Het Communisme in de Practijk zrliaal \^n\4n<Jaaq DINSDAG 14 JULI 1931 DERDE BLAD PAG. 7 (Nadruk verboden) Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen DE TOEPASSING VAN DEN NIEUWEN KOERS HETZELFDE LIEDJE HERHAALD De Sovjet-regeering is reeds begonnen met op papier de toepassing aan te geven van ide koers, door Stalin-in zijn jongste rede voering uiteengezet. Tie éérste Instructies be treffen de kolenmijnen èri zijn onderteekend door Molotoi, Stalin en Ordzjonikidze. Zooals to venvachten was na do algemee- ne verklaringen van Stalin, bevatten die in structies niets, dat niet reeds tallooze ma len voorgeschreven is 'en reeds lang inge voerd heette te zijn. Het stukloon moet boter worden doorgevoerd, ieif pipet bij elke mijn een tariefbureau komen, dat onder de on middellijke leiding van het hoofd van ex ploitatie staat. Om het ge-brek aan personeel voor dit administratieve werk op te heffen zullen aan de mijnin'stituten in het Donge- bied opleidingscursussen van vier maanden worden georganiseerd, waarin dergelijke ad ministratieve krachten kunnen worden op geleid. Al het leidende' personeel, tot de hoofdingenieurs toe, zujlen premies krijgen hoven hun salaris in verhouding tot de toe name der productie, de- afname der kosten en het procent van vervulling der plannen. Dit zijn dus alle middelen, die trouwens reeds lang worden toegepast, om de men- sohen tot grootere inspanhïng bij hun werk te brengen. Waar dit to|t jiy toe niet gelukt js bestaat er geen reden waarom het nu beter zal gaan nu de drie Sovjet-leiders het zelfde liedje nog eens herhalen. Een volgendo groep van maatregelen heeft ten doel de mechanisatie der mijnen te verbeteren. In 1931 nog moeten er 30 nieu we mijnen in bedrijf genomen worden, ter wijl ten spoedigste plannen voor de twee volgende jaren moeten worden ingediend. Groote woorden! Want het gereedkomen van die nieuwe mijnen en het doorvoeren van de, mechanisatie op andere vereischte ma chines. ijzer, koper, electromotoren en nog duizenden andere onderdeelen, die er niet zijn, en die, wanneer ze worden geleverd met groote vertraging, van zulk een abomi nabele kwaliteit blijken te zijn, dat ze of heelemaal niet gebruikt kunnen worden of terstond breken. Terwijl dan ook het aan tal mijnmachines sterk is toegenomen is dit niet het geval met het aantal werkende machines, een belangrijk 'deel van het ma teriaal staat ongebruikt door breuk van ver schillende onderdeelen. De bezuiniging heeft in dit opzicht de Sovjet-regeering erge parten gespeeld. Om geld te sparen heeft men vaak geen reservedeelen bij de buiten- landsche machines besteld, met het gevolg, dat bij breuk van onderdeelen soms men- sohen per vliegmachine naar Berlijn moes ten worden gestuurd om onmiddellijk reser vedeelen te Jialen. Tenslotte wordt geëischt, dat er woningen en wegen worden gebouwd voor de mijn werkers. Nogal brutaal, want de regeering had juist een paar maanden geleden aange kondigd, dat dit jaar aan den woningnood in de kool distri eten een einde werd ge maakt, en met den gewonen ophef de be dragen genoemd van de millioenen vierkan te meters woningruimte, die zouden worden opgezet. Ook dit is bluf geweest, en wear moet hetzelfde herhaald worden, dat er voor kolenprodi'clie niet alleen mijnen noodig zijn, maar ook woningen en andere dingen, zooals voedsel, voor het arbeidend perso neel. Uit mededeelingen van den staatsarbi- ter Schmidt blijkt weer, dat de woningen, die de arbeiders in hun heilstaat krijgen, die naam niet verdienen, maar nauwelijks grooter zijn dan hondenhokken. De totale oppervlakte der reeds geprojecteerde stan daardwoningen was 1.200.000 vierk. Meter, bestemd voor 200.000 mensohen, dus 6 vierk. Meter per persoon. Man en vrouw met twee kinderen krijgen dus een woonruimte van 4 bij 6 Meter, inclusief keuken, gang les wat er bij een woning boort, Jaroslafski heeft op een vergadering te Moskou gesproken over de commentaren, die de Europeesche pers heeft uitgebracht naar aanleiding van de redevoering van Stalin. Een groot deel dier pers had hierin een erkenning gezien van de mislukking van het vijfjarenplan. Natuurlijk ontkent de sowjet-man zulks. „We zijn al bijna met het vijfjarenplan klaar", beweerde hij. In dien zulks het geval