fVaiiafeii ssffsa gessosid dus MAANDAG 7 SEPTEMBER 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 BINNENLAND. DE UITVOERING DER TARWEWET DE TOESLAGEN VERHOOGD Verleden week maakten wij melding van het feit, dat het maal- en mengpercentage van 20 tot 22y2 pet wordt verhoogd Met in gang van heden zal nu, de toeslag bij leve ring van onvermengd tarwemeel of tarwe bloem (tarwemeel of tarwebloem B) bestemd voor bereiding van brood», beschuit, banket, voor daarvoor in aanmerking komende biscuit en voor zelfrijzend bakmeel worden verhoogd van 2.tot 2.25 per 100 K.G. Het bedrag van 0.25 per 100 K.G. te leve ren tarwebloem B voor bereiding van dere producten, blijft gehandhaafd. NEDERLAND-ZUID AMERIKA VERBETERING DER BETREKKINGEN Dezer dagen is in een vergadering te Am sterdam van een 50-tal vertegenwoordigers van belanghebbende ondernemingen, en fir ma's besloten in beginsel over te gaan tot de oprichting van een vereeniging, welke: zich ten doel stelt de economische en cul- tureele betrekkingen tusschen Nederland en Latijnsch-Amerika te bevorderen. Staande de vergadering werd voor een niet onaanzienlijk bedrag aan jaarlijksche bij dragen getcekend, terwijl het groote gewicht dat aan het doel der vereeniging gehecht moet worden, gegronde hoop geeft, dat dit bedrag in de komende maanden, op een hoogte kan gebracht worden, welke 'haar in staat zal stellen, haar werkzaamheden aan te vangen. Onze gezant in Argentinië, Mr. J. D. Ket- wich Verschuur en d"e Ned. Kamer van Koophandel te Buenos-Ayres sympathiseeren: sterk met dit idee. In de voornaamste ste den van Brazilië zijn reeds comité's gevormd die evenals genoemde Kamer slechts op een medewerking van de vereeniging wachten om de actie te beginnen, 's Gravenhage wordt voorloopig de vestigingsplaats der .Vereeniging. CONGRES NEERLANDS VOLKSKRACHT •Het congres inzake Neerlands Volkskracht, georganiseerd door het Alg. Ned. Verbond in het Kurhaus, werd Zaterdagmiddag voort gezet. De heer Anton van Duinkerken hield in deze bijeenkomst een voordracht over het onderwerp: „Naar een nationaal- Nederlandsche letterkunde". Spr. betoogde, dat slechts de geestelijke wisselwerking tusschen Noord en Zuid een nationale (niet regionale) letterkunde waar- Mr. N. van Hasselt, hoofd van de juridische erfdeel ing van het Internationaal Intermédiair Instituut, hield een rede over: „Nederland en het Volkenreoht". Hij con cludeerde, dat Nederland, het land van Huig de Groot, een zeer belangrijke rol speelt in het Volkenrecht, De heer Von Wei 1 er vertelde aan het congres, dat hij waarschijnlijk de eenige nog in leven zijnde is, die het stoffelijk overschot van Hugo de Groot werkelijk heeft gezien, nl. in 1889, toen de kist in het bijzijn van slechts enkele pensonen in de kerk te Delft even is geopend, in verband met het herstel van Grotius' graf; het was een kleine ge stalte en op den schedel bevond zich nog eenig donker haar. De kist werd toen weer dadelijk gesloten en is sindsdien nimmer- meer geopend. Prof. R. Casimir, buitengewoon hoog- 1 eeraar aan de Leidsche Hoogeschool, sprak over, ,De beteekenis van den Nederland- sohen stam in verleden en heden." Bij de sluiting sprak de heer J. N. Pat- tist als voonzitter van de groep Nederland van het Alg. Naderlandsch Verhond, een woord van erkentelijkheid jegens de afd. Den Haag, die dit congres organiseerde en in het bijzonder een woord van hulde tot den heer Oudendijk, die te allen tijde paraat is voor den Nederlandschen stam. De Neder- landsche vlag is het symbool van de voor treffelijke eigenschappen, die in den Neder landschen stam zijn vereenigd. Tegen 5 uur ging het congres uiteen. 's Avonds werd in de Kurzaal een af- Sdheids-kunstavond gegeven. Medewerkenden waren: Haagsch Strijkkwartet: Sam Swaap, viool; A. Poth, viool; J. Devert, alt; Ch. van Isterdael, cello; Louis van Tul der, zang; HET GROOTSTE DOK DER WERELD Theo van Pas, vleugel; Jac. van El- sacker, voordracht. Kolonel Oudendijk begroette de vrij talrijke aanwezigen. De avond bood veel schoons en de ver schillende executanten oogstten veel succes. WETHOUDERSVERKIEZINGEN Achttien hoven. Als wethouders ge- kozeji de heeren C. Wijnen (ch.) en G. Wijnen. (a.r.) IJ s s e I m o n d e. De heer P. v. d. Lee r, welke gekozen is tot Wethouder, was geen candidaat van de officieele a.r. kicsvereeni- ging. Als men zioh herinneren zal trokken de antirev. bij de laatste Raadsverkiezing gescheiden op. De heer v. d. Leer was can didaat van. de nieuwe Kiesvereeniging. Zwolle. Zooals verwacht werd heeft de heer Leusink (s.d.a.p.) voor wethouder, waartoe de raad hem jl. Dinsdag met 14 van de 27 stemmen 'benoemde, bedankt. Binnen dagen moet nu een raadsvergadering wor den gehouden voor het benoemen van een nieuwen wethouder. De s.d.a.p. heeft blijk baar de verantwoordelijkheid niet aange- Kerknieuws. