r N DEBAT OVER 'T HUIDIGE PRODUCTIE-SYSTEEM MAANDAG 27 rJULI 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 I. is een merkwaardige gedachtenwisse- gevoerd over de tegenwoordige pro ie-wijze tusschen twee vooraanstaanden Christelijk-sociale beweging, de hee- H. Amelink en C. SmeenL De Amelink weet er geen weg meer mee, k in alle eeuwen zulke stemmen zijn be- erd geworden, en gelijk! eigenlijk elk [-voelend mensch in zijn Sturm- und ïgperiode heen en weer geslingerd wordt noemden pas nog eens in een ander ver Enka, de bekende Christen-socialiste vóór een kwart eeuw. Wat is er in haar iok niet menigvuldig over dit vraag- geredeneerd en wat komen ons do linken dan weer bekend voor. is een debat tusschen de heeren Ame- en Smeenk waard beluisterd te wor- Beiden aldoor aan het stud'eeren. De dote misschien wat impulsief zoo nu en in zijn woordkeuze. De laatste vasthou- luwfl# als een dog en verbazing Wekkend den schat van economische kennis, hij in een half menschenleven .ver- ade rd heeft. De heer Amelink schijnt de hui- öEn dige productiewijze te veroordeelen De Gids van 18 Juni lezen wij: De economische crisis, met haar ïnil- K. mienen van werkloozen, minstens 100 mil- tsmatL menschen, die van weridoozenuitkee- et eefg of steun moeten leven, blijft aanhou- rcrscht, n0g geen enkel lichtpunt doet zich 8 5 ®n' ons voor, dat wijst op betere tijden öïb st all«ijj|eil aanbreken. IJillioenen van menschen hebben aan ai- flei tekort. Zij leven in sobere vaak zelfs jr slechte levensomstandigheden. En tege- ;ertijd wordt het productie-apparaat inge- stilgelegd, Worden1 maatregelen raamd om de productie te beperken. Dat ijnt het middel te zijn, om de tegenwoor- e productiewijze weer op gang te krijgen. S echter scherper veroordeeling van de dige, de z.g. kapitalistische, productie- e mogelijk? Dat zulke maatregelen on- deze omstandigheden worden genomen, .ijst, dat deze productiewijze niet inge- d is op het eigenlijk doel, nl. te voorzien behoeften der geheele menschelijke ïenleving. Als God ons zegent met over- edige oogsten, als het productie-apparaat ianig is geperfectioneerd, dat overvloe- kan voorzien worden in deze behoeften, zou een oorzaak van vreugde moeten j. Ruim kan dan voorzien worden in dat- ie wat de menschheid noodig heeft. Tal- velen, die nog maar heel matig worden zorgd, kunnen het nu beter krijgen. neen, zoo is het niet .Deze samen- ng, die op het gewin is ingesteld, kan n winst meer maken. En daarom, er is n sprake van dat er vreugde is om de iheid der productie, waardoor er meer te deelen is; neen, al is er zelfs in werke- heid nog tekort, al zijn er nog millioenen menschen die in armoede leven, de pro- ,ie moet worden beperkt. Internationaal den daarvoor zelfs maatregelen beraamd De heer Smeenk vraagt nadere uiteenzetting. itrimonium bevatte 'daarop volgend el: De huidige „kapitalistische" productiewijze flus te veroordeelen. Wij verkeeren ii kenleving, die op het gewin is „inges die, nu zij geen „winst" meer kan maken, productie beperkt. Pat beteekenit dit alles? Wat wil D jd s Moeten wij aansturen op 'n dndere uiotiewijize? Op welke daft? Op de alistische? Zaii men dan varkens blij- j fokken en vetmesten, óók indien de r als vergoeding na zijn werk niet de Idige artikelen kan verkrijgen? tfen biedt thans goed spek aan tegen 15 it het pond. Bij zekere hoeveelheid wordt reductie gegeven. Toch wordt het niet DE BANDOENGSCHE 'JAARBEURS Het Nederlandsche paviljoen op de laatst gehouden Ban'doengsohe Jaarbeurs heeft bij de talrijke bezoekers sterk de aandacht ge trokken. 