is heeft dit met zoo veel ophef aangekondigde plan, dat de toe standen in de sowjet-unie grondig zou ver anderen, blijkbaar niet veel opgeleverd, want nu staat men nog voor precies de zelfde problemen als aan het begin. De levensmiddelen zijn erger gerantsoeneerd dan ooit, de woningruimte wordt afgeme ten met een maat, die in geen apder land door de arbeiders zou worden geaccepteerd en de massa wordt op de meest geraffineer de wijze aangezet tot harder werken. De papieren resultaten komen in werkelijkheid in geen enkel opzicht aan het licht. heeft gearresteerd, die zich met stelselma tige diefstallen op de spoorwegen bezig hield. De bende bestond uit gewone mis dadigers, Poolsche vluchtelingen, smokke laars en handelaars. Bij 'de huiszoekingen zijn veel goederen gevonden, waaraan(|groot gebrek bestaat: leder, manufacturen, schoe nen, spijkers, zeep, garen. Er zullen 54 be- laagden zijn in het proces, dat eerstdaags oor de spoorwegrechfcbank zal dienen. DE VORWSRTS OVER STALINs REDE De Berlijnsche Vorwarts bevat een kari katuur van Stalin, die een dooden specialist uit zijn kist probeert te trekken, met het onderschrift: Terug naar de productie, wie zich door houdt wordt neergeschoten. Kerknieuws. GEREF. KERKEN uroepem: Te Rottendam (vaic.-C. B. Bavuirodk), L. Oram je Can. te Laren (N.-H.). Te Oude-Wetering, cand, W. vam dien Bos te Nijheirfk (G.). Te Zuid-walde (Gr.) J. A. Giraiv-ee-fceiin te Ooeterzee. Te Tree- beelk (bij Heeufllen), F. Diresséllhiuas te Ollde- boom, NED. HERV. KERK - ij e t e flTe Wo endie n va-c. - Ja-c. E ri ruga H. Dekker te W-eeep, A. Donszetoaam te Allankeitk en Dr. G. P. rem Itterzan te A'l- ELmgeinoim en: Naar Ferwerd, D. J. Politiek te Kolham. a id aai-kt: Voor Axel, J. W. Notèboom te Aagtëkenke. Wanswerd; en Van den Hoek, van Driesum; benevens de heer Van der Hulst, godsdienst onderwijzer te Boelenslaan. Van den praetor van den Ring, Ds. Carssens, van Oudega, was een vriendelijk schrijven ingekomen. De scheidende leeraar werd hartelijk toege sproken door ouderling R. van der Veen; den a.s. consulent, Ds. Hanselaar; en namens Ring en Gemeente Suameer door Ds. van der Kooy. De Gemeente zong toe Psalm 121 4. Ds. J. van der Leek, beroepen pre dikant bij de Geref. Kerk van Haarlemmer meer (Sloterdijk), hield in den Zondagavond dienst, voor een stampvolle kerk, zijn afscheids predikatie voor zijn Gemeente te Zalt-Bommel. Hij had tot tekst Judas 1 20 en 21. Eerst na afloop van den dienst richtte hij zich in toe spraken tot de Gemeente en in het bijzonder tot de broeders ambtsdragers, wien hij dank zeide voor de samenwerking en tevens met ernst de belangen der Gemeente opdroeg. Daarna sprak hij tot de afgevaardigden van de Classis Tiel; het Dagelijksch Bestuur van de stad Zalt-Bommel, in het bijzonder dank brengende aan den heer Burgemeester Cam- bier van Nooten voor zijn aanwezigheid; tot de catechisanten en tenslotte nogmaals tot de Gemeente, woorden sprekende van hartelijken dank voor gedurende 3',3 jaar ondervonden sympathie. Bij monde van ouderling Th. van Steenis werd den scheidenden herder en leeraar na mens de Gemeente en den Iverkeraad dank ge bracht voor zijn woorden en werd hem door de Gemeente toegezongen Psalm 119 9 eenigszins gewijzigd. Daarna nam Ds. H. M. Ploeger, van Culemborg, het woord, die mede namens Ds. J. YV. Eggink, van Geldermalsen als afgevaardigde van de Classis Tiel woor den van waardeering sprak. Na de zegenbede werd nog Psalm 121 4 toegezongen. Ds. J. Run ia nam Zondag jl., wegens bekomen emeritaat, na een verblijf van bijna 16 jaar, afscheid van de Geref. Kerk te Arne- muiden, met een predikatie over Hand. 20 32: „En nu broeders, ik beveel u Gode Woorde zijner genade, die machtig is u op te bouwen en u een erfdeel te geven onder alle de geheiligden". Na de prediking werd Ds. Runia toegesproken namens den Kerkeraad en Gemeente, en door Ds. D. Scheele, namens de Kerk van Middelburg en de Classis. Toege zongen werd Psalm 121 4. De belangstelling was zeer groot, ook van buiten de Gemeente. D s. H. S. van R ij s, overgekomen van Hooge Zwaluwe, werd Zondagmorgen bev GEREF. KERKEN IN HERST. VERBAND tigd als predikant der Ned. Hen-. Gemeente te n: Te Middelburg, J. J. Buskes te Oosterend (Texel). GEREF. GEMEENTEN IN H.V. Aangenomen: Naar Werkendam, B. Huisman, voorganger bij de Vrije Geref. Gemeente te Almelo. CHR. GEREF. KERK Twee tail: Te Schiedam, ca-nid. L. S. den Boer te ApeMlooam en carcd. N. -cHe Jong te VUa-auldintgen. Te Rij-msbiuing, camidi. W. H-eeaimia te Dakkuim en camid. N. -de Jong tc V-la-ardliPigen. TeHd-Utegcxm, camid. N. de Jong te VlLa-ardlilnigen en ca-nd. .T. Tammitnga i, door zyn vader, Ds. J. van Rijs, Tjerkwerd, met een predikatie over Filipp. 