BINNENLAND. WOENSDAG 3 JUNI 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 OFFICIEELE BERICHTEN RECHTERLIJKE MACHT. Bij Kon. besl. is benoemd tot rechter- plaatsvervanger in de arrondissement^- rechtbank te Rotterdam Mr. K. F. O. James, hoofd-rommies der gemeente-secretarie van Rotterdam. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besl. is aan C. van Doorn, te Aus- terlitz, verleend de eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in zilver; is toegekend de aan de Orde van Oranje- Nassau verbonden eeremedaille, in zilver, aan M. Walraven, te Amsterdam. DIRECTE BELASTING. Bij Kon. besl. is aan P. E. B. Clant Bin dervoet, ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Bergen op Zoom, en aan E. A. Entrop, adjunct-accoun tant der directe belastingen te Leiden, op hun verzoek, met ingang van 1 Juni eer vol ontslag verleend uit 's Rijks dienst; is met ingang van 1 Juni benoemd tot. adjunct accountant der directe, belastingen te Almelo J. Verschoor, tijdelijk adjunct-accountant der directe belastingen aldaar. VLEESCHWAREN UIT ESTLAND. De Minister van Arbeid heeft goedge vonden te bepalen dat. vleeschwaren tot we deropzegging mogen worden ingevoerd uit Estland. RECHTER-PLAATSVERVANGER. Benoemd is tot rechter-plaatsvervanger in rechtbank te Dotterdam Mr K. F. O. J a m e s hoofdcamm'ies Gemeentesecretarie van Rot terdam, wonende alhier. HOFBERICHTEN AANBIEDING GEDENKBOEK. De Koningin ontving in audiëntie ten paleize het Loo Z. Exc. vice-admiraal C. C. Kayser. Deze overhandigde de Koningin een kostbaar uitgevoerd gedenkboek, be trekking hebbende op het 25-jarig bestaan van de Vereeniging „Onze Vloot". DE REIS VAN DE KONINGIN De Kon. Familie zal na het verblijf te Parijs, Elzas Lotharingen bezoeken en ver volgens nog een reis door Tirol maken. Al vorens het paleis Het Loo in het begin van Augustus te betrekken, zal de Kon. familie eerst nog eenige dagen vertoeven ten pa leize van de Koningin-Moeder te Soestdijk. LOOZE VISSCHERTJES VRAGEN VAN KAMERLEDEN DE UITVOERING DER TARWEWET Het lid der Tweede Kamer de heer Van der Sluis heeft den Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat, fn velband met uitvoering van de Tarwewet, aan personeel, in dienst by importeurs van en groothande laren in Amerikaansch meel, ontslag is ge geven en is aangezegd? 2. Kan de minister mededeel en welken omvang dit verschijnsel heeft aangenomen? 3. Wat denkt de minister te doen om deze gevolgen van de Tarwewet zooveel mogelijk te herstellen? GRONDWET EN KIESWET De heer Van den Bergh heeft aan den minister van binnenl. zaken gevraagd: 1. Is Uw Excellentie niet van oordeel, dat de artt. 5 en 6 der Kieswet, welke het kies recht voor Provinciale Staten, respectieve lijk gemeenteraad, mede afhankelijk stellen van het bezit van het rijksingezetenschap, in strijd zijn met de Grondwet? 2. Is Uw Excellentie bereid ten spoedig ste wijziging van deze artikelen te bevor deren, ten einde hen in overeenstemming met de Grondwet te brengen? DE OPVOLGING VAN GEMEENTERAADSLEDEN Het Tweede Kamerlid Van den iBergh heeft aan den minister van binnenl zaken gevraagd, of hij niet van meening is, dat de nieuwe bepaling van art 19, tweede lid, van de Gemeentewet, luidende: „Zij, die hun onslag hebben ingezonden, blijven leden van den raad, totdat de goed keuring van de geloofsbrieven hunner op volgers onherroepelijk zal zijn geworden," tot ernstige moeilijkheden aanleiding