Nog eens radio Handwerken MOD E-VAKSCHOLEN Het is, geloof ik, al een paar maanden ge- den dat ik hier een stukje plaatste „Radio in ding van onzen tijd", waarop ik een iar weken later in de correspondentie sloofde nog eens terug te zullen komen. Het begin daarvan moet zijn een beken- nis. Het stukje was namelijk niet in de- ilfde week gesohreven maar lag; reeds ikele weken of maanden. Het was een lemmingsproduot, een „uitval", waarvan zelf, dadelijk nadat ik het had geschre- in, heb gedacht: nee dat is eenzijdig, dat oet ik zoo niet plaatsen, beter om iak tegelijk ook eens van een andere beschouwen. En zoo bleef het toen even liggen. Maar ja, dan gaat het, zooals het in een ushouden ook wel eens gaat; de eene keer et 't middagmaal of de kamerbeurt er wel wat beter uit dan de andere of gebeurt u nooit dat ge, door onverwacht bezoek, >or een akeligen tegenslag van verbran- n, overkoken of zooiets, ongedacht wordt (gehouden en daarna met een beetje arische slag u door de rest heenslaat en ompelt: nu ja, dat moet dan vandaag aar 's zóó! En als dan onder het eten nand zegt dat de aardappelen niet zoo uimig, de jeu niet zoo smakelijk als an- rs of de bloemkoolsaus te dun is, dan omt ge nu ja, 't kan ook niet altijd zoo ortreffelijk zijn. Zie, zoo gaat het hier ook wel eens, en 't misschien niet onnut, als ik dat ag zeggen, voor de vele lezeressen die ar zeer gewaardeerde brieven gewoonlijk ginnen met de verklaring dat zij: onze rubriek trouw elke week lezen, er veel uit leeren, er vaak eens wat van steken. Ook veel waardeeren, enz. enz. maardat zij het niet altijd met alles as zijn, enz. (als zij dit nu eens mogen «en). VVel lieve lezeressen, schatten die ge zijt, at mij dan nu ook eens mogen zeggen. ik dat juist erg leuk van u vind, dat ik mijn beurt, dat graag lees, er vaak wat n opsteek en het óók waardeer. Want usch, als u het altijd met me eens was, ik u eigenlijk maar erg vervelend vin- in, ik zou nooit wat van u leeren en mis- ïien zelfs zou ik liet ergste wat be- lat er eigenwijs door kunnen worden. Geloof me, zelf ben ik het er ook niet al- mee eens, dat is te zeggen, ik bedoel et, dat ik andere uitspraken zou willen, ik dus niet zou hebben gemeend, t ik schreef, neen, maar met de plaatsing ik het zelf lang niet altijd eens. Het gebeurt en dit is nu een heele con- fefltie me vaak genoeg als ik zoo Vrij- of Zaterdag 's avonds onze (zie, nu- zeg onze, want heusch het hangt niet al- n van mij, maar voor een groot deel ook n lezeressen af wat er zooal in deze ru- ek komt) onze pagina doorlees, dat ik n tegen mezelf brom: zeg heb jij dat nu usch zoo gedaan? Vond je dat nu alle- aal de moeite van 't schrijven en drukken lard? En heusch, kritisohe maar goedwillende eresl heusch zoo oud als ik ben, daar x>s ik dan nog heel vaak eens bij. Maar wat zal je daar dan nog aan doen? oral als je dan in dezelfde week over de lfde pagina een enthousiaste brief krijgt n een vriendelijke lezeres die verklaart n de laatste keer weer zoo bijzonder ge ilen te hebbenJa dan lédt je het er aar weer bij, en denkt, de brommers .van DE WEG SjIk ben de weg" .