2 29: „Ontvangt hen dan in den Heere met alle blijdschap en houdt dezulken in waarde''. Naar aanleiding van deze tekst wees Spr. op de roeping der Gemeente en op den plicht van den prediker. Des middags deed Ds. van Rijs zijn intrede, sprekende over 2 Cor. 5 18 laat ste gedeelte: „Die ons de bediening der ver zoening gegeven heeft." Spr. zette in een gloedvolle predikatie uiteen: 1. de verzoening zelf, 2. den plicht en de roeping der leeraars die de bediening der verzoening ontvangen hebben. Het was voor de Gemeente een goede Aan het einde werd hij toegesproken door te Frainiker. Te Soeetdijk, camid. W. Hee-r- i den ouderen predikant. Ds. J. T. Wachter, die ma te Dakkuim en J. W. van Ree te Baren- liet toezingen Gezang 96, terwijl des morgens dredht. Te Y'üiesiinigen, camid. N. d-e Jong I de bekende zegenbede uit Psalm 134 werd toe- te Vlaardimgen on cainid. W. Heerma te Dok- knm- Te HaHcterwijk, camid. L. S. den Boer te Apeldoorn en camd. N. de Jang t>e Vlaar- cfimgen. Te Aailten, camid. P. YV. Dam te Dutten en oamid. D. Henstra te Ha-rtóm-gen Te Den Haag-Weet, camid. W. Heerma te Dokkum en camid. N. d'e Jong te Vlaajrdingen Beroepen: Te Delft en te Urk, camid. N. de Jomg te Vlaand imigen. Te Den Hel der, oamid.- D. Henstra te Hamlimigen Te gezongen. (Mede aanwezig was Ds. Fruit, van Everdingen. Toespraken werden gericht tot de verschillende Kerkelijke personen, vereenigin- gen, alsook tot den Burgemeester Hoogeboom. Ds. van Rijs verblijdde zich in hem te ont moeten een hoofd der gemeente, die zich het Evangelie van Jezus Christus niet schaamt. Ds. J. C. SCHULLER. Omtrent den toestand van Ds. J. C. Schul- Onsfcwed'die-Museei]oamid. YV. Daan te Dutten i ler> prefj. der Ned. Herv. Gemeente te Den Haag, die de laatste dagen zeer zorgwekkend Dedémevaart. Bedankt: Voor AmsterdamAVest ei Dokkum., K. G. vam Smeden te Haarlem Noord. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Ds. L. G. avond jl. voor i SPOORYVEGDIEFSTALLLi. Uit Minsk wordt aan de sowjet-bladen ge meld, dat de G. P. Oe. daar een bende olkestein nam Zondag volle kerk afscheid van de Ned. Hervormde Gemeente te 's-Gravemoer. In zijn predikatie over (Mal. 4 :6 wees hij op de eerste en tweede komst des Heeren. Aan het einde richtte Spr. zich o.a. tot Kerkeraad, Kerkbestuur en verschillende personen. Ds. D. W. J. Muhlnickel, van Waalwijk, bracht als consulent een woord van dank namens Kerke raad en Gemeente voor al den arbeid door Ds. Bolkestein verricht. Hij verzocht de Gemeente i den scheidenden leeraar toe te zingen Psalm 121 4. Vervolgens sprak Ds. A. van YVilligen, van Capelle, als vriend een hartelijk afscheids woord en wenschte den leeraar en zijn familie den zegen des Heeren toe in de nieuwe Ge meente Schelluinen. Diep onder den indruk verliet de talrijke schare het bedehuis. D s. R. B. E v e n h u i s, gekomen van Noordhorn, deed Zondag jl., na bevestiging door Ds. J. F. van Duyne, van Amsterdam- YVest (Sloterdijk), voorheen te Zaandam, zyn intrede als tweede predikant der Ned. Herv. Gemeente van Zaandam-Oostzyde met een predikatie over Joh. 12 23. D s. G. L a n s nam, wegens vertrek naar Huizen (N.