Het Communisme in de Practijk
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
MAANDAG 7 SEPTEMBER 1931 DERDE BLAD PAG. 7
(Nadruk verboden).
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
EEN VROEGE HERFST? ïsoek naar de ligging der lagen en de ex-
TT.k x >,ot ploiteerbaarheid, zonder behoorlijke mecha-
Uit Saratof wordt aan denische inrichingen, geheel van hout- ook de
volgende getelegrafeerd: „Terwijl ^'^"betimmering vin de schacht Kortom, men
nog met op schoven gerot is zijn «eens, h0[ujer(je verachillende plaatsen in
ingevallen en wijst alles op een vroeg ra- n krabben
vallenden herfst". De Waden JJfS" °P H Het gevolg zal zijn, dat men over eenige
verantwoordelijkheid der plaatselijke lei-, jarcn |u m£t e(m g'r00l aanla, k,eine mjju.
tjes, die een reusachtig onderhoud ver-
eischen en in vele gevallen nauwelijks de
reweg de meeste districten h«t graan nog ko,en yoor eigen gebruik zullen opbrengen
niet op schoven gezet, dreigen er mi Ontelbare exemplaren daarvan bestaan
tonnen verloren te gaan.
DE JACHT OP HUITENLANDSCHE
VALUTA.
Vindingrijke ambtenaren hebben een
nieuw middel bedacht om buitenlandsche
valuta in de sowjerf-schatkist te doen
vloeien. In afwijking van vroegere regelen
geldt thans, dat bij het zenden van post
pakketten uit het buitenland naar Rusland
door de afzenders het bedrag aan invoer
rechten moet worden voldaan in de valuta
van hun land. Het zijn geen groote bedragen,
die zoodoende binnenkomen, maar alle beet
jes helpen. De invoerrechten zijn als regel
zeer hoog, ongeveer vijf maal de waarde
der producten- zoodat degene, die familie
leden in den heilstaat, wil helpen aan levens
middelen, (iets anders wordt als regel niet
toegelaten te zenden), diep in de zak moet
tasten.
Teneinde ontduiking van deze bepalingen
tegen te gaan, heeft, de sow jet-regeering het
recht tot aannemen en verzenden van pak
ketten aan enkele particuliere firma's in
verschillende landen verpacht, en deze heb
ben toe te zien, dat de (pakketten geen ver
boden waar bevatten. Ten overvloede zijn de
pakketten gestandaardiseerd, en c.a. 60 mol
dellen vastgesteld, waaruit men een keus
kan doen. Men mag echter geen pakket zelf
Bamenstellen, doch moet een standaard
pakket zenden.
EEN NOODSPRONG.
Het centrale comité der communistische
E'ij heeft voorgeschreven wat het volgend
met de kolenproductie moet geschieden.
»n honderd millioen roebel zullen in
1932 beschikbaar (worden gesteld direct voor
de ontwikkeling van de kolenmijnen en de piaaltsing van het vuil naar de binnen-
cokesindustrie in de verschillende rayons, plaatsen, waar het blijft liggen rotten, tot
en bovendien nog een paar honderd mil- £at de zeldzame figuur van een vuilnisman
Jioen roebel voor het stichten en verbeteren eens een hoogst enkele keer verschijnt,
van fabrieken, die de machines voor de - Over bad- en waschgelegenheden wordt
mijnindustrie zullen moeten vervaardigen, j wej gepraat, maar verder komt men er niet
Voor dengene, die met de Russische ko- j mee. Bedenkt men daarbij nog, dat zeep
ïenindustrie bekend is, blijkt uit deze be-;een onbereikbaar iets is, dan wordt het
slissing zeer duidelijk de noodtoestand waar- langzamerhand duidelijk, dat vrouw Ofit-
in de regeering zich bevindt. Hier is geen serowa werkelijk een heldin is en waard
sprake meer van -giganten", maar hierwor-om verheerlijkt te worden,
den mijntjes aangelegd veel kleiner dan de
thans in werking zijnde in Duitschland en-
Amerika op het peil van de slechtst wer-
kende Engelsche mijnen, die in dat land
de kolencrisis zoo acuut hebben gemaakt.
De sowjet-regeering kan niet anders, omdat
het ontwikkelen van een moderne mijn
nu eenmaal minstens drie, en soms wel vijf
jaren duurt, en men terstond, liefst mor
gen, de kolen wil hebben. Dat neemt echter
niet weg de beteekenis van deze kleine, on
rendabele mijntjes. Deze worden ingericht
overal, waar men aan de oppervlakte spo
ren van kolen -vindt, zonder grondig onder-
reeds in Rusland en zijn gedeeltelijk geslo
ten als onexploiteerbaar Stellig kan reeds
nu worden voorspeld, dat het milliard aan
roebels, hetwelk voor die werken zal wor
den uitgegeven, voor het overgroote deel
weggesmeten geld zal blijken, zooals trou
wens het geval is met alle gelden, die de
sowjet-regeering besteedt aan den z.g. -.socia-
listischen opbouw", zoowel in het klein als
in het groot,
KLEINE GENEUGTEN.
