ZONDAGSBLAD
DAMRUBRIEK.
IK TORS DE LAST ALLEEN...
209
O
.edacteur: W HOEKSTRA, Tulpeboomstraat 6, Den Haag-
Alle inzendingen betreffende deze rubriek te zenden aan bovenstaand adres.
Voor alle vraagstukken geldt: „WIT BEGINT EN WINT".
Oplossingen worden binnen 8 dagen ingewacht en over 14 dagen met de namen der oplossers gepubliceerd
Oplossing vraagstuk no. 384
Auteur: A. VAN DOMMELEN, Rotterdam
Wit:
1. 28—23
2. 38—32
3. 40—41
4. 42—37
5. 48-42
6. 50—45
7. 40—35
8. 35X24
9. 45X51 c
Zwart:
19X28 gedw.
28X37 gedw,
37X46
46X49
26X48
48X30
49X40
20X20
Ecnigo vrienden gaven do volgende oplossing aan*
"Wit: 28-23 38—33 42—38 38—32 40—34 44X2 en
Wint? Wat denkt do auteur van deze oplossing?
Oplossingen ontvangon van de liccrcn: T. Meulen
dijk, B. C. Klyn, L. Mol, Loosduinen; VV. Verkade
Maasdijk (381—384); M. van Aast, D. van der Meulen
P. Spuy, D. den Hertog- allen Den Haag; C. Havelaar
Dordrecht; C. Robbcinond, Maasdijk; J. H. Segaar
CORRESPONDENTIE
W. V. te M. Maar m'n waarde, ge schrijft nu dat
liet verkeerd is cn niet waarom. Dat U het niet
kun* begrijpen, is geen bewijs dat het fout is. Wat
begrijpt U niet?
K. dc B. te S. Herman Hoogland, Wittcvrouwen-
8ingol 40, Utrecht.
C. H. cn W. V. Prijzen ontvangon?
TOURNEE WERELDKAMPIOEN
Volgende maand zal B. Springor, wereld-kampioen,
thans woonachtig, to Lyon, een rondreis mnken door
België en Nederland tot het geven van: simultaan-
séances, het spelen van blindpartijen 1, 2 of 3 tege
lijk, of het medespelen in 4-kampcn, etc. Vereenigin
gen welko deze gelegenheid willen benutten om
dezen cminentcn speler in hun midden te hebben, ge
lieven zicli zoo spoedig mogelijk met onzen
damredacteur in verbinding te stellen, omtrent con
dities cn dato.
Een 10-tal aanvragen worden reeds gedaan, zoodat
Slechts weinig avonden beschikbaar zijn.
VOOR HET PRACTISCHE SPEL
Voordeel in de opening
Ken onzor sterkste spelers R. C. Keiler, maakte
In een „vluggertjo"- van do volgende openings-zetten,
pen aardige combinatie:
4. 32—27
25X34
5. 40X20
15X24
6. 28—22
17X28
7. 33X13
0X18
8. 35—30
24X35
9. 27—21
16X27
10. 31X24
(Het Damspel)
In do partij kunnen posities voorkomen welke,
door een oogenschijnlijke gelijkenis met
standaard-posities, den speler beïnvloeden cn daar
door verrassende afwikkelingen doen ontstaan.
In den wedstrijd om het kampioenschap van
Amsterdam 1928, kwam dqzo positie voor:
Zwart: 3, 12, 13, 16, 10, 23-2G
Wit: 27, 28, 32, 33. 35, 36, 36. 40, 43.
Wit speelde hier:
1. 27-22 12-18
Denkt volgens een bekend recept een schijf tp win"
nen. In deze positie is dit echter door een kleine ver
rassing onmogelijk:
5. 38X7 cn wint.
In een oud nummer van „Het Damspel" vonden wij
nog deze openingscombinatie van R. C KELLER:
Wit: Zwart:
33—28 20—24
2. 39—33 15—20
3. 44—39 10—15
4. 34—29 5—10
5. 39-34
A
M
Ip
:0
if
ii
M
■m
m
0
p
pf
ff
fel
§1
'j
s
m
m
g
n
it
tij
M
n
"ji
Indien zwurt nu 20—25 speelt, volgt:
5.
6. 29X20
7. 31-34
8. 40X20
0. 35-30
10. 28—22
11. 38X33
12. 32X51
26-25?
15X24
25X34
14X25
25X34
17X30
Er zijn weinig openingen bekend waar reeds bij
den 5dcn zet een damzot mogelijk is.
