j~|et Communisme in de Practijk
BINNENLAND.
\£n\ancJ
aaa
Radio Nieuws.
KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT
VRIJDAG 19 JUNI 1931 DERDE BLAD PAG. 9
(Nadruk verboden)
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
DISCIPLINE OOK VOOR DE HOOGEREN
Bij een van de oneindig vele reorganisaties
waarmee de sowjet-autoriteiten hun onder
geschikten voortdurend kwellen en die als
middelen moeten dienen om de eeuwige
fouten te herstellen, was beslist, dat het be
stuur van de trust „Rivierunie werf" ver
plaatst zou worden van Moskou naar Nizjni
Nowgorod. Het bestuur had zich hierover
tot het directorium van den oppersten eco-
nomischen raad gewend met een bezwaar
schrift. tegen deze reorganisatie. Kameraad
Mezjlauk, de voorzitter op de zitting van
den economisehen raad, waar dit verweer
werd behandeld, was echter in een slechte
stemming en noemde de bezwaren onge
grond. De reorganisatie en overplaatsing
ging door. Punt.
De ingenieur, die er was namens de trust
schijnt zich door dit autocratische optreden
geergerd te hebben en antwoordde zoo iets
van:,Maar ik ga niet mee!
Wegens deze uitlating werd hij door
Mezjlauk op staanden voet ontslagen terwijl
tevens werd vastgesteld dat hij niet meer
in de sowjst-industrie werkzaam mag zijn.
Het is trouwens een normaal verschijnsel
dat personen in de sowjet-unie gestraft wor
den voor een opinie, die zij op een verga
dering geuit hebben, waartoe zij ambtshalve
waren uitgenoodigd om hun meening te
kennen te geven.
VOORTGAANDE MILITARISEERING
De Moslcousche communistische academie
geeft een weekblad uit. waaiin gewezen
■wordt, op de noodzakelijkheid de militari
seering der sbwjet-unie nog te versterken.
Ook de academie van wetenschappen moet
aan dat doel ondergeschikt worden gemaakt
en de leden daarvan moeten de taak krijgen
zich dagelijks eenige uren met militaire
problemen bezig te houden.
Ook op alle universiteiten moeten mili
taire vakken worden onderwezen. De leuze
moet zijn: „De bevolking der sowjet-unie
tot den latasten man gemilitariseerd, als
antwoord aan de imperialisten". In het dis
trict Moskou, de kern der verdediging vol
gens de plannen van de generale staf. is de
militariseering van de bevolking, vooral van
de jeugd, reeds ver doorgevoerd
De diplomatieke overzichtschrijver van de
„Daily Telegraph" vestigt de aandacht op
het belang van de onderhandelingen, die
thans te Parijs worden gevoerd tusschen ver
tegenwoordigers der Fransche en sowjet-
tfdgeeringen.
Dergelijke onderhandelingen hebben reeds
meermalen plaats gevonden, maar tot nu
toe zonder resultaat. Zij zijn begonnen ter
stond na de erkenning der sowj et-regeering
door Frankrijk en hadden tot voornaamste
onderwerp de erkenning van de schulden
der Tsaristische regeering, waarbij de Fran
sche spaarders groot belang hadden. De
laatste voorstellen der sowjet-regeering wa
ren gebaseerd op een gedeeltelijke erkenning
der vroegere schulden, met dien verstande,
dat thans een leehing verstrekt zou worden
vele malen grooter dan het bedrag der
erkende schulden. De rente op de oude
schulden zou dim op die wijze betaald wor
den, dat 't rente-percentage van de nieuwe
leening boven het normale percentage zou
worden gesteld. Tot eenig resultaat hebben
die onderhandelingen echter niet gevoerd.
Nu bericht de bovenvermelde Engelsche
journalist, dat in het geheim deze diploma
tieke besprekingen vernieuwd zijn. Formeel
wordt er te Parijs alleen onderhandeld over
een handelsverdrag en. over bestellingen,
maar hierbij zou de. Fransche regeering
trachten tot overeenstemming te komen met
de sowjet-regeering' over politieke kwesties
Op het oogenblik heeft de sowjet-regeering
l meer dan ooit geld noodig en Duitschland
kan. bij zijn eigen finanti eel e moeilijkheden
hierin de sowjet-unie niet helpen.
