen en wijst alles op een vroeg ra- n krabben vallenden herfst". De Waden JJfS" °P H Het gevolg zal zijn, dat men over eenige verantwoordelijkheid der plaatselijke lei-, jarcn |u m£t e(m g'r00l aanla, k,eine mjju. tjes, die een reusachtig onderhoud ver- eischen en in vele gevallen nauwelijks de reweg de meeste districten h«t graan nog ko,en yoor eigen gebruik zullen opbrengen niet op schoven gezet, dreigen er mi Ontelbare exemplaren daarvan bestaan tonnen verloren te gaan. DE JACHT OP HUITENLANDSCHE VALUTA. Vindingrijke ambtenaren hebben een nieuw middel bedacht om buitenlandsche valuta in de sowjerf-schatkist te doen vloeien. In afwijking van vroegere regelen geldt thans, dat bij het zenden van post pakketten uit het buitenland naar Rusland door de afzenders het bedrag aan invoer rechten moet worden voldaan in de valuta van hun land. Het zijn geen groote bedragen, die zoodoende binnenkomen, maar alle beet jes helpen. De invoerrechten zijn als regel zeer hoog, ongeveer vijf maal de waarde der producten- zoodat degene, die familie leden in den heilstaat, wil helpen aan levens middelen, (iets anders wordt als regel niet toegelaten te zenden), diep in de zak moet tasten. Teneinde ontduiking van deze bepalingen tegen te gaan, heeft, de sow jet-regeering het recht tot aannemen en verzenden van pak ketten aan enkele particuliere firma's in verschillende landen verpacht, en deze heb ben toe te zien, dat de (pakketten geen ver boden waar bevatten. Ten overvloede zijn de pakketten gestandaardiseerd, en c.a. 60 mol dellen vastgesteld, waaruit men een keus kan doen. Men mag echter geen pakket zelf Bamenstellen, doch moet een standaard pakket zenden. EEN NOODSPRONG. Het centrale comité der communistische E'ij heeft voorgeschreven wat het volgend met de kolenproductie moet geschieden. »n honderd millioen roebel zullen in 1932 beschikbaar (worden gesteld direct voor de ontwikkeling van de kolenmijnen en de piaaltsing van het vuil naar de binnen- cokesindustrie in de verschillende rayons, plaatsen, waar het blijft liggen rotten, tot en bovendien nog een paar honderd mil- £at de zeldzame figuur van een vuilnisman Jioen roebel voor het stichten en verbeteren eens een hoogst enkele keer verschijnt, van fabrieken, die de machines voor de - Over bad- en waschgelegenheden wordt mijnindustrie zullen moeten vervaardigen, j wej gepraat, maar verder komt men er niet Voor dengene, die met de Russische ko- j mee. Bedenkt men daarbij nog, dat zeep ïenindustrie bekend is, blijkt uit deze be-;een onbereikbaar iets is, dan wordt het slissing zeer duidelijk de noodtoestand waar- langzamerhand duidelijk, dat vrouw Ofit- in de regeering zich bevindt. Hier is geen serowa werkelijk een heldin is en waard sprake meer van -giganten", maar hierwor-om verheerlijkt te worden, den mijntjes aangelegd veel kleiner dan de thans in werking zijnde in Duitschland en- Amerika op het peil van de slechtst wer- kende Engelsche mijnen, die in dat land de kolencrisis zoo acuut hebben gemaakt. De sowjet-regeering kan niet anders, omdat het ontwikkelen van een moderne mijn nu eenmaal minstens drie, en soms wel vijf jaren duurt, en men terstond, liefst mor gen, de kolen wil hebben. Dat neemt echter niet weg de beteekenis van deze kleine, on rendabele mijntjes. Deze worden ingericht overal, waar men aan de oppervlakte spo ren van kolen -vindt, zonder grondig onder- reeds in Rusland en zijn gedeeltelijk geslo ten als onexploiteerbaar Stellig kan reeds nu worden voorspeld, dat het milliard aan roebels, hetwelk voor die werken zal wor den uitgegeven, voor het overgroote deel weggesmeten geld zal blijken, zooals trou wens het geval is met alle gelden, die de sowjet-regeering besteedt aan den z.g. -.socia- listischen opbouw", zoowel in het klein