TWEEDE KAMER
UNILEVER
naa l\^m\4nclaaq
ZATERDAG 6 JUNI 1931
DERDE BLAD PAG. 9
MUZIEKAUTEURSRECHT
Uitvoering der Tarwewet
DE BROODPRIJS
Vergadering van 5 Juni 1931.
OVERZICHT
Vergadering van 5 Juni 1931
Over de behandeling van het Muziek-
auteursrecht valt weinig meer te zeggen.
Dit staat wel vast: de Kamer zal het met
eroote meerderheid aannemen om van het
optreden der Sacem af te komen. Alleen
de Vrijheid&bondsche schijnt te zuiden te-
°In "langen* tijd was die vragenmtddag niet
benut De heer Wijnkoop heeft gisteren
nog eens aan het bestaan ervan herinnerd
door aan den minister van Binnenlandeche
Zaken en Landbouw een aantal monde
linge vragen te stellen over de invoering
der Tarwewet
Importmeel en inlandsche bloem zullen
in prijs stijgen met f 2 a f 2.75 per 100 h--*•
Mn vroeg hij of daarvan geen broodprijs-
verhooging het gevolg zal zijn en wel met
2 cent per 800 gram. Hij vroeg daarom in
trekking der Tarwewet.
Minister Ruys gaf een entwoord, zooals
van hem verwacht kon worden. Hij bleef
keurig op de vlakte.
Aan de oommissie van advies bedoeld in
art 4 van de Tarwewet zad een regeling
ter beoordeeling worden voorgelegd, vol
gens welke het mogelijk zad zijn aan bloem
verwerkende industrieën, die voor de be
reiding van haar product op onvermengde
bloem zijn aangewezen, dde bloem te ver
strekken.
Daar de genoemde commissie haar oor
deel omtrent die regeling nog zal moeten
vormen, kon thans in dit verband nog geen
mededeeling gedaan worden.
Wat den broodprijs betreft, meende de
minister, dat het nog niet te zeggen is of
deze zad worden verhoogd en imdaen ja
met welk bedrag. Het zad wel een geringe
verhooging blijven.
Tot opschorten of intrekking van de in
voering van de Tarwewet was de Regee
ring ndet bereid.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen
we gaarne naar de verklaring des minis-
tere, welke we in haar geheel opnamen in
VERSLAG
De beraadslagingen over de wijziging van
Deeheer°°TEULINGS (R.K.) toetste het wets
Mi twerp aan de eischen van het algemeen be-
"hTj laakte het optreden van de Sacem tegen
Buma, waardoor dit laatste belemmei d werd
egen het Nederlandsche muziekleven ln af
hankelijke positie is komen te staan.
Dat is in strijd met de eischen van algemeen
t belang en daarom Is het wetsontwerp gemoti-
den inhoud daarvan betreft, is
!«n bezwaar, dat overtroffen wordt door de
- -ntwerp u.it een oogpunt van
De details zullen wel, ver-
wde de heer Teulings, door de Regeering
•lijk worden uitgewerkt.
KNOTTENBELT (Lib.) had waardeering
s ministers poging om het muziekauteurs
te regelen, maar stond er voorts ©ritisch
t9Het°"wetsontwerp beteekent ©en blanoo-vol-
tnacht. Dat gaat niet aan; minstens zouden de
r j- toekomstige regeling
■O op trouwde u~
pass fehoorli.
de te Parijs gevestigde Sacem alleen-heersche-
Die'^ tóestand is ongewensoht: gewenscht is
■en nationale instelling voor het innen van
nuzlekauteursrecht, zulks om cultureele rede-
ien. ter -wille van de belanghebbenden en ook
imdat de Regeering moet kunnen ingrijpen,
dien zulks noodig mocht zijn.
Gaarne zou de heer Knottenbelt zien, dat in
it ontwerp do voorwaarden werden opgeno-
en. waaronder een nationaal bureau zou
oeten werken, o.m. ten aanzien van de samen
erking met buitenlandsche bureaux.
Om die regeling in overleg met belangheb-
snden te ontwerpen, zou de minister schor
der beraadslagingen kunnen vragen,
v. d. BERGH (S.D.) schreef den eigen-
ïrdigen vorm van het wetsontwerp toe aan
moeilijkheid der materie.
Practisch gaat het om de vraag: een mono-
jlje van de Sacem zonder controle of een Ne-
jrlandsch bureau met controlo? Om allerlei
kienen gaf^ de heer v. d. Bergh de voorkeur
^Van6 een^monoDolie moest de heer WIJN-
Dat elke rege-
'zich' toelegt óp "een fascistische
itgeving. Vooi
int slechts een
De voorzitt:
KOOP (Comm.)
■5 nS,
in het ontwerp ontbreekt i
dat m
orde.
de Minister van Justitie aan het woord.
I herinnerd© er aan. dat in 1928 en 1929
rang is geoefend om deze materie te re-
Nu komt men met de bedenkingen, wel-
dan een bureau
lat gaf wrijvingen
buitenlandsche bureau had een veel ster
positie dan het
gelijkheid
tionale bureau volkomen komen te vervallen.
