Handwerken VRIJDAG 19 JUNI 1931 jnderen sdie niet verwend worden Eenigen tijd geleden heeft zich een lezeres van onze rubriek ik kom op haar brief nog wel eens nader terug een beetje ge ërgerd, omdat ik hier een artikeltje had opgenomen, waarin de zorg voor de baby wel wat heel precies, uitvoerig en naar haar meening zelfs overdreven werd uiteengezet Nu had ik er vooraf ter inleiding al iets bijgeschreven, dat men wel in „gewone" gevallen niet in de gelegenheid zou zijn, het geregeld zóó precies te doen, maar dat we dit nu eens opnamen terwille van degenen die het graag heel precies willen weten, die ('tzij in dienst van an deren, of waar het eigen zwakke, ziekelijke of bijzonder vatbare kindertjes betreft) het graag zoo nauwkeurig en hygiënisch moge lijk willen- uitvoeren. Immers behoort ook als regel in een voor schrift steeds alles te worden opgenomen men kan dan iit de uitvoering al naar om standigheden of naar de practijk uitwijst, er het een of ander van laten vallen. Maar wanneer in het voorschrift zelf óver som mige onderdcelen maar wat wordt heenge- loopen of deze geheel ontbreken, dan weet men niet waaraan zich te houden. Het isintusschen een feit dat ik een massa moedertjes gekend heb en nog ken, die het baden van baby precies zoo uitv den als in het stuk werd beschreven. Ja, ik kan zeggen: ver en verreweg de meesten' Ik ken er maar weinigen die het minder deden of doen! „Dwaasheid", „onuitvoerbare raadgevingen" zijn de bewuste voorschriften dus in elk geval miet geweest. Maar, zelfs al had ik er geen soort verontschuldiging hij laten voorafgaan, dan nog is het geheel misplaatst dat iemand die het er persoon lijk niet mee eens is, dadelijk zal gaan be weren: zoo'n stuk dat mij (en m'n zuster, vriendin, tante enz.) niet past, hoort daar om niet in ons blad. Immers het is buiten-kijf, het is gansch- •/.eer, totaal en absoluut zeker, dat het mensch-onmogelijk mag heeten, om in een rubriek als deze, die voor zooveel verschil lende standen dient, alt ij d uitsluitend dingen op te nemen, die aan e 1 k van de circa dertig duizend lezeressen persoonlijk, precies zullen passen. Juist de voetjes van de „Asschepoetser" hebben vaak de bijzon derste schoentjes! Mensch, men moet er tegen kunnen, om wel eens iets te zien, dat niet precies voor ons zelf, maar voor een ander bestemd ot geschikt is. Hoe wandelen ®ulke lezeressen in deze prachtige lente dan toch wel over den weg? Kunnen zij niet genieten van mooie villatui- nen omdat die toch maar alleen voor de „menschen met tijd en met geld" zijn? en ergeren zij zich ook altijd aan de kostbare kleeding van dames die niet ve'el anders te doen (maar ook niet veel anders te genie ten!) hebben dan uitgaan? En kunnen zij niet met veel genoegen een amusante reis beschrijving lezen, omdat zij zelf nooit in het besproken land geweest zijn en de tijd en het geld niet hebben om er heen te gaan? Dan heben wij anderen gelukkig een óók voor onszelf! prettiger natuur, en dan wensch ik de dwarskijksters toe, dat zij er bij zichzelf in mogen slagen eigen levenshouding eens wat te herzien; zij zullen er op de goedkoopste en vruchtbaar ste manier een massa meer levensgeluk door vinden. Want (we hebben 'daar nog enkele maan den geleden op gewezen) di t is wel de aller eerste en zekerste voorwaarde om zich in deze wereld van ongelijkheden gelukkig te kunnen voelen, dat men leert genieten van het aanzien der goede of mooie dingen, óók als iets niet voor onszelf maar voor anderen geschikt en bedoeld is. Ik herhaal hier nog eens, wat ik re'eds Vóór het gewraakje stukje schreef: „het werd hoofdzakelijk gegeven terwille van de moeders die mij in vertrouwen geschreven hadden dat zij zoo héél voorzichtig moesten zijn met het teere leventje yan haar ziek- zwakke kindje. En dan wil ik alleen