als in het groot, KLEINE GENEUGTEN. Men heeft in de sowjet-unie een nieuw soort helden ontdekt; een er van, de arbei dersvrouw Ofitserowa, is zelfs in het Mos kousche blad „Wetschemaja Moskwa" ge huldigd Waarom? Omdat zij haar woning stofvrij en zindelijk hield en haar man be hoorlijk verzorgde. Dat is in de sowjet-unie •blijkbaar een uitzondering die aan de groo te massa ten voorbeeld moet worden ge steld. Gemakkelijk is het dan ook niet om zindelijk te zijn zelfs al heeft de woning van deze heldin en die is er nog niet slecht aan toe, een oppervlake van 10 vierkante meter, dus een kamer van ruim 3 bij 3 M. Inderdaad is het niet gemakkelijk zelfs zoo een ruimte zindelijk te houden, vooral niet wanneer de natuurwetten gevolgen heb, ben en daar ook kinderen geborgen moe ten worden. De attributen voor zindelijkheid zijn uiterst moeilijk te krijgen. Zelfs een dragelijke tan denborstel vindt men in de sowjet-hoofdstad niet, zoo meldt het Moskousohe blad lako- niek, laat staan dan grootere borstels. En met de handen alleen) wordt men net stof niet meester. Daarbij komt/ dat zelfs de zindelijksten het #jet verder kunnen brengen dan tot ver- BELGISCHE BEELDENDE KUNST Tentoonstelling te Amsterdam geopend Zaterdag is te Amsterdam in de eerezaai van het Stedelijk Museum de tentoonstel ling voor Redgieöhe Beeldende Kunst ge opend. Een illuster gezelschap garf blijk ven zijn belangstelling. Er waren o.m. aanwezig leden van het Eere^Comi'té, o.w. minister J Terpstra, Jhr. Mr. Dr. A. Roöll, Commissaris der Koningin in Noord-I-Iol land, de heeren W. de VÏugt, burgemeester der hoofdstad, E. Heldring, voorzitter der Ameterd. Kamer van Koophandel, F. Schmidt—Degener, hoofddirecteur van het Rijksmuseum; voorts Z.Exc. Maskens, ge zant van België te Den Haag, de heeren H Versteeg, hoofdcommissaris van politie te Amsterdam, Ed. Polak, oud-wethouder van Onderwijs en Kunstzaken, thans wethou der van Financiën, Th. M. Ketelaar, Dr. Paul CronCieim en tenslotte vele bekende schuldeis, letterkundigen en andere kunste naars. Burgemeester de Vlugt heette allen wei kom, waarna Z.Exc. Petdtjean, minis ter van Sohoone Kunsten in België de ten toonstelling met een rede opende. Aan de maaltijd, die daarna volgde, garf minister Terpstra zijn Belgische ambt genoot de verzekering van de opreohte be langstelling en sympathie vam de Nedeir- landsohe rageening voor de tentoonstelling NEDERLANDSCHE FILMKUNST Film der Ned. Jengdherberg Centrale De Filmfabriek Polygoon te Haarlem, heeft in opdracht der Nederlandsche Jeugd herberg Centrale een propagandafilm voor dteze Federatie vervaardigd. Het Manuscript is van Max de Haas, de op name van Ah Keyzer en Jan Jansen. 17 Sept a.s. zal in het Meerhuis te Amsterdam de eerste voorstelling voor genoodigden plaats vinden. STADHUISCOMITé-VEERE Het comité, dat zich ten doel stelt belang stelling te wekken voor de restauratie van 't -fraaie Raadhuis te Veere, en zoo mogelijk, deze belangstelling ook in klinkende munt om te zetten, heeft bericht ontvangen, dat de Commissaris der Koningin in 'Zeeland, jhr mr J. W. Quarles van Ufford, het eere-voorzitter schap van dit Comité wel heeft willen aan vaarden. Het eere-Comité is thans definitief samen gesteld. O.m. hebben daarin zitting mr. H. J Dijckmeester, oud-Commissaris der Koningin in Zeeland en prof. ir. J. A. G. van der Steur Hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool te Delft, voorzitter van de afd. B der Rijks commissie voor de Monumentenzorg. scheen te bestaan, te betreuren. Wij heb ben zonder hartzeer die fata morgana zien verdwijnen, en wij gaan voort te wer ken, ieder op zijn gebied, sterk in het ver trouwen, dat ons gezamenlijk streven ons nader brengen zal tot ons gemeenschappe lijk ideaal. AEROLOGISCH STATION OP