De drang der feiten leidt tot een monopolie
van een buitenlandsch bureau. Zulk een toe
stand is niet te aanvaarden. De wetgever moet
nu trachten recht te zetten hetgeen verkeerd
is gegroeid. Wanneer in één der landen, die
nu geprotesteerd hebben, de toestand zou zijn
gegroeid als hier het geval is. zou de regee
ring daar zich geen oogenbllk onverschillig
hebben getoond.
Strijd met de Berner Conventie is uitge
sloten.
De eenige schade, welke de Sacem door de
voorgestelde regeling treffen kan. is een ge
volg van haar weigering om de vertegenwoor
diging in ons land op tc dragen aan een natio
naal bureau.
Bij do uitvoering der wet zal ook rekening
moeten worden gehouden met de ook niet on
verdeeld gunstige ervaringen, die met Buma
zijn opgedaan.
Het bureau dat zich voor concessie aanmeldt
zal waarborgen moeten geven tegen onredelijk
heden. Met alle erkenning voor de bezwaren,
die er zijn. geloofde dc- minister dat het ont
werp aanbeveling verdient.
Te kwart voor 4 werden de begonnen replie
ken onderbroken om den heer WIJNKOOP
(Comm.) gelegenheid te geven een aantal vra
gen te richten tot den minister van Blnnen-
landsche Zaken inzake
dc uitvoering van dc Tarwewet.
Deze vragen luidden als volgt:
1. Is het den minister bekend, dat ten ge
volge van de aanstaande invoering der tarwe
wet de grootste kans bestaat, dat tientallen mil
lioenen kilo importbloem zeer veel te duur zal
worden verkocht, wat een extra-vergoeding
vobr de heeren importeurs kan beteekenen van
millioenen guldens
2. Is het den minister bekend, dat de inland-
f 2 k f 2.75 (f 0.75 voor admi-
nistratlekc
den. wat -
voering d.
n van (afhankelijk -
100 K.G. duurder zal
van de 1:
d-fabrlek.
3. Ziet de minister ln, dat zo
Jlgen van de invoering van d
broodetend publiek, in de oe;
gulden?
3.
volgt
broo
massa d(
boer
nillio)
Kj
ulden
meelfabrieken,
grondbezitters zal moeten opbrengen?
4. Ziet de minister in. dat dientengevolge
juist de landarbeiders, die toch reeds in de
grootste ellende zitten door de invoering van
de tarwewet als broodeters, maar ook als wer
kers opnieuw en ten ernstigste zullen worden
benadeeld, en gedwongen zullen worden nog
minder brood te gebruiken, nu met 1 Juli voor
looplg zooals het heet, voor één maand het
brood per 800 gram 2 cents duurder zal wor
den?
5. Ziet de minister tenslotte in, dat zoodoen
de ten gevolge van de invoering der tarwewet
de kleine akkerbouwers geenszins worden ge
baat. maar enkel geschaad?
6. Is de Regeering op grond van één en an
der bereid de uitvoering der tarwewet als-nog
te doen opschorten en de wet te doen intrek-
Antwoordcn van minister Rays.
Minister RUYS DE BBERENBROUCK gaf het
volgende bescheid:
1. Het ligt in de bedoeling, aan de Commissie
van advies, bedoeld in artikel 4 van de Tarwe
wet. een regeling ter beoordeeling voor te leg
gen, volgens welke het mogelijk zal zijn. aan
bloemverwerkende industrieën en bedrijven,
die voor de bereiding van haar product (be
schuit, biscuit, banket. vermicelli, macaroni,
stijfsel, zelfrijzend bakmeel) op onvermengde
bloem zijn aangewezen, die bloem te verstrek-
toevallen. ^welke niet zou _passen in
jgeering zich dft, voorgelicht mede
door t groepen van belanghebbenden, heeft ge-
2. Wil de tweede vraag een redelijken iin
hebben, dam wordt met de ln die vraag be
doelde inlandsche bloem bedoeld bloem, bereid
uit hier te lande vermalen buitenlandsche tar
we. Dit aangenomen, moet het antwoord lui
den, dat van een duurder worden van die
bloem in die mate, dat meelfabrikanten een
voordeel zouden genieten tussohen 12 en 20
mlllioen gulden mij niets bekend is.
3. Wel zal als gevolg van den h oogeren prijs,
welke voor de inheemsche tarwe zal moeten
worden betaald, de aan de bakkers voor de
broodbereiding bestemde bloem, gemalen uit
buitenlandsche tarwe vermengd met een be
paald percentage inheemsche tarwe, in prijs
stijgen zoodat het niet uitgesloten schijnt dat
ook de broodprijs eenige verhooging zal onder
groot die verhooging in dat beval zou
niet met zekerheid worden gezegd,
idersteld wordt, dat zij in ieder
Daar de genoemde commissie haar oordeel
omtrent die regeling nog zal moeten vormen
om mij daarna haar advies uit te brengen, kan
thans ten aanzien van d-le regeling nog geen
verdere mededeeling worden gedaan.