dit nog vragen aan de moeders die zich ergerden, die moes ten spotten en „m e e 1 ij d e n d lachen" o zoo'n domme redactrice omdat het baden van den zuigeling zoo punctueel be schreven werd als z ij het met haar weinige tijd niet konden doen, dan vraag ik: of zij haar oogen, die hard worden door het steeds eenzijdig staren naar den binnenkant van het eigen leven, eens willen afwenden naar een andere zijde en bedenken dat er massa's lezeressen zijn, ook onder de ge trouwden, die heelemaal geen kindjes heb ben die ze o zoo graag zouden wilen be zitten, ofde verlorenen weer terug ont vangen en dietóch in vrede verdragen, ■dat er in onze rubriek zooveel over kinder- zorg geschreven wordt, menschen die in al hun armoede, nog wel tienmaal zooveel als het voorgeschrevene zouden wilen doen, om al was 't maar voor één dag, 'een kindje yan haarzelf te mogen weten. Daarom, als deze kritische lezeressen mij schrijven van „meelijdend lachen" (om de domheid van het plaatsen van zoo'n stuk) dan zeg ik: uw lachen, uw meelijden zijn veel te goedkoop. U wéét niet niet wat mee lijden is. U weet ook niet wat een vrouw IE. N. rubriek is, niet: rubriek .voor één Intusschen om te laten zien, dat wij op onze beurt niet willen dwarsdrijvcn. en geen oogenblik van plan waren, om uitslui tend de punctueele verzorging der kinderen te bespreken, willen we hier ook eens opne men wat wc evengoed al een poos in porte feuille hadden, dat door T. D. in Opgang werd geschreven over de tè groote preciesc- righeid en 5ngstvalligheid, waarmee vele moeders haar kinderen meenen te moeten grootbrengen. Er zijn ouders, die hun kinderen nooit de deur uit laten gaan, nooit uit 'toog verlie zen, zonder ze ettelijke malen op 't hart ge drukt te hebben, toch vooral voorzichtig te zijn. In groote steden met hun vele gevaren van trams, auto's, fietsen en karren kan dit noodig, zijn, maar toch laten we ons in dit opzicht voor overdrijving hoeden! Want er zijn kinderen, die nooit ergens aan mee mogen doen, wie alles verboden wordt, niet omdat hun ouders 't hun niet gunnen, maar alleen uit angst, dat de kinderen iets over komen mocht. Er zijn ouders, die overal gevaar in zien, voor alles angstig zijn- W dit nu erg goed voor de kinderen, alleen maar minder prettig of zelfs onaangenaam, maar 'tis juist slecht voor de kinderen Als hun steeds geleerd wordt en voorgehou den, in alles gevaar en bedreiging te zien. dan worden ze bangelijk, laf. 't werkt op hun zenuwen. Ze worde)i mg voor alles wat nieuw is, voor alles wa :e niet kennen, ze durven nooit eens iets te probeeren of te doen, wat een beetje moed of durf voreischt En deze lichamelijke angst voor alle moge lijke gevaren werkt ook in op de ziel: ook in moreel opzicht zullen ze niet goed durven, zullen ze laf zijn, zullen ze 't liefst alles maar bij het oude laten. 't KHnt misschien héél hard, maar 't is voor kinderen en hun heele leven beter, dat ze een keer hun arm of been breken dan dat ze, door overdreven angst, aan niets doen, niets durven, voor alles griezelen. Natuurlijk moeten ouders er wel een beetje hun kinderen op aankijken: er zijn van die kleine durfallen, die nergens gevaar in zien en een groote voorliefde hebben voor alles wat „op 't kantje af" is. Die moeten noodzakelijk wat getemperd worden, maar er zijn ook heel verstandige kindoren, die heel goed oppassen en voorzichtig zijn on dan zijn er nog de kindertjes, die uit zich zelf al zoo heel weinig moed en durf hebben, die juist een beetje aangewakkerd moetejj, worden. Als we verstandig met de bengels praten en hun goed onder 't oog brengen, waar wer kelijk gevaar is, hun verantwoordelijkheid lecren voor hun leven en hun gezondheid, die ze niet roekeloos in de, waagschaal mo gen stellen laten we te dan niet zoo alles verbieden en voor alles waarschuwen. Laten we niet zoo altijd en altijd in angst zitten, dat de kindaren wat overkomen zal God is er immeri! En dan moeten we niet ver geten, dat fliders en vooral moeders, een soort zorg-m| tinct hebben ten opzichte van de kinderen. In den grond is dat natuurlijk heel goed, maar we mogen niet afhankelijk worden van dat instinct; we moeten 't de baas blijven, met ons verstand moeten we 't behoorlijk regelen en in toom houden en zorgen, dat 't. geen uitwassen krijgt of zich, meer dan goed en wenschelijk is, ontwik kelt. 