MBD/T éeVlFauW). Handwerken Schoolkinderen HUISHOUDING EN KEUKEN MOD E-VAKSCHOLEN VRIJDAG 22 MEI 1931 Vrije middag! De beste stemming voor' een krantenbriefl En dan zooals nu. De sneeuw dwarrelde daar net nog in dichte vlokken naar benee. 30 Maart wijst de kalender al, en nu nog dat wonder van witte pracht over de landen. Ik betrap me daarnet op een vreemd-in consequente gedachte: verlangen om nü in de school en aan het werk te zijn. En dat bij de simpele blijlieid om hel steeds weerkomen de altijd nieuwe geschenk van midden in de week een héélen lichten middag heelemaal voor jezelf, om mee te doen wat je wil! Ook al sluit je je den gan- sohen middag weer op in je kleine kamer, het is geen opsluiten, want om en in je blijft doorvroolijken de gedachte: het is vrije wil, ik kan doen wat ik wil, als ik nu op 't moment naar buiten wou, wel dan dééd ik 't. En déarom doe je 't niet. Omdat het toch wel mag. Dadrom blijf je nu heel „plicht matig" ('n vreemd woord hier) binnen je kleine vie-r muren, en kijkt maar spaarzaam naar buiten, want je schrijft je brief voor de krant De vastgestelde, die je plicht is. Maar die je niet als een plicht voelt omdat je 't doet met je eigen wil en ndar je eigen wil. Want je zou het evengoed nog wat kun nen uitstellen. Dét is nu vrijheid! Doèn wat je moet ja! maar met 't bewuste weten: als 'k het niet wou, dan dwong geen mensch me. De gedachte, die de plicht licht en blij maakt. Och verstonden we daar toch meer van, wij in ons werk in de school en overal. Gedachten we het meer, dat dwang, ja, wel arbeid, zelfs wel goéde arbeid voortbrengen kan, maar dat in de vrijheid alleen, de ar beid blij verricht wordt, en met vreugde afgeleverd eh zoo het groote tekort aan yreugde, dat in de wereld heerscht, weer een weinig mee verhelpt.. Dat is een dwarrelende-sneeiuw-gedachte, pk weet het wel. Maar ze is er mijzelf niet minder lief om. En daarom ga ik nu nog 'pven er op door. I Het wondere verlangen een incomse- rjuentie noemde ik het om nu in de school cn aan 't werk te zijn! Om je heen de blije snuitjes van de kleu- iere wier glinster-oogjes telkens naai* de ra men gaan of nég altijd sneeuw valt. O ja! en wat dik dat straks liggen zal! Stellig wel om te gaan öleeën of ballen gooien! De bjije glinster-gezichtjes...... Daverende zonneschijn over lichte zand wegen, die zich tevergeefs stormloopt tegen Öe koele donkerte van dichte bosschen, dat is een blij, een vreugd-geluk; blinkende sneeuwpracht over het wijde veld, het is een opwekkend, een ldcht-geluk. Zachter en mil der is het geluk van de schoonheid die een bloem, een stukje kunst u geeft, de aan- sdhouwing van een daad van liefde en over gave in deze wereld van haatMaar ïióó- ger dan al die andere, met niets in de we- 3"öld te veigelijken, is de schoonheid <fie ligt in een blij, een waarachtig blij kin dergezicht, zóó overgegeven aan de lichte vreugde zonder schaduwen als alleen Voor kinderen bestaat Die schoonheid, dat geluk Is het, wat ik hu mis bij m'n eenzame blijheid, om dezen wijen middag in de dwarrelende sneeuw. Ik wou dat 't gisteren gesneeuwd had of van morgen toen ik nog bij ze was. Ik wou ze nu om me heen hebben, de kleine zonne schijntjes met 'r: Blijf 't allemaal liggen juf? O, wij hebben zoo'n groote slee, pas 'n nieuwe. „En me vader kom me halen!" „Zou 'r dan nog genoeg wezen, juf?". En ik kijk even voor hen uit 't raam. „-Ta hooi"! d'r is 'n heeleboel en 'r komt nog al- Brieven van een onderwijzeres door bij, en 'r zit veel in de lucht ook hoocr. Kijk 's wat 'n dikke lucht!" „Nu gaan we stil luisteren, en denken er niet aan, en als 'k klaar ben kijk 'k weei voor jullie uit 't raam, of 't er nog ligt." Dat vinden ze dan best Na afloop van de „les" stap 'k dan erven op de bank, kijk over de matglazen ruitjes heen, breng even kort verslag uit van m'n inspectie, en dan gaan we weer verder: le zen nu. Als 't klaar is zal 'k weer even kij ken beloof ik, en zoo rollen we zoo'n sneeuwschooltijd door. 