-H.), Zondag jl. afscheid va: Ned. Herv. Gemeente te Suawoude en Tiet- jerk. Zijn laatste predikatie ging over 1 Cor. 15 1 en 2. Punten waren: 1. het verkondigde, 2. het aangenomene, 3. het zaligmakende Evangelie. Onder de talrijke aanwezigen wer den opgemerkt: de predikanten- Hanselaar, van Rijperkerk; Van der Kooy, van Suameer; Van Deelen, van Oostermeer; Klüsener, van kan thans worden medegedeeld, dat lichte verbetering is ingetreden. De patiënt was gisteren weder by bewustzijn. DS. M. YREUGDENHIL. Naar wij vernemen, is Ds. M. Vreugdenhil, predikant der Geref. Kerk te Meliskerke (YVal- cheren), na langdurige ziekte Zondag jl. weer voor het eerst voor zijn Gemeente opgetreden. Hij hield daarbij een predikatie over Dukas 12 36a en heeft de vurige hoop uitgesproken, dat de Heere hem bij den voortduur kracht zou schenken om zyn Gemeente voor te berei den voor de wederkomst van Jezus Christus. Prof. M. J. WIJNGAARDEN Naar wij vernemen, hoopt Prof. M. J. Wijngaarden, van het Calvin-Seminary te Grand Rapids (Mich.), tevens deputaat van de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika vooi de correspondentie met de Kerken in Zuid- Amerika, op zyn terugreis van Palestina naar Amerika, ook ons land te bezoeken en hier tusschen 28 Juli en 15 Augustus a-s. verblyf te houden. Op Woensdag 29 Juli hoopt men dan te Rotterdam een conferentie te beleggen tusschen Prof. Wijngaarden en de deputatcn hier te lande voorde corres pondentie met de Geref. Kerken in Zuid- Amerika. KERKGEBOUWEN. Te Cadzand is de fraaie Ned. Hervormde Kerk wederom in gebruik genomen, r Onze Zeeuwsche medewerker meldt daarom trent het volgende: Het oude gebouw, waaraan zooveel histori sche herinneringen verbonden zyn, is hersteld met geldelyken steun van het Rijk, van de Provincie en van de Synode der Ned. Herv. Kerk. De totale kosten hebben f 48000 bedra- de Hervormde Kerk te Cadzand zelve f 17000 heeft opgebracht. Voorwaar i groote offervaardigheid. De kerk bestaat uit twee deelen. De Zuidelijke beuk dateert om streeks 12501300, de Noordelijke van om streeks 13001325. In het begin van den 80- jarigen oorlog is de kerk tot een bouwval ge worden, doch na de veroveringen van dat ge west door Prins (Maurits is zij voor den Her vormden eeredienst bestemd en weder opge bouwd. De fraaie kerk ziet er thans keurig uit. De vy'f pilaren, die zich tusschen de beide beuken bevinden, zijn geheel bijgewerkt. Behalve de twee groote ramen, die zich aan de Oostzijde bevinden en waarin een medaljon in gekleurd glas van teksten en het kerkelijk wapen voor- i, zijn al de ramen van gebrandschilderd glas. Een ervan is een geschenk van Dr. J. de Huiler, Oud-Rijksarchivaris te 's-Gravenhage, thans president-kerkvoogd te Cadzand. banken zijn in oud roode kleur geschilderd, het orgel in oud-groen. Beide kleuren overheer sohen de kerk. Toen om 2 uur de pastor-loci, Ds. T. A. Vis ser, de plechtige samenkomst opende, was de kerk stampvol met leden en belangstellenden. Het is voor mij, zei spr. na de gebruikelijke opening, een blyde dag. Ook voor onze C meente. Thans mogen wij weer vergaderen een huis dat Gode ter eere strekt. Daarom koos spr. als tekst Openbaring 21 3 b: Zie de tabernakel Gods is bij de menschen en Hij zal by hen wonen". In deze wydingspreek deed spr. uitkomen de troost die er ligt in de hoofdgedachte dat God woönt by de menschen. Dit is: le. een reden tot groote dankbaarheid; 2e. een oorzaak tot verootmoediging; 3e. bede om den H. Geest. Na de prediking bracht spr. dank aan allen die tot dezen blijden dag heb ben meegewerkt. Verder werd nog het woord door onderschei dene personen gevoerd, in hun verschillende kwaliteiten, o.a. door Ds. H. F. de Puy, Herv. predikant te Geleen-Kerkrade, die vroeger predikant te Cadzand was en die zeer veel heeft gedaan, om deze restauratie tot stand te brengen. 'Voorts waren er Ds. M. J. Beuken horst van Sluis, namens het Prov. Kerkbe stuur en secundus-lid der Synode; Ds. G. van Dis, van Zaamslag, voorz. van het Classicaal Bestuur, en Ds. J. van Dis, van Lutterade, pre dikant van Cadzand. Het Zeeuwsch gewest was vertegenwoordigd door Mr. P. Dieleman, van Middelburg, lid van Ged. Staten, terwijl mede aanwezig was het college van B. en YT. van Cadzand en Ds. N. IJ. Patist, van Den Haag. Voorts waren voor deze plechtigheid nog overgekomen Mr. en Miss Minet uit Enge land, nakomelingen van de refugiés, waarvan een deel naar Engeland en een deel naar Cad zand vluchtte. :t was een schoone, onvergetelijke middag kerkelijk Cadzand. De geestelijke verzorging van de militairen van het garnizoen te Nijmegen (Infanterie en Koloniale Reserve) uitgeoefend tot voor kor ten tyd door wylen den legerpredikant Ruysch van Dugteren, wordt tijdelijk waargenomen door den reserve-legerpredikant Ds. B. C. Koolhaas, van Utrecht. EVANGELISATIE. A u t o-Z ending. De Zendingsauto van de Vereeniging voor Evangelisatie