Het Communisme in de Practijk
zrliaal \^n\4n<Jaaq
DINSDAG 14 JULI 1931
DERDE BLAD PAG. 7
(Nadruk verboden)
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
DE TOEPASSING VAN DEN
NIEUWEN KOERS
HETZELFDE LIEDJE HERHAALD
De Sovjet-regeering is reeds begonnen met
op papier de toepassing aan te geven van
ide koers, door Stalin-in zijn jongste rede
voering uiteengezet. Tie éérste Instructies be
treffen de kolenmijnen èri zijn onderteekend
door Molotoi, Stalin en Ordzjonikidze.
Zooals to venvachten was na do algemee-
ne verklaringen van Stalin, bevatten die in
structies niets, dat niet reeds tallooze ma
len voorgeschreven is 'en reeds lang inge
voerd heette te zijn. Het stukloon moet boter
worden doorgevoerd, ieif pipet bij elke mijn
een tariefbureau komen, dat onder de on
middellijke leiding van het hoofd van ex
ploitatie staat. Om het ge-brek aan personeel
voor dit administratieve werk op te heffen
zullen aan de mijnin'stituten in het Donge-
bied opleidingscursussen van vier maanden
worden georganiseerd, waarin dergelijke ad
ministratieve krachten kunnen worden op
geleid. Al het leidende' personeel, tot de
hoofdingenieurs toe, zujlen premies krijgen
hoven hun salaris in verhouding tot de toe
name der productie, de- afname der kosten
en het procent van vervulling der plannen.
Dit zijn dus alle middelen, die trouwens
reeds lang worden toegepast, om de men-
sohen tot grootere inspanhïng bij hun werk
te brengen. Waar dit to|t jiy toe niet gelukt
js bestaat er geen reden waarom het nu
beter zal gaan nu de drie Sovjet-leiders het
zelfde liedje nog eens herhalen.
Een volgendo groep van maatregelen
heeft ten doel de mechanisatie der mijnen te
verbeteren. In 1931 nog moeten er 30 nieu
we mijnen in bedrijf genomen worden, ter
wijl ten spoedigste plannen voor de twee
volgende jaren moeten worden ingediend.
Groote woorden! Want het gereedkomen van
die nieuwe mijnen en het doorvoeren van
de, mechanisatie op andere vereischte ma
chines. ijzer, koper, electromotoren en nog
duizenden andere onderdeelen, die er niet
zijn, en die, wanneer ze worden geleverd
met groote vertraging, van zulk een abomi
nabele kwaliteit blijken te zijn, dat ze of
heelemaal niet gebruikt kunnen worden of
terstond breken. Terwijl dan ook het aan
tal mijnmachines sterk is toegenomen is dit
niet het geval met het aantal werkende
machines, een belangrijk 'deel van het ma
teriaal staat ongebruikt door breuk van ver
schillende onderdeelen. De bezuiniging
heeft in dit opzicht de Sovjet-regeering erge
parten gespeeld. Om geld te sparen heeft
men vaak geen reservedeelen bij de buiten-
landsche machines besteld, met het gevolg,
dat bij breuk van onderdeelen soms men-
sohen per vliegmachine naar Berlijn moes
ten worden gestuurd om onmiddellijk reser
vedeelen te Jialen.
Tenslotte wordt geëischt, dat er woningen
en wegen worden gebouwd voor de mijn
werkers. Nogal brutaal, want de regeering
had juist een paar maanden geleden aange
kondigd, dat dit jaar aan den woningnood
in de kool distri eten een einde werd ge
maakt, en met den gewonen ophef de be
dragen genoemd van de millioenen vierkan
te meters woningruimte, die zouden worden
opgezet. Ook dit is bluf geweest, en wear
moet hetzelfde herhaald worden, dat er voor
kolenprodi'clie niet alleen mijnen noodig
zijn, maar ook woningen en andere dingen,
zooals voedsel, voor het arbeidend perso
neel. Uit mededeelingen van den staatsarbi-
ter Schmidt blijkt weer, dat de woningen,
die de arbeiders in hun heilstaat krijgen,
die naam niet verdienen, maar nauwelijks
grooter zijn dan hondenhokken. De totale
oppervlakte der reeds geprojecteerde stan
daardwoningen was 1.200.000 vierk. Meter,
bestemd voor 200.000 mensohen, dus 6 vierk.
Meter per persoon. Man en vrouw met twee
kinderen krijgen dus een woonruimte van
4 bij 6 Meter, inclusief keuken, gang
les wat er bij een woning boort,
Jaroslafski heeft op een vergadering te
Moskou gesproken over de commentaren,
die de Europeesche pers heeft uitgebracht
naar aanleiding van de redevoering van
Stalin. Een groot deel dier pers had hierin
een erkenning gezien van de mislukking
van het vijfjarenplan. Natuurlijk ontkent
de sowjet-man zulks. „We zijn al bijna met
het vijfjarenplan klaar", beweerde hij. In
dien zulks het geval is heeft dit met zoo
veel ophef aangekondigde plan, dat de toe
standen in de sowjet-unie grondig zou ver
anderen, blijkbaar niet veel opgeleverd,
want nu staat men nog voor precies de
zelfde problemen als aan het begin. De
levensmiddelen zijn erger gerantsoeneerd
dan ooit, de woningruimte wordt afgeme
ten met een maat, die in geen apder land
door de arbeiders zou worden geaccepteerd
en de massa wordt op de meest geraffineer
de wijze aangezet tot harder werken. De
papieren resultaten komen in werkelijkheid
in geen enkel opzicht aan het licht.
heeft gearresteerd, die zich met stelselma
tige diefstallen op de spoorwegen bezig
hield. De bende bestond uit gewone mis
dadigers, Poolsche vluchtelingen, smokke
laars en handelaars. Bij 'de huiszoekingen
zijn veel goederen gevonden, waaraan(|groot
gebrek bestaat: leder, manufacturen, schoe
nen, spijkers, zeep, garen. Er zullen 54 be-
laagden zijn in het proces, dat eerstdaags
oor de spoorwegrechfcbank zal dienen.