'n Enkele maal slechts gaan de oogjes naar het raam. Meer is ook niet noodig. Het blije, lichte geschit ter zit er in, en zoo zie ik dan den weer schijn van de witte blijheid der natuur, vóór me uit de lage bankjes opkwetteren. En 'k ben óók weer 'n klein blij meisje zit daar ih zoo'n bankje, in een schoolklas. Er is sneeuw gevallen. Stellig zal om 12 uur buiten 'n knechtje staan met de groote „bak", onderin 'n flinke zak houtkrullen om de warme voeten. Met z'n drieën gaan we d'r in, fijn! Was 't maar twaalf uur. Valt er nog? Even kijken. Nee, nee! pas op! De meester heeft gezegd: „En nou uit met dait gekijk naar 't raam hoor. Mot 'k de gordijnen dicht doen soms? en je in de donker zetten? Om twaalf uur kan je buiten sneeuw zien, maar nou aan je werk. Wie .kijkt, blijft schóól!" Misschien dat men zoo bij de hoogere leerjaren soms doen moét, ik weet het niet, en wil daar nu niet in komen, ben alleen blij dat i k 't bij mijn kleintjes niet hoef. Ik weet alleen dat 't. óns zoo gebeurde en vaag drong in dien tijd al 't besef tot me door, dat die blije lichte dag, die wij als een regelrecht geschenk van God aanvaard den, (hoe vaak hebben we niet eens om een sneeuwdag gebeden als kleuters) dat zoo'n dag voor de meester een m o e i 1 ij k e was, een straf, een narigheid. Alsof wij kinderen, onder zóó hevige druk beter'werken en meer prestoeren zou den; als je zoo'n half uur lang, door al 's meesters oreeren heen, zat te loeren of hij nou niet 's even zijn hoofd omdraaien en jc 'n kansje geven zou, dat je keek Niet kijken! O wat was het moeilijk! Niets voor kinderen, die achteraan za ten, en bijna vanzelf, als ze naar 't bord ke ken, met 'n half-dicht oogje zagen wat daar vlak achter het eerste raam, gebeurde. Maar wie héélemaal vooraan zat, en niet opzij door een raam kijken kon, zonder z'n heele hoofd n&&x links te draaienSchoolblij ven was anders nog maar niets maar schoolblijven als je wist dat ze daar buiten op je liepen te wachten met een groote bak, waar 'n plaatsje voor je opengehouden was. Want wachten deden ze wèl! Maar onder wijl sleedden ze toch maar heen en weer, en daar was je dan niet bij, dat had je te mis sen! en dan konden ze omdat 't zoo laat was niet meer de heele straat met je omgaan, waar 't zoo leuk druk was, en af en toe de slee met 'n snerpende gil over 'n stukje „kale straftt" getrokken vloog. Die meester, dat dreigbeeld van school blijven, was de schaduw op onze sneeuw- vreugde, die meester was ook zijn eigen schaduw. Het idee! Alsof de schoone Schepping niet eerst en alleen bestond om de vreugde der kinderen, kinderen-onder-de-menschen ook! En alsof niet de eerste groote plicht van het kinderleven was; b 1 ij te zijn en vroolij- ke vreugd te brengen in de wereld. Maar laten w ij ze helpen om het te kun nen en niet verhinderen. Alleen maar niet verhinderen! TU1NOVERALLS Hoe langer hoe meer de zucht naar „dé slanke lijn" en verder de steeds meer veld winnende betere begrippen over „gezond leven", hebben daar hard toe meegewerkt hoe langer hoe meer zien we, dat vrouwen cn dames zich gaan toeleggen op een zelfs liefhebberen in tuinieren. Zaaien