IJSLAND In verband met het internationale pool- jaar 1932—1933 wordt overwogen, een aero- ïogisch station op IJsland te vestigen, waar toe die IJslandsche regeering haar toestem ming heeft gegeven. Hr. Ms. Nautilus is thans op weg om een onderzoek naar de mogelijkheid daartoe in Reikjavik in te stel len. waarvoor twee officieren-vlieger zich thans aan boord bevinden. Gemengd Nieuws. Kunst en Letteren. HALL CAINE. Gemeld wordt, dat Hall Caine's laatste wil is, dat zijn nagelaten betrekkingen trachten de herinnering aan zijn werk levendig to houden door nieuwe uitgaven daarvan en van opvoering van zijn stukken en films. TENTOONSTELLING BELGISCHE KUNSTENAARS In het Stedelijk Museum te Amsterdam werd Zaterdagmiddag een tentoonstelling geopend van werken van Belgische kunstenaars. Deze foto werd genomen tijdens de rondgang der autoriteiten. Van links naar rechts de heeren De Vlugt, burgemeester van Amsterdam, Baard, Petitjean, Belgisch minister van K. en W., Minister Terpstra en Paul Lambatte. Wetenschap. INTERNAT. ORIENTAÜSTEN- CONGRES WERD HEDEN TE LEIDEN GEOPEND. Hedenmiddag is in de feestelijk versierde Stadsgehoorzaal te Leiden het achttiende In ternationale Orientalistencongres geopend. Mr. J. Terpstra, Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, heette de leden van dit congres namens de regeering welkom in Nederland. Spr. gaf de verzeke ring, dat in Nederland een in de historie van onze natie vastgewortelde belangstelling voor de Orientalistische studiën aanwezig is en dat regeering en volk beiden overtuigd zijn van de belangrijkheid der vraagstukken die dit congres zullen bezig houden. Hierna hield de voorzitter, Prof. Dr. C. Snouck Hurgronje, de openingsrede in de Fransche taal. Evenals in 1883, aldus Spr., is het comité van organisatie, dank zij de welwillende medewerking van alle autoriteiten in staat gesteld, U in ons kleine Leiden een beschei den ontvangst te bereiden, met weinig uiter- lijken glans weliswaar, maar met destemeer hartelijkheid. Zonder den krachtigen steun van de Nederlandsche Regeering, van het Leidsche Gemeentebestuur, van de Curato ren onzer universiteit, van de directies on zer academische instellingen, van de musea en van den Hortus botanicus, zonder den bijstand van het Koloniaal Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Neder- landsch-Indië in Den Haag, en van het Oos- tersch Genootschap in Nederland te Leiden, zonder de gastvrijheid onzer Leidsche mede burgers en de actieve sympathie van vele landgenooten zou het ons onmogelijk ge weest zijn, ons te kwijten van de eervolle taak, die het Congres van Oxford, roem rijker nagedachtenis, ons drip jaren geled'-n op de schouders legde. En deze heugelijke en vaderlandslievende samenwerking voyd haar bekroning in de belangstelling, die het Koninklijk Huis wel aan onze bijeenkomst heeft willen betoonen: H. M. de Koningin door een kleine deputatie onzer leden uit te noodigen tot een ontvangst in Haar paleis „Het Loo" en Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden niet slechts door het bescherm heerschap van ons congres te aanvaarden, maar ook door het willen bijwonen van en kele onzer samenkomsten. Verder gaf Spr. een uitvoerige vergelijking tusschen 1883 en heden, waaruit blijkt, dat zich in die 4S jaren een treffende evolutie heeft voltrokken. Onze terugblik geeft ons, zoo besloot Spr., geen aanleiding om de eenheid onzer vak ken, zooals die nog in de vorige eeuw POGING TOT DOODSLAG VECHTPARTIJ OP LEVEN EN DOOD. Zondagmiddag heeft even over de Duit- sche grens bij Venlo een veohtpartij plaats gehad tusschen een ©trooper en een jacht opziener. De 33-jarige F. Xofleer, wonend? on de Kleine Heide te Venlo, ging in de omgeving van het Duitsche dorp Stralen konijnenstrikken uitzetten. Hierbij