Wel kan worden gezegd, dat geen maatre
gel zal worden goedgekeurd, welke tot gevolg
ige groep van bij de
de importeurs daax-
het kader van
aoS. ÏS
val gering zal zijn. De vraag kan worden
steld. uit welke andere bron de steun zou moe
ten worden gevonden, welke de Tarwewet be
oogt. een steun, waarvan ook de kleine tarwe
verbouwer zal profiteeren.
Ik meen voorts te mogen verwijzen naar het
geen door mij is geantwoord op het Voorloo-
pig Verslag van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, n.l. dat, indien mocht blijken, dat
de geringe verhooging van den meelprijs. wel
ke bij de toepassing van dezen maatregel wel
te verwachten is. door de bakkerijen moet
worden verhaald, daaruit dan mag worden af
geleid. dat de consumenten tot dusver toch
mede zouden hebben geprofiteerd van den ab-
4. De beantwoording 'van deze vraag ligt
mjjn^ meening in de beantwoording van
maand het brood
opig zooals het heet voor
t brood per 800 gram m<
orden, zij herhaald, dat
ezegd of en zoo ja me
prijs zal worden verhoo
overigens niet duidelijk, om we
bepaalde verhooging gedurende
5. Ook de kleine akkerbouw*
t 2 cent duu
ECHTE FRIESCHE
I IS 31! HEEREN-BAAI
NIEUW KANTOORPAND
TE ROTTERDAM
EEN MONUMENTAAL BOUWWEEK
Als eerste gebouw op 't opgespoten „Land
van Hoboken", dat nu den weidschen naam
van „Museumpark" draagt, is 't groote kan
toorgebouw van de Unilever N.V.
De Unilever N.V. is, zooals men weet, de
combinatie van margarine-maatschappijen,
die zich als Unilever Limited in Engelanu
openbaart en behalve zes zg. „onderhoorige
maatschappijen" ook nog een aantal zg. „ge
lieerde ondernemingen" omvat-
De kantoren van deze millioenen omzet
tende onderneming waren tot voor kort te
Rotterdam in verschillende ver ui teen liggen
de gebouwen ondergebracht, doch reeds
sinds eenige weken is heel het personeel m
het nieuwe reusachtige kantoorgebouw ver-
eenigd, dat men heeft zien verrijzen aan
den nieuwen verbindingsweg van Mathenes
serlaan en Witte de Withstraat, denzelfden
weg waaraan men thans ijverig bezig is de
fundamenten te leggen van ons nieuw mu
seum Boymans.
De kloeke buiten-architectuur van dit ge
bouw, dat ontworpen is door den architect
ir. H. F. Mertens, geeft onder de huidige
locale omstandigheden reeds van verre een
indruk van eenheid en kracht, wat ongetwij
leid de Unilever N.V. symboliseert.
De voorgevel wordt beheerscht door het
vooruitspringend vlak, dat de groote verga
derzaal afteekenten den achteruitwijkenden
toren, die het trappenhuis omvat en achter
een bekronende rotonde de schoorsteenen
der verwarming maskeert. De vier vertikale
ribben, waarin de glas in loodiamen van
den toren verzonken zijn, worden bekroond
doro drie beeldhouwwerken, van Joh. Rae-
decker, die ook twee beelden ontwierp, die
de hoofdingang flankeeren. De eerstgenoem
de drie beelden stellen voor Arbeid, Vervoer
en Wetenschap, de twee andere Cultuur en
Industrie-
Alle muren zijn eerst in beton opgetok-
ken en daarna met Waalsche handvorm-
steenen in zg. vlechtverband bekleed. De
basementbekleeding, die zich tot een hoog
te van ongeveer 3 Meter boven den beganen
grond verheft, is van Kanstiidter travertin-
steen, een materiaal, dat ook gebruikt is
voor de dekbanden en de raamdorpels.
De hoogte van den toren is 33 Meter, de
lengte van de beide vleugels 92 en 63 Meter
De kortere vleugel kan later eventueel wor
den doorgetrokken, waarop bij den aankoop
van den grond is gerekend.
Om nog meer idéé te geven van de afme
tingen van het gebouw kunnen we meedee-
,len dat de kubieke inhoud 55.000 M3- onge
veer is, dat er 2018 heipalen voor in den
grond geslagen zijn, een lengte van ongeveer
47 KM. vormend, dat er 6800 M3. gewapend
beton in verwerkt is. Voorts zijn nog te noe
men S14 stalen ramen, 6100 M2. tegelvloer
2000 M2. tegelwanden, 8000 M2. bimsvloeren
met kurkestrich en linoleum of rubber, 6500
M2. betimmering en 7000 M2. verlaagde pla
fonds-
Door deze cijfers te noemen, die ook voor
een deel betrekking hebben op de binnen
afwerking, hebben we de buiten-arohit/ac-
tuur eigenlijk al verlaten en zijn in gedach
ten binnengetredon.
