Ons woonhuis in zijn ontwikkeling TE KOOP N.V.d'Agnolo&Co. ENCI-CEMENT N.V. A. Al BOUWBLAD No. 115, Pag. MAANDAG 10 AUGUSTUS 1931 WOON in uw EIGEN HUIS en gij '3ESPAART =1= 40 der huursom. Voor spaarrekeninghouders 85 Hypotheek. Individueel sparen met vaste rente en gegarandeerd eind bedrag, (geen spaarkas, geen verzekering). Aan vragen te richten aan NIEUW-EIGENHUIS, Jan Pzn. Coenstraat 21, 's-Gravenhage. Overal actieve vertegenwoordigers gevraagd, aangename werk kring, ruime belooning. >chiebroek, de mooie randgemeente Een kort overzicht van de zeven Heerenhuizen aan de Adrianalaan van den heer L. v. d. Nadort Jr. te Hillegersberg. Het woningtekort en gemis aan bouwrijpe grond de laatste jaren in Rotterdam is wel een mooie aanleiding voor uitbreiding der randgemeenten. Wanneer we zoo deze plaats, jes de revue laten passeeren, dan zien we, dat juist hierdoor grcote uitbreiding heelt plaats gehad. Bezoeken we Hillegersberg, dan treft u nieuwe woonwijken aan. Kijk: u naar Schiedam, dan staai u werkelijk even verbaasd wat daar de laatste paar jaar is tot stand gekomen. Het mooie woon oord in het Westen is toch werkelijk niet t« versmaden. Thans zijn ook Schiebroek en Overschie sterk aan het uitbreiden. Vele voordeel-en hebben de randgemeenten ge meen. Over het algemeene lagere huur- en koopprijzen. Lage belasting enz. Ook wat betreft de verbindingen met Rotterdam heb ben oe geen klagen. Zij, die veel aan de uitbreiding der omliggende gemeenten heb ben bijgedragen zijn de particuliere bou wers. Alhoewel deze nog al wat tegenwer king moeten ondervinden, blijkt toch tel kens weer, dat het particulier initiatief niet gemist kan worden, eerder hard noodig is. Het mag toch inderdaad gezegd worden, dat hpt particuliere bouwen veel voordeelcn biedt. Allereerst economisch. Voor zoover deze bouwers niet aan voorschriften onder hevig zijn, wordt een huis practisch ge bouwd en dan zoo goedllbop mogelijk. Deze beide factoren worden 7.00 dikwijls bij bouw \an Gemeentewege uit het oog verloren. In doorsnee wordt er ook solide gebouwd. Dat ook aan het particuliere initiatief fouten kleven, ontkennen we in 't geheel niet. We denken b.v. aan de grondspecula'tie. Echter is hiertegen o.i. van Gemeentewege wel iets te doen. Doch over het algemeen is de particulie re onderneming te roemen. Zoo ook in Schie broek, waar aan de Adrianalaan bij den Ringdijk een zevental heerenhuizen worden gebouwd door den heer L. van de Nadort Jr., architect te Hillegersberg. De toekomstige bewoners hebben daar oen mooi uitzichten kunnen zich verlustigen in de tuinen, voor het huis en een achter. Voor hun deur Kunnen ze in de bus stappen, die ze Rotterdam brengt en aan het eind der laan is de halte van dén trein. We laten hier even de indeeling volgen. Vestibule met behangen gang, met a eind de keuken. Twee kamers en suite met warande. Boven: twee slaapkamers, van een met balcon, zij- en badkamers. Tenslotte de zolder met twee groote ver trekken. Op elke verdieping een W. C. en water aanwezig. De keuken, gangen, bad kamers zijn voorzien van tegels. Alles zit goed in de verf. De mogelijkheid voor aan leg van centrale verwarming en het maken van een garage ontbreekt niet. Een mooie waterdichte kelder onder het geheele huis met uitgang in den tuin is niet te versma den. Ziedaar in 't kort de huizen beschreven. Particulier initiatief, dus practisch en niet duur. Houlh. N.V. J. VAN SCHIJNDEL Co. ANNO 1853 Oost-Admiraliteitskade 47 Rotterdam 1, Zagerij en Schaverij: Nassauhaven—Boerengat door JAC. RIJKSE Leeraar en Conservator aan de Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag De algemeene indeeling van de woonhui zen der oude Egyptenaren hebben we in ons vorige artikel uit den plattegrond lee- ren kennen. Hoe deze woningen er van binnen uitzagen, is niet met zekerheid te zeggen. Complete