werd hij verrast door den jachtopziener Wagner. Xofleer hitste zijn hond op te-gen den jachtopziener. LTit zelfverdediging sch-iot Wagner het dier dood, terwijl hij Xofleer arresteerde. Hij wist echter onverwacht 103 te rukken en den jachtopziener diens ge weer te ontnemen. Met den kolf hiervan aloeg hij naar het hoofd van den opziener. Deze wist den forschen slag, die zoo hevig was dat de kolf van het geweer afbrak, met zijn arm af te weren. Tengevolge van den slag ging 't geweer af. Hierbij kreeg X. ©en schot hagel in bovenbeen en onderlijf. Mot bovenmenschelijke kracht begonnen beide mannen nu een gevecht om het beeit van het geweer. Hierbij trok X. een mes en bracht den jachtopziener eenige bloedige steken toe. Wagner, die begreep, dat het voor hem den dood zou beteekenen, indien X. het geweer zou kunnen bemachtigen, trok ook een mes om het individu van zich af te houden. Dit gevecht tusschen de bei de mannen duurde meer dan drie kwartier. Tensotte trok X. zich terug op Nederlandsch grondgebied, nabij de Venlosche hoeve Hol van Holland. Per ziekenwagen werd hij van daar naar het ziekenhuis te Venlo overge bracht. De bekomen wonden in het onder lijf tengevolge van het schot hagel zijn zeer ernstig. Tengevolge van de bekomen messteken aan zijn handen en armen heeft Wagn< veel bloed verloren. Zijn toestand is echter niet zorgwekkend. Zondagavond te ongeveer 7 uur stond de luxe-auto van den heer Jung uit Amsterdam, waarin zich nog drie andere personen bevon den, bij de nieuwe spoorwegoverbrugging op den Muiderstraatweg. Op een gege/sn oogen- blik kwam van de richting Amsterdam eer luxe-auto die vlak voor den spoorwegovergang begon te slingeren en slipte De auto kwam in botsing met den wagen van den heer J. De aanrijding was zoo hevig dat de auto vai heer J. een tiental meters werd weggeslingerd en totaal vernield werd. Een inzittende dame, mej. de Jong uit Amsterdam, bekwam een ge broken pols en werd door Dr. der Kinderen geholpen. De anderen kwamen met de schrik Na de aanrijding trachtte de bestuurder van de aanrijdende auto zjjn motor nog op gang te brengen, om weg te ryden, doch dit mocht hem niet direct gelukken. Naar nader is ge bleken, heeft de bestuurder zich uit de voeten gemaakt. De marechaussee heeft proces v baal opgemaakt en stelt een onderzoek in. INBRAAK TE TILBURG. Gedurende de afwezigheid der bewoners is te Tilburg ingebroken in een .perceel aan de Telegraaf straat. De ongenoo le gast was, na een tocht over de daken, door verbre king van een raam aan de achterzijde van het huis. binnengedrongen. Hoewel de man niets heeft achtergelaten, neemt men aan dat hij gebruik heeft gemaakt van een schroevendraaier of een smallen beitel. De inbreker heeft slechts een bezoek gebracht aan de slaapkamers, welke boven in het huis gelegen zijn. In de slaapkamer van den ongehuwden bewoner, die een gedeelte van het huis heeft verhuurd aan een andere fa milie stak een sleutel in het slot van een linnenkast. Hieruit werd een geldkistje en een gouden horloge meegenomen. In 'het geldkistje bevond zich een waarde van on geveer f 7000 aan effecten. Van den dader ontbreekt ieder spoor. In verband met dezen inbraak maakt de Commissaris van Politie te Tilburg bekend dat ontvreemd zijn: Twee 5 pet pandbrie ven, groot elk f 1000, der Tilburgsche Hy potheekbank, serie E nummers 172 en 720; een Staatsschuld Nederland, 1931, groot f 1000, nummer 167661; twee obligaties meente Tilburg, elk groot f 1000, numir 421 en 422; een Staatsschuld Nederland 1919, groot f 1000, nummer 330.682 en een Staatsschuld Nederl.