(Joh. 14 Indien (rampzalige gedachte!)' Indien het al (misleiding is, ik, daar 'k op genade wachté En naar des hemels vreugde smachte, .Gesleept wordt in de duisternis, idlen ook mijn ziel zal behooren Tot die daar meenen in te gaan, aai 't vreeslijk vonnis moeten hooren: „Daar zijn slechts weinigen verkoren, „Ook gij waart op de breede waan", idien (gelijk de dwaze (maagden, Die in den nachtelijken stond ch in een zoete ruste behaagden, i, doch te laat, naar olie vraagden) Ook ik de deur gesloten yond; idien de vioed van heete tranen, Zoo vaak aan 's Heeren voet geschreid, i die 'k oprecht had durven wanen, in weg was dien 'k mij zelf wou banen, Een weg van eigenheiligheid; do 't woord, dat tot de huichelivromen mond des grooten Konings spreekt, »r mijn ook eenmaal werd vernomen: dijn vriend, hoe zijt gij hier gekomen, „Daar u het bruiloftskleed ontbreekt?" denkbeeld, dat mij keer op keere Met vrees en droefnis had vervuld, 5t ik dit woord kreeg van den Heere: k ben de weg, waardoor ik zwere „Dat gij het heil bereiken zult- u uw zonden wel berouwen, „Zoo gij u gansch verloren weet, !n u aan Mij wilt toevertrouwen, !p mijn gerechtigheid wilt bouwen, „Is 't bruiloftsmaal voor u gereed. rerlaat uw twijfelmoedigheden „Door schandlijk ongeloof gewrocht: k heb voor u aan 't kruis geleden, roor u den doodstrijd doorgestreden, „'k Heb met mijn bloed u vrijgekocht". heerlijk woord voor wie 't gelooven! Hij is de weg, die nimmer faalt: 'eg, naar 't Jeruzalem daarboven, Weg, waar geen zondaar op verdwaalt, Jj is de weg, dien 'k mag betreden, De weg naar 't hemelsche gewelf; 'ij is de deur der Zaligheden, e doorgang naar 't herwonnen Eden, He weg, de deur, de Hemel zelf! heden kunnen dan een andere keer weer eens tevreden gesteld worden. Deze lange inleiding dient niet alleen voor de kleine rechtzetting van het wc', wat eenzijdige stukje, over radio, maar omdat ik nu eens een prachtige gelegenheid heb om er een paar voorbeelden van te geven, hoe onze lezeressen in het algemeen op onze rubriek reageeren, en wat er van worden zou, als we eens probeerden (het zou altijd maar bij probeeren blijven, want geheel uitvoerbaar werd het nooit) om alles naar den zin onzer lezeressen te doen. De eene brief dan ,die ik toen al dadelijk onder correspondentie heb beantwoord, was van een vriendelijke oude lezeres. hoe prettig vind ik het alitijfl, die kalme beza digde brieven van de ouderen, die door het leven heen geleerd hebben, de menschen en de dingen met milde oogen en vergevensge zindheid te beschouwen. Ze maken zien nooit zoo gauw en zoo heftig boos als vele andere jongere lezeressen die soms schrij ven ja nu heb ik u misschien wel een beetje boos gemaakt maar dat was ik zelf ook eersit, laat het bij u dan ook maar zoo gauw en zoo goed overgaan als bij mij, enz., het ideel De bewuste brief echter was van een oud moedertje die daarin vertelde dat zij mot haar zieke man, die al in heel langen tijd niet naar de kerk had kunnen gaan, zoo kon genieten van de preeken enz. ook de ziekendiensten die zij samen door de radio konden beluisteren. Of ik daar wel genoeg aan gedacht had, toen ik schreef. Zij dan, had den laaitsten keer tegen haar man gezegd: hé, dat moest onze redactrice nu ook eens kunnen hooren. Daarmee voelde ik me zoo goed en zoo netjes op mijn nummer gezet, dat ik terug geschreven heb ,dat mijn stukje wel tot dat verkeerd begrijpen aanleiding kon hebben gegeven, maar dat het toch allerminst in mijn bedoeling had gelegen zoo'n opvatting te wekken. Waarom ik beloofde de radiokwestie nog eens nader te zullen bespreken. En laat me daar, eér ck *.ot dit laatste aan toe gekomen was, een andere lezeres mij ichrijven dat het stuk: Radio een ding van onzen tijd, haar uit het hart gegrepen was, alleen was het nog een beetje te goed, te zacht geweest. Zij was het er dan ook hee- lemaal niet mee eens dat ik achteraf het stuk zelf een beetje eenzijdig noemde, het had veel feller mogen zijn en zij zou me dan wel