J~[et Communisme in de Practijk OVERTOLLIG HAAR! aag VRIJDAG 12 JUNI 1931 DERDE BLAD PAG. 9 (Nadruk verboden) Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen DE SOWJET-VERTEGENWOORDIGER VEROORDEELD DOOR DE LONDENSCHE RECHTER In een civiele procedure van de houtfirma Hillas tegen de Arkes, de sowjet-handels- vertegenwoordiging te Londen, is de eerste in net gelijk gesteld. Nader zal worden be slist door den rechter, hoe groot de schade vergoeding is, die Arkes aan de firma Hillas heeft te betalen. Het officieele telegraaf- agentschap is natuurlijk niet te spreken over deze beslissing en wijt haar aan de vijandige stemming van den rechter tegen de sow jet-unie. Men moet toch over een groote hoeveelheid onbeschaamdheid be schikken, om nu de jongste processen in Moskou, waarbij de comedie, die in de sow jet-unie rechtspraak heet, voor de geheele wereld zoo duidelijk is geworden, dat men in de roode hoofdstad van verder voorge nomen soortgelijke vertooningen heeft af gezien, nog verwijten tot rechters in andere landen durft te richten over onpartijdigheid De zaak is trouwens zeer eenvoudig; de Arkes had met de firma Hillas een contract gesloten, omdat het Engelsche houtsyndi- caat niet naar haar pijpen wilde dansen. Later kwam men tot overeenstemming met 't syndicaat en annuleerde de overeenkomst met Hillas, op grond van allerlei chicanes De Engelsche rechter heeft natuurlijk be slist, dat een eenmaal gesloten overeen komst niet eenzijdig geannuleerd mag worden Wij zijn echter op deze zaak ingegaan om nog een andere reden. Het contract met de firma Iiillas, dat nu in het geding is ge bracht, bewijst, dat de sowjets als verkoo- pers gebruik maken van allerlei minder waardige practijlcen, zooals die worden toegepast door firma's van minder allooi, waaraan echter bona fide zakenmenschen zich niet bezondigen. Zooals zij in hun eigen land een stelsel van „oedarniki" heb ben ingevoerd, aanjagers en verklikkers, die voor hun diensten extra beloond worden zoo trachten zij contracten te sluiten met buitenlandsche firma's, waarbij de provisie toeneemt met den omzet en waarbij voor volgende jaren nog grootere voordeelen toe gezegd worden, indien een zekere omzet wordt bereikt. Het is een zuiver dumping contract, berekend op hoeveelheid, op uit voer van een zoo groot mogelijke massa, terwijl de sowjetvertegenwoordiging bereid is de prijzen steeds lager te laten vallen. Waar de sow jet-regeering haar politiek van dumping steeds ontkent, is het goed dit contract, dat voor den Londenschen rechter als officieel document is overlegd, in ge dachten te houden. BUITENLANDERS GEVRAAGD Reuter seint uit New York, dat de presi dent van de handelsvertegenwoordiging der sowjets aldaar, welke organisatie afgekort Amtorg heet, heeft medegedeeld, dat zijn regeering in den loop van dit jaar 137.000 buitenlanders denkt uit te noodigen. In den aanvang van dit jaar schatte men het aan tal buitenlanders, dat noodig was, op 1015 duizend, thans is het reeds bijna tienmaal zoo hoog geworden. De moeilijkheden in de industrie zijn blijkbaar veel ernstiger dan men had voorzien. Of deze mededeeling op waarheid berust dan wel een propagandamiddel is der sow jets om een gunstige stemming in de Ver- eenigde Staten te kweeken kan men tevoren niet weten. Een aantal buitenlanders als boven genoemd zou hooge eischen stellen aan de organen voor levensmiddelenvoor ziening in d'c sowjet-unie, daar de buiten landers in afzonderlijke coöperatieve win kels worden bediend, waar gezorgd wordt voor veel meer voorraad dan in de gewone volkswinkels. Intusschen heeft de propaganda van Am torg tot nu toe niet veel succes gehad. De kamer van koophandel te New York heeft in haar jongste vergadering met nagenoeg algemeene stemmen besloten niet deel te nemen aan de voorgenomen reis van Ame- rikaansche industrieelen naar Rusland, waarvoor kolonel Cooper, de adviseur der sowjet-regeering bij den bouw van Dnje- prestroi, een krachtige actie voert. DE GELDHONGER Het voortdurende tekort in de staatskas heeft het. aanzijn gegeven aan weer eenige nieuwe belastingen in de sowjet-unie. De vermakelijkheidsbelasting