DE VORWSRTS OVER STALINs REDE
De Berlijnsche Vorwarts bevat een kari
katuur van Stalin, die een dooden specialist
uit zijn kist probeert te trekken, met het
onderschrift: Terug naar de productie, wie
zich door houdt wordt neergeschoten.
Kerknieuws.
GEREF. KERKEN
uroepem: Te Rottendam (vaic.-C. B.
Bavuirodk), L. Oram je Can. te Laren (N.-H.).
Te Oude-Wetering, cand, W. vam dien
Bos te Nijheirfk (G.). Te Zuid-walde (Gr.)
J. A. Giraiv-ee-fceiin te Ooeterzee. Te Tree-
beelk (bij Heeufllen), F. Diresséllhiuas te Ollde-
boom,
NED. HERV. KERK
- ij e t e flTe Wo endie n va-c. - Ja-c. E ri ruga
H. Dekker te W-eeep, A. Donszetoaam te
Allankeitk en Dr. G. P. rem Itterzan te A'l-
ELmgeinoim en: Naar Ferwerd, D. J.
Politiek te Kolham.
a id aai-kt: Voor Axel, J. W. Notèboom
te Aagtëkenke.
Wanswerd; en Van den Hoek, van Driesum;
benevens de heer Van der Hulst, godsdienst
onderwijzer te Boelenslaan. Van den praetor
van den Ring, Ds. Carssens, van Oudega, was
een vriendelijk schrijven ingekomen.
De scheidende leeraar werd hartelijk toege
sproken door ouderling R. van der Veen; den
a.s. consulent, Ds. Hanselaar; en namens
Ring en Gemeente Suameer door Ds. van der
Kooy. De Gemeente zong toe Psalm 121 4.
Ds. J. van der Leek, beroepen pre
dikant bij de Geref. Kerk van Haarlemmer
meer (Sloterdijk), hield in den Zondagavond
dienst, voor een stampvolle kerk, zijn afscheids
predikatie voor zijn Gemeente te Zalt-Bommel.
Hij had tot tekst Judas 1 20 en 21. Eerst na
afloop van den dienst richtte hij zich in toe
spraken tot de Gemeente en in het bijzonder
tot de broeders ambtsdragers, wien hij dank
zeide voor de samenwerking en tevens met
ernst de belangen der Gemeente opdroeg.
Daarna sprak hij tot de afgevaardigden van
de Classis Tiel; het Dagelijksch Bestuur van
de stad Zalt-Bommel, in het bijzonder dank
brengende aan den heer Burgemeester Cam-
bier van Nooten voor zijn aanwezigheid; tot
de catechisanten en tenslotte nogmaals tot de
Gemeente, woorden sprekende van hartelijken
dank voor gedurende 3',3 jaar ondervonden
sympathie.
Bij monde van ouderling Th. van Steenis
werd den scheidenden herder en leeraar na
mens de Gemeente en den Iverkeraad dank ge
bracht voor zijn woorden en werd hem door
de Gemeente toegezongen Psalm 119 9
eenigszins gewijzigd. Daarna nam Ds. H. M.
Ploeger, van Culemborg, het woord, die mede
namens Ds. J. YV. Eggink, van Geldermalsen
als afgevaardigde van de Classis Tiel woor
den van waardeering sprak. Na de zegenbede
werd nog Psalm 121 4 toegezongen.
Ds. J. Run ia nam Zondag jl., wegens
bekomen emeritaat, na een verblijf van bijna
16 jaar, afscheid van de Geref. Kerk te Arne-
muiden, met een predikatie over Hand. 20 32:
„En nu broeders, ik beveel u Gode
Woorde zijner genade, die machtig is u op te
bouwen en u een erfdeel te geven onder alle
de geheiligden". Na de prediking werd Ds.
Runia toegesproken namens den Kerkeraad en
Gemeente, en door Ds. D. Scheele, namens de
Kerk van Middelburg en de Classis. Toege
zongen werd Psalm 121 4. De belangstelling
was zeer groot, ook van buiten de Gemeente.
D s. H. S. van R ij s, overgekomen van
Hooge Zwaluwe, werd Zondagmorgen bev
GEREF. KERKEN IN HERST. VERBAND tigd als predikant der Ned. Hen-. Gemeente te
n: Te Middelburg, J. J. Buskes
te Oosterend (Texel).
GEREF. GEMEENTEN IN H.V.
Aangenomen: Naar Werkendam, B.
Huisman, voorganger bij de Vrije Geref.
Gemeente te Almelo.
CHR. GEREF. KERK
Twee tail: Te Schiedam, ca-nid. L. S. den
Boer te ApeMlooam en carcd. N. -cHe Jong te
VUa-auldintgen. Te Rij-msbiuing, camidi. W.
