Sou
Het Communisme in de Practijk
\on\4ncl
aaq
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1931
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
NIEUWE BELASTINGEN
Wy wezen reeds onlangs op de nieuwe
Voorschriften voor „zelfbelasting", een mid
del om de boerenbevolking tot nieuwe be
talingen te dwingen naast de leeningen, de
aandeelen in de coöperaties, en andere „vrij
willige" bijdragen.
Evenwel blijft in dezen socialistischen
staat toch de bron der indirekte belastin
gen de rijkst vloeiende. Deze bron is weer
wat dieper geboord' door bepalingen over de
omzetbelasting op voorwerpen, die tot nu
toe daarbuiten vielen. Het gaat oin het ver
vaardigen van dingen uit materialen, die
door den kooper zelf geleverd worden. Daar
van zal in het vervolg ook de omzetbelas
ting van 10 procent der waarde worden ge-
beven. Eenzelfde bedrag zal worden gehe
ven van de kapperijen, die aan verschillen
de fabrieken verbonden zijn. Vrijgesteld
zijn machinefabrieken e.d. die geen gebruiks
.voorwerpen vervaardigen; de bevolking, die
'de verbruiksartikelen koopt, moet de bedra
gen opbrengen.
DE OOGSTCAMPAGNE.
De sowjet-regeering schijnt op een vol
doende hoeveelheid graan uit den nieuwen
oogst te rekenen, zij heeft tenminste het
broodrantsoen per arbeider per dag ver
hoogd van 300 tot 400 gram. De gezinsleden,
die niet werken, krijgen belangrijk minder
dan deze hoeveelheid. Bij de beoordeling
van de waarde van dit rantsoen moet men
in het oog houden, dat de Russen van ouds
reeds brood als hoofdvoedsel gebruiken, en
zeker thans, nu zoowel vleesch als groenten
zelfs aardappelen, voor de massa onbereik
baar zijn. In de algemeene eethuizen wor
den als middageten soep van gerst of
andere graansoorten verstrekt, gekookt van
vleeschafval. Graan is thans bijna het eeni
ge voedsel der bevolking.
In Juli is het programma van den graan
oogst met 111 procent uitgevoerd en dus is
'er meer geoogst dan waarop men had ge
rekend. Dat wil niet zeggen, dat het overal
naar wenseft gaat. Uit diverse districten
yan Koeban en de Zuidelijke Oekraïne ko
men berichten binnen, dat geheel complete
machines voor den oogst stilstaan en on
bruikbaar zïjh. Daar de regentijd daar reeds
vroeg is ingevallen, rekent men, dat in som
mige districten de helft van het graan ver
loren zal gaan, doordat het niet meer op
tijd geoogst kan worden. Correspondenten
melden aan de sowjet-bladen, dat men Kilo
meters lange graanvelden ziet, waar het ga
was overrijp is geworden en niet meer ge
oogst kan worden.
De hooi-oogst is overal ver beneden do
Verwachting gebleven. Nog meer dan bi]
graan geldt daarbij, dat de tijd voor hooien
nu onherroepelijk boorbij is. Men heeft niet
Jveel meer dan de helft van het hooi bin
nengehaald, dat voor den veestapel noodig
is, en zal dan ook het volgend voorjaar
Voor nog grootere moeilijkheden staan dan
dit jaar, temeer daar de vele collectieve vee
fokkerijen, die nog steeds gesticht worden,
tonverbiddellijk hun aandeel opeischen.
S Ondanks de verhooging van het broodrant
iêoen, waartoe de regeering nu is overgegaan
fcnder den druk der algemeene ontevreden
heid en agitatie der arbeiders, is voorloopig
geen verbetering van den toestand t'e ver-
Wachten. Ook in Augustus blijft de industri
eele productie in kolen- en ijzerindustrie
fcich onder die twee derden van de program-
icijfers bewegen. Van opheffing der rantsoe
nering is geen sprake, en van de door
Stalin aangekondigde hervormingen, wat
betreft de vrijheid van handeldrijven, merkt
men nog niets.
DE TECHNISCHE PROPAGANDA
Boecharin, eenmaal door de sowjet-regee
ring gepromoveerd tot leider van de acade
mie van wetenschappen, later in ongenade
gevallen, heeft thans de bescheiden post
van leider der wetenschappelijk-technische
afdeeling van den oppersten economischen
raad. In die functie heeft hij tot taak de
leuze van Stalin: techniek aan de massa's,
in de praktijk ten uitvoer te brengen. Geen
gemakkelijke taak, vooral door het gebrek
aan hulpmiddelen. Het centrale comité der
communistische partij heeft nu een rapport
Van Boecharin bestudeerd en zijn voorstel
len goedgekeurd. Ziehier de wijze, waarop
men de techniek aan de massa's zal gaan
brengen.
Wegens de onbevredigende toestanden bij
'de uitgave van technische en wetenschappe
lijke litteratuur en de slappe banden tus-
schen uitgevers en industrie 7.al deze tak
Van litteratuur aan de algemeene staatsuit
geverij onttrokken worden en worden over
gedragen aan den oppersten economischen
raad. Een van de onophoudelijke reorgani
saties derhalve, die over eenige weken of
maanden wel weer ongedaan zal worden
gemaakt. De algemeene uitgeverij moet een
vierde van de papiervoorraden ter beschik
king van de nieuwe organisatie stellen.