en planten en pooten, alles, ook eelfs weden, zijn werkjes die veel zorg en liefde vragen en die van oudsher dan ook eigenlijk vrouwenwerk zijn geweest en voor zoover ze niet door de meer Intensieve bodembewerking, de physieke kracht te bo ven gaan, zullen ze naar het zich laat aan zien, ook in de toekomst nog meer vrouwen arbeid worden. Het is nog niet zoolang geleden dat de burgemeestersvrouw van een flink vooruit gaand dorp mij vol trots haar prachtige en reusachtige fruitkassen liet zien, waar alles prachtig groeide, hoofdzakelijk door haar eigen speciale zorg. En de vele huisvrouwen die het om de Winst of 't voordeel niet hoefden to doen, maar in de tuin achter haar huis een stuk je hebben afgeperkt om daar een kruiden tuintje aan te leggen (weet men wel wat een fraaie en mooigekleurde fijne bloempjes de meest gewone kruiden, als bijv. boonen- kruid geven?) die weten wel wat een groot genot om van het gemak nu niet te spreken het geeft om ten allen tijde uit het aax-dige kleurige veldje, wat peterselie, selderij, citroenmelisse of wat ook te kun nen afplukken voor direct gebruik. Weten onze lezeressen ook wol, dat men vele van die gewone dagelijksdhe keuken kruiden met groot succes in de rots tuintjes plaatsen kan? Maar daarover wide ik nu eigenlijk in ïleze rubriek niet uitweiden, daar komen we wellicht een andermaal nog wel eens op terug. Nu gaat het echter om een „hand werk". Onlangs vond ik ergens een paar aller aardigste ideeën voor het maken van een overkieeding voor de tuinierwerkjes: Tuin- overalls zouden we ze kunnen noemen. Ze zijn over 't geheel nog 'n ietsje meer „ge kleed" dan de overalls die dameshuisvrou- wen voor schoonmaakwerkjes dragen cn krijgen bijna altijd afgewerkte kragen en jes geborduurd werden in groen, de blaad jes bestaan uit een enkele dikke ketting steek. Een echt fleurige en zomersche werk jas dus voor jonge huisvrouwtjes en doch- tersjfchuis. De omboordingen van hals en mouwen neemt men ook in één kleur, groen of oranje. Men kan, om de nieuwe taillelijn er nog een losse ceintuur om het middel op ma ken. Het tweede model is meer gedekt. Bij winderig weer kunnen de kraag op- en de revers toegedragen worden. Deze jas is ook iets warneer en gemakkelijker omdat ze een overslaande sluiting heeft. Ook de man chetten hebben knoopsluiting, zoodat altijd naar believen de mouwen even op te stroo pen zijn. Schortmouwen moest men trou wens nooit maken zonder splitmanchetten. De voorpanden worden ruim aan een schouderstuk gezet, zooals op de afbeelding wel te zien is. Deze jas, die werd gemaakt van blauwe stof, versierde men met een applicatie van kleine roode driehoekjes, die worden opgewerkt met een zwarte, zeer dichte kettingsteek. Het aardige is, dat half op de stof en half over de applicatie, telkens een tweede driehoekje wordt geborduurd (dèt dus niet als applicatie opgelegd) in lichter rood en eveneens met kettiugsteek. Desgewenscht kan men deze garneering geheel maken zonder applicatie, dan worden alleen de twee driehoekjes in zwart en rood of in twee kleuren rood geborduurd. Het derde model wordt uit cretonne of gebloemd tobralco of sooiets gemaakt en met effen kraag en Bakranden versierd. Het is een model zonder sluiting dat dus over 't hoofd wordt aangetrokken. De voor panden komen met smockwerk uit de schou derstukken. BERUSTING Ik schep niet, als in vroeger dagen, Mij zelf een toekomst meer; Maar leg mijn hopen en mijn trachten In Uwe handen neer. Naar groote dingen heeft mijn ziele Gehunkerd en gehaakt; Maar ach! in 't groote