Men heeft in de sowjet-unie een nieuw
soort helden ontdekt; een er van, de arbei
dersvrouw Ofitserowa, is zelfs in het Mos
kousche blad „Wetschemaja Moskwa" ge
huldigd Waarom? Omdat zij haar woning
stofvrij en zindelijk hield en haar man be
hoorlijk verzorgde. Dat is in de sowjet-unie
•blijkbaar een uitzondering die aan de groo
te massa ten voorbeeld moet worden ge
steld. Gemakkelijk is het dan ook niet om
zindelijk te zijn zelfs al heeft de woning
van deze heldin en die is er nog niet slecht
aan toe, een oppervlake van 10 vierkante
meter, dus een kamer van ruim 3 bij 3 M.
Inderdaad is het niet gemakkelijk zelfs
zoo een ruimte zindelijk te houden, vooral
niet wanneer de natuurwetten gevolgen heb,
ben en daar ook kinderen geborgen moe
ten worden.
De attributen voor zindelijkheid zijn uiterst
moeilijk te krijgen. Zelfs een dragelijke tan
denborstel vindt men in de sowjet-hoofdstad
niet, zoo meldt het Moskousohe blad lako-
niek, laat staan dan grootere borstels. En
met de handen alleen) wordt men net stof
niet meester.
Daarbij komt/ dat zelfs de zindelijksten
het #jet verder kunnen brengen dan tot ver-
BELGISCHE BEELDENDE KUNST
Tentoonstelling te Amsterdam geopend
Zaterdag is te Amsterdam in de eerezaai
van het Stedelijk Museum de tentoonstel
ling voor Redgieöhe Beeldende Kunst ge
opend. Een illuster gezelschap garf blijk ven
zijn belangstelling. Er waren o.m. aanwezig
leden van het Eere^Comi'té, o.w. minister
J Terpstra, Jhr. Mr. Dr. A. Roöll,
Commissaris der Koningin in Noord-I-Iol
land, de heeren W. de VÏugt, burgemeester
der hoofdstad, E. Heldring, voorzitter der
Ameterd. Kamer van Koophandel, F.
Schmidt—Degener, hoofddirecteur van het
Rijksmuseum; voorts Z.Exc. Maskens, ge
zant van België te Den Haag, de heeren H
Versteeg, hoofdcommissaris van politie te
Amsterdam, Ed. Polak, oud-wethouder van
Onderwijs en Kunstzaken, thans wethou
der van Financiën, Th. M. Ketelaar, Dr.
Paul CronCieim en tenslotte vele bekende
schuldeis, letterkundigen en andere kunste
naars.
Burgemeester de Vlugt heette allen wei
kom, waarna Z.Exc. Petdtjean, minis
ter van Sohoone Kunsten in België de ten
toonstelling met een rede opende.
Aan de maaltijd, die daarna volgde, garf
minister Terpstra zijn Belgische ambt
genoot de verzekering van de opreohte be
langstelling en sympathie vam de Nedeir-
landsohe rageening voor de tentoonstelling
NEDERLANDSCHE FILMKUNST
Film der Ned. Jengdherberg Centrale
De Filmfabriek Polygoon te Haarlem,
heeft in opdracht der Nederlandsche Jeugd
herberg Centrale een propagandafilm voor
dteze Federatie vervaardigd.
Het Manuscript is van Max de Haas, de op
name van Ah Keyzer en Jan Jansen. 17 Sept
a.s. zal in het Meerhuis te Amsterdam de
eerste voorstelling voor genoodigden plaats
vinden.
STADHUISCOMITé-VEERE
Het comité, dat zich ten doel stelt belang
stelling te wekken voor de restauratie van 't
-fraaie Raadhuis te Veere, en zoo mogelijk,
deze belangstelling ook in klinkende munt om
te zetten, heeft bericht ontvangen, dat de
Commissaris der Koningin in 'Zeeland, jhr mr
J. W. Quarles van Ufford, het eere-voorzitter
schap van dit Comité wel heeft willen aan
vaarden.