H-eeaimia te Dakkuim en camid. N. -de Jong tc
V-la-ardliPigen. TeHd-Utegcxm, camid. N. de
Jong te VlLa-ardlilnigen en ca-nd. .T. Tammitnga
i, door zyn vader, Ds. J. van Rijs,
Tjerkwerd, met een predikatie over Filipp.
2 29: „Ontvangt hen dan in den Heere met
alle blijdschap en houdt dezulken in waarde''.
Naar aanleiding van deze tekst wees Spr. op
de roeping der Gemeente en op den plicht van
den prediker. Des middags deed Ds. van Rijs
zijn intrede, sprekende over 2 Cor. 5 18 laat
ste gedeelte: „Die ons de bediening der ver
zoening gegeven heeft." Spr. zette in een
gloedvolle predikatie uiteen: 1. de verzoening
zelf, 2. den plicht en de roeping der leeraars
die de bediening der verzoening ontvangen
hebben. Het was voor de Gemeente een goede
Aan het einde werd hij toegesproken door
te Frainiker. Te Soeetdijk, camid. W. Hee-r- i den ouderen predikant. Ds. J. T. Wachter, die
ma te Dakkuim en J. W. van Ree te Baren- liet toezingen Gezang 96, terwijl des morgens
dredht. Te Y'üiesiinigen, camid. N. d-e Jong I de bekende zegenbede uit Psalm 134 werd toe-
te Vlaardimgen on cainid. W. Heerma te Dok-
knm- Te HaHcterwijk, camid. L. S. den Boer
te Apeldoorn en camd. N. de Jang t>e Vlaar-
cfimgen. Te Aailten, camid. P. YV. Dam te
Dutten en oamid. D. Henstra te Ha-rtóm-gen
Te Den Haag-Weet, camid. W. Heerma te
Dokkum en camid. N. d'e Jong te Vlaajrdingen
Beroepen: Te Delft en te Urk, camid.
N. de Jomg te Vlaand imigen. Te Den Hel
der, oamid.- D. Henstra te Hamlimigen Te
gezongen. (Mede aanwezig was Ds. Fruit, van
Everdingen. Toespraken werden gericht tot de
verschillende Kerkelijke personen, vereenigin-
gen, alsook tot den Burgemeester Hoogeboom.
Ds. van Rijs verblijdde zich in hem te ont
moeten een hoofd der gemeente, die zich het
Evangelie van Jezus Christus niet schaamt.
Ds. J. C. SCHULLER.
Omtrent den toestand van Ds. J. C. Schul-
Onsfcwed'die-Museei]oamid. YV. Daan te Dutten i ler> prefj. der Ned. Herv. Gemeente te Den
Haag, die de laatste dagen zeer zorgwekkend
Dedémevaart.
Bedankt: Voor AmsterdamAVest ei
Dokkum., K. G. vam Smeden te Haarlem
Noord.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. L. G.
avond jl. voor i
SPOORYVEGDIEFSTALLLi.
Uit Minsk wordt aan de sowjet-bladen ge
meld, dat de G. P. Oe. daar een bende
olkestein nam Zondag
volle kerk afscheid van de
Ned. Hervormde Gemeente te 's-Gravemoer.
In zijn predikatie over (Mal. 4 :6 wees hij op
de eerste en tweede komst des Heeren. Aan
het einde richtte Spr. zich o.a. tot Kerkeraad,
Kerkbestuur en verschillende personen. Ds.
D. W. J. Muhlnickel, van Waalwijk, bracht als
consulent een woord van dank namens Kerke
raad en Gemeente voor al den arbeid door Ds.
Bolkestein verricht. Hij verzocht de Gemeente
i den scheidenden leeraar toe te zingen Psalm
121 4. Vervolgens sprak Ds. A. van YVilligen,
van Capelle, als vriend een hartelijk afscheids
woord en wenschte den leeraar en zijn familie
den zegen des Heeren toe in de nieuwe Ge
meente Schelluinen. Diep onder den indruk
verliet de talrijke schare het bedehuis.
D s. R. B. E v e n h u i s, gekomen van
Noordhorn, deed Zondag jl., na bevestiging
door Ds. J. F. van Duyne, van Amsterdam-
YVest (Sloterdijk), voorheen te Zaandam, zyn
intrede als tweede predikant der Ned. Herv.
Gemeente van Zaandam-Oostzyde met een
predikatie over Joh. 12 23.
D s. G. L a n s nam, wegens vertrek naar
Huizen (N.-H.), Zondag jl. afscheid va:
Ned. Herv. Gemeente te Suawoude en Tiet-
jerk. Zijn laatste predikatie ging over 1 Cor.
15 1 en 2. Punten waren: 1. het verkondigde,
2. het aangenomene, 3. het zaligmakende
Evangelie. Onder de talrijke aanwezigen wer
den opgemerkt: de predikanten- Hanselaar,
van Rijperkerk; Van der Kooy, van Suameer;
Van Deelen, van Oostermeer; Klüsener, van
kan thans worden medegedeeld, dat
lichte verbetering is ingetreden. De patiënt
was gisteren weder by bewustzijn.
DS. M. YREUGDENHIL.
Naar wij vernemen, is Ds. M. Vreugdenhil,
predikant der Geref. Kerk te Meliskerke (YVal-
cheren), na langdurige ziekte Zondag jl. weer
voor het eerst voor zijn Gemeente opgetreden.