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Ierseke, G. H. de Jonge Tzum en H. Smit te Rottevalle. Te Sliedrecht, 3. W. Esselink te Doorn en J. Oussoren te Spykenisse. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Heinenoord, W. Okken te Tienhoven (U.). Aangenomen: Naar Beekbergen (toez.) C. H. Bos te Roodeschool. Naar Etten (N.-Br.), A. Verwaal te Alkmaar. Bedankt: Voor Delfzijl, Dr. J. J. Wolden- dorp te Stedum. Voor Heteren, J. H. Koster te Montfoort. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. D s. H. W. H. van Andel die het be roep aanvaardde van de Geref. Kerk te Ka- tendrecht, nam Zondagavond in de Kerk aan de Hooftstraat afscheid van de Geref. Kerk te Oudshoorn, na aldaar ongeveer twee een half jaar werkzaam te zijn geweest. Aanwezig waren o.m. de consulent Ds. J. H. A. Bosch, van Alphen, afgevaardigden van de Kerken in de Classis Woerden; de burgemee ster Dr. H. J. Lovink en wethouder G. M. Hengreen, Dat Ds. Van Andel, die o.m. voor; zitter is vjtn de Evangelisatie-Commissie, ai£ gaande van de Kerken Alphen en Oudshoorn, een ruime plaats inneemt, bleek wel duidelijk uit de groote belangstelling. Vóór de predikatie sprak Ds. van Andel een kort persoonlijk woord. Een grooter arbeidsveld, aldus Spr., heb ik wel gewenscht, ook nimmer heb ik gehoopt, dat deze verbintenis met de Gemeente van Ouds hoorn, een levensverbintenis zou zyn, zelfs de Gemeente dacht ook niet aan een verbintenis tot emeritaat; maar dat het zóó spoedig zyn, hadden we niet kunnen vermoeden. God buigt in zijn ondoorgrondelijke wijsheid ons levenspad. De Heere deed my de roeping naar Rotterdam-Zuid en hoewel een moeilijke beslissing, heb ik met vrijmoedigheid het be sluit genomen. Deze gebeurtenissen deden echter, gelijk Spr. met dankbaarheid aan God en aan de Ge meente constateert, blijken de hechte band, die er wederzijds was gelegd tusschen herder en Gemeente. Maar God is aan geen menschen gebonden en zal Zijn werk voortzetten. Tot tekst voor zijn afscheidspredikatie had Ds. van Andel gekozen Hebr. 13:8: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en ir der eeuwigheid. Dit woord spreekt over de onveranderlijk heid van Jezus Christus, ons wijzende op de troost en op de ernst er van. Bij alle wisseling op aarde blyft Christus dezelfde. Gisteren, het tijdperk van Jezus omwandeling op aarde; heden verhoogd in den hemel en tot in allo eeuwigheid de Trooster en Borg. die niet rust voor alle uitverkorenen volmaakt met Hem verheerlijkt zijn. Mozes, de Apostelen, Luther, Calvyn, Zwingli, Kuyper, Bavinck, Rutgers e.a. ze zijn allen tot hun vaderen verzameld; an ders is het met Christus, die is de Eeuwig blij vende. Hij is die Hij was, Hij was die Hij Is. Mijn bedoeling is steeds geweest den Heiland de Gemeente voor te stellen, die steeds dezelf de is. Dit is ook een ure van verootmoediging, er waren groote gebreken mijnerzijds, ik ben tekort geschoten aan de heilige norm die Jezus stelt. Maar ook de gemeente heeft groote verant woordelijkheid. Sommigen leven maar voort, bijv. in onvrede met hun broeder of zuster. Aan beide zijden zyn er zonden en tekort komingen. God doe er verzoening over. Dit woord moet leiden tot bekeering, door Gods genade kan het nu nog. De onvolmaaktheid blijft, maar eenmaal zal het laatste heden versmelten in de eeuwigheid. Myn wensch en bede voor de gemeente van Oudshoorn is, dat Christus u leide tot die heerlijkheid. Hem zü 'de heerlijkheid in de gemeente van Jezüs Christus tot in alle eeuwigheid. Gemeente en predikant zongen elkaar toe Ps. 121 4, terwijl na het uitspreken van de zegenbede nog spontaan den predikant werd toegezongen Ps. 134 3. 1 Er was besloten geen toespraken te houden, j By andere gelegenheid was reeds van de (verschillende personen en organisaties afscheid genomen. Na afloop van den dienst drukten velen in de consistoriekamer de hand ten afscheid. Ds. A. Verwaal te Alkmaar hoopt Zondag 27 Sept. a.s. te 7 uur in de Groote Kerk afscheid te nemen en 4 Oct. d.a.v. te Etten (N.