Het eere-Comité is thans definitief samen
gesteld. O.m. hebben daarin zitting mr. H. J
Dijckmeester, oud-Commissaris der Koningin
in Zeeland en prof. ir. J. A. G. van der Steur
Hoogleeraar aan de Techn. Hoogeschool te
Delft, voorzitter van de afd. B der Rijks
commissie voor de Monumentenzorg.
scheen te bestaan, te betreuren. Wij heb
ben zonder hartzeer die fata morgana
zien verdwijnen, en wij gaan voort te wer
ken, ieder op zijn gebied, sterk in het ver
trouwen, dat ons gezamenlijk streven ons
nader brengen zal tot ons gemeenschappe
lijk ideaal.
AEROLOGISCH STATION OP IJSLAND
In verband met het internationale pool-
jaar 1932—1933 wordt overwogen, een aero-
ïogisch station op IJsland te vestigen, waar
toe die IJslandsche regeering haar toestem
ming heeft gegeven. Hr. Ms. Nautilus is
thans op weg om een onderzoek naar de
mogelijkheid daartoe in Reikjavik in te stel
len. waarvoor twee officieren-vlieger zich
thans aan boord bevinden.
Gemengd Nieuws.
Kunst en Letteren.
HALL CAINE.
Gemeld wordt, dat Hall Caine's laatste wil
is, dat zijn nagelaten betrekkingen trachten
de herinnering aan zijn werk levendig to
houden door nieuwe uitgaven daarvan en
van opvoering van zijn stukken en films.
TENTOONSTELLING BELGISCHE KUNSTENAARS
In het Stedelijk Museum te Amsterdam werd Zaterdagmiddag een tentoonstelling
geopend van werken van Belgische kunstenaars. Deze foto werd genomen tijdens de
rondgang der autoriteiten. Van links naar rechts de heeren De Vlugt, burgemeester
van Amsterdam, Baard, Petitjean, Belgisch minister van K. en W., Minister Terpstra
en Paul Lambatte.
Wetenschap.
INTERNAT. ORIENTAÜSTEN-
CONGRES
WERD HEDEN TE LEIDEN GEOPEND.
Hedenmiddag is in de feestelijk versierde
Stadsgehoorzaal te Leiden het achttiende In
ternationale Orientalistencongres geopend.
Mr. J. Terpstra, Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, heette de
leden van dit congres namens de regeering
welkom in Nederland. Spr. gaf de verzeke
ring, dat in Nederland een in de historie
van onze natie vastgewortelde belangstelling
voor de Orientalistische studiën aanwezig is
en dat regeering en volk beiden overtuigd
zijn van de belangrijkheid der vraagstukken
die dit congres zullen bezig houden.
Hierna hield de voorzitter, Prof. Dr. C.
Snouck Hurgronje, de openingsrede
in de Fransche taal.
Evenals in 1883, aldus Spr., is het comité
van organisatie, dank zij de welwillende
medewerking van alle autoriteiten in staat
gesteld, U in ons kleine Leiden een beschei
den ontvangst te bereiden, met weinig uiter-
lijken glans weliswaar, maar met destemeer
hartelijkheid. Zonder den krachtigen steun
van de Nederlandsche Regeering, van het
Leidsche Gemeentebestuur, van de Curato
ren onzer universiteit, van de directies on
zer academische instellingen, van de musea
en van den Hortus botanicus, zonder den
bijstand van het Koloniaal Instituut voor de
Taal-, Land- en Volkenkunde van Neder-
landsch-Indië in Den Haag, en van het Oos-
tersch Genootschap in Nederland te Leiden,
zonder de gastvrijheid onzer Leidsche mede
burgers en de actieve sympathie van vele
landgenooten zou het ons onmogelijk ge
weest zijn, ons te kwijten van de eervolle
taak, die het Congres van Oxford, roem
rijker nagedachtenis, ons drip jaren geled'-n
op de schouders legde. En deze heugelijke
en vaderlandslievende samenwerking voyd
haar bekroning in de belangstelling, die het
Koninklijk Huis wel aan onze bijeenkomst
heeft willen betoonen: H. M. de Koningin
door een kleine deputatie onzer leden uit te
noodigen tot een ontvangst in Haar paleis
„Het Loo" en Z. K. H. Prins Hendrik der
Nederlanden niet slechts door het bescherm
heerschap van ons congres te aanvaarden,
maar ook door het willen bijwonen van en
kele onzer samenkomsten.
Verder gaf Spr. een uitvoerige vergelijking
tusschen 1883 en heden, waaruit blijkt, dat
zich in die 4S jaren een treffende evolutie
heeft voltrokken.
Onze terugblik geeft ons, zoo besloot Spr.,
geen aanleiding om de eenheid onzer vak
ken, zooals die nog in de vorige eeuw
POGING TOT DOODSLAG
VECHTPARTIJ OP LEVEN EN DOOD.