't Zal ons zeker moeite kosten; de kinderen overal vandaan te houden waar maar gevaar kan zijn, is voor ouders veel makkelijker en rustiger, maar beter voor de kinderen is 't, wanneer we ons er overheen zetten ook al trillen we inwendig van Ik denk dat vele „hardhandige" moeders wel zullen genieten van deze „voorschrif ten" en practisoh sluit er bij aan wat een moeder die in de prairieën van Canada woont over kinderverzorging en -opvoeding schreef in een Engelsch blad. Het luidt vertaald: Als baby geboren is, wacht hem geen wiegje met kanten en strikjes: een kistje met cretonne overtrokken, waaroverheen een stuk muskietengaas ligt, om de vliegen op veiligen afstand te houden, voldoet even goed. Spoedig leert hij, dat huilen niets geeft. Een „farm"-moeder heeft geen tijd hem telkens op te nemen. Daardoor leert hij ook, zichzelf te helpen in 't leven, wat van onschatbare waarde is. Gaat moeder den tuin om aardappelen te rooien, dan wordt habv op een dekentje ook daar neer gelegd. Zijn slaapje doet hij op de veranda en daar kan hij zooveel schoppen en krui pen als hij maar lust heeft. Niemand neemt hem mee uit wandelen, daar de lucht overal frisch en gezond is. Als hij rondkruipt, ont dekt hij spoedig zelf, dat stoelen scherpe kanten hebben en door bittere ervaring leert hij het woordje „heet" kennen, daar de kachels onbeschermd in de kamer staan. Er is geen fröbelonderwijzeres, die hem door gekleurde blokjes de kleuren leert kennen: hij moet zijn moeder twee gele wortelen of vijf bruine aardappelen brengen. „Construc- tiespelen" doet hij met- stukken hout, waar door hij tegelijkertijd zijn initiatief en zijn spieren ontwikkelt. Ook schijnen de kinderen er veel spoedi ger flink te worden en zichzelf te kunnen redden, want een kind van een jaar ziet men waggelen met stukken hout, om het brandhok te vullen; een van twee jaar kan de verschillende groenten onderscheiden en «it den tuin meebrengen wat moeder vraagt. Een kind van drie jaar kan netjes de tafel afruimen en bréekt veel minder dan een uit de beschaafde wereld; een kind van vier kan afwasschen; een van vijf kan den tuin eggen, met een oud paard en een eg; een zesjarig kind kan roereieren maken, het vee drenken en weer terugleiden en den stal schoonmaken; een kind van zes voor een zieke moeder zorgen, de jongere kinderen wasschen en aankleeden en do kamer vegen. Hij kan ook den pony zade len en naar school rijden ,of het paard in 't gareel spannen voor 't rijtuigje en zach naar school laten riiden. Wij houden er ook geen kindermeisje op na. In de eerste plaats zijn ze er niet en al waren te er; onze kinderen zijn er veel te onafhankelijk voor. Onze kinderen kunnen geen Fransche kinderversjes zingen, eindigt de schrijfster haar brief, „maar er zullen nuttige mannen en vrouwen uit groeden, met verstand karakter beide". Dit laatste betwijfelen we geenszins, want behalve dat deze levenswijze de kinderen gezond, flink en sterk maak', is ze voor de ontwikkeling van geest en karakter veel en veel beter dan de overvloed en weelde waar mee vaak de kinderen uit onze cultuur landen omgeven zijn. UAPONGARNEERING Aardige halsafwerking Op bijgaande afbeeldingen zien we er weer een paar aardige voorbeelden van, hoe men soms met een kleinigheid een