Hij hield daarbij een predikatie over Dukas
12 36a en heeft de vurige hoop uitgesproken,
dat de Heere hem bij den voortduur kracht
zou schenken om zyn Gemeente voor te berei
den voor de wederkomst van Jezus Christus.
Prof. M. J. WIJNGAARDEN
Naar wij vernemen, hoopt Prof. M. J.
Wijngaarden, van het Calvin-Seminary te
Grand Rapids (Mich.), tevens deputaat van
de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika vooi
de correspondentie met de Kerken in Zuid-
Amerika, op zyn terugreis van Palestina
naar Amerika, ook ons land te bezoeken en
hier tusschen 28 Juli en 15 Augustus a-s.
verblyf te houden. Op Woensdag 29 Juli
hoopt men dan te Rotterdam een conferentie
te beleggen tusschen Prof. Wijngaarden en
de deputatcn hier te lande voorde corres
pondentie met de Geref. Kerken in Zuid-
Amerika.
KERKGEBOUWEN.
Te Cadzand is de fraaie Ned. Hervormde
Kerk wederom in gebruik genomen, r
Onze Zeeuwsche medewerker meldt daarom
trent het volgende:
Het oude gebouw, waaraan zooveel histori
sche herinneringen verbonden zyn, is hersteld
met geldelyken steun van het Rijk, van de
Provincie en van de Synode der Ned. Herv.
Kerk. De totale kosten hebben f 48000 bedra-
de Hervormde Kerk te Cadzand
zelve f 17000 heeft opgebracht. Voorwaar
i groote offervaardigheid. De kerk bestaat
uit twee deelen. De Zuidelijke beuk dateert om
streeks 12501300, de Noordelijke van om
streeks 13001325. In het begin van den 80-
jarigen oorlog is de kerk tot een bouwval ge
worden, doch na de veroveringen van dat ge
west door Prins (Maurits is zij voor den Her
vormden eeredienst bestemd en weder opge
bouwd.
De fraaie kerk ziet er thans keurig uit. De
vy'f pilaren, die zich tusschen de beide beuken
bevinden, zijn geheel bijgewerkt. Behalve de
twee groote ramen, die zich aan de Oostzijde
bevinden en waarin een medaljon in gekleurd
glas van teksten en het kerkelijk wapen voor-
i, zijn al de ramen van gebrandschilderd
glas. Een ervan is een geschenk van Dr. J. de
Huiler, Oud-Rijksarchivaris te 's-Gravenhage,
thans president-kerkvoogd te Cadzand.
banken zijn in oud roode kleur geschilderd,
het orgel in oud-groen. Beide kleuren overheer
sohen de kerk.
Toen om 2 uur de pastor-loci, Ds. T. A. Vis
ser, de plechtige samenkomst opende, was de
kerk stampvol met leden en belangstellenden.
Het is voor mij, zei spr. na de gebruikelijke
opening, een blyde dag. Ook voor onze C
meente. Thans mogen wij weer vergaderen
een huis dat Gode ter eere strekt. Daarom
koos spr. als tekst Openbaring 21 3 b: Zie
de tabernakel Gods is bij de menschen en Hij
zal by hen wonen". In deze wydingspreek
deed spr. uitkomen de troost die er ligt in de
hoofdgedachte dat God woönt by de menschen.
Dit is: le. een reden tot groote dankbaarheid;
2e. een oorzaak tot verootmoediging; 3e. bede
om den H. Geest. Na de prediking bracht spr.
dank aan allen die tot dezen blijden dag heb
ben meegewerkt.
Verder werd nog het woord door onderschei
dene personen gevoerd, in hun verschillende
kwaliteiten, o.a. door Ds. H. F. de Puy, Herv.
predikant te Geleen-Kerkrade, die vroeger
predikant te Cadzand was en die zeer veel
heeft gedaan, om deze restauratie tot stand
te brengen. 'Voorts waren er Ds. M. J. Beuken
horst van Sluis, namens het Prov. Kerkbe
stuur en secundus-lid der Synode; Ds. G. van
Dis, van Zaamslag, voorz. van het Classicaal
Bestuur, en Ds. J. van Dis, van Lutterade, pre
dikant van Cadzand. Het Zeeuwsch gewest
was vertegenwoordigd door Mr. P. Dieleman,
van Middelburg, lid van Ged. Staten, terwijl
mede aanwezig was het college van B. en YT.
van Cadzand en Ds. N. IJ. Patist, van Den
Haag. Voorts waren voor deze plechtigheid
nog overgekomen Mr. en Miss Minet uit Enge
land, nakomelingen van de refugiés, waarvan
een deel naar Engeland en een deel naar Cad
zand vluchtte.
:t was een schoone, onvergetelijke middag
kerkelijk Cadzand.
De geestelijke verzorging van de militairen
van het garnizoen te Nijmegen (Infanterie en
Koloniale Reserve) uitgeoefend tot voor kor
ten tyd door wylen den legerpredikant Ruysch
van Dugteren, wordt tijdelijk waargenomen
door den reserve-legerpredikant Ds. B. C.
Koolhaas, van Utrecht.
EVANGELISATIE.
A u t o-Z ending. De Zendingsauto van de
Vereeniging voor Evangelisatie in Nederland
(voorzitter Ds. Y. van der Zee; evangelist D.
Schotvanger, Adm. de Ruyterweg 32 I, Am
sterdam YV.)vertrok gistermorgen naar Til
burg, waar des avonds een samenkomst werd
gehouden. Heden zou de reis dan voortgezet
worden naar Brussel. Tot 22 Juli wordt dan
België gewerkt.