6 Juli werd de Bandoengsohe Jaabbeurs bezocht door een Engelsche handelsdelegatie, welke in het bijzonder getroffen was door den inhoud van bet Nederlandsche paviljoen. Als bewijs, dat over belangstelling van het publiek niet te klagen was, kan er op wor den gewezen, dat o.a. de inzending schoenen, waavan de prijzen bijzonder scherp concur- reerend waren gesteld, groote daadwerkelijke belangstelling trok en, wanneer verkoop ter plaatse mogelijk was geweest, zouden heel wat Nederlandsche schoenen zijn verkocht. De Nederlandsche gecondenseerde melk werd zoo uitstekend bevonden, dat tientallen kisten dadelijk zouden kunnen zijn verkocht als die in voorraad waren geweest. De ervaring, die bij deze laatste Jaarbeurs is, dat, indien de Nederlandsche industrie haar prijzen zeer scherp kan stellen en in het begin een flinke reclame wordt gemaakt, op het oogenblik in Indië veel succes is bereiken, omdat de superieure kwaliteit Indië toch gewaardeed wordt tegenover buitenlandsohe merken. gekocht. Gezien den prijs van de varkens, is de varkensmesterij niet loonend meer. Er is niet alleen van geen „winst" meer sprake, er wordt zelfs op toegelegd. Wie kan dat volhouden? Het spreekt wel vanzelf, dat de productie van een artikel beperkt wordt, wanneer de vraag vermindert en er geen af nemers zijn, die het willen of kunnen koo- pen tegen een redelijken prijs, waarin min stens verdisconteerd zijn de voortbrengings- kosten. En zooals het met de varkens ten onzent gaat, zoo gaat het met verschillende land- bouwartikelen. Als gevolg daarvan zijn na tuurlijk ook diverse industrieele voorfcbren- selen slechts in beperkte mate af te zetten. De boer, die voor zijn varkens, zijn bieten en j zijn eieren slechts een lagen prijs ontvangt, j die de voortbrengingskosten niet dekt, kan j zich geen radio aanschaffen of zich luxu- euzer inrichten. Hoe een socialistische samenleving er uit zou zien, weten wij niet. Maar wij vermoeden j zoo, dat men ook dan de bedrijfsleiders en de arbeiders, die een of ander product ver- vaardigen, in den een of anderen vorm een vergoeding voor hun arbeid zal geven. Wie j schoenen maakt, zal brood, kleeding enz., in j ruil voor zijn arbeid moeten ontvangen. De I verbruikers van schoenen zullen dat op de een of andere wijze moeten vergoeden. Ook zullen zy hun deel moeten bijdragen in de kosten van de machines, die bij het vervaar- j digen van de schoenen gebezigd worden, in j de bouwkosten en het onderhoud van het fa- j brieksgebouw, waarin de schoenen vervaar- digd worden, in de vergoeding, die de distri- buant, laat het zijn de bediende in een ge- j meentewinkel, ontvangt. Moeten de schoenen naar elders worden vervoerd, dan komt er nog bij een deel der vergoedingen, die aan metaalbewerkers, spoorwegarbeiders, enz. uitgekeerd worden voor het maken van spoor wegmateriaal, het besturen en geleiden van transportmiddelen. Voor „niets" kan men ook onder het „so cialisme" geen schoenen geven. In don „prijs" moet ook dan „winst", in Jen een of anderen vorm, verdisconteerd worden. Er moet immers ook onder het socialisme gere serveerd en nieuw kapitaal gevormd worden Willen de menschen geen schoenen dragen, of hebben zij, door welke omstandigheden ook, zelf geen door anderen begeerde pro ducten voortgebracht, dan kunnen ook onder het socialisme geen schoenen voor niets ge leverd worden aan wie wel „behoefte'' aan I laarzen heeft. Heel de tegenstelling, die men maakt tus schen productie om „winst" en voortbren ging om in de „behoeften'» te voorzien, is o.i. by dieper nadenken geen oogenblik houd baar. Als er onder het socialisme geen „winst" is te behalen, vergoeding produc- tiekosten, plus reserve en kapitaalsvorming! kan de productie van een artikel evenmin worden volgehouden als thans. Of wel, men moet de verliezen van het eene