eens wat anders vertellen. (Slot volgt). LAMPENKAPPEN Met schilderwerk. Onze lezeressen weten nu on derdehand wel, hoe aardig en practisch men soms met eigengemaakte dingen die volstrekt niet veel geld behoeven te kosten een interieur kan opfleuren. We hebben daarvan al meer dan eens voorbeelden laten zien en uitgewerkt. Ook lampekappen gaven we meer dan eens, en als ik me niet vergis, heb ik zelfs jaren ge leden al een puntige hang-lampekap behan deld die veel op de hier afgebeelde leek. Ik heb hem .tenminste eens ergens op een kinderkamer gezien en toen nauwkeurig en precies nageteekend om hier weer te geven. Toen bestond de versiering echter uit sluitend uit gekleurde strepen en gebruik ten we drie driehoeken, terwijl de hier ver toonde kap een vierhoek is en een nog meer moderner grilliger teekening heeft. Ook wie het vorige model reeds maak ten zullen dus wellicht er schik in hebben ook dit voorbeeld eens te volgen, en voor anderen, die nog nooit 'zoo iets maakten, zullen we het heele werk nog eens be schrijven. Als men eenmaal begint, zal al gauw blijken, dat het werk zeer meevalt en in den grond maar heel eenvoudig is. Men heeft noodig dik glad teekenpapier, waaruit men drie gelijke driehoeken snijdt of knipt, naar de maat van ons voorbeeld, echter aan de kanten een reepje van een centimeter aanknippende. Men teek ent de randen 1 c.M. omgebogen, zeer precies langs den driehoekrand, en lijmt u tegen elkaar, zoodat een zeshoekige pyramids ont staat Nu wordt zeer nauwkeurig geteekend en uitgeknipt een zeshoek, die tot zijde heeft de korte zijde van de driehoeken die we hebben geknipt en geplakt. Ze moet precies op den bodem van de pyramide passen. Mid denin deze zeshoek komt een ronde opening van ongeveer 10 c.M. middellijn en verder maakt men nog in elk der zes hoeken een klein rond gaatje waar koord doorheen ge trokken wordt om de lamp op te hangen. De einden van de koorden worden solide geknoopt, zoodat de knoopen onder de gaatjes blijven en de koorden er niet uit glijden kunnen. Voordat de koorden er ingaan, wordt ech ter de zeshoek evenals de driehoeken ge heel met lijnolie ingevet, en ten slotte plakt men ze tegen de omgebogen randen van de driehoeken. De lengte der koorden hangt natuurlijk af van pendel of snoer waaraan de lamp hangt, en men kan de lamp nu bevestigen en zal eens zien wat een alleraardigst en fleurig effect ze geeft. Speciaal voor slaap kamer, gang of serre, waar men graag een beetje gedempt licht heeft. Intusschen moet men er vooruit aan den ken om, al naar men meer of minder licht- demping wil, de kleuren ook donkerder of lichter te nemen. Men kan bijv. het fond wit laten, maar bet ook geel of lichtgrijs kleuren. De kleine afbeelding toont dé lamp zoo als ze hangt. LASTIGE DINGEN Transpireerende voeten. Er rijn altijd van die dingen, waar men in gezelschap nooit graag over spreekt en die men zelfs wel tè onsmakelijk kan vin den om ze in een krant te behandelen, maar waar intusschen betrokken personen lijders kortigezegd o zoo graag eens alge- meenen raad zouden inwinnen. Zooiets is het ook met het lastige euvel, dat we hierboven als ondertitel plaatsten. Velen gelooven met alle kracht van een bijgeloof dat er toch niets tegen te doen is. Daarom willen we hier eens navertellen wat een deskundige (een arts) in het week blad „Voeding en Hygiëne" er van verteld heeft. We lezen daar: Het onaangename verschijnsel komit bij mannen iets meer voor dan bij vrouwen. Onvoldoende reiniging, evenals te weinig verwisselen van kousen, maakt het