-Indië, groot f 1000, i pet leening 1929, nummer 56.448. Het was in het liefelijke Kana, gelegen in Transvaal. Zendeling Haccius had met de zijn zoi.g toevertrouwde zwarte gemeen te het Paaschfeest gevierd. Met geestdrifti- gen gloed, hem eigen, had hij de inboorlingen den opgestanen Heiland verkondigd en hen verteld van Zijn verrijzenis uit dood en graf. Hoe ten derden dage de boeien des doods verbroken waren, en Christus Zijn triomf •had getoond over hel en dood. Met stillen aandacht had de schare geluis terd naar de heerlijke verkondiging van het Woord des Hoeren, dat zendeling Haccins in naam van zijn Zender uitsprak. Er waren ook veel kinderen in de kerk ge weest Een paar echter hadden op het vee moeten passen, en een kind van drie jaar was met de jongens meegeloopen. Zijn ouders woonden een paar uur van de kerk af. Toen de jongens hun vee verder gedreven hadden, wist de kleine man den weg niet meer, en liep op zijn eentje al verder en verder voort, tot het eindelijk kwam in de Zwarte Bergen ten oosten van Kana, waar het zeer woest is ,en 's nachts veel wilde die- rondzwerven, waardoor het arme wicht veel gevaar liep versoheurd te worden. Het kreeg ook honger en dorst tenslotte, en doodelijk beangst werd het, toen 's avonds een zwaar onweer losbarstte en de regen in 6troomen neerviel. Intusschen waren de herdersjongens zon der het kincl thuis gekomen, en bange zorg vervulde het hart zijner ouders. Zij zochten tevergeefs den .geheelen nacht naar hun kind, in het dorp en op het veld, terwijl de geheele gemeente rich bij hen aansloot gewapend met lantaarns en fakkels. Maar helaas zon der resultaat Den volgenden tweeden Paaschdag kon het geen kerk zijn, omdat de geheele ge meente naar het kind zocht. Zelfs uit de naburige plaatsen kwamen de menschen om te helpen zoeken. Zoo zochten ze bijna drie dagen en nachten zonder het kind te vin den. En tezamen knielden zij neder en smeekten God of de ongelukkige ouders hun dierbaar kind mochten wedervinden. En de Heere zag neder met barmhartig heid op de tranen der óngelukkigen en ver hoorde hun 6meekingen, want zie, op den derden dag vonden vrouwen uit een ver ver wijderd dorp, die in de bergen hout sprok kelden, een knaapje, dat onder een boom zat en van zijn gele vruchten at. Zij wisten niets van het verloren kind en vroegen naar zijn naam. Toen het knaapje dien uitstamelde, zeiden zij: „Zoo heet er geen een in ons dorp". Zij brachten het knaapje toen naar een ander dorp, dat tot de gemeente van Kana behoorde. Hier wist men van het vermiste kind en ten spoedigste werd het in triomf naar zijn ouders vervoerd. Men kan zich de groote vreugde voorstel len van de ouders, toen zij hun dierbaar kind weer als uit den -dood terugkregen, en hun hartelijken dank aan den grooten Hoor der des gebeds vertolkte zich in de woorden van den Psalmdichtei-: Wat zal ik met Gods gunsten overla&n Dien trouwen Heer voor Zijn gena vergelden. In Kana werd de klok geluid om het heu gelijke nieuws zoo spoedig mogelijk aan al de gemeenteleden mede te deeïen ,dat het vermiste knaapje gevonden was. „Het was een wonder in onze oogen", schrijft zendings-director Haccins in zijn „Erlebbnisse und Eindrück in Süd-Africa". Drie dagen en drie nachten was het kind weggeweest, eenzaam en hulpeloos in de Zwarte Bergen, aan de regen en de koude blootgesteld. Zonder vader en moeder die hpt te eten gaf, het beschermde en verwarmde. Drie dagen stilde het zijn honger met bes sen en dronk uit de beek, tot het zich des avonds .moede en mat, tegen een boom neer zette ,en zich in slaap weende. Het was ech ter of Gods engelen waakten over het kind, en het beschermden tegen de gevaren van het wild gedierte. Geen slang, geen giftige schorpioen had het eenig letsel toegebracht. De goede Herder behoedde het arme schaapje en bracht het weer veilig tot zijn ouders, die het Schriftwoord nu beter dan ooit verston den ,dat wie op den hoogen God vertrouwt, zeker op geen zand heeft