Frankrijk, dat steeds een verbond tusschen
Duitschland en Rusland vreest, dat vooral
tegen zijn Poolschen bondgenoot gericht
zou zijn, zal thans trachten de vriendschap
tusschen Duitschland .en Rusland wat te
bekoelen, eventueel door het verstrekken
van de zoo vurig verlangde leeningen.
STALINSCHE MUSEA
De Moskousohtó correspondent van de
Vossische Zeitung bericht, dat de sowjet-
bevolking met echt galgen-humor reeds een
spotnaam heeft bedacht voor de nieuwe
„vrije", coöperatieve winkels, die de sowjet
regeering heeft ingerioht. omdat het met de
productenverdeeling op de rantsoenkaarten
heelemaal misliep. Deze winkels worden
spottend „Stalinsche musea" genoemd, om
dat men daarin zooveel wonderbaarlijke
dingen kan zien, gelijk boter, kaas en worst
die evenals in een echt musea door het pu
bliek niet mogen worden aangeraakt, in dit
geval beschermd door buitensporige prijzen
Volgens den correspondent treden in de
sowjet-unie precies dezelfde verschijnselen
op als in kapitalistische landen tengevolge
van een crisis. Als men het loon in ver
houding moest brengen tot de prijzen, die
de laatste maanden ongeloofelijk verhoogd
zijn door de regeering, zou men daardoor
de prijzen nog weer moeten verhoogen
dan weer de loonen verhoogen, op welke
manier men tot in het oneindige kan voort
gaan. De sowjet-regeering, bericht hij verder
zoekt den uitweg uit dien vicieusen cirkel
alleen door een onbarmhartigen druk op 't
arbeidsloon.
DE JACHT OP GELD
De commissie bij den raad van volkscom
missarissen, die nagaat of diverse voorschrif
ten ten uitvoer worden gebracht, heeft een
lange resolutie aangenomen over de mid
delen, die moeten binnenkomen uit woning
huren, e.d. De achterstand in huur is zeer
groot, en is niet verminderd ondanks de
beslissing van eenigen tijd geleden.
De reorganisatie waarbij nieuwe, klei
nere groepen worden ingesteld tot het. be
heer der genationaliseerde woningen, had
den alleen ten doel de bewoners te dwingen
aandeelen te nemen in dia „coöperaties",
en zoodoende extra geld binnen te krijgen.
Ook hierbij is de dpgelegde taak lang niet
vervuld.
Vastgesteld is nu, dat alle huurschuld
benevens schuld voor de bovenvermelde aan
deelen, voor 15 Juli voldaan moet zijn. In
dit opzicht zal een „krachtiger discipline"
worden ingesteld, waarbii de betrokken
chefs persoonlijk ervoor" verantwoordelijk
zijn, dat de plannen worden nageleefd, ook
wat de bedragen betreft, die „vrijwillig"
moeten worden opgebracht.
DE DOODEN VAN DE ST. PH1LIBERT
EEN ONAFHANKELIJK LUCHTSCHIP.
IIet kleine Italiaansche luchtschip van ingenieur Fórlahini, dat zonder hulp van builen
moet kunnen starten en landen. Dit luchtscheepje is te Milaan gebouwd. Het heeft
slechts 150 P.K. in de' motoren
Ten slotte moet over een maand tijd
worden gerapporteerd, welke maatregelen
zijn genomen, om te zorgen, dat de exploi
tatie der woningen zonder verlies plaats
Ter gelegenheid van de resultaten, be
haald bij de uitvoering van het vijfjaren
plan, zijn de laatste weken een groot aantal
keurarbeiders geridderd met de orde van
Lenin of van de roode vaan. Thans zullen
de allerbesten van die keurarbeiders een:
buitenlandsch plezierreisje mogen maken op
kosten der regeering.
Deze reis vindt plaats op het stoomschip
„Oekraine", dat in Leningrad gebouwd wordt
en nog niet geheel gereed is. Denkelijk is
het einde Juli reisklaar. Er zullen 30S vrije
passagiers zijn en de reis gaat van Lenini
grad over Hamburg en Londen naar del
Middellandsche en Zwarte Zee. Waarschijn
lijk zullen ook Athene en Constantinopel
worden aangedaan. De geheele reis zal on-;
geveer 40 dagen duren.
De uitgezochten der keurtroepen worden
niet aan hun lot overgelaten. Per radio zul
len zij op de hoogte worden gehouden van
de vorderingen van het vijfjarenplan in de
sowjet-unie, terwijl zij op hun reis zich
tevens op de hoogte zullen stéllen van de
economische verhoudingen in de landen,
waar het schip aanlegt.