De totaalindruk van het binnenwerk is er
een van soberheid en zakelijkheid. Enkele
kamers voor de bestuurders, evenals de trap
eventueele verhooging van den broodprijs
moeten dragen, doch zij zullen, voor zoover zij
tarweverbouwers zijn. gelijk door mij reeds
werd gezegd, genieten van den steun, welke
de Tarwewet beoogt. Dat het de kleine akker
bouwers zouden zijn, uie tengevolge van de
invoering van de Tarwewet enkel worden ge
schaad en niet gebaat, kan ik niet inzien. In
tegendeel. ik ben overtuigd dat de steum aan
de inheemsche tarweteelt den landbouw in zijn
geheel ten goede zal komen.
U. Tot een opschorten of intrekken van de
invoering van de Tarwewet kan de Regeering
niet overgaan. Zij beschouwt toch deze wet ais
die zeer noodzakelijk moet worden geacht.
De heer WIJNKOOP vroeg nader of de ver
hooging van de meel- en bloemprijzen niet auto
matisoh moet lelden tot
•hooging is erg.
De MINISTER antwoordde, dat hij niet dul-
De heer KNOTTENBELT verklaarde te zuUen
Jp art. 1 verdédigde de heer v. d. BERGH (S.D.)
;en amendement volgens hetwelk het toezicht
slechts betreft de w ij z e. waarop de bemidde-
spgedragen taak vervult. Voorts
beJanghebbenden deel
hij bepalen, dal
hebben aan het
vr. BAKKER—NORT (V.D.)
dement toe om ln het orgaan,
Zij bestreed het
ichtbetalenden ej
in dement-v
I. Bergh over nadat Mevr. BakkerNoi_
tare had ingetrokken.
De artikelen werden goedgekeurd.
De stemming over het ontwerp werd bepaald
ip a.s. Dinsdag 1 uur.
De vergadering werd hierna verdaagd,
penhall maken daar slechts uitzondering op.
In de benedenhall trekt de aandacht de
vloerbedekking, die is uitgevoerd in gepo
lijst Gusta-marmer, terwijl de wandbeklee-
ding is van „Auer" kalksteen. Hier valt ook
op het fraaie indirecte licht uit de koepel
vormige plafonds.
In de trappengalerij valt niet alleen op de
van Noorsche leisteen maar vooral het
glas-in-lood-werk van Joep Nicolaas, den
beroemden Roermondschen kunstenaar. Er
is mooi evenwicht in deze decoratieve com
positie, die in vage tjekeoiinp en onbestem
de kleurvak! en een voorstelling geeft van
de bedrijven der Unilever N.V. Deze trappen
hall is w' het mtóest-karakteristieke van
het gebouw.
De hall op de eerste verdieping is uitge
voerd in epolitoerd teakho; de betimme
ring van de kleine hall, de gang, de spreek
kamer zijn itgev /erd in teakhout in de
was gezet.
De rustige vergaderzaal, ''ie afgetimmerd
is in coromandellT-- terwijl d- bespan
ning van de wande.i een handweefsel is
van de fabriek Paapje te Voorschoten, is
een mooi staal van hedendaagsche bln-
nenarchitectu
Een eigenr rdige tegenstelling daarmede
vormt de aangrenzende oud-Hollandsche
kamer t _>or de directie, waarvan de betim
mering is overgebracht van het oude kan
toor der firmajurpens te Am-terdam.
Daarnaast wear is een groote directeuren
kamer, welke uitgevoerd is in gevernist
teakhout.
De overige privékamers hebben, evenals
de groote kantoorlokalen, alle dezelfde uit
voering, n.l. van gebeitst en gevernist Okon-
mé triplex, van de bekende firma „Picus",
terwijl de kozijnen, deuren en puien van
Oregonpine zijn.
De verlaagde plafonds en de wanden
boven triplexbetimmering zijn vaji Celotex,
een praeparaat van suikerrietvezels. Deze
platen kunnen afgeschroefd worden wan
neer men bij de electrische en andiare gelei
dingen moet zijn.
Deze algemeene bijzonderheden kunnen
we nog aanvullen met het volgende:
In het sousterrain bevinden zich de ver
schillende ruimten voor de technische in
stallaties. Hier is natuurlijk de centrale
verwarming opgesteld, met vier groote ke
tels, die met olie gestookt worden, deels
volkomen automatisch, deels met de hand
bediiend. De volledig automatische groepen
werken met th'ermostaten in de te verwar
men lokalen. Wanneer het te koud wordt,
gaat de verwarming vanzelf branden en
regelt zich dan naar de temperatuurver
schillen, die intreden.
Hier in de sousterrains zijn ook het ar
chief en da garderobes voor het personeel.
Iets nieuws is in de garderobe de centrale
verwarming onder de kleedingrekken. Wie
's morgens met natte kleeren binnenkomt
kan 's middags met droge vertrekken.