De opp'erste economische raad moet de
technische propaganda met- behulp van de
bioscoop organiseeren.
De radio-afdeeling van het bestuur der
posterijen moet zorgen voor regelmatige
technische propaganda per radio.
De opperste economische raad moet speci
ale organisaties stichten voor de vervaardi
ging van hulpmiddelen voor technisch on
derwijs en propaganda.
Er moet een technisch museum komen,
gereed zijn October 1932.
In Moskou moet een permanente techni
sche tentoonstelling worden ingericht
Ter verbreiding van technische kennis en
propaganda moet er een dagblad door den
oppersten economischen raad worden uitge
geven; eveneens een technisch tijdschrift
De technische propaganda in de bedrijven
moet worden opgedragen aan de assistenten
der directeurs, die het toezicht hebben op de
productievergaderingen. Zij moeten van
allen anderen arbeid ontheven worden.
Bij den oppersten economischen raad
komt een sector voor technische propagan-
waarvoor de raad van volkscommissa-
ssen middelen moet verstrekken.
Ziehier de beslissing, zooals gewoonlijk
een verzameling van woorden zonder in
houd. Duidelijk spreekt eruit de onmacht
iets tot stand te brengen, waarvoor elk'
basis ontbreekt. Ook bij het tempo van het
vijfjarenplan is voor leeren tijd en moeite
noodig. En wanneer men tracht de massa
kennis bij te brengen zonder daaraan tijd
te besteden en zonder dat die massa zich,
ieder individueel, behoeft in te spannen,
zullen geen bioscopen en geen radio, geen
kranten en wat ook helpen. De Russen heb
ben deze uitdrukking daarvoor: peeliwatj
porozjnagow poestoje, hetgeen beteekent:
overgieten van het ledige in het niets. Daar
mede is de beteekenis van zulke beslissin
gen en discussies juist gekarakteriseerd.
EEN NIEUW TOONEELSTUK VAN GORKI
Maxim Gorki heeft een tooneeletuk ge-
sdh'iwen, getiteld Egor Bolytshef en ande
ren, dat dezen winter in Moe-kou zal worden
opgevoerd Het is 't eemste deel van
vier stukken, dat de periode zal behan
delen van 1916 tot nu toe. Dit eerste stuK
speelt in den tijd voor de revolutie en in de
eerste dagen der Februari-revolutie. Het
bevat scherpe cnitiek op de burgerlijke ele
menten der toenmaüu'ge maatschappij, de
kooplieden en het intellect, terwijl velschil
lende kerkelijke figuren iin een belachelijk
licht woiden gesteld.
Een paajr jaar geleden was Gorki bezig
met een romameecie, dtie hetzelfde onder
werp zou behandelen, doch is tot nu toe
niet verder gekomen dan het eerste deel.
VERGROOTING EN VERKLEINING
De controfle-commissie der commiundstts
pairtij en het presidium van den oppersten
economischen raaid hebben tezamen eei
besluit genomen betreffende den slechten
gang id'er papierfabricage mot het oog op het
toenemende gebrek aan papier ondanks d
nieuwe „giganten", diie in deze industrie
worden gebouwd.
Als geneesmiddel tegen deze kwaal ie
vastgesteld het, vepgrooten van de organi
satie der papierindustrie. Bijna alle papier
fabrieken komen nu onder het beheer van
een oentraile papiertruet, öieohts enkele fa
briekjes van minder belang blijven ondei
bestaan.
Niet altijd echter ie vergrooting der orga--
nisabio nuttig; in de machine-industrie zijn
de daar bestaande organisaties juist ver
kleind, omdat ze te groot waren.
Voor één ding zijn afl deze reorganisaties,
deze vergroot,ingen en verkleiningen goed
De talflooze controleurs en dwarskijkers
hebben zoodoende altijd wat om banden. Om
de beurt organisaties uitbreiden en weei
inkrimpen, zoodoende blijft er voor hen ten
minste werk aan den winkel.
EEN NADEEL VAN DE KOLCHOZEN
Door de uitbreiding der collectieve b e-
renbedrijiven is dit jaar een nadeel dier
organisatie naar voren gekomen, waarop
de sovjet-regeering stellig niet heeft gere
kend. Nu die boeien onder het bevel staan
van het kollohoz-bestuur en niet r
kunnen doen, wat zij in hun eigen belang
het best vinden, gelukt het niet meer de
nooddge arbeiders te vinden voor de in
dustrie, die vroeger in stroomen uit de ver
schillende dorpen kwamen. De kolchoz-
besturen werken dit wegtrekken van bet
land zooveel mogelijk tegen. Het zijn amb
tenaren geworden, die allereerst hun eigen
groepsbelangen in het oog houden.
„Als ik geen fabrieksarbeiders lever wordt
me diat niet zoo eng kwalijk genomen, maal
ais ak de oogst niet tijdig binnen krijg
het ongelulk niet te overzien". Aldus oor-
doelen velen, en houden dan opzettelijk een
gnoote reserve aian arbeiders in het dorp
vast om ivoor allo eventualiteiten gedekt te
zijn.