Tot slot een openings-combinntie van den I'ran-
schcn speler Chilaud:
Wit:
1. 32-27
2. 37—32
3. 33—28
4. 38-33
5. 42—38
Zwart:
19—23
14—19
17—21
12—17
21—26?
m
m
m m
Wa
•i m
m
m
m
m
m
mm
in
a
m
•i'V
fel' 'if
m s
m
G. 34—30
7. 36-31
8. 27—21
9. 32X12
10. 30-25
11. 25X21
12. 38X27
26X37
37X26
16X27
8X17'
23X32
26X17
HOE EDGAR ALLAN POE OVER
HET DAMMEN DENKT!
Ons denkvermogen vertoont zekere eigenschappen,
die wij in den regel samenvatten onder de benaming:
analytischcn zin.
Op zichzelf weinig voor ontleding vatbaar, waar"
deeren wij zo slechts in de verkregen resultaten,
maar weten onder andere toch dit wel zeker, -dat zo
voor dengene, bij wicn zp in hooge mate aanwezig
zijn, een voortdurende bron van genot opleveren.
Zooals do lichamelijk sterke met trots de spieren
leent tot moeilijk uitvoerbare oefeningen, zoo juicht
do analyst als hem do gelegenheid wordt geboden
zijn geestelijke lenigheid cn kracht te bctoonen bij
liet ontwarren of doorgronden van 't schijnbaar on-
óp los ba re. Hij vindt genoegen zelfs ït! het meest Taag*
bij-de-grondschc tijdvcrblijf, mits slechts, zijn bij
zonder talent cr bij in het spel komt. Hij is ver
zot op raadsels, rebussen, hieroglyphen, en legt bij
hunno oplossing oen scherpzinnigheid nan den dag,
dio den normaal nangelegdcn mcnsch boyennatuur
lijk toeschijnt En menigmaal moeten dan ook dei
vruchten van dit opperst methodisch onderzoek den
óningewijdo wel voorkomen als het gevolg van hoo*
gero ingeving.
Do vaardigheid In „wcder-oplossing" óf „resolutie*
wordt aanmerkelijk verhoogd door mathematischs
studio, met name door haar hoogste uiting, die zoo
ten om 'ite, en alleen >p'grond barer deducüëvo
bewerkingen, evehzeer analyso wordt genoemd als
of zij bij uitstek dien naam verdiende. Berekenen
als zoodanig is echter geenszins analyseoren. Een
schaakspeler bijvoorbeeld doet het eerste, zonder
oenigo poging tot het tweede. Waaruit volgt, dat men
zich do werking van liet schaakspel op het karakter
van den geest meestal geheel anders denkt dan zij
werkelijk is.
Naar mijn mecning wordt do fijncro bcwerlctui*
ging van liet intellect beslist meer ön nuttiger ae-
oefend door het bescheiden damspel dan door het
samongestcldo onbeduidendo schaken. Bij dit laatste,
waar do stukken zich op onderscheidene vreemd
soortige wijzen bewegen, cn verschillende, verander-
lijko waardo bezitten, wordt dat wat'slechts sa-
mcngostold is do dwaling komt ook elders
voor gehouden voor diepzinnig. De op
merkzaamheid speelt hier do hoofdrol. Blijft zij
slechts één oogenblik in gebreke, dan wordt iets
over het hoofd gezien, en nadeel of volkomen neder
laag is het gevolg. Daar nu do mogelijke zetten
niet slechts groot in aantal zijn- maar door elkaaü
grijpen, worden do kansen van voorbij-zien aanmer
kelijk vermeerderd, cn In negen van do tien geval*
Ion zal do geheel in het spel verdiept over den scherp-
zinnigen speler zegevieren.
(Uit hot Belgische maandblad „Damspel Studio");
ZATERDAG 27 JUNI
No. 26 JAARGANG 1931
belioorend£j|=^rx bij l
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DIE BUITEN ZIJN OORDEELT GOD
Maar dio bullen zUn oordcolt God,
En doet sU dezon boozo uit ulledon
weg. 1 Corlntho C 13.
Wcrcldmijding wordt door do Schrift nu eens ge
boden, dan weer, zooal niet verboden, dan toch niet
als eiscli gesteld.
Toch beide malen niet in denzclfdcn zin. Dit
spreekt voor wio do Schrift als Gods Woord erkent
vanzelf. Immers God kan niet zichzelf tegenspreken.
Waar do Schrift het, mijden van do wereld als
cisch stelt verstaat ze onder wereld do zondige
macht dio zich in deze wereld openbaart en haar
ovcrhcerscht. Met dio zonde mag een Christen geen
gemeenschap hebben.