japon of blouse hetzij een nieuwgemaakte, hetzij een op te knappen halfsleetje aardig kan maken. Op het eerste plaatje zien wc de hals af gewerkt met een breed e hies, die met dicht op elkaar sluitende rijen stiksteken is ver sierd. Is de stof fijn, dan doet men het met de machine, is het echter grove stof, dan kan men de rijen met de hand werken als oor- en achtersteek. Dit zal ook te kiezen zijn bij sommige soorten zijde: die zich moeilijk onder de machine laten be werken. Voordat men de bies opstikt, hecht men een strik op de japon, met de knoop juist onder de punt van de bies. Het tweede voorbeeld geeft een smal kraagje dat uitloopt in twee afgeronde slippen die bij wijze van jabot onder de kraag blijven hangen. Het bijzondere is hier de manier waarop de kraagslippen door de japon heen gaan. Men maakt da.artoe eerst twee groote schuine knoopsgaten, die van boven in punt samenkomen. Daardoor gaan eerst de kraageinden. Dan komen deze weer van achter naar voren terug door een derde, iets lager en dwarsgeknipt knoopsgat, waar ze gezamenlijk doorgaan. Het kraagje knipt men als een gewone sjaalkraag en verlengt de uiteinden op de zelfde breedte. Langs de buitenranden werkt men een gewoon kruissteekje, maar dat staat heel aardig. Bij het kraagje maakt men manchetjes van hetzelfde en werk die ook af met een kruissteekrandje. Ze worden los op de mou wen gehecht. SPEELPAKJE Voor klein jongetje. Een schattig modelletje voor speelpakje vooral voor tuin of strand zien we hier. Er wordt een gewoon (maar kleurecht! dus b.v. tobralco) katoentje voor genomen met een bal- of blokpatroontje. Men boordt de randen af met biezen van effen, donkere kleur, rood of groen bijv. liefst een beetje in de tint van het motiefje van het stofje. De modellen van die pakjes zijn bijna recht en bekend genoeg, maar het aardige is hier, dat het sluit op de schoudertjes. Di; werkt veel vlugger af en is ook in he». wasschen en strijker' gemakkelijker, daar men dan achter- zoowel als voorpand recht aanéén kan knippen en naaien en nu geen splitten en minder knoopsgaten te maken heeft. Wie evenwel do voorkeur geeft aan een broekklepje, kan dat natuurlijk toch maken. In dat geval zijn de pandjes op de schouder tjes evengoed geheel vast, te hechten, om het maken van knoopsgaten uit te VOOR HET MEISJESKAMERTJE Het komt nogal eens voor we schreven er al meermalen over dat men, vooral in die holle ouderwetsche huizen -voor stu- deerende dochtertjes, die zoo heel graat- een eigen kamertje (dat er echter niet meer is) zouden willen bezitten een hoekje van den zolder kan inruimen en met vc» eende krachten daarvan een aardig, knus en besloten hokje maken. Ook onooglijke houten zolderkamertjes zijn met wat smaak en 'n beetje fantasie soms zoo keurig op te knappen. We hebben dat al meer dan eens met ver schillende plaatjes laten zien en vonden, nu onlangs nog iets aardigs, dat door som mige van onze lezeressen misschien wel weer na te volgen is. Het is namelijk daar, waar men van die ouderwetsche schuine muurkasten vindt op zolder of in bovenkamers, dat men van zoo'n kast nog oen heel aardig zitje kan maken. Zijn ze met schuin maar recht, dan gaat het natuurlijk evengoed, of juist nog heter. Daarom bespreken wij nu het eerste geval maar. Men begint met het wegnemen van den voorwand. Meestal zal dit niet alleen de deur maar ook nog enkele planken al of niet behangen beteekenen. Soms ook en dat is meestal op zolders het geval, hebben die kasten geen deuren maar is men ge woon ze met een gordijn te sluiten of open te laten. Dan is de zaak nog gemakkelijker. De kast is dus geheel open gekomen. Nu gaat men de binnenkanten behangen of hecht er met punaises of met kopspijkertjes een aardig stofje op, batik bijv. of een kleurige landhuisstreep. Men kan voor de