muren zijn niet gevonden daar het materiaal waaruit zij vervaardigd wafen daarvoor te vergankelijk was. Toch kunnen we ons wel eenigszins een idee vormen omtrekt de versiering uit resten die in d'e ruïnen gevonden zijn. In d'e huizen te El Amama vooral, zijn deze sporen van muurschilderingen meerma len aangetroffen. Soms zijn deze schilderin gen op een witten ondergrond, soms ook di rect op de gedroogde Nijlklei aangebracht en bestaan uit bontgekleurde motieven van allerlei aard. Voorstellingen op groote schaal met mensohelijke figuren komen zel- <fen voor, wel bloemenslingers van de meest uiteenloopende samenstelling. Vooral rondom de raamopeningen treffen we deze versieringen aan. De gestyleerde vormen van korenbloemen, lotus- en persea-kelken zijn duidelijk te herkennen en de omslui ting van het geheel geschiedt door een wit gekleurde rondstaaf, die met een roode band! omwikkeld was; als bekroning diende een z.g. hollijst met bonte kleuren beschil derd. De vensters zelf, die heel hoog in de muren geplaatst waren, werden in kleine openingen verdeeld door gekleurde staven. Als sluiting tegen zonlicht en stuifzand werden oprolbare matten toegepast. Huizen met twee en drie verdiepingen zijn alleen uit de beschilderingen op grafwanden bekend'; de ingevallen ruïnen geven in dit opzicht geen opheldering. De bovenste ver dieping, meestal als een soort daktuin aan geduid, was uit dunne houten zuilen opge trokken. Hierboven was op een constructie van latten een tentdoek gespannen om de zon buiten te sluiten en tevens om de on derliggende verdieping koel te houden. Dit systeem komt heden ten dage in het oosten nog heel veel voor. Uit verschillende voorstellingen op muur schilderingen, die uit het Nieuwe Rijk af komstig zijn. leeren we nog een nieuwe vondst op bouwkundig gebied kennen, n.l. een bovenverdieping die terwille van de lichte constructie, geheel uit smalle plan ken is opgetrokken. Het gebruik van dit materiaal verklaart voor een groot deel het totaal verdwijnen van de resten van dit ge deelte der gebouwen. Een andere muurdecoratie uit de latere perioden vertoont ons raamopeningen die door bontbeschilderde luiken gesloten wa ren. In deze luiken kwamen kleine kijk- openingen voor die gelegenheid boden van binnen naar buiten te kijken terwijl het in kijken absoluut onmogelijk was. Hieruit is met vrij groote zekerheid vast te stellen dat deze bovenverdieping als .vrouwenverblijf werd gebruikt. Alvorens nu over te gaan tot het beschrij ven van de meubels die het Egyptische huis bewoonbaar maakten, is het noodig ons eens af te vragen vanwaar de oudto Egypte naren het noodige hout verkregen. En wat blijkt nu al heel duidelijk? Egypte was in het Oude Rijk zoo arm aan „werk- hout", dat het niet in staat was in zijn eigen behoefte te voorzien. De z.g. Dumpalm en de dadelpalm leverden een draderig, warrig en voor den meubelmaker niet bruik baar hout op. Ook Sycomorenhout is krom, warrig en knoestig. Het eenige doel waar voor het te gebruiken was, was voor het vervaardigen van grafkisten (sarcophagen). Deze werden uit kleine plankjes vrij ruw in elkaar getimmerd en vóór de beschildering met een laag stuc bedekt; een enkele maal is zelfs een laag linnen in de stuc verwerkt om het geheel steviger te maken. Voor meu bels was het om zijn slechte eigenschappen niet bruikbaar. Evenmin geschikt was het hout van de accacia en de tamarinde zoo dat tenslotte als eenige bruikbare soorten overbleven het hout van eohte z.g. Christus doorn en van de Heglik eveneens een soort groote struik. In de alleroudste tijden schijnen de ver houdingen in dit opzicht beter te zijn ge weest. De afbeeldingen op de oudste monu menten vertooncn een meer uitgebreide flora en ook het vinden van verschillende houtsoorten in de graven der eerste konin gen wijst hierop. In latere tijden schijnt