De schrijver, dliie dit alles uitvoerig uit
eenzet dm de Izwestda voegt echter eraan
toe, dat ook die beQiainideling van deze „ot-
cbodniikii" w-egbrekkieire in vorige ja-
ion die lust ertoe heeft dioen afmennen. Zoo
moesten die aspirant-arbeid ens voor den
houtaankap op de stations overmachten en
80 Kilometer lioopen, voor zij aan de plaats
RIJKSEENHEID
DE 12de VERJAARDAG DER REPUBLIKEINSCHE GRONDWET
EEN HERINNERING AAN VON STEIN
(Van onzen Duitschen Correspondent)
Ten twaalfden male herdacht men in
Duitschland den dag, waarop in Weimar de
publikeinsche grondwet van kracht werd.
Men is sedert enkele jaren doende, dezen
llen Augustus tot een nationalen feestdag
te promóveeren. Men organiseert volkscon
certen, een parade in miniatuur rondom den
rijksdag, de rijkskanselier brengt een drie
voudig hoera! uit op „het in de republiek
vereende volk" en Hindenburg marcheert
statig langs de eerecompagnie. Van alle of-
ficieele gebouwen waait de zwart-rood-gou
den driekleur en de trams en omnibussen
der stad Berlijn vergeten ook den Berlijn-
schen heer niet. Des avonds is er een volks
feest in den Lustgarten, voeren Loebe, de
'oorzitter van den rijksdag, en zijn partij
genoot Hórsing, de commandant der rijks
banier het woord en tenslotte marcheeren
de knapen dier republikeinsche organisatie
al blazende en zingende van den Platz der
Republik door het Brandenburger Tor naar
Unter den Linden. Streng incognito is dit
jaar Jimmy Walker een kijkje komen ne-
nen in dte rijkshoofdstad en men kan aan-
ïenien, dat Dr. Salun zijn New-Yorkschen
ollege in Hotel Adlon de band zal gaan
drukken. Van officieele ontvangsten is geen
sprake naar men beweert, op dringend
erzoek van Jimmy Walker, die zeker nog
minder aangename herinneringen heeft aan
Böss' officieele visite in U. S. A.
Op zichzelf is zoo'n grondwet, ook al
wordt hij als de wil des volks gepresenteerd
een vrij nuchter begrip. Bovendien staan
meerdere millioenen vijandig in hun denken
ten opzichte van Ebert en Weimar. Deze
vijandschap is in den Loop van twaalf jaar
eerder sterker dan zwakker geworden. Zij
kwam weer eens demonstratief tot uiting in
het referendum, dat op een nederlaag voor
de radicalen van rechts en van linjgs is uitr
geloopen. Leest men de kranten van Hugen-
berg, Hitier, Seldte en Dingeldey (Thal-
mann's ..Rote Fahne" is om begrijpelijke
reden verboden en het Karl Liebknecht-huis
blijft tot nader order door de schupo bezet)
dan zou men aan een schitterende over
winning gaan gelooven. Het typeert deze
vim zichzelf overtuigde nationalisten, dat zi]
den moed missen, om een nederlaag open
lijk toe te geven. Zelfs de gematigde Deut
sche Allgemeine Zeitung beweert, dat „da
in Pruisen regeerende coalitie van Weimar
een zware nederlaag heeft geleden"!!
Niettemin zijn Dr. Brüning en Dr. Curtius
met een gevoel van voldoening van hun
Italiaansche reis aan den Anhalter BahD-
hof teruggekeerd. Hun streven naar toena
dering, naar „Verstandigung" in Parijs, Lon
den en Rome zal nu wellicht vruchten gaan
dragen. Laval en Briand kunnen een bezoek
aan" de Wilhelmstrasse ondernemen en ook
Mussolini zal aan de eischen der diplomatie
ke beleefdheid voldoen. Duitschland wordt
weer voor vol aangezien en dienovereen
komstig behandeld. Leest men de buitenland
sche bladen, dan krijgt men den indruk, dai
alle groote naties den gang van zaken als
een stap in d'e goede richting beschouwen,
dat de bereidwilligheid, om Duitschland ln
zijn précaire positie te heipen, hierdoor be
vorderd werd.
Hiermede wil nog niet gezegd zijn, dat
Hugenberg's nederlaag een overwinning
voor Brüning en Braun beduidt. Verre
dien. Het wil wat zeggen, dat laatstleden
bloedigen Zondag tien millioen meerderja
rige Duitschers hun stem ten gunste van
het referendum hebben uitgebracht. De haat
tegen de coalitie van centrum en socialisten
zit diep. Nog slechts enkele maanden en
Pruisen komt voor dezelfde moeilijkheden
te staan en het is zeer de vraag, of de nieu
we verkiezingen voor een Pruisischen land
dag ten gunste van Otto Braun en Carl Se
vering zullen, uitvallen. Alle noodverordenln
gen ten spijt zullen dan alle middelen wor
den aangewend, om de vesting der sociaal
democraten te bestormen en niemand weet,
of zij bij macht zal zijn, om zich te hand-
Voor hen, die zeker waren van een schit
terende overwinning, was deze 9de Augus
tus een bittere ontgoocheling. Men had een
herhaling verwacht van den 14en Septem
ber 1930, toen 107 nationaal-socialisten het
Wallot-huis konden binnenstappen in hun
bruine hemd. Men vergat echter, dat
optreden dezer vereerders van het haken
kruis velen tot andere gedachten heeft
bracht. Het brute en brutale optreden der
nazi's heeft niet overal den venvachten
..anklang" gevonden. Men gaat inzien, dat
onze tijd veel te ernstig is voor politieke,
proefnemingen van onrijpe knapen. De rijks
dag is geen schouwburg voor dilettanten.