artikel weten te dekken uit de winsten van een ander. Maar dat is volstrekt niet altijd mogelijk. Laten de calculaties te wenschen over, dan loopt het ook onder het socialisme mis. Wij gelooven trouwens geen oogenblik dat 't goed zal loopen. Om allerlei redenen niet, die wij reeds meermalen hebben uiteengezet. Thans zijn er ongetwijfeld menschen, die aan veel behoefte hebben, maar die slechts weinig kunnen besteden. Men denlce aan de millioenen in China, in Rusland, op den Bal kan, ja waar al niet. Ook onze eigen platte landsbevolking heeft aan veel behoefte. Wil len nu onze arbeiders in West- en Midden- Europa voor niets, of althans voor heel wei nig gaan werken, ten einde in de behoeften van deze milloenen te voorzien? Wij betwij felen 't. Mag men van van de ondernemers eischen, dat zij het ondernemersloon (winst) ten volle prijs geven? Hoe komt het, dat de wereld zoo verarmd is? Door den oorlog, door de revoluties, door velerlei verdwazing. De oorzaak schuilt zoo meenden wij tot dusver, zeker niet in het „ingesteld" zijn van onze samenleving op „gewin". Trouwens, wie heeft haar daar op „ingesteld"? Intusschen interesseert ons zeer de vraag, wat het orgaan van de Christelijke Vakbe weging nu eigenlijk wil? Hebben wij ons steeds vergist bij onze afwijking van de socialistische denkbeelden Moet de huidige productiewijze werkelijk veroordeeld worden? Indien 'De Gids niet voor het socialisme kiest, wèl tegen het „ka pitalisme", voortbrenging door particuliere ondernemers voor de markt, dan zouden wij gaarne iets meer concreet vernemen, welke organisatie van de voortbrenging De Gids mogelijk en beter acht? Natuurlijk kan het antwoord niet zijn: organisatie van de pro ducenten (arbeiders en werkgevers), be drijfsorganisatie, enz. Immers daarbij blijft de productie met „winstoogmerken". Daarbij blijft ook het feit bestaan, dat de varkens mesterij wordt beperkt, waneer de prijs niet meer loonend is, ook al zijn er mischien ergens op de wereld nog vele menschen, die wel spek zullen willen eten. Wij zouden gaarne van het hoofdorgaan der Christelijke Vakbeweging iets naders vernemen. Hebben wij tot dusver een gansch verkeerd standpunt ingenomen? Moeten wij „de tegenwoordige productiewijze" ook prin cipieel gaan bestrijden? Zoo ja, voor welke dndere productiewijze behooren wij dan te Ijveren? En is het gevolg van die andere productiewijze wellicht ook, dat allerlei po litieke en nationalistische factoren, die thans invloed ten kwade uitoefenen, uitgeschakeld worden Waar zijn voorts de menschen, die deze andere productiewijze tot stand kunnen brengen en de productie beter kunnen lei den dan tot dusver geschiedde? Zullen zij ook nooit meer feil gaan of in hun werk gestoord worden, bijv. door een oorlog? Hebben wij tot dusver te gering gedacht van het menschelijk kunnen? Is het gelijk toch eenigermate aan den kant onzer tegen standers, waarvan wij meenden, dat zij met Schrift en Historie niet rekenden? Indien De Gids ons hier ten gids wil zijn, willen wij hem daarvoor reeds bij voorbaat dank betuigen. Wy willen .zoo gaarne de leiding van onze Christelijke Vakbe weging steunen en volgen. Maar nu begrij pen wij niet goed meer, waarheen wij moe ten koersen. De heer Amelink verklaart zich nader, doch heeft geen nieuwe maatschappij-organisatie kant en klaar. De Gids repliceerde in het nummër van Juli aldus: Onze lezers zullen, gelijk wy, met be langstelling de opmerkingen van Patrimo nium hebben gelezen. Maar zij zuiilen ook, gelijk wij, vragen: wat helpt ons al dat negatieve afbreken van Patrimonium? Wordt ook maar iets weerlegd van het geen wij schreven Volstrekt niet. Er wor den wat vragen gesteld en wat bewering-en