was geen vrede; Gij hebt mij kléin gemaakt. O! laat mij kleiner nog steeds worden, En mind'ren keer op keer, Mijzelf vergetend, U slechts volgend, Ik niets; Gij alles, Heer! W. L. WELTER. FANTASIESCHORTJES zooveel mogelijk worden er bloemmotieven in verwerkt. De eerste twee voorbeelden die we laten zien, zijn gegarneerd met applicatiewerk. Nommcr één werd gemaakt uit effen stof. tolbralco van narcissengeel. Het heeft geen sluiting dan een looze, door de drie op genaaide knoopen, en gaat dus gewoon over 't hoofd aan. Daarom is het met korte mouwtjes. (Wie lange mouwen verkiest kan beter het tweede model volgen). De applicatie werd genomen in oranje, voor de appeltjes, tepwijl de stelen en blaad- Wie nog een paar eenvoudige, tochh fijne ideeftjes zoekt voor een thee- of borduur- schortje vindt er hier nog -twee. Ze zijn al tijd gemakkelijk wanneer men eerj even wat in de keuken té doen heeft of met bor duurwerk, dait wel eens pluisjes maken wil. Het eerste werd gemaakt van dun nopjes- iPMed, waarvan men er sommige desge- wensclut met gekleurde zijde overborduren kan. Het bovenstuk wordit in schulpen uitge kniipt omgebiesd en zoo op het zeer ruime onderstuk gezet, dat men- in een punt knipt en niet alleen aan de buitenrand afbiest, maar ook nog versiert met een iets boven den rand opgestikten bies. De blezen wor den van effen, donkere zijde genomen, ook de zakjes krijgen ze. Het andere schortje is gegarneerd met applicatie. Het is een klein (geborduurd) takje met drie geappliceerde oranje-appel tjes en één eveneens geappliceerd groen blaadje. Voor beneden in de punt brengt men ooo'n versiering aan, verder op het zakje nog, en tenslotte boven-links. Ook dit schortje werd afgebiesd, doch niet met effen- maar fanta- siesitof. Ook kan men die variatie bewerken met borduursteken. CORRESPONDENTIE Aan den heer Uw brief in dank ont vangen. Hij deed me goed en gaf me stel lig wel zooveel genoegen als L" van dat deel van onze Vrouwenrubriek heeft. Wat u dan •wel gelukkig zult vinden: ik weef, dat er ook vele vaders zijn, die de stukjes over op voeding lezen. Maar of die allemaal even zeer zullen genieten van wat u als paeda- gogiscTi inzicht proeft dat weet ik na tuurlijk niet. Maar de stelling die U verde digt, „als zouden au fond het a 11 ij d de ouders zijn, die door slechte opvoeding schuldig zijn aan de fouten der kinderen, is die niet al te sterk? al geloof ik, dat ik U begrijp. Ik hoop niet, dat het persoon lijke ervaringen (indirecte dan) zijn die U zoo heftig doen oordeelen en vèroordee- lon. Och tracht U toch vooral, om ook den humoristischen kant der dingen (en men- schen en toestanden) te zien, dat helpt over zooveel heen en anders weegt het lo ven zoo zwaar! Zeker hoop ik op dat onderwerp nog eens terug te komen, maar' dan in een ar tikel, niet hier in de corresp. Als men dat verzoekt, weten we hier onza antwoorden altijd wiel zoo in te kleeden, dat niemand de „geadresseerde" herken nen kan. Hoewel tegen wilde gissingen nooit te vrijwaren is. Aan een moeder. Ja, die treinervaring schreef ik al jaren geleden precies op zooals het gebeurde. En dat hebt u goed ge zien: de onderwijzeres die het jongetje ver zette. ben ikzelf geweest. Ik w£s toen nog een heel stukje jonger en dan houd je van „snel recht". En ja, bij het véle, dat mc altijd heeft ontbroken, was het gewoonlijk toch niet moed, waarin ik tekort schoot Wel is uw nieuwsgierigheid nu niet „gul- en goed" voldaan? Dan zal ik hierna nog eens een paar zulke ervaringen vertellen. Aan: andere schrijfsters van de laatste weken: brieven ontvangen. Volgende week meer correspondentie, daar ik even weg geweest ben. Ook het sigaretten-theekleed volgende week, daar de teekeningen nu onder weg eijn. w-üze bouillon trek erselie in meekoken i doorkoken i voorzich r-rine gie Vaniljf-vla met bitterkoekjes loodlgd. 