•varingen, welke men in Brunswijk en
Thüringen met nationaal-socialistische mi
nisters opdeed, hebben de bekoring van zul
ke proefnemingen in Pruisen sterk vermin
derd.
De dwazen, die nog steeds hun heil van
Moskou verwachten, zullen ook niet gene-
worden door de gebeurtenissen in ver
schillende wijken van Berlijn. Hoogstens
zullen zij door de doortastendheid der poli
ven tot bezinning komen. De Bülow-
platz en omgeving bevindt zich vooralsnog
in staat van beleg. In een der zijstraten had
den communisten op den muur van een
huis met roode verf geschilderd: voor de
neergeschoten communisten moeten twee
schupo-officieren boeten! Zij hielden zich
aan dit voornemen, want Hauptman Lauf
en zijn collega Lenk werden brutaalweg
door een groep communisten op den open
baren weg neergeschoten. Op den Gamisons
friedhof schonden anderen het graf van den
Polizeihauptmann Zenker!, die kortelings
door Berlijnsche bolsjewiki aan den Seeiel-
der Platz zijn zwaar beroep ten offer viel.
Hier hadden godloochenaars op een marme
steen geschilderd: „Ruhe in Gott! Rot
Front lebt!" En met zulke lieden wilden de
itaalhelm en het hakenkruis eendrachtig
marcheeren ten gunste van het referendum!
Neen, dan luisteren wij in den rijksdag
liever even naar rijkskanselier Brüning, die
na minister Dietrich het woord voerde. Rei
den herinnerden aan het werk van Freiherr
von Stein, wiens honderdste sterfdag dezer
dagen over gansch Duitschland herdacht
werd. Stein's ideaal was de eenheid van
het Duitsche volk. Door hem werd in dagen
an zware bezoeking reeds de nadruk
legd op het vele, dat alle Duitschers met
elkander bindt. Het is de geschiedenis, wel
ke zich voor onze oogen herhaalt. Ook thans
iaat het Duitsche votk gebukt onder de ge
volgen van een oorlog. Wat 1914 het Duit
sche volk saambracht en de waarde der
rijkseenheid aan de wereld bewees,
spleet vier ja^r later datzelfde volk uiteen
en onder deze oneenigheid heeft de rijks
eenheid te lijden. De gedaante van Von
Stein is een waarschuwing voor allen, een
ernstige vermaning tot verdraagzaamheid
en eensgezindheid.
Omgeven door Dr. Curtius, Dr. Sahm, Dr.
Schiele, Von Guerard, Dr. Stegerwald, Dr.
Luther, Hópfer Aschoff, Grzesinski. Lobe,
Groener, Dr. Wirthyon Kardorff en vele
andere vooraanstaande persoonlijkheden
luistert von Hindenburg aandachtig naar
deze waarschuwende woorden van Dr. Brü
ning. Op diens verzoek brengt de rijkspre
sident met alle genoodigden een drievoudig
Hoch! uit op het in de republiek vereende
Duitsche volk".
B e r 1 ij n, 11 Augustus 1931.
Gemengd Nieuws.
ALS DE GEHUWDE VROUW IN
GEMEENTEDIENST IS.
In een ingezonden stuk in de R. K. Resi
dentiebode vertelt een lezer, inzake het
kwaad van de „dubbele inkomens" doordat
man en vrouw samen werkzaam zijn in
gemeentedienst, het volgende frappante
w a t
Wils J__J
DE PREEK VAN B1KAELI
Vyf jaar gelede was Bikaeli 'n heiden,
aiie van die kln-dere wat dit lees, sou toe
r dlie groot, w oeste, ongeklede Kaffer weg orde
geloop het Nou etaam hy ïifi-er in 'n nette
kerkgabau viir die ander Kaffers te preek.
Hy het 'm wit limme kleed aan verder .6
sy voete kaai. Die gehoor si't op k lei-bankies
■bos die kerkbanke in Nyaesalomd gemaalc
vond.
Rikaali het 'n Bybel in sy hamid die
Bybal in sy eie taal is vir hom meer as 'n
plaes of 'n span esse. (Die men6e wet vir
~>s. Sieyn geld gee, as hy kom koliek teer
-ir die B. en B. Bybelgonotskap het ook
gebelp om diaairüiie Bybel te laat diruk).
Watter verandering het diie lig van die
Evangieiie in Bikaeli se l'ewe gemaak! Sy
uitkyk is nee meer woes nie, maar sag en
ernstig, en hoor hoe lé hy Gods Woord uit.
Ty tekst is: „Wij allien moeten geopenbaard
worden voor de rertoretoeil van Christus."'