in Nederland (voorzitter Ds. Y. van der Zee; evangelist D. Schotvanger, Adm. de Ruyterweg 32 I, Am sterdam YV.)vertrok gistermorgen naar Til burg, waar des avonds een samenkomst werd gehouden. Heden zou de reis dan voortgezet worden naar Brussel. Tot 22 Juli wordt dan België gewerkt. Daarna gaat de auto naar Limburg. Hier staan op het programma Treebeek (2 samen komsten), Lutterade (eveneens 2) en dan van uit Heerlen: Kakertkolonie, woonwagenkamp (pl.m. 80 wagens), Kaarlheide, Chêvremont, Voorterkolonie, YVaubach, Eikenerveld, Valken burg, Meezenbroek, Nieuwenhagen en Molen berg (Heerlen). Medewerking verleent de heer L. Kuiper Jr., Theol. student, te Kampen. In de laatste week Elch «al Wils _I1 VAN EEN PROFESSOR. EEN PROEFPREEK EN EEN PSALM YVeet ge wat „respondeeren" is. eenvou dige lezer'? Indien neen, dan is U nog niet erg hoor. Ik, die evenmin als gij 'tot de in- tellectueelen behoor er zijn tegenwoor dig véél intellectueelen zou het ook niet gevreten hebben, als een geleerd vogeltje het me niet had ingefluisterd. Respondeeren beteekenit in practischen zin zooveel als proefpreeken. YVie theologisch student is, moet zoo al en toe voor zijn collega's in tegenwoordig heid van den prof. een proefpreek uitspre ken en dat noemit men dan in den trant der geleerden respondeeren. Tijdens Luther bestond die gewoonte ook al. Een studentje te YY'ittenberg zou 't bij zoo'n gelegenheid eens hebben over den teksit: „Ik ben de goede Herder", maar kon 't met den besten wil maar niet verder brengen dan lot het herhaald uitspreken van den tekst zelf. Lulher kreeg medelij den met hem. liet hem aftreden en ver klaarde: „Een goed schaap ben je al. maar een goede herder moet je nog worden". Maar ik wou 't nou niet over den sym pathieken VViititen berger hebben, maar over een studentje en een professor in ons land Studentje zat deerlijk in de knoei. Hij moest binnenkort respondeeren. Yroor z'n medestuds, nu ja, dat was tot daaraan 'toe. Y'oor den prof., och dait viel onder ge wone omstandigheden ook nog al mee. 4 Maar en daar aat 'm de likdoorn de omstandigheden waren niet gewoon, wan,t de prof. keek al enkele dagen zoo donker En dat voorspelde, vreesde studentje, niet veel goeds. Prof.'s critiek kon soms zoo pijnlijk vernietigend ui'üvallen. Die prof., lezer, behoorde onitegen-zeglijk tot de grootste genieën, die de historie kent, een man van geweldige werkkracht, door God tot groote dingen gebruikt. Ook was hij een kind van Gód, dat ootmoedig boog voor 't Woord zijns Góds. Maar die prof. w\as voorts, not als de hun omgeving, ook al weer net als wij ge wone menschen, daarover wel eens uit hun hum. Misschien was dat met déze prof. óók el zoo. Dait weet ik zoo precies niet. Maar wel weet ik. dat studentje geweldig tegen respondeeruurtje oozag. Zóó erg zelfs, t hij behoefte gevoelde z'n hart uit te storten voor een van z'n v rienden. ou dat ik er al achter stond", ver klaarde hij, „ik vrees, dat er geen spaan van terecht komt". „En i k zeg je", verzekerde de ander „dait het prachtig in orde komt". „Ja, jij hebt mooi kl«*tsen". mopperde No. 1 weer. „jij staat er niet voor „En ik herhaal", bevestigde No. 2, „dat het prachtig in orde komt, maar je moet doen. wat ik je zeg". „Nou jo schiet op dan", driftigde de an der, „wat moet ik dan doen?" „Och iets doodeenvoudigs", hernam No. 2, ,je laat voor je aan de preek begint ons allemaal zingen Ps. 27 T'. „En zou je heusch denken Dinges, dat 't helpt?" „Doe j ij nou maar wat i k zeg", stelde „Dinges' gerust, „en je zult eien, kerel, 't komt op z'n pootjes hoor". 't Gevreesde uur was aangebroken. Prof. en studentjes zijn gezeten ónder en de respondeur in oen kansel. Respondeurtje zag wel, dat bij zeker iemand de barometer nu niet bepaald op mooi weer stond. Maar gedachtig aan den raad van Dinges liet hij vooraf inderdaad Psalm 27 7 zingen. En zie, allengs klaarde het gezicht van den prof. op. En als men toe is aan den regel: „YVacht dan. ja wacht, verlaat u od den Heer", zit prof. zacht de maat trommelend met zijn vingers, uit volle borst mee te zingen. De spanning in de atmosfeer was weg en de preek liep van een leien dakje. profeet Elia, een man van gelijke bewe ging als wij. Ook geleerden, ook genieën Zoo werden in dat uur