beneden- en bovendeelen verschillend ge bruiken, of ook het laatste» als het hout is, in kleuren beitsen. Heeft de kast nu een verhoogde vloei zoodat men er gemakkelijk op zitten kan, clan gaat het ook verder gauw, en ander» kan men er een dikke stevige plank in la ten timmeren hij wijze van bank of en dat is op het plaatje te zien men plaatst er een koffer in. waarop men zitten kan. De zitplaats wordt bedekt met een kussen op maat een matras is het dus meer wat men overtrokken heeft met dezelfde stof, waai- mee van onderen de muren bekleed (hier een landhuisstreep). Nog een fantasiekussen erbij, verhoogt de gezelligheid zeer. In de ruimte naast den koffer die ouderwetsche kasten zijn ge woonlijk zeer breed kan men dan, als men niet toevallig een klein, laag. goedkoop kastje over heeft ,een stel planken la ten timmeren die een idee geven van boe kenkastje. Voor dit laatste kan men soms aardig wat bereiken door wat eendere lang werpige kisten die men vooraf schaaft en beitst, of anders beplakt of bekleedt op elkaar te plaatsen. Met een „lief" vaasje, wat fijne plaatji en „schattige" kiekjes, kan men verder het hoekje tot een echt heerlijk knus e i bezit maken, voor een meisje dat er schik in heeft en zelf wat meewerken wil. MEISJESSCHORT Hoewel we reeds meermalen verklaarden, dat we hier als regel niet konden voldoen aan verzoeken om knippatronen voor ge naaide kleeding, is toch het model voer een meisjesschortje (schoolleeftijd of even daarboven) zoo eenvoudig, dat we dit wel even kunnen uitteekenen. We geven er maten bij op, om eenig idee van verhouding te laten zien, maar men kan veel beter aan het kind even de lijf- en roklengte tmeten, alsook de taille- of heup wijdte, oni dan, naar de teekening het pa troon uit de hand te knippen, desnoods eerst uit krantenpapier, als men niet zeker van zichzelf is. Men ziet wel: het rokje is gewoon een rechthoek die ruim aangezet wordt, en het lijfje is bijna rechthoekig, wordt alleen van onder naar de zijnaden toe iets afgerond, de zijnaden zelf, wat uitgehold de schouders schuint men af en de halsopening rondt men uit, zooals dat bij alle, ook de meer ouderwetsche schorten gebeurt. In verband met de verhoogde taillelijn, worden de lijfjes wel wat korter geknipt dan een jaar geleden. Ook op ons patroontje liet ik dat uitkomen. Aardig is nu, om het lijfje van een fanta siestofje tobralco bijv. te nemen of een indan- thren geverfd katoentje en dan effen voor het rokje, dat men langs den onderrand nog kan afboorden met een bies van het bo venste. Maar dat zou ik niemand aanraden, nu de rokken neiging vertoonen steeds langer te worden en in elk geval: kinderen groei en! Beter dus, een tamelijke zoom onder aan te maken en een reepje bovenstof over te houden, om, zoonoodig later nog een a-es aan te zetten. Is men bang voor ver schieten, dan kan men dat stuk als hand, (dus dubbelgevouwen) om het schort laten dragen. CORRESPONDENTIE Gevraagd werd: Of er niets aan te doen is, dat kousen in het dragen, maar voor al ook in de wasch zooveel lichter wor den, dat je er niet meer met goed fatsoen mee loopen kunt. Ja verschieten, dat doen kousen. Daar om worden ze vaak later weer eens ge kleurd. Er is tegenwoordig ook overal een koud-waterverf te verkrijgen, die ook wel goed schijnt te voldoen. In elk geval kan men het eerst met een enkel paar probee- ren. aan een paar te lichte kousen is toch niet veel te verliezen. Beige kousen kleurt men vaak wat hij met thee. Natuurlijk verschiet dat ook maar dan doet men het bij een volgende wasch maar weer. De thee kookt men gewoon een poosje en gebruikt het gezeefde aftreksel. Natuurlijk kan men .cok overgebleven thee gebruik-n, als men maar zorgt, dat ze niet te veel afgeschon- ken, te licht is. Maar dan kan er altijd wel weer een beetje