I I BOUWCREDIETEN H.H. Architecten! J. C HENRI VAN INCEN N.V. HOUTHANDEL V/H Firma J. G. ALBLAS BOUWBLAD No. 105 (Verschijnt eiken MaandagJ, MAANDAG 1 JUNI 1931 I^PICÜI l TRIPLEX!3 Overheidsbemoeiïng met woningbouw Bet 'particulier initiatief is het beste in staat om op een zoo groote schaal en in zoodanig tempo als in onzen tijd wordt gevorderd, woningen tot stand te brengen De Kamer van Koophandel en de Volkshuisvesting ai: Geen woningtekort in sommige huurklassen "Elke valide arbeider moet zonder overheids steun in cenigerlei vorm, de huur van een aan redelijke eischen voldoende utoning kunnen dragen. Elke thans gebouwde woning voldoet aan hooge minimum-eischen Zooals onze lezers reeds weten werd aan ide Kamer van Koophandel en Fabrieken Voor Amsterdam door haatr Commissie voor de Algemeene Zaken advies uitgebracht met betrekking -tot overheidsbemoeiing met woningbouw met welk advies de Kamer fcich in haar openbare vergadering van 28 April j.l vereenigde. We laten dit advies wegens zijn belang rijkheid hieronder in zijn geheel volgen: Het mag welhaast overbodig heeten, te wijzen op het belang van de bouwnijver heid in het ressort van deze Kamer. In de eerste iplaats als onderdeel van het &rasterdamsche bedrijfsleven. Talrijke groe pen van belanghebbenden zijn, rechtstreeks dan wel zijdelings, als werkgever of als werknemer bij het bouwbedrijf betrokken ien van den gang van zaken in dat bedrijf afhankelijk: metselaars, timmerlieden, grondwerkers, schilders, loodgieters, stuca- doors, makelaars, leveranciens van bouw materialen, fabrieken van timmerwerken, sanitaire en centrale verwarmingsindustrie, behangers en stoffeerders, meubelmakers, enz. Te dezer stede worden jaarlijks bouw werken ter gezamenlijke waarde vian naar schatting ten minste f 35 millioen afgele Iverd; het daarbij aan arbeidsloon uitbe taalde bedrag wordt geraamd op f 15 tnillioen. Een en ander kan slechts leiden tot de slotsom, dat het bouwbedrijf op de aan dacht van de Kamer, als door de wet aan gewezen vertegenwoordigster van handel pn nijverheid, ten volle aanspraak heeft. Daarnaast vertoont de bouiwnijveiheld I echter op den voorgrond tredende sociale en cultureele aspecten, doordat zij voorziet in één der voortik individu essentieel© le vensbehoeften: de woning. Dat de bouwnijverheid daarmede een ge- Wichtige sociale functie vervult, brengt mede, dat zich gereedelijk op dit gebied om standigheden kunnen voordoen, waaronder een vrij spel laten aan de economische krachten, met het oog op groote algemeene belangen niet gewettigd ware. Het, al dan niet door dwingende bepalin gen, laten gelden van andere dan zuiver economische overwegingen in de bouwnij verheid behoeft echter, naar de meening Van onze Commissie, geenszins op zichzelf 5n conflict te komen met de economische behoeften in breederen zin. De mogelijk heden van economische ontwikkeling en, als uitkomst daarvan, de economische wei- waart van een stad, wordt mede beheerscht door het peil van ontwikkeling waartoe de volkshuisvesting is opgevoerd; dat dit peil in overeenstemming blijft met de hoogte, welke wordt bepaald door de omringende omstandigheden (voortschrijdende begrip pen omtrent hygiëne, zedelijkheid, e.d.) is een algemeen belang, zoodat op dit gebied Voor de overheid een taak kan zijn weg gelegd. Deze erkenning brengt echter niet mede, ÜaJt de Kamer prijs zou moeten geven haar tot dusver onverzwakt gehandhaafde over tuiging, dat in het algemeen de overheid haar