geplaatst. Maar de feiten1, dat millioenen van menschen in sobere, vaak zelfs zeer slechte omstandigheden leven en tegelij kertijd het productie-apparaat wordt inge krompen, internationaal maatregelen wor den beraamd om de productie te beperken, die feiten kan Patrimonium natuurlijk niet ontkennen. Op zichzelf is dat toch iets onzinnigs. Millioenen hebben! gebrek. Er moet ge werkt, geproduceerd worden, om in de be hoeften der menschen te voorzien. jMaar in plaats van meer te producee- ren, wordt de productie ingekrompen. Patrimonium verdedigt dat zelfs. En het meent heel dit vraagstuk te kun nen afdoen, met den boer gelijk te geven, die, als het spek 15 cent het poind kost, geen varkens meer mest. Het wil ons echter voorkomen, dat daar mede bet vraagstuk allerminst is afgedaan. Inderdaad kan men den boer, wanneer de varkensmestery niet meer ïoonend is, het allerminst kwalijk nemen, dat hij daarmede ophoudt. Maar wij vragen: mogen wij als christe nen ons er daarmee afmaken? Mogen wij als God ons zeigent met overvloedige oog sten, als het productie-apparaat dusdanig is uitgebouwd eni geperfectionneerd, dat ruim en overvloedig in de behoeften der menschen zou kunnen worden voorzien, vrede mee hebben, dat ondanks dat, mil lioenen van menschen in ellendige omstan digheden bi'yven leven? En moigen wy er vrede mee hebben, dat in plaats van dat de menschheid zich toeleggen op vergrooting der productie, om in staat te zijn, de groeiende bevolking der wereld van voldoende veibruiksgoede- ren te voorzien, de productie wordt inge krompen Patrimonium vraagt ons nu wat wij eigenlijk willen. Het wil gaarne van ons iets meer concreet vernemen', welke orga nisatie der voortbrenging wy mogelijk en beter achten. ,Op die vraag moeten wij vooralsnog het antwoord schuldig blijven. Wij hebben geen nieuwe maatschappij-organisatie kant en klaar op onze schrijftafel staan. Onze grief is echter, dat dit vraagstuk in den christelijken kring zelfs niet bestaat. Onze grief is, dat als men op feiten wijst, als waarop wij in ons vorig en dit artikel gewezèn hebben:, feiten, die fouten zyn, men er zich in onzen kring afmaakt met argumenten, als deze: de boer heeft gelijk, dat hij, als het spek 15 cent het pond kost, geen varkens meer mest. Wy meenen, dat het plicht is deze feiten als fouten te erkennen en ook te erkennen, dat wij ai's christenen den plicht hebben met elkaar te zoeken naar middelen en wegen, om tot een betere maatschappelijke organisatie te komen. Een maatschappe lijke organisatie, die zoodanig is ingesteld, dat voorkomen wordt, dat b.v. wanneer God ons zegent met rijke oogsten, dit niet met vreeze en beving behoeft te worden aangezien en dat daarna middelen en wegen beraamd worden tot beperking en dat ter wijl millioenen van menschen nog in kom mervolle omstandigheden leven. Wanneer maar eens begonnen werd met te erkennen, dat er wat hapert, en dan door de christenen, onder biddend opzien tot God, gezocht werd, naar een weg ter ontkoming, dan zou deze naar onze over tuiging ook gevondien worden. (Wordt vervolgd) VREESELIJKE TREINBOTSING VOORKOMEN OP DEN MOERDIJKBRUG Onderzoek naar de oorzaak Toen Donderdagmorgen pl.m. 10 uur met een vaart van SO K.M. de Parijsche D trein de 1475 M. lange Moerdijksche spoorbrug iwas opgereden kwam terzelfder tijd .de sneltrein uit Dordrecht de spoorbrug oprij den; er dreigde een ontzettende spoorweg ramp. Gelukkig was op de brug aanwezig de spoorwegbeambte Corn. v. Leest van Moerdijk die belast was met de veiligheid van de aldaar werkende telegraafbeambten die, het gevaar ziende, oogenblikkelijk met een roode vlag zwaaiende, de bedienende machinisten opmerkzaam maakten op het