Een bezoek onder, goed geleide, van eeni-
ge dagen in een paar havensteden, is voor
hen natuurlijk voldoende om deze verhou
dingen te bestudeeren. Trouwens, is het
zelfde, niet het geval met de buitenlanders
die na een week in Moskou te zijn geweest
verklaren op de hoogte tè zijn van de toe
standen in de sowjet-republi'ek?
GORKI TEGEN DE CRITICI
Nadat Gorki zijn nieuwe partijplichten
heeft vervuld eniopêplijk heeft verkondigd,
dat in de soWjet-üniè de grootst mogelijke
vrijheid bestaat, heeft hij zich verplaatst
naar het terrein der litteratuur en neemt in
een feuilleton in de sowjet-peis de critici
onderhanden. Volgens hem getuigt de cri-
tiek meestal van onontwikkeldheid bij hen
die ze "neerschrijven, werkt ze niet opbou
wend maar beschouwt de schrijvers als zoo
vele hoofden van Jut, waarop ze. als echte
krachtpatsers, zoo hard mogelijk mogen
slaan. Dit heeft velen ontmoedigd en anderen
tot de conclusie gebracht, dat kunst van
geen belang is in de sowjet-unie.
Gorki is het met het laatsten niet eens,
maar geeft toe, dat men er tot nu toe niet
in geslaagd is de „geweldige werkelijk
heid" in zijn geheel artistiek uit te beelden
Hij heeft echter zijn hoop gevestigd op de
massa der keurarbeiders, die na hun helden
daden op het terrein van het vijfjarenplan
ertoe zullen overgaan, zich in massa op
kunstgebied te bewegen. Daardoor zou dan
eind worden gemaakt aan de eindelooze
persoonlijke ruzies, die thans alles beheer-
MOBILISATIE-INVALIDEN
VERVLOGEN HOOP?
De heer Otto Walsemann, leider van den
Ned. Alg. Chr. Kring van Invalide- en Mo
bilisatie-Militairen en Nabestaanden. Centr.
Bureau Go edestraat 11, Utrecht, schrijf ons
o.m.: Onlangs werden met spanning de
oogen gericht op de in de pers vermelde
regeerings-voorstellen inzake betere pen-
sioeneering van bovengenoemde groep.
Velen zullen hun langdurige ellende
eeniger mate verlicht zien worden, doch
voor anderen zal het lijden in een erger
stadium gaan verkeeren, tenzij er nog wij
ziging van vorenbedoeld wetsontwerp zal
plaats hebben. Er wordt met het voornaam
ste punt dezer aangelegenheid, nl. de inva-
liditeits-toestand, geen juiste rekening ge
houden. Dit is te meer van noode waar hier
om steeds de heftigste strijd wordt gevoerd
Sommigen, wellicht velen zijn ook tenge
volge van de dienst ziek geworden en over
leden. Hun weduwen mét kroost achterla
tend. Deze groep van gedupeerden zullen
door de komende wetsherziening wellicht
wederom worden buitengesloten en ontvan
gen danniemendal!
Wc mogen nog ernstig hopen,, dat én de
regeering én 't parlement deze zaak nog wel
ter harte zullen nemen zoodat ook bedoelde
gedupeerden, die in zelfde rechten staan
als de andere erkende groepen, ook ditmaal
in hun jarenlange ellende zullen worden
bedacht en voor algeheele ondergang ge
spaard mogen blijven.
DE DRENTSCHE
CHR. MIDDENSTAND BIJEEN
De belastingen in Drente
In het gebouw „Iréne" te Hoogeveen werd
een vergadering gehouden van de besturen
der Chr. Middenstandsvereenigingen uit ge-
"heel Drente. De vergadering werd geleid
door den lieer H. Wieringa, uit Assen, lid
van het hoofdbestuur van de Chi\ Midden
standsbond.
Allereerst kwam ter sprake de oprichting
van meerdere afdeelingen. Hiertoe zullen
krachtige pogingen worden aangewend.
Vervolgens werd het voorstel van de af-
deeling Coevorden besproken, ingediend bij
het hoofdbestuur van den Bond, hetwelk
bedoelt, om spoedig te komen tot Ouder-
dpms:, Weduwen- en Weezenpensioen voor
Middenstanders. Algemeen was men het er
over eens, dat, daar voor hoog en laag ge
zórgd wordt, ook de middenstand recht op
pensioen dient te verkrijgen. Verplichte ver
zekering leek de vergadering de aangewezfn
weg. Op de jaarvergadering van de Chr.