Zondagmiddag heeft even over de Duit-
sche grens bij Venlo een veohtpartij plaats
gehad tusschen een ©trooper en een jacht
opziener. De 33-jarige F. Xofleer, wonend?
on de Kleine Heide te Venlo, ging in de
omgeving van het Duitsche dorp Stralen
konijnenstrikken uitzetten. Hierbij werd hij
verrast door den jachtopziener Wagner.
Xofleer hitste zijn hond op te-gen den
jachtopziener. LTit zelfverdediging sch-iot
Wagner het dier dood, terwijl hij Xofleer
arresteerde. Hij wist echter onverwacht 103
te rukken en den jachtopziener diens ge
weer te ontnemen. Met den kolf hiervan
aloeg hij naar het hoofd van den opziener.
Deze wist den forschen slag, die zoo hevig
was dat de kolf van het geweer afbrak, met
zijn arm af te weren. Tengevolge van den
slag ging 't geweer af. Hierbij kreeg X. ©en
schot hagel in bovenbeen en onderlijf. Mot
bovenmenschelijke kracht begonnen beide
mannen nu een gevecht om het beeit van
het geweer. Hierbij trok X. een mes en
bracht den jachtopziener eenige bloedige
steken toe. Wagner, die begreep, dat het
voor hem den dood zou beteekenen, indien
X. het geweer zou kunnen bemachtigen,
trok ook een mes om het individu van zich
af te houden. Dit gevecht tusschen de bei
de mannen duurde meer dan drie kwartier.
Tensotte trok X. zich terug op Nederlandsch
grondgebied, nabij de Venlosche hoeve Hol
van Holland. Per ziekenwagen werd hij van
daar naar het ziekenhuis te Venlo overge
bracht. De bekomen wonden in het onder
lijf tengevolge van het schot hagel zijn zeer
ernstig.
Tengevolge van de bekomen messteken
aan zijn handen en armen heeft Wagn<
veel bloed verloren. Zijn toestand is echter
niet zorgwekkend.
Zondagavond te ongeveer 7 uur stond de
luxe-auto van den heer Jung uit Amsterdam,
waarin zich nog drie andere personen bevon
den, bij de nieuwe spoorwegoverbrugging op
den Muiderstraatweg. Op een gege/sn oogen-
blik kwam van de richting Amsterdam eer
luxe-auto die vlak voor den spoorwegovergang
begon te slingeren en slipte De auto kwam in
botsing met den wagen van den heer J. De
aanrijding was zoo hevig dat de auto vai
heer J. een tiental meters werd weggeslingerd
en totaal vernield werd. Een inzittende dame,
mej. de Jong uit Amsterdam, bekwam een ge
broken pols en werd door Dr. der Kinderen
geholpen. De anderen kwamen met de schrik
Na de aanrijding trachtte de bestuurder van
de aanrijdende auto zjjn motor nog op gang
te brengen, om weg te ryden, doch dit mocht
hem niet direct gelukken. Naar nader is ge
bleken, heeft de bestuurder zich uit de voeten
gemaakt. De marechaussee heeft proces v
baal opgemaakt en stelt een onderzoek in.
INBRAAK TE TILBURG.
Gedurende de afwezigheid der bewoners
is te Tilburg ingebroken in een .perceel aan
de Telegraaf straat. De ongenoo le gast was,
na een tocht over de daken, door verbre
king van een raam aan de achterzijde van
het huis. binnengedrongen. Hoewel de man
niets heeft achtergelaten, neemt men aan
dat hij gebruik heeft gemaakt van een
schroevendraaier of een smallen beitel. De
inbreker heeft slechts een bezoek gebracht
aan de slaapkamers, welke boven in het
huis gelegen zijn. In de slaapkamer van den
ongehuwden bewoner, die een gedeelte van
het huis heeft verhuurd aan een andere fa
milie stak een sleutel in het slot van een
linnenkast. Hieruit werd een geldkistje en
een gouden horloge meegenomen. In 'het
geldkistje bevond zich een waarde van on
geveer f 7000 aan effecten. Van den dader
ontbreekt ieder spoor.
In verband met dezen inbraak maakt de
Commissaris van Politie te Tilburg bekend
dat ontvreemd zijn: Twee 5 pet pandbrie
ven, groot elk f 1000, der Tilburgsche Hy
potheekbank, serie E nummers 172 en 720;
een Staatsschuld Nederland, 1931, groot
f 1000, nummer 167661; twee obligaties
meente Tilburg, elk groot f 1000, numir
421 en 422; een Staatsschuld Nederland
1919, groot f 1000, nummer 330.682 en een
Staatsschuld Nederl.-Indië, groot f 1000, i
pet leening 1929, nummer 56.448.