bij. Men kan ook kleu ren met oker of met saffraan, maar die moeten in een lapje afgetrokken worden. GeVraagd werd: naar het w&schan van peau de Peche kleedingsstukken, o.a. re genjassen. Dit gaat gewoon in zeep, zooals fluweel of wol. Sommige menschen strij ken peau de pêche precies als fufweel, dus niet het ijzer op de stof persen (dat vol strekt nooit!), maar het heete ijzer omge keerd neerzetten tusschen steunsels (of vasthouden, maar dan zijn er altijd twee menschen voor noodig) en dan de stof er met de averechtsohe kant langs heentrek ken. Anderen hangen gewasschen peau de peche, zonder eenige drukking of wringing ook niet knijpen kletsnat uit en laten het na telkens even verhangen goed uitlekken en drogen. Als het droog is, wordt het dan Gink geborsteld, waarbij men vooral zorgt met de vleug mee te bor stelen. Ieder probeere wat persoonlijk het best bevalt. Men kan eerst de gemakkelijk ste manier nemen en als het resultaat niet meevalt altijd nog vochtig maken en strij ken, al zal dit bij mouwen vreeselijk lastig gaan. Gevraagd werd verder van drie zijden te gelijk (in deze regenmaand!) naar het wa terdicht maken van gevaarlijke regenjas sen. Het recept kan ik op 't oogenblik niet terugvinden, maar komt volgende week wel De lezeres die vroeg, wat zij met haar onbruikbare witlijden kousen kan doen, zou ook het kleuren met thee (of koffie ook dat doet men veel) eens kunnen pro- beeren. Ik weet wel niet of men met er ook ver genoeg mee komt, maar er is al thans niets mee verloren! is later weer uit te wasschen! HUISHOUDING EN KEUKEN RECEPTEN KAASBROODJES. bele broodje bakken in de pan. Warm opdienen. RAGOUTBROODJES. na gebruikt als CRccept bekend). sneedjes brood worden netjes In esneden, even gebakken en daar- ils garneering van een schotel. WENTELTEEFJES. ANSJOVIS BROOD J ES. Sneedies brood worden gebakken of geroos- erd. Hierop legt men een paar plakjes ei en ieroyerheen twee schoongemaakte ansjovis- elften. Men kan ook een papje maken van flingehaktc ansjo- BROODSCHOTELTJE appelen._ Bereid appelmoes en doe die laag uit brood6 bestaat.' leg er klont. «needies brood, die besmeerd zijn Zorg dat de bo*- ■--- boter op. Plaats 't ia di DE WILGEN Daar ware' eens zeven wilgen ln cene bo«>rcn\\*i. Die droegen groote pruiken op Hun ouden harden houten kop Er: stonden op een rij. En hunne pruik met haren Die kwam nooit tot bedaren Zij knikten al maar: „ja en neen", Wat dat beduidde wist er g?cn Toen kwamen er heel veel vogeltjes Die bouwden daar hun nest. Die woonden allen paar aan paar En leefden leutig met elkaar En vonden 't opperbest. En ieder zong een liedje Van wiede-wiede-wiedje Maar al de wilgen riepen: „Och, Wat schreeuwen daar die vogels toch." BROODSCHOTELTJE Week het brood in melk en wrijf h. Voeg er eidooiers bU, suiker cn kren rozijnen of fijngehakte amandelen. KI eiwit stijf- Meng het er door en doe de in een vuurvast schoteltje en plaats *t BROODPUDDING. SCHILDPADSOEP. Een schildpadsoep die eigenlijk maar namaak is. maar toch lekker, geeft het volgende recept: Een kalfspoof t gedurende 2 uur ter. wat zout, een paar peperkorrels en kruid nagelen en een paar laurierbladen. Een paar uitjes worden donkerbruin gefruit met 50 gram boter en 60 gram bloem. daar wordt bijgevoegd 50 gr. fijngesneden gekookte ham en de gezeefde bouillon. De soep wordt nu, al roerende nog even doorgekookt, en afge maakt met wat witte peper, een paar eidooiers an een goed glas vol roode wijn. Het vleesch blijft >1 dobbelsteentjes in de soep. HOP J ESPUDDING. Neem *4 L. melk. 3 eierdooiers. 