De begane grond, la en 2e verdieping zijn
ingericht als kantoorlokalen, die in den
langen vleugel van onafzienbare lengte zijn.
De derde verdieping bevat de lunchrooms
met keuken, benevens magazijnen, labora
torium, en telefoon- en telegraafcentrale.
De aandacht verdienen nog de lichtsig
nalen door heel het gebouw, ten einde per
sonen die zioh niet op hun vaste plaatsen
bevinden, te kunnen bereiken.
Voorts is er een zelfbedienende lift en zijn
er brievenkokers en boekenliften ter zijde
van de verbindingsgangen.
Een succesvolle bandietenoverval van de
kassa-afdeeling is vrijwel uitgesloten, door
dat in zulk een geval vanuit deze afdeeling
het tourniquet wordt gegrendeld en tegelij
kertijd een sirene in werking wordt gesteld,
die lvet geheele kantoor alarmeert.
Deze installatie doet ons nog denken aan
de centrale kluis in het sousterrain. die
afzonderlijk wordt verwarmd en geventi
leerd ter voorkoming van het vochtig wor
den van het papier, maar die ook rondom
wordt bewaakt door een spiegelsysteem,
Elch wat Wils.!!I
DE LIJFEIGENE-MILLIONNAIR
Te Riga is eenigen tijd geleden de Russi
sche immigrant Solowjef gestorven, een oude
man, die zich wijdde aan het verzamelen
van Ru^isch porselein, iconen e.d. en Je
laatste loot was van een familie van groote
handelslieden. In zijn goeden tijd had hij te
Riga een paar huizen gekocht en gedurende
de revolutie had hij in een daarvan zijn in
trek genomen; het bezit van deze huizen
vrijwaarde hem tegen het lot, dat zoovelon
zijner landgenooten in den vreemde ten deel
is gevallen: bittere armoede. Hij woonde met
een anderen Rus, graaf Golowin en langen
tijd zag men men deze twee karakteristieke
figuren altijd samen.
De dood echter scheidde de twee; de graaf
stierf eenige jaren geleden en onlangs is nu
ook Solowjef heengegaan. En bij de nalaten
schap van laatstgenoemde vond men docu
menten, die door een verzamelaar van auto
grammen zijn gekocht, en merkwaardige
inededeelingen bevattten over de vriendschap
tusschen het tweetal.
Solowjef is afkomstig van een Russische
familie vanlijfeigenen, een familie, die
tot 1S60 behoorde tot het groote menschen-
bezit van het geslacht van graaf Golowin.
Solowjefs grootvader had als lijfeigene nog
met toestemming van zijn heer, het dorp
verlaten en had zich naar Moskou begeven,
waar hij een vischhandel begon. De zaken
breidden zich uit, Solowjef werd een man
in bonis en wilde nu ook graag zijn vrijheid.
Hij bood daarvoor aan den graaf een bedrag
van 5000 roebel aan, doch de oude Golowin
was een humeurig man en wilde van ge-;n
vrijbrief weten. Zoo bleef de familie-Solowjef
lijfeigene.
Tal van jaren verstreken en de visohwin-
kel van Solowjef was uitgedijd tot den groot
sten delioatessenhandel van Moskou. De
eigenaar bezat verscheiden millioenen en was
in het tsarenrijk bekend als de lijfeigene-
inillionnair. Om zijn vrijheid bekommerde
hij zich niet veel meer ook omdat het hem
bekend was dat de oude graaf niet weinig
trotsch was op zijn rijken lijfeigene. Golowin
placht zich te beroemen: Mijn boeren gaat
het goed, één van hen b.v. heeft meer geld.
dan al mijn buren te zamen.
Toen de oude Solowjef stierf erfde zijn
zoon de millioenen en de wijdvertakte zaak
zijns vaders. Deze zoon was een welonder-
legd man, hij bezat een prachtig huis te
Moskou, fungeerde als Maecenas en ontving
de rijke koopmansfamilies van Moskou bij
zich aan huis. Maar toch: hij was nog al
tijd lijfeigene van den zoon van den graaf,
die zich op zijn rijken onderhoorige beroem
de. De jonge koopman wendde zich, zooals
zijn vader lang geleden ook gedaan had, tot
zijn heer en bood voor zijn vrijheid het
vijftigyoudige aan van hetgeen de oude
Solowjef had geboden. Maar, ook de jonge
graaf weigerde.
Solowjefs rijkdom bleef toenemen en in1
1860 rijpte het plan bij hem een bank op te
waardoor men „om de kluis heen kijkt".