een geniale prof. hebben evenals heel gewone menschen wel en een eenvoudig studentje getroost door eens „zorgen die '4 harte verslinden" of iets I dienzelfden psalm, die al zooveel van het anders dat hen knelt en dan zijn ze nu I leven vermoeide kinderen Gods levens- niet altijd tot stichting en opbouwing van I elixer en zielsverademing geschonken heeft. komt ook het muziekkorps „Dient den Heere" van Amsterdam-YV. over om van Heerlen uit medewerking te verleenen. ZENDING. Conferenties Z. S. R. Door bijzondere omstandigheden is de aanmeldingstermijn voor de eerste (27 Juli1 Aug.) en de tweede (38 Aug.) zomerconferentie voor zendings studie te Lunteren verlengd van 14 tot 18 Juli. Voor de derde (1015 Aug.) en de vierde (17 22 Aug.) week van 24 tot 28 Juli. In de derde week wordt het programma nog aangevuld door een spreekbeurt van me vrouw Baronesse van Boetzelaer van Dubbel dam, te De Bilt (U.), over: „Enkele proble men in de YVereldzending". In de vierde week zullen de bybelbesprekin- gen door Ds. M Groenenberg te Oosterend ge houden worden in plaats van door Ds. T. J. Jansen Schoonhoven. Daar vooral de drie eerste conferenties reeds tamelijk vol beginnen te loopen, wachte men niet te lang met zich aan te melden by het bu reau van den Z. S. R., „de Nye YVehme", Zeist igsfe st te Blo nenda Het Ev. Luthersoh Zendingsfeest zal 15 Juli a.s. op „YVildhoef" te Bloemendaal plaats hebben. WINDHOOS BOVEN HOEK VAN HOLLAND Een windhoos heeft Zondagavond op het kampeerterrein te Hoek i schade aangericht. Bovenstaande foto doet duidelijk zien wat er huisjes en tenten overbleef. Radio Nieuws. Schrlftlej 10.30 Tödsein: 10.30—11 Korte Ziekendienst, te J. W. Espelink. Geref. pred. te Doorn: 11 Tijdsein: 1112 Harmoniumbespeling en heer M. F. Jurjaanz. Hilversum: 12— iram -platen: 12.30 Tijdsein: 12.302 MId icert: mevr. C. Ravenzwaay-Möllen- zang: H. Hermann, viool: H. v. d. Horst 2 Tijdsei 3 Tildsein3—1.80 Concei viool; Piel ziek: 1.45 56 Kinde r. d. Berg. v. d. Spek. Utrecht leiden door den J. Vermolen. ■VB de heer J H. de echt: Tüdsoin: 6—6 15 Een vrooltfk 6.15—7 Lezing door den heer J. Th. T V.V.l 1 Medemblik: 1 klei iider- pen de Zuiderzeew> 7.15 Gram.-muziek; 7.15—7.30 Lezing door 1 heer H. Amelink. secr. Chr. Nat. Vakverb.: 7.308 Causerie door den heer H. H. v. Eden. Bur. Méntor. Soest: onderwerp Wa». doen bi) aankoop van een huis?; 8 Tyd 8—9 Uitzending Concert brink te Hilversum, te geven Radio-Orkest, omgewerkt in H; o.l,v. Plet van den Hurk: 9—9: Ds L. Oranje. Geref. pred. te onderwerp: De liefde als ga dooi 1 den Kerk- Chr. 10 Peraberlchtei 11.80 Gram.-plat HILVERSUM, 1876 M. (VARA.). 6.15—7 Och tendgymnastiek: 7.307.15 idem: 8 Tiidaein: 8.01 Gram.-muziek: 9.30 Orgelspel: (V.P.R.O.) 10 Morgenwijding: (VARA.) 10.15 Lezing: 11 Gram.-mus1ek: 11.05 Radio-Volksuniversiteit: 11.35 Gram.-muziek: 12 Tijdsein; 12.01 Pol.-be- rlchten: 12.15 Concert; 1.15 Verzorging zender; 2.15 Lezing; 2.30 Kinderuurtje: 3.30 Cursus: 1.25 Gram.-muziek; 130 Voor de kinderen; 6 Lezing: 6.30 Concert; 7 Radio-Volksuniversiteit 7.33 Pol.-berichten: 7.45 Vervolg Concert: 8 TUdsein; 8.01 Lezing: 8.10 Concert: 8.15 Tooneel spel. 10.15 Persberichten: 10.25 Vervolg Concert 11 Gram.-muziek: 12 Sluiting en Tijdsein. Zendingsfeest te Heilo. Het 35ste Provinciaal Noord-Hollandsch Zendingsfeest der vereeniging voor Inw. Zending in N.-H, zal onder leiding van den voorzitter der ver eeniging, Jhr. Mr. Dr. L. A. v. d. Brandeier, 22 Juli te Heilo worden gehouden, VERMIST, GESTOLEN.... Op een kerkdeur in Engedand zou de voligende kenniisgevting zijn geplaatst: Yrer- mist: uk de kerk verleden Zondag ver scheiden gezinnen. Gestolen: Y'emchei- dlen uren van den Zondag, door een aantal mensohen, gekleed im Zondagieohe kloeren. Verloren: Zekere gouden en zilveren geldstukken die in de zendiingscolflecte moesten zijn terecht gekomen. B e n 0 o- dagd: eernge toegewijde jonge menschen voor Zondagsscholen en ander Christelijk, werk. DESTERVANHALALAT Een verhaal nlt den tijd der Babylonische ballingschap „Laat ons niet vertwijfelen aan dies Heeren sterkte. MoedMJke dagen mogen ons vod'k nog wachten. Maar dan zal de tijd met de eneflifoeiid des wónds naden-en', waarop het ailóies zal overwinnenwaarop zijn Koning, een