is belangrijk ver hoogd. waarbij de klassieke voorstellingen en concerten, circussen en dergelijke, waar heen de groote massa trekt, met 40 pCt. Voor wedrennen met totalisator, is de ver makelijkheidsbelasting op 75 pCt. van den entreeprijs gesteld. Op bioscoopvoorstellin gen, waarbij reeds verschillende locale be lastingen werden geheven, is nogmaals 33 negende van den prijs plus alle bestaande belastingen gelegd ten behoeve van de staatskas. Voorts is er een belasting ingevoerd voor hen, die 's zomers in een buitenverblijf wonen buiten Moskou. Degenen, die minder dan 100 roebel per maand verdienen zijn vrijgesteld van die belasting; een nobel ge baar. Alsof iemand met zulk een minimaal inkomen zich de weelde van het buiten wonen, ook in de sowjet-unie, kan veroor loven! De overigen betalen van 1 tot 20 roebel per seizoen. Naast al deze nieuwe belastingen zal er weer een leening van eenige honderden millioenen worden uitgeschreven; wat be treft „vrijwillige" leeningen wordt inder daad het programma voor ver over de 100 vervuld. BINNENLAND. MOBILISATIE-INVALIDEN EEN STILLE BETOOGING IN DEN HAAG. Het Bestuur van den Bond van Mobilisatie Invaliden en van hun Nabestaanden te Drachten, overweegit, op een nog nader te bepalen dag, het houden van een groot bui tengewoon congres in Den Haag. Dit, in ver band met de behandeling van het door de Regeering bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp ten behoeve van de Mobilisatie Slachtoffers. Het ligt in de bedoeling hieraan een groote stille sitraat betooging te verbinden, waarbij een delegatie van invaliden en we duwen en weezen en andere nabestaanden, aan H. M. de Koningin, de Minister-Presi dent en de Voorzitter der Tweede Kamer een smeekschrift zal aanbieden waarin om rechtdoening wordt gevraagd. Van alle kanten en uit alle deelen van het land zijn reeds tal van enthousiaste in- stemmings-betuigingen binnen gekomen. Het Bestuur verwacht, dat pl.m. 2000 leden van den Bond, zoowel mannen als vrouwen aan het congres en de betooging zullen deelnemen. Er zijn momenteel nog eenige moeilijkhe- DE SPAANSCHE POTTENVERKOOPER 1&7X ln verschillende plaatsen van ons land is hij reeds gezien: de Spaanschepottenverkooper. Hun ezeltjes zijn beladen met potjes en bakjes en schaaltjes en dergelijke snuisterijen meer. De koopman kent natuurlijk de Hollandsche taal evenmin als z'n gehoor Spaansch verstaat. Daarom wordt onderhandeld in de internationale taal van 't gebaar. Zoo ziel men op bovenstaande schets hoe de Spanjaard aantoont, dat de grootere potten 2. moeten kosten. den, die nog overwonnen moeten' worden, vooral voor de deelnemers, die slecht ter been zijn en niet de beschikking over een invalidenrijwiel of wandelwagen hebben, r het Bestuur denkt hieraan tegemoet te -kunnen komen door het afhuren van een aantal auto-cars. Aan het Gemeentebestuur van den Haag is reeds vergunning gevraagd. Kerknieuws. haar contact met de groote massa verliest, moet tegen elk standsverschil gewaakt wor den. Er is z.i. geen onderlinge liefde meer. Met het groot aantal armen en maatschap pelijk zwakken moet gerekend worden. Wan neer uit het zitten in de kerk de verbroede ring spreekt, zal dat ook de afgedwaalcjun weer trekken. KERKORGELS Te Haarlem is de levering van de electrische windinstallalie voor het orgel in de Chr. Geref. Kerk opgedragen aan de N.V Standaart's Orgelfabrieken te Schiedam. DE RAAD VAN KERKEN IN AMERIKA. „JACHIN" Principiëele critiek. Te Rotterdam, in de N. Westerkerk, Van verschillende zijde komt er in Amerika «ordt. gelijk reeds gemeld is Woensdag 15 bij de aangesloten Kerken ernstige critiek op _a.s._de oiste Jaarvergadering van de de handelingen van de Federale Raad Kerken. Niet alleen uit de kringen der Geref. Kerk, maar thans ook van de zijde der Pres- bvteriaansche Iverk. Het betreft vooral de houding, door genoemde Raad aangenomen inzake huwelijk en geboortebeperking. Een der kerkeraden van de Presbvteriaansche Kerk heeft een voorstel gezonden naar de Generale Synode, die deze week te Pittsburgh vergadert, waarin hij van een rapport van een Commissie van genoemde Raad over de huwelijksverhouding