„Daair was eemiag 'n groot man," so sè
Bikaeli. „Hy het 'm tuin dn 'n vlei gehad
Daar was volop groente en vrugte in die
tuin. Die groot man, die baas van die tuin,
nie lank by sy huls bly nie daarom
het hy vir sy valk gesè om goed vir die
tuin te eorg, die vrugte en groente gereeld
te samel en dit dan in die skure weg Ie
pak. Na 'n leng reis kom die groot man
tuis hy gaan kyk in «y skure, en hy
m-entk eomar dat daar van drie vrugte en
girenoten ontbreek. Hy gaan na die tuin
die werkvolk groet hom ewe beleef en so-
lank ais hy dair staan, wenk hu lie verrskrik
kik fluks. Doe groot main het 'n boksue' by
hom waarmee hy prentjies neem ('n ka
mera), net 6O06 wat sommige van die jong
donmas het, wat van dlie Kolonie kom. Hy
i toe 'n prentjie van hulle waar hu 11e
ailgere so diruk an werk is.
"y vertel hulle dat hy weer van die
huis sel gaan en sê vir hu 11e om mooi ge-
trou met dlie wei<k voort te gaan. Toe hy 'n
end vèr was kom hy eo ongemerk terug.
Hy kruip eo 6ttl deur die lang gras. Hy
eien waf hullle doen in dc-e tuin. Hulle steel
van die vrugte en groente hul kindere
en vriend dra dit weg in mand'jie6hulle
wrok mun; hulle staan te log en praat.
die toneel neem hy weer 'n prentjie.
zaan toe weg. Toe hy weer tuis kom
ern hy hoe dit gaan. Hulle vertel hom
dt alles so goed gaan, dat hulle getrou in
»y afweeigheid eewerk het, en dat aflües in
„Nou ja.' sê die groot man, „dan sal ek
vamaand vir jullie prentjLee op die doek
wvs, soos daairdlie vriendiliike reieiger wat
hier tleurggereis het vir ons gewys het."
„Die aarn-d kom, die gebou was vol ge-
pak. 'n Wit laken is teen die muur gehang.
Uaar is die eereto prentjie. Dit is dlie tuin
ol groente en vrugte. O, hoe fluks werk
ailimal. Sommige hardloop erntli-k so vinnig
hulle die goed aanidra. Die gebou is vol
n pleeievrige geluide. „Kwaak! kwaak!'"
roep hulle uit. Almai is bly. Hullle wye met
dlie vingers: „Daair is ak! Daar is jy!"
„Die eerste prentjie is verby. Nou kom
die twede prentjie wat die groot man ge-
het toe by daar in die gras vir hulle
lê afkyk. Toe die prentjie op die doek val
en hulle sien wat dit is, is almai meteens
doodstil. Kiemend praat of roer mie; hulle
laat hul koppe sak; hulle is baie skuam.
hulle is bang vir dlie baas.
„Na 'n stilte waarin 'n mens byna bang
was om hard asem te haal, begin een te
kreun, die ander volg, tot die gebou een
groot gekreun was. 'n Man staan op, hy
al aan die voete van die groot man oiu
ergiffenis te vra, toen 'n twede, toe 'n
derde. Die groot man antwoord: „Ek het
niet woordie mie. Móre gaan jullie me werk
Bikaeli maak nou die toepassing. Hy sê:
„Die Heer se oog loop orahs. Die Here God
het 'n groot kamera daarbo. In daardie
groot dog, wanneer ons almal voor die
groot wit troon staan, en die groot boek,
waarin al ons dade opgeekrijve word, ge-
open word, dan sal al die prentjies van ons
lewe g©openbaar word. En dan. as die
prentjies wys dat ons ontrou was, aal die
Here God self sè: „Loop w-eg van my, jou
ontroue d-ienskneg."
Bikaeli se preek het 'n diep indruk op
sy gehoor gemaak. 'n Maand daarna het
van die Kaffers wat dfte preek gehoor het
nog gebid, „Heer vee tog al die lelike prent
>ies uit in U bloed."
kwaimen, waaT zij konden werken. De wer
vels het zijn termen, die men ook bij de
koefliieworviimg op Java kent lichten de
tmeneahen mief voldoende dn over de toe
standen op de plaatsen, waar zij heen trek
ken, (een verscliijneel, dat onder alle wer-
vens over die geheel© wereld voorkomt), en
zoodoende worden de wegtrakkers wel te
leurgesteld. Eventjes wordt hier een sluier
opgelicht van de ellende, die deze wegge
lokte n uit hun donp te verduren hebben; zoo
heel fraai schijnt het er in de werkplaatsen
dier sowjet-unie toch niet uit te zien.
Mij is een geval bekend, waarbij de man
een gemeentebetrekking heeft met een sala
ris van ruim f 5000. De vrouw des huizes
nu heeft eveneens een gemeentebetrekking
met f 2400 salaris. Nu deed zich het gevat
voor, dat mevrouw een baby verwachtte,
hetgeen op zich zelf heel normaal is, het
abnormale hiervan is echter, dat me
vrouwtje acht maanden verlof kreeg, m«
behoud van vol salaris. Ik veronderstel na
tuurlijk, dat voor deze acht maanden een
tijdelijke kracht genomen moest worden
(tenzij manlief het werk voor mevrouw des
avonds thuis klaar maakte) en kost dit dus
de gemeente nog eens idem zooveel".
Menig eerzaam huisvader zoekt tevergeefs
om werk en kan dus niet in de behoeften
van zijn gezin voorzien terwijl hier het mes
van twee kanten snijdt en in weelde ge
baad wordt.