ontzettende geivaar. De machinist der Pa rijsche trein begon met het geven van noodsignalen en bracht niet de westing- houserem de trein tot staan. Gelukkig be merkte de machinist van de uit Dordrecht op de brug gekomen 'trein ook het groote gevaar en stopte onmiddellijk. Door net piket der Ned. Spoorwegen uit Utrecht Zaterdagmorgen een officieel onderzoek ingesteld wie hier de schuldige is. De blok- wach'ter van Willemsdorp heeft verklaard dat de ui't Dordrecht gekomen trein de voorrang moest hebben en de blokwachter ZwaluNve de Parijsche sneltrein op het kruispunt voor de brug voor het signaal had moeten doen stilhouden om de uiit Dordrecht komende trein eerst te doen passeeren. Anderen beweren dat de machinist van de sneltrein uit de richting Dordrecht met toestemming van de aan Willemsdorp dienst doende chef door een onveilig brug- signaal de brug is opgereden omdat zooals voorschrift was, de Parijsche trein voor het signaal aan de zijde van Zwaluwe had moeten worden stilgehouden. Volgens de „Tel." zou een voorloopige uitslag van het onderzoek aanwijzen, dat op het station Willemsdorp onbewust een fout is gemaakt. Men merkte wel, dat er iets niet heelemaal in den haak was, maar men meende, met een storing in de blok- toestellen te doen te hebben. Hoewel dit niet het geval was, deed men wat in der- ROFFELRIJMEN 'T IS VANDAAG 't Is vandaag-de-dag de dar/ Van goedkoope treinen, Van vacantieprijzen op Lucht- en waterlijnen; 't Is de dag ven sport en spel. En van potverteren, Dag van wederkeerigheid In 't elkaar traicteeren; 't Is vandaag goedkoop tarief, Voor de apenkooien Kun je voor een prikje je Opvoeding voltooien; 't Is de dag van stof en stank, Razende geruchten, Van getoeter en gejank En benzineluchten; 't Is de dag van jachten op Opgepompte wielen Morgen staan de kranten vol Over hen die vielen. 't Is vandaag de vrije dag Van het vrij geweten; 't Is vandaag ('t was gisteren) Zondag, moet je weten. (Nadruk verboden). LEO LENS. Huiduitslag Wasch de aangedane plaatsen met warm water en Purolzeep, droog daarna voorzich tig af, doe er dan wat Purol op en strooi daar overheen nog wat Purolpoeder. Her haal dit eiken dag, zoolang het noodig is. gelijke omstandigheden regel is. n.m. den trein door een onveilig signaal vertrek-, ken. Hiertoe mag echter niet zonder het treffen van bepaalde voorzorgsmaatregelen worden overgegaan. Zoo dient het personeel van den trein, die van de andere richting verwacht wordt, zoo spoedig mogelijk op de hoogte van 't gerval te worden gebracht. Dit nu, wat telefonisch behoort te geschieden, is hier nagelaten. Wel nam de hoofdcon- ductenr op de locomotief plaats om de baan te verkennen. Toen hij nemde had do Parijsche trein gelukkig ook reeds zijn vaart tot een minimum terug gebracht. Het onderzoek wordt voortgezet, zoodat deze lezing nog eenig voorbehoud behoeft. Bij mist ware de ramp niet te overzien geweest. Moge de oplettendheid van de nog jonge beambte van Leest die nog kort bij de Ned. Spoorwegen in dienst is met een eervolle vermelding worden beloond. ONRUST IN CHILI Te Santiago is het tot bloedige botsingen gekomen tusschen politie en demonstranten. Vele personen zijn gedood, talrijke anderen gewond. President del Campo (inzet) vaar digde een proclamatie uit, waarin hij mededeelde, dat hij weigert te capituleeren. JE DE REFORMATIE IN VENTE WERD INGEVOERD ENTE: LAND VAN ARBEID EN NATUURSCHOON Ds. A. H. HILBERS, Enschedé. ii *y li' zoover ons bekend is zijn dit de en die in Twente om hun geloof den ilaarsd'ood ondergingen w ti door dit gewelddadig optreden, werd olk zeer terughoude,nd in de uiting van skwesties. In 't openbaar zweeg men er. Doch achter gesloten deuren