Daarna gaat de auto naar Limburg. Hier
staan op het programma Treebeek (2 samen
komsten), Lutterade (eveneens 2) en dan van
uit Heerlen: Kakertkolonie, woonwagenkamp
(pl.m. 80 wagens), Kaarlheide, Chêvremont,
Voorterkolonie, YVaubach, Eikenerveld, Valken
burg, Meezenbroek, Nieuwenhagen en Molen
berg (Heerlen).
Medewerking verleent de heer L. Kuiper Jr.,
Theol. student, te Kampen. In de laatste week
Elch «al Wils _I1
VAN EEN PROFESSOR. EEN PROEFPREEK
EN EEN PSALM
YVeet ge wat „respondeeren" is. eenvou
dige lezer'? Indien neen, dan is U nog niet
erg hoor. Ik, die evenmin als gij 'tot de in-
tellectueelen behoor er zijn tegenwoor
dig véél intellectueelen zou het ook niet
gevreten hebben, als een geleerd vogeltje
het me niet had ingefluisterd.
Respondeeren beteekenit in practischen zin
zooveel als proefpreeken.
YVie theologisch student is, moet zoo al
en toe voor zijn collega's in tegenwoordig
heid van den prof. een proefpreek uitspre
ken en dat noemit men dan in den trant
der geleerden respondeeren.
Tijdens Luther bestond die gewoonte ook
al. Een studentje te YY'ittenberg zou 't bij
zoo'n gelegenheid eens hebben over den
teksit: „Ik ben de goede Herder", maar kon
't met den besten wil maar niet verder
brengen dan lot het herhaald uitspreken
van den tekst zelf. Lulher kreeg medelij
den met hem. liet hem aftreden en ver
klaarde: „Een goed schaap ben je al. maar
een goede herder moet je nog worden".
Maar ik wou 't nou niet over den sym
pathieken VViititen berger hebben, maar over
een studentje en een professor in ons land
Studentje zat deerlijk in de knoei. Hij
moest binnenkort respondeeren. Yroor z'n
medestuds, nu ja, dat was tot daaraan
'toe. Y'oor den prof., och dait viel onder ge
wone omstandigheden ook nog al mee. 4
Maar en daar aat 'm de likdoorn de
omstandigheden waren niet gewoon, wan,t
de prof. keek al enkele dagen zoo donker
En dat voorspelde, vreesde studentje, niet
veel goeds. Prof.'s critiek kon soms zoo
pijnlijk vernietigend ui'üvallen.
Die prof., lezer, behoorde onitegen-zeglijk
tot de grootste genieën, die de historie
kent, een man van geweldige werkkracht,
door God tot groote dingen gebruikt. Ook
was hij een kind van Gód, dat ootmoedig
boog voor 't Woord zijns Góds.
Maar die prof. w\as voorts, not als de
hun omgeving, ook al weer net als wij ge
wone menschen, daarover wel eens uit hun
hum.
Misschien was dat met déze prof. óók
el zoo. Dait weet ik zoo precies niet. Maar
wel weet ik. dat studentje geweldig tegen
respondeeruurtje oozag. Zóó erg zelfs,
t hij behoefte gevoelde z'n hart uit te
storten voor een van z'n v rienden.
ou dat ik er al achter stond", ver
klaarde hij, „ik vrees, dat er geen spaan
van terecht komt".
„En i k zeg je", verzekerde de ander
„dait het prachtig in orde komt".
„Ja, jij hebt mooi kl«*tsen". mopperde
No. 1 weer. „jij staat er niet voor
„En ik herhaal", bevestigde No. 2, „dat
het prachtig in orde komt, maar je moet
doen. wat ik je zeg".
„Nou jo schiet op dan", driftigde de an
der, „wat moet ik dan doen?"
„Och iets doodeenvoudigs", hernam No.
2, ,je laat voor je aan de preek begint ons
allemaal zingen Ps. 27 T'.
„En zou je heusch denken Dinges, dat
't helpt?"
„Doe j ij nou maar wat i k zeg", stelde
„Dinges' gerust, „en je zult eien, kerel,
't komt op z'n pootjes hoor".
't Gevreesde uur was aangebroken.
Prof. en studentjes zijn gezeten ónder en
de respondeur in oen kansel.
Respondeurtje zag wel, dat bij zeker
iemand de barometer nu niet bepaald op
mooi weer stond. Maar gedachtig aan den
raad van Dinges liet hij vooraf inderdaad
Psalm 27 7 zingen.
En zie, allengs klaarde het gezicht van
den prof. op.
En als men toe is aan den regel: „YVacht
dan. ja wacht, verlaat u od den Heer", zit
prof. zacht de maat trommelend met zijn
vingers, uit volle borst mee te zingen.
De spanning in de atmosfeer was weg en
de preek liep van een leien dakje.
profeet Elia, een man van gelijke bewe
ging als wij. Ook geleerden, ook genieën Zoo werden in dat uur een geniale prof.
hebben evenals heel gewone menschen wel en een eenvoudig studentje getroost door
eens „zorgen die '4 harte verslinden" of iets I dienzelfden psalm, die al zooveel van het
anders dat hen knelt en dan zijn ze nu I leven vermoeide kinderen Gods levens-
niet altijd tot stichting en opbouwing van I elixer en zielsverademing geschonken heeft.
komt ook het muziekkorps „Dient den Heere"
van Amsterdam-YV. over om van Heerlen uit
medewerking te verleenen.