taak moet beperken tot besturen en wat daarmede samenhangt (wetgeving en toezien op het naleven daarvan, openbare werken, handhaven van openbare orde, enz.) cn dat haar activiteit op het terrein waar hq't particulier initiatief werkzaam is, niet dan aanvullend, controleerend en regu- leerend mag zijn, voor zoover dit particulier initiatief, tot nadeel van het algemeen be lang, te kort schiet. Naar het oordeel van onze Commissie moet iprincipieel op den voorgrond staan de voorziening in de woningbehoefte door het particuliere initiatief, niet alleen omdat het particuliere bedrijf het beste in staat is om op een zoo groote schaal en in zoodanig tempo als in onzen tijd wordt gevorderd, woningen tot stand te brengen, maar ook omdat overheidsbemoeiing, gepaard gaande met het leggen van de lasten van de huis vesting van bepaalde grepen der bevolking op de gëmeenschap slechts gerechtvaardigd is, indièn het algemeen belang dreigt te jvorden geschaad. De vraag, of zulk een nadeel al dan niet Voldoende ernstig is voor de overheid om te treden buiten haar normaal terrein van werkzaamheid, wisselt met de tijden. Een algemeene formule is niet te geven van hetgoen in dit verband al dap niet toelaat baar is; dit zal van geval tot geval moeien worden getoetst aan de bizondere kenmer ken van elk geval en in het Jicht van do omstandigheden op het oogenblik, waarop het zich voordoet. De opvattingen omtrent de mate, waarin b.v. een door de overheid op woningbouw uitgeoefend toezicht toelaatbaar en hoodig is, hebben, ook in kringen van het bedrijfs leven, in den loop der achter ons liggende tientallen jaren ingrijpende wijziging on dergaan. Onize Commissie, hoezeer over tuigd van de primaire beteekenis van her Vrije bedrijfsleven, ook uit een oogpunt van doelmatige voorziening in de woningbe hoefte, sluit niet de oogen voor de tekort komingen van den particulieren bouw in het verleden en erkenit het nut van het. bouw- en woningtoezicht der gemeente uit een oogpunt van algemeen belang, waar van een zeker deel van de bewegingsvrij heid van het particuliere bedrijfsleven ten offer mag worden gebracht. Voor zoover de huidige bemoeienis der overheid met de volkshuisvesting verder gaat dan het geven van algemeene voor schriften en het controleerend en regulee- rend optreden als bovenbedoeld, treedt de overheid buiten hetgeen hierboven haar normale taak werd genoemd. Gezien echter de bij de volkshuisvesting betrokken alge meene sociale en cultureele belangen, kan het ook naar het oordeel van onze Commis sie, onder omstandigheden, toelaatbaar zijn, dat de overheid inzake volkshuisvesting, aanvullend optreedt. Zoo zal men zich erbij moeten neerleggen dat, waar, zooals thans het geval is, de huur prijs van een behoorlijke woning de koop kracht van een deel van de bevolking ov schrijdt, de overheid het bouwen van wor gen voor de hier bedoelde klassen der be volking door bizondere middelen bevordert of mogelijk maakt, indien vast of te vree- zen staat, dat de particuliere bouwnijver heid op dit gebied te kort schiet, c.q. door de omstandigheden te kort moet schieten Het besef dient intusschen levendig te blij ven, dat het een economische wantoestand is, dat een ongelijkheid tusschen hetgeen aan huur kan worden betaald en het bedrag dat, gezien dc bouw- en exploitatiekosten van een woning, tenminste in de huur moet worden gevonden, bestaat en, door het over bruggen van deze ongelijkheid op de voor omschreven wijze, in zekeren zin kunst