-Br.) intrede te doen. Cand. J. Kremer, tot nu toe hulp prediker aldaar, werd Vrijdagavond onder groote belangstelling bevestigd als tweede predikant by de Geref. Kerk te Ede. De be vestiger Prof. Dr. F. W. Grosheide van Am sterdam had tot tekst gekozen Jozua 1:9: „Heb Ik het u niet bevolen? "Wees sterk en heb goeden moed, en verschrik niet, en ontzet u niet; want de Heere uw God, is met u alom, waar gij heen gaat" en sprak daarna hartelijke woorden tot Ds. Kremer, de ge ireente en Ds. K. Winkelman, Geref. predi- kant te Ede. Ook Ps. Winkelman heette zyn nieuwen collega van harte welkom mede namens den Kerkeraad en de gemeente. Door Ds. J. i Douma van Arnhem werd het woord gevoerd namens de Classis Arnhem. De heer L. X van i Hoek sprak namens de hoofden van Christe- lyke School zoowel voor gewoon als voor uitgebreid lager onderwijs en de Comm. voot I Evangelisatie. Tenslotte nam Ds. Kremer het woord. Spr. richtte zich achtereenvolgens tot I zyn bevestiger Prof. Dr. Grosheide, Ds. Win kelman, den Kerkeraad, tot den vertegen- woordiger van het gemeentebestuur, Wethou der van de Voort, tot den vertegenwoordiger van den garnizoenscommandant, kapitein- adjudant Cales, tot den afgevaardigde der Classis Arnhem en tot de hoofden der Chr. Scholen. Vermelden we nog, dat aan de handopleg ging, behalve Prof. Grosheide, nog deelnamen de Di. J. Douma, K. Winkelman, J. H. Koers, van Oosterbeek, J. Ozinga van Bennekom en L. van Loon, van Scherpenzsel, terwijl daarna door de gemeente den nieuwen Dienaar des Woords werd toegezongen Ps. 119 9. Ds. H- Stolk, overgekomen van Gou tum (Fr.), werd gisteren tot zyn dienstwerk bij de Ned. Herv. Gemeente te Charlois inge leid door Ds. H. C. J. van Deelen te Ooster- meer, die tot tekst had gekozen 2 Kon. 6 16 en tot thema: „De Dienaar des Woords vreest niet, omdat hy zich omringd weet door de kracht Gods", waarbij hij naging: 1. de die naar bevreesd, 2. de dienaar vermaand en 3. de dienaar versterkt. Des avonds deed Ds. Stolk in de overvolle Oude Kerk zijn intrede met een predikatie over Hand. 13 26b, de woorden: „Tot u is het woord dezer zaligheid gezonden". Hij ging na wat met het woord der zaligheid in den tekst wordt bedoeld, op welke wijze het tot ons kwam en blijft ko men, in welke positie de kerk hiermee piincipieel is geplaatst en tenslotte hoe wij met dit woord handelen. Na de predikatie richtte hy zich in een toespraak tot zijn be vestiger, met wien hy eenzelfden weg van strijd doormaakte tot de theologie des Woords, tot zijn collega's, tot den kerkeraad, de kerkvoogden en notabelen, de catechisan ten en tot de gemeente. Namens gemeente, kerkeraad en collega's sprak de voorzitter van den kerkeraad, Ds. J. K. F. Mantz, hartelijke woorden. Toegezon gen werd Gezang 96 (gewijzigd). KERKGEBOUWEN. Te M ij d r e c h t zal de gerestaureerde kerk der Ned. Herv. Gemeente Donderdagavond &.s. in gebruik worden genomen met een rede van Ds. M. B. Verkerk. KERKORGELS. Te 's-Gre vel d uin-Capelle (N.-Br is de grondige restauratie van het orgel iu de Ned. Hervormde Gemeente onlangs vol tooid. Het werk geschiedde door den orgel fabrikant M. K. Koppejan te Veeneudaal Het in 1812 gebouwde en in 1870 gerestau reerde orgel heeft twee klav'eren. Het me chanisch werk bleef intact. Bijgebouwd werd een vrij-pedaal, pedaal en koppelap- p.irant voor pedaalkoppel I en II. Nog is aangebracht een pneumatische tremolo. Nu is het orgel zeer in waarde toegenomen. Het nieuwe werk is gebouwd volgens pneuma tisch kegelsysteem. Het tinnen front, vroe ger met zilverbrons bedekt, is opnieuw gc- nolijst en in den ouden stijl teruggebraent. Het oude orgel is door goede afwerking en intonatie, weder als nieuw geworden. GIFTEN EN LEGATEN. Te Almelo is voor de tweede Geref. kerk een gift ingekomen groot f 500. Schoolnieuws. Dr. C. J. VINKESTEIJN. Op initiatief van het Genootschap van Leeraren aan Nederlandsche Gymnasia heelt zich een comité gevormd met het doel den aftredenden inspecteur der gymnasia. Dr. C. J. Vinkesteijn, te huldigen voor alles wat hij in zijn langen ambtstijd ten bate van het onderwijs en op ander terrein heeft verricht. In dit comité is vertegenwoordigd een groot aantal vereenigingen op het gebied van hé? gymnasiale onderwijs (openbaar en bijzon- der), terwijl ook een aantal hoogleeraren. I