ZENDING.
Conferenties Z. S. R. Door bijzondere
omstandigheden is de aanmeldingstermijn
voor de eerste (27 Juli1 Aug.) en de tweede
(38 Aug.) zomerconferentie voor zendings
studie te Lunteren verlengd van 14 tot 18 Juli.
Voor de derde (1015 Aug.) en de vierde (17
22 Aug.) week van 24 tot 28 Juli.
In de derde week wordt het programma
nog aangevuld door een spreekbeurt van me
vrouw Baronesse van Boetzelaer van Dubbel
dam, te De Bilt (U.), over: „Enkele proble
men in de YVereldzending".
In de vierde week zullen de bybelbesprekin-
gen door Ds. M Groenenberg te Oosterend ge
houden worden in plaats van door Ds. T. J.
Jansen Schoonhoven.
Daar vooral de drie eerste conferenties reeds
tamelijk vol beginnen te loopen, wachte men
niet te lang met zich aan te melden by het bu
reau van den Z. S. R., „de Nye YVehme", Zeist
igsfe
st te Blo
nenda
Het Ev. Luthersoh Zendingsfeest zal 15 Juli
a.s. op „YVildhoef" te Bloemendaal plaats
hebben.
WINDHOOS BOVEN HOEK VAN HOLLAND
Een windhoos heeft Zondagavond op het kampeerterrein te Hoek i
schade aangericht. Bovenstaande foto doet duidelijk zien wat er
huisjes en tenten overbleef.
Radio Nieuws.
Schrlftlej
10.30 Tödsein: 10.30—11 Korte Ziekendienst, te
J. W. Espelink. Geref. pred. te
Doorn: 11 Tijdsein: 1112 Harmoniumbespeling
en heer M. F. Jurjaanz. Hilversum: 12—
iram -platen: 12.30 Tijdsein: 12.302 MId
icert: mevr. C. Ravenzwaay-Möllen-
zang: H. Hermann, viool: H. v. d. Horst
2 Tijdsei
3 Tildsein3—1.80 Concei
viool; Piel
ziek: 1.45
56 Kinde
r. d. Berg.
v. d. Spek. Utrecht
leiden door den
J. Vermolen.
■VB de heer J H. de
echt: Tüdsoin: 6—6 15 Een vrooltfk
6.15—7 Lezing door den heer J. Th. T
V.V.l
1 Medemblik:
1 klei
iider-
pen de Zuiderzeew>
7.15 Gram.-muziek; 7.15—7.30 Lezing door
1 heer H. Amelink. secr. Chr. Nat. Vakverb.:
7.308 Causerie door den heer H. H. v. Eden.
Bur. Méntor. Soest: onderwerp Wa».
doen bi) aankoop van een huis?; 8 Tyd
8—9 Uitzending Concert
brink te Hilversum, te geven
Radio-Orkest, omgewerkt in H;
o.l,v. Plet van den Hurk: 9—9:
Ds L. Oranje. Geref. pred. te
onderwerp: De liefde als ga
dooi
1 den Kerk-
Chr.
10 Peraberlchtei
11.80 Gram.-plat
HILVERSUM, 1876 M. (VARA.). 6.15—7 Och
tendgymnastiek: 7.307.15 idem: 8 Tiidaein:
8.01 Gram.-muziek: 9.30 Orgelspel: (V.P.R.O.)
10 Morgenwijding: (VARA.) 10.15 Lezing: 11
Gram.-mus1ek: 11.05 Radio-Volksuniversiteit:
11.35 Gram.-muziek: 12 Tijdsein; 12.01 Pol.-be-
rlchten: 12.15 Concert; 1.15 Verzorging zender;
2.15 Lezing; 2.30 Kinderuurtje: 3.30 Cursus:
1.25 Gram.-muziek; 130 Voor de kinderen; 6
Lezing: 6.30 Concert; 7 Radio-Volksuniversiteit
7.33 Pol.-berichten: 7.45 Vervolg Concert: 8
TUdsein; 8.01 Lezing: 8.10 Concert: 8.15 Tooneel
spel. 10.15 Persberichten: 10.25 Vervolg Concert
11 Gram.-muziek: 12 Sluiting en Tijdsein.
Zendingsfeest te Heilo. Het 35ste
Provinciaal Noord-Hollandsch Zendingsfeest
der vereeniging voor Inw. Zending in N.-H,
zal onder leiding van den voorzitter der ver
eeniging, Jhr. Mr. Dr. L. A. v. d. Brandeier,
22 Juli te Heilo worden gehouden,
VERMIST, GESTOLEN....
Op een kerkdeur in Engedand zou de
voligende kenniisgevting zijn geplaatst: Yrer-
mist: uk de kerk verleden Zondag ver
scheiden gezinnen. Gestolen: Y'emchei-
dlen uren van den Zondag, door een aantal
mensohen, gekleed im Zondagieohe kloeren.
Verloren: Zekere gouden en zilveren
geldstukken die in de zendiingscolflecte
moesten zijn terecht gekomen. B e n 0 o-
dagd: eernge toegewijde jonge menschen
voor Zondagsscholen en ander Christelijk,
werk.