matig wordt gehandhaafd. Al is voorsbands geen andere uitweg voorhanden, zoo dieni toch ails einddoel in het oog te, worden houden, dat elke valide arbeider zonder overheidssteun in eenigerlei vorm, de huur van een aan redelijke eischen voldoende woning moet kunnen dragen. Inmiddels het noodzakelijk, om daar waar dit moge lijk is, de betrokkenen zelf hun aandeel in bouw- of exploitatiekosten te doen dragen. Een grens met name een bepaalde huurwaarde aan te geven, beneden wfelke het bouwen van woningen voor den parti culieren óndernemer zonder bizondere maat regelen als bovenbedoeld, uitgesloten is, acht onze Commissie niet-doenlijk. De mo gelijkheid jYan"het-bóuwen van rendabele woningen wórdt daarvoor in te sterke mate )aald door veranderlijke omstandigheden, het bizonder door de eischen, welke de overheid aan woningen en het bouwen er van^ stelt, en door de vraag, of, waar, in welken omvang en tot welken prijs grond voor woningbouw voor den particulieren ondernemer te verkrijgen is. Zoo zal b.v. als deel va ineen groot woningcomplex, voor een woning in vele gevallen met een belangrijk lageren huurprijs kunnen worden volstaan; dat winkels mogen worden aangebracht, zal den huurprijs van de erboven liggende per ceel en kunnen drukken, e.d. Juist doordat de overheid op de omstan digheden, welke dn dit verband van betee kenis zijn gron duitgif te, woningtype, ver kaveling der terreinen e.d. in belangrijke mate invloed kan uitoefenen, dient zij naar het oordeel van onze Commissie niets onbe proefd te laten om de particuliere bouwnij- veiheid aan te trekken tot en haar het bou wen mogelijk te maken van woningen, wel ke thans buiten haar bereik liggen. De op lossing van het voor breede lagen der be volking thans, uit sociaal oogpunt bezien, nog zoo brandende 'woningvraagstuk, zaï daardoor worden bevorderd en bespoedigd. Voor zoover betreft woningen van een hoogere huur dan de hier bedoelde cate gorie, welke derhalve door den particulier ren ondernemer ook thans kunnen worden gebouwd, zonder bizondere voorzieningen of steun van de overheid, kan overheidsbe- gereedelijk leiden tot nadeel voï>r particuliere belangen. Voor een Kamer van Koophandel bestaat' echter naar het oordeel van onze Commissie slechts reden tot het doen van een uit spraak, wanneer in een be.paald geval uit een, al dan niet toelaatbaar treden buiten de normale overheidstaak, schade van eco- nomisehen aard voortvloeit, 1 welke naar haar meening in andere overwegingen geen voldoend tegenwicht vindt. Schade van economischen aard, als waar m hierboven sprake, kan van overheidsbe moeiingen het gevolg zijn, in dien zin dat: le. voor den partieeu lieren bouwer de ge legenheid tot het uitoefenen van een loonend bedrijf wordt verkleind, doordat door of met steun van de overheid huizon worden ge bouwd, aan welke behoefte bestaat cn voor welke de economische mogelijkheid ook voor den particulieren bouwer heeft bestaan, dan wel een reeds aanwezig overschot van woningen, wordt vergroot; 2e. in de met overheidssteun gebouwde woningen als gevolg van dien steun, voor een bepaalde huursom den bewoners meer kan worden geboden dan voor den particu-, lieren bouw zonder dien steun mogelijk is, hoewel bedoelde bewoners óf zeer wel in staat zijn de huur te dragen welke het par ticuliere bedrijf moet eischen, óf op het geen de woning aan bijzondere gerieven biedt niet een zoodanigen prijs stellen of daaraan zoodanige behoefte hebben, dat het gewettigd is uit dien