wer- de geschriften van Luther gelezen en vertrouwelijke familiekringen werden timelijk besproken. Voor den vorm r bleef men Roomsch, want men kon rs niet anders? Maurits In Twente. de veelbewogen jaren na 1568, toen het b Nederland onder leiding van de door- ige Oranje's den vrijheidsoorlog tegen lachtige tyrannieke Spanje was be en, werden in den achterhoek Twente inkclijk rustige jaren doorleefd, de plaatsen Enschede, Oldenzaal en in •uitsehe Lingen lagen Spaansche troe- die voortdurend het platteland onvei- laakten door hun roof- en strooptoch- bevolking leed er geweldig onder. Wat Baten aan voedsel en vee werd' den n telkens ontstolen, terwijl het niet i voorkwam, dat de huizen in brand ken werden. zulk optreden mede afkeer tegen de asche macht verwekte en tevens tegen oomsche Kerk, laat zich verstaan. Bo en gaf het onzedelijk gedrag der ters, die in concubinaat leefden aan weidenkenden groote ergenis. Dit alles te dus mede, dat v'elen zich afkeerden de Roomsche Kerk en de Luthersche aanhingen. Het eerste artikel werd opgenomen in van 18 Juli» Pnns Maurits, 'de bevrijder van Twente. Echter, hoe zou in Twente de vrijheid nog verkregen worden? Het jaar 1597 brak aan. Voor het naar vrijheid worstelend Neder land zou dit een heilrijk en voor den groo- ten Oranjezoon Prins Maurits zou het een roemrijk jaar worden door Gods goedheid. In het vroege voorjaar versloeg Stadhou der Maurits met zijn ruiterbende binnen enkele uren de sterke Spaansche troepen macht van Varax bij Turnhout. Wat was dit een blijde tijding, toen het i ons land bekend werd. Wie moest Maurits bekwaamheden als veldheer niet erkennen? Maar in hetzelfde jaar zou hij nog grooter overwinningen be vechten.. fl Terwijl Kardinaal Albreeht gedwongen werd zijn troepen naar het zuiden te trek ken, kwam Maurits in het veld, om een krijgstocht in het Oosten des land's te on dernemen en het vrij te maken van het Spaansche juk. Met een leger van 7000 man voetvolk en 1200 ruiters, voorzien van welbediend ge schut, sloeg' hij met Willem Lodewijk den lOden Augustus een beleg voor Rijnberck, een sterke plaats aan den Rijn in het Reulsche. Door zijn snel, krachtig optreden had hij deze versterkte en belangrijke plaats bin nen 10 dagen ingenomen. Hierdoor had hij den vijand den pas over den Rijn afgesne den. Veilig kon hij nu noordwaarts het Graafschap Zutphen en daarna Twente in trekken. 't Werd een ware zegetocht. Binnen drie maanden tij ds had hij Meurs, Grol, Brede- voort, Enschede, Oldenzaal, Ootmarsum en Lingen aan de Spaansche handen ontrukt en onder het bestuur der Hollandsohe Sta ten gebracht. Niet onaardig is het te vernemen hoe Enschede van de Spaansche macht bevrijd werd. Den lSden October naderde Maurits met zijn lieger deze stad. 't Was hem bekend, dat er geen sterke troepenmacht lag. De stad stond' onder bevel van Luitenant Groot en sergeant de Vasques. Prins Maurits eischte, dat de stad zich zou overgeven. Hij wees op zijn talrijk leger op de verovering der andere steden en op de sterkte van zijn geschut. Daar kon men zich van komen overtuigen. De stad zond de genoemde officieren met Jonker Pieter van der Does om Maurits' veldgeschut te bezien. En dit had mede tot gevolg, dat de stad besloot zjch op eervolle voorwaarden over te geven. Den volgenden dag was Enschede van het Spaansche juk bevrijd en trok Maurits'reeds op naar Oldenzaal, dat hij eveneens bezette. Twente bevrijd. Zoo was Twente bevrijd. En de beroemde historie-schrijver Dr. Fruin schrijft d'aarvan: „Onuitsprekelijk was de vreugde over zooveel onverwachten voorspoed. Het platteland van Zutphen en Twente, van Drente en Ommelanden was in dezen eenen veldtocht voor goed verlost. Die