DESTERVANHALALAT
Een verhaal nlt den tijd der Babylonische
ballingschap
„Laat ons niet vertwijfelen aan dies Heeren
sterkte. MoedMJke dagen mogen ons vod'k
nog wachten. Maar dan zal de tijd met de
eneflifoeiid des wónds naden-en', waarop het
ailóies zal overwinnenwaarop zijn Koning,
een spruit eijns Heenschers, Daviids Zoon,
d)e Messias, over ail deze volkeren Zijn scep
ter zwaaolt, over heit volk ook, dat Juda
tihans veracht en tot knechtschap dwingt
Hoe aullQlen zij eiidideiren, de vijanden Zijns
voJks, wan meer Hij hen met de roede Zijnen-
kracht zaïl Slaan; wannec/r Hij grijpt naar
het zwaard), het zwaard van die koningen
Juidia's, dat om Zijn lenden gegord is, en
voor dien adem Zijns monde de trotsch tem-
peils der hiei'dlenien in pninhoopen doet val
len, gelijk thans Jehoaa's Tempel in h f
stof geworpen ie".
De profeet zweeg; en d'e oudsten zwegen
«'Wen onider den indruk dézer wo reten. Al
leen Sahpoimaiju scheen ongeduldig, en toen
allen het huis das Hoogepniesters verlaten
hadden, beklom hij de tinne en keek om
hoog naar de sterren. Bn toen klonk van
zijn lippen het morrende woord: „Als de
sterren ons haar hulp weigeren, beginnen
wij zonder haai- den 6trijd voor Juda's oe-
vrijdling; noodt was de gelegen" l zoo
Bdlioon. Babylon vocht aan alle k den te
gen oproerige onderdanen en dnrr bover
aan de grenzen van Ghaldea staat Kurusch,
Darajavusah' zoon, en voert het leg r
Perzen tegen den zoon van Bubals koning
HOOFDSTUK XVI
Een vruchtelooze poging
Gaddis vonid R'espha bij zijn terugkomst
mag steeds eren neerslachtig als tevoren.
„YVeMiöht zal hot groote nieuws haar oogen
hélderder glans ventloenen," dacht hij, toen
zij hem met diroeven blik aanstaarde.
„Resilupa, luister eens! Vandaag volgde
het geluk mijn schreden!"
Zonder een woord te spreken, zag het
meisje haaa- broeder verwonderd aan. Deze
vervólgde: „Herten stond ik weer aan de
poort, van het palede, om voor de laatste
maal t.e beproeven, of ik den vriendielijken
jongeliilng te zien kon krijgen; en ditmaal
kwam ik niet tevergeefs."
Riespha's oogen straalden van blijdschap
bij het hooron van dit nieuws en haastig
vroeg zij: „Hebt gij hem gezien?"
„Ik zag hem; ik was bij hem in den ko
„Zoo, was hij werkelijk in het paiMe? Hij
öroeg wel schoone kleederen!"
„Hij dient de vorst als page en, ludster
nu goed toe hij zelf is uit het geslacht,
van Juda's koniiangen! Zerubabel, de nako
meling van den grooten David, is zijn va
der."
De vreugde veranderde spoedig in droef
hei'd en het blijde oog blikte nu nog treu
riger. Het verder gedeelte van het verhaal
trok niet meer haar opmerkzaamheid.
Toen zij alleen was. sprak zij somber:
„Als hij een koningszoon is, zal hij st
nooit in dii't buis tot Respha komen."
1 Het was Sabbath. Abioioexn bracht den
dag de© Heeren door in zijin woning; de
bazar was gesloten.
Er klopte iemand.
„Gaddis," zed de koopman tot den jonge
ling, die zoo even binnen kwam, „wie
klopte daar aan do huisdeur?"
„Ik wou hot u net zeggen, oom. De die-
naar Achirarnu's staat daar buiten. Hij
zegt, dat zijn heer hem opdroeg, mij in het
huis zijns vriends, den zoon des stadhou
ders, tie brengen. Zijn heer heeft tegelijk
een draagkoets gezonden, waarvan ik mij
kan bediienen. YVat denkt gij oom, zal ik
gaan?"
„Ga en dank hem voor uw zuster en na
mens uw oom; want hij heeft ons een groo
ten dienst bewezen!"
Gaddis maakte zidh gereed den düenaar
te volgen. Voor hij het huis verliet zeiiide
Abinoëm nog: „Ik ken dien Babytomiër niet,
maar ik vrees, dat die jonge man het meis
je tegen een ander beschermt om haar
spoedig voor zich zelf te ven-langen."
Gadiclis was nog nooit in een draagk
door de stad gedragen. Een zichtbaar wel
gevallen was op zijn gelaat te lezen, toen
hij, het voorhangsel wijd geopend, op d
wandelaars neerzag. Nog meer vreugde
verschafte hem echter de ontvangst ten hui
ze van den stadhouder. Bij dien ingang ren
het paléis 6tond een slaaf gereed om den
bezoeker bij het uitstijgen behulpzaam te
zijn. Achiramu ontving den Jood zoo vrien
delijk mogelijk en het duurde niet lan
Gaddis gevoélde zidh in dit prachtige huis
tamelijk wel op zijn gemak. Hij vond het
zeer aangenaam, dat men bij het maal
de gewoonten der Jod'" rekening had ge
houden, en hem niet pieste iets te gebrui
ken. wat de Joodsche spijswetten verboden,
'liet dienstpersoneel moest dus nauwkeu
rig onderricht zijn door iemand, dde bij uit
stek met de zeden en gewoonten der Joden
bekend was.