Aan den anderen kant heeft do wereld door de
zonde die in haar ia niet opgehouden Gods schep
ping to zijn. En als zoodanig mag do Christen liaar
niet minachten, haar niet verzaken.
I-Iij heeft in dio wereld een roeping. Hoe zal hij dc
zonde in haar- bestrijden, al9 hij zich verre, van
liaar houdt?
Het woord van Jezus zelf in het hoogcpriestcrlijk
gebedik bid niet, dat Gij zc uit dc wereld weg
neemt, maar dat Gij hen bewaart voor den Tióoze
t(Joh. 17 15), doet hier voor ons alles af.
En Jezus' apostelen hebben het niet anders geleerd.
Hoe zou het ook, waar Jezus hun geboden had: Gaat
dan henen in de gchcolo wereld, predikt liet evan
gelie aan alle creaturen (Marcus 16:15)?
Meer nog, zij cn dc jonge gemeente cn Christus
met hen kwamen in do praktijk van het leven dage
lijks met dit vraagstuk van do wereld in aan
raking.
En daar was concrzijds dc Kerk en al wio tot liaar
behoorden van do wereld onderscheiden, maar an
derzijds waren de Christenen dio tot haar behoorden
door allerlei handen van uiterlijke gemeenschap met
do kinderen der wereld verbonden.
Dit bracht Gods bestel mede.
Mot name in do brandpunten van liet leven, zoo
als in Corinthe,'zou hot voor dc Christenen onmoge
lijk geweest zijn, allo verkeer in hot burgerlijk
leven met de uiigoloovigcn te verbreken.
In een brief, waarop hij zinspeelt cn die denke
lijk ccn ons onbekend schrijven van hem aan dc
Corinthische gemccnto is, wnnrvan dc inhoud voor
ons vorder van geen belang is, in dezen brief dan
hoeft Paulus geschreven, dat zij zich niet moeten
.Vermengen met do hoereerders (1 Cor. 5 :9).
Dit woord is blijkbaar door sommigen tc Corinthe
misverstaan. En de apostel haast zich dit misver
stand uit den weg to ruimen, doch niet gchocllijk
met dc hoereerders dezer wereld, of met dc gierig
aards, of mot do roovers, of met dc afgodendienaars;
want anders zoudt gij moeten uit do wereld gaan
(vs. 10).
Dit laatste wil dc apostel dus blijkbaar niet.
Wat hij dan wel wil verduidelijkt hij nu in dezen
brief, dezen canonickcn, tot Gods Woord behoorenden,
brief.
Ilct is dit, dat do gemeente zclvo zich rein moet
tioudcn van zulke zonden. Zij inoct Gods nnam en
ccro in belijdenis cn wandel hooghouden. Zij heeft
ccn roeping van God en van Christus* wego in deze
wereld. En om dio roeping to volgen hoeft zij zich-
zclvo onbesmet to bewaren van do wereld.
Zoo moet dus do gemeente van Christus een wcl-
begrensde kring vormen in deze wereld. Een vesting
mot muren, maar ook mot poorten. Met poorten,
waardoor binnengaan die in Christus gelooven en
waardoor de burgers van Gods Koninkrijk uitgaan
in de wereld, om daar te vervullen de taak, die hun
Koning lien heeft opgelegd. Maar om dan ook tel
kens weer terug tc koeren naar binnen.
Er moet dus naar binnen tuclit geoefend worden.
Zooals er in een leger discipline moet zijn om do
eer des konings, maar ook om het paraat tc houden
tegen de vijanden.
Over die buiten haar zijn heeft de Kerk geen piacbt
Het denkbeeld van oen heerschcndo Kerk was al
thans destijds onbestaanbaar. Het is ook eerst in
veel later tijd opgekomen.
Toen de vervolgingen ophielden begon de staats
macht eerst de Kerk te beschermen cn tc begunsti
gen en van lieverlede te overheerschen. 1-Iet zijn
vooral dc opvolgende bisschoppen van Rome ge
weest die destijds voor de vrijheid der Kerk gestre
den hebben.
Maar toen die vrijheid verkregen was, werden in
later tijd de rollen omgekeerd en begon de kerkelijke
macht zich de heerschappij over het staatsgezag aan
tc matigen. Juist waar heel liet volk op enkele uit
zonderingen na in de Kerk was opgenomen kon het
zoo licht tot zulke machtsconflictcn komen.
Mafir daarom is het zoo noodig telkens weer naar
do Schrift terug te keeren om van haar to ver
nemen, lioc de verhouding van Kerk en .Overheid
door des Heercn apostelen is geregeld.