hoofde kosten of ri sico daarvan op de gemeenschap te leggen; 3e. bij het bouwen van woningcomplexen bijv. indien dit door overheid of woning- bouwvereenigingen aan één of een gering aantal aannemers wordt opgedragen een belangrijk kleiner aantal onderriemiers wordt betrokken dan anders het geval ware ge weest Als overwegingen, welke overheidsbe moeiing in gevallen als de hier bedoelde zou den kunnen rechtvaardigen, ziet onze Com- le. het niet-voorzien door het particuliere bedrijf in het vereischte aantal woningen, ondanks de aanwezigheid van een huurders klasse, die een rendabele huur ikan dragen; 2e. het niet-voorzien in woningen van be hoordij ke hoedanigheid. Met 'betrekking tot het onder le. genoemde punt moge erop worden gewezen, dat do bouwondernemer, reeds uit hoofde van de noodzakelijke continuïteit van zijn bedrijf, geen gelegenheid zal laten voorbijgaan, waai- hij, ixtdiien eenigszins mogelijk, kén 'bouwen. Dat de door de grondgesteldheid te dezer ste de vereischte voorzieningen voor het bouw rijp maken van den grond, medebrengen, dat bouwgrond slechts in beperkte hoeveelheid beschikbaar komt, werkt ertoe mede, dat de bouwondernemers een gelegenheid om to kunnen bouwen, niet licht ongebrukit voorbij zullen laten gaan. De hieronder volgende cijfers betreffende in de jaren 19261930 o pnieuw terrein vol tooide woningen spreken een duidelijke taal, dat betreft het belangrijke aandeel, dat de particuliere nijverheid in de woningvoorzie ning van onze stad ook in de laatst verloop en jaren, heeft gehad: prem. of hyp. gar. of bedr. 6.284 5.055 3.278 4.710 Wel kan niet worden ontkend, dat het ver loop van 'het cijfer der in aanbouw zijnde wo ningen, laatstelijk een voor den particulie ren bouw ongunstiger beeld vertoont, zooals blijkt uit de hieronder volgende gegevens be treffende woningen in uitvoering aan het einde van de na te noemen maanden: Dec. Par tic. bouw Ver. 'bouw. Gem. bo%w 4.327 3.812 2.924 2.753 717 1.2J Dat in sommige huurklassen van een wo ningtekort niet kan worden gesproken, in de re huurklassen een marge daarentegen feitelijk niet (bestaat, leert onderstaand over zicht van de aan de Woningbeurs als te huur ingeschreven woningen: ;r« ll -9 £j2 ||g ga - g" - Ss?l|SS8si I 2; S3 2- i.cio.deia.ó.0. g Sf 11: Bovendien stonden 2S9 winkelwoningen of aiidere bedrijfsruimte als te huur ingeschre van. De woningvoorraad moet nog worden verhoogd met 1.464 hofjeswoningen. Niettemin worden, gelijk een aanschou wing van hetgeen in de nieuwe wijken Amsterdam in aanbouw is, gemakkelijk leert juist in huurklassen, van welke blijkens bo venstaand overzicht een groot aantal wonin gen onbewoond staan, op uitgebreide schaal door de particuliere bouwnijverheid, wonin gen gebouwd. Onze Commissie meent dit ver Schijnsel o.m. daaraan te moeten toeschrij ven, dat de particuliere bouwondernemer slechts in de hier bedoelde wijken bouw grond, en daarmede de mogelijkheid vindt om zijn bedrijf gaande te houden, hoezeer ook hij de eerste zal zijn om te erkennen, dat hij daarmede slechts een. reeds aanwezig woningoverschot vergroot en hoezeer ook hij wellicht de voorkeur zou geven aan het bou wen van woningen van lagere huur aan welke immers een belangrijk grootere behoef te bestaat indien hij over daarvoor in aan merking komenden grond kon beschikken en indien de door de overheid aan die wonin gen gestelde eisdhen den bouw praktisch niet verhinderen. Wat betreft dè hoedanigheid der wonin gen, is ons slechts kunnen