Het was in het liefelijke Kana, gelegen in
Transvaal. Zendeling Haccius had met de
zijn zoi.g toevertrouwde zwarte gemeen
te het Paaschfeest gevierd. Met geestdrifti-
gen gloed, hem eigen, had hij de inboorlingen
den opgestanen Heiland verkondigd en hen
verteld van Zijn verrijzenis uit dood en graf.
Hoe ten derden dage de boeien des doods
verbroken waren, en Christus Zijn triomf
•had getoond over hel en dood.
Met stillen aandacht had de schare geluis
terd naar de heerlijke verkondiging van het
Woord des Hoeren, dat zendeling Haccins in
naam van zijn Zender uitsprak.
Er waren ook veel kinderen in de kerk ge
weest Een paar echter hadden op het vee
moeten passen, en een kind van drie jaar
was met de jongens meegeloopen. Zijn ouders
woonden een paar uur van de kerk af.
Toen de jongens hun vee verder gedreven
hadden, wist de kleine man den weg niet
meer, en liep op zijn eentje al verder en
verder voort, tot het eindelijk kwam in de
Zwarte Bergen ten oosten van Kana, waar
het zeer woest is ,en 's nachts veel wilde die-
rondzwerven, waardoor het arme wicht
veel gevaar liep versoheurd te worden. Het
kreeg ook honger en dorst tenslotte, en
doodelijk beangst werd het, toen 's avonds
een zwaar onweer losbarstte en de regen in
6troomen neerviel.
Intusschen waren de herdersjongens zon
der het kincl thuis gekomen, en bange zorg
vervulde het hart zijner ouders. Zij zochten
tevergeefs den .geheelen nacht naar hun kind,
in het dorp en op het veld, terwijl de geheele
gemeente rich bij hen aansloot gewapend
met lantaarns en fakkels. Maar helaas zon
der resultaat
Den volgenden tweeden Paaschdag kon
het geen kerk zijn, omdat de geheele ge
meente naar het kind zocht. Zelfs uit de
naburige plaatsen kwamen de menschen om
te helpen zoeken. Zoo zochten ze bijna drie
dagen en nachten zonder het kind te vin
den. En tezamen knielden zij neder en
smeekten God of de ongelukkige ouders
hun dierbaar kind mochten wedervinden.
En de Heere zag neder met barmhartig
heid op de tranen der óngelukkigen en ver
hoorde hun 6meekingen, want zie, op den
derden dag vonden vrouwen uit een ver ver
wijderd dorp, die in de bergen hout sprok
kelden, een knaapje, dat onder een boom
zat en van zijn gele vruchten at.
Zij wisten niets van het verloren kind en
vroegen naar zijn naam. Toen het knaapje
dien uitstamelde, zeiden zij: „Zoo heet er
geen een in ons dorp".
Zij brachten het knaapje toen naar een
ander dorp, dat tot de gemeente van Kana
behoorde. Hier wist men van het vermiste
kind en ten spoedigste werd het in triomf
naar zijn ouders vervoerd.
Men kan zich de groote vreugde voorstel
len van de ouders, toen zij hun dierbaar
kind weer als uit den -dood terugkregen, en
hun hartelijken dank aan den grooten Hoor
der des gebeds vertolkte zich in de woorden
van den Psalmdichtei-:
Wat zal ik met Gods gunsten overla&n
Dien trouwen Heer voor Zijn gena
vergelden.
In Kana werd de klok geluid om het heu
gelijke nieuws zoo spoedig mogelijk aan al
de gemeenteleden mede te deeïen ,dat het
vermiste knaapje gevonden was.
„Het was een wonder in onze oogen",
schrijft zendings-director Haccins in zijn
„Erlebbnisse und Eindrück in Süd-Africa".
Drie dagen en drie nachten was het kind
weggeweest, eenzaam en hulpeloos in de
Zwarte Bergen, aan de regen en de koude
blootgesteld. Zonder vader en moeder die hpt
te eten gaf, het beschermde en verwarmde.
Drie dagen stilde het zijn honger met bes
sen en dronk uit de beek, tot het zich des
avonds .moede en mat, tegen een boom neer
zette ,en zich in slaap weende. Het was ech
ter of Gods engelen waakten over het kind,
en het beschermden tegen de gevaren van
het wild gedierte. Geen slang, geen giftige
schorpioen had het eenig letsel toegebracht.
De goede Herder behoedde het arme schaapje
en bracht het weer veilig tot zijn ouders, die
het Schriftwoord nu beter dan ooit verston
den ,dat wie op den hoogen God vertrouwt,
zeker op geen zand heeft gebouwd. Het was
een heerlijke gebedsverhooring en een won
derbaarlijke Paaschprediking.