Middenstand zal dit punt door Coevorden
verder worden toegelicht.
Wat de nieuwe regeling der belastingen
betreft inzake Rijk en Gemeenten werd vast
gesteld dat deze wet voor vele gemeenten
een onhoudbaren toestand heeft geschapen
Honderd opcenten op de Fondsbelasting en
een paar honderd op de Personeele belas
ting, is toch een last, die absoluut te hoog
mag worden genoemd en die vooral door
toepassing en uitwerking op de Midden
stand drukt. Herziening van deze regeling
is voor de gemeenten zeer urgent en een
billijke eisch. Besloten werd voor de her
ziening een krachtige actie te gaan voeren
Een commissie uit de verschillende vereeni
gingen zal worden gevormd en t.z.t. worden
bekend gemaakt.
Zoo spoedig mogelijk zal weer worden ver
gaderd om de bespreking over deze onder
werpen voort te zetten en ander over de
verdere actie te beraadslagen.
NORMAALBLADEN
MEDEDEELING VAN DE HOOFD
COMMISSIE VOOR NORMALISATIE
De Hoofdcommissie voor de Normalisatie
in Nederland maakt bekend, dat weer eenige
normaalbladen definitief vastgesteld zijn;
deze bladen worden binnenkort verkrijgbaar
gesteld.
Van de verschillende nummers der „Mede
deelingen", waarin de ontwerp-normaalbla-
den ter critiek gepubliceerd worden, is op
aanvraag gratis één exemplaar verkrijgbaar
bij het Centraal Normalisatie Bureau (C.N
B.), Koningskade 23, Den Haag; meerdere
exemplaren voor 10 eent het stuk.
wat W i Is.
SCHIMPNAMEN VAN GROOTE MANNEN
In vroegere tijden hadden bijna alle heer-
schers bijnamen, die dikwijls heel vreemd
klinken, maar dat waren dan, evenmin als
de kenteekenende namen der oudheid, meest
al geen spotnamen. Men noemde een Marcus
bij de Romeinen sorns „de roode" om hem
van een ander lid dei-zelfde familie, dat
denzelfden naam droeg, te onderscheiden,
terwijl men den koningen en keizers der
oudheid dikwijls bijnamen gaf, in plaats
van de natuurlijk onpopulaire cijfers. Men
sprak liever van Albrecht den Beer, dan
van Albrecht I. Slechts weinige dezer namen
waren bedoeld als spotnamen, zooals „Freek
met den leegen zak"' of „Grietje Kletskous".
Echte schimpnamen kregen zeer populaire
of al heel onpopulaire menschen, wier ka
rakterbeeld niet slechts in de geschiedenis,
maar ook naar het oordeel der tijdgejiooten
min of meer onbestemd was. Zij waren niet
altijd boosaardig bedoeld; dikwijls zelfs
waren het verkapte liefkoozingen of kame
raadschappelijke benamingen. Zoo noemden
de Engelsche soldaten Washington „de be
minnelijke George" (lovely George); Blücher
heette „Maarschalk Voorwaarts"; de Berlij-
ners noemden Wrangel „Papa Wrangel".
Abraham Lincoln werd heel teeder „de eer
lijke baviaan", de „Illinois-aap", „vader
Abraham" of eenvoudig „de lattensplijter"
genoemd (naar het beroep van houthakker
dat hij in zijn jeugd uitoefende).
Frederik de Groote heette „de oude Frits";
Napoleon „de kleine korporaal" of „Jean
d'épée" (Jan degen), terwijl Cromwell,naar
zijn rooden neus, „Kopergezicht" of wel
„Zijn Neusschap" (His Noseéhip") bijge
naamd werd.
Gewoonlijk is het niet vast te stellen, wie
zulke schimpnamen uit\Sndt; zij ontstaan
eenvoudig, verbreiden zich en hechten zich
zóó aan den betreffenden persoon vast, dat
zij niet meer vergeten worden, zooals b.v.
„de burgerkoning" voor Louis Philippe (die
ook de „barricadekoning" genoemd werd
wegens de revolutie van 183Ö).