blijken: le. dat te Amsterdam de voorsdhriften be treffende den woningbouw en het op de na leving daarvan uitgeoefende toezicht, waar borg bieden, dat elke thans gebouwde wo ning aan hooge minimuin-eisoheu voldoet; 2e. dat de scheidingslijn tusschen goede en „minderwaardige" woningen niet loopt tus schen woningen door de overheid of met haar steun gebouwd, en die van de particu liere nijverheid, maar dat in beide groepen de hoedanigheid- der woningen uiteenloopt. Wat de particuliere bouwnijverheid betreft; is het b.v. voor de ondernemers, die huizen bouwen om deze zelf te exploiteeren een eigen belang, aan de hoedanigheid van do woningen zoodanige zorg te besteden, dat met spoedig uit noodzakelijk onderhoud, voortvloeiende uit gebreken van het huis zelf. hooge kosten zullen voortvloeien. Naar de meening van onze Commissie kan den particulieren bouwondernemer van te genwoordig niet in algemeenen zin verweten dat hij achterblijft, in het toepassen in zijn woningen van hetgèen door nieuwe hygiëni sche, aesthetische en com fortbehoeften wordt Houth. v/h N.V. J. VAN SCHIJNDEL Co. Hoofdkantoor: Oost-Admiralifeitskade 4^^TJotïërdam ANNO 18S3 Opslagplaatsen, Zagerij en Schaverij: Nassauhaven—Boerenga- vereischt. Groote wijken, die ertoe bijdragen Amsterdam te maken tot een „Mekka voor Stedebouw" danken haar aanzijn aan het particuliere bedrijf. Wel erkent onze Commis sie, dat de overheid door haar voorschriften ten aanzien van den woningbouw aanzien lijken invloed op het baanbreken van nieu we begrippen heeft uitgeoefend. Dit doel wordt echter in de eerste plaats door de hoe danigheid van de aldus gebouwde wonipgen en derzelver uitrusting bepaald, en, binnen zekere grenzen althans, niet door haar aan tal, zoodat hierin op zich zelf geen recht vaardiging ligt voor een bemoeiing, welke in haar omvang uitgaat boven hetgeen is ivereisoht om aan het particuliere bedrijf een toe te juichen stimulans te geven. In het algemeen zal bij het vergelijken van hetgeen voor een bepaalde huur wordt ge boden in door de particuliere nijverheid ge bouwde woningen en die van overheids- of vereendgingsibouw, nimmer uit het oog mo gen worden verloren, dat een verschil ten gunste van laatstgenoemde geheel of gedeel telijk zijn grond kan vinden in door de over heid verleenden steun of door haar overge nomen risico, waardoor b.v. tegen voordeeli- ger voorwaarden de voor den bouw benoo- digde middelen bunnen worden verkregen. Het.zal na het -bovenstaande geen verwon dering behoeven te wekken, dat het onze Commissie niet mogelijk is gebleken, nauw keurig omlijnde algemeene normen vast te stellen, aan welke in een bepaald geval de toelaatbaarheid van actieve overheidsbe moeienis kan worden getoetst. Immers, het daarvoor zich opdringende creterium een bepaalde huurgrens kan op zichzelf niet beslissend zijn, daar de werkelijke beteekenis van den huurprijs van een bepaalde woning slechts kan worden beoordeeld, indien daar bij. zoowel de grootte en de inrichting der huizen en de daarin aanwezige gemakken, als de gezinnen, voor welke zij bestemd o» geschikt zijn, mede in aanmerking worden genomen. Wel moge hier worden geresumeerd, dat naar het oordeel van onze Commissie de wo ningbouw in beginsel dient te worden over gelaten aan het particulier initiatief, behou dens aanvullende, controleeren de en regu- leerende bemoeiing van de overheid. Wat be treft de woningen, welker bouw onder de vooihanden omstandigheden voor den parti culieren