spruit eijns Heenschers, Daviids Zoon, d)e Messias, over ail deze volkeren Zijn scep ter zwaaolt, over heit volk ook, dat Juda tihans veracht en tot knechtschap dwingt Hoe aullQlen zij eiidideiren, de vijanden Zijns voJks, wan meer Hij hen met de roede Zijnen- kracht zaïl Slaan; wannec/r Hij grijpt naar het zwaard), het zwaard van die koningen Juidia's, dat om Zijn lenden gegord is, en voor dien adem Zijns monde de trotsch tem- peils der hiei'dlenien in pninhoopen doet val len, gelijk thans Jehoaa's Tempel in h f stof geworpen ie". De profeet zweeg; en d'e oudsten zwegen «'Wen onider den indruk dézer wo reten. Al leen Sahpoimaiju scheen ongeduldig, en toen allen het huis das Hoogepniesters verlaten hadden, beklom hij de tinne en keek om hoog naar de sterren. Bn toen klonk van zijn lippen het morrende woord: „Als de sterren ons haar hulp weigeren, beginnen wij zonder haai- den 6trijd voor Juda's oe- vrijdling; noodt was de gelegen" l zoo Bdlioon. Babylon vocht aan alle k den te gen oproerige onderdanen en dnrr bover aan de grenzen van Ghaldea staat Kurusch, Darajavusah' zoon, en voert het leg r Perzen tegen den zoon van Bubals koning HOOFDSTUK XVI Een vruchtelooze poging Gaddis vonid R'espha bij zijn terugkomst mag steeds eren neerslachtig als tevoren. „YVeMiöht zal hot groote nieuws haar oogen hélderder glans ventloenen," dacht hij, toen zij hem met diroeven blik aanstaarde. „Resilupa, luister eens! Vandaag volgde het geluk mijn schreden!" Zonder een woord te spreken, zag het meisje haaa- broeder verwonderd aan. Deze vervólgde: „Herten stond ik weer aan de poort, van het palede, om voor de laatste maal t.e beproeven, of ik den vriendielijken jongeliilng te zien kon krijgen; en ditmaal kwam ik niet tevergeefs." Riespha's oogen straalden van blijdschap bij het hooron van dit nieuws en haastig vroeg zij: „Hebt gij hem gezien?" „Ik zag hem; ik was bij hem in den ko „Zoo, was hij werkelijk in het paiMe? Hij öroeg wel schoone kleederen!" „Hij dient de vorst als page en, ludster nu goed toe hij zelf is uit het geslacht, van Juda's koniiangen! Zerubabel, de nako meling van den grooten David, is zijn va der." De vreugde veranderde spoedig in droef hei'd en het blijde oog blikte nu nog treu riger. Het verder gedeelte van het verhaal trok niet meer haar opmerkzaamheid. Toen zij alleen was. sprak zij somber: „Als hij een koningszoon is, zal hij st nooit in dii't buis tot Respha komen." 1 Het was Sabbath. Abioioexn bracht den dag de© Heeren door in zijin woning; de bazar was gesloten. Er klopte iemand. „Gaddis," zed de koopman tot den jonge ling, die zoo even binnen kwam, „wie klopte daar aan do huisdeur?" „Ik wou hot u net zeggen, oom. De die- naar Achirarnu's staat daar buiten. Hij zegt, dat zijn heer hem opdroeg, mij in het huis zijns vriends, den zoon des stadhou ders, tie brengen. Zijn heer heeft tegelijk een draagkoets gezonden, waarvan ik mij kan bediienen. YVat denkt gij oom, zal ik gaan?" „Ga en dank hem voor uw zuster en na mens uw oom; want hij heeft ons een groo ten dienst bewezen!" Gaddis maakte zidh gereed den düenaar te volgen. Voor hij het huis verliet zeiiide Abinoëm nog: „Ik ken dien Babytomiër niet, maar ik vrees, dat die jonge man het meis je tegen een ander beschermt om haar spoedig voor zich zelf te ven-langen." Gadiclis was nog nooit in een draagk door de stad gedragen. Een zichtbaar wel gevallen was op zijn gelaat te lezen, toen hij, het voorhangsel wijd geopend, op d wandelaars neerzag. Nog meer vreugde verschafte hem echter de ontvangst ten hui ze van den stadhouder. Bij dien ingang ren het paléis 6tond een slaaf gereed om den bezoeker bij het uitstijgen behulpzaam te zijn. Achiramu ontving den Jood zoo vrien delijk mogelijk en het duurde niet lan Gaddis gevoélde zidh in dit prachtige huis tamelijk wel op zijn gemak. Hij vond het zeer aangenaam, dat men bij het maal de gewoonten der Jod'" rekening had ge houden, en hem niet pieste iets te gebrui ken. wat de Joodsche spijswetten verboden, 'liet dienstpersoneel moest dus nauwkeu rig onderricht zijn door iemand, dde bij uit stek met de zeden en gewoonten der Joden bekend was. Noch Achiramu noch Sukkal sprak over Respha. Bn Gaddis wachtte zich wel over zijn zuster te beginnen. Na den