12 bitterkoekjes. L. melk. 50 rikc-r. 30 gr. maïzena, 1 el, stokje va- koekjes ln. Neem ok. Week' worden is, de bitterkoe! jam. Voeg zooveol kokend I rendg, bij de aangemengde Giet dan all< la op een nie een garde, 3 t Babarberkoek gram s aardar ,gd, vingerdik op i bU gelijkmatige hitte gebakken. De dik -bestreken met rabarber, die suiker tor een atrooperige massa 'is inge- I terd blik g< I gedsu koek 1 kookt.1 ONDERHOUD VAN MESSEN HET SLIJPEN VAN MESSEN, Voor het aciherp maken zijn vele kleine ma chines in den handel, maar ze zijn öf zéér duur öf van geen goede constructie: ia dit laatste het geval don slijten de messen sterk. Het bes te ia altijd nog de messen te slijpen op een .-zijde KSte druk de linkerzijde op het heft te laten d: nplank, zóó dat d< van de nana op de snede van uitgeoefend. Heit b' de plank naar links. Herhaal deze bewegingen eenlge malen. Leg daarna het mes, met de snede naar rechts, op de rechterkant van de plajnk en be gin dan weer met slijpen, maar nu in omge keerde richting. Herhaal deze bewegingen tot het mes scherp is. Zorg dat het mes alleen aan de soherpe zijde geslepen wordt; de rugzijde zijde, gedrukt worden. De scherpe zijde mag noch uitgehold, noch afgepunt worden en het mes moet over de ge- heele lengte gelijkmatig geslepen worden. Daai gedeelti mes het dichtst bij het heft en daarna het overige atuk. Zorg, dat de dikte van het mes gelijkmatig toeneemt van de snede tot den rug Voor goede messen neemt men mesensteen, voor zeer botte of goedkoop© fijn zand; dit laatste slijpt veel De eventueele vlekken verwijdert men met een zachte kurk, gedoopt dn blauwsteen of in amarllpoeder, met spiritus tot een papje ge mengd. Wrijf krachtig breedte - mes. Wordt er met de kurk in de lengte van het mes gewreven, dan ontstaan gemakkelijk lange krassen, die hinderlijk staan in het blinkende metaal. Een schijfje aardappel kan ook in plaats van een kurk ge bruikt worden. Roestvlekken word enmet ge wone raapolie bestreken en omwikkeld met watten laat v liSiPaXpoetsei Natuurlijk kan men, als het geen dure mes sen betreft, het vlugger en ruwer doen door schuren. Maar daarmee slijten de messen HET POLIJSTEN. Het polijsten geschiedt op een polljatplank met linoleum of leer bekleed; strooi hderop wat blauwsteen of amarilpoeder en wrijf de mes sen er op heen en weer tot ze blinkend zijn. Houdit men ze in de schaduw en zijn er dan geen donkere plekken meer dan zijn de mes sen goed gepolijst. Ook voor het polijsten zijn kleine machines te krijgen, waarin het polijs ten geschiedt op of tusschen twee ronddraaien de schijven, die met leer, vilt of dergelijke stoffen bekleed zijn. Men kan door de messen dadelijk na het gebruik af te vegen met papier hert polijsten voorkomen. Breng inig rr-—- ogelijk met zuren' fri bruik voor vr een «rögf°pla in aanraking en g« lfnm"Je'.vli BEHANDELING VAN 'T HEFT. Zwarte houten heften wrijft men met zwar te was. Z1jn ze vaal geworden zet ze dan 4 6 uur ta een oplossing van overmangaanzure kali ln water. Droog ze en wrijf ze met zwarte was op. Deze kali veroorzaakt leelijke vlekken op 't staal! Zet de messen daarom b.v. in een jam potje. Niet langer dan 6 uur anders wordt het hout ook aangetast. Horn en heften worden af- gezeept en met witte was