ondernemer niet mogelijk is, mag niets worden nagelaten om het particuliere initiatief ook op dit gebied aan te trekken en in staat te stellen, zijn werkzaamheid te ontplooien. In het bovenstaande wezen wij reeds enkele factoren aan het bouwen van groote complexen, het daarin opnemen van winkels e.d. dit de huurgrens, bij welke een woning rendabel is, kunnen verlagen. Onze Commissie behoudt zich voor, zich omtrent de gevallen van optreden van de overheid te Amsterdam op het stuk van den woningbouw rekenschap te geven van de be zwaren, welke uit eén oogpunt van de bij de wet aan de Kamer toevertrouwde belan gen van handel en nijverheid daartegen be- staan. [BINNENHUIS-INRICHTINGEN =j A. VISSER ZONEN Meubelmakers Rotterdam i WoonhuisLambertusstr. 101 i Werkplaats Schoutenstr. 131 De Paleis-Raadhuiskwestie Prof. Ir. J. A. G. van der Steur en Dr. Jan Kalf hebben zich tot den minis ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen gewend, en verklaren in een adres met rootste verbazing kennis te hebben ge in van het voorstel, door de Regeering aan het gemeentebestuur van Amsterdam gedaan betreffende het voormalige stadhuis van die gemeente. Zij hebben vertrouwd, dat het .gemeente bestuur dit voorstel van de hand zou wijzen beseffend, dat de verwezenlijking van het geen het beoogt, de volkomen vernietiging van het gebouw als architectonische schep ping zou vorderen. Krachtens de door de Regeering hun ge geven opdracht als leiders van de bewaking van de Nederlandsche monumentenschat, maar ook, en niet minder, krachtens het eigen gezag van mannen, van wie de een zijn geheele leven, en de ander een groot deel ervan, aan de studie en de instandhou ding van de gedenkteekenen der Neder landsche bouwkunst heeft gewijd, achten zij zich verplicht en bevoegd, openlijk te ver klaren: dat het oude stadhuis van Amsterdam het meest grootsche monument van Neder- .landsche bouwkunst is; dat de beteekenis er van ,tot schande van het land, sinds meer dan een eeuw is ver duisterd, omdat de aanblik van het inwen dige tot onherkenbaar wordens toe ver minkt is bij de verbouwing tot Koninklijk Paleis; dat een herstel tot zijn oorspronkelijken luister grootendeels nog zeer goed mogelijk is, dank zij het beleid en de piëteit, waar mede de architect Ziesenis die verbouwing heeft uitgevoerd; dat dan echter geen der vertrekken op de hoofdverdieping voor woondoeleinden Kan blijven bestemd en geenerlei afscheiding in de galerijen blijven gedoogd, zoodat iedere poging het gebouw toch opnieuw en thans voor goed, tot paleis te bestemmen, waarbij juist de bewoonbaarheid verbeterd zóu moe ten worden, een nog teel ernstiger, en nu duurzame, schennis zou beteekenen; dat de Regeering den plicht heeft de kunstwerken, die liet voorgeslacht heeft na gelaten, in eere te houden en dus niet mag gen, dat het belangrijkste architecto nische monument van het land voor goed wordt verminkt; dat Zij ongetwijfeld met de beste bedoe lingen haar voorstel gedaan heeft, maai dat daaraan de grondslag ontvalt, nu haar eigen deskundigen moeten verklaren, dat wat Zij beoogde, onmogelijk, want ontoe laatbaar is. Het is daarom, dat zij met diepen ernst een beroep doen op den minister, die im mers krachtens het. vertrouwen van Kroon en Volksvertegenwoordiging, de taak heeft in opperste instantie te waken óók over de belangen van de kunst, cn in allep eerbied zich veroorloven met den meesten aandrang hem te verzoeken het daarheen te leiden, dat het onuitvoerbaar