zal kunnen geven, terwijl het uittredende lid nog eenigen tijd, somtijds enkele maanden lid van den naad zal blijven? COMMUNISTISCHE CANDIDATENLIJST Het Tweede Kamerlid De Visser stelde den minister van binnenl. zaken de vol gende vragen: Is het de Regeering bekend, dat in den kieskring Ridderkerk, bij de candidaatstel- ling voor de Prov. Staten, de candidaten- lijst van de Communistische Partij ten on rechte door den functioneerenden ambte naar is geweigerd in ontvangst te nemen? Is het de Regeering eveneens bediend, dat het district Zuid-Holland van genoemde partij hiertegen d.d. 26 Maart schriftelijk heeft geprotesteerd en Gedep. Staten ver zocht, hieromtrent maatregelen te nemen, zonder dat hieraan gevolg is gegeven? Is de Regeering bereid hieromtrent een ernstig onderzoek in te stellen en maatrege len te treffen, dat zulke onregelmatigheden m het vervolg niet meer kunnen plaats hebben? ANTWOORDEN VAN MINISTERS VERBETERING AFWATERING IN DE GELDERSCHE VALLEI Door middel van een kanaal? Op de vraag van den heer Van der Weer den betreffende uitbreiding van het onder zoek der commissie-Rutgers van Rozenburg Inzake de verbetering van de afwatering in de Geldersche Vallei tot het doen van een onderzoek aangaande de wenschelijkheid en de mogelijkheid van het aanleggen van een scheepvaartkanaal door die Vallei, heeft de heer Reymer, minister van Waterstaat, geantwoord, dat de commissie-Rutgers van Rozenburg is ingesteld door den minister Yan Binnenlandsche Zaken en Landbouw, die derhalve over uitbreiding van haar op dracht zou hebben te oordeelen. Blijkens een inlichting van genoemden minister heeft bij de instelling- der com missie de gedachte, voorgezeten, dat zij, bij de vervulling van haar taak: „technisch en economisch nader in onderzoek te nemen de verbetering van de afwatering van het gebied van de Geldersche Vallei", volle vrij heid zou hebben en dat daarbij dus ook de mogelijkheid behoort te worden gelaten om de vraag te overwegen, of verbetering van de afwatering technisch niet hot best ware to bereiken door middel van een kanaal, dat dan tevens als scheepvaartkanaal zou kunnen dienst doen. Dit klemt te meer, om dat de behoefte aan scheepvaartwegen zich in sommige streken sterk doet gevoelen. NEDERL. BOND VAN ACCOUNTANTS De Nederlandsche Bond van Accountant: hield Zaterdag zijn jaarlijksche algemeen ergadering te Utrecht Tot leden werden benoemd de heeren: D Buren te Medan (N.O.I.); A. Dijkshoorn te Eindhoven; P. L. Ek te Weltevreden (N.O.I) F. K. Grotjohan Jr. te Amsterdam; W. F. Joanknecht, te Soerabaja (N.O.I.)E. J. Lo- huis te Eindhoven; J. Okkerse te Soerabaja (N.O.I.)W. Waanders te Breda en J. W. Wolff te Rotterdam, die allen het volledige Bondsdiploma hebben verworven. De vereeniging telt thans 103 leden en ruim 200 aspirantleden. Tot leden van den raad van beroep den gekozen de bondsleden A. Nierhoff te Amsterdam en P. Slagman Jr. te Utrecht. CONVENTIE VAN OSLO DE REGEERING STELT GOEDKEURING VOQR Ingediend is een wetsontwerp tot goed keuring van het op 22 December 1930 te Oslo gesloten verdrag tot economische toe nadering met bijbehoorend protocol tus- schen België, Denemarken, Noorwegen, Ne derland en Zweden. In de eerste plaats wordt er in de Memo rie van Toelichting op gewezen, dat het verdrag vooral op twee punten principieel verschilt van de Handelsovereenkomst van Geneve. Op één punt gaat het verdrag van Oslo minder ver dan