gebouwd. Het was een heerlijke gebedsverhooring en een won derbaarlijke Paaschprediking. O. L. A. C LOODS GERED. Bij ruwe zee kwam gistermiddag om kwart over een de Lingestroom van de Hollandsche Stoomboot-Mij., gezagvoerder de heer Van Os, voor IJmuiden aan. De loods boot zetten een jol uit met drie roeiers en de loods Kuiper, om deze af te zetten op de Lingestroom. Juist op het moment dat de loods naar de touwladder sprong, werd de jol door een golf naar beneden getok- ken. De loods viel in de zeer woelige zee. De eerste stuurman der Lingestroom, de heer Visser, had de tegenwoordigheid van geest direct een lijn uit te werpen, die door den loods Kuiper werd gegrepen, waarna Kuiper in de loodsjol kon worden gche- schen. Dank zij kapitein Van Os en stuurman Visser liep het voor den loods Kuiper goed af. De Lingestroom kwam van Londen. DOOR EEN KOE AANGEVALLEN De landbouwer van Tuil te Vleuten moest met een koe naar den veehouder H. aan den Meerendyk. Plotseling werd het beest wild T. werd zoo ernstig gewond, dat men v< zyn leven vreest. Radio Nieuws. Dinsdag 8 September. HUIZEN (298.8 M_) KRO. 8—9.15 Morgencon cert. 1011.30 Gramofoon. 11-3012 Godsdien stig halfuurtje. i2 Tijdsein 12.01—12.15 Politie berichten 12.151.45 Lunchconcert. 1.452 Gra mofoon. 2—2.30 Vrouwenuurtje. 3—3.30 Gramo foon. 3.304 Verzorging van den zender. 44.30 Gramofoon. 4,804.50 Spreker. 4.506.30 Diner concert. 6,307 Spreker. 77,30 Spreker. 7.S0— 7.45 Politieberichten. 7,458 Gramofoon. 8li- Concert 1112 Gramofoon den zender. 2.30-3 Spreekster. 34 Gramofoon 4—5 Kinderuurtje. 67 Orkest. 7—7.30 Gra mofoon. 7.308 Lezing. 811 Omroeporkest. 10 10.16 Nieuwsberichten van Vaz Dl as. 1112 Gramofoon. 12 Sluiting. GEEN „FADING" MEER? to kunnen worden. 71. „Als ik *11 troep van die wilden mee kan krijgen," zei de kapitein den an leren dag, „zullen we dwars door heel Afrika naar het Zuiden trekken!" Dadelijk daarop beg-on hij met het opperhoofd te onder handelen, wat nu niet zoo erg vlot ging en met behulp van aillerlei gebaren plaats moest hebben. 72. Maar eindelijk werden ze 't todh eens De kapitein kreeg een twintigtal negens mee, alle voorzien van de noodige proviand De vliegmachine werd bovenop den apen- wagen gezet en stevig vastgebonden. De drie wereldreizigers namen er in plaats, en terwijl de negers met vereende krachten trokken, zette de stoet zich in beweging. (Wordt Woensdag vervolgd.) FEUILLETON DE STER VAN HALALAT Een verhaal uit den tijd der Babylonische ballingschap Adhdramu driep verder; maar hij wist niet jvelke deur toegaug garf tot het vertrek, waar d-e Jod-in moest verbolgen zijn. In oen der vetrtrefleken stond een lamp. Hij greeip ze heit was nog altijd donker en •tanmd-e Ihderiheen en daarheen, zond- acht te geven op de eunuchen, die hij ontmoette en alleen een bldlk werpende op die vrouwe lijke wezens, welke hij bemerkte. Maar wie hij ook g-ezien had, Tama en Respha waren nog niet gevonden. En nog aJitijd ijlde hij van de eene deiur naar de andere. Middelerwijl waren ook de Fteraieohe soldaten genaderd en nu en dan ontmoette hij enkele krijgers, die plunder den en zooveel roofden, als zij maar mach tig konden worden. Plotseling stond hij voor een gesloten deur. Met zijn kort zwaard 6loe>g hij er met alle geweld op; maar het baatte niet. Ein delijk gelukte het hem het slot te verbre ken. De kamen-, welke hij nu binnentrad, wa6 prachtig ingericht Doch niemand wae aanwezig. Een voorhangsel op zij schuwen de, kwam hij in een ander vertrek. O -k hier alles stil. Toch bfleerf de Sipparaner zoeken. Toen hij nogmaals eon voorhangsel verwijderde, blókte hij in oen minder donkere ruimte. Een brandende lamp op een kandelabre verspreidde een zwak licht In een der hoe ken stonden twee vrouwen, cle een rijk ge kleed