Noch Achiramu noch Sukkal sprak over
Respha. Bn Gaddis wachtte zich wel over
zijn zuster te beginnen. Na den maaltijd
bracht de draagkoets hem weer na air het
huiis van zijn oom.
Op het bezoek in het huiis ven den gou-
remeuir volgde een ander ven Achiramu
bij Abinoëm. De Sdpparaner had voor dit
bezoek eveneens den Sabbath gekozen, ten
einde oom en neef des te zekerder thui6 te
treffen. Respha was ook enkele oogenblik-
ken aanwezig, om den vriendelljken jongen
man voor zijn hulp te bedanken. Toen zij
echter bemerkte, dat Achrivnmu's blikken
al te dikwijls 0(p haar rustten, w erd zij bij
na even bang voor den bezoeker als voor
Belilbni's zoon. Zoodra zich de gelegenheid
aanbood, maakte zij er gebruik van om het
vertrek te verlaten.
Meerdere dagen gingen voorbij. Respha
was alleen tlhuiis met Selflaa en een oude
dienstmaagd.
Ben draagkoets hield voor de woning
still. Achiiramu gaf den ouden dienaar te
verstaan, dat hij Respha een belangrijke
tijding bracht
Het meisje verscheen, doch gesluierd, zoo
dat alleen haar oogen zichtbaar waren.
„Respha," sprak Achiramu, ,gijt gij be
vreesd, dat ge uw aangezicht voor mij be
dekt houdt? Tk liet u melden, dat ik en
zaak van gewicht met u te bespreken had;
•ren gewicht ook voor mij. Gij hebt mij
steeds verhinderd woonden van liefde tot
u te spreken. Ik kan niet langer zwijgen."
Het meisje week verschrikt achteruit,
toen zij de verwilderde bikken van den
smeekenden Bahyoniër zag. Achiramu was
op zijn knieën gezonken en schoen met
hartstochtelijk ongeduld een antwoord te
verwachten. Toen het meisje bleef zwijgen,
stond hij ijlings op. liep naar haar toe en
wilde haar hand grijpen. Doch 6nel als een
gazelle verdween Respha achter een der
voorhangsels en als de vogelaar, wien
een kostelijke zanger tusschen de vingeren
ontvlucht, staarde de Sipparaner het Jood
sche meisje na.
Wanhopig keerde Aohinaanu naar hoi is
terug. De weigering ren het meisje scheen
zijn hartstocht nog nieea* te ontvlamm n.
Tana's beeld verbleekte van uur tot uur iai
zijn ziel. Resplia, en Respha alleen was
thans het voorwerp zijner liefde.
Sukkail bemerkte dadelijk, dat zijn vriend
niet. gelukkig was geweest Hij trachtte
Achiiramu te troosten, maar de jonge man
luisterde niet naar hetgeen Sulkkal sprak.
„Een ster gaat onder, als die nacht ver
dwijnt en de maigcnst>nid aanbreekt; maar
wordt opnieuw helder, wanneer de duis
ternis wederom de aarde bedekt"
Dat woord was raadselachtig en Achira
mu begeerde een verklaring, maar Sukkal
gaf een ontwijkend antwoord.
Aohiramu drong er op aan. dat deze aan
die woorden een beteekenis zou geven
Sukkal liet hem edhter in het onzekere en
verwijderde zich.
HOOFDSTUK XVII
De gemalin van Zerubbabel
De nakomelingen van de voormalige ko
ninklijke familie van Juda leefden zeer e*-n
voudig. Zij bewoonden de stad der vreem
delingen, Halalat En alleen de vereering,
welke hen van de Joden ten deel vietl, was
een geringe vergoeding voor het verlies
van de zichtbare macht en den luister van
het koningschap.
Zerubbabete vader heette Phadaja, de vier
de zoon van Jechonia, wiens jongere broe
der de onttroonde en vermmkte Zedekia
geweest was.
Zerubbabel w«6 een man van middelma
tige gestalte. De dunne zwarte baard be
dekte slechts een klein gedeelte van het
fijn besneden gelaat. Voor hem stond zijn
zoon Abiud, het evenbeeld des vaders.
„Gij komt om mij bericht te brengen van
Moeollam, niet waar? Wie deelde u het
nieuws mede?"
„Joden, die uit het land onzer vaderen
kwamen."
„YVaairom ie Mosoileun niet met hen naar
Babylon getrokken?"
„Ik kan, ik kanstotterde Harma-
za, „doch laat tk u verhalen, gelijk zij het
mij vertelden." En hij zette zich ne Ier
naast zijn vader, die op een divan plaats
genomen had.
Deze luisterde met rngelhouden a tem
naar hetgeen zijn zoon hem meldde en ver
nam uit diens mooi .utles. wat Abiud ren
Gaddis vernomen had. Toen de jongeling
met zijn verhaal genaden! was tot de ziek
te van MesoHam. vreeede de vader 1 pols
iets droevigs te zullen vernemen, en op
smartelijken toon zeki, hij: Ik vermoed.
Abiud. hoe de riekte eindigde. Moeollam
leeft niet meer. Is het niet Mdus. mijn
re on?"
„Ik kan het u niet langer verzwijgen,
reder!"
„Verhaal mij o-lles! Heb geen vrees, dot
ik het niet zou kunnen verdrogen. iWs
zoovele stormen gingen over mijn hoofd.*'
XWordt vervolgiLj, j