de Handelsovereen komst van Genève, daar het geen verschil lende groepen van Staten creëert, maar alle Staten gelijkelijk behandelt, en niet als de Handelsovereenkomst de handelspolitiek van sommige Staten vastlegt. Op een ander punt gaat het verdrag van Oslo echter verder dan de overeenkomst van Genève, daar het een nieuw principe in de economische verdragen introduceert, n.l. dat de verdragsluitende partijen zooveel moge lijk elkanders belangen zullen ontzien. Dit nieuwe principe is op duidelijke wijze in préambule tot uitdrukking gebracht Voorts wordt er dè aandacht op gevestigd dat het verdrag van Oslo geheel vreedzaam van aaxd is en tegen geen enkel land ge richt is. Dit punt is ter conferentie be sproken en het bleek, dat er eenstemmig heid over was, dat het verdrag zich teg< geen enkel land zou mogen richten. Ande zijds is van stonde aan de wensch levendig geweest, dat ook andere Staten tot het vreed zame systeem van het verdrag zouden toe treden. Tegen economische bedreiging. In art. II is duidelijk neergelegd het be ginsel, dat de Regeering, die haar belangen door de maatregelen van andere Regeeringen bedreigd acht, het recht heeft concrete voor stellen" te doen tot wijziging, opdat aan de bedreiging worde ontkomen. Weggelaten is iedere gedachte aan onder handelingen, als waarvan in het aanvanke lijk ontwerp der Noorsche Regeering, die het initiatief tot deze overeenkomst had ge- men, werd gesproken, omdat men wensch te voorkomen, dat langs een omweg de tarieven der verdragsluitende partijen tot onderhandelingstarieven zouden worden ge maakt Wat het protocol betreft, zeggen de regee ringen in de eerste plaats, dat zij haar steun zullen verleenen aan de internationale actie tot vermindering van de handelsbelemme ringen en tot verbetering van het ruilver- pei. In de tweede plaats zeggen zij, dat zij èn tot dit doel èn tot beveiliging van haar ge meenschappelijke belangen de in 1930 be gonnen samenwerking wenschen voort te zetten; hier wordt gesproken van beveiliging van gemeenschappelijke belangen, terwijl in de préambule van het verdrag wordt gehan deld over bet ontzien van elkanders be langen. In de derde plaats wordt bepaald, dat de verdragsluitende partijen de mogelijkheid zullen onderzoeken, om het principe van het verdrag ook op andere bepalingen toe te passen. 7die haar onderlinge handelsbe trekkingen zouden kunnen schaden. PAN-EUROPA Naar wij vernemen is het comité van Foorbereiding voor een Paneuropeesclie Jeugdbeweging, waarvan de oprichting kor ten tijd geleden is aangekondigd, er in ge slaagd in vele plaatsen van ons land be langstelling te vinden. Zooals wellicht be kend is het doel der vereeniging propa ganda te voeren voor een Federatie van Europeesehe Staten, welk doel zij voorloo- pig tracht te bereiken door het versprei den van pamfletten en brochures. Soortge lijke comité's werden, opgericht te Genéve, Parijs, Keulen, enz. en men stelt zich voor binnen drie maanden in alle Europeesehe landen afdeelingen te hebben gesticht ten einde een intiem contact tusschen de Europeesehe Jongeren tot stand te brengen. Deze verschillende comité's treden op in nauwe samenwerking, en plannen bestaan om in het voorjaar van 1932 een Internatio naal Jongerencongres te houden. Belang stellenden herinneren wij eraan, dat het secretariaat gevestigd is te Den Haag, Wil lem de Zwijgerlaan 72; DE RESULTATEN DER VOLKS TELLING Blijkens het overzicht