O.
L. A. C
LOODS GERED.
Bij ruwe zee kwam gistermiddag om
kwart over een de Lingestroom van de
Hollandsche Stoomboot-Mij., gezagvoerder de
heer Van Os, voor IJmuiden aan. De loods
boot zetten een jol uit met drie roeiers en
de loods Kuiper, om deze af te zetten op
de Lingestroom. Juist op het moment dat
de loods naar de touwladder sprong, werd
de jol door een golf naar beneden getok-
ken. De loods viel in de zeer woelige zee.
De eerste stuurman der Lingestroom, de
heer Visser, had de tegenwoordigheid van
geest direct een lijn uit te werpen, die door
den loods Kuiper werd gegrepen, waarna
Kuiper in de loodsjol kon worden gche-
schen.
Dank zij kapitein Van Os en stuurman
Visser liep het voor den loods Kuiper goed
af. De Lingestroom kwam van Londen.
DOOR EEN KOE AANGEVALLEN
De landbouwer van Tuil te Vleuten moest
met een koe naar den veehouder H. aan den
Meerendyk. Plotseling werd het beest wild
T. werd zoo ernstig gewond, dat men v<
zyn leven vreest.
Radio Nieuws.
Dinsdag 8 September.
HUIZEN (298.8 M_) KRO. 8—9.15 Morgencon
cert. 1011.30 Gramofoon. 11-3012 Godsdien
stig halfuurtje. i2 Tijdsein 12.01—12.15 Politie
berichten 12.151.45 Lunchconcert. 1.452 Gra
mofoon. 2—2.30 Vrouwenuurtje. 3—3.30 Gramo
foon. 3.304 Verzorging van den zender. 44.30
Gramofoon. 4,804.50 Spreker. 4.506.30 Diner
concert. 6,307 Spreker. 77,30 Spreker. 7.S0—
7.45 Politieberichten. 7,458 Gramofoon. 8li-
Concert 1112 Gramofoon
den zender. 2.30-3 Spreekster. 34 Gramofoon
4—5 Kinderuurtje. 67 Orkest. 7—7.30 Gra
mofoon. 7.308 Lezing. 811 Omroeporkest. 10
10.16 Nieuwsberichten van Vaz Dl as. 1112
Gramofoon. 12 Sluiting.
GEEN „FADING" MEER?
to kunnen worden.
71. „Als ik *11 troep van die wilden mee
kan krijgen," zei de kapitein den an leren
dag, „zullen we dwars door heel Afrika
naar het Zuiden trekken!" Dadelijk daarop
beg-on hij met het opperhoofd te onder
handelen, wat nu niet zoo erg vlot ging en
met behulp van aillerlei gebaren plaats
moest hebben.
72. Maar eindelijk werden ze 't todh eens
De kapitein kreeg een twintigtal negens
mee, alle voorzien van de noodige proviand
De vliegmachine werd bovenop den apen-
wagen gezet en stevig vastgebonden. De
drie wereldreizigers namen er in plaats, en
terwijl de negers met vereende krachten
trokken, zette de stoet zich in beweging.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
FEUILLETON
DE STER VAN HALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
Adhdramu driep verder; maar hij wist niet
jvelke deur toegaug garf tot het vertrek,
waar d-e Jod-in moest verbolgen zijn. In
oen der vetrtrefleken stond een lamp. Hij
greeip ze heit was nog altijd donker en
•tanmd-e Ihderiheen en daarheen, zond- acht
te geven op de eunuchen, die hij ontmoette
en alleen een bldlk werpende op die vrouwe
lijke wezens, welke hij bemerkte. Maar wie
hij ook g-ezien had, Tama en Respha waren
nog niet gevonden.
En nog aJitijd ijlde hij van de eene deiur
naar de andere. Middelerwijl waren ook de
Fteraieohe soldaten genaderd en nu en dan
ontmoette hij enkele krijgers, die plunder
den en zooveel roofden, als zij maar mach
tig konden worden.
Plotseling stond hij voor een gesloten
deur. Met zijn kort zwaard 6loe>g hij er met
alle geweld op; maar het baatte niet. Ein
delijk gelukte het hem het slot te verbre
ken. De kamen-, welke hij nu binnentrad,
wa6 prachtig ingericht Doch niemand wae
aanwezig. Een voorhangsel op zij schuwen
de, kwam hij in een ander vertrek. O -k hier
alles stil.
Toch bfleerf de Sipparaner zoeken. Toen
hij nogmaals eon voorhangsel verwijderde,
blókte hij in oen minder donkere ruimte.