Aan de uiteinden van baide vleugels be
vinden zich Doodtrappen. De daken zijn als
ontspanningsplaatsen voor het personeel
ingericht, het dak boven den langen vleugel
zelfs als daktuin. Men heeft vandaar een
Dit zijn de voornaamste bijzonderheden
over het nieuwe kantoorgebouw, dat de
reeks groote gebouwen in onze stad op
waardige wijze vermeerdert en dat ook uit
bouwkundig oogpunt belangrijk*is te noemen
Binnenkort komen wij in ons bijblad „De
Bouwwereld" op de inrichting van dit ge
bouw nader terug.
richten. Maar een bankier die lijfeigene was
dat ging natuurlijk niet en daarom ging hij
naar Petersburg om eens ernstig te spreken
met den graaf en het koste wat het wilde
zijn vrijheid te verkrijgen. Hij was bereid
een cheque van een millioen roebel te schrij
ven. En bovendien had hij een vaatje van
zijn beste kaviaar meegenomen: hij was zelf
een groot liefhebber en meende dat die koste
lijke spijs ook wel het hart van zijn heer
zachter zou stemmen.
Toen Solowjef het paleis van Golowin
betrad, werd daar juist een déjeuner ge
geven aan een uitgelezen '-ezelschap. Golo
win verwelkomde zijn gast uit Moskou har
telijk en verzocht hem aan den maaltijd deel
te nemen .waaraan hij toevoegde wel te
kunnen raden waarover hij kwam spreken.
„Ik ben echter een man van traditie," aldus
de graaf, „en houd mij aan het standpunt
van mijn vaderen."
De maaltijd begon. Plotseling ijlde een
bediende naar binnen, die den graaf iets in
het oor fluisterde, dat dezen heel onaange
naam scheen te stemmen. „Mijne heeren,"
riep hij daarop uit, „ik weet geen raad. Daar
hoor ik, dat de speciaal bestelde kaviaar
niet is aangekomen. Ik verzoek u vriende
lijk, dit te willen excuseeren." En zich tot
Solowjef wendend: „Als u echter kans ziet
mij binnen drie minuten een vaatje van uw
voortreffelijke kaviaar te bezorgen, dan ben
ik bereid uit pure dankbaarheid u de vrij
heid zelfs gratis te verleenen. Maar Moskou
is nogal ver weg, is 't niet?"
„U hebt allen gehoord, wat de graaf ge
zegd heeft," zeide Solowjef tot de gasten, en
tegelijk verliet hij in allerijl het vertrek. Het
duurde precies twee minuten, toen werd de
deur van de zaal weer geopend en de mil-
lionnair uit Moskou kwam binnen, vóór zich
uit een vaatje kaviaar over den parketvloer
rollend.
Golowin hield woord. Onverwijld greep hij
pen en inkt en schreef den volgenden vrij
brief voor zijn lijfeigene:
„Hiermede schenken wij onzen trouwen
dienaar A. P. Solowjef en zijn nakomeling
schap uit dankbaarheid voor de vriendelijke
gift van een vaatje kaviaar van voortreffe
lijke kwaliteit, op het juiste oogenblik, da
vrijheid. Als schrijftafel diende genoemd
vaatje. Petersburg 1860. Golowin."
Alle aanwezigen plaatsten hun handteeke-
ningen op dit merkwaardige document.
Solowjef schreef toch een chèque uit van
een millioen roebel, welk bedrag echter ten
goede kwam aan een bestedelingenhuis te
Moskou.
Een jaar later, op 19 Februari 1S61, werd
de lijfeigenschap in Rusland bij decreet van
den tsaar opgeheven.
De zoon van den man met het vaatje ka
viaar was de oude, thans te Riga gestorven
man, zijn grafelijke vriend de zoon van den
schrijver van dien merkwaardigen vrijbrief.
Hoofdpijn 4
en Kiespijn
zullen spoedig bedaren tloor
Mijnhardt's Poeders
Vraag daarom Mijnhardt's Hoofdpijnpojders
en Mijnhardt's Kiespijnpoeders. Alleen echt
als op doos en poeders de naam Mijnhardt
staat. Let bij het koopen hierop. Per poeder S
cL en per doos 45 ct Verkrijgb. bij Uw Drog.
Gemengd Nieuws.
TWEE STROOPERS GEVAT.
Men meldt ons uit Havelte:
In den nacht van 23 op 24 October 1930
werden onder Wapserveen door stroopers
schoten gelost op den rijksveldwachter Van
den Berg en den jachtopziener Maille to
Uffelte.
De stroopers waren er op betrapt dat zij
met de lichtbak aan het stroopen waren.
Door hun schoten werd niemand gedood.
Na een nauwkeurig onderzoek door de Rijks
politie zijn de rijksveldwachters Van den
Berg en Visser er heden in geslaagd der 23-
jarigen J. de V. en den 20-jarigen R. H.,
beiden uit Wapserveen, te arresteeren.
Na door den burgemeester verhooixi ta
zijn, zijn ze naar Assen overgebracht
De V. heeft een volledige bekentenis af
gelegd. H., die de lichtbak gedragen zou heb
ben, blijft ontkennen.
MOTORRIJDER GEDOOD
Te Eeten (N. B.) is ln een bocht van den
weg de 70-jarige H. Branderhorst met zijn
motorrijwiel in botsing gekomen met een
luxe auto van J. de Fyter te Andel. De
motorrijder werd ernstig gewond en over
leed korten tijd daarna.