van de voorioopige uitkomsten van de elfde volkstelling bedroeg de bevolking van ons la,nd op 31 December 1930 7.920.388 zielen, t.w. 3.935.635 mannen en 3.984.753 vrouwen. Ze was aldus over de provincies verdeeld: Noord-Brabant 897.810 (452.037 en 445.773), Gelderland 829.121 (417.149 en 411.972), Zuid-Holland 1.951.046 (954.281 en 996.765), Noord-Holland 1.503.354 (734.288 en 769.066), Zeeland 247.541 (123.899 en 123.642), Utrecht 405.944 (199.211 en 206.733), Fries land 399.529 (200.079 en 199.450), Overijsel 520.7SS ("263.5-S1 en 257.207), Groningen 392.168 (195.162 en 107.615), Limburg 550.624 (281.100 en 269.524). De vermeerdering der bevolking per jaar, die sedert 1849 steeds stijgende is geweest, is in de laatste 10 jaren gemiddeld iets lager geweest dan in de voorafgaande periode. De totale vermeerdering in de laatste tien jaren is geweest 1.055.074. Door meer geboorte dan sterfte zou, zoo- als uit de volgende cijfers blijkt, de bevol king in de laatste tienjarige periode zijn toegenomen met 1.057.907 personen. Er wer den geboren 1.807.418, er stierven 749.511, de vermeerdering bedroeg 1.057.907 personen. Zoodat het overschot van vertrek boven •estiging in die tien jaren moet zijn geweest 833 personen. DE ZUID-HOLLANDSCHE WEGEN AMBTENAARSSALARISSEN Bij de Tweede Kamer Is ingekomen het ires van den Volksraad in Ned.-Indië, hou dende verzoek het daarheen te willen lei den, dat de door de Indische regeering ■voorgenomen korting van 5 pet. op de sala rissen over 1931 .achterwege blijft. Dit adres is gezonden aan de begrootlng»- commissie voor de Indische begrooting voor 1931. DE CRISIS IN HET VISSCHERIJ- BEDRIJF Naar het „Handelsblad" meldt, ls gister middag te IJmuiden een vergadering ge houden, waarin zoo goed als alle crediteu- in het visscherijbedrijf aanwezig waren Na langdurige besprekingen werd een com missie benoemd, bestaande uit 4 personen een vertegenwoordiger van de kolenleveran- ciers, een van de reparatie-inrichtingen, een van de ijsfabrieken en een van de sto- wers, welke zich een accountant zal assu- meeren. Aan deze commissie zullen allo vorderingen der verschillende crediteuren worden medegedeeld. Hierdoor zal het mo gelijk zijn, een overzicht van de schulden op stilliggende booten te verkrijgen en ook een juist inzicht in de soort. van schulden (hypothecaire, preferente, concurrente). Op deze wijze venvacht men zich een juist oordeel te kunnen vormen over de positie van het visscherijbedrijf te IJmuiden en op grond daarvan te kunnen vaststellen, wat moet worden gedaan om tot een gezonden toestand te komen. TOERISTENVERKEER IN INDIE JAARVERSLAG DER VEREENIGING. Hoewel 1930 in bijna alle opzichten een malaisejaar is, kan deze vereeniging niet klagen over gebrek aan werk door de be langstelling van het buitenland, zooals deze tot uitdrukking komt door bezoeken van toeristen uit den vreemde aan Ned.-Indië. Dit is vooral te danken aan de Kon. Ned. Indische Luchtvaart Maatschappij, o.a. door opening van de luchtlijn Batavia-Palembang- Singapore v.v. Evenals in het vorige verslagjaar was de woerde correspondentie van het kantoor met het buitenland zeer uitgebreid. De aanvragen om informatie van docenten zoowel als leerlingen van scholen speciaal uit Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland waren talrijk Het dagelijksoh bestuur der Officieele Vereeniging voor Toeristenverkeer bestaat uit de heeren F. de Boer, voorzitter, en