Vooral in Duitschland en Engeland is men
vindingrijk in het geven van spot- en bij-
Italic heeft de eigenschap waarschijnlijk
van de Romeinen geërfd. Die noemden kei
zer Lucius Domitius Nero, wegens z'n drank
zucht: „Caldius Biberius Nero", wat zooveel
als „verzopen heethoofd" beteekent Overi
gens is ons ook uit Griekenland menige
schimpnaam overgeleverd geworden; Peri
cles werd, naar den vorm van zijn hoofd
„Schinokephalos", „uienkop" genoemd.
In Engeland en Frankrijk is er bijna geen
heerscher, dien het volk niet een populairen
bijnaam heeft gegeven: Lodewijk XIV heette
„de oude bonafide" (blijkbaar omdat hij
alles ter goeder trouw deed); zijn opvolger
Lodewijk XV, noemde men spottend „le bien
hten; 12.151,45 Lunch<
richten van den Poetduivenhoudersbond. 1.5U
2.30 Gramofoon. 2.303 Vragenhairuurtje. 3—
4.30 Kinderuurtje. 4.304.45 Verzorging van den
zender. 4.45—5.45 Gramofoon. 5 45—0 Nieuws
berichten ln het Esperanto. 66.15 De a.s
Esperanto-Landdag te Nijmegen. 6.156.35 Jour
nallstlek weekoverzicht. 6.357 Gramofoon 7
7.30 Spreker. 7.30—7.45 Sportkwartlertje. 7.45—
S Politieberichten. HIRO 8 Zang. 8.10 Lezing.
HILVERSUM (298.8 Ml) VARA. 6.45—7 en 7.30
-7.15 Ochtendgymnastiek. 8 TUdseln. 8.01 Gra-
nofoon. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA 10.16
'itzendlng voor arbeiders in de Contlnu-bedrU-
•en. 12 Tijdsein. 12.01 Middagconcert. 1.45 Un-
aimé" (de welbeminde), omdat zijn voorgan
ger te lang geregeerd had. Lodewijk XVI
bekwam in de revolutie den naam van
„Monsieur Veto", zijn gemalin „de Oosten-
rij ksche" heette „Madame Veto' (naar bet
vetorecht), nog hoonender werd hij de ..slo-
tenkoning" genoemd, omdat hij zooveel van
knutselen met sloten hield. De strooman
Lodewijk XVIII eindelijk, heette „roi pana-
de", hetgeen óf „koning broodsoep" (naar
zijn corpulentie) óf „koning pauwegang" be
teeken t.
De Fransche revolutie bracht een groote
massa schimpnamen mede evenals Napo
leons tijd. Mirabeau noemde men „de pot"
Madame Récamier „de tweede Helena", niet
echter wegens haar schoonheid, maar omdat
zooveel mannen haar gunsten genoten.
Generaal Murat heette onder de soldaten
„le beau sabreur", hetgeen een knappe,
moedige, doch niet juist kloeke strijder met
den sabel beteekende.
Napoleon I had onder zijn soldaten na
tuurlijk een menigte bijnamen, o.a. „gene
raal aannemer", omdat hij zooveel bouw
werken ondernam, maar ze weer opgaf of
niet ten einde bracht Het ergste kwam
echter Napoleon III weg, die slechts „de
zwetser" heette, of wegens zijn wederwaar
digheden voor Boulogne, Straatsburg en Pa
rijs „boustrapa" werd genoemd; niet minder
boosaardig voor hem is de dialectische uit
drukking „Rantipole", dat „halve gare" be-
teekent
In Engeland hadden en hebben personen
die vooraanstaande plaatsen in het open
bare leven innemen, hun „nicknames". De
staatsman Pitt noemde men wegens zijn
magerheid „de eindelooze" en James Fox
heette men. wegens zijn donkere gelaats
kleur, „de neger". John Law, de uitvinder
van het papiergeld, werd „do papierkoning'*
genoemd en do jonkvrouwelijke koningin
Elizabeth werd door haar hovelingen de „ko
ningin van het geluk", „de glorie van haar
geslacht", „roem van de natuur", „de ware
Diana" en „Wereldwonder" bijgenaamd, 't
Volk noemde haar minder vleiend „bloedige
koningin Botje".
De schimpnamen van Duitsche grooten
zijn wellicht minder populair, maar daarom
niet minder boosaardig. Dat Luther zijn
tegenstander Dr. Eek grofweg „Dreck" noem
de en deze hem „Luder" is algemeen be
kend. Maximiliaan. de laatste ridder, dio
zijn leven lang in geldverlegenheid zat,
noemden de Italianen „Pochi Danari", wei
nig geld.