kwaad erger, maar ook de meest hygiënische voet verzorging is hier niet in staat, de kwaal te beheerschen. Wordt de zweetvoet echter niet bijzonder goed schoon gehouden, dan wordt het begeleidende versohijnsel, de zeer onaangename lucht, sterk bevorderd. De sterke afscheiding gaat, ook onder in vloed van rottingsbacteriën, een onhoud bare. lucht verspreiden. De eigenaar van zulke voeten is een ongelukkig wazen; daarbij komt nog, dat het in zijn nabijheid niet is uit te houden, hetgeen hem natuur lijk niet onbekend is; hij is onmogelijk in den daigelijkschen omgang. Door het sterke zweet en door de bacillus foetidus veroorzaakte rofctingsproducten, wordt de huid van de voeten verwoest Die huid wordt dun en gaat overal stuk. Tus- schen de teenen ontstaan wonden, die lastig en (pijnlijk zijn. Men moet zulke voeten gezien hebben, om goed te kunnen begrijpen, welk een tergende afwijking hier bestaat. Die afwij king komt meestal voor bij menschen, die ook nerveuse eigenschappen hebben, welke zenuwtoestand door het bestaande euvel er niet beter op wordit. Er behoeft zeker niet veel overtuigingstalent toe om duidelijk te maken, dat de aandoening behandeling noo dig heeft, en een flinke ook. Het volksgeloof, dat men zweetvoeten niet „weg" mag maken, is weer aon zooals dergelijke leuterpraatjes meestal rijn. Men vreest, dat ze naar „Ibinnenslaan" Hetzelfde was vroeger het geval bij de hoofdluisbehandeling. Het doen verdwijnen yan die prettige diertjes zou „ongez Dank zij de ruime verspreiding van hygiënische begrippen op verschillend ge bied, schijnt dit waanidee niet meer op groote schaal voor te komen, maar ten op zichte van transpireerende voeten schijnt zulk succes nog niet zoo algemeen te zijn. Het omgekeerde komt wel voor, n.1. dat personen, dat aan sterk transpireerende voe ten lijden, deze plotseling droog zien wor den, wanneer een of andere ernstige ziekte plotseling optreedt. Verklaringen die iets anders zijn dan ver onderstellingen zijn hier ook weer niet te geven. Uit de korte omschrijving, die hier van den zweetvoet gegeven is, volgt de conclu sie, dait behandeling zeer zeker noodzake- Wanneer het verschijnsel niet al te hevig is, dan kan men probeeren, wat dagelijk- sche voetbaden kunnen uitrichten, waarna men de voeten onderdompelt in een ver dund aftreksel van eikenbast. Daartoe wordt 3 kg. eikenbast flink gekookt in 2 L. water. Het afgietsel voegt men bij het voetbad en laat aat 10 minuten inwerken. Daarna schoone kousen, waarin talkpoeder met wat salicyl gestrooid wordt. Verder doet ook formaline goede diensten in een oplossing van 2 tot 8pCt. Hiermede worden 'savondis de voeten met een watje goed ingewreven. Het vocht laat men op drogen. 's Morgens wordt de huid ingewreven de driehoeken vooraf op het vel papier en knipt ze daarna een centimeter wijder uit Verder moet er uit het papier ook nog een zeshoek waarover straks. Op de driehoek brengt men nu met be hulp van blad- of calceerpapier en wie handig is in het teekenen doet het wel zoo uit de hand de figuur na, die we hier op ware grootte afgebeeld hebben. Heeft men op alle zes driehoeken de teeke ning in potlood aangebracht dan gaat men ze kleuren met penseel en waterverf. We geven hiervan geen aanwijzing, daar het moet afhangen van het verdere interieur, wat men voor kleuren kiezen zal. In 't al gemeen zal hot wel mooi zijn, hoofdzake lijk rood en geel, dat geeft een warm en vroolijk licht; neemt men veel groen, dan heeft inen een koud, bleek-makend -chijn- sel, terwijl paarse doorsohijn, koel en