P. a Baarda, secretaris te Weltevreden. MAASSLUIS-HOEK VAN HOLLAND DE MAASDIJKKWESTIE OPGELOST In de vereenigde vergadering van Delf land is met algemeene stemmen aangeno men een voorstel van dijkgraaf en hoog heemraden om in beginsel te besluiten tot uitgifte in eeuwigdurende erfpacht aan de provincie Zuid-Holland van gedeelten van den Maasdijk, zulks in verband met den aanleg van een weg over den Maasdijk van Maassluis naar Hoek van Holland. AANBESTEDING Het gemeentebestuur van Weststelling- erf heeft opgedragen aan de N.V. Nederl Basalt Maatschappij, Zaandam (bijkantoor Leeuwarden) het verbreeden van den weg 01 delaamsterbrugWolvegagrens Ooststel lingwerf en 't daarop aanbrengen van een deklaag van grof dicht asfaltbeton voor f 1.288.600: DEN HAAG-UTRECHT EN AMSTERDAM-ROTTERDAM Lintbebouwing wordt tegen gegaan. In een nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag over het ont eigeningswetsontwerp voor den aanleg van de weggedeelten van de Gouwe tot den Middelweg nabij het station Moordrecht met inbegrip van de overbrugging van de Gouwe, en van Voorburg tot eerstgenoemd weggedeelte nabij de Gouwe, behoohende tot de Rijkswegen AmsterdamBodegraven- Rotterdam en 's-GravenhageUtrecht—Drie bergen (—Arnhem) zegt dé minister dat het weggedeelte van de Gouwe tot den Middel weg in verband met de daarin te maken kunstwerken grootendeels een vrij liooge ligging zal verkrijgen. Voor dit, weggedeelte is niet op toekomstigen aanleg van een parallelweg gerekend. Van het weggedeelte van Voorborg tot de Gouwe is de kruisbreedte zoodanig bepaald, dat zoo noodig te zijnertijd aanleg van een S.50 M. breeden parallelweg in overweging kan wohden genomen. Deze aanleg moge thans buiten beschouwing worden gelaten. Mocht daartoe later worden besloten, dan zou dit werk niet op kosten van het Rijk, doch voor rekening van belanghebbenden moeten wor den uitgevoerd. Het ligt in de bedoeling bij den aankoop van de benoodigde terreinen zoo weinig mogelijk recht van uitweg naar of over den Rijksweg te verleenen, zulks teneinde lint bebouwing tegen te gaan. Het schijnt ïntus- scben niet wel mogelijk steeds verzoeken om uitweg te weigeren, aangezien ook op verschillende plaatsen overpad over den spoorweg is verleend. Plaatselijk zal, teneinde het aantal krui singen met de snelverkeersbaan te beperken reeds aanstonds een parallelweg voor landelijk verkeer moeten worden aangelegd. De kosten van grondaankoop voor een 8.50 M. grootere breedte zullen van het geheele beschouwde weggedeelte rond 70.000 gulden bedragen. Hiertegenover staat een besparing bij den aanleg, daar de uit de te graven bermsloot vrijkomende grond voor 'n vrij gering bedrag op dien breeden berm zou kunnen worden geborgen. Vooral bij slappen ondergrond vormt de grootere ont eigeningsbreedte een groot, voordeel. Aangezien de parallelweg uitsluitend zal worden aangelegd, wanneer dit in verband met de plaatselijke omstandigheden wo*dt gevorderd en alsdan die weg, door opneming van het plaatselijk verkeer, een veilig ver keer op de autobaan zal bevorderen, terwijl voorts de voorloopig voor den parallelweg te reserveeren strook grond bij de uit voering van den eersten aanleg van den snel verkeersweg in vele gevallen tot bespa ring zal leiden, is de onteigening van de voor dien parallelweg benoodigde strook naar de meening van den minister van al gemeen nut te achten. Het aanvankelijk op een breedte van 