Er is op dit gebied nog veel te vertellen
maar we willen hiermee volstaan.
Over groote mannen van onzen tijd zou
andere in dit opzicht ook nog wel een en
ander zijn mee te deelen.
derbrekins voor verzorging van den zender. 2
Kwartiertje voor het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling. 2.15 Ons Hui» een Tehuis. 2.4<>
Concert. 3.15 Toespraak. 4 Ttjdsein. 4.01 Toe
spraak. 4.15 Concert. 4.45 Cursus Esperanto XIII
5.05 Radio-Volks-Unlversitelt. 6.35 Vocaal Con
cert. 5.50 Toesprank. 6 Tijdsein. 6.01 Vocaal
concert. 6.15 &D.A.P.^kwartiertje. 6.30 Gramo
foon, 6.35 Literair halfuurtje. 7,15 Orgelspel. 7.80
Varia. 7.35 Oagelspel-7.60 Bestuursmededeeling.
8 Tijdsein. 8.01 Concert 8.30 Hoorspel. 0 Mede
deelingen van Ned. Voetbalbonden. 9.05 BU Oe
Pómp. Wekelljksch nieuws van Teun de Klep
perman. 9.20 Vervolg concert. 9.S0 Zang n ptaru.
Filmfabriek Polygoon te Haarlem is in ver
schillende plaatsen des lands bezig met de op
namen ten beaoevc eener uitgebreide proga-
gandafilm voor de K.R.O. De film dio verleden
en heden der Katholieke 'Radio Omroep in o-eia
w ~gt zal in het najaar door het geheele land
---
5. „Stap in!" zei de piloot, en 't volgend
oogenblik zweefden ze hoog 111 de lucht. De
piloot liet precies zien, welke handgrepen er
al zoo noodig waren en legde alles haarfijn
uit. „Mag ik liet 1111 eens probeeren?" vroeg
de kapitein eindelijk. „Want ik ben erg
handig, al zeg ik het zelf'.
6. „We zullen 't probeeren", zei de piloot;
liet vliegtuig daalde en de mannen verwis
selden van plaats. Kapitein KInkki-bns groep
het stuurrad, en rrr! daar raasde het vlieg
tuig langs het veld. schoot toen pijlsnel
loodrecht omhoog
(Wordt Maandag vervolgd)
FEUILLETON
DESTERVANHALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
,(10
Prachtige, monumentale poorten vormden
de ingangen tot de reusachtige zalen van
het serail. Allicht, zullen ze versierd ge
weest zijn met dergelijke kolossale gevleu
gelde dieren met een menschelijk hoofd,
gelijk zij rechts en links in de poorten der
Assyrische paleizen gevonden werden: groote
beelden uit een enkel stuk albast gebeiteld
Gaven de ontvang- en gezelschapszalen
meer van een ernstige, indrukwekkende
schoonheid getuigenis, een weelderige, smaak
volle versiering kenmerkten vooral de ver
trekken, uitsluitend voor den koning be
stemd.
Niet anders in bet bidruti, de woning der
vrouwen. Om enkele hoven en tuinen ston
den vele vertrekken, meestal van slechts
een enkele toegang voorzien, en zoo ge
bouwd, dat de echte vrouwen bijzondere
woningen hadden, afgescheiden van de
overigen, die meer bewoonsters telden. Ook
hier dezelfde rijke meubileering en versie
ring. dezelfde pracht bij bouw en inrichting
tot zelfs in dc nietigste zaken. Toch, in ge
heel Babylon wist men de kunst te waar-
deeren, getuige de wonderschoone tapijten
en beeldhouwwerken, waardoor deze stad
destijds beroemd was.
Nitokris, dc trotsché dochter van Nebu-
k-Ad'iazLU', de voornaamste onder de vrou
wen van het bidruti, bewoonde een gansdie
rij van uitgezochte paleizen en beschikte
over een uitgebreid dienstpersoneel. Zij, die
door haar afstamming onafhankelijk was
van de luimen des konings, Nitokris, de
fiere koningin van de harem, bracht, als
een ware Oostersche heerscheres, in trotsche
afzondering van de meeste overige vrouwen
haar dagen in deze ruimte, haar wereld,
door. Zij was 'groot en slank, en als zij zoo
met een haar aangeboren, onbewuste gratie
op de divan leunde, terwijl Nubta, een harar
dienaressen, haar de sandalen afnam, moest
men wel gelooven, dat zij van haar prilste
jeugd af het bewustzijn met zich droeg, een
dochter der grootsten vap alle Babylonische
koningen te zijn. Met even trotschen blik
had hoogstwaarschijnlijk ook haar vader
zijn bevelen gegeven.