uitspreekt, dat het een huwelijksbeschouwing voorstaat die onschrif tuurlijk is en ingaat tegen het duidelijke onderwijs van Christus en van Zijn Kerk, waarom die Kerkeraad de Generale Synode voorstelt om bedoelde opvattingen te verwer pen en een verklaring te publiceeren, dat men trouw wil blijven aan het onderwijs van Jezus Christus, dat het de plicht is van Christen mannen en -vrouwen, om in den heiligen hu welijken staat te leven in Christelijke rein heid en zelfbeheersching, tegelijk afwijzend de leeringen van hen die de Kerk door weveldsche wijsheid zouden willen verleiden de eenvoudige leer van Christus te verlaten. DE KERK SLECHTS AANHANGSEL? Eenigen tijd geleden berichtten we, dat er een commissie was gevormd, om voor het dia- konale ziekenhuis voor geesteslijders te Amers foort (Zon en Schild) een bedrag van f 50.000 in te zamelen om aan de directie van dat zie kenhuis aan te "bieden, teneinde daarvoor een eigen kapel te bouwen. Naar aanleiding van dit bericht wordt in het „/Maandblad van de Vereeniging van Kerkvoog dijen in de Ned. Herv. Kerk" de volgende op merking gemaakt: „Hoezeer wij ons verheugen in de oprichting van bovenvermeld ziekenhuis en hoezeer wij gaarne hopen, dat deze 50 mille spoedig bijeen komt, zouden wij in overweging willen geven het een volgende maal anders te doen. By een kerkelijk-diakonale inrichting hoort een eigen kerk of kapel even elementair als b.v. de cen trale verwarming. De aanleg van deze laatste wordt uit de exploitatie bestreden. Waarom moet die kapel van buiten af betaald worden? Die kapel is niet een bybehoorend ding, maar een elementair bestanddeel van de heele in richting". KERKGEBOUWEN Te Alpheu (N. B.) was Zondag j.l. naar men ons meldt, een buitengewone drukte te aanschouwen. Vele Protestanten uit Chaam, Baerle-Nassau, Tilburg, Prin- cenhage en Ginneken kwamen er uit beide laatstgenoemde dorpen een lange rij van 70 fietsers, een autobus en een aan tal luxe auto's om de ingebruikneming an de gerestaureerde. Herv. kerk bij te, wo nen, waar Ds. J. C. Fontein, van Chaam, waar onder Alphen ressorteert, in de prediking voorging. Het dorp Alpen telt slechts 10 (zegge: tien) Prötestantsche inwoners. Vi ger heeft men hier eeuwenlang een eigeu predikant gehad. Er zullen nu geregeld weer godsdienstoefeningen daar gehouden worden. Te Suawoude (Fr.) krijgt de Geref. Kerk een nieuw orgel. De levering is op gedragen aan de firma H. W. Flentrop te Zaandam. ZITPLAATSENREGELING. Uit Spijk (Gr.) ontvangen we van den heer S. Meindersma nog een schrijven, waar in hij pleit voor de „vrije kerk", waarvoor z.i. in den Bijbel wel grond te vinden is, doch niet voor familiebanken en wat daar uit voortvloeit. Hij wil een half uur vóór eiken dienst de kerkdeuren wijd open zetten en alle plaatsen (behalve voor gebrekkigen en ouden van dagen) vrij geven aan wie maar komen wil. Waar de Kerk almeer Geref. Zondagsschoolvereeniging „Jachin" gehouden. Nadat den dag te voren een bestuursver gadering is gehouden, heeft dien avond nog een bidstond plaats, waarbij Ds. J. L. Schou ten, van AmsterdV.i, zal voorgaan, en een begroetingssamenkomst. De Jaarvergadering wordt geopend met een toespraak van den Voorzitter, Prof. Dr. F. W. Grosheide, van Amsterdam. Verschil lende huishoudelijke zaken zullen worden afgedaan. De secretaris, de heer A. Boot, van Groningen, houdt een inleiding over: „Jachin's historie van 18711931". Prof. L. Lindeboom, van Kampen, eere-voorzitter, hoopt in de middagvergadering een toe spraak te houden. Van Ds. J. Douma, van Arnhem, staaf op het programma een refe raat over: „De Kerstfeestviering onzer Gerei*. Zondagsscholen." Van Kampen is er nog een voorstel: Het Bestuur geve ons een Rooster van geregeld op elkaar volgende onderwer pen voor de vertelling; liefst elk half jaar bij toerbeurt Oud- en Nieuw Testament". ZENDING ONDER DE JODEN De Ned. Vereeniging voor Israël heeft in de plaats van het verkochte gebouw „Sal- vatori" thans aangekocht een perceel aan de Andrieskade, tegenover het Weesper- poortstation, te Amsterdam, om dit als „Zen dingshuis" voor haar arbeid te bestemmen. Een deel van dit perceel zal als woonhuis voor den zendeling K. II. Kammeyer wor den ingericht. Schoolnieuws. OPENBARE SCHOOL EN VOLKSLIED Uit Amsterdam schrijft men ons: Wij lezen in het soc.