2 Meter aan te leggen eenzijdig rijwielpad kan te allen tijde tot 3 M. worden verbreed zonder het gemaakte werk op te ruimen. In verband met de ligging van den weg langs den spoorweg, aan welks zijde dus geen bebouwing is of zal komen, is het aan gewezen één rijwielpad aan de tegenover gelegen zijde van den weg te maken. Het aantal kruisingen met de rijbaan wordt hierdoor tot een minimum beperkt. Ook voor het weggedeelte van de Gouwe tot den Middelweg is een eenzijdig rijwiel pad aan de oostzijde van den weg aange wezen in verband met het in aanleg zijnde weggedeelte van Moordrecht tot Nieuwer- kerk, waar (Je bestaande weg eveneens aan de oostzijde van de baan voor snelverkeer tot parallelweg en tevens tot rijwielpad zal worden bestemd. ari 1925 zijn afgekeurd, maar die tot dusver zich nog niet om hulp hebben aangemeld of hebben kunnen aanmelden, thans binnen de werkingssfeer der wet vallen, dan zou zulks zeer onbillijk zijn tegenover derden, die ook in moeilijke omstandigheden verkeeren, doch niet werden afgekeurd. Het ligt in de bedoeling, indien dit ont werp tot wet verheven wordt, de inwerking- treding te doen plaats hebben tegelijk met de beschikbaarstelling van de voor de uit voering benoodigde gelden, welke thans ook, bij suppletoire wet, worden aangevraagd. De uitkeeringen ingevolge de wet van 13 Mei 1927 werden in den aanvang van elk jaar voor ééns verleend, zoodat zij een ge heel ander beeld vertoonen dan de uitkee ringen, welke op grond van de nieuwe wet zullen worden toegekend; deze hebben n.l. vrijwel het karakter van een pensioen. Ten einde nu te voorkomen, dat indien de nieuwe wet op eenigen datum in den loop van 1931 in werking zal treden over het nog resteerende gedeelte van dit jaar dubbele uitkeering zou plaats hebben, be paalt art. 6, dat de uitkeering over 1931 volgens de nieuwe wet zal bepaald worden op het (voordeelig) verschil tusschen de uit keering, welke belanghebbende krachtens die wet over het loopende jaar zou hebben ontvangen, als de datum van inwerkingtre ding 1 Januari 1931 ware geweest en het geen hem reeds in dat jaar krachtens de wet van 13 Mei 1927 is toegekend. Een verder aangeboden ontwerp van wet strekt tot verhooging met 200.000 van de op art 147 der Defensie-begrooting voor 1931 uitgetrokken gelden ten behoeve van de mo- bil isatie-slpchtof f ers. •De nieuw ontworpen regeling zal op een nader te bepalen datum in werking treden. Gerekend wordt dat dit in den loop van het jaar zal kunnen zijn. Volgens een globale schatting zal de voorgestelde regeling over een vol jaar ongeveer 300.000 meer vorde ren dan voor 1931 is uitgetrokken. Er zal naar gestreefd worden door bespa ring op andere artikelen bedoelde verhoo- ging te compenseeren. VOOR MOBILISATIE-SLACHTOFFERS NIEUWE WETTELIJKE REGELING fhans ls een wetsontwerp ingediend, hou dende een wettelijke regeling inzake 't ver leenen van geldelijke uitkeeringen de mobilisatie-slachtoffers. In de memorie van toelichting wordt her innerd aan de instelling van een commissie te dezer zake naar aanleiding van een toe zegging van den toenmaligen minister van Defensie bij de behandeling der begrooting voor 1929. Hoewel de regeering zeer erkentelijk is voor den waardevollen arbeid, door de com missie geleverd, wijken de regeeringvooretel- len in meer dan één opzicht van die der commissie af. Het ontwerp heeft in het wezen der zaak geen verdere strekking, dan dat het aan