en het hoofd met. een 6luier bedekt, de and-ere, waaTsdhijinldjk een slavin, in het gewaad een-er dienstmaagd. Acliiramu wierp een blik op de laatste en plotseling ver helderde zijn gelaat Het was Lielrima, do slavin van Tana. De vrouw naast haar moest haar meesteres zijn. „Lielima!" riep hij blijde. liet meisje herkende hem aan de stem, niettegenstaande de vreemdsoortige klee ding, welke hij droeg en onwillekeurig sprak zij op blijden toon: „O meesteres, Achiramu is hier!" En dadelijk, alsof de verschijning van een bekend persoon haar moed gegeven had, verliet zij den hoek en kwam hem tegemoet. „Komt gij, om d-e meesteres te redden7" Waanzin blonk weer uiit dde dwalende oogen. Veosohlrikt wees Lis'ldma enkel-A passen achteruit. „Waar hebt ge het Joodsdhe meisje? Spreek, of En dreigend hief hij het zwaard in de hoogt a Angstig niep Lislima: „Zij is niet in het bidrutd, ook niet in dezen burg, maar in den tempel van Belit". „Gij dochter Anunaki's! Wat zegt gij daar? Dan heeft <Je afschuwelijke haar daar heen verbannen? En waar is Tana?" Haastig wierp de slavdn een blik naar haar meesteres. „Is zij dat?" schreeuwde de waanzinnige, wild lachend. „Eindelijk is dus d-e dag gekomen, Tana, dat zij u niet meer hinde ren. Maiair dk verlang niet -naar uw bezit". Hij zweeg een oogen-blik. Toen sprak hij haastig: „Ga maar, ga maar, waarheen gij wilt!" Toen hij geen antwoord kreeg, trad hij nader, greep haar heftig bij dien arm en riep: „Spreek todh, Tonal" „De meesteres zal niet met u spreken", antwoordde dn haar plaats Lislima. „Zie!' En de slavin trok haastig den sluier van het gelaat der ongelukkige. Tana ging ver der en maakte het verband los. En Aohira- mu zag thans het eens zoo schoon e, nu zoo vreeselijk misvormde gelaat zijner bruid. Ontzet 6tond hij met open mand de onge lukkige vrouw aan te staren. In een ondeel baar oogenblik was de waanzin uit de oogen verdwenen om plaats te maken voor een diep medelijden. Lislima begreep wat er omging in het har» van den jongeling Zij wilde van deze stem ming gebruik maken. „Gij verbaast u, niet waan-, Achiramu? Wat gij ziet, is het werk van Ndtokris, de wraakzuchtige gemalin van Nebunahid. Zij kon niet vergeten, dat de koning Tana de voorkeur gaf boven haar. De teruggetrokken heid, welke Tana, u ter Liefde, bewaarde, werd door Nitokris als een berekende sluw heid aangemerkt. Zij meende, dat Tana op die wijze het hart van den koninklijken meester dacht te winnen. Maar ik weet het, zij beminde hem niet. Eerst toen gij haar vergat en uw oogen op het Joodsohe men'sjp liet vallen, toen deed zij, of zij den koning genegen was. O heer, ik weet allies; ilk weet ook, dat mijn meesteres u nog altijd be mint!" Was de verschrikkelijke aanblik of wel de onverwachte opheldering der slavin de oorzaak van Adhiramu's verslagenheid'? Nu hij daar stond en onafgewend naar Taua blikte, werd het verstand helderder. De vreesélijke venmd-nking en de woorden der slavin waren hem een weldadige wind, Ine voor een wijl de nevel van waanzin verdreef „Tana", epraik hij op kalmen toon, „ik zal u meenemen; went Nahunahid is dood". Op dat oogenblik dacht hij er te-vens aan, dat de burg van Perzische krijgers wemel de, en troosteloos voegde hij er bij: „Maai hoe zullen wij het paleis verlaten, Tana? De soldaten doorzoeken alle hoeken!" „Wilt ge ons werkelijk meenemen, o heer?" riep Lislima blijde. Toen keerde zij zich om en wees naar een hoek van het ver trek, zeggende: „Daar ligt Razu, de opzich ter, onder een hoop kleeren. Hij zal ons kunnen helpen om uit paleis te ontsnap pen". Een oogenblik later stond Razu op en zog den Sippamner met emeekende oogen aan. „Heer, wilt gij met ons het paleis verla ten? Verberg ons dezen dag dan, en den volgenden nacht, als zij allemaal 6lapen, zal