Het motorrijwiel is zwaar beschadigd.
FEUILLETON
DESTERVANHALALAT
Een verhaal uit den tijd der Babylonische
ballingschap
(3
„Hij sprak de waarheid", zeide de jonge
ling, dof glimlachende; „indien de koningen
Jehovah niet verlaten hadden ,zou ook het
volk den Heere trouw gebleven zijn."
Nog troonde de Koningsburg op den Sion.
Maar in en om den burg akelige doodscne
stilte. Lieflijk beschenen de zonnestralen do
oude, berookte muren, alsof zij door een
vriendelijk lachje de steenen over hun jaren
lange verlatenheid wilden troosten. De gewei
dige steenmassa's weken niet onder de voe
ten van den wandelaar, die daarover zijn
weg vervolgde. Bedroefd, treurig doorliep hij,
de verschillende kamers; overal, evenals 111
den Tempel, was het gras tusschen het puin
opgeschoten en vormde met de struiken, die
eveneens in menigte aangetroffen werden,
hot eenigste schoon, dat in het voorheen zoo
bij uitstek prachtige gebouw merkbaar was
Neen, meer nog op dat oogenblik. Het ^ou.'i
der zonnestralen wierp op het groene, me:
en daar bonte kleed een glans, wo-ke d.c
schoonheid aanzienlijk verhoogde.
Sprakeloos van droefheid beschouwde do
vorstenzoon den Koningsburg en verliet, stil
treurende, dit overblijfsel van Salems vroe
gere heerlijkheid. De jongeling herademde,
HOOFDSTUK II
Mosollam en Gaddis
De weg naar Bethelem voerde over den
berg Sion dalwaarts en steeg dan weder hij
de heuvels.
Het waren hier liefelijke tafereelen, welke
zich voor zijn oogen ontrolden. De kameel
liep in matigen draf door de steenige vlakte
van Rephaïm en de zon naderde reeds den
horizon, toen hij over de hoogte van de Mar
lïliasch in het kleine dal aankwam. Nog
had hij niet het vriendelijke bergstadje
bereikt.
Voor dc laatste maal dreef hij den kameel
tot grooteren spoed aan en niet lang duurde
het, of hij hield stil bij een bron.
De jongeling steeg af ging op den rand
zitten. Hij was vermoeid van de reis en ver
langde naai' rust. De kameel echter liep
zoekende rond of hij hier en daar een gras
halm kon vinden.
Een wijle zat de reiziger onbeweeglijk op
den steenen rand en beschouwde het lande
lijke beeld. Toen nam hij uit den zak, wel
ken hij van den viervoetigen gezel genomen
had. een stuk brood en at een weinig.
Op dat oogenblik werd zijn opmerkzaam
heid getrokken door de komst van een
meisje, het ranig levende wezen, dat hij tot
nu toe in deze streken gezien had. Zij
kwam uit het dal en ging naar Bethlehem.
Zoodoende moest zij de bron passeeren. Het
meisje droeg een korfje op het hoofd, zooals
de meeste vrouwen uit die streken, welke,
slechts zelden iets aan den arm dragen, en
wist het voorwerp, zonder het met de han
den te steunen, in evenwicht te houden. De
eenvoudige en toch sierlijks dracht d?r be
woners van Bethlehem en omstreken om
sloot hare slanke leden. Toen zij naderbij
kwam, zag de jongeling, die haar oplettend
gadesloeg, een gelaat zoo teeder, zoo aan
minnig, als hij op zijn groote reis tot heden
niet ontmoette. Zachte, donkere oogen blik
ten onder de lange wimpers op den vreem
deling, en het bleeke rood der wangen ver
leende het gebruind gelaat iets frisch, alleen
eigen adn menschen, die niet in overbe
volkte steden opgegrot*ti zijn.
Nu moest zij hem voorbij.
Schuchter, vriendelijk groette zij den
vreemdeling, tegelijk den jongen man met
eene natuurlijke naïviteit aanziende.
„Mijne zuster, wat draagt gij daar" vroeg
hij haastig.
„Vijgen, heer!" antwoordde zij, klaarblij
kelijk verwonderd over den eigenaardigen
klank zijner woorden.
„Wilt gij mij enkele vruchten voor mij
zelf en het dier afstaan?"
„Zooveel gij verlangt, heer!"
Zij nam het korfje van het hoofd en
reikte den vreemdeling een handvol vijgen
toe. De jongeling zag toen hare welgevorm
de, teere handen en hoe eene natuurlijke
ongedwongenheid elke beweging kenmerk
te. Terwijl het meisje den kor! weder op
het hoofd plaatste, at de jonge man een
der vijgen; de anderen gaf hij den kameel,
die ze begeerig opat
Intusschen had het meisje, vriendelijk
groetend, haar tocht voortgezet. De zon was
ondergegaan. De schemering duurt niet lang
in Palestina; en het meisje wilde voor den
donker nog thuis zijn.