OVER BOORD GEVALLEN EN
VERDRONKEN.
Een 11-jarige schipperszoon, Jan Lievers,
die op het motorschip „Risico" uit Rotter
dam, liggende aan het veer te Dieren, stond
en aan wal wilde springen, struikelde over
de reeling en viel over boord. Hij kwam
tusschen den wal en het schip terecht en
werd door den sterken stroom onder het
schip gesleurd. Het was levensgevaarlijk
hem nog te redden. Na drie kwartier dreg
gen en zoeken vond men den drenkeling
nabij het schip. Men paste nog kunstmatige
ademhaling toe, echter zonder resultaat.
VERDRONKEN.
Te Monnikendam is een vischventer uit
Volendam te water geraakt en verdronken.
De ongelukkige laat een vrouw met vijf kin
deren achter.
EEN STAKENDE GEMEENTERAAD.
De gemeenteraad van Stein (L.) weigerde
onlangs ter afdoening der aangekondigde
agenda in vergadering bijeen te komen.
Thans meldt de „Limb. Koerier", aat deze
gemeenteraad tegen Woensdagavond ander
maal bijeengeroepen was. om 't -mislukte
agendum te behandelen.
In het vergaderlokaal, een der klassen der
openbare school, waren aanwezig de loco
burgemeester, wethouder Houben en de sec
retaris. Geen der overige raadsleden heeft
echter een voet in het lokaal gezet.
Op het schoolplein waren aanwezig de hei
ren Alberts en P. Janssen, die gereed ston
den het vergaderlokaal binnen te gaan,
dra nog een vierde lid kwam, zoodat de
vergadering zou kunnen doorgaan.
Het werd reeds kwart over zeven, maar
er kwam geen vierde man. De heer Saldci.
hield zich in de nabijheid van de school p,
maar bleek niet van zin de vergadering bij
te wonen.
Wet'h. Janssen en de heeren Mariens en
Kevers werden niet opgemerkt.
De Raad is thans voor de derde maal op
geroepen.
HONDER JAAR NOTARIAAT
IN ééN FAMILIE.
Op 19 dezer h >opt, volgens het Vad., de
familie Van der Hevden te Mijdrecht het
feit te herdenken ,dat het notariaat
jaar in drie opeenvolgende geslachten door
haar is uitgeoefend.
Den 19den Augustus 1831 werd de heer
J. C. van der Heyden door den toenmaligon
minister tot notaris ter standplaats Vlnke-
veen benoemd, als opvolger van zijn vader,
die te Vinkeveen het beroep van Vrederech
ter uitoefende.
Na eenige jaren in Vinkeveen werkzaam
te zijn geweest werd hij naar Mijdrecht over
geplaatst en werd de standplaats Vinkeveen
opgeheven.
Notaris J. C van der Heyden heeft 47
jaar het notariaat uitgeoefend eu js bij zijn
40-jarig ambtsjubileum op luisterrijke wijze
door de bevolking gehuldigd. Bij zijn dood
in 1878 werd hij opgevolgd door zijn zoon
den beer H. J. II. van der Heyden. Deze
stond bekend als weldoener der armen. Zelf
bezocht hij de nederigste huisjes der min
vermogenden en overlaadde hen met giften
en weldaden. Bij zijn dood in 1908 treurde
heel Mijdrecht om zijn heengaan. Hij werd
opgevolgd door zijn zoon, den tegenwoordi-
gen notaris J. F. W. J. van der Heyden, die
onder het ministerschap van den heer Ne-
lissen tot. notaris werd benoemd. Notaris
J. F. W. J. van der Heyden heeft thans na
een 23-jarige ambtsuitoefening het 100-jarig
notariaat volgemaakt. Door het groote aan
zien dat notaris Van der Heyden in Mij
drecht geniet, zal het hem ongetwijfeld lot
aan belangstelling op dien dag ontbreke*.
BRANDEN.
Te Woerden is door onbekende oorzaak
afgebrand de opslagplaats van brandstoffen
van de coöperatie „Elkander Trouw", aan
de Havenstraat, terwijl ook de belendende
woning van de Jong een prooi der vlammen
werd. Verzekering dekt de schade. Andere
belendende perceelen kregen groote water
schade.
Vermoedelijk door een defect aan een
petroleumtoestel is een geheel met koren en
hooi gevulde groote landbouwschuur, toe-
behoorende aan den landbouwer Rosema te
Briltil bij Zuidhorn (Gr geheel afgebrand.
Door haastig ingrijpen wist men uitbreiding
te voorkomen. Verzekering dekt de schade.
LEVEND VERBRAND.
Te Venlo stookten eenige jongens .en
vuurtje, waarbij kleine kinderen een kijkje
namen. De jongens achtervolgden met bran
dende bossen stroo de kleinen, waarbij eeu
vierjarig meisje zóó gewond werd, dat zif
stierf. De dader is opgesloten.
jtauw fobnkoot
FEUILLETON
DE STER VAN HALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
(45
Hij ldiep het vertrek op en meer. Een poos
Tater elioeg hij met een hamertje op de
bronzen plaat vam die tafefl, naast de deur.
Een dienaar verscheen.
„'t Ie tijid, dat ik een bad neem!" sprak
Be opperpriester.
„Wiill de heer dadelijk komen?"