afgewreven. Geel ge worden hoornen heften zet men eenlge dagen in terpentijnolie en bleekt ze daarna onder een stuk glas in de zon. Zilveren heften poetst men met Parljsch rood of fijn wit poetskrijt, dat men met spiritus tot een papje aanroert. Nikkelen heften worden flink heet afgewossohen en stevig afgedroogd; poetaextraot; wrijf heit in het laatste geval Messen sluit men, Indien ze voor lang eren tijd opgeborgen worden, ln goed gedroogde stopflessohen. Zijn ze daartoe te groot, smeer ze dan in met vaseline of ongezouten reuzel en wikkel ze daarna ln grauw papier of fla nel. Leg ze vooral niet op een vochtige plaats PRAKTISCHE RECEPTEN verzameld door „Elizabeth". Dit boek is werkelijk Iets bijzonders. Reeds door de aardige kleurige band en omslag valt het op, maar dat is natuurlijk lang niet het Dat is do Inhoud, en die is r ij k.. d e g e 1 ij k cn praktisch. Want men vindt er van al les in. Niet aleen fijno, wat mee.r kostbare re cepten. maar ook eenvoudige, goedkoope bered- dmgen. De zeer gemakkelijke, overzichtelijke tevige binding, dit alles voor elke bout. ik hier volgen de drie waarmee het boeik begint. MAYONNAISE I. Een eéufcje boter ter «motto van een ed tot room roeren, dan roerende bijvoegen: twee eierdooiers, wat zout, en een tikje cayennepeper. Daarna druppelsgewijze eerst een kopje olie. dan J kopje azijn bijvoegen en dat nog eens °"r Ke'™sho» ooi, flinken scheut azijn. Dan roert men dit au-bain-Ma/rie tot het goed jonden is en voegt dam flink kloppende wat Deze mayonnaisse is niet geschikt om te spul- tegleten" £0ed om over kreeft, zalm enz. Neem een eierdooier en roer hem goed met een houten lepeltje. Voeg wat zout, peper, mos terd of mosterdpoeder toe. Doe er vervolgen al roerende 1 eetlepel azijn bij, naar verl zing kruidenazijn of wed citroensap. Giet t2» eon dUB etraaJü« onder flip'- '5 Kopjes siaoue gebruiken J?lt7<?lnaJse,Jcan gekleurd worden met druppeltjes plantenrood of planten groen. in den handel verkrijgbaar. Dit receptenboek van de huishoudschool „Ma- nakroon is uitgegeven bij J. J. Romen en Zo nen. Roermond. Praktisch is. dat er ook ai ekenrecepten in zout^arrrf "enz'* £|]Jnni>eI>aa,do dieeten (vet-arm. wordt volledig behandeld. 'enen' °olc iDmaalc Bolustaart 1 ïï1"'; sr. suiker de °meCtn lauUV'mefk en vanMd^pYank1) tt^™ap'^9eIotngev^erdllt vSf8eriüdeen:bSt.e? !otdreo^tU^hr^ddr08u.ke#J de füne kaneel, de gehakte sntppere en de stroop bU. Rol het deeg dearna uit op een me? cM&diktee sn1MU5rn P,&nk tot o^eVener van 214 c-M vB«n /eepen van ter breedte \an 2'/j c.M. Knijp do reepen aan weerslcan- die opge?éldZOwoardtemetSheUt vulseï^a^evek boven het deeg moet uitsteken. Rol de reepen pesmeera uzeren potje, vuurvast schoteltio of taartvorm. &ik den doek 1 a 1% uur in een matig warmen oven en bedruip hem af en toe ÏPlV *vochtV dat er uitkomt, of. zoo dit niet p»1)? 1 ZÜn' mot wat smolten boter ale met stroop vermengd is. Stort den doek warm, snijd hem na bekoeling ln punten. Bijsttaart rBst. halve f 75 gr. auik> Desverkiezerxd 40 gr. laAt het c H r oe n s^hü let J e melf'trekk^n^Roêrtdi suiker bü. daarna°de röstebrü^en0d'e"emalen ffe-hakte amandelen. Vermeng alles zoo lucb tig mogellik met het stöfge'-' doe het in eon met boter bc run paneermeel bestrooiden en bestrooi ze met poedersuiker. Labskous (Deensch reept) ftam vleeschresten (kalfs- of rundvleesch of beide), 400 gram koude aardappelen. 1 uitje 50 gram boter. 