voorstel der Regee ring worde ingetrokken en aan een klein getal van architecten en kenners van onze ui de bouwkunst worde opgedragen 'e bera- ui, op welke wijze het oude stadhuis van isterdam in eere kan worden hersteld en ..it welke doeleinden het dienstbaar kan i worden gemaakt. UW ADRES ▼oor Uw DRUKWERKEN Drukkerij LIBERTAS EOUDSCHE SINGEL 105 - ROnERDAM Teleloon 22490 (4 lijnen) Inlichtingen Hinderwets- Bureau van Ingen Vlietstraat 8b, - Rotterdam Telefoon 11748 LET OP de MEDEDEELING op bladzijde 1 Rotterdamsche Boaz-Bank N.V. Telefoon 1385-1386 Pompenburgsingel 13 ROTTERDAM VRAAGT INLICHTINGEN EN CONDITIËN Inlichtingen bebouwing aan den Terbregscheweg te Hillegersberg bij Vlietstraat 8b Rotterdam Telefoon 11741 VESTIQT U TE UILLEQCBSBEPq Handel Maatschappij N.V. „HET BOUWBEDRIJF" HANDEL IN BOUWMATERIALEN Drijfstee '-Betonblokjes voor B tonwerken Kantoor, Magazijnen en Industrie: AELBRECHTSKADr 1 - TeleL 30933 ROTTERDAM VILLA'S te BILTHOVEN - Te bevragen Bllttioven's Grondbezit NV. M.J.FE EMSTRA'S DRIJFSTEEN oh BI MS INDUSTRIE CAPELLE A/O USSEL TEL. 21 WADDINXVEEN TELEFOON No. 6 OPSLAGPLAATS ROTTERDAM aan den Zwaanshals No. 203-205 - Telefoon No. 40891 Duime woningmarkt in den Haag In de Residentie is reeds eenige jarén 'een belangrijke stijging waar te nemen aantal leegstaande woningen beneden f 4 per week, n.l.: October 1927 83. October 1928 140, October 1929 270 (2.7 pCt.) October 1930 411 (4.2 pOt), alle oude, reeds bewoond ge weest zijnde woningen. Uit-deze cijfers blijkt, da/t bij een aan bouw uitsluitend in huurprijzen boven en veelal belangrijk boven f4 per week, on danks de toeneming der bevolking en de ver mindering van het aantal beschikbare wo ningen beneden f 4 per week, steeds meer woningen in deze huurgroep vrijwillig wor den verlaten, doordat regelmatig een aantal gezinnen deze goedkoope woningen, die uiteraard van minder goede kwaliteit zijn hoewel nog niet voor onbewoonbaarver klaring in aanmerking komende voor een duurdere en betere verwisselt. Hiermede verband houdt het feit .dat van October 1929 tot October 1930 het aantal leegstaande woningen in de huurgroep van f 5 tot f 6 afnamen van 191 (1.27 pCt.) tot 149 (1 pCt.). Op die woningen toch wordt een steeds toenemend beroep gedaan door de uitbreiding der bevolking en door den drang naar opschuiving, terwijl bovendien het aantal dezer woningen van 14.956 tot 14.845 verminderde. In de onmiddellijk Hieraan voorafgaande huurgroep (f 4 tot f 5) viel nog een stijging te constarteeren van 102 tot 148, hoewel* ook hier het aantal aanwezige woningen af nam (van 9028 tot 8916). Beide klassen tezamen vertoonden een nagenoeg constant aantal leegstaande woningen (293 en 297) bij een afneming van bet aantal aanwezige woningen van 23.984 tot 23,761 (leegstaand 1.22 en 1.24 pCt.). Tn de volgende huurgroep (f 6 tot f 7) waarin nieuwe woningen werden gebouwd (het aantal aanwezige woningen vermeer derde van 14.646 tot 15.005) bleef het aantal leegstaande woningen vrijwel constant (337 en 340) Dit aantal (2.3 pOt.) is onder de tegenwoordige omstandigheden alleszins voldoende te achten. Het aantal leegstaande woningen in de hoogere groepen is zelfs zóó groot (meer dan 4 pCL) dat het percentage over den ge- heelen voorraad meer dan 3 pet bedraagt. In 's-Gravonhage is dus het bewijs gele gerd, dat bij een voldoend ruime woning markt in de normale behoeften aan goed koope woningen voor een groot deel door opschuiving wordt voorzien. De allereerste