ik u een pad aanwijzen, waarlangs men buiten den burg kan geraken!" Achiramu overlegde, wat te doen. Einde lijk 6Cheen hij tot een besluit te komen. „Blijft allen in dat vertrek! Een gewonde zullen zij verschoonen. Tana moet dadelijk gaan liggen en Lielima zal haar verpleeg ster zijn. Razu moet onder het bed krui pen en ik blijf in de nabijheid, om de Per- zisohe soldaten, die hier komen, t<e zeggen c"at ik volgens een opdracht van Gobaru, den gouverneur, de zieke gemalin van Ne bunahid bewaa k De list gelukte voortreffelijk en hoewel dlikwijls plunderende soldaten het zieken vertrek naderden, hield het. hevel des gou verneurs hen van een bizoek terug. De nacht brak aan. Het werd aJ stiller en stiller in den koningeburg. Nu, meende Razu, was het tijd, het vertrek te verlaten Voorzichtig slopen zij door de dieur naar buiten. De gangen, welke zij doorliepen, waren verlaten; maar in elk vertrek, dat zij pos seerden, vernamen zij luid gesnork van meerdere personen. De Perzen hadden deze kamers en zalen tot slaapsteden ingericht Een groot getal tapijten leverde stof genoeg voor rustbedden. Men naderde de vertrekken, vroeger door Nabunahid bewoond. Zij dienden wellicht den gouverneur tot verblijf, want hier vond men geen slapende soldaten. De vier perso nen waren reeds door twee kamers verder geloopen en juist wilde Razu het voor hangsel opzij schuiven, dat naar het derde voerde, toen hij een lichtstraal bemerkte Voorzichtig loerde de opzichter, of hij ook iemand zag, Toen kwam hij terug en deelde Achiramu mede, dot in die kamer twee personen op een divan sliepen. Zij droegen een schitterende wapenrusting. „Het zullen officieren zijn", sprak Achi ramu. „Maar moeten we bepaald in dat ver trek zijn? Is er geen andere weg te vindon?' „Wij kunnen niet andere; rk moet u ook nog door de kamer brengen, waar do ko ning altijd ©liep; want in de daaropvolgende zaal i6 de deur naar de verborgen opening „Daar zal ik eerst binnengaan! Als een der officieren ontwaakt, zal hij niet onge rust worden, indien hij eon Perzisch soldaat ziet. Ben ik er eenmaal door, den volgt een uwer. en later de anderen". Voorzichtig en toch snol liep Aohiramu door het vertrek en bereikte de naaste deur, zonder dat een der officieren ontwaakte. ZLi sliepen vast, wellicht tengevolge van hat waken gedurende dan vorigen nacht. Ang stig volgden de anderen. Het volgende vertrek was eveneens ver licht. Op het koninklijk rustbed lag Gobaru, evenals da soldaten rustig slapende. Het gelukte dan vluchtelingen ook door deze kamer ongemerkt verder te sluipen en rui mer haalden zij adem, toen zij een donkere zaal binnenliepen. Razu had een lamp in de hand en rocht naar een bepaalde plek op don vloer. Hij sloeg hét kleed op zij en trok eon der groote tegels omhoog. Nu zag men een donkere opening. Razu klom langs eon trap naar beneden. Achiramu wilde de beide vrouwen laten volgen om dan als de laatste man, den tegel weer op zijn plaats te sohuiven. Hij keerde zich om en stiet bij ongeluk Tana tegen ,.en arm. Zij stuikelde en viel. In haar val greep zij een bronzen kandelaar en wierp die eveneons omver. Toen de kondelaar op don marmeren vloer terecht kwam, gaf dit zoo'n geweldi gen slag, dat de slapers in den omtrek ont waakten. De vluchtende»; hoorden officie ren en soldaten roepen. Tavat had zich spoedig opgericht en Achimmu schoof haar door de opening. Lielima was reeds be neden. De Sippamner wilde het tapijt haastig over de opening trekken. Maar Gobaru, met bet zwaard in de hand, had reeds de zaal bereikt. De officieren volgden. De vluchtelingen luisterden niet naar het bevel, dat hen dwong te blijven staan Zij haddon juist don bodem bereikt en wildon een langen gang doorloopen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7