3 lepels bloem; bouillon of jus iePei s°Ja. wa-t peper of cayennepeper. N j het vleesch in kleine dobbelsteentjes, cerwüder het vet of de pezen; sn|jd' ook da koude aardappelen in stukjes. Bak de fijnge. c ™etboter bruin, strooi er, aard an, wtler PRACTISCHE WENKEN OM VOCHTVLEKKEN lacé handsohoenen te verwijderen, wik- men de handsohoenen in zijde papier en INKTVLEKKEN UIEN SCHILLEN L een kurk in den glycerine e PIANOSNAREN bewaart men voor vacht (cn roest) door bin- de plano een zakje met ongebluschta kalk te leggen. VACANTIESPELLETJES prachtig taai en solide worden. Mocht i. sop overblijven, dan kan dit, in oen goed ge kurkte flesoh. tot een volgende gelegenheid Gewoonlijk wordt voor het bellen blazen «er» aarden pijpje gebruikt. Wil men echter bijzon der groote bellen krijgen, dan neemt men een klein keukentrechtertje. derdei BOEKBESPREKING Van het bekende werk: De Praktische methode voor de School en Mevr. Jouwersma—Ruseier ve omgewerkte druk. Iedere onderwijzeres ook fröbelonderwij zeressen moet deze boeken kennen, maart ook voor het hulsgezin met kleine en groote meisjes, zijn ze een praktisch bezit. Want hoe- wed het idee: één handwerkboek voor school èn huis ondanks alle pogingen daartoe, toch. in do eerste plaats o methodisch als die 1 j werd bestemd, niet b huishoudelijk gebruik. moeders, die haar meisjes handwerkondcrwija willen geven op schoolmamier. daardoor wordt zoo'n boek voor dege- „ii- modelletjes zoeker 'orden moeders die graag leidend met haar kleine meisjes handwerken willen be oefenen, naar mij- - dan dit. Zelfs hoogst gemakkelijke, kleim brievenhangertje. boekom verder ook verscheidene poppekleertjes die men best met handige meisjes van vijf h zes jaar al kan beginnen. worden hier duidelijk In goede volgorde (aoodat men met 1 onderrichtend werkjee, aardige, dingetjes (kleedje, servcrttascihje. En waar men ap onze scholen eigenlijk we uu'L 17 ve.e later dan de meeste vlugge kinderhandje* toelaten met het handwerk onderwijs begint, kan het zeer zeker zijn nu' hebben,en de latere handigheid ten goede ko ,dle daar tijd en lust voo: *|jgr— iderriOht tei hebben, alvast zelf thuis tjes geve: in-btj i :t? ook kleine jonger ÜW - /oorbeeldc.. nog haast moeilijker dan o >rd ui tgegev« Brlnkts Üitg. Maats.„llluol.. v[l i eiken boekhandel te beetellen of wellicht PR0BEFRT Reclai*>« maatschoenen 'V vanaf 20 bekroond. JOH. EENS MIJN kneTEMANN Voetfeundig» ttmom JIM Batavierenstraat 19a (b.d. West Kruiskade), Rotterdam, Teleloon 32129 VOOR DAMES EN JONGE MEISJES te BOTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAOE aangesloten tij da m 1911 Koninklijk Goedge keurde Vereeniging van Modevakscholen in Nederland OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN anT™nTnrJ:,gr hS' B?hecI ^"standig leoren vervaardigen van alle oorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middau- en Avond- Onran.-, club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de "hooi yeriïtan Scholen: "U reeds aanmelden voor de les:*n tegen September a.s! te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE-PORS, Schietbaan laan 99, Spreekuren Donderdags van 2—4 cn van 7—9- Annastraat 5 (bij Av. Concordia), Spreekuren Dinsdags van 7-8; Beyerlandschelaan 40. Spreekuren Dinsdags van 4—5 en Vrijdags van (>—7 uur. te TrrPFPUT- Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, tel. 33739. te UTRECHTDirectrice Mej. J. W. LAGENDIJK, Nieuwe Gracht 74 ♦o 'o fu Atmnrtr a nn Spreekuren Dinsdags en Donderdags van 4—7 uur' te S-GRAVENHAGE: Directrice Mej. L. LUGTIGHEID, Acaciastraat 49 Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v 4-fi PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 3