streken jarenlang door den krijg ver treden, hadden voortaan slechts den mati gen druk der oorlogsbelasting; vrij van plundering en brandschatting, konden zij zich bijna in het genot van den vrede wa- De edelman in zijn slot, de boer in zijn stulp mochten met vrouw en kinderen weer onbekommerd voortleven en gerust op het platteland vertoonen, zonder gevaar te loo pen van opgelicht of mishandeld te worden." Ja, onuitsprekelijk was d'e vreugde over Maurits' zegetocht, door Twente. Dat bewijst de historieschrijver uit dien tijd, die deze geschiedenis eindigt met de heerlijke betui ging: God de Heere, die alles regiert ende weet hoe ende wanneer hij zal te hulpe comen ende beschermen, die sy geleooft en ge- danckf't Wilt heden, nu treden voor God d'en Heere, Hem boven al loven van herten seer, End' maken groot syns lieven naemens eere, Die daer nu onsen vyand slaet ter neer.. Ter eeren ons Heeren, wilt al u dagen, Dit wonder byzonder gedencken toch. Maekt u o mensch! voor God steeds wel te dragen Doet yder recht en waoht u voor bedrog. Bid, waket en maket dat g'in bekoring End' 't quade met schade toch niet en valt Uw vroomheyt brengt de vijand tot verstoring, Al waer zijn ryck noch eens soo sterek be wait. Dit alles teekent den geest, die onze va deren in dien tijd bezielde. Aan God alleen de glorie! Nu brak de reformatie door. Deze bevrijding van Spanje's macht had mede tot vrucht, dat nu metterdaad het werk van de reformatie der kerk met kracht in Twente kon ter handgenomen worden. Zooals wij reeds weten, waren zeer velen de Luthersche leer toegedaan en in hun hart protestant Maar uit vreeze voor moei ten en vervolging of ook omdat men nu eenmaal niet wat anders kon hooren, ging men bij zijn pastoor ter kerk. Dat dit den pastoor wel bekend was, blijkt wel uit Pastoor Walter Bruns van Enschede. Bruns ging op den kansel geweldig tegen zijn leden te keer en schold! hen voor „ketters". Dit verdroot kerkmeesters ker- spelluiden zoodanig, dat zij met den Staatschen Rechter Rouckema vergaderden om te beraadslagen welke maatregelen ge nomen moesten worden om aan dat schel den een einde te maken. Besloten werd. dat Kerkmeester Avermaat den pastoor van d'e kansel zou verwijderen, wanneer hij zulk weer mocht doen. Dit heeft hij ook vol bracht. Bij een zijner predikaties, waarin hij weer heftige uitvallen tegen de ketters deed, werd pastoor Bruns door kerkmeester Avermaat van den kansel gehaald. Dit teekeinde dus metterdaad dat het volk de nieuwe leer was toegedaan. Nu echter de kerk reformeert zou wor den, geschiedde dit niet in Lutherschen zin en voor de Augburgsche confessie, maar naar Calvijn in Gereformeerden zin. Dit lag voor de hand. In de bevrijde Ne derlandsche provincies, had de kerk bij haar reformaties de Gereformeerde Belijde nis aanvaard. De welbekende 37 Art. der Ned. Geloofsbelijdenis, opgesteld door Guido de Bres was op de onderscheidene Synodes van 1568, 1571, 1574, 1581, 15S6 bindend ver klaard. Toen dan ook de Synode van Overijsel de reformatie op het platteland zocht door te voeren en dit in het bijzonder aan de Classis Deventer opdroeg, werd dit van meet af in Gereformeerden zin gedaan. Dat hier in Twente de Gereformeerde leer geheel onbekend was. behoeven wij in geen enkel, opzicht aan te nemen. Want behalve, dat de Nederlandsche ge westen deze leer ten volle beleden, was zij ook van af 1587 de officieele leer van het Graafschap Bentheim. Was in 1544 door Graaf Arnold I de Luthersche leer bij de creet ingevoerd, zijn kleinzoon Arnold II, was overtuigd Calvinist en voerde met krachtigen steun van een hofprediker, Jo- han Kemmener, op kalme, overtuigende wijze de Gereformeerde belijdenis in