-dem. dagblad „Het Volk": „Gistermorgen heeft een 12-jarige leerling van de 5e klasse der President Krugerschool in de Laings Nekstraat bij de zangles ba- Ewaar gemaakt om mee tè doen, toen de klasse-onderwijzeres de leerlingen na ande re liederen ook het Wilhelmus wilde laten zingen. Toen den jongen, die lid is van de A.J.C., naar zijn bezwaren werd gevraagd, deelde hij die mede, waarna de onderwijze res hem bij wijze van strafmaatregel op droeg, het Wilhelmus alleen te zingen. Ook dit weigerde de jongen. Daarop is hij naar het hoofd der school gezonden, die den knaap, in overleg met de betrokken onder wijzeres, voor drie dagen van school stuur de. „De ouders van c|en jongen hebben zich over deze zaak eerst telefonisch en daarna schriftelijk bij den wethoudeer voor het on derwijs beklaagd. „Naar wij vernemen, heeft de wethouder .-iVyieze Ier onderzoek in handen gesteld van den inspecteur van onderwijs, den heer C. P. Vrijburg, die heden een onderzoek bij beide partijen zou installen en den wet houder van zijn bevindingen rapport zal uitbrengen." Ja 'tis wel gek, dat men op „de School waaraan de natie gehecht is", ook soms nog wel eens het „Wilhelmus" zingt. Het is wel onbetwist ons Nederlandsche volkslied, maar het is niet het „Volks"-lied, en even min het lied van de jonge garde van het proletariaat. De zaak is bij den Inspecteur en bij een Wethouder in onderzoek. Intusschen is „Het Volk" reeds geheel klaar en behoeft niet te wachten op het Sa- lomo's oordeel van partijgenoot Polak. Het schrijft alvast boven het berichtje „Onver standige straf van de onderwijzeres". Wie zei ook weer, dat men, om geen enkele ge zindheid te kwetsen, nog maar het best de Openbare School sluiten kon? DAMES! vooral lezen Zenuwen! Zenuwen! Wegens het Overtollig Haar geen Zenuwen noodig, wij verwijde ren Uw Overtollig Haar waar het zich ook bevindt, met garantie van nooit meer terugkomen, en met het verdwijnen van Uw Overtollig Haar verdwijnen ook nw Zenuwen. Weg met Scheermes, Zalfjes en poeder, onze ontharing is bereik baar voor iedere bears. Ook verwijderen wij puisten, wratten, litteekens, rimpels, verslapte aangezichtsspieren, enz. Vele referentiën van behandelde dames en H.H. Doctoren. Telefoon 331841 Catalogus No. 36 gratis en franco. Academie Scientifique de Beauto/^- 156, Laan van Meerdervoort 156, Den Haag f/i Directrice: Mevr. Lonise C. Gimber, GedipL Schoonheidsspecialiste Onze beroemde Schoonheidsmiddelen „Linda" worden gekocht door onze groote Operette- en Tooneelsterrer o.a. Mimi Geynes enz. wat Wils. 1 EEN DIEF VAN PROFESSIE TE ZEIST GEKNIPT Vam „Trajectinus" ontvingen we dit interessant stukje. „Ze hebben hem! ze hebben hem!" ging in 't begin van Febr. 1749 als een loopend vuurtje door het andere zoo vredige Zeist de tij-diiing, die ieder met zekere voldoe ning vernam. „De Jonge Hond" is gevan gen!" Nu, 't was ook een heele opluchting, dat radio-nieuws uit dde dagen. Ei* was een dief gevangen, die heel wat op zijn kerf stok had staan en een verren omtrek ver ontrustte. Laten we samen zijn „sententie" eens doorkijken, dan kunt u zelf zien, welk een gevaarlijk persoon geknipt was en ook dat in dien goeden ouden tijd een dief heel wat kon uitvoeren, eer hij in de val Gernit Wililemse had al van jongsaf „in het vak" gewerkt. Toen hij pas 11 jaar \va6 in 1740. had „zeker persoon" zich met hem geassocieerd en samen waren ze het bree- de pad opgegaan. Maar onze Geruit was al spoedig gevangen in Gelderland en door het Hof van Gelderland voor den tijd van zes jaar tot het tuchthuis te Arnhem veroordeeld, en daarna levenslang uit die provincie verbannen. (Hij was in Ermelo geboren). Maar onze thans achttienjarige Gerrit, „alias de jonge Hond", was niet gauw uit het veld geslagen; in plaats van in balling schap te gaan, was hij in Gelderland ge bleven, maar weid spoedig weer gearres teerd. Evenwel, men behandelde hem om zijn jonge jaren met clementie, want hij werd weldra weer ontslagen, mits