„Ja, breng allee maar 6ipoedlig din gereed
heids"
„'t Ie reeds geschied."
„Dan gaan wij."
Het baiid en de zalving, zonder wélke
geen voornaam Babyionicr den dag begon,
watnen voorbij. Mairtinu begaf zich naar de
eetzaal. Een slaaf had vruchten op tafel
ge-zet en stond klaar, om uit een zware,
aarden krud'k Synisdhen wijn iin een zilve
ren beiker te gieten.
De opperpriester at weinig en dronk
Bleohts een enkeU© teug wijn.
Het diuunde niet lang, of vele tempel
dienaars kwamen terug, en berichtten, dat
die wijzen, tot wie zij gezonden waren, spoe
dig zouden aanwezig zijn.
Voor en na treden de beroemdste geleer
den der toenmaals beken-de wereld de ver-
gadenzaall binnen. Een blik op het gelaat
toomde, dat vellen hunner zich zeer wel be-
tvust waren, tot de „denkers" te beihooren
t Deftig, maar ook vriendelijk groette de
opperpriester, zoo vaalk een der wijzen uit
den draagstoel steeg en die vergaderzaal
binnentrad.
De opperpriester behoedde het do-el d'er
ud'tinoodiilgiing niet bekend te maken. De
eter! Zij was het, -clle de ged&ohten van aJle
bezoekeis bezligihiledid Veilen wilerpen vol
bezorgdheid een blik in het rond.
„Wat dunkt u, mijne vrienden, ran de
ster, due daar opstijgt boven Babylon? Is
het een onheilsbode van de hoogste goden,
gelijk men sedert eeuwen gelooft? En wat
moeten wij Nabun-ahiid antwoorden, als hij
Iaat vragen, wat haar verschijning betee
kent? Ik moet u mededeelen, dat ik onzen
bnoedier Abil-Istar heb laten zeggen, dat
hij op onze beslissing zou wachten!"
„Eer wij, de minderen, spreken, betaamt
het, uw gevoelen te vernemen," sprak een
uit het middlen der priesters.
Martimu aarzelde.
„Ik weet niet," sprak hij eindelijk, „of
mijn oordeel u kan behagen; maar ik meen
in mijn geweten verplicht te zijn, u te zeg
gen, hoe ik over die verschijning denk!"
En nu ontwikkelde hij voor deze aandach
tige toehoorders zijn ideeën.
Toen de opperpriester zweeg, bemerkte
hij zeer wel, dat de meen ingen verschillend
waren. Op veler gelaat was onwil of twijfel
te lezen. Toestemming vond hij slecht6 bij
enkelen.
„Mij dunkt, mij-me broeders," begon de
oudste der aanwezigen, een man met
sneeuwwit haar, maaT oogen, schitterend
va-n jeugdig vuur, „"mij dunkt, dat de ster
de voorbode is van een nieuwen tijd. Nabu-
nabi-d heeft de goden Bobylons uit hun hei
lige tempels genomen. Nu zonden zij deze
ster als veilkond'iger van een aanstaande
wraakneming In d-at seaioht Kea ik hot
volkomen eens met den vorigen spreker.
Niet zoo, wat andere meeningen betreft
liet voök der Joden is van zijn God verla
ten. Het li-oopte reeds meer dan zeven tien
tailüen vam jaren op bevrijidling. En nog al
tijd geen veriosediig. Zij kwam ni'et!"
De oude zweeg en zag Marti nu aan. Lang
zaam veihueif deze ziiioh van zijn zetel en
sprak: „Herinnert u, mijne vrienden, dat
het een zoon uit ons eigen volk was, die
voor meer da-n duizend jaren den Joden
diie ster aankondigde. Het was Biieam,
Beors zoon, «dlie, naar de Schriften der Jo
den ons leeren, door een vijandig vorst ge
roepen werd uit zijn woning te Pethar, aan
den vloed van het land dei" Ammonnieten.
Vloeken zou hij het vol-k der Joden en zie.,
hij zegende het. En wa-t sprak Biieam? Gij
kent de hoeken der Joden even goed els
ik.*)
„A-lzoo spreekt Buleaan," zoo begon hij,
„de zoon Beors: ^a-lzoo spreekt de man,
wiens oog gesloten is; dce daar hoort het
woord zijns Gods, Wiens oogen zich openen
in visioenen. Ik zad Hem zien, maar niet
heden; ik za-1 Hem aanschouwen, maar niet
van na-bij. Een ster gaat op uit Jacob, en
een scepter uit Israël regeert." En dan ziet
de ziener, hoe deze scepter adle volkeren in
het rond slaat en dat Israëli machtig en
groot wordt en dat zij im echeipen zullen
komen uit het avond-land Chittim en de
A6syriére overwinnen. En eindelijk roept
hij klagend uit: „Wee, wie kan leven, a's
de Heere dit atdes zat doen?" Mijne broe-
d-eis, Assyrie is nu Baèy-lon, sedert Nebu
kadnezar het \-erwoestte. Wie anders gel
den deze woorden da-n ons, bewoners van
het groote Babylomiieche rijk? Welticht zijn
de schepen, welke de overwinnaars bren
gen, reeds onderweg. En daar ginds, boven
Haladajt, fonk-eflt de ster voor den gunste
ling van den God d-er Joden!"