de uitkeeringen ten behoeve van de mobilisa tie-slachtoffers een wettelijke basis geeft. Het beloop der uitkeeringen enz. zal worden overgelaten aan een algemeenen maatregel an bestuur, op gelijke wijze als de gewij- igde wet van 2G Juni 1926 zulks doet ten aanzien van de oud-gepensionneerden. Hel voordeel, dat hiermede verkregen wordt, ligt in de meerdere soepelheid der regeling. In de wet zelf moet evenwel worden vast- ïlegd, wie ten deze als mobilisatie-slacht offers moeten worden aangemerkt. De om schrijving komt in hoofdzaak overeen met die in de bestaande wet Echter is zij eenigszins ruimer gesteld en wel ten opjichte van de volgende twee categorieën: a. Zij, die in militairen dienst zijn ge weest tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920 en die na 31 December 1922 (de thans bestaande grens) doch vóór 1 Januari 1925 ter zake van ziels- en lichaamsgebreken zijn ontslagen, alsmede hun weduwen en wee- fa. Zij, die in militairen dienst zijn geweest tusschen 1 Augustus 1914 en 1 Januari 1920, en die vóór 1 Januari 1925 ter zake van ziels- of lichaamsgebreken in het genot van pensioen zijn gesteld, alsmede weduwen en weezen van militairen, die pensioen ge nieten. Aan den anderen kant is het evenwel noodig het aantal als mobilisatie-slachtoffer aan to merken personen te beperken tot hen, die duidelijk het kenmerk als zoodanig dragen. M.a.w. de steun, welken dit wets ontwerp bedoelt te geven, behoeft zich niet uit te strekken tot hen, die weliswaar in lvet mobilisatie-tijdvak of kort daarna zijn afgekeurd, maar wier behoefte aan financi- ecle hulp eerst in de laatste jaren is ont staan, omdat in zulke gevallen niet meer valt uit te maken of die behoefte is ont slaan als gevolg van den militairen dienst, dan wel uit anderen hoofde. Zouden deze oersonen, d.w.z. allen die vel vóór I Janu DE V.V.L.-COURANT Het V.V.L. (Verbond van Vereenigingen van Landsdienaren) brengt in courant en vlugschrift de grieven tot uiting, welke er bij de Indische ambtenaren bestaan tegen de voorgenomen salarisverlaging en die tot uiting kwamen in de bijeenkomsten van 5 April te Batavia en 9 Mei te 's-Gravenhage. In een motie protesteeren alle Ned. Indi sche ambtenaren met groote beslistheid tegen elke vermindering van hun steeds als door de Regeering-zelve gewaarborgd be schouwde toch al uiterst 6obere financieele positie; en nemen zij zich stellig voor, zich met alle wettig geoorloofde middelen daar tegen te blijven verzetten. HET OPHOUDEN VAN ..DE TIJD' In een Zaterdag te Utrecht gehouden be stuursvergadering der R.K. Journalisten vereeniging is besloten tot het zenden van een schrijven aan heeren Commissarissen en Directie der N.V. „De Tijd" te A'dam. Daarin wordt gezegd: Het bestuur der Ned. R.K. Journalisten Vereeniging Zaterdagmiddag in vergadering bijeen, gevoelt zich gedrongen U mede te deelen, dat het met leedwezen en ontstelte nis heeft kennis genomen van de aanstaan de opheffing van 't dagblad „De Tijd" een der gloriën van de Katholieke Dagbladpers, dat het begaan met het lot van al de genen tot heden aan dit dagblad werkzaam toch allereerst haar bekommering uitstrekt over de journalisten van „De Tijd" onder wie met veel dienstjaren in figuurlijken zin Indische jaren; dat het, hoezeer ook overtuigd, dat Com missarissen en Directie, al het mogelijke zullen doen om de buiten betrekking ra kende journalisten aan een nieuwe positie te helpen, in den