tries tig aandoen kan. Verder kan men ook goed blauw en enkele zwarte strepen gebruiken. Men zie dus zelf. Ook kan, wie dat ver kiest de contofuren veel tcherper maken, of zelfs aflijnen met breede lijnen in afsteken de kleur, wij voor ons vinden dit vloeiende mooier. Als de 6 teekeningen gekleurd en de kleuren secuur ingedroogd zijn, druppelt men wat lijnolie op het papier, dat met een 'hooi.en dork over heel de teekening uit- -.estr*' ordt, zoo doet men met alle zes. j Zij. Cri shocken kir ar, dan '-•orden mt een mengsel van zeepspiritus en glyce rine, waarvan men een dun laagje op de huid laat zitten en zoo de kousen aandoet De genoemde behandelingen, voorname lijk de formaline-behandeling, zijn in den regel voldoende. Enkele ernstige gevallen blijven over, die hardnekkig weerstand bieden. Dan moet een behandeling plaats vin den, waarbij de voeten hun zieke huid enz. totaal afstooten, waarna een gezonde, schoone opperhuid te voorschijn komt. De Eatiënt is dan van zijn misère verlost en ehoeft zich niet meer sdhuw en angstig tusschen zijn medemenschen te bewegen. BABY-VOEDING In het hoekje van Dr. Gorter „Voeding van den zuigeling" lezen we over de voeding van het zeer jonge kindje o-a. enkele raad gevingen, die ook voor vele van onze leze ressen van belang zullen zijn, waarom wij ze hier laten volgen. „Onder de ernstigste fouten, die men ver- mijden moet bij de regeling van de borst voeding", aldus deze medicus, „is dat men, zonder dat dit noodzakelijk is, het kind ge heel of gedeeltelijk van de borst neemt. Men kan hiertoe komen op verschillende tijdstippen van het leven van het kind en om verschillende redenen. Het meest komt het helaas voor, dat men al aan pasgebo renen geen borstvoeding geeft, omdat men vreest, dat er niet genoeg voeding is. Dit is daarom te meer te betreuren, om dat juist voor pasgeborenen de moedermelk nog noodiger is dan voor oudere zuige- Over het drinken van bedorven melk: Het kan zijn, dat de melk, die van den melkboer betrokken is, reeds ndet versch was; maar het komt stellig even vaak voor, dat de melk door de moeder zelf niet goed is bewaard of behandeld. Na een voeding met bedorven melk krijgen de zuigelingen een ingewands-storing, zij braken daarbij en krijgen diarrhée en nemen sterk in gewicht af. De verklaring, waarom de storingen door overvoeding en door het drinken van bedorven melk zoo'n overeenkomst kunnen vertoonen, is gemakkelijk te geven: in de bedorven melk vormen zich in de flesch door bacteriewerking een zelfde soort ver giftige stoffen, die bij de overvoeding door deze bacterie-werking in het darmkanaal ontstaan. In den laatsten tijd heeft men er vaak op gewezen, dat op heel warme zomerdagen een zuigeling to oh ziek kan worden aan een voedingsstoring, ook al krijgt hij niet te veel en geen bedorven melk. Het blijkt dus, dat de zomerwarmte een rechtstreeks scha delijken invloed kan hebben op den zuige ling zelf. Men trekke hieruit de leering, dat men op heel warme zomerdagen niet alleen "de melk koel moet wegzetten, maar dat men ook voor den zuigeling een koele plaats moet iutzoeken en dus ook moet zor gen, dat hij het niet door kleeren of deken te warm kan hebben HUISHOUDING EN KEUKEN ederdooler. zoo noodig leta molk. geraspte kaas. zout en nootmuscaat- Op hot laatst hot stijf geklopte eiwit door de massa roeren, er kleine, ronde koekjes van 250 gr. pond) VLEESCHKOEKJES. van vlee8oh; 1 el: 1 flinke snee oud brood zonder korst (of een paar fijngewreven koude aardappelen); wat peper, zout. nootmuskaat en maggi: een