in de planten- en dierenwereld een verschuiving naar het zui den te hebben plaats gevonden, waardoor sommige houtsoorten buiten het bereik der Egyptenaren kwamen. Men was dus op in voer van hout uit het buitenland aangewe zen, en wel In de eerste plaats van den Li banon met zijn vele cederbosschen. Het is vrij zeker, dat de vele troepeninvallen in deze streek, geen ander loei hadden, dan het verkrijgen van goed werkhout. Het staat echter vast, dat ook langs handelswegen veel cederhout naar Egypte gebracht is ge worden. Reeds koning Snofru, een voorva der van de groote pyramidenbouwers, liet hout voor zijn schepen en paleizen uit het buitenland invoeren. Een relief van 1300 vóórChr. laat zien, hoe bewoners uit de streek van den Liabnon, voor koning Sethos I hout aan het vellen zijn. De reden, waarom men op dit cederhout zooveel prijs stelde voor het vervaardigen van fijne meubelen en gebruiksvoorwerpen, was, dat het een groot weerstandsvermogen bezat tegen insecten, vooral tegen de witte mieren. Naast cederhout werd ebbenhout toegepast, dat aangevoerd werd uit Nubië, aan de oostkust van Arika, terwijl ivoor, in samenhang met ebbenhout als inlegmate- riaal werd gebruikt. De olifant, nu reeds sinds eeuwen uit Egypte verdwenen, werd in het Oude Rijk nog in de buurt van de eerste cataract gejaagd. Voor minder kostbare gebruiksvoorwerpen werden als imitatie van ivoor, nijlpaardtanden en been deren van dieren gebruikt. Wat werktuigen en gereedschappen be treft, zijn we veel te weten gekomen uit graf- reliefs en wandversieringen waarop meer malen de interieurs van werkplaatsen wer den afgebeeld. In de pyramidentijd gaf men een overledene, die aan het hoofd van een bepaald bedrijf had gestaan, zelfs een serie gereedschappen mee in het graf. In het middenrijk komen op de binnen zijde der sarcophagen veelvuldig geschilder de randen voor die als hoofdmotief een collectie gereedsohappen hebben. En tenslot te zijn er gedurende d'e laatste eeuw veel gereedschappen te voorschijn gekomen bij diverse opgravingen. Gereedschappen en werktuigen De Egyptenaren kenden in de eerste plaats de zaag, een soort vosse-staartzaag, oorspronkelijk met een koperen, later met een bronzen blad. Verder gebruikten zij de bijl, de dissel, de houten hamer, de beitel, de drilboor met boog en de winkelhaak. Schaaf en vijl ontbraken; ;de vijl komt eerst omstreeks 700 v. Chr. voor en de schaaf vin den we niet eerder dan in den Romeimschen tijd. De functie van deze twee gereedschappen wordt door dissel en polijststeen overgeno men. In een^graf, dateerende uit 300 v. Chr. vinden we voor het eerst een draaibank af gebeeld. In een graf uit de Ve Dynastie is het door zagen van een boomstam tot planken afge beeld. De stam is aan een in den grond ge slagen paal bevestigd en wordt van boven naar beneden ingezaagd. Zoodra de deelen uit elkaar buigen en gaan klepperen, wordt er een lus omheen geslagen en deze door een stok met een zwaren steen belast. Het gebruik van lijm was den Egyptena ren ook reeds bekend en werd door hen toe gepast bij inlegwerk en fumeeren. Zelfs het imiteeren van hout op stuc, door middel van beschildering werd! hier en daar gevonden en bewijst dat er waarschijnlijk ook in de Egyptische geschiedenis perioden geweest zijn waarin om economische redenen meer kostbaar materiaal door een minder dure namaak werd vervangen. Huurdersstakingen Voor ons staat de verhouding tusschen een verhuurder en een huurder van een woning in Nederland als die van een leverancier van woongelegenheid tegenover een afne mer daarvan, op de voorwaarden mondeling of schriftelijk vastgelegd, en tenslotte gefun deerd in de bepalingen van ons Burgerlijk Wetboek. Wanneer een huurder met de eenmaal overeengekomen huur-voorwaarden zioh niet meer kan vereenigen, of bezwaar heeft te gen nieuwe, door den verhuurder