maaltijd bracht de draagkoets hem weer na air het huiis van zijn oom. Op het bezoek in het huiis ven den gou- remeuir volgde een ander ven Achiramu bij Abinoëm. De Sdpparaner had voor dit bezoek eveneens den Sabbath gekozen, ten einde oom en neef des te zekerder thui6 te treffen. Respha was ook enkele oogenblik- ken aanwezig, om den vriendelljken jongen man voor zijn hulp te bedanken. Toen zij echter bemerkte, dat Achrivnmu's blikken al te dikwijls 0(p haar rustten, w erd zij bij na even bang voor den bezoeker als voor Belilbni's zoon. Zoodra zich de gelegenheid aanbood, maakte zij er gebruik van om het vertrek te verlaten. Meerdere dagen gingen voorbij. Respha was alleen tlhuiis met Selflaa en een oude dienstmaagd. Ben draagkoets hield voor de woning still. Achiiramu gaf den ouden dienaar te verstaan, dat hij Respha een belangrijke tijding bracht Het meisje verscheen, doch gesluierd, zoo dat alleen haar oogen zichtbaar waren. „Respha," sprak Achiramu, ,gijt gij be vreesd, dat ge uw aangezicht voor mij be dekt houdt? Tk liet u melden, dat ik en zaak van gewicht met u te bespreken had; •ren gewicht ook voor mij. Gij hebt mij steeds verhinderd woonden van liefde tot u te spreken. Ik kan niet langer zwijgen." Het meisje week verschrikt achteruit, toen zij de verwilderde bikken van den smeekenden Bahyoniër zag. Achiramu was op zijn knieën gezonken en schoen met hartstochtelijk ongeduld een antwoord te verwachten. Toen het meisje bleef zwijgen, stond hij ijlings op. liep naar haar toe en wilde haar hand grijpen. Doch 6nel als een gazelle verdween Respha achter een der voorhangsels en als de vogelaar, wien een kostelijke zanger tusschen de vingeren ontvlucht, staarde de Sipparaner het Jood sche meisje na. Wanhopig keerde Aohinaanu naar hoi is terug. De weigering ren het meisje scheen zijn hartstocht nog nieea* te ontvlamm n. Tana's beeld verbleekte van uur tot uur iai zijn ziel. Resplia, en Respha alleen was thans het voorwerp zijner liefde. Sukkail bemerkte dadelijk, dat zijn vriend niet. gelukkig was geweest Hij trachtte Achiiramu te troosten, maar de jonge man luisterde niet naar hetgeen Sulkkal sprak. „Een ster gaat onder, als die nacht ver dwijnt en de maigcnst>nid aanbreekt; maar wordt opnieuw helder, wanneer de duis ternis wederom de aarde bedekt" Dat woord was raadselachtig en Achira mu begeerde een verklaring, maar Sukkal gaf een ontwijkend antwoord. Aohiramu drong er op aan. dat deze aan die woorden een beteekenis zou geven Sukkal liet hem edhter in het onzekere en verwijderde zich. HOOFDSTUK XVII De gemalin van Zerubbabel De nakomelingen van de voormalige ko ninklijke familie van Juda leefden zeer e*-n voudig. Zij bewoonden de stad der vreem delingen, Halalat En alleen de vereering, welke hen van de Joden ten deel vietl, was een geringe vergoeding voor het verlies van de zichtbare macht en den luister van het koningschap. Zerubbabete vader heette Phadaja, de vier de zoon van Jechonia, wiens jongere broe der de onttroonde en vermmkte Zedekia geweest was. Zerubbabel w«6 een man van middelma tige gestalte. De dunne zwarte baard be dekte slechts een klein gedeelte van het fijn besneden gelaat. Voor hem stond zijn zoon Abiud, het evenbeeld des vaders. „Gij komt om mij bericht te brengen van Moeollam, niet waar? Wie deelde u het nieuws mede?" „Joden, die uit het land onzer vaderen kwamen." „YVaairom ie Mosoileun niet met hen naar Babylon getrokken?" „Ik kan, ik kanstotterde Harma- za, „doch laat tk u verhalen, gelijk zij het mij vertelden." En hij zette zich ne Ier naast zijn vader, die op een divan plaats genomen had. Deze luisterde met rngelhouden a tem naar hetgeen zijn zoon hem meldde en ver nam uit diens mooi .utles. wat Abiud ren Gaddis vernomen had. Toen de jongeling met zijn verhaal genaden! was tot de ziek te van MesoHam. vreeede de vader 1 pols iets droevigs te zullen vernemen, en op smartelijken toon zeki, hij: Ik vermoed. Abiud. hoe de riekte eindigde. Moeollam leeft niet meer. Is het niet Mdus. mijn re on?" „Ik kan het u niet langer verzwijgen, reder!" „Verhaal mij o-lles! Heb geen vrees, dot ik het niet zou kunnen verdrogen. iWs zoovele stormen gingen over mijn hoofd.*' XWordt vervolgiLj, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7