hij nu inderdaad de provincie zou verlaten. Dat deed hij ook „eerlijk als een dief": hij gunde thans aan de protviinoie Utrecht de eer van zijn domicilie. En al spoedig „hield hij communicatie met eenige fameu- se dieven en vagebonden." En nu begon het lieve leventje! Reed6 in de lente van 1747 bracht hij zijn hoog bezoek aan de buurtschap „de Birkt" bij Soest, waar hij uit de weide van den „Ze- gei* Boer" twee schapen meenam, die hij aan een touw „koppelde". Ziet u, hij hield van gezelschap, want niet waar: „goed ge zelschap maakt korte mijlen." Zoo trok hij met zijn twee blatende mede reizigers een goede buit voor hem! op Utrecht af. „Het ging over de Biltze Steenstnaet" heen „tot over de Gildbrug" te Utrecht bij zekeren Wóilem Potih, vvien hij zijn wiitgewolde kudde voor 12 gld. aan bood. Maar onze Willem kreeg „suspicie, dat hij dezelve gestolen had," en liet hem dat ook merken. Onze „Jonge Hond" voel de zich niet erg op zijn gemak en ging er vandoor, zijn blatende mede-reizigers ge woon maar achterlatende. Hij trok nu zonder gezelschap naa.r Core van Smorenburg, den waard in het Paronenhui6 onder Utrecht, en tot damk betaalde hij den waard door hem een bonte da6 te ontstelen, dde hij nog langen tijd als een zege-teeken gedragen heeft Nu hij zich in de stad niet meer veilig voelde,, zocht hij een ander arbeidsveld uit en wat een brutaliteit! zoowaar weer in 't hem verboden Geldereche, n.l 't stadje Nijkerk. In de buurt hiervan, op Sliohten- horst, was het in den maaltijd der rogge, en hij nam daar zonder vragen, van een maaiveld drie zeisen mee, die de maaiers tijdens hun schafttijd maar zoolang had den laten staan, natuurlijk gemakshalve. Dit gereedschap bood hij onderweg op de „Blomheuvel" aan Jan van Smorenburg te koop aan; maar Jan vertrouwde het zaakje niiet en dus wilde dde Jantje Secuur er niet6 van weten. Zoo trok onze „Jonge Hond" met zijn zeisen verder en verkocht ze later onder Soest aan zekeren Ruth Klaes6en. In 't voorjaar van 1748 heeft hij een ven nootschap opgericht; hij had zich toen n.l. aangesloten bij een ander heer, die het met het mijn en ddjn evenmin nauw nam. Sa men trokken zij er nu op uit „één alleen HUISWERK EN ECONOMIE! In de „Haagsche Post" geeft een inzender de volgende korte historie weer. „De leeraar in de Nederlandsche Taal en Letterkunde aan een der Middelbare Han delsscholen geeft zyn leerlingen een paar onderwerpen voor opstellen op, waaronder ook: „Huiswerk". Een jongen van 16 jaar behandelt dit onderwerp als volgt: Eén van de grootste bezwaren, die ik tegen de school heb, is, dat we huiswerk moeten maken. We leeren op school om later ons brcod te kunnen verdienen; om er kaas op te% kunnen krygen, moeten we huiswerk maken. Dan worden we knapper. Maar daar de menschen zooveel knapper zijn geworden, is op allerlei gebied de techniek verbeterd, is de productie opgevoerd tot een zoo hoog peil, dat we van overproductie kunnen spre ken. Die overproductie heeft de malaise ver oorzaakt, die duizenden menschen werkloos r.eeft gemaakt en de heele maatschappij ontwricht. Het huiswerk is dus de oorzaak van heel veel narigheid en ellende en het is te hopen, dat de leeraren van enze school dat gaan inzien en er hun conclusies uit trekken. Dan komen wy van dat nare huiswerk af en ie maar verdrietig!" en zwierven bij Amersfoort rond. Daar, tuesohen de 6tad en Nijkerk sloegen zij hun slag: zij namen van een boer mee: „een hembd en een paar koussen, mitsgaders het brood uit den oven" (Zoo'n oven staat achter in den tuin, niet tn huis). Het brood hebben ze zeker zelf verorberd, want alleen het hemd en de kousen verkochten ze aan een liefhebber voor 26 stuivers, die ze gelijkelijk verdeel- Nu werd blijkbaar de vennootschap ont bonden; onze Gerrit trok weer naar de stad Utrecht en zocht daar „niet verre ven de Weerdpoort" een slaapstee op. Of hij be taalde, weet ik niet, maar wel, dat hij van den waard een borstrok en een paar schoe nen meenam dde hij verkocht aan een uit draagster op het Vreeburg voor twaalf stuiveis. Op 11 Januari 1749 „werkte" hij in een weiland buiten Utrecht, „omtrent den Bies bosch"; daar nam hij