„Den God der Joden! zegt gij?" riep een
jonge geteerde. „Dat verhoeden d-e goden,
dat die doode God-, dlie sedert veertig jaren
geen teeken ram l-even gaf, ooit weer ont.
waike en zoo machtig worde!"
„Gij vergeet," antwoordde Martimu, „dat
hetgeen in de sterren geschreven 6taat,
noodwendig moet geschieden en dat men-
schen, ja zelfs de onsterflijke goden niet
machtig genoeg zijn, d-it te verhinderen!
Overigens, mijn broeders," aldus tot al de
aanwezigen, „moet men niet meenen, dat
de God der Joden dood is. Z-iet slechts, hoe
dat volk, ook in het land der ballingschap
een buitengewoon werkzaam leven leidt,
boe zijn priesters en vorsten macht over hen
uitoefenon en dat met zooveel gemak en
zoo groote kracht, als wij priesters niet
over de Babylonians kunnen uitoefenen, als
geen Nabuna-hid over het volk bezit. Dat is
geen doode God, diie iets dergelijks in zijn
votk uitwerkt."
Dit antwoord werd met gemor begroet
Nu echter begon weer de grijsaard te spre
ken, die in den beginne het woord nam.
Langzaam, maarr duidelijk en met klem
sprak hij: „Wij zijn bijeengekomen, om
over de ster te spreken. l)e zaak is drin
gend. Elk oogvnblik kan een bode kn-
nings ons roepon. Ik zie, wij zijn bet niet
eens. en bet zal ons niet gelukken, samen
een besluit te formuleeren. Laten wij eer
lijk bekennen, dat de verschijning van dl»
ster ons ven-raste. Zullen wij niet de ge
sel) riffen der ouden ondervragen?"
1 C'IA s4*r"
Mairtiinu. „Ik heb zonder eenig resultaat
dezen morgen de tabletten i-ngezi-en!"
„Dam ben ik de meeni-ng toegedaan," her
nam de spreker, ,/iat het nuttig kam zijn,
bij am-deren om imHichtingen te vragen.
„Hoe? Wij priesters? Wij inlichtingen
vragen? Bij wien?"
Zoo klonik het ram versohit lende kan-ten.
„Ja, waarom zullen wij ons niet, evenats
Nebukadmezar, tot den wijze uit het Jood-
sohe volk wenden? Wat wij vragen, betreft
toch ook het lot zijns volks? Hij gold se
dert den droom d-es vorsten als ons opper
hoofd! Zal het ons vernederen, tot hem die
vraag te richten?"
Het gemor onder de aanwezigen, voorat
bij de jongeren, werd nog luider en liier en
daar hoorde men, dat enkele leden hun af
keuring in krachtige taal kenbaar maak
ten.
„Daarvoor behoede Nabu ons, dat wij on
ze wetenschap aam vreemden ontleenen!"
„Da-n zou de Jood e-erst trotseh worden,
als zelfs de wijzen van Ba by Ion bij hein om
raad vroegen!"
„Waarom voor hem bekennen, dat wij
niets weten?"
Zulke en meer dergelijke opmerkingen
bewezen, dat men over het algemeen tegen
dit voorstel was.
Maar wederom oprok de oude priester
langzaam: „Jonge vrienden, wij waakten
reeds menig jaar aam de bron der wijsheid,
welke in Boisippa vloeit, maar zijn et van
overtuigd, dat, zoo de goden geen wijsheid
6chenkon, de meneoh te vergeefs rondtast
en nadenkt. Zoo heeft dus een God w ie,
dat laat ik buiten bespreking, bet kon ook
Nabu zijn dezen Daniël de gave ingestort
de geheimen d-er toekomst te onthullen. Gij
weet hot siechts vam hooien zeggen; wij,
die ouderen, hebben het met eigen oor ent
uit zijn mond gehoornd. Het betaamt daar
om verstandige mensohen, de wijsheid ta
zoeken, waar ze te vi-nden is."
Maar ook deze woorden maakten weinig
indruk op de gemoed-eren.
„Laten wij gerust d-e komst ran den bod»
des konings afwachten. Dan is er not? tij-i
om nu te denken, aJvorens te spreken!"
Daarmee namen de mee6ton genoegen.
De bijeenkomst was afgeloopen. Martimï
bleef alleen, ontevreden, wijl hij niets ge
vorderd was.
„Moge deze zaak tot heil van Nabu's
pnestere goed afloopen. Ik heb weinig hooji
op een gunstig resultaat!"
HOOFDSTUK XXIX
De dag na de verschijning
Den volgenden a-vond stond de otvheitepet
lende ster nog veel vroeger dan den vorigeri
avond aan het uitspansel. Den eersten
keer hadden slechts enkelen het nieuwe
licht bemerkt. Dezen avond wiet geheel
Babylon van de ster te vertellen.
Aan alle hoeken dei- straten, w-nar geen
hooge gebouwen aan de an-lere'zijde het
uitzicht belemmerden, stonden tnllooze
nieuwsgierigen en zuigen met aandacht
naar de schitteren le ster. AHen waren over
tuigd. dat de ondergang der stad en van
het njk aanstaande was. Fluisterend sprak
tie een tot Jen ander: „Gij zult zien. da go-
don willen zich wreken op den goddeioozen
Xahumahid."
(Wordt vervolgd)