6 blaadjes ge latine. een half stokje vanille, een ons suiker, en een lepel rum. Kook de melk met de va nille. klop de eierloolers met de helft vnn d» suiker en giet de kokende melk daarop. Laat de rest van ie suiker ln een geëmailleerde pan op het vuur bruin worden, voeg deze bö de vla en doe al roerend eerst de ln kokend water op geloste gelatine daarbU en vervolgens de rum. Dan wordt de vanille uit de vla genomen en als de pudding stijf begint te worden, doet me» BLIKSEMKOEK. gevoegd bU drie geklopte eieren. Dit wordt even au bain Marie geplaatst en Termengd met 125 gram boter en 125 gram suiker. Het deeg wordt In een breed stuk uitgelegd op een be boterde plaat. In 5 a 10 minuten lichtbruin ge bakken en nog heet zijnde in stukken gesneden. RIJST MET PREI. Rijst met prei is een zeer smakelijk gerecht! Kook de prea (dikke), op gewone manier ln stuk jes gesneden, gaar. schep ze dan met de schuim spaan op het vergiet om uit te lekken. Kook d« nood!ge hoeveelheid rijst (beste kwaliteit) goed gaar en droog. Doe alles door elkaar in een diepe schaal (die op tafel gebracht kan wor den) en giet er tegen het opdoen een warme eiersaus (met heel weinig azijn of citroensap) over Oudbakken brood zonder korst is ook beet, maar rijst is gemakkelijker en smakelijker. SCHUIMPJES. 4 eiwitten. 250 gr. suiker. Het eiwit zéér atljf kloppen, de suiker er door mengen: dan zet men de kom ln een psn met kokend water op het vuur en blijft door kloppen, tot het In stevige punten aan den eier klopper blijft hangen. Leg met een niet te grooten lepel precies ge lijke atapeJtjea van de massa op een met ge boterd papier bedekt bakblik, zet dit in een lauwen oven en laat de schuimpjes daarin bros worden, sonder dat hun kleur verandert door te groote warmte (pl.m. één uur). TOMATENSCHOTELTJE, Op een mooi slablad wordt een groot plak to maat gelegd, daarop een plakje zoete kaas en daarop een halve sure augurk met twee rozij nen en ln het midden een halve okkernoot Plekken rijpe tomaat worden op een schaal geschikt »n overgoten met mayonnaise, die ver mengd Is met geraspte Gruyére-kaas en fijn gehakte peterselie. TOMATBNMANDJES. De stevige tomaten met kokend water over gieten en de sohit er voorxiohtlg aftrekken. Van den vleezigen kant nu zooveel wegsnijden met een puntig mesje, dat er een mandje met hengsel overblijft. D» zaadjes er uitnemen, zout to de zo- lablaadjes schikken en ook deze hier ndjes oolt vullet Niet te groote tomaten worden door vijf of zes diepe insnijdingen van boven schuins naar onder zoo gesneden, dat de vrucht als een bloetn open valt Eike tomaat wordt op een slablad geplaatst, gevuld met slagroom, waarop men een paar druppels citroensap laat loopen en om geven door schijfjes komkommer. PRACTISCHE WENKEN OVERGEKOOKTE MELK op kachel, fornuis of gasstel gemorst, neme men op met een doek. nat van zeepsop. Dat neemt meteen de vlekken weg. VETTE FORNUIZEN i flanellen lap gesmeerd. KACHELGLANS. nieuw busje of pakje kachelglans, dat «verdoet In een grooter potje en aanmengt rat terpentijn en azijn, kan dan wel dne- zoo lang «nee. en het poeuwerk zal er dan verliezen. Het geeft prachtige glans. VACHTEN WASSCHEN, Witte schapenvachten, zooals se soms worden gebruikt als dok over wieg of kinderwagen of als kleedje voor het bed, zijn heusch niet altljc echte sohapevelletjes. Heeft men zoo'n namaak-schapenvacht, dia 'Uil of smoezelig |s geworden, dan kan men dit iet zijn molton voerlnkje en als de vacht écht la Dan mag men er n:ei met water aan komen, omdat 4- huld daardoor hsrd en stug zou worden. In dal ven met*w*?vne te wrij bensine (voorzichtig!) of tStra/"™1 *and' met BONT (pelswerk) en VILT zijn moeilijk te reinigen stoffen. Toch komen of* meel dat' dC>0r te wr,Jv*n m,,t gemaakt. N*a de behandeling**het* bon: goed uitkloppen en het vilt uitborstelen. DAMES MAAKT UW KLEEDING ZELF KNIPPATRONEN NAAR MAAT VOOR DAMES- en KINDER-KLEEDING Eenigste adres hier ter stede: PATRON EN HU IS „FEMINA" - LEIDEN VISCHMARKT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3