bij de Kerk van Bentheim. Onmiskenbaar droeg men daar evenzeer in Twente kennis van. Echter beweert men, dat d'e Twentenaar voor zichzelf meer van de Luthersche dan van de Calvinistische hield. Naar zijn ka rakter als oud-Sakser eischte hij niet alleen voor zichzelf in goeden zin vrijheid voor denken en doen op, maar gunde die vrij heid ook aan ieder ander, zoodat hij elke vreemde inmenging in geloofszaken veroor deelde. Nu kenmerkte de Luthersche leer zich door groote verdraagzaamheid jegens anderen, zegt men. Het moet erkend, dat deze in veel opzichten lang zoo scherp be- lijnd zich niet stelde tegenover Rome als de leer van Calvijn. Luther ging uit van het standpunt, dat alles wat niet rechtstreeks in de Heilige Schrift verboden wordt, behouden kan blijven, te mijl Calvijn stelde, dat alles wat alleen in Gods Woord geboden wordt in de Kerk mocht gevonden worden. Daarom bleef de Luthersche nog veel van den Roomschen eeredienst behouden, wat de Gereformeerden geheel verwierpen. Zoo vond men nog jaren aaneen het Roomsche altaar in d'e Luthersche kerken. Toen in Bentheim de Gereformeerde leer in 15S7 was aangenomen, verdwenen ook daar de altaren uit de kerken. Ijn Bentheim zelf 15 April 1592, te Nordhom en Schüt- torf en Gronau reeds in 1588. Niet Luther, maar Calvijn Gelijk wij zeiden, moest dus onder lei ding van de Classis Deventer in Twente de reformatie doorgevoerd worden. De Classis v.n.l. bestaande uit den predikant met den kerkeraad van de gemeente Deventer liet zich niet onbetuigd. Met behulp van de regeering der stad, werd aan den Staatschen Drost van Twente, Johan van Voorst, opge dragen om zooveel mogelijk de hervorming in Twente te bevorderen. Deze zond daarop den 22sten Jan. 1598 het volgende antwoord dat ons den algemeenen toestand van Twente wel eenigszins doet kennen. Hij schrijft aldus: „Op UEd. jongstleden aan mij gericht schrijven zal tot „guedtlich" antwoord dienen, dat ik de placcaten, die nende tot reformatie der kerken, overal voor lacht dagen gezonden heb en ook zeker weet, dat zij, zijn aangeplakt, weshalve ik UEd. bericht en ook volkomen vertrouw, dat de priesters geen dienst meer doen zullen, aangezien ik voor zeker hoor, dat zij hun afscheid van de gemeente hebben genomen, zoodat hierin geen zwarigheid is. Doch ik bevind, dat de regeeringen van de stedekens als ook de kerspel luiden, vreezen- de, gelijk zijopenlijk zeggen, voor de we derkomst van d'en vijand, er niet toe te be wegen zijn voor de altaren te doen afbreken, al is het ook, dat ik hun dit op arbitrale straf heb gelast; welke straf, zij verklaren liever te willen betalen, dan ze zelf af tc breken, mede omdat zij geen metselaren hebben, die dat doen of de kerken bevloe ren kunnen. Doch ik heb die van Borne en Delden daartoe bewogen, dat zij metselaars van Gildehuis hebben ontboden. Die van Rijssen hebben mij verzocht, dat ik eenigen uit uw stad op kosten van de pa rochie zou ontbiedenterwijl ik ver zeker, dat ik niet nalaten zal door het in vorderen der boeten en andere bekwame middelen te zorgen, dat de kosten zoo spoe dig als maar eenigszins doenlijk is, gezui verd worden, al is het ook, dat ik onder ver betering versta, dat dit niet mijn roeping, maar die der respectieve rechters is." Het moet erkend worden, dat uit dit schrij ven niet blijkt, dat onder de Twentenaren een groote ijvergeest voor reformatie der kerk heerschte. Juist het tegendeel. F.en beeldenstorm zou hier niet opstaan. Van menschen, die liever de opgelegde boeten aan den Drost betaalden, dan door metse laars de Roomsche altaren uit de kerk laten wegbreken, heeft man dit niet te verwach ten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5