gestelde voorwaarden voor een nieuwen huurtermijn, dan heeft hij eenvoudig de gehuurde woning ter beschikking van den verhuurder te stel len na afloop van den overeengekomen ter mijn. De verhuurder mist elk machtsmiddel om den huurder te dringen tegen diens zin in het gehuurde te blijven, wat logisch is; maar even logisch ontbreekt den huurder elk machtsmiddel om tegen den zin van den verhuurder na afloop van een overeen gekomen termijn het gehuurde te blijven bezetten en gebruiken. De woningverhuurder, zegt de heer L. Klawer in „Ons Eigendom" heeft naast zijn reohten ook plichten als zoodanig te genover de gemeenschap; hij levert aan mede-burgers woningruimte, voorziet in hun woongelegenheid. Dat is zijn nuttige, maat schappelijke functie. Juist in dezen tijd dient hij zich te onthouden van het vragen van buitensporige woeker-prijzen voor zijn product. Van zakelijk standpunt beschouwd is het dom van woningverhuurders om een ongeremd „haal-maar-raak-systeem" tegen over hun huurders te willen toepassen, want daardoor slachten zij heel spoedig, vlugger en onverwachter dan menigeen wellicht denkt, de kip die voor hen de gou den eieren legt. De algemeene economische lijn gaat naar beneden! Aan de gevolgen daarvan zullen ook de woningvenhuurders niet kun nen ontkomenl Maar terecht wijst de heer Klawer er op, dat tal van Gemeentebesturen, in het bijzonder die der groote steden, door hun grondpolitiek, hun grond-monopolie, het luxueus en on-economisch opzetten van uit breidingsplannen, het opschroeven van de eischen, ook voor de arbeiderswoningen, de huurprijzen van den nieuwbouw in het bij zonder van echte volkswoningen, steeds meer opdrijven, tegen de economische lijn in. Immers stijgen der huurprijzen, ook voor de arbeiderswoningen, in den nieuwbouw aan den buitenrand van de steden, moet dat kan niet uitblijven als natuurlijke reactie stijging van de huurprijzen d!er oude re, meer naar het Stadscentrum gelegen, woningen, veroorzaken, in het bijzonder als die nieuwbouw slechts mondjesmaat ge- sohiedt. Het te hoog opdrijven der huren is af te keuren, maar gaarne blijven ook wij met den heer Klawer op de bres staan voor verhuurders, die door bruut, georganiseerd geweld belet worden hunne woningen tegen redelijke huurprijzen .voor consumenten be schikbaar te stellen. (jeen lintbebouwing meer Uit de verschillende Kon. Besluiten „nopens het toezigt en het beheer der groote wegen en het bouwen van woningen daar langs", blijkt ten duidelijkste, dat er langs de groote wegen van de eerste en tweede klasse een bouwvenbod bestond en dat de gene, die daarlangs wilde bouwen, uiteraard op eigen terrein, een verzoekschrift moest indienen, wilde hij trachten ontheffing van dit verbod te verkrijgen. Van schadeloosstelling wegens de aanwe zigheid van dit bouwverbod, was terecht geen sprake, omdat dit verbod in het alge meen belang was uitgevaardigd en gehand haafd wercl, teneinde het verkeer over do we,gen niet te belemmeren. Aan dezen alleszins redelijken toestand is door de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 13 Augustus 1847 een einde gemaakt, waarin een betoog wordt gehouden dat het bouwverbod afkomstig is van een Fransche wet van 1790. Deze circulaire schrijft Ir. A. A. Mussert c.i. in z'n bijdrage tot de kennis van het wegenvraagstuk, is wellicht de duurste, die ooit van een Minister is uitgegaan. Als men ziet, dat onze Rijkswegen over groote lengte hopeloos verknoeid zijn door bouwerij on middellijk tegen den weg aan, dan moge men bedenken, dat wij dit te wijten hebben aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, die in 1847 van wege de waardigheid der Regee ring de anarchie inzake het bouwen langs de verkeerswegen proclameerde. Laten wij aannemen, dat inderdaad de zaak juridisoh niet zuiver was, dan nog stond den Minister maar één ding