huidigen malaise-tijd op het welslagen van zelfs energieke pogingen in die richting niet te vast durft rekenen; dat het zich veroorlooft het vaste vertrou wen uit te spreken, dat het bestuur der vennootschap en wat den termijn van op zegging en wat de uitkeering betreft, in den ROFFEL-RIJMEL DE PA LING VIJVER O, groote, wijde waterplas, Die vroeger jaren polder was Naar oude boeken zeggen, Hoe durven ze je volle kom Van hooge wateradeldom Nu iveder droog te leggen? De stoere Staverensche boot, Die jaren z'n bazuin al stoot, Trekt door je blauwe water Een groene streep van schuimend zog; Hoe lang zien we dat kleurspel nog? En wat geef je ons later De bruinbezeilde tjalken slaan Verheugd hun vlugge vleugels aan; De kleine visschersbooten Berooven je van zeebanket En dansen vreugdig aan hun net, Begeeng uitgeschoten. Als t waar is, wat ik heb gehoord, Dat je tc veel vtsch brengt aan boord. In rijk'lijk late ijver, Begrijp ik, dat men je beperkt; Je hebt je in de grond gewerkt Verwaten palingvijver. (Nadruk verbodenLEO LENS ruimst mogelijken zin zal toepassen hetgeen daaromtrent bepaald is in het ontwerp-ar- beidscontract, dat dezer dagen door de Ver eenigingen. van directeuren en journalisten zal worden aanvaard; dat het in het bijzon der ten behoeve van de journalisten met veel dienstjaren aan „De Tijd" en van die met groote gezinnen een tegenmoetkoming tot het uiterste bepleit. dat het tenslotte, maar één bij traditie en historie van „De Tijd" passend einde kent: een zoodanig, dat de werkers, voor wie met „De Tijd" een stuk van hun leven afsluit, de herinnering behouden aan een zoo ruim mogelijke waardeering van hun verdienste lijk werk voor het nobele blad. DE INDIE-POSTVLUCHTEN De P. H .A. G. R. is op de uitreis te Jodphoer aangekomen. Het 17e retourvlieg tuig is te Boesjir geland. Uit Oost-Indie MOORD OPGEHELDERD SOERABAYA, 2 Juni. (Aneta). Het Soera- bajasch Hbld. meldt, dat de moord, gepleegd in den nacht van 27 op 2S Februari 1927 op den onder-voorzitter van den Landraad te Kediri, Raden Pajidji Pawitro Hadinoto, thans tot klaarheid is gebracht door de veld politie. Eerst werd een inlander gearresteerd wegens het klandestien bezit van een revol ver. Van hem werden verklaringen verkre gen. welke wezen in de richting van d« schuld aan de moord, waarop verschillende pensonen werden aangehouden ,van wie ten slotte zeven bekenden bij de moord betrok ken te zijn. De moordenaar, zekere Moham mad Saleh, verklaarde uit wraak te hebben gehandeld. STORHEN OP ATJEH Een militair gedood, vier gewond BANDOENG, 2 Jujii. (Aneta). Het Leger bestuur ontving een telegram uit Atjeh, dat bij een patrouilletodht vanuit de Tangsi, als gevolg van de storm, vier boomen op een brigade gevallen zijn. Eén militair werd ge dood, twee militairen werden zwaar-, en twee militairen werden licht gewond. AARDBEVING BATAVIA, 2 Jujii (Aneta). Een telefonisch bericht uit Djokjakarta meldt, dat zoo juist een hevige aardbeving, te Boemiajoe heelt plaats gehad, tengevolge waarvan het sta tionsgebouw gescheurd is, terwijl gevreesd wordt, dat de spoorlijn is beschadigd. Nadere bijzonderheden zijn nog niet bekend. DE STAHLHELMDAG TE BRESLAU Boven: O), de eerelrlbiine generaal Van Seeckt. de txkroonprffu maarschalk Vak Mackenscn en generaal I on Huiler. Beneden De raandrl hu ll i i.'2 ear den lands,elder Se,die. Me, minder betoogmg deel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5