een „oud droezig paard" mee en verkocht dien reismakker 's middags te twaalf uur aan den ril der Johannes Smitzer, dde buiten de Tolsteeg- poort woonde. Hij kreeg er voor: één gul den en een half pintje jenever, „hem be lovende nóg een paard te zullen brengen." Onze „Jonge Hond" bleek*een man van zijn woord te zijn. Het duurde wel een week, maar tov.i kwaim hij op 18 Jan. des ayo-nds tusedhen 8 en half negen bij den vilder aan, weer met een paard. Hij had het „meegenomen" uit het land van Johannes Schouten, wonende op Groenen- daal aan de Vecht. Thans scheepte de vil der hem weer of met een gulden en „een bol bier." Maar onze Gerrit vond het toch een aairdög zaakje, altham hij beloofde thans den man, drie paarden te zullen brengen. Inderdaad, wee een week later, op 24 Januari, haalde hij uit het land van Gerrit Baars, wonende in de Lageweide buiten Utrecht, een oud merriepaard met „een bles voor den kop, en een witten voet." Met dezen vangst trok h'j naar onzen vilder, en bedong weer een guldten. Maar de man weigerde te betalen, mogelijk omdat hem drie paarden waren beloofd. Onze „Jonge Hond" moest niets meer van hem hebben. het was gewoonweg een afzetter. Neen. nu wou Genrit niets meer met hem te ma ken hebben en liij nam zich voor een ander „afzetgebied1" te vinden. Zoo trok Gerrit opnieuw op de paarden- jacht uit. Ditmaal belandde hij op 28 Jan. heel in de vroegte hij wilde blijkbaar liever niet gezien worden ik zeg, dit maal kwam hij in liet land van Corneli6 Wijnen, wonende op Mariendaal aan de Vecht, tussohen Utrecht en Zuilen. Daar liep hem maar zoo een oud merriepaarl met korten 6taart na; hij besteeg het dier heel deftig en reed er zelfs de stad mee door 's morgens te 10 uur en sloeg toen den weg over de Bilt naar Amersfoort in. Bij het Huis te.r Heide hield hij halt. en daar verkocht hij het dier voor 12 gul den aan Manus Hendiriksen, wonende onder Zeist. Dat was nog eens een goede vangst, of lSever een goede belooning! Heel wat royaler dan die krenterige vilder buiten de Tolsteegpoort! Neen maar! nu kreeg onze Genrit dubbefl moed. Hij zou wéér op de vangst gaan! Maat"het hoefde niet meer; op welke wijze kan ik bij gebrek aan bescheiden he laas! niet zeggen, maar wefl dat „onze Ger rit Wililemse, ad'ia6 de Jonge Hond, oud 20 jaren en geboortig van Ermelo ouder den Gerechte van Zeist gearresteerd werd en daar ..buiten pijn en branden" (dus niet op de pijnbank liggende) al zijn dieverijen be kende. En de Justitie, die vooral diefstal van paarden zwaar strafte, meende, dat zulke diefstallen niet geduld mochten wor den in een land, „ailwaer goede justitie vi geert", veroordeelde hem ter dood, ter galg. Zoo eindigde deze dief aan de galg te Zeist zijn jong leren. de maatschappij zal er beter by varen." De jeugdige opstellen-schrijver geeft met het bovenstaande niet alleen blyk een eco noom in den dop, doch tevens een oolykert „PAEDAGOGISCH TIJDSCHRIFT In de .Tuni-aflevering van het „Paedago- gisch Tydschrift" zet Prof. Waterink verder uiteen zijn school-organisatie-voorstel. zeer concreet beschrijvend hoe hy een school het liefst zou zien ingericht; het verschilt nog al wat van het thans algemeen geldende schooltype. A. Demmer van Valburg schrijft over „Taalonderwijs in een kleine volks school", ervan uitgaand, dat dit onderwijs moet dienen de leerlingen te gewennen eigen gedachten, mondeling en schriftelijk, duide lijk en juist uit te drukken. Na een paar korte schetsjes van Embé verdedigt D. Wou ters in de critische revue het Christelijk onderwys tegen onbillijke beoordeelingen in eigen kring. De heer T. van der Kooy laat interessante stemmen uit het buitenland hooren, terwijl het nummer eindigt met de boekentafel. FEUILLETON DE STER VAN HALALAT Een verhaal uit den tijd der Babylonische ballingschap (6 „Ik heb' liaar nog niet gezien. Ware dit zoo, dan zou ik allicht heter een oordeel kunnen vellen dan een vrijer, wien het ge luk blind maakt. Overigens hebt gij mij ook nog niet gezegd, hoe zij er uitzietl" „Niet? Heb ik dat vergeten? Laat het u niet verwonderen. Vandaag, nu mij zoo 'n groot geluk ten deel viel, ben ik in staat, alles te