te doen: het onmiddellijk indienen van een wetsontwerp om het verbod op wettelijken grondslag te stellen. Het verbod heeft gegolden de wegen lste 1 2de klasse. Die der 2e klasse waren in beheer en onderhoud bij de provinciën, dus provinciale wegen, waarvoor het provinciaal bestuur verordeningen kan maken. Sinds 1853 b.v. is het in de provincie Utrecht verboden om binnen 5 M. uit een weg te bouwen, behalve waar het betreft de voornaamste wegen, nl. de Rijkswegen, daar mag men pal tegen den weg aan bouwen en doet men het ook onverdroten. Bij de behandeling van het provincciaal reglement in de Staten van Utrecht, heeft „Schadevergoeding" wegens het bouwvedbod op de 5 M. bree.ie 6trook. Blijkbaar sprak het vanzelf, dat een dergelijk denkbeeld geen mogelijkheid tot verwezenlijking in zioh borg. „Voor dien uiterdijken welstand, de veilig heid der passage en de voortdurende bruik baarheid van den weg" was het noodig de zen maatregel voor te schrijven en daar mede uit De eenige juiste opvatting! Het recht van de Overheid om handelingen te beiletten w-elke door Haar geacht worden in strijd te zijn met het algemeen belang, zon der daarvoor schadeloos te stellen, wie dam ook, is een van de grondbeginselen van de mogelijkheid tot Regeeren.*) Het motorrijtuig vergrootte aanzienlijk de mogelijkheid om buiten de bebouwde korn- n: :i wunen. .1 de komst vam dit nieuwe vervoer- nuudel woonde het overgroote deel der be volking in de bebouwde kommen. De auto mobiel en speciaal de motorbus hebben daar in een radicale verandering gebracht: een antobueddenst langs een Rijksweg tussohen twee belangrijke steden is tevens een in stelling tot bet zaaien van huizen langs dien weg. Juist op het oogenblik, dat een revolutie ontstond in de eneülheid van voortbeweging over den weg, hetgeen gepaard diende 1 met beperkende maatregelen inzake het bouwen langs den weg, ontstond tevens de mogelijkheid om daar op groote schaaJ naar eigen goeddunken huizen op te trek- De zaken staan nu zoo, dat de Rijkewe gen in den volkomen onbeschermden toe stand verkeeren, waarin de Minister van Binnenlandsche Zaken hen in 1847 heeft ge bracht Volgens ir. M u s s e r t is in d-e eer ste plaats noodzakelijk een onmiddellijke uitvaardiging bij de wet van een verbod oro buiten die bebouwde kommen binnen 15 M. udt den kant van een Rijksweg te bouwen. Het spreekt vanzelf, dat indien het Rijk den eigendom wenecht van grondstrooken om nu of later te gebruiken voor wegver- breedi-ng, dat de<ze beihooren te worden aan gekocht of onterigdtod tegen sdhadeloosstel- liing. Ook op bet gebied vam de spoorwegen, landgrenzen en de dijiken kent men derge lijke verboden, zonder dat het dwaze denk beeld van schadeloosstelling ooit is geopperd Zoo Ï6 het verboden langs de spoorwegen te bouwen. MODERNE VILLA'S te Schiebroek met en zonder centrale verwarming, gelegen aan de Adrianalaan, bij den Ringdijk. Bevattende: 2 kamers en suife, keuken, 2 groote slaapkamers met zij- en badkamer, zolder met 2 groote kamers. Op elke verdieping W.C. en water. Warande en balcon. Groote voor- en achtertuin. Groote kelder onder het geheele pand, met uitgang in den tuin. Inlichtingen: L. v. d. NADORT, Architect, Hilleniussingel 15, Hillegersberg, Telef. 43504 \Vfereldtentoonstelling Chicago 1933 Met het ma', en van ih ptbi uwen voor dozo tentoonstelling is men reeds lang bezig. Het gebouw voor het transportwezen be staat uit drie afdeelingen, te weten een rechthoekig gebouw van twee verdiepingen, ongeveer 44 x 300 M. groot. Verder een soort ballonhui, groot ongeveer 30 x 67 m., met drie gebogen scharnierpunten. Deze hal dient om een doorsnede van een oceaanboot op ware grootte te herbergen. Verd".r een ronde toren, 61 m. in diameter en 38 m. hoog. Deze dient om locomotieven in ten toon te stellen. Het dak van dezen toren hangt aan kabefls, waartoe