Een brandende lamp op een kandelabre
verspreidde een zwak licht In een der hoe
ken stonden twee vrouwen, cle een rijk ge
kleed en het hoofd met. een 6luier bedekt,
de and-ere, waaTsdhijinldjk een slavin, in het
gewaad een-er dienstmaagd. Acliiramu wierp
een blik op de laatste en plotseling ver
helderde zijn gelaat Het was Lielrima, do
slavin van Tana. De vrouw naast haar
moest haar meesteres zijn.
„Lielima!" riep hij blijde.
liet meisje herkende hem aan de stem,
niettegenstaande de vreemdsoortige klee
ding, welke hij droeg en onwillekeurig sprak
zij op blijden toon: „O meesteres, Achiramu
is hier!"
En dadelijk, alsof de verschijning van een
bekend persoon haar moed gegeven had,
verliet zij den hoek en kwam hem tegemoet.
„Komt gij, om d-e meesteres te redden7"
Waanzin blonk weer uiit dde dwalende
oogen. Veosohlrikt wees Lis'ldma enkel-A
passen achteruit.
„Waar hebt ge het Joodsdhe meisje?
Spreek, of
En dreigend hief hij het zwaard in de
hoogt a
Angstig niep Lislima: „Zij is niet in het
bidrutd, ook niet in dezen burg, maar in
den tempel van Belit".
„Gij dochter Anunaki's! Wat zegt gij
daar? Dan heeft <Je afschuwelijke haar daar
heen verbannen? En waar is Tana?"
Haastig wierp de slavdn een blik naar
haar meesteres.
„Is zij dat?" schreeuwde de waanzinnige,
wild lachend. „Eindelijk is dus d-e dag
gekomen, Tana, dat zij u niet meer hinde
ren. Maiair dk verlang niet -naar uw bezit".
Hij zweeg een oogen-blik. Toen sprak hij
haastig: „Ga maar, ga maar, waarheen gij
wilt!"
Toen hij geen antwoord kreeg, trad hij
nader, greep haar heftig bij dien arm en
riep: „Spreek todh, Tonal"
„De meesteres zal niet met u spreken",
antwoordde dn haar plaats Lislima. „Zie!'
En de slavin trok haastig den sluier van
het gelaat der ongelukkige. Tana ging ver
der en maakte het verband los. En Aohira-
mu zag thans het eens zoo schoon e, nu zoo
vreeselijk misvormde gelaat zijner bruid.
Ontzet 6tond hij met open mand de onge
lukkige vrouw aan te staren. In een ondeel
baar oogenblik was de waanzin uit de oogen
verdwenen om plaats te maken voor een
diep medelijden.
Lislima begreep wat er omging in het har»
van den jongeling Zij wilde van deze stem
ming gebruik maken.
„Gij verbaast u, niet waan-, Achiramu?
Wat gij ziet, is het werk van Ndtokris, de
wraakzuchtige gemalin van Nebunahid. Zij
kon niet vergeten, dat de koning Tana de
voorkeur gaf boven haar. De teruggetrokken
heid, welke Tana, u ter Liefde, bewaarde,
werd door Nitokris als een berekende sluw
heid aangemerkt. Zij meende, dat Tana op
die wijze het hart van den koninklijken
meester dacht te winnen. Maar ik weet het,
zij beminde hem niet. Eerst toen gij haar
vergat en uw oogen op het Joodsohe men'sjp
liet vallen, toen deed zij, of zij den koning
genegen was. O heer, ik weet allies; ilk weet
ook, dat mijn meesteres u nog altijd be
mint!"
Was de verschrikkelijke aanblik of wel
de onverwachte opheldering der slavin de
oorzaak van Adhiramu's verslagenheid'? Nu
hij daar stond en onafgewend naar Taua
blikte, werd het verstand helderder. De
vreesélijke venmd-nking en de woorden der
slavin waren hem een weldadige wind, Ine
voor een wijl de nevel van waanzin verdreef
„Tana", epraik hij op kalmen toon, „ik
zal u meenemen; went Nahunahid is dood".
Op dat oogenblik dacht hij er te-vens aan,
dat de burg van Perzische krijgers wemel
de, en troosteloos voegde hij er bij: „Maai
hoe zullen wij het paleis verlaten, Tana?
De soldaten doorzoeken alle hoeken!"
„Wilt ge ons werkelijk meenemen, o
heer?" riep Lislima blijde. Toen keerde zij
zich om en wees naar een hoek van het ver
trek, zeggende: „Daar ligt Razu, de opzich
ter, onder een hoop kleeren. Hij zal ons
kunnen helpen om uit paleis te ontsnap
pen".
Een oogenblik later stond Razu op en zog
den Sippamner met emeekende oogen aan.