gecommitteerden bij de eindexamens der j gymnasia, zijn toegetreden. Het comité stelt zich vóór, de huldiging van Dr. Vinkesteijn te doen plaats hebben j op 19 dezer, te 3 ure, in de aula van het Ie gymnasium (Laan van Meerdervoort) te j 's-Gravenhage. I Tegelijkertijd zal een comité, gevormd I door de curatoria der inrichtingen voor I gymnasiaal onderwijs, van zijn waardeering j \oor den aftredenden inspecteur doen blij ken. GEREF. GYMNASIUM TE AMSTERDAM Opening van het nieuwe gebouw. Te Amsterdam had Zaterdagmiddag de opening plaats van het nieuwe gebouw aan ue Keizersgracht van het Geref. Gymnasium aldaar. In de gymnastiekzaal der school, die ook als aula dienst kan doen, hadden zich, behalve rector, leeraren en leerlingen, zeer vele autoriteiten en belangstellenden ver eenigd. Namens den minister van Onderwijs was aanwezig Dr. J. Renkema, Inspecteur van het gymnasiaal onderwijs. Daar de bur gemeester en de weth. van onderwys waren verhinderd, vertegenwoordigde wethouuer J. D o u w e s Jr. het gemeentebestuur, behalve wien mode aanwezig was de gemeente-secre taris de heer J. J. Roovers er de direc teur van de afdeeling onderwys, Mr. J. N. I'Hendrix. Verder warer. o.m. aanwezig de hoofden van andere openbare of bijzondere inrichtingen van gymnasiaal- en middelb. onderwys. I Daar voor wijlen den heer Tyo H. van E e g h en, in leven voorz. der vereeniging, nog geen opvolger werd benoemd, werd door den waarnemenden voorz. Prof. D r. M. |v. Haaften de openingsrede uitgesproken. Na allen welkom te hebben geheeten, herinner de hy er aan dat reeds in 1920 het toen ge bruikte gebouw te klein bleek. Men hielp zich toen met huren van lokaliteit maar in 192o had men reeds weer ruimte te kort. De wo ning van den rector werd toen by het gebouw getrokken. In 1928 besloot men over te gaan t°t nieuwbouw, waarvoor 20 Juni 1930 de eer ste steen werd gelegd. En thans mag dan het sohoone nieuwe gebouw worden geopend. Spr bracht dank aan allen die hiertoe mee werkten, aan den Minister en zyn ambtena ren en aan de gemeentelijke autoriteiten. De vereeniging is zeer erkentelijk voor het ge schenk der stad, de beelden die het balcon sieren. Van de personen in eigen kring betuigde hy by zonderen dank aan Prof. Dr. A. Gos- linga, den heer A. J. Drewes en Prof. Dr. R. H. Woltjer, resp. secretaris en penningmees ter van directeuren en voorz. van curatoren. Hy sprak waardeering uit voor het werk der aannemingsmaatschappij v.h. A. G. Höfte, en roemde den arbeid van den architect den heer Arnold Ingwersen, die zulk een uitne mend geslaagd ontwerp leverde en by den bouw zulk een bezielende leiding wist te ge ven. Boven alles echter is er dank in het hart aan den Heere die niettegenstaande zwakheid en zonde onzerzijds de kracht gaf dit werk tot stand te brengen. Spr. verklaarde daarna* het nieuwe gebouw voor geopend met de bede dat de woorden „Ut cognoscant te", welke den gevel sieren, meer en meer weerklank mogen vinden in de jonge harten van alle leerlingen, die hier voortaan dagelijks zullen binnengaan. Daarna voerde het woord de president curator Prof. D r. R. H. W o 11 j e r, die het werk herdacht van zijn vader, Prof. Dr. J. Woltjer, stichter en eersten rector van het gymnasium. Hij zette vervolgens uiteen dat het gymnasium in ons onderwijsstelsel nog steeds op zijn plaats is, welke verande ringen op dit terrein zich ook mogen hebben voorgedaan. Spr. ziet als dreigend gevaar minder het streven am het door een ander schooltype te vervangen dan wel in het stre ven om het in wezen te denatureeren door de klassieke talen op den achtergrond te dringen. Prof. Woltjer wees daarna de bijzondere taak van een Gereformeerd gymnasium, als schakel tusschen het christelijk lager- en christelijk hooger onderwijs. Prof. Mr. P. A. Diepenhorst bood vervolgens namens de oud-leerlingen een geschenk aan. Daarna voerden nog het woord de rector D r. G S c h a i n k, de vertegenwoordiger van den Minister D r. J. Renkema en sprak nog namens het gemeentebestuur weth. J. Douwes. Het bestuur hield een drukbezochte recep tie in de leeraarskamer. Tenslotte werd een rondgang gemaakt door het gebouw. HOOFDBENOEMINGEN. Almelo (Herv. School), G. Reinders, aldaar, voor tijdelijk. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Werkendam (Rehobothschool, hoofd J. v. Herp), voor tijdelijk, mej. H. Jonker, aldaar en als kw. de heer R. Schakel te Ptursum. Hillegom (Chr. Burgerschool voor ulo., hoofd H. C. van der Schuur) als eerste on derwijzer, L. Arentsen, onderw. aan de Sav. Lohmanschool te Scheveningen. Herkinger. (Herv. School, hoofd M. v. d. Vliet), mej. G. E. Boelens, thans tydelyk aan die school. Lutterade, ing. 1 Sept., A. v. d. Veen, tjjd. onderwijzer aan de Hen-. School te Her- kingen; aang. NIEUWE CHR. SCHOLEN. Te Gel drop (N.-Br.) had onder groote belangstelling de officieele opening plaats var een School voor Chr. Nat. Schoolonder wijs. De voonzitter van het Schoolbestuur, de heer W. Nienhuis, opende de feestelijke bijeenkomst door te laten zingen Ps. 100 vers 1 en 4 en las Ps. 78 19, om daarna voor te gaan in gebed. Vervolgens heette hij de aanwezigen har telijk welkom en wees op de beteekenis van dien bijzondenen dag. Hij memoreerde het vlotte ver!o<»p en de aangename samenwer king met hot Gemeentebestuur. Inspectie L. O., Architecten-bureau, Hanrath te Hil versum, opzichter Bedet en aannemer Du- dok te Geiorop, om vervolgens nog enkele bijzonderheden over het verloop der werk zaamheden aan te halen, om ten slotte te wijzen op het belang van Chr. Nat, School onderwijs. Daarna ging hij over tot het in- stalleeren ven het hoofd der Schot*, den heer A. Konings, voorheen onderwijzer te T.age-Zwahivve, en de onderwijzeres, mej. M A. Admiraal, voorheen te Dinteloord. Spr. wensch te het onderwijmend i rsoneel toe, dat op hun arbeid aan deze School 's Heeren rijkste zegen moge rusten. Verder werd het woord gevoerd door den heer Fleskens, .Burgemeester dier gemeente Geldrop; Ir. Briët, namens Architecten bureau Hanrath; Mr. W. van Dijk, als voor zitter van Chr. Nat. Schoolonderwijs te Eind hoven; den heer P. Swart, hoofd eener Chr. School te Eindhoven, namens het personeel der Scholen te Eindhoven; Ds. E. A J. Plug, Ned. Herv. predikant te Nuenen: Ds. K. Sietsma. Geref. predikant te Eindhoven; en den heer I. H. Barnard, hoofd der Chr. School te Lage-Zwaluwe en oud-patroon van het hoofd der nu geopende School. De heer Coenen, Inspecteur van het L. O. in do inspectie Helmond, was wegens familieom standigheden verhinderd, terwijl de heer J. M. Baron van Tuyll van Serooskerken door ongesteldheid afwezig was. Tenslotte sprak het nieuwbenoemde hoofd een woord van dank. Nadat de voorzitter de aanwezigen het nieuwe personeel had laten toezingen Ps. 134 3, deden de nieuwe leerlingen hun in trede in het feestelijk met bloemen ver sierde gebouw. Na het zingen van verschil lende liederen volgde tractaitie, en werd het in alle opzichtten fraaie schoolgebouw be zichtigd, waarna allen na dankzegging door Ds. Plug voldaan huiswaarts keerden. De School begint met 60 leerlingen. Te Schiedam werd heden, 'smiddags te 2 uur, de Jhr. Mr. de Savornin Lohman- sdhoal aan de Galileüstra&t geopend. Te Zo et er me er-Ze gwa art had dezer dagen de opening plaats van de nieuwe Chr. school. Nadat de voorz., de heer P. Baxmeier, het samenzyn had geopend, werd o.m. het woord gevoerd door den burgemeester, de heer L. R. Middelberg, door Ds. J. F. Röth, Ned. Hen*, predikant, door den beer D. Rieze- hos, hoofd der school, door den heer J. M. v. d. Tas, namens de Geref. Gemeente, en door Dn. H. Versluys, Geref. predikant. VEREENIGING VOOR HANDENARBEID. Gouden jubileum. In de Rijkskweekschool te Ha arlem, de eerste school in Nederland, waar onderwys in handenarbeid werd «geven, is Zaterdag de vijftigste jaarvergadering gehouden van de Vereeniging tot bevordering van het onder- wyc in handenarbeid in Nederland. Prof. R. Casimir hield een feestrede, waar na een receptie plaats vond. Namens een huldigingscomité bood Dr H. B. F. Westerouen van Weeteren een geschilderd portret aan van den h«er D. Been, de eerste leeraar in han- denarbeid-onderwys. Dit portret is geplaatst La het lokaal, waar de heer Been bijna dertig jaar onderwys in handenarbeid heeft gegeven OUD-EGYPTISCHE WIJSHEID II (Slot). Ongetwijfeld heeft Amen-em-open dingen geschreven en zijn zoon levenslessen voor gehouden, welke men Bijbelsche waarheden zou kunnen noemen. Ten bewijze laait ik hier nog enkele zijner spreuken volgen: „Vertreed niet de vore vam een ander; ploeg op uw eigen velden, opdat gij moogt vinden, wat gij noodig hebt, en ontvangen het brood van uw eigen dorschvüoer. Beter is een schepel, die de godheid u geeft, dan vijfduizend door geweld verkregen; beter is armoede in de