paar lepele melk of overgebleven Jue; 1 theelepel maggi; 40 gram boter of vet, wat paneer- Maa) of hak het vleasch fijn, werk het goed door elkaar met het In de melk (of de Jus) geweekte brood, den eierdooier, het zout en letjes, sla die wat plat, doop ze ln net eenlgs- zlns losgeklopte eiwit, wentel ze door paneer meel en bak ze dan ln de heete koekenpan met 't dampende vet of de lichtbruin gebraden boter rondom bruin en knappend, SNEEUWBALLEN. Breng 4 d.L. water of melk aan de kook met 85 gram boter en 4 gram zout. Strooi daarin een half pond gezeefde bloem en roer het meng sel op het vuur tot een goed samenhangende massa, die niet meer aan den lepel vastkleeft. Roer dan, van het vuur af, er 5 eieren één voor één door. Verdeel dit deeg met behulp van twee lepels ln hoopjes ter grootte van een appel en bak deze ln heet frituurvet. Laat ze daarna op een stuk poreus papier uitlekken en bestrooi1 Maak. bal i RABARBBR-CQMPOTH, 600 gr. rabarberatelen (liefst roode), 100 k 160 gr. suiker, 1 d.L „Poma" (of desnoods ook weJ water), 1 k 2 theelepels sago. Wasch de ongeschilde rabarberatelen en snijd ze ln ge lijke blokjes. Breng het water met de suiker aan de kook, liefst ln een breede. platte pan. breken, bedek e met de sulkerstroo i met aangemengd a s niet dik!) ZWEEDSCHE PUDDING. 250 gram succade en 126 gram geoonfijts gember worden ln fijne strepen gesneden, en met 260 gram keraenjam op een zeef gelegd. Daarna klopt men 1 liter room tot schuim en roert er voorzichtig 125 gram poedersuiker door, 6 blaadjes gelatine (opgelost ln wat heet water) en vervolgens de confituren, waarop men alles ln 'n ultgrespoelden vorm giet die op Ijs wordt gezet, totdat de pudding moet worden - •- racd schuimpjes of spinazie-croquetten. Een reetje gekookte spinazie e veer gelijke hoeveelheid koude ge appelen lof rijst), wat zout en wreven aardappelen voeg er naar smaak zout en kruldi roer er een eierdooier door. Vorm van het meng sel croquetjes, wentel ze in paneermeel, doop ze vervolgens ln geklopt el (of eiwit), haal zo nog eens door 't paneermeel en bak ze dan in dampend heet frituurvet (sla-olie b.v.) mooi knappend. Laat ze es en op grauw papier uit lekken en schik ze dan op een schaaltje, waar over eerst een vingerdoekje is uitgespreid. OUDE AARDAPPELEN. Het kostelijk leuke versje van Leo ln ens blad van hedenavond (26 Mei) lezen onze zulke dingen wel? brengt me er hier nog eens gejubel Ingehaalde Aardappelpuree maakt men t gekookte aardappelen met een lepel of een puréestamper fijn I koude, gekookte aardappelen 1: dzamer tevens maken dan kan men er ten te één of twee goed geklopte eieren door ken, maar men moet nu oppassen dat de isa niet gaat schiften. Men kan er naar ak wat tomatenpurée (uit blik) door roe- Desverklezend doet men ze in een vuur- schoteltje en laat er 'n bruin korstje op pen over te doen. Croquetten van aardappelen is meer werk maar zéér loonend. Gebakken aardappelen zijn zeer bekend. Ook gestoofde ardappelen zijn lakelijk. En ook 'n weBcome afwisseling. Al zijn heel erg geschikt ZWINGSOEP. 150 gr. zuring, klein bosje kervel, desver- kiezend i kropje sla, 1 L. water, 7| gr. zout, 30 gr. boter, 25 gr. bloem, 1 el. Maak de verschillende groenten schoon,- was ze, zet ze op met het kokende water en het zout en laat ze daarin gaar koken (ongev. 