Want dc apostelen waren geen mannon, die cr
zich toe bepaalden van den nood een deugd tc
maken cn zoo goed cn kwaad als het ging ccn
praktisclien uitweg te. wijzen, die wel voor liun
dagen de moeilijkheden vermeden, maar voor de
toekomst de Kerk des Floeren in het duister lieten
rondtasten. Wie dat meent doet aan de bcteek
vun liuri ambt voor dc Kerk aller ecuwen to kórt.
Neon, wat zij doden was wel, waarlijk grondleg-
gond werk, waarop latere geslachten maar hadden
voort to bouwen naar de lijnen in liet fundament
aangegeven.
Wat heb ik die buiten zijn tc oordeolon, zoo vraagt
do apostel. Gij zclven oordeelt immers die binnen
zijn? Maar die buiten zijn oordeelt God.
Dit bewaart tevens voor den hoogmoed van
farizeïsme.
Ilct kenmerk van allo farizeïsme is toch liet
roemen in de heiligheid van eigen kring cn
veroordeelcn van alien, die buiten dien kring staan.
Dit gaat dan gepaard met ccn verslapping van
do tucht onder eigen kring. En zoo komt er in heel
het bestaan ccn leugen, eon blijven hangen
den schijn,
Ilct kwaad, dat men buiten dien kring ziet, wordt
dan breod uitgemeten cn het kwaad in eigen kring
wordt over het hoofd gezien. Waar liet niet meer
is te loochenen wordt het vergoelijkt.
Zoo glijdt mon almcer af. Totdat ten slotto liet
bederf daarbinnen grootcr afmetingen aanneemt
dan daarbuiten, omdat het bovendien verergerd
wordt door de zelfmisleiding waaraan men zich
heeft overgegeven.
Daarom is liet woord van Jezus' apostel:
buiten zijn oordeelt God vun zoo ontzaglijk veel wa
voor het letten op dc eigen kring, voor hot hand-
liavcn van do tucht, voor het vaardig houden van
de Kerk des Heercn, mot 't oog op haar heilige taak.
Dat do apostel hiermede niet bedoelt het oog tc
sluiten voor de zonde, die in do wereld woelt, is
duidolij-k voor wie in dc Schrift thuis is. Waarlijk,
dc ziekolijko neiging 0111 op te treden als plcitbe-
rgcr voor do kinderen der wereld en als beschul
diger tegen de Kerk on die in haar zijn, vindt ia
de Schrift geen steun.
Maar wat go nooit hij do apostelen des Hoeren
aantreft is dat veroordeelen en verwerpen van wie
buiten zijn, dat eenvoudig mét hen afrekent cn ver
der niet naar zc omziet. Hoe zou het ook bij hen
die lot tnuk ontvangen dc wereld voor Christus to
Iin wat de apostel hier aan do gemeente als zoo
danig voorhoudt vindt ook zijn toepassing voor onzo
christelijko gemeenschapskringen. Voor onze huis
gezinnen, voor onzen vriendenkring, voor dc kringen
onzer geestverwanten.
Altoos weer: Dio huiten zijn oordeelt God. En doet
gij den boozc uit uw midden weg.
Ik tors do last nllceu,
cn sta niet stil, cn zie. niet om;
ik zwjeg maar voort, gebukt en krom,
mij helpt niet fén.
Ik tors do last alleen,
ik weet niet, waar ik heen moet gaan,
Ik zou wel' willen blijven staan,
maar kan niet, neen!
Ik tors dc last alleen,
1t onstuimig leven jaagt mij voort,
pi'n weeë klacht wordt niet gehoord,
zelfs niet door één.
Ik tors mijn last nlleon,
mijn zónden en mijn leed en pijn;
o, zal cr nooit verhooring zijn
van mijn gobeen?
II.
Torst gij uw last alleen,
o, arme zwerver op uw pad?
o, dat gij toch tot Jezus bndt,
Hij hoort alleen.
Torst gij uw last alleen,
o, klager in uw eenzaamheid,
bij Jezus raakt g'uw zorgen kwijt,
hij Ilcm alleen.
Torst gij uw last alleen,
ga niet uw zonde, uw pijn, uw leed
dio niemand, niemand anders weet,
tot God alleen.
God laat u nooit alleen,
o, vlij uw hoofd aan Jezus' bc
dio voor u 't wicht der zonden torst,
als Jezus, geonl
Den Haag, Grasmaand '31.
II. VV. A ALDERS.