„Heer, wilt gij met ons het paleis verla
ten? Verberg ons dezen dag dan, en den
volgenden nacht, als zij allemaal 6lapen,
zal ik u een pad aanwijzen, waarlangs men
buiten den burg kan geraken!"
Achiramu overlegde, wat te doen. Einde
lijk 6Cheen hij tot een besluit te komen.
„Blijft allen in dat vertrek! Een gewonde
zullen zij verschoonen. Tana moet dadelijk
gaan liggen en Lielima zal haar verpleeg
ster zijn. Razu moet onder het bed krui
pen en ik blijf in de nabijheid, om de Per-
zisohe soldaten, die hier komen, t<e zeggen
c"at ik volgens een opdracht van Gobaru,
den gouverneur, de zieke gemalin van Ne
bunahid bewaa k
De list gelukte voortreffelijk en hoewel
dlikwijls plunderende soldaten het zieken
vertrek naderden, hield het. hevel des gou
verneurs hen van een bizoek terug.
De nacht brak aan. Het werd aJ stiller en
stiller in den koningeburg. Nu, meende
Razu, was het tijd, het vertrek te verlaten
Voorzichtig slopen zij door de dieur naar
buiten.
De gangen, welke zij doorliepen, waren
verlaten; maar in elk vertrek, dat zij pos
seerden, vernamen zij luid gesnork van
meerdere personen. De Perzen hadden deze
kamers en zalen tot slaapsteden ingericht
Een groot getal tapijten leverde stof genoeg
voor rustbedden.
Men naderde de vertrekken, vroeger door
Nabunahid bewoond. Zij dienden wellicht
den gouverneur tot verblijf, want hier vond
men geen slapende soldaten. De vier perso
nen waren reeds door twee kamers verder
geloopen en juist wilde Razu het voor
hangsel opzij schuiven, dat naar het derde
voerde, toen hij een lichtstraal bemerkte
Voorzichtig loerde de opzichter, of hij ook
iemand zag, Toen kwam hij terug en deelde
Achiramu mede, dot in die kamer twee
personen op een divan sliepen. Zij droegen
een schitterende wapenrusting.
„Het zullen officieren zijn", sprak Achi
ramu. „Maar moeten we bepaald in dat ver
trek zijn? Is er geen andere weg te vindon?'
„Wij kunnen niet andere; rk moet u ook
nog door de kamer brengen, waar do ko
ning altijd ©liep; want in de daaropvolgende
zaal i6 de deur naar de verborgen opening
„Daar zal ik eerst binnengaan! Als een
der officieren ontwaakt, zal hij niet onge
rust worden, indien hij eon Perzisch soldaat
ziet. Ben ik er eenmaal door, den volgt een
uwer. en later de anderen".
Voorzichtig en toch snol liep Aohiramu
door het vertrek en bereikte de naaste deur,
zonder dat een der officieren ontwaakte. ZLi
sliepen vast, wellicht tengevolge van hat
waken gedurende dan vorigen nacht. Ang
stig volgden de anderen.
Het volgende vertrek was eveneens ver
licht. Op het koninklijk rustbed lag Gobaru,
evenals da soldaten rustig slapende. Het
gelukte dan vluchtelingen ook door deze
kamer ongemerkt verder te sluipen en rui
mer haalden zij adem, toen zij een donkere
zaal binnenliepen.
Razu had een lamp in de hand en rocht
naar een bepaalde plek op don vloer. Hij
sloeg hét kleed op zij en trok eon der groote
tegels omhoog. Nu zag men een donkere
opening.
Razu klom langs eon trap naar beneden.
Achiramu wilde de beide vrouwen laten
volgen om dan als de laatste man, den tegel
weer op zijn plaats te sohuiven. Hij keerde
zich om en stiet bij ongeluk Tana tegen ,.en
arm. Zij stuikelde en viel. In haar val
greep zij een bronzen kandelaar en wierp
die eveneons omver.
Toen de kondelaar op don marmeren
vloer terecht kwam, gaf dit zoo'n geweldi
gen slag, dat de slapers in den omtrek ont
waakten. De vluchtende»; hoorden officie
ren en soldaten roepen. Tavat had zich
spoedig opgericht en Achimmu schoof haar
door de opening. Lielima was reeds be
neden.
De Sippamner wilde het tapijt haastig
over de opening trekken. Maar Gobaru, met
bet zwaard in de hand, had reeds de zaal
bereikt. De officieren volgden.
De vluchtelingen luisterden niet naar het
bevel, dat hen dwong te blijven staan Zij
haddon juist don bodem bereikt en wildon
een langen gang doorloopen.
(Wordt vervolgd.)