hand' van de godheid, dan rijkdom in de voorraadschuur. Wanneer rijkdommen door roof u toegevoerd worden, blijven zij niet eens een nacht bij u over. Houd uw tong vrij van kwaadspreken, dan cult gij u bemind maken bij de menschen; leg goede woorden op uw tong, terwijl de booze in uw lichaam verborgen blijven. Spreek niet ibedriegelijk met menschen, dat is een gruwel voor de godheid; scheid uw hart niet af van uw tong, opdat al uwe plan nen gelukken mogen, en gij standvastig moogt zijn tegenover andere menschen, want dan is men goed bewaard in de hand der godheid. De godheid haat dengene, die bedriegeflijk is in het spreken, en een groo te gruwel voor haar is de dubbeltongige. Wanneer gij een groote schuld vindt Jrij oen arm man, veixieel deze dan in drieën, scheld er twee kwijt en laat er één oveiiblijven, dan zult gij ondervinden, dat het een pad des levens ia Zeg niet: ik heb geen zonde, en span u niet in om die te verbergen. Terg niet een mensch, die in de hand der god heid is (een krankzinnige), want waarlijk de mensch is leem en stroo, de godheid is Cijn maker. De godheid heeft lief dengene, die den nederige vreugde verschaft, meer dan hem, die den aanzienlijke eert, enz. Dat or in de heidensche godsdiensten als de Egyptische, vele elementen van waar heid aan te wijzen zijn, behopft ons niet to verwonderen, wijl er ook onder de volken buiten Israël een openbaring Gods is ge weest, zoodat, gelijk reeds Augustinus op merkte, zij de waarheid als in een schaduw eagen, omdat die waarheid hun niet ten eenemale vp--'>orgen is geweest. De Schrift spreekt dit trouwens op tal van plaatsen, -*) I stond in ons blad yan 31 Aug. zoowel in O. als in N. T. uit. „want wan neer de heidenen, die de wet niet hebben, van nature de dingen doen, die der Wet zijn; dezen, de Wet niet hebbende, zijn zichzelven een Wet, als die betoonen het werk der Wet geschreven in hunne harten, hun geweten medegetuigende", Rom. 2 vs. 14, enz. De apostel Johannees leert ons duidelijk, dat er een werkzaamheid was van t Woord (den Loge®), dat in den beginne was, bij God was, en God was in de heidenwereld, en da; in hetzelve het leven was, en, het leven het licht der menschen; en dat het Licht schijnt in de duisternis, hoewel de duisternis het zelve niet begrepen heeft. Joh. 1 1—5. Ook de ongekerstende natiën heeft de Logos niet aan haar lot overgelaten, maar heeft met Zijn Godeflijk licht haar beschenen in den zoo duisteren nacht van ongeloof en bijge loof, zoodat Gods onzienlijke dingen van da schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en doorzien worden, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, Rom. 1 vers 20. En wanneer kerkvaders, als Augustinus en Abaelard geloofden dat sommige heide nen naar Gods geboden vroom en rechtvaar dig hebben geleefd, en de zaligheid konden deelachtig worden, gelijk ook later Zwingli zulks aannam, terwijl Luther, Melachton, Lasco om van de nieuwere Godgeleer den niet te reppen zulks hoopten, ja. de mogelijkheid niet uitsloten, dat God soms langs bijzonderfn weg eenige kennis vin Christus' zoenverdienste aan mannen als Socrates, Plato, Cicero, Seneca e. a. had me degedeeld, dan is er op zichzelf niets tegen om verwantschap tusschen en overname vam Amen-em-ope's geschrift en een gedeel te van het Spreukenboek aan te nemn. Mits men altijd het principieel onderscheid vast- houde, dat het initiatief in de religie bij de heidenen altijd genomen wordt door den mensch, wijl liet daar steeds de mensch is, die God zoekt en tot. zich trekt, terwijl juist omgekeerd in den Bijbel God de eerste is: het hemelsbreed verschil tusschen het veel godendom en het eengodendom, twee ge heel van elkander verschillende en tegen over elkander staande denkwerelden, we relden van het menscholijk verstand en hart samen, die niet uit elkander mogen verklaard worden. Er gaapt zulk een diepe en breede klove tusschen die beide denk werelden, dat het totaal onmogelijk is ze te overbruggen. Wanneer immers het indivi- dueele. het eigene, het persoonlijke, volko mener is dan het algemeene, dan moet de Volmaakte, dan moet God, ook volstrekt individueel zijn. De dwaling, maar ook da zonde der heidenen was, dat zij van den persoonlijken God een soort hebben ge maakt. Aan die dwaling is ook Amen-em- ope niet ontkomen. Mogelijk heeft hij onder den invloed van anderer Godsbegrip waarom zou het dan Israël