1 uur). Verwarm terwijl roerende de boter en de bloem tot een gladde massa, voeg daarbij roe rende het kokende vocht met de groente en laat de soep nog 10 min. doorkoken. Giet ze vervolgens door een zeef. wrijf de groente er zooveel mogelijk door en bind dan de soep met he>t in de soepterrine geklopte ei. Geef bij de soep dobbelsteentjes oud broods die ln wat boter lichtbruin en knappend ge bakken zijn of roer door de soep twee ln dob belsteentjes gesneden harde eieren. Op dergelijke wijze kan men van postelein, raapstelen, spinaale of andere jonge bladgroen ten ook voedzame soep koken. In plaats van te zeven kan men de groenten zeer klein snijden en ze er dan ln laten. PRACT1SCHE WENKEN HET WASSCHEN VAN BATIKWERK, SJAALS, ENZ. Mm doet een liter tetra of de helft (tetra ls vrij duur. maar kan herhaaldelijk dienst doen), in een bakje ln een waschkom bijvoorbeeld. Daar stopt men de batlksjaal maar in. alsof ln het bakje gewoon water was. En precies zoo- ipwater ondergoed wascht, dus wringen, wascht men tetra. Enkel kloppen, vinden zijn, knijpt i nier, waarop i •laat Met tw klappen in de 1 stevig de tetra - ls afgeloopen. hangt ds buitenlucht. En maar een béétje voohtlg. strijkt me: De batiksjaal ziet er nu gloednleu- De gebruikte tetra moet men voorè gooien! Als men dat deed. zou de veel te duur komen. Als i even rustig laat Door den trechter QI stoffen liefst een glazen trechter) waarin i dun lapje gelegd wordt, wordt de tetra ln de flesch teruggeschonkentot een volgenden wij raden lederoen af. voor dergelijke doel- gebruiken. Benzinedamp ls de open lucht werken 1 CORRESPONDENTIE Dames A. V. en J. Q. Vooreerst zeker njet, wat later kan, kan niemand zeggen. Maar tot nu toe hebben we meer stof dan plaats voor dat onderdeel onzer rubriek en mee nen het toch ook niet onevenredig te moe ten uitbreiden. Aan anderen. Daar de teekeningen van: het theekleed weer schijnen te zijn opge houden misschien door de vacantiedagen moet het nog even overstaan. „Beschouw de vrouw als de deelgenoote, de gezellin, niet enkel van uwe vreugde eu van uwe smart, maar ook van uwe gedach ten, van uwe studies, van uw streven naar maatschappelijke verbetering". Priscilla Bright Mac Laren. In de overtuiging, dat onderwijs en ar menzorg evenveel hebben uit te staan met vrouwen en meisjes als met mannen en jongens, dat er op dit gebied eene diepgaan de behoefte is aan vrouwelijke zachtheid van liefde, ijverde Priscilla Bright Mac La ren, waar het kon, voor de toelating van vrouwen in onderwijs-commissies cn armbe sturen, (Uit „Wegbereiders", door Johanna Naber.). Menschen zijn als fietsen; Dikwijls wat te lappen; En om voort te komen. Laten ze zich trappen. VOOR DAMES EN JONGE MEISJES te BOTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAOE OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN Lessen voor eigen gobruik in het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middag- en Avond-, Cursus-, Club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de school verlaten! kunnen zich nu reeds aanmelden voor de lessen tegen September a.s Scholen: te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS, Schietbaan laan 99, Spreekuren Donderdags van 2—4 en van 7—9; Annastraat 5 (bij Av. Concordia), Spreekuren Dinsdags van 78; Beyerlandschelaan 40, Spreekuren Dinsdags van 45 en Vrijdags van 67 uur. Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, tel. 33739. Directrice Mej. J. W. LAGENDIJK, Nieuwe Gracht 74. Spreekuren Dinsdags en Donderdags van 4—7 uur. Directrice Mej. L. LUGTIGHEID, Acnciastraat 49, Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v. 4-6 u. PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN te UTRECHT: te 's-GRAVENHAGE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3