op den wand kleine torentjes in het rond gebouwd zijn, die boven den wand en het dak uit steken. Het eigenaardige van het eerste gebouw is, dat er geen enkel venster in is. Elec- trische verlichting heet voordeeliger te zijn. Ramen toch nemen tentoonstellingsruimte in beslag; verder zullen de ramen donkere of minder goed verlichte hoeken en vlakken geven, vooral bij bewolkte luchten. De ventilatie zal door kanalen met na tuurlij-ken en kunstmatigen trek geschieden, Jrichttechnische voor drachten voor architecten Voor dezen winter zijn door Philips' De monstratiezalen, Heerengracht 270, Amster dam, voor de leden van den „Bond voor Ned. Architecten", van „Architecture et Amici- tia", van „Hooger Bouwkunstonderwijs" en van „De Acht", een 13-tal lichtteohnische voordrachten georganiseerd, welke zullen worden gehouden door Dr. Ir. N. A. Ha 1- b e r t s m a n, Ir. L. K a 1 f f, R. Kuipers, arch., H. E. v. d. Pauwert, arch., R. S w i e r s t r a, Ir. G. v. d. W er f h o r s t en H. Z ij 1. Uit het programma blijkt, dat allerlei voor den architect belangrijke lichttechnische vraagstukken aan op 30 September.en wor den geheel kosteloos gegeven. Jnternationaal Congres voor techn. onderwijs te Parijs Van 2427 September a.s. zal te Parijs een Internationaal Congres voor technisch onderwijs worden gehouden. Het secretariaat is gevestigd: Avenu Alexandre III Paris (VIII). De kosten be dragen 25 Ir. (Jit de Tijdschriften Ir W. Val der poort van de Rotter- damsche Bouwpolitie en Woningdienst, zegt m interview met Scharroo over de bouwpolitie en haar taak in het jongste nummer van Bouwbedrijf o.a. De categorie bouwers wordt Vrijwel al leen in de groote steden aangetroffen en vormt een zeer eigenaardig soort van tech nici. De bouwer houdt zich bezig met den speculatieven woningbouw en voert dezen uit, al of niet naar een door hem zelf op gemaakt plan, voor een gedeelte met eigen erkvolk, of wel uitsluitend met verschil lende onderaannemers. Ik wil direct op den 'oorgrond stellen, dat men onder de bou- vers uitstekende bouwkundigen kan aan-l treffen, die menig befaamd architect soms I el een nuttig lesje in de elementaire I bouwconstructie zouden kunnen geven. Aan den anderen kant treft men onder de bouwers ook de minste vertegenwoordigers HET STUCADOORSWERK van den bouw ADRIANALAAN is verricht door W. VAN HENGEL Graaf L. van Nassaustr. 5 - Tel. 40336 HILLEQERSBEhü van het bouwkundig ras aan, al is het per centage van deze laatsten ook al weer niet zoo hoog, als men soms wel aanneemt of doet voorkomen. De bouwkundigen zijn veelal de plannenmakers van de bouwers en niet bij de uitvoering betrokken. Van een bepaald standpunt bezien, zijn zij dikwijls voor een bouwtoezicht een groot gemak, doordat zij tot in détails met verschillende voorschriften bekend zijn. Zij letten dan ook met een Argusoog op de consequente toepassing daarvan door de ambtenaren. Op het lagere constructieve gebied zijn zij door gaans redelijk goed onderlegd, zoodat men te dien aanzien niet veel bezwaren tegen hen kan inbrengen. Somtijds kunnen de ar- chitcten, wanneer deze bij den speculatieven woningbouw betrokken worden, voor wat de constructieve zijnde daarvan betreft, aan deze bouwkundigen nog wel eens een i beeld nemen. Verder bespreekt Prof. W a 11 j e s een villa van C. C. van Beaumont te Bloe- mendaal; Prof. Schoemakerde Duitsche bouwtentoonstelling. Tenslotte nog iets atrium woningbouw, een ontwerp van den Munchener architect U 1 i S e e c keer teressante oplossing van het vraagstuk dor ééngezinswoning. InBouwbedrijf bespreekt Prof. Wa11- j e s 't politiebur. en de Villa in Monster van A. Claus, waarin hij veel te prijzen vindt. Prof. Schoemaker besluit zijn bespre king van de Bauausstellung te Berlijn, waar in hij er op wijst, dat kenschetsend voor de hedendaagsche architectuur in het