voorwaarden zijn evenwel n ruime woningmarkt en een regelmatige voortgang van de woningproductie, terwijl als vanzelfsprekend, wil de opschuiving kunnen werken, een goed deel der nieuwge bouwde woningen althans binnen het bereik der beter betaalde arbeiders en der kleine middenstanders moot liggen. Alleen in de Senv™d.lnakaanan„a^r°deXSTEÏS DUITSCHE CEMENTINDUSTRIE Bouwplastiek Op de te Arnhem gohouden derde alge meene jaarvergadering van liet Nederl. In stituut van Architecten hield de heer Brou w e r, beeldhouwer te Leiderdorp, een cause rie over Bouwplastiek, waaraan u-ij het vol gende ontleenen: De moderne bouwkunst aldus spr. toont al meer en meer, dat zij wil breken met het fatsoenlijk-vervelende van dc Renais sance. De beroemde gebouwen van den laatsten tijd, zooals het Rotterdamsch Raad huis en het Koloniaal Museum te Amster dam, leggen daarvan getuigenis af. Wat wil het realisme in de beeldhouwkunst van onzen tijd? Het wil zichzelf weer worden; het zoekt waarheid. De beeldhouwkunst vormt een integree rend deel der bouwkunde. Wat de ceremo nie is bij den godsdienst, is de beeldhouw kunst in de bouwkunst. De oude Grieken wisten reeds, dat de beeldhouwkunst sprak tot het innerlijke. De Renaissance betracht de uiterlijkheid. Waarachtige kunst is altijd op het inner lijke gericht. Jammer genoeg is in Holland een streven merkbaar om ter leering te gaan bij het Boeddhisme. De beeldhouwers van tegen woordig stellen hun plastiek niet in op den vorm van het gebouw waar hun werken moeten aangebracht worden. Zoo is het met het gebouw „Mercurius" te Amsterdam, de beelden op zichzelf charmant zijn, ze passen niet in het kader van het gebouw. Op het dak van het Paleis te Amsterdam staat een formeele warwinkel van beeld houwwerken, waar men niet uit wijs kan worden. Men moet tot zichzelf trachten te komen in de kunst De plastiek moet ons opheffen uit het aardsche en opnemen in iets hoogers, welke verheffing allerminst ncsthetisch behoeft te zijn Zij heeft allerminst te maken met schoonheid en smaak. De waarde van allo kunst is de waarde van «ie gewekte sugges tie. Iets dat ons niet opheft uit het aardse he is geen kunst. De geitouwen van tegcmvooi- dig missen die suggestie. Conpoloesche plas tieken bijv. zijn voor ons on-aestlietiscli, maar kunnen suggereeren. Zij staan nog echter aan hot begin van hun cultuur. De plastieken, welke gemankt zijn om aesthctisch te zijn. werden slechts gemaakt uit persoonlijke ijdelheid. Dat is echter geen dienen van de kunst. Men aapt elkaar te veel na. Men zie slechts de beelden op do moderne gebou- wen in onze groote steden Men gaal de kunst verminken. Spr. noemt dit kwajon- genswerk, vandalisme Men moot daar te gen vechten. Spr. wekt op. om de vernieti ging van ons cultureele bezit te verhinde ren. Wij moeten niet terug gnnn tot de Re naissance. de Gothiek of de oude Grieken, maar tot ons zelf. door den bouw van woningen ter vervan ging van krotwoningen van de opschuiving worden verwacht, dait in de behoeften aan goedkoope woningen op voldoende wijze langs indirecten wog zal wonden voorzien. Het aantal gemeenten, waar aan deze voor waarden wordt voldaan, wordt geleidelijk groover. Onderhandelingen over een qemeejischap van belangen. Naar wij uit Dusseldorp vernemen voert de Wickingsche Portland-zement und as- serkalk-werke onderhandelingen over bel «luiten van e«>n gemeenschap vnn belangen Söl\ ,e Zcmcnt'abrik Dyckerhoff und

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9