niet kunnen geweest zijn? die groote tegenstelling lusschen zijn veelgodendom en het eengo- dendom eenigszins leeren beseffen, doch uit zijn Wijsheidsboek blijkt in geen enkel opzicht, dat hij de kloof is overgekomen, net zuo min als AmenophisIV, „derevolutie- koning", die hoogstens getracht heeft om de Egyptische religie van den chaos der over leveringen te bevrijden en tot een zuiverder Godsbegrip te komen, maar die een zon- aanbidder bleef zijn nieuwe naam Eoh- naton, d. i.: ,Jiij is Aton (de zonnegod) aan genaam"! duidt het reeds aan en wiens nieuwe geloof tegelijk met zijn koninklijke stichter en prediker in de pyramide is bij gezet (1360 v. C.). Waarbij ik nog opmerk, als een nadere onderscheiding, dat het een- godendom in de eenheid Gods niet een relatieve, maar een absolute grootheid ziet: „De Heere onze God is een eenig, eeuwig Wezen", gelijk men Deut 6 4 zou kunnen omschrijven. De Olympus laat ons in do Grieksche goden, de beste van het heiden dom, beter dan die van Egypte, het ver heerlijkt menschheidsideaal zien, terwijl Sinaï ons precies het omgekeerde toont: den heiligen, almaohtigen, souvereinen God te genover den in zichzelf niets zijnde mensch. Indien omgekeerd ons Spreukenboek of eenig ander boek des Bijbels zoovele goden namen genoemd had als in het betrekkelijk kleine wijsheidboek van Amen-em-ope voor komen, dan zouden zij. die zoo gaarne den Egyptische wijze voor monotheïst willen verklaren, wijl zijne godenamen niets an ders dan symbolen zouden zijn, waarachter de naam van God als het hoogste Wezen verboregn was, en die, merkwaardig ge noeg, het O. T. als minderwaardig behan delen, zeker zonder aarzeling hebben ge waagd van een in de Schrift veel voorko mend veelgodendom. Leg eens alles, wat uit de rijke Egypti sche litteratuur van vele eeuwen op het ge bied van godsdienst, wijsbegeerte en zede- kunde te verzamelen is, tot den papyrus- Insinger (een spreukenboek uit onze eerste eeuw, dat waarschuwt tegen bezorgdheid en i opwekt tot vertrouwen op de godheid) toe, naast hetgeen ons Spreukenboek en andere Bijbelboeken, alleen slechte des O. T., to vinden is, dan zal nieimand aarzelen' de laatste boven de eerste te verheffen. De Israëlietische wijsheid, zooais we die bij name in Spreuken, Prediker, Job en Psalmen aantreffen, heeft een geheel eigen karakter, zij is door en door religieus, zij wortelt in en zij is „Ingesteld" op „de vree- ze des Heeren" een uitdrukking, die niet minder dan vijftienmaal op verschillende plaatsen in ons Spreukenboek voorkomt, en telkens belicht wordt van een andere zijde, wat zeker niet toevallig is omdat /.ij een wijsheid is, die van boven is, Jak. 3 17, van God gegeven en ingegeven. Bij Israël wortelden immers wijsheid en moraal in „de vreeze des Heeren", in „de kennis van God", die wijsheid geeft, kennis en verstand, en voor de ppreohen weglegt een bestendig wezen (alle mogelijke hulp verschaft), Spr. 2 19; zij ontleenden bestaan, kracht en beteekenis aan den Vader der lichten, van Wien alle goede gave en volmaakte gifte afkomende is. Jak. 1 17. Bij Amen-em-ORe daarentegen ontsproot de moraal niet uit den godsdienst, had den godsdienst ook eigenlijk niet tot een bron, nog niet eens tot steun; en wat zijn gods dienst aan zedelijk gehalte bezat zeer op- merkleijk is. dat hij gansch en al zwijgt over de zedelijkheid zelve was slechts aan de moraal ontleend, en kwam feitelijk voort uit de overweging van het nut, dat zij kon afwerpen voor een gelukkig leven: zuivere moraalfilosofie, zonder meer. Wat nu de vraag aangaat naar de ver wnntschap tusschen een gedeelte van ons Spreukenboek en het wijsheidsboek van Amen-em-ope, zij opgemerkt, dat nog lang niet vaststaat wanneer laatstgenoemd werk is geschreven, en uit welken tijd de copieën van den Londenschen papyrus en een Tu-; rijnsch schrijfplankje, dat enkele gedeelten van het wijsheidsboek bevat B), dagteeke- nen, terwijl er nog steeds Egyptologen zijn, als Budge, de kooper van en de cerate ken nismaker met den beroemd geworden pa pyrus, die beweren, dat het werk van Amen- em-ope wel degelijk onder Semietischan in vloed heeft gestaan. Deze meening cv »r It bovendien, afgedacht van de nog open vraag naar de dateering, door nauwkeurige verge lijking der verwante stukken, dat taal, stijl beeld en inhoud betreft, zeer aannemelijk. Anderzijds blijft het waar, dat de invloed der Egyptische