Zij had zooeven den tuin, welke uitslui
tend voor haar was aangelegd, verlaten; ook
deze geringe beweging niet gewoon, was zij
moede op haar zetel neergezonken en had
een der slavinnen heengezonden om een
vèrfrissching te halen.
Juist kwam deze terug.
De koningin nam den drank, uit vruchten
sa]) bereid, aan en sprak toen:
„Hebt gij de dochter Sippara's die gister
avond hier kwam. reeds gezien? Is zij
schoon?"
De slavinnen zagen elkander angstig aan
1 Het was een moeilijke taak, de meesteres
een antwoord te geven, dat haar volkomen
behaagde. Zij wisten dit bij ervaring. En
hadden zij het ongeluk iets verkeerds te
zeggen, dan konden ze van de ongenade,
der vorstin verzekerd zijn. En de vraag,
welke de koningin thans tot haar slavinnen
richtte, was verre van gemakkelijk te be-1
antwoorden.
„Gij zwijgt? Wat moet dat bettekenen?"
Wederom zagen de slavinnen elkander aan
Nitokris' scherp oog bemerkte zulks dadelijk
„Gij wilt niet spreken? Ik beveel het u!
Vrees niet. te veel te zeggen, als de jonge
vreemdelinge verdient, dat men haar we
gens de slanke gestalte, den glans der haar
lokken of het vuur harer oogen bewondert."
Aarzelend opende Nubta den mond. „Mees
teres, wie haar gezien hebben roemen haar
om strijd wegens al deze dingen en om nog
meer andere bekoorlijkheden; maar haar
oog blikt somber, zwaarmoedig!"
„Dan is zij een dwaas, of wel, zij is zeer
bedroefd. Wellicht, dat een geheime liefde
haar ziel droevig stemt."
„Meesteres, er was nog geen geheim in 't
bidruti. of wij spoorden het op."
„Goed. Verschaf mij spoedig stellige be
richten omtrent de nieuwelinge."
„Deze maan, meesteres, zal niet verdwij
nen of gij weet alles".
In een andere groote, behagelijk ingerichte
ruimte van het bidruti zaten meerdere oda
lisken of bijzitten gezellig bijeen. Hoezeer
ook nijd en ijverzucht de eene tot de vijan
din der andere schoone maakten, het ver
langen naar eenig nieuws bracht de ver
gramde wezens toch gedurig in elkanders
gezelschap. Het onderhoud liep gewoonlijk
over liefdesavonturen, welke het palcis van
een Babylonisch vorst meestal niet ont
beerde.
Plotseling zwegen allen, alsof een onzicht
bare macht stilte gebood. Een aardig, levens
lustfig meisje, fonkelende oogen en 'n frisch
gehaat, had liet gezelschap opgezocht. Zij
liep tot iu het midden van het vertrek, zag
hier en daar en overal rond en toen zij de
verwonderde ook wel spottende blikken
opmerkte, met welke de vrouwen haar be
groetten, sprak zij: „Ge ziet mij zeer ver
wonderd aan, dat ik heden teruggekomen
ben."
Een halfluid gelach was het eenige ant
woord.
„Het is waai*, ik had bij Bclit gezworen,
nooit meer in uw midden te verschijnen.
Maar thans kom ik niet, omdat ik daaraan
voor mij zelf behoefte gevoel, maar om u
wat nieuws te vertellen."
Van een der divans klonk een spottend
stemmetje:
„Bunanitu voelt, dat ze alleen staat en
alleenstaanden zoeken gezelschap. Zij meen
de eerst, dat de koning zich harer zou
herinneren, nu Susanka uit den weg ge
ruimd is."
„Gij zijt wel slim," antwoordde Bunanitu
scherp. „Nabunahid heeft mij nog niet
maanden lang vergeten, zooals u"
„Gij weet niet, naar ik hoor, dat een
nieuwe bloem in het bidruti ontloken is?"