Reeds was zij enkele schreden van de
ructplaats verwijderd, toen de jonge reiziger
haar achterna riep: „Nog eene vraag, mijne
zuster!"
Dadelijk bleef het meisje staan en wendde
het hoofd om.
„Kunt ge mij ook zeggen, waar ik dezen
nacht onderdak vind voor mij en het dier?'"
„Zoo gij mij wilt vergezelen, zeker! Maar
het zal niet gemakkelijk gaan."
„Ja, ik kan het gelooven. In dit land dei-
verlatenheid zal men niet gaarne vreemde
lingen herbergen."
„Er is een oud, vervallen gebouw, maar
voor den kameel in elk geval goed genoeg.
Daar is iemand, die op het beest kan pas
sen. En gij? Ja, indien gij met ons armoe
dig huis tevreden zijt, zal het misschien
mogelijk zijn u een plaats aan te wijzen.
Ge vindt overal slechts behoeftige men-
Verheugd over dit antwoord, had de vreem
deling zijn zitplaats verlaten. Hij greep het
dier bij den teugel.
„Ik volg u, mijne zuster! Dézen nacht
sliep ik te Jerusalem ook in geen paleis!"
Vlug als een gazelle liep het meisje voor
uit. Plotseling bleef zij staan en zeide: „Gij
komt zeker uit een vreemd land; want uwe
spraak klinkt heel anders dan de onze."
„Gij hebt gelijk, mijne zuster. Ik kom
uit eene groote stad, die daar, waar de zon
opkomt, aan een breeden stroom ligt.
„Dan is 't wellicht dezelfde stad, uit welke
mijn vader en mijn broeders vader hierheen
trpk. Hij verhaalde ons dikwijls van het
verre land, waar hij vroeger woonde en van
den stroom, vloeiende langs de prachtige
paleizen der groote stad. En wij hoorden
vader zoo gaarne van dat vreemde land ver-
„Noemde uw vader nimmer den naam
der stad en van den stroom?"
„Zeker; maar ik vergat langzamerhand
die vreemde namen; want vader is reeds
jaren geleden gestorven." Toen zweeg zij,
alleen denkende aan het smartelijk verlies.
„Maar waarom zijt gij naar dit land der
ellende getrokken?" vroeg zij enkele oogen-
blikken later.
„Hier in Bethlehem leefden onze voorva
deren; hier woonde de vader van David,
Juda's Koning en profeet"
Het meisje blikte hem verwonderd aan.
„David! Dat moet een machtig vorst ge
weest zijn. Vader verhaalde ons meermalen
van hem en dc slechte 'zoons, die hij had;
en dan vermaande hij mijn broeder, die
vorstenzonen niet na te volgen. En gij, gij
zijt uit het geslacht van David? En uw
vader is koning in die groote stad?"
„Niet aldus, mijne zuster! De Joden leven
daar niet in vrijheid; zij mogen niet hun
eigen vorsten hebben.
Gindsche stad behoort even als dit kleine
Bethlehem hier, aan den koning van Baby-
Ion."
Zoo sprekende waren zij het stadje
wanneer het nog dien naam verdiende
genaderd. Het aantal inwoners was tot op
minder dan de helft geslonken. En zij, die
hier na den oorlog woonachtig bleven, had
den nauwelijks een huis kunnen vinden,
waar zij tegen regen en wind beveiligd
waren.
Spoedig waren zij het doel van den tocht
genaderd: een hof door een muur omgeven,
waarin een vervallen schuur, vroeger wel
licht bestemd voor berging van landbouw
gereedschap.
„Dit is de herberg en daarnaast het huisje
van den eigenaar. Ik zal hem waarschu
wen.
Zij liep naar de aangewezen woning en
kwam een oogenblik later terug. Een man
liep naast haar.
„Geef mij den kameel maar; ik zal wel
voor het dier zorgen, tot gij het weder moet
gebruiken, zeide hij. De vreemdeling reikte
hem dc teugels toe.
Onderwijl de kameel in den hof gebracht
werd, liep het meisje weer vooruit. Het was
reeds tamelijk donker, toen zij hij een klein
huisje bleef staan.
„Hier wonen wij. Treed binnen in den
naam des Heeren!"
„Gaarne, dochter Juda's!" antwoordde dö
jongeling en volgde het meisje.
„Gaddis!" riep het meisje, „kom, een
vreemdeling!"
Een zijdeur werd geopend en een jonge
man. die een aarden lampje droeg, waarin
ilijfolie brandde, trad binnen.
„Een voornaam gast, een nakomeling van
den grooten koning David!"
„Manr Respha, hoe komt gij cr hij, dien
voornamen jongeling in onze armelijke wo*
ning te brengen?"
„Wees niet hoos op mijne zuster!" sprak
hij tot den ndeling, „zij is nog jong en
begrijpt d altijd wat zij doet!"
'Wordt vervolgd.)