taal en stijl van grooten in vloed op Israels taaleigen is geweest, zooals reeds herhaalde malen door verschillends geleerden, maar dan toch het duidelijkst en breedvoerigst allereerst door Prof. Yahuda is aangetoond. Het komt echter niet te pas om een bloote onderstelling want meer is zij voorloopig niet als zou een gedeelte van het Spreukenboek aan het Egyptisch wijsheidsboek ontleend zijn, voor een vaststaande werkelijkheid te houden; en nog veel minder om de verhalen uit Mo zes' boeken, als in het bijzonder over Jozef, te dateeren in den Israëlietischen konings tijd. Er is niet de minste reden aanwezig om de Goddelijke autoriteit der Heilige Schritt prijs te geven, waar integendeel de bewij zen er voor zich opstapelden. En het is vooralsnog aan onzen kant niet noodig om, gelijk bij de modernen zoo dik wijls gebeurt, onderstellingen tot vaststaan de werkelijkheden te maken. M. H. A. VAN DF.R VALK. Hillegersberg. x) Ontleend aan Dr. van Wijngaarden's boek. Met opzet schrijf ik niet: God, de God. maar: de godheid, omdat de Egyprfische wij ze zich opzettelijk zoo vaag en onduidelijk uitdrukt, als hij de godheid in het algemeen bedoelt, om het aan zijne lezers over te la- ten aan een door hem of haar geliefde god of godin te denken. Dat het Godsbegrip oij hem andersoortig is dan bij den Spreuken dichter blijkt wel hieruit, dat hij zijn zoon vormaant de plannen van God niet in dc war te sturen, als hij tot hem zegt, „ver- valseh de inkomsten niet op hei register, en stuur zoo niet de plannen der godheid in de war!" De godheid kan dus volgens deze Egyptische leer door den mensch ge- fhvaisboomd worden. 3) Men lete op deze spreuk: „Matig u zelf de macht der godheid niet aan, alsof Sjaï on Rencnet (twee goden, die het levenslot der menschen bestuurden) er niet waren!" In het algemeen genomen kan men de/o drieërlei onderscheiding geven van den Egv' tischen godsdienst: in het Oude rijk (2Pr>i—2500 v. C.) is dc verhouding tusschen de g dheid en den mensch deze, dat er, even als bij de primitieve volken, een soort over eenkomst is tusschen twee e"-on«he den; de mensch z>al voor de godheid zorgen door spijs en drank te geven, mits deze dan ook voor den mensch zorg wil dragen; in het Middenrijk (2500—1500 v. C.) komt da twijfel op aangaande het bestaan der god heid; in het Nieuwe rijk (vanaf 1555) kom\ vooral in tegenstelling met het Oude rijk het zondebewustzijn op; de mensch voelt zich afhankelijk van de godheid in leven en sterven, dus voor tijd en eeuwigheid. 3) Opmerkelijk is, dat toen de godsdienst van Griekenland en Rome in verval was geraakt, de moraalfilosofeu optraden, en ais het ware op de bouwvallen der oude tem pels en altaren hun nieuwe leer voordroe-' gen. En toen later kerk en Christendom in verval geraakten, hoorde men telkens, dat toen de tijd van de ware deugd en echte vrijheid was aangebroken. Hiertegenover een uitspraak van een bekend Darwinist: „een moraal zonder godsdienst moge ais paradox voortreffelijk dienst kunnen doen, maar alg de nood aan den man komt, en gij van leer wilt trekken, komt er uil da schede een pauwenveer voor den dag". 4) Dit schrijfplankje is mogelijk van e'm schooljongen afkomstig; in ieder geval staat vast. dat het werk van Amen-em-ope ia Egypte op school gebruikt werd voorschrijf, oefeningen, en zeker ook wel voor onder richt 5) Ik heb bier het oog op de rede. die de zoo bekwame lector ln dc Ecvptologio aan de Universiteit te Leiden. Dr.' A. de Buck, midden April op de vergadering der mo derne theolocon te Utrecht heeft uitgespro ken. Hij heeft daar voornamelijk de bezwa ren van den Egyptoloog Spiegelberg e.a. tegen Yahuda ingebracht en sedert weer sproken te berde gebracht, en zoowel be weerd, dat het werk van Amen-em-ope in ons Spreukenboek was verwerkt, als ook, dat de Jozef-verhalen pas in den tijd van Israëls koningen ontstaan zijn: „een goed gecomponeerde historische roman". Hij deel de nog mede, dat Prof. Yahuda ten mijnent gezegd had, dat de Pentateuch van Mozes' hand was; terwijl Prof. Eerdnnni er de predikanten opmerkzaam op maakte, dat ik Prof. Ynhudn's werk peïntrodurcord en "ge ïmporteerd had. De vergadering der theolo gen kon natuurlijk de gegevens van De B. niet controleren. En ik voeg hieraan toe. dat mijn boek slechts voor een zrade gedeel te aan dat van Prei Y. is ont[eend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5