„Ik weet nog meer. Gij zult vreemd op
zien, hoe goed Bunanitu omtrent de zaken
in het bidruti onderricht is."
„Zij heeft ook wel reden, om op haar
hoede te zijn. wijl zij niet in het onaange
name geval verkeeren, dat Nabunahid haar
volkomen vergeet."
„Laat ons daarover voor het oogenblik 't
Stilzwijgen bewaren! Ik ken u, spotster.
Luister liever naar hetgeen ik u meedeel."
„Ha! zullen we weer van groote verwik
kelingen hooren? Heerlijk! Dat is prettig!
't Was in den laatsten lijd 111 het bidruti
ook zoo saai, zoo eentonig, zoo vervelend!"
zei een andere odaliske. „Heeft de dochter
Sippara's Nabunahids gunst niet gevonden?
Ik vernam, dat zij zoo treurig keek. Ze moet
andere buitengewoon schoon zijn!"
„Dat is zij", antwoordde Bunanitu. „Maar
dat is niet alles, wat ik zeggen wil. Integen
deel, ik weet, dat de koning meer om haar
bezorgd is, dan om een van ons allen, Nito
kris niet uitgezonderd. Hij beval den eunu
chen haar de vertrekken en lusthoven naast
die van zijn trotsche dochter aan te wijzen
de prachtigste uit het bidruti, 011 bovendien
aan al haar verlangens te voldoen."
„Bij ons was het in den beginne evenzoo.
't Zal met haar ook wel een einde nemen."
„Ditmaal zal de nieuwelinge zelf zorgen,
dat het zoo komt. Ik he>b tenminste uit ver
trouwbare bronnen vernomen, dat zij tot
heden een jongeling, een van goeden huize
beminde en dat de liefde zeer* groot moet
zijn. En de jongeling volgde haar in zijn
verliefde eigenzinnigheid tot aan den ko
ningsburg en heeft zich waarschijnlijk in 't
hoofd gezet haar uit dit huis te ontvoeren.
Geloof mij, er zal spoedig nog meer nieuws
zijn. Tot heden dit!"
Bunanitu keerde zich om en verliet de
zaal.
Een spotachtig lachen was het antwoord
De odaliske keerde echter niet terug om tc
laten blijken, hoezeer haar zulks mishaagde.
„Of Bunanitu ook verlangt, dat die Tavat
Hasina spoedig verdwijnt!"
„Ik geloof geen woord van alles wat zij
ons verhaalde. Haar slavinnen zullen haar
weer belogen hebben. Zij babbelen maar
door en vertellen altijd zulk nieuws, dat de
meesteres gaarne hoort!"
Nitokris was stom van verbazing, toen
haar slavin reeds denzelfden avond, listig
glimlachende, voor haar verscheen.
„Goede meesteres,gij zult alios vernemen!
„Hoe, Nubta? Zoo spoedig?"
„Ja, ik had een gelukkig oogenblik. Juist
toon ik mij onder een geschikt voorwendsel
naar de groote zaal begaf, gij wilt daar
nooit een voet zetten, hoewel men daar
bijna altijd hoort wat men gaarne weet
verscheen Bunanitu en uit haar mond ver
nam ik het groote nieuws. Ik deed net, of
ik in den eenen of anderen hoek iets tc
verrichten had en luisterde intusschen met
beide ooren, naar haar woorden."
Op Nitokris' gelaat was een kwalijk be
dwongen nieuwsgierigheid te lezen. Bijna
woordelijk verhaalde Nubta de belangrijke
tijdingen van de odaliske.
„Nu, dat moet ook een dwaze jongen zijn
dut hij meent zijn geliefde uit Babylon*
muren te halen. Hij zon den weg uit liet
bidruti niet eens kunnen terugvinden!'
„Zijt gij tevreden over hetgeen ik u mede
deelde, goede meesteres?"
„Zeker. Hier, neem dezen armband tot
loon voor uw oplettendheid!"
Tavat-Hasina had inderdaad prachtige
vertrekken ter bewoning ontvangen. Om '11
kleinen tuin waren aan drie zijden hel ver
lichte kamers. Een vriendelijke hal nam do
andere zijde in. Wat Oostersche weelde !*•-
denken kon. om deze ruimten tot een lust
oord te maken, was geschied. Enkele jaren
tevoren had de koning dit nJlcs 7.00 laten
inrichten volgens de verlangens zijner voor
malige favorite Susanka.
(Wordt vervolgd.)