vergeten. Welnu dan! Zij ia zoo schoon als de schoonste bloem in den tuin van Semiramis. Hare oogen zijn zacht als die eener duivc, hare stem lieflijk als het zacht geruisch eener Acolusharp bij een zacht windje, hare gestalte sierlijk als die eener antilope, welke over de vlakte snelt op liet gezicht van den jager. Geloof mij, als gij Tana ziet, zult gij haar evenzeer bewonderen als ik!" „Ik wil al uwe woorden geloof schenken; maar ik kan mij niet weerhouden, u te be kennen, dat een verliefd oog zoozeer ver blind wordt door de stralen, welke uit de oogen der geliefde voortkomen, dat het meestal in het geheel niet in staat is, in het inwendige een blik te werpen. Daar binnen zijn dikwijls de grootste vlekken, ge lijk ook de zon in haren glans de vlekken verbergt. Dus spreken de asti-ologen te Ba byion". *Sukkal. bedroef mij thans niet met die woorden van twijfel. Heden niet, nu ik zoo gelukkig ben". „Wat gij wenscht, zal geschieden. Spre ken wij over uw geluk. En toch, nog op één zaak, een enkele slechts, moet ik uwo aandacht vestigen". „Al weer iets dergelijke?" „Ja, maar het ie bepaald noodig dat ik het u zeg. Kent gij niet de geschieden i6 van den knaap, die met het tamme vo geltje speelde? Hij nam het uit de kooi, zette het op die vlakke houd en was geluk kig, toen hij het diertje zag vliegen. Daar zag het ventje heel hoog in de lucht een vogel zweven en begreep, dat het een adelaar was. Het vogeltje redden? Te laat! Bliksemsnel schoot de groote vogel om laag en greep de kleine. Angstig tjilpend poogde het vogeltje te ontsnappen en den knaap te naderen. Maan* neen! De arend hield het diertje gevangen, vloog opwaarts naar de blauwe lucht en verdween met zijn prooi uit het geizioht. Treurig 6tond de knaap daar in den tuin, onmachtig in zijn woede en smart tegen den hoog vliegen den adelaar." „Wet wdlR gij daarmede zeggen, Sukkel?" vroeg Achiiramu, plotseling verbleekende. „Al6 Tana eohoon ie, zou zij allicht ook door anderen, d.ie hooger geplaatst zijn, met begeerige blikken aangezien worden en dezen zonden niet dralen, de klauwen uit te slaan naar de welkome prooi." „Gij doet evenaoo als de sterrenwiche laars te Borsippa, die op de mooiste avon den slechts iets kwaads uit de sterren le- „Maar ail6 ik niet zonder grond spreek?" „Ik bid u, zeg duidelijk, wat gij meent!" „Goed! Ik zal duidelijk zijn. Nabunahid, de groote vorst, is, volgens het zeggen, een erkende bewonderaar ren elke schoonheid ondier zijn vrouwelijke onderdanen. Menig sohoone bloem, die iin het verborgen bloei de, moet hij reeds ren den stengel gerukt hebben. Van den andieren kant zijn er vele lieden, wie het voordeel oplevert, den ko ninklijken bewonderaar zulke bloemen te ontdekken." „Maar waarom zou er juist in deze da gen gevaar bestaan? Wilt gij mij de ech on heiid van dezen dag door louter donkere schaduwen ontrooven?" vroeg Achiiramu, 6teede angstiger geworden. „Ik wil u verraden, wat in d>e voorname kringen der groote stad Babylon reeds een openbaar geheim is: dat Susan ka, dde tot heden de bevelling van Nabunahid was, op onverklaarbare wijze verdween. Velen we ten zioh deze zaak te verklaren en houden val, dat het. lijk der odoJlieke in den Euph'iviat geworpen is. Nabuna.hiiid zal in de trouw zijner lievelinge een haar gevon den hebben. Zij, die aan liet hof verkeeren zeggen, dat hij tegenwoordig ontoeganke lijk is en zijne dienaren wegens de minst betee-kenende misdrijven oumenschelijk straft. Eu zelfs Beilibni, zijn opperhofmees ter, wacht zich zooveel mag ei ijk hem te naderen. Natuurlijk zijn vele spionnen uit gezonden, om hem het middel te bezorgen, dat zijn toorn weer moet bedaren. Zij trachten onder de sclioonen uit Akkad, Sum in* en Chaidea de allerschoonste te ont dekken." Aohiiramu werd beurtelings bleek en rood. „Ais gij nog langer zoo 6preekt, zult ge mij van angst en vertwijfeling doen stik ken!" ,w „Dat was mijn doel niet. Maan* het is goed voor u, ook in het grootste geluk aan een wending van het lot te denken. Toen verleden jaar voor den harem van prins BeHsazair vele sclioonen gevonden werden, hebben ze wellicht uw Tana niet gezien. Tegenwoordig zou