functio nalistisch karakter, dat moderne bouw werken eigen is, mede als gevolg van de technische verbetering en de nieuwe bouw materialen, welke worden toegepast. In Openbare Werken wordt ten zien van het bekroonde ontwerp Hen driks van De Jonglwnonument te Rot terdam opgemerkt: Het is zeer juist gezien, dat het monument aan de haven, op een domineerend punt, wordt geplaatst, als een ver boven de om geving uitstekende herinnering aan en te midden van het groote werk, dat hij daar met ver vooruitzienden blik heeft verricht De blik van ieder, die van zee uit de Maas komt opvaren, zal door dit monument wor den getrokken, maar als men naderbij ko mende een restaurant ontwaart,, zal men zich afvragen, of het onderbrengen van de bureaux van den havenmeester, of een an deren direct met de haven in verband staan- den dienst niet juister de bedoeling van het monument zou uitdrukken en meer in overeenstemming is met het ernstige karak ter en den arbeidzamen aard van dengene ter wiens nagedachtenis dit gedenkteeken wordt opgericht Ir. F. C. J. v. d St e e n van Ommeren behandelt de keuring van straatklinkers en betoogt, dat één bepaalde „normenproef" niet bestaat en niet bestaan kan. Dit is de groote moeilijkheid, die zich ook bij de nor malisatie van dit materiaal voordeed. Afgescheiden van andere moeilijkheden kan men wel zeggen, dat deze normalisatie gestrand is op het verschil van inzicht om trent de waarde, aan de diverse proeven toe te kennen en aan de afwezigheid van één afdoende normenproef. A. N. Hartogh antwoordt op de vraag in „In en om de woning en de boederij", loont het de moeite naar Berlijn te gaan voor de tentoonstelling, op zoek naar het eigene, het bijzondere in den bouw van vreemde landen, ontkennend. Een nieuw geluid wordt niet vernomen en wat er is, hoe interessant dan ook, is internationaal. Fr. Brömstrup bepleit in „Deutsche Bau- zedtunig" den bouw van auto viaducten, uit sluitend bestemd voor het snelverkeer, personenauto's en taxi's, motorrijwiellen en sruelbussen. De schrijver gaat aan de Leipzigerstraeee te Berlijn als voorbeeld na hoezeer door den bouw vam zulk een viaduct de capaci teit der straat wordt verihoogcL Than6 kun nen 2500 voertuigen in beide richtingen per door deze straat worden geleid; de auto-viaduct zou een capaciteit van 7000 bezitten. De koöten zullen ongeveer 90 millioen gulden bedragen. SANITAIRE INSTALLATIES Fa. J. G. HOOGEWEIJ 4 ZONEN Lood- en Zinkwerkers Gevestigd sedert 1903 Jaffa 42 b en c, Rotterdam - Telef. 13126 Hoofdkantoor: Adrianalaan 153, Schiebroek - Teleioon 41559 H.R.LAUWAARS&ZONEN Pijnackerplein 44 - Rotterdam Magazijnen: Schommelstr. 8-30 Waal-, IJssel-, Kalkzandsteen Handvorm in verschillend formaat Speciaal dunne gevelsteen HILLEGERSBERG kcukcq, oaaKamer, grooie voor en acnter- tuin. Bovenhuizen: 2 kamers en suite. 3 slaapkamers, badkamer, zolder over het Te bevragen: L. D. SUNDERMEYER, IJsclubstraat 68, Telefoon 13866 BINNENHUIS- INRICHTINGEN 1 ROTTERDAM Woonhuis; LAMBERTUSST. 101 Werkplaats: SCHOUTENSTR. 131 Een mooi buis. En goedkoop. MOOIE HEERENHUIZEN Maatschappij tot Exploitatie van On roerende Goederen „Scheepenwijck" N.V. Achterweg 81 Schiebroek TERRAZZO - MOZAÏK KUNST STEEN- EN BETONWERKEN APELD00RNSCHE LAAN DEN HAAG WIJ HEBBEN TE HUUR: Groote winkels, 70 M' met kelders onder den geheelen winkel, en achter uitgang. Alles gelegen op het mooiste gedeelte der Apeldoornsche laan, bij brug Regentesselaan en aansluitend aan het te bouwen Kledingmagazijn der Firma LIJNKAMP. Inlichtingen op het werk en bij de Fa. J. MEULDIJK ZONEN Loosdulnscheweg 681 - DEN HAAG Telefoon 334811 MAASTRICHT NEDERLANDSCH FABRIKAAT Vertegenw. r ROTTERDAM 5 Cö S AEL3RECHTSKA0E 147b TELEFOON 30404-30233 A. VAN WIJNGAARDEN ZONEN Roïïerdam TELEFOON 57050 (2 lijnen)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10