het moeilijk gelukken haar te verbergen voor het loerende oog ren den spion, daar zooals gij zegt Tana's schoonheid in de heele stad bekend 46." „Hoe angstig maakt gij mij! En hoe pijn lijk is het, een onheil te willen afwenden cn daartoe geen macht genoeg te bezitten." „Wist ilk, dat gij zoo angstig, zoo opge wonden zoudt worden, ik had stellig ge zwegen. Ge hadt don in de dogen, «lat het meisje n gegund was, ongestoord kunnen genieten en dan nu, wanneer de slag trof, dat wiill zeggen, imdiien men Tana mocht wilden ontvoeren, ijlings met haar de vduoht kunnen nemen." „Maar nu 6taat dus het ongeluk nog niet voor de deur? Dus nog geen vrees?" „Wel neen, bfeste vriend! Ik heb sleohts gesproken van mogelijke gebeurtenissen. Uw Torna wandelt immers nog vrij, overal, waar zij verkiest." „En als spionnen naderen, ook dan be hoefde ik nog niet den moerl Ie verliezen." „Wat zou rit gij dan doen?" „Tana redden, of haar wreken. Mocht Nabunahid zijn hand hierheen uitstrekken, ik ontruk hem zijn prooi. Ja zelfs dan nog, aJs zij in den koningeburg zat; of hij boet het met zijn leven. De muren, welke hij om het paleis liet bouwen, beschermen hem nooh zijn prooi tegen den man, dien men het liefste, dat hij op aarde bezat, on/- Matig uwen toorn, beste Achiiramu! "t Is nog volstrekt mi-et noodiig, zoo woedend te worden. Ook is het onverstandig tegen koningen te strijden. De mindere moet nu eenmaal lijden, verdragen andere is hij verloren." „Niet im d-eze zaak, Sukkail! 't Is meer gebeurd, dat een slang, dien men den voet op den kop zette, den kwaaddoener ook a-1 was hij een reus een doodelijke won de toebracht!" „Hoe wild! Hoe hartstochtelijk, mijn waaide! Komaan, laat ons daar niet ver- dor over spreken; gij bederft mij andere nog de vreugcl-e over de ontmoeting na zoo'n lange schei.ling. Vermoedelijk zal uw kok zioh uitgesloofd hebben, om mij dezen avond een bewijs te geven, dat men ook te Sippara weet te geni ten." Een slank meisje wendende langzaam in den heerlijken tuin, achter een der voor naamste gebouwen gelegen. De morgen wind woei zachtkons om haar schoon ge laat en speelde met de losse haren. Een sneeuwwit onderkleed, uit fijne wol gewe ven, werd van de heupen tot naar benedon door een goudgeel gewaad met zilverdraad doorweven, bedekt. Een gordel van rood geverfd lecler, rijk met góudon loovertjre veisieivi, d.iendo oih dat opperkleed vast Ie houden. De bloote. ronde, mollige arm on prijkten met armbanden, welke er als een slang omheen gekronkeld waren. Om d-o polsen zag men eveneens armbanden uit kleine, gouden ro6etten bestaande. Goud! goud! Nog meer goud! Want om den hals droeg zij een keten van gouden bloempjes welke fot op de bonst reikte en daar eon bouquet van bloemen en bladen vormde. De haren, die in donkerbruine lokken over de schouders golfden, werden boven het voorhoofd bijeen gehouden door ««9 gouden ring of band,. Als zij de donker^ goedige oogen opsloeg, sprak daaruit ernst bedachtzaamheid en trouw, wat onwille- keturig boeide. Daarbij lae om den mond de uitdrukking van vastberadenheid en een onbuigzaim-n wil, w elke men steliiig niet bij zoo'n jeugdig mei6je zocht. Zij wa6 vergezeld van een dienares, die eerd-er de vriendin dan wel een slavin scheen te zijn. Zij hield veel van haar ge biedster. die steeds goedig was jegens het dienstpersoneel en vooral Lislima bijzon der met weldaden overlaadde. Die meesteres was Tare Hasim, of, zoo als men hoar meestal in huis noemde, Ta na, en Lielkna de slavin. Lieliima da-oog een sierlijk mandje, waar in Tana de eene bloem na de andere, v elka zij von verschuilende struiken sneed. oor- zicht ig neerlei. „Zoudt ge denker. Lieliima, dat er nu genoeg zijn?" vroeg Tana, „Ik geloof, dat we een-der te veel, dan te einig hebben." „Laten wij dan daar ginds gaan zitten. De hink onder den oleander staat daar zoo mooi 1» de schad-uw! F.*n spoedig zaten beiden als twee zustere naast e'kander om de bloemen te rangschikken en bijeen f binden. „Wij zijn al haast klaar," sprak Tana, na eenig stilzwijgen, terwijl haar vingers in het mandje woelden. nV'ordf vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9